Jaarverslag en -rekening 2014
Wedeka Bedrijven Electronicaweg 29 9503 GA Stadskanaal Postbus 194 9500 AD Stadskanaal Telefoon Fax E-mail Internet
0599-692000 0599-696241
[email protected] www.wedeka.nl
2
JAARVERSLAG en -REKENING 2014
Inhoud
Hoofdstuk 1 Bericht van het Dagelijks Bestuur
Hoofdstuk 2 Programmaverantwoording 2.1
Algemeen
2.2
Sociaal beleid
2.3
Marketing- en productiebeleid en innovatie
2.4
Financieel beleid
Hoofdstuk 3 Verplichte paragrafen 3.1
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
3.2
Onderhoud kapitaalgoederen
3.3
Financiering
3.4
Verbonden partijen
3.5
Bedrijfsvoering
Hoofdstuk 4 Jaarrekening 4.1
Balans per 31 december 2014
4.2
Overzicht van baten en lasten
4.3
Kasstroomoverzicht
4.4
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
4.5
Toelichting op de balans
4.6
Toelichting op het overzicht van baten en lasten
4.7
Toelichting op het kasstroomoverzicht
4.8
Overige gegevens
4.9
Vaste activa
4.10 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 4.11 Sisa-verantwoordingsbijlage
3
4
Hoofdstuk 1
Bericht van het Dagelijks Bestuur
Na een lang voortraject is in de eerste helft van het verslagjaar de Participatiewet zowel door de Tweede als Eerste Kamer vastgesteld en definitief wet geworden. Met ingang van 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht en is de Wet Sociale Werkvoorziening nu ten grave gedragen. Door de invoering van de Participatiewet vallen alle doelgroepen van de onderkant van de arbeidsmarkt, WSW, WWB en Wajong – met uitzondering van de bestaande groep – onder dezelfde regelgeving. Tegelijkertijd betekent dit dat de deur naar de sociale werkvoorziening definitief is gesloten en het aantal sw-medewerkers gestaag terug zal gaan lopen. Als vervolg op de vaststelling van de wetgeving, kwam het ministerie eind mei voor 2015 en volgende jaren met een nieuw financieel verdeelmodel dat, los van de kinderziekten en nogal wat onduidelijkheden, volledig breekt met het tot dan toe vigerende systeem met een vast subsidiebedrag per gerealiseerde s.e. Het nieuwe verdeelmodel gaat in wezen uit van een lumpsum op basis van de eerder gerealiseerde s.e.’s en een veronderstelde landelijke uitstroom en zal vermoedelijk pas echt helemaal helder zijn na de monitoring door het ministerie in de loop van mei en de daarop gebaseerde definitieve subsidievaststelling. In de arbeidsmarktregio is vanaf de zomer hard gewerkt om invulling te geven aan de Regionale Werkbedrijven om zo een goede uitvoering van de Participatiewet mogelijk te maken; alhoewel er grote vorderingen zijn gemaakt, kunnen we ook constateren dat er nog een weg te gaan is. Gezien de specifieke problematiek van de sociale werkvoorziening in Oost-Groningen en de grote gevolgen die de invoering van de Participatiewet zowel inhoudelijk als financieel met zich brengt voor de betrokken sw-bedrijven en gemeenten, werd in het najaar de Commissie Van Zijl geïnstalleerd. De Commissie kreeg een tweeledige opdracht: allereerst een oplossing vinden voor de urgente problematiek van de sociale werkvoorziening en in een daaropvolgende fase de opdracht om de werkgelegenheid voor de onderkant van de arbeidsmarkt een impuls te geven. De eerste opdracht heeft inmiddels geleid tot het “Akkoord van Westerlee”, het bestuursakkoord dat 27 februari jl. door de betrokken partijen getekend is en het huidig beeld van de sociale werkvoorziening in Oost-Groningen de komende jaren ingrijpend zal wijzigen. Door de meevallende resultaatontwikkeling in het verslagjaar, kon de directie eind november het bestuur een advies voorleggen om op verantwoorde wijze te besluiten de tijdelijke contracten, bij goed functioneren van de medewerker, om te zetten in een vast dienstverband. Wij zijn verheugd voor alle betrokken medewerkers en het bedrijf dat de gemeenten voor de overgrote meerderheid van de medewerkers in deze positief hebben kunnen besluiten. Ondanks alle onzekerheden en aankomende veranderingen in een nog steeds vrij zwakke economie, is het boekjaar 2014 ver boven verwachting afgesloten. In plaats van een begroot tekort van € 2.345.000,- werd het jaar afgesloten met een beperkt tekort van € 617.000,-. Dit is dus € 1.728.000,- beter dan voorzien. Op hoofdlijnen is dit als volgt te verklaren: - De netto opbrengsten zijn € 250.000,- hoger dan geraamd. - De bedrijfslasten zijn € 827.000,- lager dan voorzien. - Het negatieve subsidieresultaat is € 650.000,- lager dan geraamd. Al met al was het verslagjaar dus de definitieve afsluiting van het boek sociale werkvoorziening en de opmaat naar het eerste hoofdstuk van de Participatiewet …. Een forse uitdaging voor ons allemaal: gemeenten, bestuur, directie en medewerkers! Francis Boen Voorzitter Wedeka Bedrijven 5
6
Hoofdstuk 2
Programmaverantwoording
2.1 ALGEMEEN Het uiteindelijk resultaat over 2014 is fors beter dan geraamd en daarmee dus ook een meevaller voor de resterende reserve. Het tekort komt uit op € 617.000,-, hetgeen € 1.728.000,- beter is dan de begroting van € 2.345.000,-. Helaas nog een tekort, maar wel het laagste tekort sinds de invoering van de structurele subsidiekorting in 2011 van € 1.320,per s.e. Het tekort is het resultaat van een positief bedrijfsresultaat van € 3.188.000,- en een negatief subsidieresultaat (de boosdoener) van € 3.855.000,-. Belangrijkste oorzaken voor de meevallende uitkomst worden gevormd door de veel lagere bedrijfslasten (€ 827.000,-), het betere subsidieresultaat (€ 651.000,-) en de (voor het eerst sinds jaren) hogere opbrengsten dan geraamd (€ 250.000,-). Aangezien de programmarekening, zoals gebruikelijk, is voorzien van een uitvoerige toelichting, zal hier nog slechts op hoofdlijnen worden gereageerd. Voor het eerst sinds jaren zijn de totale opbrengsten zowel hoger dan begroot, als ook beter dan in het voorgaande jaar. De divisie Industrie heeft voor het eerst vrijwel de begroting gehaald, waarbij het opmerkelijk is dat dit met name veroorzaakt wordt door de volumegroei van het verpakkingswerk. Het gericht binnenhalen in de afgelopen jaren van een aantal grote en groeiende klanten is de basis hiervan en biedt perspectief voor de grote groep beschut binnen. De groenbedrijven deden het behoorlijk beter dan verwacht, waarbij de winst vooral bij Groen & Infra Ter Apel werd gerealiseerd. Overigens was de totale opbrengst nog wel lager dan in het voorgaande jaar. In de loop van 2014 werden zo’n 40 groenmedewerkers, werkzaam in Menterwolde onder regie van Wedeka, gedetacheerd naar de gemeente Menterwolde en ook door haar aangestuurd. De divisie Trajecten deed het goed, waarbij het opmerkelijk is dat Detacheringen het € 140.000,- beter heeft gedaan dan in 2013 en daarmee ook iets hoger uitkwam dan geraamd. Daarnaast zijn er, zoals uitvoerig in dit verslag toegelicht, inhoudelijk grote stappen gezet, die van groot belang zijn voor de toekomstige ontwikkeling. De omzet van Kringloop en Milieu is opnieuw gestegen, ondanks de forse concurrentie op de tweedehands markt. Al met al kan op de omzetontwikkeling in het verslagjaar dus positief worden terug gekeken. Zoals al vaker gememoreerd, heeft een goede kostenbeheersing, in samenhang met een steeds kritischer bedrijfsvoering, zoals bijvoorbeeld op het gebied van energiebesparing, er toe geleid dat de bedrijfslasten opnieuw substantieel zijn gedaald (€ 827.000,-). Uiteraard wordt dit beleid doorgezet ….. J.A. Mug Directeur
7
2.2 SOCIAAL BELEID De gemeenten voeren de regie over het lokale arbeidsmarktbeleid, waaronder de Wet op de Sociale Werkvoorziening. Voor Wedeka Bedrijven betekent dit in de praktijk dat er onder andere aandacht besteed wordt aan de plaatsingen en de wachtlijst. Wedeka Bedrijven is voortdurend in gesprek met gemeenten om invulling te geven aan het lokale en regionale arbeidsmarktbeleid. Het streven is dat zoveel mogelijk mensen zodanig actief blijven en geschoold worden, dat de afstand tot de arbeidsmarkt kleiner wordt of gelijk blijft. Dit komt tot uiting in de activiteiten in de Trainings- en Diagnose Centra (TDC), in diverse trajecten en projecten zoals Activering Wachtlijst en het 60+-project via Wedeka B.V. Daarnaast zijn er ook regelmatig contacten met het UWV en externe partijen hetgeen tot diverse trajecten heeft geleid. De samenwerking met de gemeenten is verder geïntensiveerd. Zo is het aantal medewerkers van de gemeenten die zijn gehuisvest binnen onze organisatie in Veendam en Stadskanaal uitgebreid en is in Ter Apel een start gemaakt met het inrichten van een TDC en het huisvesten van werkcoaches. Het TDC concept is in 2014 verder doorontwikkeld en is, mede dankzij financiële steun van het provinciaal bestuur, in Oost-Groningen onderdeel geworden van de integrale aanpak van werkzoekenden. Op deze manier heeft Wedeka zich samen met gemeenten optimaal voorbereid op de Participatiewet. Binnen de TDC’s wordt ook de samenwerking gezocht met het onderwijs. Dit heeft er inmiddels toe geleid dat het Noorderpoort binnen het TDC in Stadskanaal is gehuisvest en van daaruit opleidingen verzorgt. Naast de gemeenten wordt de samenwerking met het UWV geïntensiveerd. Er zijn inmiddels nieuwe afspraken gemaakt over de begeleiding van sociale activeringstrajecten door Wedeka Bedrijven. In 2014 is de adjunct-directeur van Wedeka, mede namens de andere sw-bedrijven toegetreden tot het directeurenoverleg binnen de arbeidsmarktregio Groningen. In dit directeurenoverleg zitten directeuren Sociale Zaken van de 4 subregio’s en de regiodirecteur van het UWV. Op deze manier wordt de sw-sector optimaal betrokken bij de afspraken die er binnen de arbeidsmarktregio gemaakt worden en wordt er bijgedragen aan de vorming van het Werkbedrijf Groningen. Dit Werkbedrijf moet in 2015 operationeel zijn en is een overleg tussen werkgevers- en werknemersorganisaties, het UWV en gemeenten. Binnen dit overleg wordt de toeleiding geregeld van arbeidsbeperkte werkzoekenden naar de afspraakbanen (garantiebanen/quotumbanen) zoals die in het Sociaal Akkoord zijn afgesproken.
2.2.1 PERSONEELSBELEID Vanaf 2015 zal er door de komst van de Participatiewet het nodige gaan veranderen. 2014 was het laatste jaar waarin er medewerkers in dienst traden met een Wsw-dienstverband. Na jaren met lange wachtlijsten deed zich het bijzondere fenomeen voor dat er veel ruimte was om te plaatsen. Daardoor werd het totaal van de (actieve) wachtlijsten teruggebracht tot 82. 2014 is hét jaar waarin de discussie rondom tijdelijke en vaste dienstverbanden centraal stond. Uiteindelijk hebben de gemeenten besloten om alsnog over te gaan tot het aanbieden van vaste dienstverbanden. Aangezien er ongeveer 300 medewerkers zijn met een tijdelijk dienstverband, heeft dit besluit een grote impact. Wedeka Bedrijven is voortdurend in gesprek met gemeenten over de invulling van de Participatiewet, waarin vanaf 1 januari 2015 zowel de WSW als de WWB en de Wajong zal worden ondergebracht. 8
De gezamenlijke gemeenten hebben in het najaar van 2014 de Participatienota opgesteld, waarin de kaders zijn afgesproken voor het lokale arbeidsmarktbeleid. In 2015 zullen de eerste effecten zichtbaar worden van de Participatiewet. In 2014 daalde de totale wachtlijst van 326 naar 219 personen. De gemiddelde wachtduur is 39 maanden. Veel medewerkers hebben in 2014 een opleiding of een training gevolgd. Nieuwe 1 medewerkers volgen een opleidingstraject. Meestal gaat men een AKA -opleiding volgen. De AKA opleiding is overigens in de loop van 2014 vervangen door het Entree-onderwijs. Er wordt door Wedeka Bedrijven nauw samengewerkt met het Noorderpoort. Veel medewerkers krijgen de mogelijkheid om een diploma te behalen en zich verder te ontwikkelen. De kosten voor opleidingen en trainingen werden voor een deel opgevangen door de Wet Vermindering Afdracht. In 2014 kwam daar een nieuwe regeling voor in de plaats: de subsidieregeling Praktijkleren (SPL). Het totale ziekteverzuim in 2014 was 15%. Dit betekent een daling van 0,8% ten opzichte van 2013 (15,8%). Het voorkomen en beheersen van het ziekteverzuim blijft een belangrijk punt van zorg voor de organisatie. Er wordt voortdurend aandacht besteed aan de preventie van ziekteverzuim en het verbeteren van het ziekteverzuimbeleid. Er is in 2014 veel aandacht besteed aan communicatie naar het personeel. Hierbij lag het accent op de nieuwe media. Veel informatie werd geplaatst op de beeldschermen op de verschillende vestigingen en op internet. Wedeka Bedrijven heeft diverse regelingen, vacatures, nieuws en haar personeelsblad op Mijn Wedeka geplaatst. Mijn Wedeka is de afgeschermde omgeving, die toegankelijk is voor personeelsleden.
1
AKA – Arbeidsmarkt geKwalificeerd Assistent, een MBO-1 opleiding
9
2.2.2 (HER)INDICATIE EN WACHTLIJST Algemeen De indicatiestelling voor de Wsw wordt sinds 1 januari 2005 uitgevoerd door het UWV Werkbedrijf. Het UWV Werkbedrijf beslist over: het wel of niet behoren tot de doelgroep van de Wsw; de arbeidshandicapcategorie (matig of ernstig); de geldigheidsduur van de indicatie. Daarnaast adviseert het UWV Werkbedrijf in de indicatiestelling over de eventuele aanpassingen die noodzakelijk zijn voor het verrichten van arbeid en of betrokkene in aanmerking komt voor Begeleid Werken. Indien Begeleid Werken vanwege de aard en de ernst van de handicap niet reëel is, ziet het UWV Werkbedrijf af van een positief advies Begeleid Werken. Met ingang van 1 januari 2008 is de geldigheidsduur van de (her)indicatie gewijzigd. Het UWV Werkbedrijf kan een minimale geldigheidsduur van 1 jaar en een maximale geldigheidsduur van 50 jaar toekennen. In de praktijk worden de meeste termijnen tussen 5 en 10 jaar vastgesteld. Wachtlijst Vanaf 1 januari 2008 worden personen die niet beschikbaar zijn voor een Wswdienstverband geplaatst op de passieve wachtlijst; plaatsingen in een Wsw-dienstverband zijn alleen mogelijk vanaf de actieve wachtlijst. De taakstelling over twee jaar wordt berekend aan de hand van het aantal geïndiceerden per gemeente exclusief de personen op de passieve wachtlijst. De totale wachtlijst telde ultimo 2014 219 personen en is ten opzichte van het voorgaande jaar aanzienlijk gedaald. Een daling van 107 personen oftewel 33%. Daarentegen is de passieve wachtlijst gestegen van 122 naar 137 personen.
