Jaarverslag en -rekening 2013
Wedeka Bedrijven Electronicaweg 29 9503 GA Stadskanaal Postbus 194 9500 AD Stadskanaal Telefoon Fax E-mail Internet
0599-692000 0599-696241
[email protected] www.wedeka.nl
2
JAARVERSLAG en -REKENING 2013
Inhoud
Hoofdstuk 1 Bericht van het Dagelijks Bestuur
Hoofdstuk 2 Programmaverantwoording 2.1
Algemeen
2.2
Sociaal beleid
2.3
Marketing- en productiebeleid en innovatie
2.4
Financieel beleid
Hoofdstuk 3 Verplichte paragrafen 3.1
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
3.2
Onderhoud kapitaalgoederen
3.3
Financiering
3.4
Verbonden partijen
3.5
Bedrijfsvoering
Hoofdstuk 4 Jaarrekening 4.1
Balans per 31 december 2013
4.2
Overzicht van baten en lasten
4.3
Kasstroomoverzicht
4.4
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
4.5
Toelichting op de balans
4.6
Toelichting op het overzicht van baten en lasten
4.7
Toelichting op het kasstroomoverzicht
4.8
Overige gegevens
4.9
Vaste activa
4.10 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 4.11 Sisa-verantwoordingsbijlage
3
4
Hoofdstuk 1
Bericht van het Dagelijks Bestuur
In het begin van het verslagjaar leek het erop op dat de Participatiewet samen met de invoering van een Quotumregeling per 1 januari 2014 zou worden ingevoerd, maar met het sluiten van het Sociaal Akkoord op 11 april 2013 werd duidelijk dat de invoering opschoof naar 1 januari 2015. Daarnaast maakte de Quotumregeling in principe plaats voor een baangarantie voor mensen met een beperking, die moet oplopen tot 125.000 banen in 2026. Bovendien werd aan de infrastructuur het fenomeen Regionale Werkbedrijven toegevoegd, die een rol moeten gaan spelen in de organisatie van detacheren en begeleiden van werknemers met een beperking naar reguliere bedrijven. De wijze waarop en mate waarin, moet nog uitgewerkt worden door de Werkkamer. Tevens werd duidelijk dat het instrument van loondispensatie werd vervangen door de inzet van loonkostensubsidie. De Stuurgroep Oost-Groningen kon slechts constateren dat er enige tijdswinst werd geboekt, maar dat de trein verder hetzelfde spoor volgde en dat de noodzaak om de uitzonderlijke positie van Oost-Groningen voor het voetlicht te brengen en nadrukkelijk aandacht te vragen voor de vrijwel onoplosbare gevolgen van inhoudelijke veranderingen en drastische kortingen op de Rijkssubsidie, slechts toenam. Alle bestuurlijke en ambtelijke energie werd daar in het verslagjaar dan ook op gericht…... en niet zonder succes. Bij de behandeling van de Participatiewet in februari in de Tweede Kamer was de regionale problematiek een hoofdthema en werd kamerbreed een motie ondersteund, die hierop inzoomt en kwam de staatssecretaris met harde toezeggingen om binnen het nieuwe Verdeelmodel rekening te gaan houden met zowel de lokale arbeidsmarktsituatie als de opbouw en omvang van het werknemersbestand. In april zal hierover meer duidelijk worden, terwijl de financiële balans later valt op te maken. Eén ding is nu echter zeker: de Participatiewet gaat door en er komen grote inhoudelijke veranderingen met ingrijpende financiële gevolgen aan …. Het zal van alle betrokkenen nog veel vragen om daar een gezamenlijke en goede weg in te vinden. Tegelijkertijd zal in de komende periode ook de voorbereiding op de gemeentelijke herindeling zijn stempel gaan drukken. Ondanks alle aankomende veranderingen en de nog steeds zwakke economische ontwikkeling is het boekjaar 2013 relatief goed afgesloten. De gewijzigde begroting kende een verwacht tekort van € 2.995.000,- en het jaar werd afgesloten met een verlies van € 1.430.000,-. Dit is aanzienlijk (€ 1.565.000,-) beter dan voorzien en op hoofdlijnen als volgt te verklaren: -
de netto-opbrengsten zijn slechts € 86.000,- lager dan geraamd de bedrijfslasten zijn € 1.215.000,- lager dan voorzien het negatieve subsidieresultaat (de bron van zorg) is € 436.000,- lager dan geraamd.
