Jaarverslag en -rekening 2015
Wedeka Bedrijven Electronicaweg 29 9503 GA Stadskanaal Postbus 194 9500 AD Stadskanaal Telefoon Fax E-mail Internet
0599-692000 0599-696241
[email protected] www.wedeka.nl
2
JAARVERSLAG en -REKENING 2015
Inhoud
Hoofdstuk 1 Bericht van het Dagelijks Bestuur
Hoofdstuk 2 Programmaverantwoording 2.1
Algemeen
2.2
Sociaal beleid
2.3
Marketing- en productiebeleid en innovatie
2.4
Financieel beleid
Hoofdstuk 3 Verplichte paragrafen 3.1
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
3.2
Onderhoud kapitaalgoederen
3.3
Financiering
3.4
Verbonden partijen
3.5
Bedrijfsvoering
Hoofdstuk 4 Jaarrekening 4.1
Balans per 31 december
4.2
Overzicht van baten en lasten
4.3
Kasstroomoverzicht
4.4
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
4.5
Toelichting op de balans
4.6
Toelichting op het overzicht van baten en lasten
4.7
Toelichting op het kasstroomoverzicht
4.8
Overige gegevens
4.9
Gemeentelijke bijdragen
4.10 Vaste activa 4.11 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
3
4
Hoofdstuk 1
Bericht van het Dagelijks Bestuur
Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Door de invoering van deze Wet vallen vanaf die datum alle doelgroepen van de onderkant van de arbeidsmarkt Wsw, Wwb en Wajong – met uitzondering van de bestaande groep – onder dezelfde regelgeving. Tegelijkertijd is de deur naar de sociale werkvoorziening definitief gesloten en loopt het aantal sw-medewerkers gestaag terug. Dit jaar is het aantal medewerkers binnen Wedeka afgenomen met 89,5 fte’s naar 1.658,6 fte’s. In 2020 is de inschatting dat dit aantal terugloopt naar 1.400 fte’s. De samenwerking binnen de gehele arbeidsmarkt regio Groningen Werk in Zicht wordt steeds intensiever en professioneler. Belangrijkste doel is om mensen aan het werk te houden of te krijgen. Binnen dit samenwerkingsverband wordt intensief samengewerkt tussen ondernemers, onderwijs en overheid. Ook de sw-sector maakt onderdeel uit van dit samenwerkingsverband. Het regionaal “Werkbedrijf”, een netwerkorganisatie dat ook onderdeel uitmaakt van de arbeidsmarkt regio Groningen Werk in Zicht, is dit jaar ook van start gegaan. Dit “Werkbedrijf”, dat in het kader van de Participatiewet en het Sociaal Akkoord door elke arbeidsmarktregio in Nederland moest worden gerealiseerd, is aanjager om de afspraakbanen in de arbeidsmarktregio Groningen Werk in Zicht te realiseren. Ook binnen de sub-arbeidsmarktregio Oost-Groningen wordt, binnen de kaders van de in 2014 vastgestelde nota “Invoering Participatiewet in Oost-Groningen”, tussen ondernemers, onderwijs en overheid steeds beter en intensiever samengewerkt om werkzoekenden aan een baan te krijgen. In Oost-Groningen is hiervoor een Bestuurlijk Overleg en een Managersoverleg actief waarin ook de 2 sw-organisaties van Oost-Groningen vertegenwoordigd zijn. De concrete uitvoering vindt plaats in de vijf TDC ’s die gehuisvest zijn binnen de 2 sw-organisaties. Eind februari 2015 is het “Akkoord van Westerlee” door de zeven Oost-Groninger gemeenten, de gemeente Borger-Odoorn, de Rijksoverheid, de Provincie en de Sociale Partners getekend. Kern van dit akkoord is tweeledig. Ten eerste moeten de twee sw-bedrijven Synergon en Wedeka worden afgebouwd waarbij de ambitie is uitgesproken dat in 2018 60% van de sw-medewerkers via begeleid werken, individueel dan wel in groepsdetacheringen zijn ondergebracht bij reguliere werkgevers. Ten tweede wordt een nieuwe uitvoeringsorganisatie “gebouwd”. De detacheringen binnen Wedeka zijn voortvarend opgepakt. Of een percentage van 60% in 2018 haalbaar is, is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Oost-Groningen. In de zomer 2015 is het plan van aanpak “Akkoord van Westerlee” door alle zeven colleges van burgemeester en wethouders van Oost-Groningen en de gemeente Borger-Odoorn vastgesteld. Dit plan van aanpak is inmiddels aangepast en op basis daarvan wordt gewerkt aan een bestuurlijk advies waarin de contouren van de nieuwe uitvoeringsorganisatie worden geschetst. Daarin zal ook duidelijk moeten worden wat de toekomstige koers van Wedeka zal zijn en hoe het “beschut werken” in Oost-Groningen wordt georganiseerd. In 2015 zijn namelijk nog geen beschutte werkplekken gerealiseerd. Ondanks alle onzekerheden en aankomende grote veranderingen, is het verslagjaar ver boven verwachting verlopen. In plaats van een begroot tekort van € 2.927.000,- werd het uiteindelijk tekort slechts € 362.000,-; hetgeen dus € 2.565.000,- beter is dan voorzien.
5
Op hoofdlijnen is dit als volgt te verklaren: -
de netto opbrengsten zijn € 121.000,- hoger dan geraamd; de bedrijfslasten zijn € 1.377.000,- lager dan voorzien; het negatieve subsidieresultaat is € 1.067.000,- lager dan verwacht.
Als gevolg hiervan hoeven de gemeenten de eerder vastgestelde gemeentelijke bijdrage van € 2.327.000,- niet te betalen en blijft in de opgebouwde reserve € 238.000,- meer over dan geraamd.
Francis Boen Voorzitter Wedeka Bedrijven
6
Hoofdstuk 2
Programmaverantwoording
2.1 ALGEMEEN Het uiteindelijk resultaat over 2015 is fors beter dan geraamd en daarmee dus ook een meevaller voor de resterende bescheiden reserve. Het tekort komt uit op € 362.000,-, hetgeen € 2.565.000,- beter is dan de begroting van € 2.927.000,-. Helaas nog een tekort, maar wel het laagste tekort sinds de invoering van de structurele subsidiekorting in 2011 van € 1.320,- per s.e. Het tekort is het resultaat van een positief bedrijfsresultaat van € 3.819.000,- en een negatief subsidieresultaat (de boosdoener) van € 4.231.000,-. Belangrijkste oorzaken voor de meevallende uitkomst worden gevormd door de veel lagere bedrijfslasten (€ 1.337.000,-), het betere subsidieresultaat (€ 1.067.000,-) en de wederom hogere opbrengsten dan geraamd (€ 120.000,-). Aangezien de programmarekening, zoals gebruikelijk, is voorzien van een uitvoerige toelichting, zal hier nog slechts op hoofdlijnen worden gereageerd. De Divisie Industrie heeft – met minder medewerkers - opnieuw ruim (€ 168.000,-) boven de begroting gepresteerd, waarbij het opmerkelijk is dat dit met name veroorzaakt wordt door de volumegroei van het verpakkingswerk. Het gericht binnenhalen in de afgelopen jaren van een aantal grote en groeiende klanten is de basis hiervan en biedt perspectief voor de grote groep beschut binnen. De Groenbedrijven deden het in het verslagjaar minder (€ 78.000,-) dan verwacht, en ook fors lager dan in het voorgaande jaar werd gerealiseerd. De opbrengsten lopen vooral terug door een afnemende populatie medewerkers enerzijds en doorgaande bezuinigingen op groenonderhoud anderzijds. Binnen de Divisie Trajecten deed Trajectbegeleiding het goed en zijn er, zoals uitvoerig in dit verslag toegelicht, inhoudelijk grote stappen gezet, die van groot belang zijn voor de toekomstige ontwikkeling. De detacheringsopbrengsten bleven € 67.000,- achter bij de begroting en waren ook fors lager dan in 2014; de afname van de opbrengsten wordt ook hier veroorzaakt door de afname van het aantal medewerkers als gevolg van de invoering van de Participatiewet. De omzet van Kringloop en Milieu is opnieuw gestegen, ondanks de forse concurrentie op de tweedehands markt. Al met al kan op de omzetontwikkeling in het verslagjaar dus positief worden terug gekeken. Zoals al vaker gememoreerd, heeft een goede kostenbeheersing, in samenhang met een steeds kritischer bedrijfsvoering, zoals bijvoorbeeld op het gebied van energiebesparing, er toe geleid dat de bedrijfslasten opnieuw substantieel zijn gedaald (€ 1.337.000,-). Uiteraard wordt dit beleid doorgezet ….. J.A. Mug Directeur
7
2.2 SOCIAAL BELEID 2015 is het jaar van de invoering van de Participatiewet. Voor de gemeenten en Wedeka Bedrijven brengt dit veel veranderingen met zich mee. De gemeenten voeren de regie over het lokale arbeidsmarktbeleid, waaronder de Wet op de Sociale Werkvoorziening en de Participatiewet. Alhoewel er geen instroom van wsw-medewerkers meer mogelijk is, is de Wet sociale werkvoorziening nog wel aan de orde voor alle medewerkers die op 31 december 2014 in dienst waren op grond van een wsw-dienstverband. In verband met de schrale arbeidsmarkt en de aanwezigheid van relatief grote groepen mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in Oost Groningen is de commissie Van Zijl ingericht om samen met de gemeenten oplossingen te zoeken voor dit probleem. Dit heeft geresulteerd in het Akkoord van Westerlee. In het Akkoord van Westerlee zal er in Oost-Groningen één uitvoeringsorganisatie worden ingericht en vindt afbouw en samenvoeging plaats van Synergon en Wedeka Bedrijven. Een groot deel van de wsw-medewerkers zal worden gedetacheerd bij externe werkgevers. Sinds de komst van de Participatiewet en de ondertekening van het Akkoord van Westerlee is er een onzekere tijd aangebroken voor vele betrokkenen, temeer ook doordat gemeenten onderling vaak niet op één lijn zaten, waardoor het veranderingsproces trager op gang kwam. Wedeka Bedrijven is voortdurend in gesprek met gemeenten om invulling te geven aan de Participatiewet en de wet sociale werkvoorziening. De wsw-wachtlijsten zijn met ingang van 1 januari 2015 verdwenen. De mensen die op deze wachtlijsten stonden zijn in het Doelgroepenregister geplaatst. Het doelgroepenregister is opgericht in het kader van de Participatiewet en de wet Banenafspraak. Hierin staan mensen met beperkingen met afstand tot de arbeidsmarkt. Het wordt beheerd door het UWV. Het streven is dat zoveel mogelijk mensen zodanig actief blijven en geschoold worden, dat de afstand tot de arbeidsmarkt kleiner wordt of gelijk blijft. Dit komt tot uiting in de activiteiten in de Trainings- en Diagnose Centra (TDC), in diverse trajecten en projecten zoals Activering Wachtlijst en het 60+-project via Wedeka B.V. Daarnaast zijn er ook regelmatig contacten met het UWV en externe partijen, hetgeen tot diverse trajecten heeft geleid. Vanuit Wedeka Bedrijven wordt er nauw samengewerkt met de gemeenten en met het Noorderpoort. Er zijn werkcoaches van verschillende gemeenten gehuisvest in onze gebouwen. Daarnaast is er een leeromgeving ingericht voor het Noorderpoort. Diverse groepen medewerkers en deelnemers worden in de omgeving van Wedeka geschoold en getraind en behalen daar hun diploma. Het TDC concept wordt op steeds meer plaatsen uitgerold: Stadskanaal, Veendam, Ter Apel en Vlagtwedde. Bovendien krijgen de TDC’s een belangrijke positie in de nieuwe uitvoeringsorganisatie. Naast het samenwerken met gemeenten en Noorderpoort zijn er ook regelmatig contacten met het UWV over de invulling van sociale activeringstrajecten van Wajongers door Wedeka Bedrijven. We zien dat de aandacht van de organisatie het afgelopen jaar meer naar buiten gericht is. Er wordt samengewerkt met veel verschillende partijen zoals de gemeenten, het Noorderpoort, het UWV, Synergon en externe werkgevers. Dit zien wij ook terug in de toename van de Begeleid Werken plaatsingen en groepsdetacheringen. Veel werkgevers bieden mogelijkheden aan medewerkers om in een baan aan de slag te gaan. Deze omslag vergt van Wedeka een andere manier van werken. De Participatiewet brengt nieuwe re-integratie-instrumenten met zich mee zoals de afspraakbaan en beschut werken. Er zijn in 2015 nog geen beschut werken plekken gerealiseerd. Ook de invulling van de afspraakbanen is nog in ontwikkeling. Voor zowel de gemeenten als Wedeka valt hier nog veel te ontwikkelen. 8
2.2.1 PERSONEELSBELEID Vanaf 2015 zijn er door de komst van de Participatiewet geen nieuwe wsw-medewerkers in dienst getreden. Daarnaast zijn de wachtlijsten vervallen omdat men niet meer in kan stromen. De personen op de wachtlijst zijn opgenomen in het Doelgroepenregister, dat beheerd wordt door het UWV. In 2015 werden de afspraken uitgevoerd die eind 2014 waren gemaakt over tijdelijke en vaste dienstverbanden. In 2015 werd aan veel medewerkers nog een vast dienstverband aangeboden. Wedeka Bedrijven is voortdurend in gesprek met gemeenten over de invulling van de Participatiewet, waarin vanaf 1 januari 2015 zowel de Wsw als de Wwb en de Wajong zijn ondergebracht. De gezamenlijke gemeenten hebben in het najaar van 2014 de Participatienota opgesteld, waarin de kaders zijn afgesproken voor het lokale arbeidsmarktbeleid. 2015 kan worden gezien als een aanloopjaar voor de Participatiewet. Veel zaken waren nog niet duidelijk en moeten nog verder worden uitgewerkt. Daar spelen bovendien de ontwikkelingen rondom het Akkoord van Westerlee door heen. De verwachting is dat veel zaken helder zullen worden in 2016. In 2015 hebben veel medewerkers een opleiding of een training gevolgd. Nieuwe medewerkers volgen een opleidingstraject. Meestal gaat men een Entree-opleiding volgen, dit is een basisopleiding op MBO 1 niveau. Er wordt door Wedeka Bedrijven nauw samengewerkt met het Noorderpoort. Veel medewerkers krijgen de mogelijkheid om een diploma te behalen en zich verder te ontwikkelen. De kosten voor opleidingen en trainingen werden voor een deel opgevangen door de subsidieregeling Praktijkleren (SPL). Het totale ziekteverzuim in 2015 was 15,8%. Dit betekent een stijging van 0,8% ten opzichte van 2014 (15,0%). Het voorkomen en beheersen van het ziekteverzuim blijft een belangrijk punt van zorg voor de organisatie. Er wordt voortdurend aandacht besteed aan de preventie van ziekteverzuim en het verbeteren van het ziekteverzuimbeleid. Het detacheren van medewerkers op de externe arbeidsmarkt is een belangrijk speerpunt. Hierbij denken we aan begeleid werken, individuele detachering of groepsdetachering. Het e-portfolio wordt ingezet als instrument om dit proces te ondersteunen en medewerkers bewust te maken van hun vaardigheden en kwaliteiten en welke mogelijkheden er op de arbeidsmarkt zijn. Er worden steeds meer medewerkers geplaatst op een begeleid werken plek of in een groepsdetachering bij gemeenten of reguliere werkgevers.