Borger-Odoorn Menterwolde Stadskanaal Veendam Vlagtwedde Totaal
Totaal 2013 31 22 113 104 56 326
Waarvan passief 10 11 51 39 11 122
Totaal 2014 24 21 82 55 37 219
Waarvan passief 8 11 56 41 21 137
Het aantal personen op de wachtlijst, ingedeeld naar wachttijd, ziet er per 31-12-2014 als volgt uit: Borger- Menterwolde Stadskanaal Veendam Vlagtwedde Totaal Odoorn Wachtduur korter dan 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 5 jaar Langer dan 5 jaar Totaal 10
7 4 2 7 4 24
6 4 3 7 1 21
25 16 7 24 10 82
12 6 6 17 14 55
6 3 0 8 20 37
56 33 18 63 49 219
De gemiddelde wachtduur in maanden van de personen die eind 2014 op de wachtlijst staan bedraagt per gemeente: 2014 30,8 29,8 32,9 42,5 60,8
2013 25,6 24,9 27,3 32,0 55,5
Borger-Odoorn Menterwolde Stadskanaal Veendam Vlagtwedde
Doordat relatief meer personen op de passieve wachtlijst zijn geplaatst neemt ook de gemiddelde wachtduur op de wachtlijst toe. Bij de gemeente Vlagtwedde is sprake van de hoogste gemiddelde wachtduur.
2.2.3 PERSONEELSBEZETTING Plaatsingsbeleid De gemeenten hebben door middel van het opstellen van wachtlijstverordeningen de mogelijkheid gekregen doelgroepenprioriteit toe te passen. De gemeenten Menterwolde, Veendam en Vlagtwedde hebben een wachtlijstverordening vastgesteld. Deze gemeenten hebben besloten om bij plaatsingen voorrang te geven aan geïndiceerden met een indicatie Begeleid Werken, indien er een BW-werkplek beschikbaar is. Indien er geen wachtlijstverordening is opgesteld wordt er geplaatst volgens het FIFO systeem (First In First Out). In- en uitstroom De gemiddelde personeelsbezetting in 2014 was 1.815,1 s.e.’s. Met ingang van 1 januari 2008 wordt er geen subsidie ontvangen voor personen die geen loon ontvangen indien er bijvoorbeeld sprake is van ziekte langer dan 2 jaar. Voor 2014 levert dit een correctie op van 7,6 s.e.’s waardoor de gecorrigeerde gemiddelde realisatie uitkomt op 1.807,5 s.e.’s. De budgettoewijzing ten behoeve van Wedeka Bedrijven was 1.824,2 s.e.’s. Er zijn in 2014 in totaal 210 personen aangenomen, terwijl er daarnaast 177 personen uit dienst zijn gegaan. De in- en uitstroom van personen met een Wsw-dienstverband / BW-contract in 2014 Saldo
In stroom
31-12-‘13 2014 Borger-Odoorn
190
16
Uit stroom
VOP/ pens. WIA
Vrije Overige Aantal Totaal bedrijf redenen personen 311214
2014 17
31-12-‘14 1
1
0
fte’s
Gecorr. Budget gemidd. toewijzing realisatie Wedeka s.e.’s s.e.'s
15
189
167,3
172,8
173,8
Menterwolde
145
6
12
2
1
0
9
139
124,9
131,9
134,0
Stadskanaal
764
79
73
12
2
0
59
770
684,6
706,5
708,0
Veendam
458
76
46
6
4
0
36
488
418,4
434,4
445,0
Vlagtwedde
319
22
18
7
2
0
9
323
283,2
289,9
291,4
Buitengemeenten Totaal
74
11
11
2
3
0
6
74
69,6
72,0
72,0
1.950
210
177
30
13
0
134
1.983
1.748,1
1.807,5
1.824,2
Onder overige redenen vallen o.a. overlijden, ontslag en beëindiging tijdelijk dienstverband. De budgettoewijzing Wedeka betreft het door het Rijk aan de gemeenten toegewezen budget na aftrek van het budget dat aan andere werkvoorzieningschappen moet worden doorbetaald. De instroom van 210 personen bestaat voor 25 personen uit verhuizingen. 11
Omvang en samenstelling van het personeelsbestand Personeelsbezetting Wsw-personeel per 31-12-2013 en 31-12-2014
Stand 31-12-2013 Stand 31-12-2014
Mannen Vrouwen 1.359 (69,7%) 591 (30,3%) 1.366 (68,9%) 617 (31,1%)
Totaal 1.950 1.983
Personeelsbezetting Wsw-personeel per deelnemende gemeente per 31-12-2014 Personen Fte’s Borger-Odoorn 189 167,3 Menterwolde 139 124,9 Stadskanaal 770 684,6 Veendam 488 418,4 Vlagtwedde 323 283,2 69,6 Buitengemeenten 74 Totaal incl. slapers 1.983 1.748,1 Slapers 9 7,6 Netto excl. slapers 1.974 1.740,5
S.e.´s 174,3 130,5 708,5 437,0 291,1 71,9 1.813,4 7,6 1.805,8
Slapers zijn medewerkers die na twee jaar ziekte geen loon meer ontvangen, maar nog wel meetellen in de personeelsstanden.
Personeelsbezetting ambtelijk personeel per 31-12-2013 en 31-12-2014
Wedeka Wedeka B.V. WedekaBaanderij Subtotaal Gedetacheerd Subtotaal Wachtgelder Totaal
Aantal personen 31-12-2013 94 7 9 110 - 10 100 1 101
Fte’s
89,2 6,3 7,9 103,4 - 6,7 96,7 0,7 97,4
Aantal personen 31-12-2014 90 8
Fte’s
9 107 - 9 98 1 99
7,9 100,3 - 5,0 95,3 0,7 96,0
85,1 7,3
De bezetting van de ambtelijke formatieplaatsen per 31-12-2014 is ten opzichte van 31-12-2013 gedaald met 2 personen respectievelijk 1,4 fte’s. Dit wordt veroorzaakt door een verlaging van de ambtelijke bezetting met 4 personen, 1 persoon meer in Wedeka B.V. alsmede 1 persoon meer door een daling van het aantal gedetacheerden. Er zijn nu 9 personen gedetacheerd. Dienstverbanden Wsw-personeel Het aantal personen met een Wsw-dienstverband is gestegen met 33 personen per het einde van het jaar (in 2013 1.950 en in 2014 waren 1.983 personen in dienst). Het aantal fte’s is met 22,2 toegenomen (1.724,9 fte’s per 31-12-2013 ten opzichte van 1.748,1 fte’s per 31-12-2014). 12
Wsw-personeelsleden naar salarisschaal per 31-12-2014 (exclusief Begeleid Werken) Loonschaal Min. loon A B1 B2 C1 C2 D1 D2 E F G H I Totaal
In personen 2012 185 21 344 257 455 306 215 88 44 29 28 9 1 1.979
In personen 2013 205 19 323 248 450 289 206 80 45 24 29 9 1 1.928
In personen 2014 273 16 307 230 434 291 198 77 43 26 29 8 1 1.933
Leeftijdsopbouw Wsw-personeel per 31-12-2014 Leeftijd < 20 20-30 30-40 40-50 50-60 60-65 Totaal
2013 aantal 0 159 294 526 656 315 1.950
2013 in % 0,0 % 8,2 % 15,1 % 27,0 % 33,5 % 16,2 %
2014 aantal 0 177 299 519 687 301 1.983
2014 in % 0,0 % 8,9 % 15,1 % 26,2 % 34,6 % 15,2 %
2.2.4 PERSONEELSONTWIKKELING Divisie Trajecten In 2014 zijn binnen en vanuit de Divisie Trajecten de volgende activiteiten verricht: Detacheringen Het aantal detacheringen in 2014 is ten opzichte van 2013 licht gestegen, (251 t.o.v. 243 personen), een prima prestatie tijdens crisistijd. Dit wordt met name veroorzaakt door de groei van het aantal mensen dat in de schoonmaak werkzaam is. Individuele detacheringen liepen terug. De gemiddelde toegevoegde waarde per gedetacheerde medewerker is eveneens licht gestegen. Dit wordt met name veroorzaakt door een lager ziekteverzuim (een daling van 1,3% t.o.v. 2013), waardoor de gemiddelde productiviteit dus hoger wordt. We blijven met name bij de individuele detacheringen last houden van de economische crisis, die in ons gebied nog hardnekkig aanhoudt.
13
Tegelijkertijd gaan ook de bezuinigingen, die door de landelijke overheid worden doorgevoerd naar gemeenten en instellingen, ons parten spelen en ondervinden we ook de gevolgen van de krimp in ons gebied: • Belangrijkste reden van opzeggingen blijft dat bezuinigingen waar de betrokken bedrijven of instanties mee geconfronteerd werden als eerste afgewenteld worden op de zogenaamde ‘externen’: detacheringen worden eerst opgezegd om kosten te besparen, voordat er op ‘eigen’ personeel bezuinigd wordt. • Door de krimp van het aantal leerlingen in het onderwijs is een dalende lijn in het aantal detacheringen en de bijbehorende inkomsten: zo is er één school gesloten en zullen er in 2015 jaar nog meerdere scholen of delen van scholen volgen. • Een ander belangrijk fenomeen is dat door de hoge werkloosheid en het actieve beleid dat gemeenten en het UWV voeren om hun Wwb-ers en Wajongers bij reguliere werkgevers onder te brengen er een concurrerend effect ontstaat: gemeenten en UWV kunnen hun werkzoekenden tegen aanzienlijk lagere kosten bij een werkgever plaatsen dan we vanuit de Wsw gewend waren. Prijzen kwamen dus onder druk en Wsw-detacheringen die jarenlang naar tevredenheid waren ingevuld werden opgezegd en vervangen door werkzoekenden met geen of een veel lager tarief. Mede in het licht van de TDC Oost-Groningen ontwikkeling vond hierover in 2014 nadere afstemming plaats. Opgemerkt moet worden dat er vanuit de diverse vestigingen van Wedeka nog steeds een fors aantal Wsw-medewerkers extra gedetacheerd worden. Vanwege praktische overwegingen (bijvoorbeeld detacheren vanuit het groenbedrijf naar opdrachtgevers van het groenbedrijf) vindt de plaatsing en begeleiding vanuit de vestigingen plaats. Daarnaast zijn er in 2014 middels een groepsdetachering 41 groenmedewerkers van de groenafdeling van Wedeka in Veendam gedetacheerd naar de gemeente Menterwolde, waar ze onder leiding van eigen leidinggevenden van de gemeente hun werkzaamheden nu uitvoeren. Ook blijft het zo dat er regelmatig een verzoek wordt gedaan bij de vestigingen, zowel Industrie als Groen, om tijdelijk extra personeel te plaatsen bij onze opdrachtgevers als gevolg van extra aanbod van werk, met name in de verpakking- en kartonnage-industrie. Afdelingen binnen de Industrie of Groen functioneren op die manier als een soort reservepool waaruit Wsw-medewerkers tijdelijk succesvol extern gedetacheerd kunnen worden. In 2014 hebben we samen met het sw-bedrijf Synergon, met wie we in 2014 steeds nauwer zijn gaan samenwerken op het terrein van detacheringen, begeleid werken, schoonmaak en schildersactiviteiten, een belangrijke opdracht van de gemeenten Veendam en Pekela verworven om de komende jaren de gemeentegebouwen in Veendam en Pekela te gaan schoonmaken. Een mooi voorbeeld van toenemende effectieve samenwerking. Wedeka is voortvarend bezig de zgn. ‘beweging van binnen naar buiten’ vorm te geven: samen met de grote groei van het aantal Begeleid Werkenbanen (zie hoofdstuk Begeleid Werken), het aantal gedetacheerden naar Menterwolde en de lichte groei van de andere detacheringen zijn we in 2014 doorgegroeid naar ruim 350 externe werkplekken!
14
Training- en Diagnose Centra: TDC’s In 2014 is de hieronder beschreven methodiek TDC Oost-Groningen geïmplementeerd in alle TDC ’s in Oost-Groningen. ‘In TDC’s in Stadskanaal, Westerwolde, Veendam, Oldambt en Menterwolde werken gemeenten, Wsw-bedrijven (Wedeka en Synergon) en het Noorderpoort intensief samen. Eind 2014 zijn de kwaliteiten van 2.500 werkzoekenden fysiek en digitaal zichtbaar zijn er 500 werkervaringsbanen in het reguliere bedrijfsleven gevuld zijn en zijn er 450 werkzoekenden geschoold zijn op MBO-1 niveau of hoger. Binnen Oost-Groningen hebben de coördinator methodiek en de senior accountmanager samen met de teams en leidinggevenden van de TDC’s de afgesproken resultaten gehaald. Er is sprake van een uniforme methodiek en een gezamenlijke werkgeversaanpak. In de TDC’s zijn werkzoekenden,medewerkers met een tijdelijk dienstverband en medewerkers die deel hebben genomen aan een opleiding in beeld gebracht middels het ePortfolio, getoetst en getraind’. ‘Werkzoekenden starten in de TDC’s met het maken van een persoonlijk portfolio, worden getoetst, volgen trainingen en werken op afdelingen bij Wedeka of Synergon of bij werkgevers die werkervaringsplekken aanbieden. Dit alles met het doel om snelle uitstroom naar regulier werk te realiseren. De begeleiding is in handen van klantmanagers/werkcoaches van de gemeenten. Zij worden daarbij ondersteund door docenten van het Noorderpoort en werkleiders en consulenten van Wedeka of Synergon. Accountmanagers zoeken naar vacatures en plaatsingsmogelijkheden bij werkgevers in de regio. Samen met de gegevens van de portfolio’s proberen zij de juiste match te maken tussen de werkgever en de toekomstige werknemer’.