Hierdoor loopt de opgebouwde reserve ook minder snel terug en is het restant van € 2.518.000,- voldoende om ook het verwachte tekort over 2014 te dekken. Wel is de conclusie onvermijdelijk dat de bodem nu, na vier jaar, echt in zicht is ….. Het is nu duidelijk dat met de definitieve invoering van de Participatiewet in 2015 een onomkeerbaar proces wordt ingegaan, dat nog het uiterste zal vergen van bestuurders, directie en medewerkers. Jan-Willem van de Kolk Voorzitter, aftredend 5
6
Hoofdstuk 2
Programmaverantwoording
2.1 ALGEMEEN Het uiteindelijk resultaat over 2013 is, ondanks het economisch tij, substantieel beter dan verwacht en een meevaller voor de resterende reserve. Het tekort komt uit op € 1.430.000,en is daarmee € 1.565.000,- lager dan in de gewijzigde begroting aangenomen. Helaas nog steeds een tekort, maar gezien de structurele subsidiekorting in 2011 van ruim € 2,5 miljoen, zeker acceptabel te noemen. Het tekort is de resultante van een positief bedrijfsresultaat van bijna € 3,2 miljoen en het negatieve subsidieresultaat (waar hem dus de schoen wringt) van ruim € 4,6 miljoen. Belangrijkste oorzaken voor de meevallende uitkomst wordt gevormd door de veel lagere bedrijfslasten (€ 1.215.000,-) enerzijds en het minder slechte subsidieresultaat (€ 436.000,-) anderzijds. Helaas geldt dat het negatieve subsidieresultaat niet te beïnvloeden is en vanaf 2015 alleen maar zal verslechteren door de voorliggende kortingen van € 500,- per s.e. voor de komende 6 jaar. Het is bittere noodzaak dat het aanstaande verdeelmodel hierbij voor onze regio dempend zal werken. Aangezien de programmarekening, zoals gebruikelijk, is voorzien van een uitvoerige toelichting, zal hier slechts in hoofdlijnen op worden ingegaan. Ondanks de nog steeds sukkelende economie en de aanwezige bezuinigingsdruk, zijn de totale opbrengsten vrijwel op het geraamde niveau uitgekomen, maar wel ruim 3 ton lager dan in het voorgaande jaar; hetgeen, naast de twee hiervoor genoemde factoren, ook zijn oorzaak vond in het feit dat er 23 fte’s minder werkzaam waren dan in het voorgaande jaar. De opbrengsten van Industrie staan al een aantal jaren onder druk en bleven opnieuw onder de begroting (€ 187.000,-); het is met name de omzet van de beter opbrengende werksoorten metaal en hout, die behoorlijk achter blijft. Dit verlies kan, gezien de relatief lage uur-opbrengsten, niet voldoende gecompenseerd worden door verpakkingswerk, waar een aantal perspectiefrijke klanten zijn binnengehaald en de stevige groei van de postbezorging. De Groenbedrijven eindigden weliswaar licht boven de begroting, maar boerden ten opzichte van het voorgaande jaar toch weer iets achteruit. Als gevolg van de krimpende markt zijn de opbrengsten uit Groen de afgelopen 5 jaar een kleine € 800.000,- gedaald en dragen zo in flinke mate bij aan het uiteindelijke verlies. Bij de Divisie Trajecten valt vooral op – zeker tegen de achtergrond van de komende Participatiewet en het daarin voorliggende beleid, dat de opbrengsten van detacheringen € 59.000,- lager zijn dan in 2012 en fors achter zijn gebleven bij de opgestelde begroting. Het blijkt steeds moeilijker te worden om detacheringsplekken in ons gebied te vinden c.q. te behouden, terwijl het beleid er juist op gericht is om medewerkers naar buiten te plaatsen. Positief is de omzetontwikkeling bij Kringloop en Milieu, terwijl bovendien een forse uitbreiding werd gerealiseerd van de winkel in Stadskanaal. Zoals al gememoreerd heeft een goede kostenbeheersing, in samenhang met een steeds kritischer bedrijfsvoering, er toe geleid dat de bedrijfslasten opnieuw substantieel zijn gedaald (€ 1.215.000,-) en een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het wezenlijk lagere verlies. Uiteraard wordt dit beleid doorgezet, maar komt er ook een keer een einde aan ….