9
2.2.2 (HER)INDICATIE Algemeen Omdat er vanaf 1 januari 2015 geen nieuwe personen meer toegelaten worden tot de Wsw worden er alleen maar herindicaties uitgevoerd. De herindicatiestelling voor de Wsw wordt sinds 1 januari 2005 uitgevoerd door het UWV Werkbedrijf. Het UWV Werkbedrijf beslist over: het bepalen van onder- of bovengrens voor de Wsw; de arbeidshandicapcategorie (matig of ernstig); de geldigheidsduur van de herindicatie. Daarnaast adviseert het UWV Werkbedrijf in de herindicatiestelling over de eventuele aanpassingen die noodzakelijk zijn voor het verrichten van arbeid en of betrokkene in aanmerking komt voor Begeleid Werken. Indien Begeleid Werken vanwege de aard en de ernst van de handicap niet reëel is, ziet het UWV Werkbedrijf af van een positief advies Begeleid Werken. Met ingang van 1 januari 2008 is de geldigheidsduur van de (her)indicatie gewijzigd. Het UWV Werkbedrijf kan een minimale geldigheidsduur van 1 jaar en een maximale geldigheidsduur van 50 jaar toekennen. In de praktijk worden de meeste termijnen tussen 5 en 10 jaar vastgesteld. De afgelopen tijd is een toename van een langere geldigheidsduur waarneembaar.
2.2.3 PERSONEELSBEZETTING In- en uitstroom De instroom van 34 personen bestaat voor 29 personen uit verhuizingen. Daarnaast zijn er 5 personen in dienst gekomen door middel van naadloze overplaatsingen. Deze personen hadden al een dienstverband bij een ander werkvoorzieningschap. De gemiddelde personeelsbezetting in 2015 was 1.755,7 s.e.’s. Dit aantal is inclusief 4,9 s.e.’s van personen die geen loon ontvangen omdat zij langer dan twee jaar ziek zijn. Voor 2015 levert dit dus een correctie op van 4,9 s.e.’s waardoor de gecorrigeerde gemiddelde realisatie uitkomt op 1.750,8 s.e.’s. De in- en uitstroom van personen met een Wsw-dienstverband / Begeleid Werken-contract Saldo
31-12-‘14
In stroom
Uit stroom
VOP/ pens.
WIA
Vrije Overige Aantal bedrijf redenen personen
2015
2015
188
0
18
2
4
0
12
170
150,1
160,5
Menterwolde
139
2
9
2
1
0
6
132
117,5
124,7
Stadskanaal
771
10
48
18
3
0
27
733
654,7
690,5
Veendam
488
6
39
11
1
0
27
455
393,3
417,4
Vlagtwedde
323
5
19
6
4
0
9
309
272,8
285,0
74
11
11
3
1
0
7
74
70,2
72,7
1.983
34
144
42
14
0
88
1.873
1.658,6
1.750,8
Totaal
fte’s
Gecorr. gemidd. realisatie s.e.’s
Borger-Odoorn
Buitengemeenten
31-12-‘15
Totaal 311215
Onder overige redenen vallen o.a. overlijden, ontslag en beëindiging tijdelijk dienstverband.
10
Omvang en samenstelling van het personeelsbestand Personeelsbezetting Wsw-personeel per 31-12-2014 en 31-12-2015 (incl. Begeleid Werken)
Stand 31-12-2014 Stand 31-12-2015
Mannen Vrouwen 1.366 (68,9%) 617 (31,1%) 1.290 (68,9%) 583 (31,1%)
Totaal 1.983 1.873
Personeelsbezetting Wsw-personeel per deelnemende gemeente per 31-12-2015 (incl. Begeleid Werken) Personen Fte’s Borger-Odoorn 170 150,1 Menterwolde 132 117,5 Stadskanaal 733 654,7 Veendam 455 393,3 Vlagtwedde 309 272,8 70,2 Buitengemeenten 74 Totaal incl. slapers 1.873 1.658,6 Slapers 7 4,7 Netto excl. slapers 1.866 1.653,9
S.e.´s 156,4 122,5 679,9 411,9 280,4 72,3 1.723,4 4,9 1.718,5
Slapers zijn medewerkers die na twee jaar ziekte geen loon meer ontvangen, maar nog wel meetellen in de personeelsstanden.
Personeelsbezetting ambtelijk personeel per 31-12-2014 en 31-12-2015
Wedeka Wedeka B.V. Wedeka-Baanderij Subtotaal Gedetacheerd Subtotaal Wachtgelder Totaal
Aantal personen 31-12-2014 90 8 9 107 - 9 98 1 99
Fte’s
85,1 7,3 7,9 100,3 - 5,0 95,3 0,7 96,0
Aantal personen 31-12-2015 83 8 7 98 - 8 90 1 91
Fte’s
78,9 7,0 5,9 91,8 - 4,5 87,3 0,7 88,0
De bezetting van de ambtelijke formatieplaatsen per 31-12-2015 is ten opzichte van 31-12-2014 gedaald met 8 personen respectievelijk 8,0 fte’s. Dit wordt veroorzaakt door een verlaging van de ambtelijke bezetting met 7 personen, alsmede een verlaging van 2 personen bij Wedeka-Baanderij en een daling van het aantal gedetacheerden. Er zijn nu 8 personen gedetacheerd.
11
Wsw-personeelsleden naar salarisschaal per 31-12-2015 (excl. Begeleid Werken) Loonschaal Min. loon A B1 B2 C1 C2 D1 D2 E F G H I Totaal
In personen 2013 205 19 323 248 450 289 206 80 45 24 29 9 1 1.928
In personen 2014 273 16 307 230 434 291 198 77 43 26 29 8 1 1.933
In personen 2015 211 17 294 212 430 292 190 77 42 24 26 7 1 1.823
Leeftijdsopbouw Wsw-personeel per 31-12-2015 (incl. Begeleid Werken) Leeftijd < 20 20-30 30-40 40-50 50-60 60-65 Totaal
2014 aantal 0 177 299 519 687 301 1.983
2014 in % 0,0 % 8,9 % 15,1 % 26,2 % 34,6 % 15,2 %
2015 aantal 0 139 274 469 683 308 1.873
2015 in % 0,0 % 7,4 % 14,6 % 25,0 % 36,5 % 16,5 %
2.2.4 PERSONEELSONTWIKKELING Divisie Trajecten In 2015 zijn binnen en vanuit de Divisie Trajecten de volgende activiteiten verricht: Detacheringen Het aantal individuele detacheringen in 2015 is ten opzichte van 2014 gedaald, (224 personen in 2015 t.o.v. 251 personen in 2014). De gemiddelde toegevoegde waarde per gedetacheerde medewerker is vrijwel gelijk gebleven, terwijl het ziekteverzuim opnieuw met 0,9% gedaald is tot 13,6%. De schoonmaakafdeling echter heeft mede vanwege het binnenhalen van extra schoonmaakobjecten zijn omzet zien groeien. Het teruglopen van het aantal individuele detacheringen heeft een aantal redenen: 1. de economische recessie houdt in Oost-Groningen nog steeds aan t.o.v. het licht landelijke herstel van de economie;
12
2. bezuinigingen in bedrijven en bij overheidsinstellingen worden het eerst afgewend op zogenaamde externen: Wsw-medewerkers gaan er eerst uit, voordat een bedrijf eigen mensen gaat ontslaan; 3. door de krimp van het aantal leerlingen in Oost-Groningen zit er een dalende lijn in de werkzaamheden die voor scholen plaatsvinden: (delen van) scholen worden gesloten; 4. het concurrerende effect van het actieve beleid dat gemeenten en UWV voeren om de werkzoekenden, vallend onder de Participatiewet en de Wajongers, te plaatsen bij reguliere werkgevers. Tegen aanzienlijk lagere kosten worden deze werkzoekenden bij een werkgever geplaatst dan we vanuit de Wsw gewend waren. Prijzen kwamen dus onder druk en Wsw-detacheringen die jarenlang naar tevredenheid waren ingevuld worden opgezegd en vervangen door werkzoekenden met geen of een veel lager tarief; 5. de invulling van zogeheten Baanafspraakbanen (BAB-banen): door de invoering van de Participatiewet stopte de instroom in de Wsw en committeerden werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en de overheden zich om banen te creëren voor werkzoekenden met een arbeidshandicap. Al met al dienen steeds meer werkzoekenden hun baan te vinden in het reguliere bedrijfsleven of bij de overheid, terwijl het aantal banen niet stijgt, zeker niet aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Dit gaat ten koste van de individuele detacheringmogelijkheden voor Wsw’ers. Opgemerkt moet worden dat er vanuit de diverse vestigingen van Wedeka nog steeds een fors aantal Wsw-medewerkers extra gedetacheerd wordt. Vanwege praktische overwegingen (bijvoorbeeld detacheren vanuit het groenbedrijf naar opdrachtgevers van het groenbedrijf) vindt de plaatsing en begeleiding vanuit de vestigingen plaats. Daarnaast zijn er sinds 2014 middels een groepsdetachering 41 groenmedewerkers van de groenafdeling van Wedeka in Veendam gedetacheerd naar IBOR,een samenwerkingsverband voor groen- en grijswerkzaamheden van de gemeenten Slochteren, Hoogezand-Sappemeer en Menterwolde, waar ze onder leiding van eigen leidinggevenden van de gemeente hun werkzaamheden nu uitvoeren. Ook blijft het zo dat er regelmatig een verzoek wordt gedaan bij de vestigingen, zowel Industrie als Groen, om tijdelijk extra personeel te plaatsen bij onze opdrachtgevers als gevolg van extra aanbod van werk, met name in de verpakking- en kartonnage-industrie. Afdelingen binnen de Industrie of Groen functioneren op die manier als een soort reservepool waaruit Wsw-medewerkers tijdelijk succesvol extern gedetacheerd kunnen worden. In 2014 hebben we samen met het sw-bedrijf Synergon, met wie we sinds 2014 steeds nauwer zijn gaan samenwerken op het terrein van detacheringen, begeleid werken, schoonmaak en schildersactiviteiten, een belangrijke opdracht van de gemeenten Veendam en Pekela verworven om de komende jaren de gemeentegebouwen in Veendam en Pekela te gaan schoonmaken. In 2015 werd de effectieve samenwerking met Synergon gecontinueerd. Wedeka is voortvarend bezig de zgn. ‘beweging van binnen naar buiten’ vorm te geven. Er is sprake van een terugloop van het aantal individuele detacheringen en een stabilisering van het aantal Begeleid Werkenbanen. De verwachting is dat door de groepsdetacheringen (zoals de groepsdetachering van groenmedewerkers naar IBOR) in 2016 als gevolg van het Akkoord van Westerlee het aantal extern geplaatste Wsw’ers fors gaan toenemen.
13
Training- en Diagnose Centra: TDC’s In januari 2015 is de participatiewet in werking getreden. De participatiewet is een bundeling van de Wet Werk en Bijstand, de Wajong en de Wet Sociale Werkvoorziening. Met de participatiewet wil de overheid meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk krijgen bij reguliere werkgevers. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de re-integratie van mensen die nog kunnen werken en daarbij ondersteuning nodig hebben. In de regio Oost-Groningen hebben in het voorjaar van 2015 de provincie, gemeenten (8), werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afspraken gemaakt over het verhogen van de participatiegraad op de arbeidsmarkt. Dit is vastgelegd in het bestuursakkoord “Met vereende kracht” (Akkoord van Westerlee). Een belangrijke afspraak is de afbouw van de huidige sw-organisaties (Synergon en Wedeka) en de vorming van één uitvoeringsorganisatie in Oost-Groningen voor alle doelgroepen in de participatiewet, die verantwoordelijk wordt voor het activeren, diagnosticeren, ontwikkelen en trainen van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder sw’ers. De samenwerking tussen gemeenten, sw-bedrijven, onderwijsinstellingen/ROC’s en het UWV vervult hierbij een centrale rol. Wedeka is in 2011 samen met gemeenten en opleidingen (het ROC) gestart met het ontwikkelen van Training & Diagnose Centra (TDC’s) voor het opleiden, diagnosticeren, ontwikkelen en re-integreren van diverse doelgroepen. Uitgangspunt hierbij is dat de medewerker, klant of kandidaat zelf meewerkt aan zijn traject en duidelijk aangeeft welke mogelijkheden en kwaliteiten er zijn. De TDC methodiek zal als werkwijze worden ondergebracht in de nieuwe, bovengenoemde uitvoeringsorganisatie. Samen met de gemeenten is Wedeka medeverantwoordelijk voor de uitvoering van de TDC methodiek vanuit vier TDC’s, namelijk Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde en Ter Apel. Het afgelopen jaar zijn deze TDC’s verder aangepast om te voldoen aan de eisen voor de uitvoering van het gezamenlijke programma. De TDC deelnemers worden begeleid door klantmanagers, werkcoaches en consulenten van de gemeenten en Wedeka, medewerkers van het Noorderpoort en het UWV. Iedere organisatie zet zijn expertise in voor de begeleiding van alle doelgroepen. Het TDC programma start met het maken van een portfolio. De deelnemer brengt zichzelf in beeld door het vullen van het portfolio met gegevens, zoals personalia, opleidingen, werkervaringen, vaardigheden en hobby’s. Tijdens de diagnosefase wordt het portfolio verder gevuld met de uitkomsten van de trainingen en de toetsresultaten, waardoor alle begeleiders een goed beeld hebben van de mogelijkheden en kansen van de deelnemers op de arbeidsmarkt. Eind december 2015 zijn in de vier TDC’s 1.547 actieve portfolio’s. Het afgelopen jaar hebben we gewerkt aan het versterken van de uniforme aanpak in de regio, waarbij medewerkers en leidinggevenden kennis hebben gedeeld en hebben samengewerkt voor een optimaal resultaat. Een voorbeeld hiervan is het werkproces dat regionaal is opgesteld voor de screening en begeleiding van mensen die zijn geplaatst in het doelgroepenregister. Tijdens een regionale bijeenkomst zijn alle TDC medewerkers geïnformeerd over deze nieuwe werkwijze en het plaatsen van kandidaten uit het doelgroepenregister op afspraakbanen. De medewerkers van de TDC’s hebben in 2015 diverse trainingen gevolgd om hun professionaliteit te verbeteren en 4 medewerkers zijn gestart met de opleiding jobcoach.