Wedeka geeft samen met de gemeenten uitvoering aan de TDC methodiek vanuit vier TDC’s namelijk Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde en Ter Apel. Binnen Menterwolde wordt niet door Wedeka samengewerkt met de afdeling Sociale Zaken in het zgn. Maatschappelijk Activeringscentrum. Het afgelopen jaar zijn de TDC’s verbouwd om te voldoen aan de eisen voor het gezamenlijke programma. De projectresultaten worden gepresenteerd middels een rapport aan de stuur- en projectgroep. TDC Stadskanaal/Borger Odoorn In 2014 is er op de locatie Electronicaweg 5 gebouwd, verbouwd en verhuisd. Klantmanagers en accountmanagers van de gemeente Stadskanaal en Borger-Odoorn (de Monden) hebben allen een werkplek gekregen in het TDC. Hiervoor is de bovenverdieping van de industrievestiging aan de Electronicaweg grondig verbouwd, zijn kantoren opgeknapt en is de afdeling Stofferen naar een andere hal verplaatst om ruimte te maken voor nieuwe trainingsruimten, een werkplein en werkplekken voor medewerkers van het Noorderpoort. Naast het basisprogramma van diagnose en training werden mensen geactiveerd en geschoold op werk-leerplekken binnen Wedeka en op werkervaringsplekken bij diverse bedrijven. Uiteindelijke doel is altijd een reguliere baan. In opmaat naar de Participatiewet heeft het integrale team klantmanagers (gemeente en Wedeka) in het najaar trainingen gevolgd om de kwaliteit van begeleiding te verbeteren, is het TDC programma inhoudelijk doorontwikkeld en werken we aan de integrale TDC-aanpak voor alle doelgroepen (o.a. WWB, Wajong, schoolverlaters, tweede spoor bedrijfsleven). Hierdoor zijn we optimaal voorbereid op hetgeen de Participatiewet vanaf 2015 gaat vragen.
15
TDC Westerwolde De werkcoaches en accountmanager van de gemeente Vlagtwedde voeren samen met de werkleiders van Wedeka het TDC programma uit in de Leerwerk Kwekerij. Naast het diagnose- en trainingsprogramma wordt in een beschermde omgeving arbeidsritme en werkervaring opgedaan en wordt er samen met het Noorderpoort geschoold. Onder begeleiding van werkleiders van Wedeka zijn de mensen aan het werk in de kwekerij, bij het groenonderhoud van de bermen of bij de klussendienst. In 2014 is gestart met de verbouwing van het TDC Westerwolde. Er is gestart met de bouw van een nieuwe kantine, zodat er ruimte wordt gecreëerd voor een dagelijks beschikbaar trainingslokaal en werkplekken voor de werkcoaches. TDC Ter Apel In 2014 is in de Industrievestiging van Wedeka aan de Nomdenweg in Ter Apel ook een TDC gerealiseerd. Vlagtwedde koos voor een tweede TDC om de diversiteit in het werk- en scholingsaanbod te optimaliseren. Binnen Vlagtwedde ligt het accent op groenwerk en een klussendienst, in Ter Apel wordt met name in een productieomgeving en de houtfabriek gewerkt. Een deel van de kantine is verbouwd tot trainingsruimte en in een kantoor in de hal is een werkruimte ingericht voor de werkcoaches van de gemeente Vlagtwedde. De werkcoaches van de gemeente Vlagtwedde werken verdeeld over het TDC Westerwolde en het TDC Ter Apel. In beide TDC’s worden trainingen en opleidingen verzorgd door de werkcoaches en de docent van het Noorderpoort. De werkcoaches en accountmanager zijn samen verantwoordelijk voor de begeleiding en bemiddeling van diverse doelgroepen. TDC Veendam In de Kringloop- en Groenvestiging van Wedeka in Veendam, waar het TDC Veendam gehuisvest is, zijn in 2014 eveneens een aantal verbeteringen doorgevoerd. Zo werd ook daar een nieuw trainingslokaal en extra spreekkamers in gebruik genomen waardoor het ruimtegebrek minder nijpend werd. Hierdoor kon ook hier de TDC methodiek verder worden doorontwikkeld. Het integrale team heeft in de zomer een training gevolgd om de kwaliteit verder te verbeteren, in 2015 zal dit gecontinueerd worden. Opleidingen/cursussen binnen de TDC’s In de TDC’s zijn diverse opleidingen gestart en uitgevoerd door ROC Noorderpoort, Terra Next, Wedeka en PI Ter Apel. • MBO niveau 1 opleidingen (AKA); 5 groepen • Groenopleidingen, MBO-niveau 1 en 2; 2 groepen • VCA (veilgheidheidscursus); 8 groepen • Algemene educatie o TOA toetsen (bepaalt scholingsniveau); o Taal en rekenondersteuning; • PI Ter Apel (opleiding Beveiliger niveau 2); 1 groep
16
In onderstaand schema staan de resultaten per TDC vermeld. Resultaten TDC's Stadskanaal Borger-Odoorn Veendam
Totaal 2014 Aanmeldingen 2014
615
73
465
Niet verschenen/geen traject vanwege: geen uitkering
153
17
56
regulier werk
22
2
6
dagopleiding
3
zorgtraject
55
overig
70
5 2
22 16
Plaatsingen TDC
312
52
360
Doorloop 2013
365
109
299
Regulier werk
118
38
97
Dagopleiding
5
0
13
78
19
76
129
13
53
Uitstroom
Geen uitkering Zorgtraject/geen dienstverlening Overig
11
0
43
Totaal
341
70
282
Werkervaringsbaan reguliere werkgevers
81
22
104
Parttimebaan
76
13
31
107
21
75
Overig
72
35
167
Totaal
336
91
377
TDC Traject
Infrastructuur Wedeka
N.B.: * Verschil in aanmeldingen tussen Stadskanaal/Borger-Odoorn en Veendam hebben te maken met andere werkwijze: In Veendam wordt voorafgaand aan de aanmeldingen TDC geselecteerd middels individuele intakes, in Stadskanaal/Borger-Odoorn meldt iedereen die een uitkering aanvraagt, zich bij het TDC. Resultaten van de individuele intakes in Veendam worden niet door Wedeka geregistreerd. * Vlagtwedde heeft de registratie van haar aanpak in 2014 zelf gedaan en is daarom niet bij Wedeka bekend. Vanaf 2015 wordt in hetzelfde format als hierboven geregistreerd. De Doorstart De Doorstart is een samenwerkingsproject van het ROC Noorderpoort en Wedeka Bedrijven. Leerlingen die dreigen uit te vallen uit het reguliere voortgezet onderwijs worden binnen De Doorstart opgevangen, getraind, geschoold en zo mogelijk weer teruggeplaatst in het regulier onderwijs. Vanaf 2013 is De Doorstart gehuisvest binnen het TDC Stadskanaal en worden diverse werkplekken van Wedeka ingezet als stageplek voor de leerlingen.
17
+
60 -project + Het vanaf 2007 lopende 60 -project van de gemeenten Veendam, Stadskanaal, Vlagtwedde en Borger-Odoon, waarin mensen met een WWB-uitkering tot hun pensioengerechtigde leeftijd een arbeidscontract binnen Wedeka B.V. hebben en daarin een maatschappelijke vorm van arbeid verrichten, kent per 31-12-2014 nog 9 personen. Onderverdeeld: Borger-Odoorn 6 Stadskanaal 0 Veendam 0 Vlagtwedde 3 De gemeente Pekela participeert hierin via het contract met Wedeka Bedrijven. De uitvoering daarvan wordt gedaan door de personeels-bv van Synergon. Trajecten Sociale Activering en Jobcoaching, UWV In 2014 heeft Wedeka Trajecten voor het uitvoeren van Sociale Activerings trajecten wederom een erkenning gekregen van het UWV vanuit de Beoordelingsrichtlijn Kwaliteiseisen UWV. Hiervoor werd een audit afgenomen door het Keurmerkinstituut. Ook heeft Wedeka de erkenning voor het uitvoeren van Jobcoaching en Scholing van het UWV. In 2014 werd in opdracht van of met toestemming van het UWV de volgende trajecten uitgevoerd: LWO (onbetaald traject) Sociale Activering Wajong Sociale Activering Ziektewet Jobcoaching
49 31 3 1
Wedeka hanteert het beleid om de doelgroep met grote afstand tot de arbeidsmarkt een werk-leerplek te blijven bieden, ook als hun betaalde traject afloopt. Dit betreft met name de groep schoolverlaters uit het Pro/VSO onderwijs en Wajongers van het UWV. Voorwaarde is dat ze naar behoren binnen hun mogelijkheden functioneren. Persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) Alle Wsw-werknemers van Wedeka Bedrijven gaan bij hun indiensttreding een ontwikkeltraject in. Hierbij wordt men zoveel mogelijk aangemeld voor een passende opleiding. Men wordt zo spoedig mogelijk na de indiensttreding voorzien van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan, waarin de ontwikkelingsdoelstellingen geformuleerd worden. De doorstroom en ontwikkeling van de werknemers wordt op deze manier gestimuleerd. Het POP is gekoppeld aan het functioneringsgesprek. We onderscheiden werk- en ontwikkelPOP’s. Het werkPOP is geïntegreerd in het functioneringsgespreksformulier. Komt het tot een ontwikkelPOP dan wordt er een aanvullend formulier ingevuld waarbij er dieper wordt ingegaan op de ontwikkeling van de medewerker. Begeleid Werken (BW) Voor de gemeenten Borger-Odoorn, Menterwolde, Stadskanaal en Veendam heeft Wedeka Bedrijven de uitvoering van Begeleid Werken zelf ter hand genomen. Er zijn extra inspanningen geleverd door een andere aanpak en het (gedeeltelijk) inzetten van een personeelsconsulent voor Begeleid Werken. Direct contact, korte lijnen en een praktische aanpak hebben geleid tot een stijging van 28 BW plaatsen (+ 127%). Deze succesvolle aanpak zal worden voortgezet in 2015.
18
Binnen Begeleid Werken zijn er in de gemeente Borger-Odoorn 2 Begeleid Werken-baan gerealiseerd, in de gemeente Menterwolde zijn 3 nieuwe Begeleid Werken-banen gerealiseerd terwijl er 1 Begeleid Werken baan is beëindigd , in de gemeente Stadskanaal zijn er 11 nieuwe Begeleid Werken-banen gerealiseerd terwijl er 1 Begeleid Werken-baan is beëindigd, in de gemeente Veendam zijn er 14 Begeleid Werken-banen gerealiseerd terwijl er 1 Begeleid werken baan is beëindigd. Eind 2014 hebben 50 mensen een Begeleid Werken-contract. Deze Begeleid Werken-contracten zijn als volgt verdeeld:
Borger-Odoorn Menterwolde Stadskanaal Veendam Buitengemeenten
2012 1 9 1 2 13
2013 2 3 9 6 2 22
2014 4 5 19 19 3 50
Opleiding & vorming In 2014 hebben we te maken gehad met een aantal veranderingen. Zo zijn de AKAopleidingen met ingang van het nieuwe schooljaar 2014-2015 komen te vervallen en is het Entree onderwijs daarvoor in de plaats gekomen. Het Entree-onderwijs is meer praktijkgericht. Om door te kunnen stromen naar MBO 2 zijn de eisen aangescherpt. De uitvoering van het Entree-onderwijs ligt in handen van het ROC-Noorderpoort. In het afgelopen jaar is ook de Wet Vermindering Afdracht loonbelasting (WVA) afgeschaft. De regeling Subsidie Praktijkleren (SPL) is hiervoor in de plaats gekomen. De nadelige financiële consequenties lijken vooralsnog mee te vallen. De SPL stelt hoge eisen aan de verantwoording en brengt aanzienlijk meer administratieve werkzaamheden met zich mee zoals een registratie van de praktijkuren. De aanvraag voor SPL wordt jaarlijks achteraf in september ingediend. Achteraf wordt bepaald hoeveel subsidie er wordt toegekend. In 2014 hebben in totaal 670 personen een opleiding gevolgd. Het betreft 648 opleidingstrajecten voor Wsw-medewerkers en wwb-ers en 22 opleidingstrajecten voor medewerkers met een ambtelijk dienstverband. Van deze 670 opleidingen betrof het voornamelijk groepsopleidingen, namelijk 645. Daarnaast werden er 25 individuele opleidingen/trainingen gevolgd. Een grote groep Wsw en niet-Wsw medewerkers volgden in 2014 een opleiding. Zo hebben 123 personen een VCA certificering behaald en 108 Wsw-medewerkers en wwb-ers namen deel aan de AKA/Entree opleiding. Bij de Technische Dienst (TD) is er in 2014 een inhaalslag geleverd. In totaal zijn 15 monteurs gecertificeerd voor de NENN 3140. In de groensector wordt in samenwerking met het TerraNext een reguliere opleiding assistent-medewerker groen gegeven. Uitgangspunt blijft het leren op de werkvloer. Op dit moment zijn 8 personen in opleiding. De vraag naar vak- en functiegerichte trainingen neemt toe. Te denken valt hierbij aan o.a. motorkettingzagen, veilig werken langs de weg, bosmaaien enz. Om te voldoen aan de veiligheidseisen neemt het aantal gecertificeerde opleidingen zoals BHV, VCA, Licentie gewasbescherming, Heftruck, Trekkerrijbewijs, Code 95 toe. Om opleidingen efficiënt te kunnen aanbieden zijn er stappen gezet om op het gebied van het opleidingsaanbod intensiever samen te werken met de afdeling opleidingen van Emco. 19
De kaderopleidingen worden verzorgd door het Noorderpoort door middel van de opleidingen MMZ 3 en MMZ 4. Daarnaast is er door 14 voorlieden bij de Kringloop een kort coachings- en trainingstraject gevolgd ”vaardigheden coaching & begeleiding”. Het is van belang om veel aandacht te blijven besteden aan de vaardigheden van de leidinggevenden binnen onze organisatie. Zo zal in 2015 worden gestart met het leren werken door leidinggevenden met de ePortfolio’s. De invoering van de Participatiewet zal ook gevolgen hebben voor het opleidingsbeleid binnen Wedeka Bedrijven. Vanaf 2015 zullen er geen nieuwe Wsw-medewerkers meer instromen en zal de uitstroom van Wsw-medewerkers naar reguliere werkplekken toenemen. Ondertussen hebben wij te maken met nieuwe instroom via de Participatiewet. Ook nu is dit al te merken aan de intensieve samenwerking tussen de Wedeka Bedrijven en de Trainings- en Diagnose Centra (TDC) Oost-Groningen. Niet Wsw-geïndiceerde personen, zoals mensen in de WWB komen onze organisatie binnen en worden via Wedeka opgeleid. Een goed voorbeeld hiervan zijn de VCA opleidingen. Er zal moeten worden nagegaan wat de invoering van de Participatiewet gaat betekenen voor het opleidingsbeleid. Afdelingsoverleg Het afdelingsoverleg vindt (minimaal) twee keer per jaar plaats. De standaardagenda wordt in februari (informatie over juli tot en met december van het voorafgaande jaar) en in september (informatie over januari tot en met juni) verspreid. Er is een standaardagenda om de leidinggevenden zo goed mogelijk te ondersteunen bij het voeren van het afdelingsoverleg. Op deze agenda staan actuele cijfers en onderwerpen. De leidinggevende kan ervoor kiezen om zelf een agenda op te stellen, de standaardagenda te gebruiken of punten toe te voegen aan de standaardagenda. Onderwerpen die onder andere aan de orde kwamen tijdens het afdelingsoverleg waren : o Ziekteverzuim o Personeelsbezetting o De Participatiewet o Tekenbeet o Nieuwe bedrijfsarts o Werktijdenregeling o Gedragscode o Middelen van reiskosten o Website van Wedeka: Mijn Wedeka o Brand en calamiteiten o Informatie op Mijn Wedeka o Het ePortfolio Functioneringsgesprekken Medewerkers tot en met schaal C2 krijgen eens per vijf jaar een functioneringsgesprek, alle overige medewerkers krijgen eens per twee jaar een functioneringsgesprek. De gesprekken worden verspreid over het jaar uitgezet, vanuit de personeelsadministratie wordt bewaakt of de gespreksformulieren terugkomen. Er wordt tevens een koppeling gelegd met het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Bij een ontwikkelpop worden er aparte afspraken gemaakt met de personeelsconsulent over het te volgen traject. Communicatie De nieuwe media worden steeds meer ingeschakeld om medewerkers te informeren. Dit gebeurt zowel via de website van Wedeka Bedrijven als ook via de beeldschermen die in de kantines zijn geplaatst. 20