7
2.2 SOCIAAL BELEID 2.2.1 PERSONEELSBELEID De gemeenten voeren de regie over het lokale arbeidsmarktbeleid, waaronder de Wet op de Sociale Werkvoorziening. Voor Wedeka Bedrijven betekent dit in de praktijk dat er onder andere aandacht besteed wordt aan de plaatsingen en de wachtlijst. Wedeka Bedrijven is voortdurend in gesprek met gemeenten om invulling te geven aan het lokale en regionale arbeidsmarktbeleid. Het streven is dat zoveel mogelijk mensen zodanig actief blijven dat de afstand tot de arbeidsmarkt kleiner wordt of gelijk blijft. Dit komt tot uiting in de activiteiten in de Trainings- en Diagnose Centra (TDC), in diverse trajecten en projecten zoals Activering + Wachtlijst en het 60 -project via Wedeka B.V. Daarnaast zijn er ook regelmatig contacten met het UWV, hetgeen ook tot diverse trajecten heeft geleid. In 2013 is de samenwerking met de gemeenten verder geïntensiveerd. Zo is het aantal medewerkers van de gemeenten die zijn gehuisvest binnen onze organisatie in Veendam en Stadskanaal verder uitgebreid. Het TDC concept heeft in 2013 verder vorm gekregen en is in 2013, mede dankzij financiële steun van het provinciaal bestuur, op Oost-Groninger schaal doorontwikkeld. Zo is er nu ook een start gemaakt met een TDC in Vlagtwedde en wordt er gesproken over een mogelijke TDC in Ter Apel. In 2013 werd de Participatiewet voorbereid. De verwachting is dat de politieke besluitvorming rond komt in het voorjaar van 2014. De gevolgen van de geplande Participatiewet zullen omvangrijk zijn voor de gemeenten en Wedeka Bedrijven. Dit heeft ertoe geleid dat er wordt gewerkt aan een Sociaal Statuut voor de Wsw en een Sociaal Statuut voor het ambtelijk personeel. In 2013 daalde de totale wachtlijst van 390 naar 326 personen. De gemiddelde wachtduur steeg in alle gemeenten, met als uitschieter de gemeente Vlagtwedde met een wachtduur van 55,5 maand. De oorzaak ligt in het feit dat er ook in 2013 in Vlagtwedde als gevolg van het dalende volume niemand geplaatst kon worden vanaf de wachtlijst. Er is veel aandacht voor scholing en ontwikkeling. Binnen Wedeka zijn afspraken gemaakt over het ontwikkeltraject dat nieuwe medewerkers doorlopen. Veel medewerkers volgen het AKA1-traject, waarin er door Wedeka Bedrijven nauw wordt samengewerkt met het Noorderpoort. Het biedt veel medewerkers de mogelijkheid om een diploma te behalen en zich verder te ontwikkelen. Het totale ziekteverzuim in 2013 was 15,8%. Dit betekent een lichte stijging van 0,3% ten opzichte van 2012 (15,5%). Het voorkomen en beheersen van het ziekteverzuim blijft een belangrijk punt van zorg voor de organisatie. Er wordt voortdurend aandacht besteed aan de preventie van ziekteverzuim en het verbeteren van het ziekteverzuimbeleid. Er is in 2013 veel aandacht besteed aan het omgaan met agressie en de normen en waarden binnen Wedeka Bedrijven. Leidinggevenden hebben een training Omgaan met agressie gevolgd. De interventieteams zijn ingericht en er is een Gedragcode opgesteld.
1
8
AKA – Arbeidsmarkt geKwalificeerd Assistent, een MBO-1 opleiding
2.2.2 (HER)INDICATIE EN WACHTLIJST Algemeen De indicatiestelling voor de Wsw wordt sinds 1 januari 2005 uitgevoerd door het UWV Werkbedrijf. Het UWV Werkbedrijf beslist over: het wel of niet behoren tot de doelgroep van de Wsw; de arbeidshandicapcategorie (matig of ernstig); de geldigheidsduur van de indicatie. Daarnaast adviseert het UWV Werkbedrijf in de indicatiestelling over de eventuele aanpassingen die noodzakelijk zijn voor het verrichten van arbeid en of betrokkene in aanmerking komt voor Begeleid Werken. Indien Begeleid Werken vanwege de aard en de ernst van de handicap niet reëel is, ziet het UWV Werkbedrijf af van een positief advies Begeleid Werken. Met ingang van 1 januari 2008 is de geldigheidsduur van de (her)indicatie gewijzigd. Het UWV Werkbedrijf kan een minimale geldigheidsduur van 1 jaar en een maximale geldigheidsduur van 50 jaar toekennen. In de praktijk worden de meeste termijnen tussen 5 en 10 jaar vastgesteld. Wachtlijst Vanaf 1 januari 2008 worden personen die niet beschikbaar zijn voor een Wswdienstverband geplaatst op de passieve wachtlijst; plaatsingen in een Wsw-dienstverband zijn alleen mogelijk vanaf de actieve wachtlijst. De taakstelling over twee jaar wordt berekend aan de hand van het aantal geïndiceerden per gemeente exclusief de personen op de passieve wachtlijst. De totale wachtlijst telde ultimo 2013 326 personen en is ten opzichte van het voorgaande jaar aanzienlijk gedaald. Een daling van 64 personen oftewel 16%. Daarentegen is de passieve wachtlijst gestegen van 101 naar 122 personen.