14
Scholing en training (TDC) In de TDC’s hebben veel mensen gebruik gemaakt van het aanbod van scholing en training. Zie onderstaand overzicht. Scholing/training Opleidingen Entree, niveau 1 Groen, niveau 2 Logistiek, niveau 2 MMZ , niveau 3 en 4 VCA Educatie Taal- en rekenondersteuning Projecten met baangarantie Reco Security
Afgerond
Lopend (gestart)
Aantal deelnemers
2 groepen juni 2015
1 /2 jaar 8 groepen
2 groepen 1 groep 1 groep 2 groepen doorlopend
72 15 23 45 90
2-3 groepen per TDC
doorlopend
36
Opleiding Beveiliger niveau 2 Facilitair medewerker niveau 2 Beveiliger niveau 2
23
e
e
PI Ter Apel
30 11
Resultaten TDC’s Na de diagnosefase gaan klanten, medewerkers en deelnemers aan de slag met hun re-integratie. Onderstaand overzicht geeft een overzicht van de plaatsingen in het TDC, de uitstroom en de lopende trajecten per 31 december 2015. Cijfers TDC's 2015 Trede 3 t/m 6
Veendam
Vlagtwedde
1.048
*BorgerOdoorn 217
673
469
Uitstroom 2015 Regulier werk/zelfstandige Geen uitkering Ander traject Doorverwijzing trede 1 en 2
421 160 261
76 37 18
221 59 110
21
338 102 123 50 63
Lopende trajecten december 2015 Actief traject intern Actief traject extern; WEP Parttime werk Opleiding/Inburgering Vrijwilligerswerk Trajectonderzoek/individueel/geen dienstverlening/trainingen
627
141
335
248
144 106 127 27 6 214
14 39 51
92 80 13
65 33 41 34
8 24
17 133
Totaal TDC
Stadskanaal
52
75
* Borger-Odoorn voert de begeleiding en bemiddeling uit vanuit het TDC Stadskanaal voor inwoners van Nieuw Buinen en de overige Monden.
15
De Doorstart De Doorstart is een samenwerkingsproject van het Noorderpoort/Ubbo Emmius en Wedeka. Leerlingen die dreigen uit te vallen uit het reguliere voortgezet onderwijs worden binnen De Doorstart opgevangen, getraind, geschoold en zo mogelijk weer teruggeplaatst in het regulier onderwijs. Vanaf 2013 is De Doorstart gehuisvest binnen het TDC Stadskanaal en worden diverse werkplekken van Wedeka ingezet als stageplek voor de leerlingen. 60+-project Het vanaf 2007 lopende 60+-project van de gemeenten Veendam, Stadskanaal, Vlagtwedde en Borger-Odoorn, waarin mensen met een Wwb-uitkering tot hun pensioengerechtigde leeftijd een arbeidscontract binnen Wedeka B.V. hebben en daarin een maatschappelijke vorm van arbeid verrichten, kent per 31-12-2015 nog 1 persoon (gemeente Borger-Odoorn). De gemeente Pekela participeert hierin via het contract met Wedeka Bedrijven. De uitvoering daarvan wordt gedaan door de personeels-bv van Synergon. Trajecten Sociale Activering en Jobcoaching, UWV In 2015 heeft Wedeka Trajecten voor het uitvoeren van Sociale Activeringstrajecten wederom een erkenning gekregen van het UWV vanuit de Beoordelingsrichtlijn Kwaliteitseisen UWV. Hiervoor werd een audit afgenomen door het Keurmerkinstituut. Ook heeft Wedeka de erkenning voor het uitvoeren van Jobcoaching en Scholing van het UWV. In 2015 werden in opdracht van of met toestemming van het UWV de volgende trajecten uitgevoerd: LWO (onbetaald traject) 12 Sociale Activering Wajong 21 Sociale Activering Ziektewet 4 Jobcoaching 2 Wedeka hanteert het beleid om de doelgroep met grote afstand tot de arbeidsmarkt een werk-leerplek te blijven bieden, ook als hun betaalde traject afloopt. Dit betreft met name de groep schoolverlaters uit het Pro/VSO onderwijs en Wajongers van het UWV. Persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) Alle Wsw-werknemers van Wedeka Bedrijven gaan bij hun indiensttreding een ontwikkeltraject in. Hierbij wordt men zoveel mogelijk aangemeld voor een passende opleiding. Men wordt zo spoedig mogelijk na de indiensttreding voorzien van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan, waarin de ontwikkelingsdoelstellingen geformuleerd worden. De doorstroom en ontwikkeling van de werknemers wordt op deze manier gestimuleerd. Het POP is gekoppeld aan het functioneringsgesprek. We onderscheiden werk- en ontwikkelPOP’s. Het werkPOP is geïntegreerd in het functioneringsgesprekformulier. Komt het tot een ontwikkelPOP dan wordt er een aanvullend formulier ingevuld waarbij er dieper wordt ingegaan op de ontwikkeling van de medewerker. Begeleid Werken (BW) Voor de gemeenten Borger-Odoorn, Menterwolde, Stadskanaal en Veendam heeft Wedeka Bedrijven de uitvoering van Begeleid Werken zelf ter hand genomen. Er zijn extra inspanningen geleverd door een andere aanpak en het (gedeeltelijk) inzetten van een personeelsconsulent voor Begeleid Werken. Dit heeft met name geleid tot een forse stijging van het aantal BW plaatsen in de gemeente Veendam, waar een aantal niet verlengde tijdelijke contracten zijn omgezet in BW plaatsingen.
16
Binnen Begeleid Werken zijn er in de gemeente Borger-Odoorn 2 Begeleid Werken-banen beëindigd , in de gemeente Stadskanaal zijn er 2 nieuwe Begeleid Werken-banen gerealiseerd terwijl er 7 Begeleid Werken-baan zijn beëindigd, in de gemeente Veendam zijn er 11 Begeleid Werken-banen gerealiseerd terwijl er 2 Begeleid werken baan zijn beëindigd. Eind 2015 hebben 50 mensen een Begeleid Werken-contract. Deze Begeleid Werken-contracten zijn als volgt verdeeld:
Borger-Odoorn Menterwolde Stadskanaal Veendam Buitengemeenten Totaal
1-1-2015 4 5 19 19 3 50
Nieuw
Beëindigd 2
2 11
7 2 2 13
13
31-12-2015 2 5 14 28 1 50
Het streven is om wsw-medewerkers zo regulier mogelijk te laten werken. Begeleid werken is het instrument waarbij de medewerker het dichtst bij de reguliere arbeidsmarkt werkt. Om ervoor te zorgen dat de medewerkers de stap gaan zetten naar een begeleid werken dienstverband is het van belang te zorgen voor een lage drempel. Deze lage drempel wordt vormgegeven door een terugkeergarantie. De gemeenten Menterwolde, Stadskanaal, Veendam en Vlagtwedde hebben elk onder verschillende voorwaarden een dergelijke terugkeergarantie vast gesteld. Opleiding & vorming In een veranderende organisatie is het van het grootste belang om aandacht te blijven houden voor de ontwikkeling van de medewerkers. Opleiden kan bijdragen aan duurzame inzetbaarheid en bevordert de interne en externe doorstroming. Daarnaast dragen opleidingen bij aan het verbeteren van het bedrijfsresultaat van de organisatie. In 2015 volgden 549 medewerkers een groepsopleiding of een individueel opleidingstraject. Een aantal cursisten zit in de eindfase van de opleiding en rondt naar verwachting hun opleidingstraject af in 2016. Medewerkers in de industrie- en groenvestigingen kregen in 2015 gerichte functietrainingen en/of (bij)scholing op het gebied van o.a. Flora & Faunawet, veilig werken langs de weg, motorkettingzaag cursus, mollen & woelratten bestrijding, beheersing minikraan, heftruck certificering en de verkorte BHV- training(brandgedeelte). 213 medewerkers volgden een EHBO of BHV- (herhaling) cursus en 63 medewerkers volgden een VCA- certificering. In samenwerking met het ROC Noorderpoort en AOC Terra zijn in totaal 54 BBLopleidingen van start gegaan. Dit omvat de volgende MBO- opleidingen: • Entree/AKA- opleidingen MBO niveau 1. Deze 1 jarige BBL- opleiding is geschikt voor medewerkers zonder vooropleiding. Onderdeel van de opleiding is verbetering van het kennisniveau van Nederlands, rekenen en goed werknemerschap. • Natuur en groene ruimte MBO niveau 2 (medewerker buitenruimte). Na afronding van deze opleiding kan men o.a. doorstromen als medewerker in een hoveniers-, groenvoorzienings- of cultuurtechnische bedrijven. • Vakopleiding Verkoper/detail MBO niveau 2. Deze BBL-opleiding duurt 2 jaar en is gericht op functies in de detailhandel. • Medewerker Maatschappelijk Zorg MBO niveau 3. Het betreft een 2 jarige BBLopleiding gericht op de zorg. • Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen MBO niveau 4. Het gaat hierbij om een 2 jarige BBL- opleiding gericht op o.a. het ondersteunen/begeleiden van mensen met psychische-, sociale- en gedragsproblematiek. 17
Afdelingsoverleg Het afdelingsoverleg vindt (minimaal) twee keer per jaar plaats. De standaardagenda wordt in februari (informatie over juli tot en met december van het voorafgaande jaar) en in september (informatie over januari tot en met juni) verspreid. Er is een standaardagenda om de leidinggevenden zo goed mogelijk te ondersteunen bij het voeren van het afdelingsoverleg. Op deze agenda staan actuele cijfers en onderwerpen. De leidinggevende kan ervoor kiezen om zelf een agenda op te stellen, de standaardagenda te gebruiken of punten toe te voegen aan de standaardagenda. Onderwerpen die onder andere aan de orde kwamen tijdens het afdelingsoverleg waren : o Ziekteverzuim o Personeelsbezetting o De Participatiewet o Tijdelijke dienstverbanden o Tekenbeet o Werktijdenregeling o Omgaan met social media o Gedragscode o Scholing o Het akkoord van Westerlee o Middelen van reiskosten o Informatie op Mijn Wedeka Functioneringsgesprekken Medewerkers tot en met schaal C2 krijgen eens per vijf jaar een functioneringsgesprek, alle overige medewerkers krijgen eens per twee jaar een functioneringsgesprek. De gesprekken worden verspreid over het jaar uitgezet, vanuit de personeelsadministratie wordt bewaakt of de gespreksformulieren terugkomen. Er wordt tevens een koppeling gelegd met het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Bij een ontwikkelpop worden er aparte afspraken gemaakt met de personeelsconsulent over het te volgen traject. Communicatie Om medewerkers te informeren wordt naast de informatie op papier (mededelingen) ook gebruik gemaakt van internet en de beeldschermen die in de kantines zijn geplaatst. De website van Wedeka Bedrijven www.wedeka.nl beschikt over een speciale omgeving voor de medewerkers van Wedeka: Mijn Wedeka. Na het inloggen treft men daar vijf rubrieken waar informatie te vinden is: o Interne vacatures o Nieuws o Procedures en informatie o Ondernemingsraad o Snuusterwaark Op de beeldschermen in de kantines draait een presentatie, die gevuld is met diverse informatieve en actuele onderwerpen. Functiebeschrijving en –waardering Aangezien het functiebouwwerk van Wedeka Bedrijven gereed is valt er niet veel meer te beschrijven en te waarderen. In 2015 zijn er geen functies gewaardeerd. Sinds 2014 werkt de functiewaarderingscommissie eveneens voor Synergon. Tijdens de bijeenkomsten van de commissie worden zowel functies van Wedeka als Synergon gewaardeerd. 18
2.2.5 VEILIGHEID, GEZONDHEID, WELZIJN EN MILIEU Verzuimpreventie en verzuimbegeleiding In 2015 is het totale ziekteverzuim met 0,8% gestegen van 15,0% naar 15,8%. De oorzaak van de stijging van het verzuim is moeilijk te duiden aangezien er sprake is van diverse factoren, die het verzuim beïnvloeden. Het ziekteverzuim blijft een belangrijk aandachtspunt. Wedeka Bedrijven bepaalt zoveel mogelijk zelf de regie met betrekking tot de verzuimbegeleiding. De directe verantwoordelijkheid ligt bij de leidinggevende. Deze leidinggevende gaat ook mee naar het spreekuur van de verzuimmanager, op deze manier kan veel onduidelijkheid worden voorkomen en kunnen veel zaken direct worden kortgesloten.
Er is veel aandacht voor communicatie rondom ziekteverzuim. Op beleidsniveau functioneert de Arbostuurgroep. Vanuit de Ondernemingsraad wordt de signalerende rol ingevuld door de Strategische Raad van de OR. Op operationeel niveau kent Wedeka het sociaal medisch team en het ziekenoverleg. Binnen Wedeka Bedrijven zijn er diverse deskundigen werkzaam die zich bezighouden met het ziekteverzuim en de arbeidsomstandigheden. De verzuimmanager fungeert als schakel tussen de arbodienst en de organisatie. Hij houdt spreekuren op de diverse vestigingen. De specialist Poortwachter/WIA/WAO bewaakt de voortgang van de langdurig arbeidsongeschikte medewerkers en onderhoudt de contacten met het UWV. Andere deskundigen die worden ingeschakeld in dit proces zijn de veiligheidskundige, de arbeidskundige, de bedrijfsmaatschappelijk werkster en de personeelsconsulent. Voor begeleiding vanuit de arbodienst wordt gebruik gemaakt van twee bedrijfsartsen van de arbodienst. Zij houden spreekuur op de vestigingen van Wedeka Bedrijven in Veendam, Stadskanaal en Ter Apel. In 2013 is er een nieuw raamcontract afgesloten via de landelijke tender van Cedris. Wedeka Bedrijven blijft de komende 3 jaar gebruik maken van de diensten van Zorg van de Zaak. Bedrijfsmaatschappelijk werk Het bedrijfsmaatschappelijk werk heeft een eerstelijnsfunctie, dit houdt in dat het rechtstreeks toegankelijk is voor de medewerkers van Wedeka Bedrijven. Het bedrijfsmaatschappelijk werk is met name gericht op individuele hulpverlening. Tevens levert het bedrijfsmaatschappelijk werk een belangrijke bijdrage aan het voorkomen en terugdringen van het ziekteverzuim. Er zijn veel contacten met diverse hulpverleningsinstanties. Vaak is er sprake van gecombineerde problematiek.