De website van Wedeka Bedrijven www.wedeka.nl beschikt over een speciale omgeving voor de medewerkers van Wedeka: Mijn Wedeka. Na het inloggen treft men daar vijf rubrieken waar informatie te vinden is: • Interne vacatures • Nieuws • Procedures en informatie • Ondernemingsraad • Snuusterwaark Op de beeldschermen in de kantines draait een presentatie, die gevuld is met diverse informatieve en actuele onderwerpen. Functiebeschrijving en –waardering In het jaar 2014 zijn er nog enige functies gewaardeerd. Aangezien het functiebouwwerk gereed is valt er niet veel meer te beschrijven en te waarderen. De functiewaarderingscommissie werkt nu ook voor Synergon. 2.2.5 VEILIGHEID, GEZONDHEID, WELZIJN EN MILIEU Verzuimpreventie en verzuimbegeleiding In 2014 is het totale ziekteverzuim met 0,8% gedaald van 15,8% naar 15,0%. Vooral in het eerste halfjaar van 2014 was er een duidelijke daling zichtbaar. De oorzaak van de daling van het verzuim is moeilijk te duiden aangezien er sprake is van diverse factoren, die het verzuim beïnvloeden. Het ziekteverzuim blijft een belangrijk aandachtspunt. Wedeka Bedrijven bepaalt zoveel mogelijk zelf de regie met betrekking tot de verzuimbegeleiding. De directe verantwoordelijkheid ligt bij de leidinggevende. Deze leidinggevende gaat ook mee naar het spreekuur van de verzuimmanager, op deze manier kan veel onduidelijkheid worden voorkomen en kunnen veel zaken direct worden kortgesloten. 17,0% 16,5% 16,0% 15,5% 15,0%
16,8% 16,1% 15,4%
14,5% 14,0% 13,5% 13,0% 12,5%
15,5%
15,3%
15,8% 15,0% Ziekteverzuim
14,2%
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Er is veel aandacht voor communicatie rondom ziekteverzuim. Op beleidsniveau functioneert de Arbostuurgroep. Vanuit de Ondernemingsraad wordt de signalerende rol ingevuld door de Strategische Raad van de OR. Op operationeel niveau kent Wedeka het sociaal medisch team en het ziekenoverleg. Binnen Wedeka Bedrijven zijn er diverse deskundigen werkzaam die zich bezighouden met het ziekteverzuim en de arbeidsomstandigheden. De verzuimmanager fungeert als schakel tussen de arbodienst en de organisatie. Hij houdt spreekuren op de diverse vestigingen. De specialist Poortwachter/WIA/WAO bewaakt de voortgang van de langdurig zieken. Andere deskundigen zijn de veiligheidskundige, de arbeidskundige, de bedrijfsmaatschappelijk werkster en de personeelsconsulent. 21
Voor begeleiding vanuit de arbodienst wordt gebruik gemaakt van twee bedrijfsartsen van de arbodienst. Zij houden spreekuur op de vestigingen van Wedeka Bedrijven in Veendam, Stadskanaal en Ter Apel. In 2014 heeft er een wisseling plaatsgevonden van één van de bedrijfsartsen. De arbodienst Arbo Vitale is onderdeel van Zorg van de Zaak Netwerk. In 2013 is er een nieuw raamcontract afgesloten via de landelijke tender van Cedris. Wedeka Bedrijven blijft de komende 4 jaar gebruik maken van de diensten van Zorg van de Zaak. Bedrijfsmaatschappelijk werk Het bedrijfsmaatschappelijk werk heeft een eerstelijnsfunctie, dit houdt in dat het rechtstreeks toegankelijk is voor de medewerkers van Wedeka Bedrijven. Het bedrijfsmaatschappelijk werk is met name gericht op individuele hulpverlening. Tevens levert het bedrijfsmaatschappelijk werk een belangrijke bijdrage aan het voorkomen en terugdringen van het ziekteverzuim. Er zijn veel contacten met diverse hulpverleningsinstanties. Vaak is er sprake van gecombineerde problematiek. De vragen die binnenkomen bij bedrijfsmaatschappelijk werk zijn vaak gericht op financiële problematiek, privé-problemen en/of problemen in de werksfeer. Bedrijfsmaatschappelijk werk heeft ook een belangrijke taak in het ‘de weg wijzen’ en doorverwijzen van mensen naar instanties en voorzieningen en het verduidelijken van regelgeving. Loonbeslagen In 2014 was er sprake van 307 loonbeslagen verdeeld over 160 medewerkers. In 2013 waren het 336 loonbeslagen. Het betreft zowel loonbeslagen voor Wedeka Bedrijven als enkele voor Wedeka B.V. Het aantal loonbeslagen is ondanks de algehele economische crisis licht gedaald. Aantal loonbeslagen 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
281 296 425 413 277 234 336 307
(80 bv) (14 bv) (5 bv) ( 3 bv) ( 2 bv)
Aantal personeelsleden met loonbeslagen 128 153 192 197 (39 bv) 151 ( 9 bv) 146 ( 4 bv) 164 ( 1 bv) 160 ( 2 bv)
Totaal aantal personeelsleden (per ultimo) 1.884 1.928 2.220 (incl. Wedeka B.V.) 2.153 (incl. Wedeka B.V.) 2.055 (incl. Wedeka B.V.) 2.029 (incl. Wedeka B.V.) 2.003 (incl. Wedeka B.V.) 1.991 (incl. Wedeka B.V.)
Percentage loonbeslagen ten opzichte van het personeelsbestand 20,0% 15,0%
19,1% 19,2% 16,8%
14,9% 15,4%
15,3%
13,5% 11,5%
10,0%
Loonbeslagen
5,0% 0,0% 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Het aantal loonbeslagen in verhouding tot het personeelsbestand is in 2014 gedaald ten opzichte van 2013. 22
Het komt dagelijks voor dat medewerkers om hulp vragen in verband met financiële problemen. Bij financiële problemen is het uitgangspunt dat medewerkers zoveel mogelijk worden doorverwezen naar externe instanties. Uit preventieve overwegingen wordt door Wedeka Bedrijven al gedurende vele jaren de mogelijkheid geboden aan het personeel om bepaalde kosten op het salaris te laten inhouden, zoals bijvoorbeeld huur en energie. Aangezien de financiële problemen de laatste tijd steeds omvangrijker zijn geworden en financiële hulpverlening steeds meer specifieke deskundigheid vereist, is ervoor gekozen om geen nieuwe vrijwillige inhoudingen op het salaris te verrichten en medewerkers door te verwijzen naar externe instanties. Iedereen heeft de vrije keuze om te bepalen of en waar financiële hulp en ondersteuning wordt gezocht. Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). In 2014 zijn de RI&E’s voor Industrie Electronicaweg, de Kringloop Veendam, Trajecten Veendam en Groen & Infra Veendam afgerond. Tevens is er gestart met de RI&E voor Industrie Veendam. De RI&E’s worden getoetst door een externe instantie. Projecten Projecten die in het jaar 2014 zijn verricht: - De BHV’ers zijn bijgeschoold; - de EHBO'ers zijn bijgeschoold; - er is algemene informatie verspreid over tekenbeten en de ziekte van lyme via het afdelingsoverleg zodat medewerkers beter geïnformeerd zijn; - er zijn VCA-cursussen gegeven voor uitvoerende medewerkers en leidinggevenden. - er zijn diverse werkplekonderzoeken verricht en aanpassingen gedaan. Daar waar nodig is er voorlichting en instructie gegeven met betrekking tot ergonomisch werken; - er zijn ontruimingsoefeningen gehouden; - er is voortgegaan met het houden van veiligheidsaudits in de groenvoorziening. Ongevallen Alle gemelde ongevallen worden onderzocht. De bedoeling is om een goed beeld te krijgen van wat er is gebeurd, duidelijkheid te krijgen omtrent alle oorzaken die bijgedragen hebben aan het ongeval, zodat er verbeteringen kunnen worden doorgevoerd voor de toekomst. In 2014 zijn er 20 ongevallen gemeld, waarvan 16 met ziekteverzuim als gevolg. Er is in 12 gevallen een bezoek aan het ziekenhuis gebracht. Van deze ongevallen zijn er geen ongevallen gemeld bij de Arbeidsinspectie. Met het verzuim ten gevolge van ongevallen waren 1.770 werkdagen gemoeid. Arbostuurgroep De Arbostuurgroep vergaderde in 2014 vier keer, iedere keer met een afvaardiging van de Strategische Raad van de OR. Onderwerpen waar aandacht aan werd besteed waren onder andere: - werkwijze en afstemming met de arbodienst; - de ontwikkeling van de ziekteverzuimcijfers; - risico-inventarisatie en -evaluatie; - periodieke arbeidskundige geneeskundige onderzoeken; - ongevallen; - bedrijfshulpverlening en EHBO; - ontruimingsplannen en -oefeningen; - gedragscode; - introductie instructie; - informatie over medewerkers. 23
2.2.6 OVERLEG EN MEDEZEGGENSCHAP Verkiezingen OR Op 16 april 2014 waren er verkiezingen van de OR voor Groen & Infra en Trajecten. Bij een aantal industriële vestigingen zijn er ook tussentijdse verkiezingen gehouden. Deze verkiezingen zijn echter op niets uitgelopen omdat niemand zich bereid voelde om zich kandidaat te stellen om de ondernemingsraad te versterken. De indruk bestaat dat dit te maken heeft met de onzekerheid over de toekomst van de SW. Dit betekende dat de OR leden van Groen & Infra en de divisie Trajecten zonder slag of stoot opnieuw werden verkozen voor een periode van 4 jaar. Dit betekent dat de OR nu 11 leden heeft in plaats van 17. Vergaderingen In 2014 heeft de Ondernemingsraad zes keer vooroverleg gevoerd (in eigen kring) en zes keer overleg met de directeur (overlegvergadering). Voorafgaand aan de overlegvergaderingen heeft het DB van de OR agenda-overleg met de directeur, waarbij na afloop van het officiële gedeelte tijd is voor informele zaken. Omdat er één keer in de twee maanden wordt vergaderd, vindt tussendoor informeel overleg plaats tussen het DB van de OR en de directeur om te voorkomen dat informatie te laat of achterhaald is. In het verslagjaar was dat 8 keer. Een en ander had te maken met ontwikkelingen op het gebied van de Participatiewet en het wel of niet in dienst nemen van medewerkers met een tijdelijk arbeidscontract. Er is in het verslagjaar één keer informeel overleg geweest met de directeur en de gehele Ondernemingsraad. Naast de algemene gang van zaken was er ruimte voor allerlei zaken die op dat moment speelden. Naast deze officiële, en vanuit de WOR verplichte overleggen, heeft de OR in eigen kring overleg over allerlei onderwerpen waar men langer bij stil wil staan of meer informatie voor nodig heeft om tot een agendapunt te komen. Aandachtspunten In de overlegvergaderingen is aandacht geschonken aan de periodieke bedrijfsrapportages, zoals bestands- en resultatenoverzichten. Daarnaast zijn er eenmalige rapportages zoals de begroting, het jaarverslag of bijzondere investeringen. Agendapunten waren onder meer het personeelsbeleid, ziekteverzuimrapportages, Arbo, RI&E, de modernisering van de SW en rapportages van de arbeidsinspectie. Ook werd er aandacht besteed aan de volgende specifieke onderwerpen: tijdelijke arbeidsovereenkomsten, vervolgtrajecten AKA, opleidingen, sociaal statuut CAR en Wsw, werktijdenregeling, begeleid werken, sanctiebeleid, afdelingsoverleg en psycho sociale arbeidsbelasting (PSA). Uitgelicht De Participatiewet is een feit, deze gaat 1 januari 2015 in en een deel van de gevolgen werden al gauw zichtbaar. Er ontstonden allerlei discussies bij de directie, het bestuur en in de OR. Al met al een hoop onrust in het bedrijf en op de werkvloer. Kortom een spannende tijd die vooral voor de medewerkers met een tijdelijk dienstverband heel vervelend was, omdat men lang heeft moeten wachten op zekerheid. Deze zekerheid werd pas duidelijk in december op de laatste raadsvergaderingen van de deelnemende gemeenten. Er is door directie en OR veel lobbywerk verricht om in overleg met partijen (gemeenten en overheid) tot een bevredigende oplossing te komen. Ondertussen hadden 7 Oost-Groninger gemeenten (Bellingwedde, Vlagtwedde, Veendam, Stadskanaal, Oldambt, Pekela en Menterwolde) de koppen bij elkaar gestoken om te kijken of men tot een gezamenlijke aanpak kon komen in de uitvoering van de participatiewet. Gezamenlijk kijken naar de arbeidsmarkt en de zorgen voor zoals het voorin het rapport (Invoering participatiewet in Oost Groningen) staat beschreven een herijking van de sociale zekerheid in onze regio. Partijen in deze zijn: gemeenten, sociale werkvoorzieningschappen en onderwijsinstellingen. 24
Het kabinet beloofde op het laatste moment als extra maatregel financiële steun voor het noorden en daarbovenop werd er een commissie (van Zijl) ingericht om onderzoek te doen naar de gevolgen van de wet voor de sw-bedrijven en de werkgelegenheid in de regio algemeen. De commissie zal eind februari 2015 met een eerste advies naar buiten komen. Als OR zijn we blij dat onze inbreng door de commissie is gewaardeerd. Staatssecretaris Klijnsma kwam twee keer naar het noorden en ging in gesprek met de ondernemingsraden van Synergon en Wedeka over de door hun aangedragen problematiek bij het uitvoeren van de Participatiewet. OR en POCNN Het POCNN staat voor provinciaal ondernemingsraden contact Noord Nederland. Dat zijn vertegenwoordigers van de ondernemingsraden uit Groningen, Friesland en Drenthe. De doelstelling van het platform is, naast het uitwisselen van informatie, het optimaliseren van medezeggenschap. Eén keer per jaar wordt er een themadag georganiseerd voor alle OR-leden waarbij ook de directeuren worden uitgenodigd. Actuele thema’s zoals de participatiewet of ontwikkelinstrumenten binnen de sw zijn dan onderwerp van gesprek. Wederom liet de staatssecretaris het afweten. Omdat daar van te voren al rekening mee was gehouden in het programma konden we er toch een leerzame dag van maken. Georganiseerd overleg Het Sociaal Statuut voor CAR-personeel is begin 2014 ondertekend. Dit vloeide nog voort uit het overleg dat in 2013 heeft plaatsgevonden. In 2014 heeft er geen overleg plaatsgevonden met de vakbonden en de GO-leden. Cliëntenraad De nieuwe Wet sociale werkvoorziening is er sinds januari 2008. Eén van de zaken die daarin is geregeld is dat gemeenten ervoor moeten zorgen dat Wsw’ers kunnen meepraten en meedenken over de uitvoering van de Wsw in hun woonplaats. Dat heet cliëntenparticipatie. Er is een verordening opgesteld waarin de gemeenten hebben besloten dat er één cliëntenraad is voor geheel Wedeka Bedrijven. De gemeenten worden vertegenwoordigd door de directeur van Wedeka Bedrijven. De cliëntenraad bestaat normaliter uit een onafhankelijk voorzitter, een secretaris en 9 leden vanuit de verschillende deelnemende gemeenten (Stadskanaal 3 leden, Veendam 3 leden, Vlagtwedde 2 leden, Menterwolde 1 lid en Borger-Odoorn 1 lid). Alhoewel er zowel wachtlijstkandidaten als medewerkers met een dienstverband kunnen plaatsnemen in de cliëntenraad, bestaat de cliëntenraad momenteel uitsluitend uit medewerkers met een Wsw-dienstverband. Vanuit de gemeenten BorgerOdoorn, Menterwolde en Veendam zit er geen vertegenwoordiging in de cliëntenraad. De cliëntenraad heeft in 2014 in afwachting van de gevolgen van de invoer van de Participatiewet niet vergaderd. Wel is er overleg geweest met vertegenwoordigers van de cliëntenraad van Synergon omtrent de invoering van de Participatiewet in 2015 en het platform Wsw-adviesraden Noord Nederland.