19
De vragen die binnenkomen bij bedrijfsmaatschappelijk werk zijn vaak gericht op financiële problematiek, privéproblemen en/of problemen in de werksfeer. Bedrijfsmaatschappelijk werk heeft ook een belangrijke taak in het ‘de weg wijzen’ en doorverwijzen van mensen naar instanties en voorzieningen en het verduidelijken van regelgeving. Loonbeslagen In 2015 was er sprake van 243 loonbeslagen verdeeld over 112 medewerkers. In 2014 waren het 307 loonbeslagen. Het betreft zowel loonbeslagen voor Wedeka Bedrijven als enkele voor Wedeka B.V. Het aantal loonbeslagen is ondanks de algehele economische crisis licht gedaald mede door daling van het aantal personeelsleden. Aantal loonbeslagen
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
296 425 413 277 234 336 307 243
(80 bv) (14 bv) ( 5 bv) ( 3 bv) ( 2 bv) ( 1 bv)
Aantal personeelsleden met loonbeslagen 153 192 197 151 146 164 160 112
(39 bv) ( 9 bv) ( 4 bv) ( 1 bv) ( 2 bv) ( 1 bv)
Totaal aantal personeelsleden (per ultimo) 1.928 2.220 2.153 2.055 2.029 2.003 1.991 1.861
(incl. Wedeka B.V.) (incl. Wedeka B.V.) (incl. Wedeka B.V.) (incl. Wedeka B.V.) (incl. Wedeka B.V.) (incl. Wedeka B.V.) (incl. Wedeka B.V.)
Percentage loonbeslagen ten opzichte van het personeelsbestand
Het aantal loonbeslagen in verhouding tot het personeelsbestand is in 2015 gedaald ten opzichte van 2014. Het komt dagelijks voor dat medewerkers om hulp vragen in verband met financiële problemen. Bij financiële problemen is het uitgangspunt dat medewerkers zoveel mogelijk worden doorverwezen naar externe instanties. Uit preventieve overwegingen wordt door Wedeka Bedrijven al gedurende vele jaren de mogelijkheid geboden aan het personeel om bepaalde kosten op het salaris te laten inhouden, zoals bijvoorbeeld huur en energie. Aangezien de financiële problemen de laatste tijd steeds omvangrijker zijn geworden en financiële hulpverlening steeds meer specifieke deskundigheid vereist, is ervoor gekozen om geen nieuwe vrijwillige inhoudingen op het salaris te verrichten en medewerkers door te verwijzen naar externe instanties. Iedereen heeft de vrije keuze om te bepalen of en waar financiële hulp en ondersteuning wordt gezocht.
20
Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). In 2015 zijn de RI&E’s voor Industrie Veendam en het Hoofdkantoor afgerond. Tevens is er gestart met de RI&E voor Industrie Oosterkade. De RI&E’s worden opgesteld door de veiligheidskundige van Wedeka. Het plan van aanpak wordt vastgesteld door de vestigingsmanager. De toetsing vindt plaats door een externe instantie. Er is een planning die wordt aangehouden voor het regelmatig houden van de RI&E’s. Projecten Projecten die in het jaar 2015 zijn verricht: o de BHV’ers zijn bijgeschoold; o de EHBO'ers zijn bijgeschoold; o er is algemene informatie verspreid over tekenbeten en de ziekte van Lyme via het afdelingsoverleg zodat medewerkers beter geïnformeerd zijn; o er zijn VCA-cursussen gegeven voor uitvoerende medewerkers en leidinggevenden. o er zijn diverse werkplekonderzoeken verricht en aanpassingen gedaan. Daar waar nodig is er voorlichting en instructie gegeven met betrekking tot ergonomisch werken; o er zijn ontruimingsoefeningen gehouden; o er is voortgegaan met het houden van veiligheidsaudits in de groenvoorziening. Ongevallen Alle gemelde ongevallen worden onderzocht. Tevens wordt er jaarlijks een analyse opgesteld van de ongevallen. De bedoeling is om een goed beeld te krijgen van wat er is gebeurd, duidelijkheid te krijgen omtrent alle oorzaken die bijgedragen hebben aan het ongeval, zodat er verbeteringen kunnen worden doorgevoerd voor de toekomst. In 2015 zijn er 40 ongevallen gemeld, waarvan 6 die tijdens de weg van huis naar het werk plaatsvonden. Er waren 36 ongevallen met ziekteverzuim als gevolg. Er is in 15 gevallen een bezoek aan het ziekenhuis gebracht. Van deze ongevallen zijn er geen ongevallen gemeld bij de Arbeidsinspectie. Met het verzuim ten gevolge van ongevallen waren 2.235 werkdagen gemoeid, waarvan 641 dagen voortvloeiden uit ongevallen in 2014. Met de ongevallen van 2015 waren 1.594 werkdagen gemoeid. Arbostuurgroep De Arbostuurgroep vergaderde in 2015 vijf keer, iedere keer met een afvaardiging van de Strategische Raad van de OR. Onderwerpen waar aandacht aan werd besteed waren onder andere: o werkwijze en afstemming met de arbodienst; o de ontwikkeling van de ziekteverzuimcijfers; o risico-inventarisatie en -evaluatie; o periodieke arbeidskundige geneeskundige onderzoeken; o allergenen; o ongevallen; o bedrijfshulpverlening en EHBO; o ontruimingsplannen en -oefeningen; o landelijke benchmark ziekteverzuim 2014; o gedragscode; o introductie instructie en het vastleggen van informatie over medewerkers (i.v.m. calamiteiten)
21
2.2.6 OVERLEG EN MEDEZEGGENSCHAP Verkiezingen OR In het verslagjaar zijn er geen verkiezingen geweest en geen OR leden vertrokken. De OR heeft wel aan het eind van 2015 verkiezingen uitgeschreven voor 17 februari 2016. Er zijn zeven vacatures. Het is wenselijk om er een aantal goede kandidaten bij te krijgen. Vergaderingen In 2015 heeft de Ondernemingsraad zes keer vooroverleg gevoerd (in eigen kring) en zes keer overleg met de directeur (overlegvergadering). Voorafgaand aan de overlegvergaderingen heeft het DB van de OR agenda-overleg met de directeur, waarbij na afloop van het officiële gedeelte tijd is voor informele zaken. Omdat er één keer in de twee maanden wordt vergaderd, vindt tussendoor informeel overleg plaats tussen het DB van de OR en de directeur om te voorkomen dat informatie te laat of achterhaald is. In het verslagjaar was dat maar vier keer. Dit had te maken met de ontwikkelingen op het gebied van het Akkoord van Westerlee. Er is in het verslagjaar één keer informeel overleg geweest met de directeur, het Dagelijks Bestuur van Wedeka en een delegatie van de OR. Afgesproken is om minimaal 2 keer per jaar in deze samenstelling bij elkaar te komen om de algemene gang van zaken van Wedeka te bespreken. Naast deze officiële, en vanuit de WOR verplichte overleggen, heeft de OR in eigen kring overleg over allerlei onderwerpen waar men langer bij stil wil staan of meer informatie voor nodig heeft om tot een agendapunt te komen. Zo is de Strategische raad 2 aangevuld met een drietal ambtenaren om het Akkoord van Westerlee te kunnen volgen en daar een mening over de vormen. Er zijn verschillende memo’s naar het bestuur gezonden in verband met het Akkoord van Westerlee, waar geen reactie op is gekomen. De communicatie met het bestuur is dan ook voor verbetering vatbaar. In de laatste vergadering van de raad van de gemeente Veendam heeft de OR zich ingespannen om de raad te bewegen tot een besluit om groep van 60 medewerkers met een tijdelijk contract alsnog een vast dienstverband aan te bieden. Helaas is dit alleen gelukt voor de acht medewerkers met de wsw-indicatie ernstig. Aandachtspunten In de overlegvergaderingen is aandacht geschonken aan de periodieke bedrijfsrapportages, zoals bestands- en resultatenoverzichten. Daarnaast zijn er eenmalige rapportages zoals de begroting, het jaarverslag of bijzondere investeringen. Agendapunten waren onder meer het personeelsbeleid, ziekteverzuimrapportages, Arbo, RI&E, het Akkoord van Westerlee, rapportages van de arbeidsinspectie. Zo was er aan het eind van het jaar een gesprek met de arbeidsinspectie over het beleid ten aanzien van seksuele intimidatie, agressie en geweld. Ook werd er aandacht besteed aan de volgende specifieke onderwerpen: tijdelijke arbeidsovereenkomsten, vervolgtrajecten AKA, opleidingen, werktijdenregeling, begeleid werken, sanctiebeleid afdelingsoverleg en werd het eerste contract voor groepsdetachering besproken. Uitgelicht Het Akkoord van Westerlee In februari kwam de commissie van Zijl met het rapport genaamd “Met vereende kracht” oftewel het Akkoord van Westerlee. De kern van dit akkoord is het versterken van de werkgelegenheid in Oost-Groningen, afbouw van de SW, een nieuwe uitvoeringsorganisatie en 60% van de zittende sw-medewerkers gedetacheerd. De ondernemingsraad heeft hier diverse malen over vergaderd met de vakbonden, de directie en/of bestuurders. Er zijn bijeenkomsten geweest voor medewerkers om meer duidelijkheid te verschaffen.
22
Ook in 2016 zal het Akkoord van Westerlee het belangrijkste punt blijven op de agenda van de Ondernemingsraad. De voortgang van dit veranderingsproces zal vanuit de medezeggenschap nauwlettend worden gevolgd. OR en POCNN Het POCNN staat voor provinciaal ondernemingsraden contact Noord Nederland. Dat zijn vertegenwoordigers van de ondernemingsraden uit Groningen, Friesland en Drenthe. De doelstelling van het platform is, naast het uitwisselen van informatie, het optimaliseren van medezeggenschap. Eén keer per jaar wordt er een themadag georganiseerd voor alle OR-leden waarbij ook de directeuren worden uitgenodigd. Actuele thema’s zoals de participatiewet of ontwikkelinstrumenten binnen de sw zijn dan onderwerp van gesprek. Dit jaar hadden we een themadag waarbij iedereen uit 6 verschillende thema’s een keus kon maken. Het was een bijzonder geslaagde dag. Georganiseerd Overleg (GO) In het verleden is er een convenant opgesteld waarin de voornaamste taken van het GO werden ondergebracht bij de Ondernemingsraad. In verband met het Akkoord van Westerlee heeft het GO in 2015 haar eigen taken opgepakt en is het convenant komen te vervallen. In augustus 2015 zijn er verkiezingen geweest en de vertegenwoordiging van de werknemersorganisaties van het GO bestaat nu uit 4 leden en 4 reserveleden. Vervolgens heeft er eind 2015 een overleg plaatsgevonden met het bestuur, de directie, de vakbonden en de GO-leden. Onderwerpen die daar aan de orde kwamen waren: o Ontwikkelingen bij Wedeka o Akkoord van Westerlee, medezeggenschap en overlegvormen o CAR UWO hoofdstuk 3 o Reglement GO o Samenstelling GO o Vacaturevoorziening Het GO zal de ingezette activiteiten voortzetten in 2016. Cliëntenraad De nieuwe Wet sociale werkvoorziening is er sinds januari 2008. Eén van de zaken die daarin is geregeld is dat gemeenten ervoor moeten zorgen dat Wsw’ers kunnen meepraten en meedenken over de uitvoering van de Wsw in hun woonplaats. Dat heet cliëntenparticipatie. Er is een verordening opgesteld waarin de gemeenten hebben besloten dat er één cliëntenraad is voor geheel Wedeka Bedrijven. De gemeenten worden vertegenwoordigd door de directeur van Wedeka Bedrijven. De cliëntenraad bestaat normaliter uit een onafhankelijk voorzitter, een secretaris en 9 leden vanuit de verschillende deelnemende gemeenten (Stadskanaal 3 leden, Veendam 3 leden, Vlagtwedde 2 leden, Menterwolde 1 lid en Borger-Odoorn 1 lid). Vanuit de gemeenten Borger-Odoorn, Menterwolde en Veendam zit er geen vertegenwoordiging in de cliëntenraad. De cliëntenraad heeft in 2015 in afwachting van de gevolgen van de invoer van de Participatiewet niet vergaderd.
23
2.3 MARKETING- EN PRODUCTIEBELEID EN INNOVATIE De sw-sector heeft nu en de komende jaren te maken met forse bezuinigingen als gevolg van een afnemend sw-volume en kortingen op de rijkssubsidie. Immers, het kabinet is van mening dat in het kader van de Participatiewet het aantal sw’ers teruggebracht moet worden van 90.800 naar 30.000. Om regionaal uitvoering aan dit beleid te geven, zal de komende tijd een fors deel van de huidige Wsw’ers via het Trainings & Diagnose Centrum gescreend worden om zodoende te bepalen welke werknemers geschikt zijn om extern te gaan werken. Inmiddels hebben de aangesloten gemeenten gezamenlijk met de aangesloten gemeenten van Synergon, de Provincie Groningen, sociale partners en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het Akkoord van Westerlee gesloten. In dit akkoord is opgenomen dat er op zo’n kort mogelijke termijn zoveel mogelijk sw-medewerkers zullen worden gedetacheerd. Hoe dit allemaal voor Wedeka zal gaan uitpakken is op dit moment nog niet bekend. Voor de korte termijn zal Wedeka zich in ieder geval blijven richten op de eenvoudige verpakkings- en assemblage werkzaamheden die zowel door de werknemers, die aangewezen zijn op beschut werk, als de werknemers die nog niet regulier zijn geplaatst, binnen moeten worden uitgevoerd. Daarnaast is de directie van Wedeka, samen met de aangesloten gemeenten in de vorm van de eerdergenoemde projectgroep, bezig om zoveel mogelijk werkzaamheden bij Wedeka Bedrijven onder te brengen c.q. in de lijn van de Participatiewet mensen te plaatsen bij reguliere werkgevers.
2.4 FINANCIEEL BELEID Voor 2015 had Wedeka een verlies begroot van € 2.927.000,-. Het is echter gelukt het jaar af te sluiten met een tekort van € 362.000,-. Dit is dus € 2.565.000,- beter dan voorzien. Op hoofdlijnen is dit verschil als volgt te verklaren: de netto opbrengsten zijn € 121.000,- hoger dan geraamd; de bedrijfslasten zijn € 1.377.000,- lager dan voorzien; het negatieve subsidieresultaat is € 1.067.000,- lager dan geraamd. In vergelijking met de begroting zijn de opbrengsten bij de Divisie Industrie en Kringloop & Milieu hoger dan voorzien. De markt voor eenvoudige assemblage werkzaamheden trekt aan, waardoor Wedeka voldoende uit de markt heeft kunnen halen. Een positieve bijdrage op het resultaat is behaald door het uitbesteden van werk bij andere verpakkingsbedrijven. De omzet van het kringloopbedrijf heeft zich mede door een hoger bezoekersaantal in de winkels positief ontwikkeld. De opbrengsten bij de Divisie Groen & Infra en de Divisie Trajecten zijn lager dan begroot. Bij deze divisies worden de opbrengsten voor een deel gegenereerd door het wegzetten van uren. Vanaf 1 januari 2015 is er geen instroom meer van werknemers in de sw-sector, waardoor het aantal werknemers terugloopt met als gevolg minder inzet van uren en dus teruglopende opbrengsten. Bij vrijwel alle kostensoorten zijn de werkelijke kosten lager dan begroot. Nog steeds wordt veel aandacht besteed aan kostenbeheersing en ook dit jaar blijkt dit weer zijn vruchten af te werpen. Vanaf 1 januari 2015 loopt het personeelsbestand terug, omdat er geen nieuwe werknemers bij Wedeka binnenkomen. Als gevolg hiervan zullen de kosten ook teruglopen.
24
De kosten zullen alleen minder snel teruglopen dan de opbrengsten, doordat veel kosten een vast karakter hebben. Hierdoor zullen de tekorten Wedeka, bij ongewijzigd beleid, de komende jaren gaan toenemen. Het afgelopen jaar zijn er nieuwe energiebesparende maatregelen genomen en daarnaast zijn de energieprijzen fors gedaald, waaroor de energiekosten lager uitkomen dan begroot. Ook de geleidelijke afbouw van het ambtelijke personeelsbestand en een terughoudend investeringsbeleid dragen bij aan dit succes. De rente op de geldmarkt, waar Wedeka het afgelopen jaar haar benodigde vreemde vermogen heeft aangetrokken, is nog steeds historisch laag waardoor er ook hier een flinke winst ten opzichte van de begroting is gerealiseerd. Met ingang van 2015 is er een nieuw verdeelmodel geïntroduceerd waarbij de subsidie per s.e. is vervangen door een lumpsum financiering. Het ministerie heeft hierbij de subsidie aan de gemeenten toegekend op basis van de realisatie van het voorgaande jaar en deze vermenigvuldigd met een “blijfkans” die is berekend door economisch onderzoeksbureau SEO. Het macrobudget dat beschikbaar is wordt vervolgens gelijk verdeeld over de gemeenten op basis van de uitkomsten zoals deze berekend zijn door SEO. Het is door deze rekenwijze ondoorzichtig geworden op welk bedrag de subsidie voor het komende jaar zal uitkomen. In 2015 is de Rijkssubsidie € 614.000,- hoger uitgekomen dan van te voren was verwacht. Het sw-subsidiebedrag is vanaf 2015 onderdeel geworden van het participatiebudget. Jaarlijks zal het macrobudget teruglopen waardoor in eerste instantie door het ministerie was aangekondigd dat de subsidie zou gaan teruglopen met een bedrag van € 500,- per s.e. Volgens de staatssecretaris zal de subsidiekorting echter lager uitvallen omdat de uitstroom uit de Sociale Werkvoorziening hoger zal zijn dan was aangenomen en aangezien het macrobudget niet zal worden aangepast zal de subsidie per s.e. dan hoger uitvallen. In december 2014 is besloten om de aflopende tijdelijke contracten, bij goed functioneren, toch om te zetten naar vaste dienstverbanden. In de sw-loonkosten begroting is rekening gehouden dat alle aflopende arbeidscontracten zouden worden omgezet naar vaste dienstverbanden. In de praktijk bleek echter dat 25 arbeidscontracten niet zijn omgezet naar contracten voor onbepaalde tijd waardoor er een winst ten opzichte van de begroting is ontstaan. In februari 2015 hebben de bestuurders van de gemeenten in Oost-Groningen samen met de bestuurders van de Provincie Groningen, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de sociale partners het “Akkoord van Westerlee” gesloten. In dit akkoord is afgesproken dat de sw-bedrijven Wedeka en Synergon afgebouwd zullen worden door 60% van de sw-medewerkers te plaatsen bij reguliere werkgevers. Vanaf 1 januari 2018 zal er dan een nieuwe uitvoeringsorganisatie worden opgericht waar de overgebleven 40% van de sw-werknemers in ondergebracht zullen worden. Voor een deel van de huidige ambtelijke werknemers zal in dit nieuwe bedrijf dan geen plaats meer zijn en er zullen bedrijfspanden buiten gebruik gesteld worden. Het ministerie van SZW heeft aan de OostGroninger gemeenten een extra subsidie van € 18 miljoen in het vooruitzicht gesteld om deze transitie uit te voeren en de transitiekosten te kunnen betalen.
25
Hoofdstuk 3
Verplichte paragrafen
3.1 WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING Zoals begroot is het nadelig exploitatieresultaat over 2015 ad € 362.000,- ten laste van de algemene reserve gebracht waardoor een algemene reserve resteert van € 1.539.000,-. Gezien het risicoprofiel zou Wedeka Bedrijven, volgens haar accountant, over een algemene reserve moeten beschikken van 10% van de exploitatieomvang. In absolute bedragen zou dit een algemene reserve van ruim € 6 miljoen betekenen. Met de aangesloten gemeenten is in het kader van het omzetten van tijdelijke contracten naar arbeidscontracten voor onbepaalde tijd de afspraak gemaakt dat in 2016 een bedrag van € 1.227.000,- aan de algemene reserve worden onttrokken. Aangezien het resultaat over 2015 is uitgekomen op een tekort van € 362.000,-, is de algemene reserve aan het begin van 2016 € 312.000,- hoger dan van tevoren was verwacht. De resterende algemene reserve van € 1.539.000,- zal in 2016 in het geheel worden onttrokken. Vanaf 2017 zal Wedeka dan geen algemene reserve meer hebben, waardoor het volledige tekort door de deelnemende gemeenten zelf zal moeten worden opgebracht. Verder wordt verwezen naar paragraaf 4.7.
3.2 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Het onderhoud aan de kapitaalgoederen van Wedeka Bedrijven wordt door de Technische Dienst deels in eigen beheer uitgevoerd en deels uitbesteed aan externe bedrijven of specialisten. Het onderhoud kan worden uitgesplitst naar diverse vormen: - het werktuigbouwkundig onderhoud; - elektrotechnisch onderhoud; - bouwkundig onderhoud. Voor registratie en herkenning van de productiemiddelen wordt een middelen beheerssysteem gehanteerd. Middels dit systeem worden onder meer onderhoudsfrequenties, wettelijke keuringen, inspecties en machinegegevens geregistreerd.
3.3 FINANCIERING Algemene ontwikkelingen Via de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is de treasury van gemeenten en overheidslichamen geregeld. Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Ingevolge de wet heeft Wedeka een treasurystatuut opgesteld en is in de begroting en jaarrekening een financieringsparagraaf opgenomen, waarin verantwoording over het treasurybeleid wordt afgelegd.
26
Op 10 december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel verplicht schatkistbankieren. Alle decentrale overheden, waaronder Wedeka Bedrijven, moeten hun overtollige liquide middelen sindsdien aanhouden op een rekening-courant bij de schatkist die wordt beheerd door het Agentschap van het ministerie van Financiën. De decentrale overheden dragen hierdoor bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector respectievelijk een lagere staatsschuld. Treasurybeheer Wedeka heeft een, wat het treasurybeheer aangaat, laag risicoprofiel doordat de rentepercentages van de meeste langlopende leningen voor langere tijd vast liggen, geen gebruik wordt gemaakt van derivaten en de gelduitzettingen gering zijn. In dit jaarverslag zijn opgenomen: a. een toetsing van de netto vlottende schuld aan de wettelijk toegestane kasgeldlimiet; b. toetsing van de renterisico’s van de vaste schuld aan de vastgestelde renterisiconorm; c. een weergave van de kredietrisico’s; d. een financieringsoverzicht van de opgenomen geldleningen en de rentegevoeligheid hiervan. Ad. a. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de begroting van Wedeka. De netto vlottende schuld per kwartaal is het gemiddelde van de netto vlottende schuld op de laatste dag van iedere maand in het desbetreffende kwartaal. Deze netto vlottende schuld wordt getoetst aan de kasgeldlimiet.
Omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
Omvang van de begroting per 1 januari (= grondslag)
67.795
67.795
67.795
67.795
1 Toegestane kasgeldlimiet In procenten van de grondslag In een bedrag
8,20% 5.559
8,20% 5.559
8,20% 5.559
8,20% 5.559
2.833 722
3.167 621
2.400 491
933 495
9 518
12 821
12 631
10 343
3.028 5.559 2.531
2.955 5.559 2.604
2.248 5.559 3.311
1.075 5.559 4.484
2 Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden korter dan 1 jaar Schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld 3 Vlottende middelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar 4 Toets kasgeldlimiet a. Totaal netto vlottende schuld (2-3) b. Toegestane kasgeldlimiet (1) c. Ruimte (+) c.q. overschrijding (-) (b-a)
27
Ad. b. Renterisiconorm Het hierna volgende overzicht brengt de renterisico’s voor de vaste schuld in beeld. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal.
Omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
2016
2017
2018
2019
Basisgegevens 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 2 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a Nieuwe aangetrokken vaste schuld 3b Nieuwe verstrekte lange leningen 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 5 Betaalde aflossingen 6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7 Renterisico op vaste schuld (2+6)
1.189 1.189 139 139 139
900 900 900 900 900
900 900 900 900 900
900 900 900 900 900
Renterisiconorm 8 Omvang begroting van het komende jaar 9 Het bij min.regeling vastgestelde % 10 Renterisiconorm (8x9)
64.740 20,0% 12.948
64.740 20,0% 12.948
64.740 20,0% 12.948
64.740 20,0% 12.948
Toets renterisiconorm 11 Ruimte (+) c.q. overschrijding (-)
12.809
12.048
12.048
12.048
(10-7)
Ad. c. Kredietrisico Wedeka Bedrijven kent geen ongedekte risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichting van de tegenpartij als gevolg van insolvabiliteit of deficit.
Ad. d. Financiering Door middel van onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen.
Omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
Stand per 1 januari Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossing1 Rente-aanpassing (oud percentage) Rente-aanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december
Bedrag
Gemiddeld percentage
1.729 - 301 - 458 970
4,1%
Invloed op gemidd. perc.
4,3% 0,6%
5,6%
De ABN AMRO Bank N.V. heeft de laagrentende langlopende financiering (lening tegen variabele rente) opgezegd. 1
28
- 0,1% + 1,6%
3.4 VERBONDEN PARTIJEN Wedeka B.V. Wedeka Bedrijven is enig aandeelhouder van de besloten vennootschap Wedeka B.V. Voor inwoners van de deelnemende gemeenten die voor de Wwb (Wet werk en bijstand) in aanmerking komen worden maatschappelijke banen en leer-/werktrajecten bij diverse organisaties verzorgd. De vennootschap fungeert in formele zin als werkgever; de betaalde lonen worden door de gemeenten vergoed terwijl eventuele inleenvergoedingen weer ten gunste van de gemeenten komen. Door de invoering van de Participatiewet is het aantal maatschappelijke banen via de bv sterk afgenomen. In 2015 zijn nog enkele Wwb-ers en 60+-ers voor de gemeente Borger-Odoorn verloond. Verder worden in de bv de dienstverbanden verloond van medewerkers die bij Wedeka Bedrijven en de aangesloten gemeenten zijn gedetacheerd. Wedeka B.V. Geconsolideerde balans per 31 december 2015 (bedragen x € 1,-)
Vorderingen Liquide middelen
31-12-2015
31-12-2014
181.071
216.247
27.974
7.604
Rekening-courant Wedeka Bedrijven
89.573
117.407
Overlopende activa
21.097
23.695
Totaal
319.715
364.953
Eigen vermogen Resultaat 2014 Resultaat 2015
31-12-2015
31-12-2014
30.141
29.761 380
-605
Kortlopende schulden
115.886
95.345
Overlopende passiva
174.293
239.467
Totaal
319.715
364.953
Toelichting De activa en pass iva zijn gewaardeerd op de nominale waarde. De liquide middelen staan vrij ter beschikking. Het resultaat over 2014 is aan de algemene reserve toegevoegd. Exclusief een eventuele pensioenverplichting uit hoofde van een mogelijk verplichte deelname aan Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP); Wedeka B.V. heeft tegen een verplichte deelname protest aangetekend. Wedeka B.V. is 100% eigenaar van de Combo's Utrecht, 's-Hertogenbosch en Rotterdam B.V. De activiteiten van de Combo's zijn gestaakt.
Vaststelling Vastgesteld op 5 februari 2016.
J.A. Mug Directeur
E. Fissering Commissaris
Werkstad-Baanderij Op 1 oktober 2009 heeft er een bestuurlijke fusie plaatsgevonden met Stichting Baanderij en Werkstad B.V. “in liquidatie” (de bv is 100% dochtermaatschappij van de stichting). De Raad van Commissarissen van de stichting bestaat uit de leden van het Dagelijks Bestuur van Wedeka Bedrijven; de directie van Wedeka Bedrijven treedt op als Raad van Bestuur van de stichting.
29
3.5 BEDRIJFSVOERING Investeringsbeleid Naast de normale investeringen in gebouwen, installaties, inventarissen, etc. worden de investeringen bepaald door de eisen, die de markt stelt aan Wedeka Bedrijven. Dit betreft zowel wijzigingen van werkzaamheden als efficiency- en kwaliteitsverbeteringen bij bestaande werkzaamheden. Het is daarom in de begroting niet mogelijk om alle voorgenomen investeringen per actief te benoemen, omdat veelal de ontwikkeling van de markt wordt gevolgd en een aantal keren per jaar Wedeka wordt geconfronteerd met niet voorziene vervangingsinvesteringen. In de begroting wordt dan ook volstaan met het noemen van de geraamde totaal benodigde investeringsbedragen per soort investering, omdat per soort investering verschillende afschrijvingstermijnen worden toegepast. Voorafgaand aan een investering dient een rendementsberekening te worden opgesteld. Aan de hand van deze berekening wordt door de directeur beoordeeld of de geplande investering kan worden goedgekeurd. Hierbij wordt ook beoordeeld of de investering past binnen de in de goedgekeurde begroting geraamde investeringsbedragen. In februari 2015 is het Akkoord van Westerlee door de gemeenten getekend. Hierdoor zullen er zoveel mogelijk bedrijfsonderdelen met de werkzame medewerkers worden vervreemd. Er zal hierdoor uiterst terughoudend worden omgegaan met grote investeringen. Informatisering en automatisering De informatievoorziening binnen Wedeka is met name gericht op het ondersteunen van de bedrijfsprocessen. Hiervoor is hard- en software aanwezig voor de informatiesystemen ten behoeve van logistiek, financieel en personeel. De informatievoorziening kenmerkt zich door degelijkheid en bedrijfszekerheid. Om de continuïteit van al deze systemen te waarborgen zijn er het afgelopen jaar aanpassingen en investeringen uitgevoerd in zowel hard- als software. Het betreft onder meer vervanging en uitbreiding van pc’s, servers en back-upfaciliteiten alsmede het optimaliseren van de toegang tot centrale servers vanuit de vestigingen (o.a. terminalserver). Op termijn moet er worden bezien of de aanwezige software voor logistiek moet worden vervangen. Dit is mede afhankelijk van de benodigde logistieke informatie en de in de toekomst gevoerde productieprocessen bij Wedeka. Ook moet er rekening worden gehouden met de continuïteit en onderhoudsmogelijkheden van de aanwezige logistieke software en de hiervoor benodigde hardware. WNT-verantwoording 2015 Wedeka Bedrijven Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Wedeka Bedrijven van toepassing zijnde regelgeving, te weten het algemene WNT-maximum. Het bezoldigingsmaximum voor de directieleden bedraagt in 2015 € 178.000,- en voor de leden van het Dagelijks Bestuur € 230.474,-. Het weergegeven toepasselijke WNTmaximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte.