25
2.3 MARKETING- EN PRODUCTIEBELEID EN INNOVATIE De sw-sector heeft nu en de komende jaren te maken met forse bezuinigingen als gevolg van een afnemend sw-volume en kortingen op de rijkssubsidie. Immers, het kabinet is van mening dat in het kader van de Participatiewet het aantal sw’ers teruggebracht moet worden van 90.800 naar 30.000. Om regionaal uitvoering aan dit beleid te geven, zal de komende tijd een fors deel van de huidige Wsw’ers via het Trainings & Diagnose Centrum gescreend worden om zodoende te bepalen welke werknemers geschikt zijn om extern te gaan werken. Inmiddels hebben de aangesloten gemeenten gezamenlijk met de aangesloten gemeenten van Synergon, de Provincie Groningen, sociale partners en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het “Akkoord van Westerlee” gesloten. In dit akkoord is opgenomen dat er op zo een kort mogelijke termijn zoveel mogelijk sw-medewerkers zullen worden gedetacheerd. Hoe dit allemaal voor Wedeka zal gaan uitpakken is op dit moment nog niet bekend. Voor de korte termijn zal Wedeka zich in ieder geval blijven richten op de eenvoudige verpakkings- en assemblage werkzaamheden die zowel door de werknemers, die aangewezen zijn op beschut werken, als de werknemers die nog niet regulier zijn geplaatst, binnen moeten worden uitgevoerd. Daarnaast is de directie van Wedeka, samen met de aangesloten gemeenten in de vorm van de eerdergenoemde projectgroep, bezig om zoveel mogelijk werkzaamheden bij Wedeka Bedrijven onder te brengen c.q. in de lijn van de Participatiewet mensen te plaatsen bij reguliere werkgevers.
2.4 FINANCIEEL BELEID Voor 2014 had Wedeka een verlies begroot van € 2.345.000,-. Het is echter gelukt het jaar af te sluiten met een tekort van € 617.000,-. Dit is dus € 1.728.000,- beter dan voorzien. Op hoofdlijnen is dit verschil als volgt te verklaren: de netto opbrengsten zijn € 250.000,- hoger dan geraamd; de bedrijfslasten zijn € 827.000,- lager dan voorzien; het negatieve subsidieresultaat is € 651.000,- lager dan geraamd. In vergelijking met de begroting zijn de opbrengsten bij de Divisie Industrie iets lager dan voorzien. De markt voor eenvoudige assemblagewerkzaamheden trekt aan waardoor de begroting nagenoeg is behaald. De opbrengsten bij de Kringloop- en Milieubedrijven, de Divisie Groen & Infra en de Divisie Trajecten zijn hoger dan begroot. Bij vrijwel alle kostensoorten zijn de werkelijke kosten lager dan begroot. Nog steeds wordt veel aandacht besteed aan kostenbeheersing en ook dit jaar blijkt dit weer zijn vruchten af te werpen. Het afgelopen jaar zijn er nieuwe energiebesparende maatregelen genomen waardoor de energiekosten lager uitkomen dan begroot. Ook de geleidelijke afbouw van het ambtelijke personeelsbestand en een terughoudend investeringsbeleid dragen bij aan dit succes. De rente op de geldmarkt, waar Wedeka het afgelopen jaar haar benodigde vreemd vermogen heeft aangetrokken, is nog steeds historisch laag waardoor er ook hier een flinke winst ten opzichte van de begroting is gerealiseerd. Door een hogere subsidie per s.e. en een onderrealisatie van 25 s.e.’s komt het subsidie resultaat beter uit dan van te voren was verwacht. 26
Het bedrag per Wsw subsidie-eenheid (dit is een full-time medewerker, waarbij rekening is gehouden met de arbeidshandicap) is ten opzichte van het jaar ervoor gestegen. Ten opzichte van 2013 is de subsidie omhoog gegaan met € 123,- per s.e. In de Contouren van de Participatiewet, die nog door de Tweede Kamer moet worden goedgekeurd, staat dat de rijkssubsidie per s.e. in de jaren 2015 tot 2019 jaarlijks zal afnemen met € 500,- per s.e. Vanaf 2015 is het nieuwe verdeelmodel voor de rijkssubsidie ingegaan, gemeenten krijgen vanaf dat jaar een lumpsum bedrag dat jaarlijks zal worden aangepast op het werkelijke aantal sw’ers uit het jaar ervoor (T-1). Volgens de staatssecretaris zal de subsidiekorting dan lager uitvallen, omdat de uitstroom uit de Sociale Werkvoorziening hoger zal zijn dan was aangenomen en aangezien het macrobudget niet zal worden aangepast zal de subsidie per s.e. dan hoger uitvallen. Het sw-personeelsbestand zal volgens de plannen van het ministerie sterk worden afgebouwd van 90.800 s.e.’s naar 30.000 s.e.’s. Deze afname moet worden gerealiseerd door vanaf 1 januari 2015 geen nieuwe mensen in de sw aan te nemen en daarnaast zoveel mogelijk mensen met een arbeidshandicap buiten het schap bij reguliere werkgevers onder te brengen. Aangezien de sw-bedrijven in Oost-Groningen 4 maal zo groot zijn dan elders in Nederland en er in de regio een relatief dunne economie is, zal het moeilijk zijn om voor voldoende grote aantallen sw-medewerkers een baan op de reguliere arbeidsmarkt te vinden. Om een oplossing voor dit probleem te vinden hebben de gemeenten in Oost-Groningen samen met de Provincie en het Ministerie de commissie Van Zijl aangesteld en gevraagd om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de oplopende tekorten van de swbedrijven als gevolg van de bezuinigingen op de participatiebudgetten op te lossen. In februari 2015 is hiervoor een bestuursakkoord gesloten tussen de Oost-Groninger gemeenten, de Provincie Groningen, sociale partners en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De ondertekenaars van het akkoord hebben afgesproken dat er een interim manager zal worden aangesteld die boven de directies van de sw-bedrijven zal komen te staan. Deze functionaris krijgt als opdracht om zoveel mogelijk sw-medewerkers in een zo kort mogelijke periode, doelstelling 60% in 2018, buiten het bedrijf te plaatsen door middel van detachering. De gemeenschappelijke regeling kan vervolgens worden afgebouwd en worden beëindigd waarna de sw-medewerkers zullen overgaan naar een nieuw op te richten uitvoeringsorganisatie.
27
Hoofdstuk 3
Verplichte paragrafen
3.1 WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING Zoals begroot is het nadelige exploitatieresultaat over 2014 ad € 617.000,- ten laste van de algemene reserve gebracht, waardoor een algemene reserve resteert van € 1.901.000,-. Gezien het risicoprofiel zou Wedeka Bedrijven, volgens haar accountant, over een algemene reserve moeten beschikken van 10% van de exploitatieomvang. In absolute bedragen zou dit een algemene reserve van ruim € 6 miljoen betekenen. Met de aangesloten gemeenten is in het kader van het omzetten van tijdelijke overeenkomsten naar arbeidscontracten voor onbepaalde tijd de afspraak gemaakt dat in 2015 een bedrag van € 674.000,- aan de algemene reserve zal worden onttrokken. Hierdoor betalen de gemeenten aan gemeentelijke bijdrage hetzelfde bedrag als in de goedgekeurde begroting 2015 was opgenomen. Voor 2016 resteert er dan een bedrag van € 1.227.000,- dat in dit jaar aan de algemene reserve kan worden onttrokken. Vanaf 2017 zal Wedeka dan geen algemene reserve meer hebben waardoor het volledige tekort door de deelnemende gemeenten zelf zal moeten worden opgebracht.
3.2 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Het onderhoud aan de kapitaalgoederen van Wedeka Bedrijven wordt door de Technische Dienst deels in eigen beheer uitgevoerd en deels uitbesteed aan externe bedrijven of specialisten. Het onderhoud kan worden uitgesplitst naar diverse vormen: - het werktuigbouwkundig onderhoud; - elektrotechnisch onderhoud; - bouwkundig onderhoud. Voor registratie en herkenning van de productiemiddelen wordt een middelen beheerssysteem gehanteerd. Middels dit systeem worden onder meer onderhoudsfrequenties, wettelijke keuringen, inspecties en machinegegevens geregistreerd.
3.3 FINANCIERING Algemene ontwikkelingen Via de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is de treasury van gemeenten en overheidslichamen geregeld. Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Ingevolge de wet heeft Wedeka een treasurystatuut opgesteld en is in de begroting en jaarrekening een financieringsparagraaf opgenomen, waarin verantwoording over het treasurybeleid wordt afgelegd. Op 10 december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel verplicht schatkistbankieren. Alle decentrale overheden, waaronder Wedeka Bedrijven, moeten hun overtollige liquide middelen sindsdien aanhouden op een rekening-courant bij de schatkist die wordt beheerd door het Agentschap van het ministerie van Financiën. De decentrale overheden dragen hierdoor bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector respectievelijk een lagere staatsschuld. 28
Treasurybeheer Wedeka heeft een, wat het treasurybeheer aangaat, laag risicoprofiel doordat de rentepercentages van de meeste langlopende leningen voor langere tijd vast liggen, geen gebruik wordt gemaakt van derivaten en de gelduitzettingen gering zijn. In dit jaarverslag zijn opgenomen: a. een toetsing van de netto vlottende schuld aan de wettelijk toegestane kasgeldlimiet; b. toetsing van de renterisico’s van de vaste schuld aan de vastgestelde renterisiconorm; c. een weergave van de kredietrisico’s; d. een financieringsoverzicht van de opgenomen geldleningen en de rentegevoeligheid hiervan. Ad. a. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een (vastgesteld) percentage van het totaal van de begroting van Wedeka. Deze wordt getoetst aan de netto vlottende schuld. De netto vlottende schuld per kwartaal is het gemiddelde van de netto vlottende schuld op de laatste dag van iedere maand in het desbetreffende kwartaal. In het volgende overzicht wordt de omvang van de vlottende schuld per kwartaal getoetst aan de wettelijke norm.
Omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
Omvang van de begroting per 1 januari (= grondslag)
70.237
70.237
70.237
70.237
1 Toegestane kasgeldlimiet In procenten van de grondslag In een bedrag
8,20% 5.759
8,20% 5.759
8,20% 5.759
8,20% 5.759
867 1.223
1.367 634
2.267 183
1.167 699
8 315
9 469
10 281
8 500
1.767 5.759 3.992
1.523 5.759 4.236
2.159 5.759 3.600
1.358 5.759 4.401
2 Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden korter dan 1 jaar Schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld 3 Vlottende middelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar 4 Toets kasgeldlimiet a. Totaal netto vlottende schuld (2-3) b. Toegestane kasgeldlimiet (1) c. Ruimte (+) c.q. overschrijding (-) (b-a)
29
Ad. b. Renterisiconorm Het hierna volgende overzicht brengt de renterisico’s voor de vaste schuld in beeld. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal.
Omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
2015
2016
2017
2018
Basisgegevens 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 2 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a Nieuwe aangetrokken vaste schuld 3b Nieuwe verstrekte lange leningen 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 5 Betaalde aflossingen 6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7 Renterisico op vaste schuld (2+6)
1.000 1.000 385 385 385
900 900 900 900 900
900 900 900 900 900
900 900 900 900 900
Renterisiconorm 8 Omvang begroting van het komende jaar 9 Het bij min.regeling vastgestelde % 10 Renterisiconorm (8x9)
67.995 20,0% 13.599
67.995 20,0% 13.599
67.995 20,0% 13.599
67.995 20,0% 13.599
Toets renterisiconorm 11 Ruimte (+) c.q. overschrijding (-)
13.214
12.699
12.699
12.699
(10-7)
Ad. c. Kredietrisico Wedeka Bedrijven kent geen ongedekte risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichting van de tegenpartij als gevolg van insolvabiliteit of deficit.
Ad. d. Financiering Door middel van onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen.
Omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
Stand per 1 januari Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Rente-aanpassing (oud percentage) Rente-aanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december
30
Bedrag
Gemiddeld percentage
2.237 - 508 1.729
4,2% 4,3%
4,1%
Invloed op gemidd. perc.
- 0,1%
3.4 VERBONDEN PARTIJEN Wedeka B.V. Wedeka Bedrijven is enig aandeelhouder van de besloten vennootschap Wedeka B.V. Voor inwoners van de deelnemende gemeenten die voor de Wwb (Wet werk en bijstand) in aanmerking komen worden maatschappelijke banen en leer-/werktrajecten bij diverse organisaties verzorgd. De vennootschap fungeert in formele zin als werkgever; de betaalde lonen worden door de gemeenten vergoed terwijl eventuele inleenvergoedingen weer ten gunste van de gemeenten komen. Daarnaast worden in de bv enkele dienstverbanden verloond van medewerkers die bij Wedeka Bedrijven en gelieerde organisaties zijn gedetacheerd. Wedeka B.V. Geconsolideerde balans per 31 december 2014 (bedragen x € 1,-)
Vorderingen Liquide middelen Rekening-courant Wedeka Bedrijven Overlopende activa
Totaal
31-12-2014
31-12-2013
216.247
193.306
Eigen vermogen
7.604
13.634
Resultaat 2013 Resultaat 2014
117.407
687.220
23.695
34.049
364.953
928.209
31-12-2014
31-12-2013
29.761
29.648 113
380
Kortlopende schulden
95.345
84.235
Overlopende passiva
239.467
814.213
Totaal
364.953
928.209
Toelichting De activa en passiva zijn gewaardeerd op de nominale waarde. De liquide middelen staan vrij ter beschikking. Het resultaat over 2013 is aan de algemene reserve toegevoegd. Wedeka B.V. is 100% eigenaar van de Combo's Utrecht, 's-Hertogenbosch en Rotterdam B.V. De activiteiten van de Combo's zijn gestaakt.
Vaststelling Vastgesteld op 30 januari 2015.
J.A. Mug Directeur
E. Fissering Commissaris
Werkstad-Baanderij Op 1 oktober 2009 heeft er een bestuurlijke fusie plaatsgevonden met Stichting Baanderij en Werkstad B.V. “in liquidatie” (de bv is 100% dochtermaatschappij van de stichting). De Raad van Commissarissen van de stichting bestaat uit de leden van het Dagelijks Bestuur van Wedeka Bedrijven; de directie van Wedeka Bedrijven treedt op als Raad van Bestuur van de stichting. De liquidatie van de bv, waartoe de raden op 10 augustus 2010 hebben besloten, is in 2012 afgerond.
31
3.5 BEDRIJFSVOERING Investeringsbeleid Naast de normale investeringen in gebouwen, installaties, inventarissen, etc. worden de investeringen bepaald door de eisen, die de markt stelt aan Wedeka Bedrijven. Dit betreft zowel wijzigingen van werkzaamheden als efficiency- en kwaliteitsverbeteringen bij bestaande werkzaamheden. Het is daarom in de begroting niet mogelijk om alle voorgenomen investeringen per actief te benoemen, omdat veelal de ontwikkeling van de markt wordt gevolgd en een aantal keren per jaar Wedeka wordt geconfronteerd met niet voorziene vervangingsinvesteringen. In de begroting wordt dan ook volstaan met het noemen van de geraamde totaal benodigde investeringsbedragen per soort investering, omdat per soort investering verschillende afschrijvingstermijnen worden toegepast. Voorafgaand aan een investering dient een rendementsberekening te worden opgesteld. Aan de hand van deze berekening wordt door de directeur beoordeeld of de geplande investering kan worden goedgekeurd. Hierbij wordt ook beoordeeld of de investering past binnen de in de goedgekeurde begroting geraamde investeringsbedragen. Door de bezuinigingen op de rijkssubsidie zal er terughoudend worden omgegaan met grote investeringen. Informatisering en automatisering De informatievoorziening binnen Wedeka is met name gericht op het ondersteunen van de bedrijfsprocessen. Hiervoor is hard- en software aanwezig voor de informatiesystemen ten behoeve van logistiek, financieel en personeel. De informatievoorziening kenmerkt zich door degelijkheid en bedrijfszekerheid. Om de continuïteit van al deze systemen te waarborgen zijn er aanpassingen en investeringen uitgevoerd in zowel hard- als software. Het betreft onder meer vervanging en uitbreiding van pc’s, servers en back-upfaciliteiten alsmede het optimaliseren van de toegang tot centrale servers vanuit de vestigingen (o.a. terminalserver). Op het gebied van software is er o.a. gewerkt aan de verdere invoering en uitbreiding van het HRM-pakket Compas (m.n. verlofadministratie). Op langere termijn moet er worden bezien of de aanwezige software voor logistiek moet worden vervangen. Dit is mede afhankelijk van de benodigde logistieke informatie en de in de toekomst gevoerde productieprocessen bij Wedeka. Ook moet er rekening worden gehouden met de continuïteit en onderhoudsmogelijkheden van de aanwezige logistieke software en de hiervoor benodigde hardware. WNT In de nieuw Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is ondermeer geregeld dat inzage gegeven moet worden in de arbeidsvoorwaarden van de leiding van de organisatie. De bruto beloning van dhr. J.A. Mug, directeur met een voltijds dienstverband gedurende geheel 2014, heeft € 195.724,71 bedragen, aan pensioenpremies is € 26.115,72 afgedragen en de vaste onkostenvergoeding bedroeg € 2.250,-. Voor dhr. J.T.H. Edzes, adjunct-directeur met een voltijds dienstverband gedurende het gehele jaar 2014, bedroeg de bruto beloning € 139.876,89, aan pensioenpremie is € 18.156,48 afgedragen. Dit is binnen de gestelde norm en inclusief de beloning voor de directievoering bij de Emcogroep, die volledig door haar betaald wordt. Daarnaast ontvangt Wedeka Bedrijven van de Emco-groep een managementvergoeding voor de directievoering aldaar.
32
Organisatiestructuur Algemeen Bestuur
Dagelijks Bestuur Raad van Advies
Directie
Ondernemingsraad
Personeelsmanagement
Financiën & Control
Bedrijfskundige Zaken
Inkoop
Technische Dienst
Commercie
Divisie Industrie
Divisie Groen & Infra
Divisie Trajecten
WI Oosterkade
GI Stadskanaal
Trajectbegeleiding
WI Electronicaweg
GI Ter Apel
Detacheringen
WI Ter Apel
GI Veendam
WI Veendam
Kringloop & Milieu
33
Hoofdstuk 4
Jaarrekening
4.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (x € 1.000,-) Activa
2014
2013
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
68 8.526 262
87 8.384 237
Totaal
8.856
8.708
Vlottende activa Voorraden Uitzettingen Liquide middelen Overlopende activa
550 2.785 304 129
609 2.716 255 130
Totaal
3.768
3.710
12.624
12.418
Totaal generaal
34
Passiva
2014
2013
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve KL Stadskanaal
1.901 1.051
2.518 1.101
Totaal
2.952
3.619
Vaste schulden Leningen o/g
1.729
2.237
Vlottende passiva Crediteuren Overige schulden Rekening-courant Wedeka B.V. Banken Overlopende passiva
1.298 4.146 117 1.788 594
1.872 3.478 687
Totaal
7.943
6.562
12.624
12.418
Vaste passiva
Totaal generaal
525
Opgemaakt 9 april 2015
Vastgesteld
J.A. Mug, directeur
F.J.C. Boen, voorzitter
H. Rozema, hoofd F&C
J.F.A. Alberts, secretaris
35
4.2 OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN (x € 1.000,-) Omschrijving Omzet Voorraadmutaties Bruto bedrijfsopbrengsten Kosten grondstoffen
Begroting 2014 20.255 20.255 3.200
Bedrijfsopbrengsten Overige pers.kosten Wsw Salariskosten ambtelijk personeel Afschrijvingen Rentelasten Dienstverlening derden Overige bedrijfskosten Diverse lasten Diverse baten Buitengewone lasten
2013
20.766 23 20.743 3.437 17.055
20.200 2 20.202 3.010 17.306
17.192
950
815
813
6.940 1.335 270 401 4.998 15 15 49
6.827 1.220 89 421 4.695 149 146 48
6.818 1.311 109 418 4.690 78 265 48
Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat (+ = winst) Rijksbijdragen Loonkosten Wsw-personeel Begeleid Werken
2014
14.943
14.118
14.020
2.112
3.188
3.172
47.638 - 51.698 446
47.260 - 50.692 423
46.631 - 51.063 220
Subsidieresultaat (- = verlies)
- 4.506
- 3.855
- 4.652
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
- 2.394
-
667
- 1.480
Onttrekking bestemmingsreserve KLSK Onttrekking aan algemene reserve
50 2.344
50 617
50 1.430
-
-
-
Resultaat na bestemming
36
4.3 KASSTROOMOVERZICHT (x € 1.000,-) Omschrijving
2014
2013
Herkomst van middelen Afschrijvingen Desinvesteringen Aflossingen leningen fiets- fitnessprojecten (u/g) Opname geldleningen (o/g)
1.220 89 161 -
1.311 629 174 -
Totaal herkomst (A)
1.470
2.114
Besteding van middelen Investeringen Verstrekking leningen fiets- fitnessprojecten (u/g) Aflossing geldleningen (o/g) Onttrekking algemene reserve resultaat 2014 / 2013 Onttrekking bestemmingsreserve KLSK
1.432 186 508 617 50
1.411 227 1.928 1.430 50
Totaal besteding (B)
2.793
5.046
Mutatie van het financieringsoverschot (A-B)
- 1.323
- 2.932
Voorraden Uitzettingen Liquide middelen Overlopende activa Mutatie vlottende activa (C)
-
59 69 49 1 58
77 - 136 - 2.306 - 233 - 2.752
574 668 - 570 1.788 69 1.381
861 478 67
-
Crediteuren Overige schulden Rekening-courant Wedeka B.V. Banken Overlopende passiva Mutatie vlottende passiva (D)
-
Mutatie in het werkkapitaal (C-D)
- 1.323
-
136 180
- 2.932
(- = afname)
37
4.4 GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING INLEIDING Ter bevordering van een juiste interpretatie van de jaarrekening worden in deze paragraaf de grondslagen toegelicht waarop de financiële verslaggeving is gebaseerd. Het uitgangspunt is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2004 (BBV). Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de betreffende balanspost anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Voor zover het BBV niet anders voorschrijft, zijn de lasten en baten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Voortzetting van activiteiten In oktober 2014 hebben Gedeputeerde Staten van Groningen met steun van de staatssecretaris van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de commissie ‘Ruim baan voor Oost-Groningen’ (ook wel Commissie Van Zijl) geïnstalleerd. Dit gezien de specifieke problematiek van de sociale werkvoorziening in Oost-Groningen en de grote gevolgen die de invoering van de Participatiewet vanaf 1 januari 2015 zowel inhoudelijk als financieel met zich brengt voor de betrokken sw-bedrijven (Synergon en Wedeka) en gemeenten. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is bereid in de periode 2015 – 2018 een financiële bijdrage van maximaal 18 miljoen euro beschikbaar te stellen. De eerste adviesopdracht van de commissie heeft geleid tot het “Akkoord van Westerlee”, het bestuursakkoord dat 27 februari 2015 door de betrokken partijen is getekend en waardoor het huidig beeld van de sociale werkvoorziening in Oost-Groningen de komende jaren ingrijpend zal wijzigen. De ondertekenaars van het akkoord hebben afgesproken dat er vanaf halverwege april 2015 een interim-manager zal worden aangesteld die boven de directies van de sw-bedrijven Synergon en Wedeka zal komen te staan. Deze functionaris krijgt als opdracht om zoveel mogelijk sw-medewerkers in een zo kort mogelijke periode, doelstelling 60% in 2018, buiten het bedrijf te plaatsen door middel van detachering. Op basis hiervan bestaat de mogelijkheid om op termijn de gemeenschappelijke regelingen Synergon en Wedeka af te bouwen en wellicht te beëindigen waarna de sw-medewerkers zullen overgaan naar een nieuw op te richten uitvoeringsorganisatie. Echter, aan de feitelijke invulling van het akkoord zal pas in de komende periode invulling worden gegeven door middel van een plan van aanpak door de interim-manager. Om deze reden is de jaarrekening van Wedeka opgesteld onder de veronderstelling van voortzetting van activiteiten door de gemeenschappelijke regeling.
BALANS Immateriële en materiële vaste activa De (im-)materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. 38
De afschrijvingsduur van de kosten van het oversluiten van geldleningen (boeterentes) is maximaal gelijk aan de looptijd van de betreffende leningen. Op grond wordt niet afgeschreven. Voor het overige vindt afschrijving plaats op basis van een vast percentage van historische aanschafprijs. De meest gebruikte afschrijvingstermijnen bedragen in jaren zijn: Gronden en terreinen Voorziening aan terreinen Gebouwen Installaties Machines Inventarissen Vervoermiddelen
niet van toepassing 20 40 20/10 10/5 10 7
Financiële vaste activa In deze rubriek worden kapitaalverstrekkingen en leningen aan deelnemingen en overige verbonden partijen verantwoord. Waardering vindt plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met eventuele duurzame waardeverminderingen; afschrijving vindt niet plaats. De uitgeleende gelden zijn opgenomen tegen de leningsbedragen verminderd met de aflossingen. Verbonden partijen De informatie met betrekking tot de verbonden partijen is opgenomen in paragraaf 3.4 van het jaarverslag. Voorraden De grondstoffen worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen gebaseerd op de gemiddeld betaalde inkoopprijs. Verschillen tussen de verrekenprijs en betaalde inkoopprijs worden als bedrijfsresultaat verantwoord. Waardering van de voorraden halffabrikaat en gereed product vindt plaats tegen de fabricagekostprijs of indien lager tegen de verkoopprijs. Incourante voorraden zijn afgewaardeerd tot marktwaarde. Het onderhanden werk wordt gewaardeerd op basis van het bestede materiaalverbruik en de mensuren tegen de verwachte netto uuropbrengst, onder aftrek van de bedragen die reeds aan opdrachtgevers in rekening zijn gebracht. Uitzettingen De uitzettingen (vorderingen) worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De vorderingen zijn waar mogelijk en wenselijk verzekerd bij een kredietverzekeringsmaatschappij; vorderingen op natuurlijke personen die niet voor eigen rekening een bedrijf uitoefenen en vorderingen op overheidsinstellingen (Rijk, provincie en gemeente) zijn daarbij uitgesloten. Vorderingen op failliete debiteuren zijn afgewaardeerd voor zover deze niet verzekerd zijn; deze afwaardering wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen De liquide middelen zijn tegen nominale waarde opgenomen en omvatten bank-, giro- en kassaldi. Rekening-courant Wedeka B.V. Het saldo in rekening-courant is tegen de nominale waarde opgenomen. Overlopende activa De overlopende activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 39
Eigen vermogen De algemene reserve is gevormd uit de exploitatieoverschotten tot en met 2010 en is sinds 2011 bestemd ter dekking van de exploitatietekorten. Na de liquidatie van Werkstad B.V. is het via Stichting Baanderij uitgeleende kapitaal in 2012 omgezet in de bestemmingsreserve Kringloop Stadskanaal ten behoeve van de exploitatie van de (ver-)nieuwbouw daarvan. Met ingang van 2013 wordt jaarlijks een bedrag aan deze reserve onttrokken ten gunste van de exploitatierekening. In de begroting 2013 is een onttrekking geraamd van € 50.000,-. Op basis hiervan is de reserve voor 23 jaar toereikend. Vaste schulden De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de reeds gedane aflossingen. Het betreft schulden met een looptijd langer dan een jaar, inclusief de aflossingsverplichtingen voor het volgende jaar. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Deze verplichtingen omvatten de binnen één jaar vervallende schulden. Niet opgenomen zijn jaarlijkse verplichtingen van vergelijkbaar volume die verband houden met arbeidskosten zoals vakantiegelden.
OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN Omzet De omzet is de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten (exclusief omzetbelasting) en onder aftrek van kortingen. Voorraadmutaties De voorraadmutaties hebben betrekking op de voorraad gereed product. Kosten grondstoffen Dit betreft de kosten van grondstoffen, halffabrikaten en uitbesteed werk. De grondstoffen en halffabrikaten worden berekend op basis van vaste verrekenprijzen. Lonen Wsw-werknemers Hieronder wordt verstaan het bruto bedrag van de uitbetaalde lonen, eindejaarsuitkering, vakantiegelden, pensioenpremies en sociale lasten voor Wsw-werknemers. Ziekengelden / WAO-uitkeringen Dit betreft de over het kalenderjaar van de bedrijfsvereniging te ontvangen uitkeringen op grond van de Ziektewet (ZW) en de te ontvangen WAO-uitkeringen i.v.m. het 2e jaar arbeidsongeschiktheid. Overige personele kosten Wsw Hieronder worden verstaan de reiskosten en eigen bijdragen voor woon-werkverkeer en overige personele kosten zoals kosten arbodienst, opleidingen en werkkleding. Salariskosten ambtelijk personeel Hieronder wordt verstaan de over het jaar verschuldigde salarissen, de in het verslagjaar betaalde vakantiegelden, eindejaarsuitkering, pensioenpremies en de daarmee samenhangende sociale lasten zoals ZVW-premies.