30
Leidinggevende topfunctionarissen Bedragen x € 1,Functies Duur dienstverband Omvang dienstverband (in fte) *) Gewezen topfunctionaris? (Fictieve) dienstbetrekking? Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum
J.A. Mug Directeur
J.T.H. Edzes Adjunct directeur
F.J.C. Boen Voorzitter
1/1 - 31/12 1,0 nee ja nvt
1/1 - 31/12 1,0 nee ja nvt
1/1 - 31/12 1,0 nee nee ja
105.060 1.125 0 106.185 89.000
76.807 0 0 76.807 89.000
0 0 0 0 230.474
De bezoldiging van de heer Mug is hoger dan de norm maar valt onder het overgangsrecht. De omvang van het dienstverband van de heren Mug en Edzes bij Wedeka Bedrijven is 1,0 fte. Omdat beide heren voor 50% bij de EMCO-groep zijn gedetacheerd zijn de bezoldiging en het WNT-maximum pro rato vermeld. Bovengenoemde bedragen zijn exclusief de fiscale bijtelling van de auto van de zaak van respectievelijk € 5.576,- en € 4.272,-. Gegevens 2014 Functies in 2014 Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband (in fte) *) Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging 2014 Individueel WNT-maximum 2014
Directeur 1/1 - 31/12 1,0
Adjunct directeur 1/1 - 31/12 1,0
110.921 1.125 0 112.046 115.237
79.017 0 0 79.017 115.237
Ook in 2014 was sprake van de bovengenoemde 50% detachering bij de EMCO-groep. De bezoldiging in 2014 was binnen de gestelde norm.
Functies Duur dienstverband Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris? (Fictieve) dienstbetrekking? Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum
J.F.A. Alberts Secretaris
B. Wierenga Vice-voorzitter
L. Veenstra Lid DB
S. Lok Lid DB
1/1 - 31/12 1,0 nee nee ja
1/1 - 31/12 1,0 nee nee ja
1/1 - 31/12 1,0 nee nee ja
1/1 - 31/12 1,0 nee nee ja
0 0 0 0 230.474
0 0 0 0 230.474
0 0 0 0 230.474
0 0 0 0 230.474
31
Toezichthoudende topfunctionarissen Het Algemeen Bestuur is belast met het toezicht. De bovengenoemde leden van het Dagelijks Bestuur (DB) zijn tevens lid van het Algemeen Bestuur en bekleden dezelfde functie als in het DB. Het Algemeen Bestuur bestond in het verslagjaar uit de volgende leden: Gemeente Stadskanaal Mevr. B.A.H. Galama Mevr. G. Brongers Dhr. F.J.C. Boen (voorzitter, lid DB) Dhr. P.W. Gelling Dhr. H.J. Hamster Gemeente Vlagtwedde Mevr. L.A.M. Kompier Mevr. G. Luth Dhr. S. Lok (lid DB) Gemeente Borger-Odoorn Dhr. J.F.A. Alberts (secretaris, lid DB) Dhr. A. Trip Gemeente Veendam Dhr. B. Wierenga (vice-voorzitter, lid DB) Dhr. J. Velema Dhr. H.J. Schmaal Gemeente Menterwolde Mevr. L. Veenstra (lid DB) Dhr. H. Wind Evenals voor de DB-leden geldt voor de AB-leden dat zij gedurende het gehele jaar zonder vergoeding bestuurder zijn geweest, er niet sprake is van gewezen topfunctionarissen of van (fictieve) dienstbetrekkingen. Het toepasselijke WNT-maximum van de voorzitter van het AB bedraagt 15% van de norm en van de overige leden van het AB 10% van de norm.
32
Organisatiestructuur Algemeen Bestuur
Dagelijks Bestuur Raad van Advies
Directie
Ondernemingsraad
Personeelsmanagement
Financiën & Control
Bedrijfskundige Zaken
Inkoop
Technische Dienst
Commercie
Divisie Industrie
Divisie Groen & Infra
Divisie Trajecten
WI Oosterkade
GI Stadskanaal
Trajectbegeleiding
WI Electronicaweg
GI Ter Apel
Detacheringen
WI Ter Apel
GI Veendam
WI Veendam
Kringloop & Milieu
33
Hoofdstuk 4
Jaarrekening
4.1 BALANS PER 31 DECEMBER (x € 1.000,-) Activa
2015
2014
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
50 8.092 184
68 8.526 262
Totaal
8.326
8.856
Vlottende activa Voorraden Uitzettingen Liquide middelen Overlopende activa
487 2.166 238 227
550 2.785 304 129
Totaal
3.118
3.768
11.444
12.624
Totaal generaal
34
Passiva
2015
2014
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve KL Stadskanaal
1.539 1.001
1.901 1.051
Totaal
2.540
2.952
970
1.729
Vlottende passiva Crediteuren Overige schulden Rekening-courant Wedeka B.V. Banken Overlopende passiva
744 3.374 90 1.038 2.688
1.298 4.146 117 1.788 594
Totaal
7.934
7.943
11.444
12.624
Vaste passiva
Vaste schulden Leningen o/g
Totaal generaal
Opgemaakt 12 april 2016
Vastgesteld
J.A. Mug, directeur
F.J.C. Boen, voorzitter
H. Rozema, hoofd F&C
J.F.A. Alberts, secretaris
35
4.2 OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN (x € 1.000,-) Omschrijving Omzet Voorraadmutaties Bruto bedrijfsopbrengsten Kosten grondstoffen e.d.
Begroting 2015 19.837 19.837 3.000
Bedrijfsopbrengsten Overige pers.kosten Wsw Salariskosten ambtelijk personeel Afschrijvingen Rentelasten Dienstverlening derden Overige bedrijfskosten Diverse lasten Diverse baten Buitengewone lasten
2014
20.182 56 20.126 3.168
20.766 23 20.743 3.437
16.837
16.958
17.306
962
796
815
6.587 1.311 255 424 4.927 15 15 50
6.332 1.166 65 403 4.377 81 131 50
6.827 1.220 89 421 4.695 149 146 48
Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat (+ = winst) Rijksbijdragen Loonkosten Wsw-personeel Begeleid Werken
2015
14.516
13.139
14.118
2.321
3.819
3.188
45.031 - 49.691 638
45.645 - 49.364 512
47.260 - 50.692 423
Subsidieresultaat (- = verlies)
- 5.298
- 4.231
- 3.855
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
- 2.977
-
-
Onttrekking bestemmingsreserve KLSK Gemeentelijke bijdragen Onttrekking algemene reserve Toevoeging algemene reserve
50 2.253 674 -
50
50
362 -
617 -
-
-
-
Resultaat na bestemming
36
412
667
4.3 KASSTROOMOVERZICHT (x € 1.000,-) Omschrijving
2015
2014
Herkomst van middelen Afschrijvingen Desinvesteringen Aflossingen leningen fiets- fitnessprojecten (u/g) Opname geldleningen (o/g)
1.166 168 174 -
1.220 89 161 -
Totaal herkomst (A)
1.508
1.470
882 96 759 362 50
1.432 186 508 617 50
2.149
2.793
-
641
- 1.323
Voorraden Uitzettingen Liquide middelen Overlopende activa Mutatie vlottende activa (C)
-
63 619 66 98 650
-
Crediteuren Overige schulden Rekening-courant Wedeka B.V. Banken Overlopende passiva Mutatie vlottende passiva (D)
-
Besteding van middelen Investeringen Verstrekking leningen fiets- fitnessprojecten (u/g) Aflossing geldleningen (o/g) Onttrekking algemene reserve resultaat 2015 / 2014 Onttrekking bestemmingsreserve KLSK Totaal besteding (B)
Mutatie van het financieringstekort (A-B) (- = toename)
Mutatie in het werkkapitaal (C-D)
-
554 772 27 750 2.094 9
-
641
-
59 69 49 1 58
-
574 668 - 570 1.788 69 1.381
- 1.323
(- = afname)
37
4.4 GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING INLEIDING Ter bevordering van een juiste interpretatie van de jaarrekening worden in deze paragraaf de grondslagen toegelicht waarop de financiële verslaggeving is gebaseerd. Het uitgangspunt is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2004 (BBV). Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de betreffende balanspost anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Voor zover het BBV niet anders voorschrijft, zijn de lasten en baten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Voortzetting van activiteiten In oktober 2014 hebben Gedeputeerde Staten van Groningen met steun van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de commissie ‘Ruim baan voor Oost-Groningen’ (ook wel Commissie Van Zijl) geïnstalleerd. Dit gezien de specifieke problematiek van de sociale werkvoorziening in Oost-Groningen en de grote gevolgen die de invoering van de Participatiewet vanaf 1 januari 2015 zowel inhoudelijk als financieel met zich meebrengt voor de betrokken sw-bedrijven (Synergon en Wedeka) en gemeenten. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is bereid in de periode 2015 – 2018 een financiële bijdrage van maximaal 18 miljoen euro beschikbaar te stellen. De eerste adviesopdracht van de commissie heeft geleid tot het “Akkoord van Westerlee”, het bestuursakkoord dat op 27 februari 2015 door de betrokken partijen is getekend. Medio 2015 is het Plan van Aanpak gepresenteerd en op 2 februari 2016 zijn de colleges van de betrokken gemeenten akkoord gegaan met een geactualiseerd plan om te komen tot de inrichting van een nieuwe regionale uitvoeringsorganisatie die de ondersteuning van alle doelgroepen van de Participatiewet voor zijn rekening gaat nemen. Het plan is om de sw-bedrijven Synergon en Wedeka Bedrijven afzonderlijk af te bouwen en onderdeel te laten uitmaken van de nieuwe uitvoeringsorganisatie. Het vormgeven en inrichten van de nieuwe uitvoeringsorganisatie en het in beeld brengen van de gevolgen voor de sw-bedrijven zal in een businesscase worden uitgewerkt en doorgerekend. Naar verwachting zal dit in de zomer van 2016 gereed zijn waarna besluitvorming in de gemeenteraden zal plaatsvinden. Om deze reden is de jaarrekening van Wedeka opgesteld onder de veronderstelling van voortzetting van activiteiten.
BALANS Immateriële en materiële vaste activa De (im-)materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn.
38
De afschrijvingsduur van de kosten van het oversluiten van geldleningen (boeterentes) is maximaal gelijk aan de looptijd van de betreffende leningen. Op grond wordt niet afgeschreven. Voor het overige vindt afschrijving plaats op basis van een vast percentage van historische aanschafprijs. De meest gebruikte afschrijvingstermijnen bedragen in jaren zijn: Gronden en terreinen Voorziening aan terreinen Gebouwen Installaties Machines Inventarissen Vervoermiddelen
niet van toepassing 20 40 20/10 10/5 10 7
Financiële vaste activa In deze rubriek worden kapitaalverstrekkingen en leningen aan deelnemingen en overige verbonden partijen verantwoord. Waardering vindt plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met eventuele duurzame waardeverminderingen; afschrijving vindt niet plaats. De uitgeleende gelden zijn opgenomen tegen de leningsbedragen verminderd met de aflossingen. Verbonden partijen De informatie met betrekking tot de verbonden partijen is opgenomen in paragraaf 3.4 van het jaarverslag. Voorraden De grondstoffen worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen gebaseerd op de gemiddeld betaalde inkoopprijs. Verschillen tussen de verrekenprijs en betaalde inkoopprijs worden als bedrijfsresultaat verantwoord. Waardering van de voorraden halffabrikaat en gereed product vindt plaats tegen de fabricagekostprijs of indien lager tegen de verkoopprijs. Incourante voorraden zijn afgewaardeerd tot marktwaarde. Het onderhanden werk wordt gewaardeerd op basis van het bestede materiaalverbruik en de mensuren tegen de verwachte netto uuropbrengst, onder aftrek van de bedragen die reeds aan opdrachtgevers in rekening zijn gebracht. Uitzettingen De uitzettingen (vorderingen) worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De vorderingen zijn waar mogelijk en wenselijk verzekerd bij een kredietverzekeringsmaatschappij; vorderingen op natuurlijke personen die niet voor eigen rekening een bedrijf uitoefenen en vorderingen op overheidsinstellingen (Rijk, provincie en gemeente) zijn daarbij uitgesloten. Vorderingen op failliete debiteuren zijn afgewaardeerd voor zover deze niet verzekerd zijn; deze afwaardering wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen De liquide middelen zijn tegen nominale waarde opgenomen en omvatten bank-, giro- en kassaldi. Rekening-courant Wedeka B.V. Het saldo in rekening-courant is tegen de nominale waarde opgenomen.
39
Overlopende activa De overlopende activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen De algemene reserve is gevormd uit de exploitatieoverschotten tot en met 2010 en is sinds 2011 bestemd ter dekking van de exploitatietekorten. Na de liquidatie van Werkstad B.V. is het via Stichting Baanderij uitgeleende kapitaal in 2012 omgezet in de bestemmingsreserve Kringloop Stadskanaal ten behoeve van de exploitatie van de (ver-)nieuwbouw daarvan. Met ingang van 2013 wordt jaarlijks een bedrag aan deze reserve onttrokken ten gunste van de exploitatierekening. In de begroting 2013 is een onttrekking geraamd van € 50.000,-. Op basis hiervan is de reserve voor 23 jaar toereikend. Vaste schulden De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de reeds gedane aflossingen. Het betreft schulden met een looptijd langer dan een jaar, inclusief de aflossingsverplichtingen voor het volgende jaar. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Deze verplichtingen omvatten de binnen één jaar vervallende schulden. Niet opgenomen zijn jaarlijkse verplichtingen van vergelijkbaar volume die verband houden met arbeidskosten zoals vakantiegelden.
OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN Omzet De omzet is de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten (exclusief omzetbelasting) en onder aftrek van kortingen. Voorraadmutaties De voorraadmutaties hebben betrekking op de voorraden gereed product en onderhanden werk. Kosten grondstoffen e.d. Dit betreft de kosten van grondstoffen, halffabrikaten en uitbesteed werk. De grondstoffen en halffabrikaten worden berekend op basis van vaste verrekenprijzen. Lonen Wsw-werknemers Hieronder wordt verstaan het bruto bedrag van de uitbetaalde lonen, eindejaarsuitkering, vakantiegelden, pensioenpremies en sociale lasten voor Wsw-werknemers. Ziekengelden / WAO-uitkeringen Dit betreft de over het kalenderjaar van de bedrijfsvereniging te ontvangen uitkeringen op grond van de Ziektewet (ZW) en de te ontvangen WAO-uitkeringen i.v.m. het 2e jaar arbeidsongeschiktheid. Overige personele kosten Wsw Hieronder worden verstaan de reiskosten en eigen bijdragen voor woon-werkverkeer en overige personele kosten zoals kosten arbodienst, opleidingen en werkkleding.
40
Salariskosten ambtelijk personeel Hieronder wordt verstaan de over het jaar verschuldigde salarissen, de in het verslagjaar betaalde vakantiegelden, eindejaarsuitkering, pensioenpremies en de daarmee samenhangende sociale lasten zoals ZVW-premies. Overige bedrijfskosten De overige bedrijfskosten worden berekend op basis van historische kosten. Rentelasten / baten De rentekosten bestaan uit de rentelast van de langlopende geldleningen en de in rekeningcourant opgenomen gelden. De rentebaten hebben betrekking op de van banken ontvangen rente voor tegoeden in rekening-courant. Rijksbijdragen De rijksbijdragen betreffen de subsidies van de gemeenten voor het door Wedeka Bedrijven gerealiseerde aantal arbeidsjaren en waarvoor de gemeenten bijdragen van het Rijk ontvangen.
KASSTROOMOVERZICHT Dit overzicht sluit aan bij de mutaties van de balansposten in vergelijking met het voorgaande jaar.
41
4.5 TOELICHTING OP DE BALANS (x € 1.000,-) VASTE ACTIVA 2015 Immateriële vaste activa Boekwaarde per 1 januari Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
-
68 18 50
2014
-
87 19 68
De immateriële vaste activa hebben betrekking op de boeterentes die in tot en met 2003 zijn betaald in verband met vervroegde aflossing van langlopende leningen o/g.
Materiële vaste activa Boekwaarde per 1 januari Saldo investeringen / desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
8.526 714 - 1.148 8.092
8.384 1.343 - 1.201 8.526
Verhouding afschrijvingen / gemiddelde boekwaarde
13,8 %
14,2 %
De belangrijkste investeringen betreffen de opslagruimte (bunker) gevaarlijke stoffen (€ 90.000,-), uitbreiding/verplaatsen varia-afdeling WI Ter Apel (€ 46.000,-), schilderwerk buitenzijde WI Veendam en Onderhoudsdienst (€ 24.000,-), inrichten 2e afdeling Paragon WI Veendam (€ 19.000,-), kantoortuin en brandmeldings- en ontruimingsinstallatie Trajecten (€ 58.000,-) alsmede (vervangings-)investeringen in (vracht-)auto’s, tractoren en diverse machines.
Financiële vaste activa Boekwaarde per 1 januari Saldo investeringen / desinvesteringen Aflossingen Boekwaarde per 31 december
-
262 96 174 184
-
237 186 161 262
De (des-)investeringen en aflossingen betreffen de leningen aan het personeel in het kader van de fiets- en fitnessprojecten. In deze rubriek zijn de aandelen in Wedeka B.V. gewaardeerd op € 0,45.
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Grondstoffen Halffabricaten Gereed product Diverse voorraden
42
330 35 114 8 487
366 38 136 10 550
De omlooptijd van de gemiddelde voorraden bedraagt in dagen: - grondstoffen - halffabricaten - gereed product
Uitzettingen Debiteuren: - tot 2 maanden oud - ouder dan 2 maanden Subtotaal debiteuren Diversen
Vorderingen op openbare lichamen Incassotermijn debiteuren in dagen Nog openstaand bedrag per 1 maart (na afwaardering)
2015
2014
184 126 87
165 119 83
1.990 176 2.166 2.166
2.649 135 2.784 1 2.785
420 33 63
1.121 31 171
In verband met de economische situatie was het totaal van de debiteurenvorderingen sinds 2009 met € 50.000,- afgewaardeerd. Gezien de schade-ontwikkeling van de afgelopen jaren is deze afwaardering dit jaar teruggebracht tot € 20.000,-.
Liquide middelen Banken Kassen
231 7 238
296 8 304
25 43 155 4 227
11 23 83 12 129
De liquide middelen staan vrij ter beschikking.
Overlopende activa Nog te ontvangen bijdragen van overige overheid Overige nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Diversen
De nog te ontvangen bijdragen van overige overheid betreft van gemeenten respectievelijk werkvoorzieningschappen te ontvangen rijksbijdragen 2015. Overige nog te ontvangen bedragen zijn vooral voor derden verrichte diensten (Detacheringen) en bij de vooruitbetaalde bedragen gaat het met name om verzekeringspremies, kosten voor onderhoudscontracten, huren en motorrijtuigenbelasting voor 2016.
43
EIGEN VERMOGEN 2015 Algemene reserve Saldo 1 januari Onttrekking resultaat 2015 / 2014
-
Saldo per 31 december
Bestemmingsreserve Kringloop Stadskanaal Saldo 1 januari Onttrekking Saldo per 31 december
1.901 362
2014
-
1.539
-
1.051 50 1.001
2.518 617 1.901
-
1.101 50 1.051
De bestemmingsreserve is gevormd uit de kapitaaluitkering na liquidatie van Werkstad B.V. Sinds 2013 wordt jaarlijks een bedrag van € 50.000,- aan de reserve onttrokken ten behoeve van de exploitatie van de (ver-)nieuwbouw van KL Stadskanaal.
VASTE SCHULDEN Leningen o/g Saldo leningen banken per 1 januari Aflossingen leningen banken Saldo per 31 december
1.729 - 759 970
2.237 - 508 1.729
De ABN AMRO Bank N.V. heeft de laagrentende langlopende financiering (lening tegen variabele rente) opgezegd. De restschuld ad € 458.000,- is op 3 juni 2015 afgelost. Omreden van de lage rentepercentages voor rekening-courant krediet en kasgeldleningen zijn geen nieuwe langlopende leningen aangetrokken (zie ook 4.7 toelichting op het kasstroomoverzicht). Het eindsaldo is inclusief de aflossingsverplichting van € 139.000,- voor volgend jaar.
VLOTTENDE PASSIVA Crediteuren Omvang per 31 december
Overige schulden Omzetbelasting Loonheffing Sociale premies Te verrekenen met personeel Nog te betalen kosten
744
1.298
656 1.554 72 153 939 3.374
665 1.666 118 156 1.541 4.146
De belastingen en sociale premies betreffen de af te dragen bedragen over het laatste kwartaal respectievelijk de maand december 2015. Te verrekenen met personeel betreft met name nog te betalen lonen en salarissen. 44
In de nog te betalen kosten zijn de volgende posten begrepen: - gemeenten, s.e. taakstelling 2012 - gemeenten, s.e. taakstelling 2014 - kwaliteitstraject Divisie Groen & Infra - verlofrechten gepensioneerden - transitorische rente leningen o/g - energiekosten - investeringsbijdragen TDC’s
2015
2014
231 105 48 24 38 126
231 514 206 116 31 3 145
De ‘s.e. taakstellingen’ zijn de aan de gemeenten terug te betalen bedragen in verband met onderrealisatie van het aantal arbeidsjaren (s.e.’s) waarvoor rijksbijdragen zijn ontvangen. Het per ultimo 2015 resterende bedrag over 2012 is begin 2016 afgewikkeld.
Rekening-courant Wedeka B.V. Saldo per 31 december
90
117
Via de rekening-courant worden wederzijdse vorderingen en schulden tussen Wedeka Bedrijven en Wedeka B.V. verrekend.
Banken Saldo per 31 december
1.038
1.788
2.116 32 78 218 244 2.688
55 37 78 180 244 594
Dit betreft de schuld in rekening-courant bij de BNG Bank.
Overlopende passiva Vooruitontvangen bijdragen van overige overheid Nog te ontvangen facturen Vooruitontvangen Onderhanden werk Diversen
De vooruitontvangen bijdragen van overige overheid betreft met name de ontvangen gemeentelijke bijdragen die terugbetaald zullen worden. Nog te ontvangen facturen heeft betrekking op de levering van goederen, zowel op voorraad als rechtstreeks ten behoeve van de productie-orders. Vooruitontvangen bedragen en het onderhanden werk betreffen nog uit te voeren werkzaamheden door met name de groenbedrijven en Trajectbegeleiding. De post diversen tot slot omvat met name nog af te wikkelen ziekengelden / WAOuitkeringen en bijdragen inzake het Arbeidstrainingscentrum in Veendam.
45
4.6 TOELICHTING OP HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN (x € 1.000,-) Begroting 2015
2015
2014
1.510 830 965 1.300 4.605
1.626 829 986 1.327 4.768
1.642 851 956 1.301 4.750
85 582 370 1.037
82 622 402 1.106
93 598 366 1.057
3.000 2.050 1.600 6.650
2.908 2.105 1.559 6.572
2.948 2.201 1.680 6.829
2.310 2.235 4.545
2.342 2.170 4.512
2.358 2.312 4.670
16.837
16.958
17.306
Omvang fte’s (= volledige dienstverbanden) per groep Divisie Industrie 764,0 Kringloop & Milieu 76,0 Divisie Groen & Infra 564,0 Divisie Trajecten 224,0 Stafafdelingen 30,0 Totaal (excl. Begeleid Werken) 1.658,0
760,8 74,3 563,9 216,5 29,6 1.645,1
789,4 78,4 579,4 234,6 31,2 1.713,0
Toegevoegde waarde per fte (in euro’s) Divisie Industrie Kringloop & Milieu Divisie Groen & Infra Divisie Trajecten Staf- en ondersteunende afdelingen Totaal (gemiddeld, excl. Begeleid Werken)
6.267 14.886 11.655 20.841 10.308
6.017 13.482 11.786 19.906 10.103
Toegevoegde waarde Divisie Industrie WI Oosterkade WI Electronicaweg WI Ter Apel WI Veendam
Kringloop & Milieu KL Gasselternijveen KL Stadskanaal - Ter Apel KL Veendam
Divisie Groen & Infra GI Stadskanaal GI Ter Apel GI Veendam
Divisie Trajecten Trajectbegeleiding Detacheringen
Totaal toegevoegde waarde
46
6.027 13.645 11.791 20.290 10.155
De totale toegevoegde waarde is € 121.000,- hoger dan het gebudgetteerde bedrag, waarbij het aantal fte’s 12,9 minder is dan begroot. Ten opzichte van het voorgaande verslagjaar is de netto toegevoegde waarde € 348.000,lager. Deze daling wordt volledig veroorzaakt door de afname van het aantal medewerkers met 67,9 fte’s. Bij Wedeka hebben de afgelopen jaren mensen gewerkt vanuit een traject. Dit personeel is niet opgenomen in de genoemde aantallen fte’s. Divisie Industrie De toegevoegde waarde van de Divisie Industrie is ten opzichte van 2014 met een bedrag van € 18.000,- toegenomen tot € 4.768.000,-. Ten opzichte van de begroting is de realisatie € 163.000,- hoger uitgekomen dan van tevoren was verwacht. Deze extra opbrengst wordt vooral gerealiseerd door het binnenhalen van grotere volumes verpakkingswerk die dan vervolgens bij andere verpakkingsbedrijven worden uitbesteed, waardoor er extra marge wordt gerealiseerd. Kringloop & Milieu De opbrengsten van Kringloop & Milieu waren het afgelopen jaar € 69.000,- hoger dan begroot. Ten opzichte van 2014 is de opbrengst met € 49.000,- gestegen. Onder Kringloop & Milieu worden naast de winkelopbrengsten van de kringloopwinkels ook de opbrengsten van afvalverwerking verantwoord. Divisie Groen & Infra Bij deze divisie zijn de opbrengsten € 78.000,- lager dan gebudgetteerd en ten opzichte van 2014 is de opbrengst gedaald met een bedrag van € 257.000,-. De opbrengsten lopen terug door een afnemende populatie medewerkers enerzijds en anderzijds door bezuinigingen op groenonderhoud door overheidsinstellingen en bedrijven. Divisie Trajecten De opbrengsten voor Trajectbegeleiding zijn € 32.000,- hoger uitgekomen dan geprognosticeerd en € 16.000,- lager dan de opbrengst in het jaar ervoor. Met de gemeenten zijn Trainings- en Diagnose Centra opgezet in Stadskanaal en Veendam. Hier worden inwoners met een Wwb- of Wajong-uitkering getest en getraind door trajectbegeleiders van Wedeka en trajectbegeleiders van de gemeenten. De aangesloten gemeenten betalen aan Wedeka een vergoeding voor gebruik van de medewerkers en gebruik van de infrastructuur. Onder de divisie Trajecten worden naast de opbrengsten voor Trajectbegeleiding ook de detacheringsopbrengsten verantwoord. Deze zijn met € 142.000,- afgenomen ten opzichte van de gerealiseerde opbrengsten in 2014. Ten opzichte van de begroting zijn de opbrengsten € 65.000,- lager uitgekomen dan begroot. De afname van de opbrengsten wordt ook hier veroorzaakt door de afname van het aantal medewerkers. Het beleid van Wedeka is erop gericht om zoveel mogelijk medewerkers een passende baan te geven buiten de muren van Wedeka.
47
Overige personele kosten Wsw Reiskosten woon-werk Bedrijfsgeneeskundige zorg Opleidingskosten Vermindering loonheffing onderwijs Werkkleding Overige personele kosten Wsw Totale overige personele kosten Wsw
Begroting 2015
2015
2014
275 142 116 171 201 399 962
240 129 126 268 196 373 796
275 129 193 305 193 330 815
-
-
-
De overige personele kosten Wsw zijn € 19.000,- lager dan in 2014. De reiskosten woon-werk zijn lager doordat er minder fte’s in dienst zijn geweest. De opleidingskosten vallen lager uit dan in 2014. Dit wordt veroorzaakt doordat de scholen een lager bedrag aan schoolgeld doorberekenen dan in het voorgaande jaar.
Salariskosten ambtelijk personeel Salariskosten actief ambtelijk personeel Salariskosten doorberekend uit Wedeka B.V. Salariskosten Wedeka Baanderij Subtotaal salariskosten Doorber. salarisk. gedetacheerd personeel Overige ambtelijke personele kosten Totaal salariskosten
6.091 363 480 6.934 - 464 117 6.587
5.910 356 461 6.727 - 504 109 6.332
6.370 322 507 7.199 - 495 123 6.827
Aantal actieve ambtenaren Wedeka Bedrijven Personeel in dienst Wedeka B.V. Personeel Wedeka Baanderij Subtotaal ambtelijk personeel Gedetacheerde ambtenaren Totaal aantal ambtenaren (fte’s gemiddeld)
83,92 7,33 7,06 98,31 - 4,98 93,33
82,02 7,30 7,06 96,38 - 4,96 91,42
86,73 7,08 7,87 101,68 - 4,98 96,70
1:18,3
1:18,4
1:18,1
Verhouding actief ambtelijk : Wsw-personeel (fte’s incl. Begeleid Werken)
WNT De informatie met betrekking tot de nieuwe Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is opgenomen in paragraaf 3.5 van het jaarverslag.
48
Het totaal van de salariskosten ambtelijk personeel is € 255.000,- lager dan begroot. De belangrijkste verschillen zijn: - er zijn ten opzichte van de begroting 2015 1,91 fte’s minder in dienst geweest + € 129.000,- meer inleenvergoedingen voor gedetacheerde ambtenaren ontvangen + 40.000,- vrijval voorziening verloftegoeden + 24.000,- lagere salariskosten Baanderij + 20.000,- overige incidentele afwijkingen + 42.000,(+ = voordeel)
De overige ambtelijke personele kosten betreffen onder andere de reiskosten woon/werkverkeer, studiekosten en kosten voor Arbo dienstverlening.
Afschrijvingen Afschrijving vaste activa
Begroting 2015
2015
2014
1.311
1.166
1.220
De afwijking ten opzichte van de begroting is ontstaan doordat diverse begrote investeringen nog niet, op een andere wijze, of later in het jaar zijn uitgevoerd dan geraamd.
Rentelasten Rentelasten leningen o/g Rentelasten / baten overig
255 255
63 2 65
86 3 89
De daling van de rentelasten van de langlopende leningen is het gevolg van de lagere schuldpositie door de aflossingen van 2014 en de vervroegde aflossing van de langlopende lening bij de ABN AMRO Bank N.V. in 2015. Om te voorzien in de financieringsbehoefte zijn in 2015 kortlopende geldleningen aangetrokken bij de BNG Bank. De rentepercentages van deze kasgeldleningen zijn aanzienlijk lager dan de percentages die betaald moeten worden voor langlopende leningen. De overige rente betreft met name de rente betaald voor deze kasgeldleningen.
Dienstverlening derden Lasten dienstverlening derden
424
403
421
Onder deze post worden naast de kosten van inhuur van het externe personeel ook de opbrengsten die Wedeka ontvangt voor dienstverlening aan derden verantwoord. Naast de kosten van inhuur van extern personeel worden onder dienstverlening derden ook de kosten van uitbesteding salarisadministratie, juridische expertise en de kosten die samenhangen met de ISO- en VCA certificering verantwoord.
49
Begroting 2015
2015
2014
383 1.523 1.394 382 420 825 4.927
402 1.527 1.097 372 341 638 4.377
415 1.500 1.276 370 393 741 4.695
Overige bedrijfskosten Huur- en leasekosten Onderhoudskosten Energiekosten Belastingen en verzekeringen Indirecte productiekosten Algemene kosten
De overige bedrijfskosten zijn € 318.000,- lager dan in 2014 en € 550.000,- lager dan gebudgetteerd. Dit valt als volgt te verklaren. De huur- en leasekosten komen € 19.000,- hoger uit dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door het huren van een extra loods voor de groenvestiging in Stadskanaal. Het budget onderhoudskosten is ongeveer conform de begroting gerealiseerd. De energiekosten zijn € 197.000,- lager uitgevallen dan gebudgetteerd. Dit wordt vooral veroorzaakt door het nemen van verschillende energiebesparende maatregelen. De zachte winter en de veel lagere energieprijzen hebben daarnaast invloed gehad op de lagere kosten ten opzichte van de begroting. Bij belastingen en verzekeringen vallen de kosten voor de verzekeringen € 10.000,- lager uit dan voorzien en op ongeveer hetzelfde niveau als het voorgaande jaar. De werkelijke indirecte productiekosten liggen € 79.000,- lager dan begroot. Dit is vooral gerealiseerd door minder aanschaf van hulpstoffen en kleine gereedschappen. De algemene kosten zijn € 187.000,- lager dan gebudgetteerd. Besparingen worden onder andere gerealiseerd op verkoopkosten, telefoonkosten, minder reiskosten voor zakelijke dienstreizen, kantoorbenodigdheden, contributies en bedrijfsafval.
Diverse lasten Schades Incourante voorraden en voorraadverschillen Verkoopres. grondst. / prijs- en herwaard.verschillen Boetes Terugbetaalde rijkssubsidie Resultaat oninbare vorderingen Overige diverse lasten
15 15
40 13 1 16 11 81
37 63 12 17 6 14 149
Naast het eigen risico bij schades zijn via deze post ook niet gedekte schades afgewikkeld. De incourante voorraden en voorraadverschillen hebben betrekking op correcties in de voorraadadministratie en afwaardering van goederen waarvan wij verwachten dat deze niet meer gebruikt kunnen worden.
50
Begroting 2015 Diverse baten Verkoopres. grondst. / prijs- en herwaard.verschillen Schades Boekverlies / -winst desinvesteringen Omzetbonussen WOZ-verlagingen Vrijval voorziening dubieuze debiteuren Afrekening energie Overige baten
15 15
2015
2014
22 8 6 19 30 42 4 131
39 24 26 22 20 15 146
In voorgaande jaren is er een te hoge voorziening dubieuze debiteuren gevormd. Deze voorziening is gedeeltelijk teruggebracht tot een normaal niveau waarbij het te hoge bedrag, ad € 30.000,- is vrijgevallen ten gunste van het resultaat. Bij het plaatsen van een gasmeter in een vestiging bleek dat de energiemaatschappij ons een te hoog bedrag aan vastrecht in rekening heeft gebracht over de afgelopen 10 jaar. Dit bedrag van € 42.000,- is dit jaar terug ontvangen. Buitengewone lasten Buitengewone lasten
50
50
48
0,70
0,70
0,70
Rijksbijdragen Subsidie via gemeente Borger-Odoorn Subsidie via gemeente Menterwolde Subsidie via gemeente Stadskanaal Subsidie via gemeente Veendam Subsidie via gemeente Vlagtwedde Subsidie via buitengemeenten Afwikkelingsverschil Totaal rijksbijdragen
4.209 3.249 18.067 10.874 7.331 1.301 45.031
4.243 3.174 17.885 11.127 7.351 1.866 1 45.645
4.519 3.445 18.479 11.355 7.575 1.887 47.260
Gemiddeld aantal s.e.'s (incl. Begeleid Werken) Rijksbijdragen (gemiddeld) per s.e. (in euro’s)
1.768,0 25.470
1.750,8 26.071
1.807,5 26.146
Aantal fte’s Dit betreft de kosten van één wachtgelder.
Met de invoering van de Participatiewet is de systematiek van de bevoorschotting door het Rijk gewijzigd. Tot en met 2014 werd de hoogte van de rijksbijdrage gekoppeld aan de realisatie van het aantal arbeidsjaren tegen een vast bedrag per s.e. Nu ontvangen de gemeenten als onderdeel van de integratie-uitkering Sociaal domein een lumpsum bedrag dat wordt doorbetaald aan Wedeka Bedrijven. Doordat er niet meer afgerekend hoeft te worden op basis van de werkelijke realisatie verschilt de gemiddelde bijdrage per s.e. per gemeente. Voor (oud-)inwoners uit onze gemeenten die bij andere schappen werken wordt door Wedeka een vast bedrag van € 25.600,- aan die andere schappen doorbetaald. Wedeka ontvangt hetzelfde bedrag van buitengemeenten voor werknemers die (voorheen) in de buitengemeenten woonden. 51
Begroting 2015
2015
2014
Loonkosten Wsw Lonen Wsw Ontvangen ziekengelden / WAO-uitkeringen Totale loonkosten Wsw
49.691
-
49.449 85 49.364
-
Aantal fte's (excl. Begeleid Werken) Loonkosten per fte (in euro’s)
1.658,0 29.970
1.645,1 30.007
1.713,0 29.593
50.883 191 50.692
De werkelijke loonkosten zijn € 327.000,- lager dan gebudgetteerd. Voordelige afwijkingen: - er zijn 12,9 fte’s minder verloond dan begroot - lagere werkgeverslasten ten gevolgen van de fiets- en fitnessregeling en uitruil van vakbondscontributie - meer korting i.v.m. 2e jaar ziekte - vrijval te betalen pensioenpremie Nadelige afwijkingen: - hoger gemiddeld loonniveau (1.760 in plaats van 1.757) - vakantiegeld en eindejaarsuitkering - minder ontvangen ziekengeld - overige verschillen
Begeleid Werken Lasten Begeleid Werken
638
€ 381.000,24.000,36.000,28.000,-
€ 84.000,32.000,19.000,7.000,-
512
423
In de begroting 2015 is de doelstelling opgenomen om 49 fte’s te plaatsen via Begeleid Werken. In werkelijkheid zijn gemiddeld 40,4 fte’s geplaatst. De kosten van deze regeling bestaan uit een loonkostensubsidie die wordt betaald aan de werkgever waar deze mensen in dienst zijn en begeleidingskosten. De begeleiding wordt uitgevoerd in eigen beheer en verantwoord bij de ambtelijke salariskosten.
Gemeentelijke bijdragen Gemeente Borger-Odoorn Gemeente Menterwolde Gemeente Stadskanaal Gemeente Veendam Gemeente Vlagtwedde Totaal gemeentelijke bijdragen
225 180 902 563 383 2.253
Het DB stelt het AB voor om voor 2015 af te zien van het betalen van de begrote gemeentelijke bijdrage (zoals aanvankelijk is voorgesteld in de begroting 2016) en de reeds ontvangen voorschotten terug te betalen zoals vermeld in paragraaf 4.9.
52
4.7 TOELICHTING OP HET KASSTROOMOVERZICHT Algemeen In het kasstroomoverzicht worden de wijzigingen in de balansposten weergegeven waarmee men inzicht krijgt in de geldstromen gedurende het verslagjaar. Daarbij worden ook vaak de onderstaande begrippen gebruikt.
Financieringstructuur (x € 1.000,-)
2015
2014
Boekwaarde vaste activa
8.326
8.856
Eigen vermogen Vaste schulden Financieringsmiddelen
2.540 970 3.510
2.952 1.729 4.681
Financieringstekort
- 4.816
- 4.175
Mutatie van het financieringstekort (- = toename)
-
- 1.323
641
Dit overzicht geeft aan in hoeverre de vaste activa zijn gefinancierd met langlopende financieringsmiddelen. Door de afname van het eigen vermogen en de aflossingen van de vaste schulden is het financieringstekort opgelopen. Gezien de lage rentestand voor schulden in rekening-courant / kasgeldleningen zijn geen nieuwe langlopende leningen aangetrokken. Dit betekent dat een groter deel van de vaste activa wordt gefinancierd met kortlopende schulden.
Werkkapitaal Het werkkapitaal is het verschil tussen de vlottende activa en de vlottende passiva; het is één van de kengetallen waarin de mate van liquiditeit wordt uitgedrukt (het vermogen om op korte termijn aan direct opeisbare verplichtingen te voldoen). Met de afname van het financieringsoverschot is ook het werkkapitaal met hetzelfde bedrag afgenomen. Zie verder de toelichting op de balans.
Weerstandsvermogen In tegenstelling tot de liquiditeit geeft het weerstandsvermogen aan in hoeverre de onderneming op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit kengetal kan worden uitgedrukt als de verhouding van de totale activa (balanstotaal) tot het vreemde vermogen (vaste schulden plus vlottende passiva). Het weerstandsvermogen is afgenomen van 130,5% tot 128,5%. De solvabiliteitsratio is het eigen vermogen uitgedrukt in verhouding tot het balanstotaal is gedaald van 23,4% naar 22,2%.
53
4.8 OVERIGE GEGEVENS Rijksbijdragen voorgaande jaren Tot en met 2014 werd de via de gemeenten ontvangen rijkssubsidie door het Rijk niet eerder definitief vastgesteld dan nadat het ministerie de uitvoering van de wet heeft getoetst. Het Rijk baseert zich daarbij ondermeer op de assurance-rapporten (accountantsverklaringen rechtmatigheidscontrole) en de Sisa-verantwoordingen zoals opgenomen in de betreffende jaarrekeningen. De rijksbijdragen zoals verantwoord in de programmarekeningen tot en met 2014 hebben daardoor een voorlopig karakter. Het Rijk heeft de bijdragen voor 2012 definitief vastgesteld; voor 2013/2014 vindt dit plaats in 2016/2017. Niet in de balans opgenomen verplichtingen De verplichting uit hoofde van huur- en leaseovereenkomsten bedraagt voor het volgende jaar € 434.000,-. Het betreft met name de huur van de panden/loods van de kringloopvestigingen in Gasselternijveen, Stadskanaal, Ter Apel en Veendam alsmede het pand van de carcleaning.
54
4.9 GEMEENTELIJKE BIJDRAGEN Op basis van de begrote gemeentelijke bijdragen zijn de volgende voorschotten voldaan. Het DB stelt het AB voor om deze voorschotten terug te storten.
Bedragen x € 1,Begrote gemeentelijke bijdrage
2.253.000
Betaalde voorschotten Borger-Odoorn Menterwolde Stadskanaal Veendam Vlagtwedde
10% 8% 40% 25% 17%
225.300 901.200 563.250 383.010 2.072.760
55
4.10 VASTE ACTIVA (x € 1.000,-)
Omschrijving
Immateriele vaste activa
Boekwaarde 1 januari Netto Bruto Best.res.
Investeringen
Desinvesteringen Bruto Tb afschr.
Saldo
Afschrijvingen Bruto Best.res.
Netto
Boekwaarde 31 december Netto Bruto Best.res.
68
0
68
0
0
0
0
-18
-18
50
0
50
Grond, terreinen
1.452
0
1.452
18
-8
7
-1
-32
-32
1.437
0
1.437
Gebouwen
4.548
-207
4.341
284
-47
24
-23
-441
-425
4.368
-191
4.177
864
0
864
258
-313
215
-98
-196
-196
828
0
828
1.906
-75
1.831
322
-349
341
-8
-500
-495
1.720
-70
1.650
38
0
38
-38
0
-38
0
0
0
0
8.876
-282
8.594
-755
587
-168
-1.166
8.403
-261
8.142
Vervoermiddelen Machines, installaties, inventarissen Overig
882
-1.187
16
5
21