40
Overige bedrijfskosten De overige bedrijfskosten worden berekend op basis van historische kosten. Rentelasten / baten De rentekosten bestaan uit de rentelast van de langlopende geldleningen en de in rekeningcourant opgenomen gelden. De rentebaten hebben betrekking op de van banken ontvangen rente voor tegoeden in rekening-courant. Rijksbijdragen De rijksbijdragen betreffen de subsidies van de gemeenten voor het door Wedeka Bedrijven gerealiseerde aantal arbeidsjaren en waarvoor de gemeenten bijdragen van het Rijk ontvangen.
KASSTROOMOVERZICHT Dit overzicht sluit aan bij de mutaties van de balansposten in vergelijking met het voorgaande jaar.
41
4.5 TOELICHTING OP DE BALANS (x € 1.000,-) VASTE ACTIVA 2014 Immateriële vaste activa Boekwaarde per 1 januari Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
-
87 19 68
2013
-
112 25 87
De immateriële vaste activa hebben betrekking op de boeterentes die in tot en met 2003 zijn betaald in verband met vervroegde aflossing van langlopende leningen o/g.
Materiële vaste activa Boekwaarde per 1 januari Saldo investeringen / desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
8.384 1.343 - 1.201 8.526
8.888 782 - 1.286 8.384
Verhouding afschrijvingen / gemiddelde boekwaarde
14,2 %
14,9 %
De belangrijkste investeringen betreffen de opslagruimte (bunker) gevaarlijke stoffen WI Oosterkade (€ 286.000,-), uitbreidingen TDC’s (€ 257.000,-), hard- en software(licenties) alsmede (vervangings-)investeringen in (vracht-)auto’s, tractoren en diverse machines.
Financiële vaste activa Boekwaarde per 1 januari Saldo investeringen / desinvesteringen Aflossingen Boekwaarde per 31 december
-
237 186 161 262
-
184 227 174 237
De (des-)investeringen en aflossingen betreffen de leningen aan het personeel in het kader van de fiets- en fitnessprojecten. In deze rubriek zijn de aandelen in Wedeka B.V. gewaardeerd op € 0,45.
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Grondstoffen Halffabrikaten Gereed product Diverse voorraden
42
366 38 136 10 550
404 38 159 8 609
De omlooptijd van de gemiddelde voorraden bedraagt in dagen: - grondstoffen - halffabrikaten - gereed product
Uitzettingen Debiteuren: - tot 2 maanden oud - ouder dan 2 maanden Subtotaal debiteuren Diversen
Vorderingen op openbare lichamen Incassotermijn debiteuren in dagen Nog openstaand bedrag per 1 maart (na afwaardering)
2014
2013
165 119 83
172 134 96
2.649 135 2.784 1 2.785
2.619 89 2.708 8 2.716
1.121 31 171
1.113 35 86
In verband met de economische situatie is het totaal van de debiteurenvorderingen sinds 2009 met € 50.000,- afgewaardeerd.
Liquide middelen Banken Kassen
296 8 304
249 6 255
23 83 23 129
28 35 67 130
De liquide middelen staan vrij ter beschikking.
Overlopende activa Nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Diversen
De nog te ontvangen bedragen betreffen voor derden verrichte diensten. Vooruitbetaalde bedragen zijn vooral verzekeringspremies en kosten voor onderhoudscontracten en huren voor 2015. De post diversen omvat € 11.000,- aan nog te ontvangen bonus Begeleid Werken (rijksbijdragen) Wsw 2012 welke in het najaar 2014 door het Rijk aan de gemeenten betaalbaar is gesteld.
43
EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Saldo 1 januari Onttrekking resultaat 2013 Onttrekking resultaat 2014 Saldo per 31 december
Bestemmingsreserve Kringloop Stadskanaal Saldo 1 januari Onttrekking Saldo per 31 december
-
-
2014
2013
2.518
3.948 - 1.430 2.518
617 1.901
1.101 50 1.051
-
1.151 50 1.101
De bestemmingsreserve is gevormd uit de kapitaaluitkering na liquidatie van Werkstad B.V. Sinds 2013 wordt jaarlijks een bedrag van € 50.000,- aan de reserve onttrokken ten behoeve van de exploitatie van de (ver-)nieuwbouw van KL Stadskanaal.
VASTE SCHULDEN Leningen o/g Saldo leningen banken per 1 januari Aflossingen leningen banken Saldo per 31 december
2.237 - 508 1.729
4.165 - 1.928 2.237
Doordat de aflossingsvrije lening van de Rabobank van bijna € 1,4 miljoen in 2013 afliep is het totaal van de aflossingen in 2014 lager dan in 2013. Om reden van de huidige lage rentepercentages voor rekening-courant / kasgeldleningen zijn geen nieuwe langlopende leningen aangetrokken (zie ook 4.7 toelichting op het kasstroomoverzicht). Het eindsaldo is inclusief de aflossingsverplichting van € 385.000,- voor volgend jaar. Dit bedrag is beduidend lager dan over 2014 doordat in 2014 een laatste aflossing van een lening van de BNG heeft plaatsgevonden.
VLOTTENDE PASSIVA Crediteuren Omvang per 31 december
Overige schulden Omzetbelasting Loonheffing Sociale premies Te verrekenen met personeel Nog te betalen kosten
44
1.298
1.872
665 1.666 118 156 1.541 4.146
640 1.432 136 141 1.129 3.478
De toename van de balanspositie van de overige schulden komt met name door de hogere belastingschuld (omzetbelasting / loonheffing) en minder gerealiseerde aantal arbeidsjaren over 2014 dan waarvoor rijksbijdragen zijn ontvangen.
De belastingen en sociale premies betreffen de af te dragen bedragen over het laatste kwartaal respectievelijk de maand december 2014. Te verrekenen met personeel betreft met name nog te betalen lonen en salarissen.
In de nog te betalen kosten zijn de volgende posten begrepen: - gemeenten, s.e. taakstelling 2012 - gemeenten, s.e. taakstelling 2013 - gemeenten, s.e. taakstelling 2014 - kwaliteitstraject Divisie Groen & Infra - verlofrechten gepensioneerden - transitorische rente leningen o/g - energiekosten
2014
2013
231
434 48
514 206 116 31 3
306 46 38 54
De posten s.e. taakstelling zijn de aan de gemeenten terug te betalen bedragen in verband met onderrealisatie van het aantal arbeidsjaren (s.e.’s) waarvoor rijksbijdragen zijn ontvangen.
Rekening-courant Wedeka B.V. Saldo per 31 december
117
687
Via de rekening-courant worden wederzijdse vorderingen en schulden tussen Wedeka Bedrijven en Wedeka B.V. verrekend.
Banken Saldo per 31 december
1.788
Dit betreft de schuld in rekening-courant bij de BNG Bank.
Overlopende passiva Nog te ontvangen facturen Vooruitontvangen Onderhanden werk Rijksbijdragen buitengemeenten Diversen
37 78 180 55 244
42 78 176 229
594
525
Nog te ontvangen facturen heeft betrekking op de levering van goederen, zowel op voorraad als rechtstreeks ten behoeve van de productie-orders. Vooruitontvangen bedragen en het onderhanden werk betreffen nog uit te voeren werkzaamheden door met name de groenbedrijven en Trajectbegeleiding. 45
De rijksbijdragen buitengemeenten betreft het saldo van de te ontvangen en door te betalen rijksbijdragen 2014 voor werknemers van Wedeka Bedrijven respectievelijk andere schappen die niet in de eigen gemeenten (van die schappen) woonachtig waren. De post diversen tot slot omvat met name nog af te wikkelen ziekengelden / WAOuitkeringen en bijdragen inzake het Arbeidstrainingscentrum in Veendam.
46
4.6 TOELICHTING OP HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN (x € 1.000,-) Begroting 2014
2014
2013
1.497 788 1.026 1.450 4.761
1.642 851 956 1.301 4.750
1.454 855 909 1.365 4.583
95 539 384 1.018
93 598 366 1.057
82 579 382 1.043
3.000 2.000 1.666 6.666
2.948 2.201 1.680 6.829
3.086 2.032 1.826 6.944
2.310 2.300 4.610
2.358 2.312 4.670
2.450 2.172 4.622
17.055
17.306
17.192
Omvang fte’s (= volledige dienstverbanden) per groep Divisie Industrie 789,0 Kringloop & Milieu 71,0 Divisie Groen & Infra 601,0 Divisie Trajecten 252,0 Stafafdelingen 30,0 Totaal (excl. Begeleid Werken) 1.743,0
789,4 78,4 579,4 234,6 31,2 1.713,0
781,2 71,3 599,0 230,6 30,9 1.713,0
Toegevoegde waarde per fte (in euro’s) Divisie Industrie Kringloop & Milieu Divisie Groen & Infra Divisie Trajecten Staf- en ondersteunende afdelingen Totaal (gemiddeld, excl. Begeleid Werken)
6.017 13.482 11.786 19.906 10.103
5.867 14.628 11.593 20.043 10.036
Toegevoegde waarde Divisie Industrie WI Oosterkade WI Electronicaweg WI Ter Apel WI Veendam
Kringloop & Milieu KL Gasselternijveen KL Stadskanaal - Ter Apel KL Veendam
Divisie Groen & Infra GI Stadskanaal GI Ter Apel GI Veendam
Divisie Trajecten Trajectbegeleiding Detacheringen
Totaal toegevoegde waarde
6.034 14.338 11.092 18.294 9.785
47
De totale toegevoegde waarde is € 251.000,- hoger dan het gebudgetteerde bedrag, waarbij het aantal fte’s 30,0 minder is dan begroot. Ten opzichte van het voorgaande verslagjaar is de netto toegevoegde waarde € 114.000,hoger. Deze stijging is gerealiseerd met hetzelfde aantal medewerkers dan in het jaar ervoor. Bij Wedeka hebben de afgelopen jaren mensen gewerkt vanuit een traject. Dit personeel is niet opgenomen in de genoemde aantallen fte’s. Divisie Industrie De toegevoegde waarde van de Divisie Industrie is ten opzichte van 2013 met een bedrag van € 167.000,- toegenomen tot € 4.750.000,-. Ten opzichte van de begroting blijft de realisatie € 11.000,- achter. De stijging ten opzichte van 2013 wordt vooral veroorzaakt door het binnenhalen van grotere volumes verpakkingswerk waardoor de uuropbrengsten in deze werksoort stijgen. Kringloop & Milieu De opbrengsten van Kringloop & Milieu waren het afgelopen jaar € 39.000,- hoger dan begroot. Ten opzichte van 2013 is de opbrengst met € 14.000,- gestegen. Er komen op de markt steeds meer bedrijven die 2e hands spullen aanbieden. Hierdoor is er in onze winkels minder aanvoer van goederen waardoor de omzet niet kan doorstijgen. Divisie Groen & Infra Bij deze divisie zijn de opbrengsten € 163.000,- hoger dan gebudgetteerd en ten opzichte van 2013 is de opbrengst gedaald met een bedrag van € 115.000,-. In de loop van 2014 zijn medewerkers van Wedeka bij de gemeente Menterwolde gedetacheerd om onder leiding van deze gemeente de groenwerkzaamheden uit te voeren. Voorheen verzorgde Wedeka deze werkzaamheden als aannemer. Divisie Trajecten De opbrengsten voor Trajectbegeleiding zijn € 60.000,- hoger uitgekomen dan geprognosticeerd en € 48.000,- hoger dan de opbrengst in het jaar ervoor. Met de gemeenten zijn Trainings- en Diagnose Centra opgezet in Stadskanaal en Veendam. Hier worden inwoners met een Wwb- of Wajong-uitkering getest en getraind door trajectbegeleiders van Wedeka en trajectbegeleiders van de gemeenten. De aangesloten gemeenten betalen aan Wedeka een vergoeding voor gebruik van de medewerkers en gebruik van de infrastructuur. Ten opzichte van de begroting zijn de opbrengsten € 48.000,hoger uitgekomen terwijl de opbrengsten ten opzichte van 2013 zijn gedaald met € 92.000,-. De detacheringsopbrengsten zijn met € 140.000,- toegenomen ten opzichte van de gerealiseerde opbrengsten in 2013. Ten opzichte van de begroting zijn de opbrengsten € 12.000,- hoger uitgekomen dan begroot. Het beleid van Wedeka is erop gericht om zoveel mogelijk medewerkers een passende baan te geven buiten de muren van Wedeka.
48
Overige personele kosten Wsw Reiskosten woon-werk Bedrijfsgeneeskundige zorg Opleidingskosten Vermindering loonheffing onderwijs Werkkleding Overige personele kosten Wsw Totale overige personele kosten Wsw
Begroting 2014
2014
2013
308 145 120 180 206 351 950
275 129 193 305 193 330 815
295 131 227 316 202 274 813
-
-
-
De overige personele kosten Wsw zijn nagenoeg gelijk aan 2013. Per 1 januari 2014 is de afdrachtkorting Vermindering voor Onderwijs afgeschaft en vervangen door de Subsidie Praktijk Leren. Voorheen werd maandelijks met de betaling van de loonbelasting en premie de afdrachtkorting in mindering gebracht. Vanaf 2014 moet er een subsidie worden aangevraagd waarbij de hoogte van de subsidie vooraf niet vaststaat. Het beschikbare macro budget wordt namelijk gedeeld door het aantal aanvragen. Voor 2014 kwam de Subsidie Praktijkleren voor Wedeka hoger uit dan verwacht.
Salariskosten ambtelijk personeel Salariskosten actief ambtelijk personeel Salariskosten doorberekend uit Wedeka B.V. Salariskosten Wedeka Baanderij Subtotaal salariskosten Doorber. salarisk. gedetacheerd personeel Overige ambtelijke personele kosten Totaal salariskosten
6.335 406 529 7.270 - 460 130 6.940
6.370 322 507 7.199 - 495 123 6.827
6.395 269 527 7.191 - 532 159 6.818
Aantal actieve ambtenaren Wedeka Bedrijven Personeel in dienst Wedeka B.V. Personeel Wedeka Baanderij Subtotaal ambtelijk personeel Gedetacheerde ambtenaren Totaal aantal ambtenaren (fte’s gemiddeld)
86,83 7,92 7,87 102,62 - 4,98 97,64
86,73 7,08 7,87 101,68 - 4,98 96,70
90,54 6,03 8,10 104,67 - 6,68 97,99
1:18,2
1:18,1
1:17,7
Verhouding actief ambtelijk : Wsw-personeel (fte’s incl. Begeleid Werken)
WNT De informatie met betrekking tot de nieuwe Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is opgenomen in paragraaf 3.5 van het jaarverslag.
49
Het totaal van de salariskosten ambtelijk personeel is € 113.000,- lager dan begroot. De belangrijkste verschillen zijn: - er zijn ten opzichte van de begroting 2014 0,94 fte’s minder in dienst geweest + € 73.000,- lagere uitgaven voor het Cao-akkoord + 25.000,- overige incidentele afwijkingen + 15.000,(+ = voordeel)
De overige ambtelijke personele kosten betreffen onder andere de reiskosten woon/werkverkeer, studiekosten en kosten FPU-gemeenten. Vanaf maart worden de kosten FPU-gemeenten niet meer bij Wedeka in rekening gebracht, waardoor de kosten ten opzichte van 2013 met € 36.000,- zijn gedaald.
Afschrijvingen Afschrijving vaste activa
Begroting 2014
2014
2013
1.335
1.220
1.311
De afwijking ten opzichte van de begroting is ontstaan doordat diverse begrote investeringen nog niet, op een andere wijze, of later in het jaar zijn uitgevoerd dan geraamd.
Rentelasten Rentelasten leningen o/g Rentelasten / baten overig
270 270
86 3 89
-
121 12 109
De daling van de rentelasten leningen o/g is het gevolg van een lager gemiddeld rentepercentage. Dit is veroorzaakt doordat er vreemd vermogen is aangetrokken via kortlopende geldleningen. De rentepercentages van deze leningen zijn aanzienlijk lager dan de percentages die betaald moeten worden voor langlopende leningen. De overige rente betreft met name de rente betaald voor de kasgeldleningen.
Dienstverlening derden Lasten dienstverlening derden
401
421
418
Onder deze post worden naast de kosten van inhuur van het externe personeel ook de opbrengsten die Wedeka ontvangt voor dienstverlening aan derden verantwoord. Naast de kosten van inhuur van extern personeel worden onder dienstverlening derden ook de kosten van uitbesteding salarisadministratie, juridische expertise en de kosten die samenhangen met de ISO- en VCA certificering verantwoord.
50
Begroting 2014
2014
2013
418 1.500 1.385 372 439 884 4.998
415 1.500 1.276 370 393 741 4.695
393 1.548 1.264 336 360 789 4.690
Overige bedrijfskosten Huur- en leasekosten Onderhoudskosten Energiekosten Belastingen en verzekeringen Indirecte productiekosten Algemene kosten
De overige bedrijfskosten zijn € 5.000,- hoger dan in 2013 en € 303.000,- lager dan gebudgetteerd. Dit valt als volgt te verklaren. Het budget voor huur- en leasekosten en onderhoudskosten zijn ongeveer conform de begroting gerealiseerd. De energiekosten zijn lager uitgevallen dan gebudgetteerd. Dit wordt vooral veroorzaakt door het nemen van verschillende energiebesparende maatregelen. De zachte winter en lagere energieprijzen hebben daarnaast invloed gehad op de lagere kosten ten opzichte van de begroting. Bij belastingen en verzekeringen vallen de kosten voor de verzekeringen hoger uit dan het jaar ervoor. Dit komt onder meer door een verhoging van de premie voor het bedrijfswagenpark. De werkelijke indirecte productiekosten liggen € 46.000,- lager dan begroot. Dit is met name gerealiseerd door minder aanschaf van kleine gereedschappen. De algemene kosten zijn € 143.000,- lager dan gebudgetteerd. Besparingen worden onder andere gerealiseerd op verkoopkosten, minder reiskosten voor zakelijke dienstreizen, kantoorbenodigdheden, contributies en bedrijfsafval.
Diverse lasten Afwikkeling schades Verkoopres. grondst. / prijs- en herwaard.verschillen Boetes Terugbetaalde rijkssubsidie Resultaat oninbare vorderingen Overige diverse lasten
15 15
37 63 12 17 6 14 149
54 18 5 1 78
Naast het eigen risico bij diverse schades zijn via deze post ook niet gedekte schades afgewikkeld. De incourante voorraden en voorraadverschillen hebben betrekking op correcties in de voorraadadministratie en afwaardering van goederen waarvan wij verwachten dat deze niet meer gebruikt kunnen worden. De boetes hebben met name betrekking op een sanctie van de arbeidsinspectie.
51
Begroting 2014 Diverse baten Verkoopres. grondst. / prijs- en herwaard.verschillen Diverse diensten Wedeka B.V. Afwikkeling diverse schades Boekverlies / -winst desinvesteringen Liquidatie-uitkering OVO Omzetbonussen WOZ-verlagingen Vrijval reservering rechtmatigheid 2006 Overige baten
15 15
2014
2013
39 24 26 22 20 15 146
31 5 32 15 16 15 100 51 265
Er is met succes bezwaar gemaakt tegen WOZ-aanslagen die waren opgelegd. Met terugwerkende kracht is er voor een bedrag van € 20.252,- aan Onroerende Zaak Belasting terugontvangen.
Buitengewone lasten Buitengewone lasten
49
48
48
0,70
0,70
0,70
Rijksbijdragen Subsidie via gemeente Borger-Odoorn Subsidie via gemeente Menterwolde Subsidie via gemeente Stadskanaal Subsidie via gemeente Veendam Subsidie via gemeente Vlagtwedde Subsidie via buitengemeenten Afwikkelingsverschil Totaal rijksbijdragen
4.520 3.666 18.410 11.723 7.646 1.673 47.638
4.519 3.445 18.479 11.355 7.575 1.887 47.260
4.497 3.586 18.038 11.083 7.509 1.920 2 46.631
Gemiddeld aantal s.e.'s (incl. Begeleid Werken) Rijksbijdragen per s.e. (in euro’s)
1.832,0 26.003
1.807,5 26.146
1.785,1 26.122
Aantal fte’s Dit betreft de kosten van één wachtgelder.
De systematiek van de bevoorschotting door het Rijk is enige jaren geleden gewijzigd. De rijksbijdragen worden door de gemeenten ontvangen en doorbetaald aan Wedeka Bedrijven. De bijdrage die daarin is begrepen voor (oud-)inwoners uit onze gemeenten die nu bij andere schappen werkzaam zijn, wordt door Wedeka aan die andere schappen doorbetaald. Daarnaast ontvangt Wedeka de rijksbijdragen van buitengemeenten voor onze werknemers die (voorheen) in de buitengemeenten woonden. Door het Rijk is voor 2014 € 26.125,51 per arbeidplaats (s.e.) beschikbaar gesteld. Het iets hogere kengetal komt doordat in 2014 de stimuleringsuitkering Begeleid Werken ad € 37.020,- is uitgekeerd (basisjaar 2012). 52
Begroting 2014 Loonkosten Wsw Lonen Wsw Ontvangen ziekengelden / WAO-uitkeringen Totale loonkosten Wsw
51.698
Aantal fte's (excl. Begeleid Werken) Loonkosten per fte (in euro’s)
1.743,0 29.660
2014
-
2013
50.883 191 50.692
-
51.164 101 51.063
1.713,0 29.593
1.713,0 29.809
De werkelijke loonkosten zijn € 1.006.000,- lager dan gebudgetteerd. Voordelige afwijkingen: - er zijn 30 fte’s minder verloond dan begroot - lagere werkgeverslasten ten gevolgen van de fiets- en fitnessregeling en uitruil van vakbondscontributie - meer ontvangen ziekengeld - lager gemiddeld loonniveau (1.746 in plaats van 1.750) Nadelige afwijkingen: e - minder korting in verband met 2 ziektejaar - minder seniorenverlof, verzuim en ouderschapsverlof - meer overwerk/vervanging en uitbetaalde verlofuren - overige verschillen
Begeleid Werken Lasten Begeleid Werken
€ 890.000,34.000,135.000,117.000,-
€ 56.000,46.000,60.000,8.000,-
446
423
220
In de begroting 2014 is de doelstelling opgenomen om 33 fte’s te plaatsen via Begeleid Werken. In werkelijkheid zijn gemiddeld 33,1 fte’s geplaatst. De kosten van deze regeling bestaan uit een loonkostensubsidie die wordt betaald aan de werkgever waar deze mensen in dienst zijn en begeleidingskosten. De begeleiding wordt uitgevoerd in eigen beheer en verantwoord bij de ambtelijke salariskosten.
53
4.7 TOELICHTING OP HET KASSTROOMOVERZICHT Algemeen In het kasstroomoverzicht worden de wijzigingen in de balansposten weergegeven waarmee men inzicht krijgt in de geldstromen gedurende het verslagjaar. Daarbij worden ook vaak de onderstaande begrippen gebruikt.
Financieringstructuur (x € 1.000,-)
2014
2013
Boekwaarde vaste activa
8.856
8.708
Eigen vermogen Vaste schulden Financieringsmiddelen
2.952 1.729 4.681
3.619 2.237 5.856
Financieringstekort
- 4.175
- 2.852
Mutatie van het financieringstekort (- = toename)
- 1.323
-
2.932
Dit overzicht geeft aan in hoeverre de vaste activa zijn gefinancierd met langlopende financieringsmiddelen. Door de afname van het eigen vermogen en de aflossingen van de vaste schulden is het financieringstekort opgelopen. Gezien de lage rentestand voor schulden in rekening-courant / kasgeldleningen zijn geen nieuwe langlopende leningen aangetrokken. Dit betekent dat een groter deel van de vaste activa wordt gefinancierd met kortlopende schulden.
Werkkapitaal Het werkkapitaal is het verschil tussen de vlottende activa en de vlottende passiva; het is één van de kengetallen waarin de mate van liquiditeit wordt uitgedrukt (het vermogen om op korte termijn aan direct opeisbare verplichtingen te voldoen). Met de afname van het financieringsoverschot is ook het werkkapitaal met hetzelfde bedrag afgenomen. Zie verder de toelichting op de balans.
Weerstandsvermogen In tegenstelling tot de liquiditeit geeft het weerstandsvermogen aan in hoeverre de onderneming op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit kengetal kan worden uitgedrukt als de verhouding van de totale activa (balanstotaal) tot het vreemde vermogen (vaste schulden plus vlottende passiva). Het weerstandsvermogen is afgenomen van 141,1% tot 130,5%.
54
4.8 OVERIGE GEGEVENS Rijksbijdragen De via de gemeenten ontvangen rijkssubsidie wordt door het Rijk niet eerder definitief vastgesteld dan nadat het ministerie de uitvoering van de wet heeft getoetst. Het Rijk baseert zich ondermeer op de assurance-rapporten (accountantsverklaringen rechtmatigheidscontrole) en de Sisa-verantwoordingen (zie ook paragraaf 4.10). Daarom heeft de rijksbijdragen zoals verantwoord in de programmarekening een voorlopig karakter. Het Rijk heeft de bijdragen voor 2011 definitief vastgesteld. De bevoorschotting die wij voor dat jaar van de gemeenten hebben ontvangen is met de gemeenten afgerekend. In 2011 is een vernieuwde verantwoordingssystematiek richting het CBS en het Rijk ingevoerd met de naam Sisa tussen mede-overheden. De vaststelling van de rijksbijdragen door het Rijk vindt sindsdien één jaar later dan gebruikelijk plaats; de bijdragen over 2013/2014 worden in 2016/2017 door het Rijk vastgesteld.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen De verplichting uit hoofde van huur- en leaseovereenkomsten bedraagt voor het volgende jaar € 428.000,-. Het betreft met name de huur van de panden/loods van de kringloopvestigingen in Gasselternijveen, Stadskanaal, Ter Apel en Veendam alsmede het pand van de carcleaning.
55
4.9 VASTE ACTIVA (x € 1.000,-)
Omschrijving
Immateriele vaste activa
Boekwaarde 1 januari Netto Bruto Best.res.
Investeringen
Desinvesteringen Bruto Tb afschr.
Saldo
Afschrijvingen Bruto Best.res.
Netto
Boekwaarde 31 december Netto Bruto Best.res.
87
0
87
0
0
0
0
-19
-19
68
0
68
Grond, terreinen
1.477
0
1.477
7
0
0
0
-32
-32
1.452
0
1.452
Gebouwen
4.359
-229
4.130
613
-8
8
0
-424
-402
4.548
-207
4.341
772
0
772
352
-323
264
-59
-201
-201
864
0
864
2.083
-83
2.000
422
-309
284
-25
-574
-566
1.906
-75
1.831
5
0
5
38
-5
0
-5
0
38
0
38
8.783
-312
8.471
1.432
-645
556
-89
-1.220
8.876
-282
8.594
Vervoermiddelen Machines, installaties, inventarissen Overig
-1.250
22
8
30
4.10 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka Bedrijven Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in de jaarstukken op pagina 34 t/m 55 opgenomen) jaarrekening 2014 van de gemeenschappelijke regeling Wedeka Bedrijven te Stadskanaal gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en het overzicht van baten en lasten over 2014 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka Bedrijven is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Het Dagelijks Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en het controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
De financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door het Algemeen Bestuur op 12 december 2014. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNT-informatie de toleranties gehanteerd zoals vastgelegd in het Controleprotocol WNT. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling Wedeka Bedrijven een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Benadrukking van onzekerheid in de voortzetting van activiteiten Wij vestigen de aandacht op de waarderingsgrondslagen van de jaarrekening, waarin uiteengezet is dat als gevolg van het “Akkoord van Westerlee” de mogelijkheid bestaat om op termijn de gemeenschappelijke regeling af te bouwen en wellicht te beëindigen waarna de sw-medewerkers zullen overgaan naar een nieuw op te richten uitvoeringsorganisatie. Deze omstandigheden duiden op het bestaan van een onzekerheid ten aanzien van de voortzetting van activiteiten van de gemeenschappelijke regeling. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Groningen, 9 april 2015 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: P. Rienks RA
58
4.11 SISA-VERANTWOORDINGSBIJLAGE
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 9 januari 2015
SZW G1B Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_deel openbaar lichaam 2014 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd.
I N D I C A T O R E N Het totaal aantal geïndiceerde Het totaal aantal gerealiseerde inwoners per gemeente dat arbeidsplaatsen voor een dienstbetrekking heeft of geïndiceerde inwoners in (jaar op de wachtlijst staat en T), uitgedrukt in arbeidsjaren beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) Aard controle R Indicatornummer: G1B / 02
Aard controle R Indicatornummer: G1B / 03
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
Aard controle R Indicatornummer: G1B / 04
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1B / 01 1680 - Aa en Hunze 0106 -Assen 0007 - Bellingwedde 1681 - Borger-Odoorn 0109 - Coevorden 0010 - Delfzijl 0114 - Emmen 0014 - Groningen 0118 - Hoogeveen 0018 - Hoogezand-Sappemeer 15072 - Horst a.d. Maas 0022 - Leek 0080 - Leeuwarden 1987 - Menterwolde 1699 - Noordenveld 1895 - Oldambt 0269 - Oldebroek 1773 - Olst-Wijhe 0085 - Ooststellingwerf 0765 - Pekela 0085 - Sittard-Geleen 0037 - Stadskanaal 1900 - Sudwest Fryslan 1730 - Tynaarlo 0047 - Veendam 0048 - Vlagtwedde 1701 - Westerveld 0637 - Zoetermeer Totaal
13,25 2,25 6,25 202,25 1,00 9,50 1,25 5,00 1,25 150,00
12,86 3,17 6,65 172,81 1,00 7,97 0,17
3,54 1,11 3,25
10,00 1,00 27,75 1,00 837,75 521,00 362,50 2,25 1,00
4,00 1,11 131,88 2,89 0,13 1,00 1,00 28,69 0,33 706,52 434,42 289,89 1,00
2.156,25
1.807,49
1,44 13,58 12,13 35,05
59