Borger-Odoorn Menterwolde Stadskanaal Veendam Vlagtwedde Totaal
Totaal 2012 35 43 139 105 68 390
Waarvan passief 8 13 32 38 10 101
Totaal 2013 31 22 113 104 56 326
Waarvan passief 10 11 51 39 11 122
9
Het aantal personen op de wachtlijst, ingedeeld naar wachttijd, ziet er per 31-12-2013 als volgt uit: Borger- Menterwolde Stadskanaal Veendam Vlagtwedde Totaal Odoorn Wachtduur korter dan 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 5 jaar Langer dan 5 jaar Totaal
9 5 9 8 0 31
7 5 3 6 1 22
34 22 20 31 6 113
22 19 24 25 14 104
5 2 4 24 21 56
77 53 60 94 42 326
De gemiddelde wachtduur in maanden van de personen die eind 2013 op de wachtlijst staan bedraagt per gemeente:
Borger-Odoorn Menterwolde Stadskanaal Veendam Vlagtwedde
2012 24,9 25,4 25,7 26,3 43,3
2013 25,6 24,9 27,3 32,0 55,5
Door de geringe plaatsingsmogelijkheden in 2013 in de meeste deelnemende gemeenten, is de gemiddelde wachtduur toegenomen. Bij de gemeente Vlagtwedde is sprake van de hoogste stijging van de gemiddelde wachtduur.
2.2.3 PERSONEELSBEZETTING Plaatsingsbeleid De gemeenten hebben door middel van het opstellen van wachtlijstverordeningen de mogelijkheid gekregen doelgroepenprioriteit toe te passen. De gemeenten Menterwolde, Veendam en Vlagtwedde hebben een wachtlijstverordening vastgesteld. Deze gemeenten hebben besloten om bij plaatsingen voorrang te geven aan geïndiceerden met een indicatie Begeleid Werken, indien er een BW-werkplek beschikbaar is. Indien er geen wachtlijstverordening is opgesteld wordt er geplaatst volgens het FIFO systeem (First In First Out). In- en uitstroom De gemiddelde personeelsbezetting in 2013 was 1.794,7 s.e.’s. Met ingang van 1 januari 2008 wordt er geen subsidie ontvangen voor personen die geen loon ontvangen indien er bijvoorbeeld sprake is van ziekte langer dan 2 jaar. Voor 2013 levert dit een correctie op van 9,6 s.e.’s waardoor de gecorrigeerde gemiddelde realisatie uitkomt op 1.785,1 s.e.’s. De budgettoewijzing ten behoeve van Wedeka Bedrijven was 1.785,7 s.e.’s. Er zijn in 2013 in totaal 121 personen aangenomen, terwijl er daarnaast 163 personen uit dienst zijn gegaan.
10
De in- en uitstroom van personen met een Wsw-dienstverband / BW-contract in 2013 Saldo
In Stroom
31-12-‘12 2013
Uit stroom
VOP/ pens. WIA
Vrije Overige Aantal Totaal bedrijf redenen personen 311213
2013
31-12-‘13
fte’s
Gecorr. Budget gemidd. toewijzing realisatie Wedeka s.e.’s s.e.'s
Borger-Odoorn
194
13
17
1
3
0
13
190
166,9
172,1
172,6
Menterwolde
141
22
18
5
0
0
13
145
128,8
137,4
137,4
Stadskanaal
773
51
60
15
5
0
40
764
679,9
690,3
691,4
Veendam
485
18
45
8
4
0
33
458
397,1
424,3
424,6
Vlagtwedde
322
9
12
5
1
0
6
319
282,5
287,7
286,4
77
8
11
1
0
0
10
74
69,7
73,3
73,3
1.992
121
163
35
13
0
115
1.950
1.724,9
1.785,1
1.785,7
Buitengemeenten Totaal
Onder overige redenen vallen o.a. overlijden, ontslag en beëindiging tijdelijk dienstverband. De budgettoewijzing Wedeka betreft het door het Rijk aan de gemeenten toegewezen budget na aftrek van het budget dat aan andere werkvoorzieningschappen moet worden doorbetaald. De instroom van 121 personen bestaat voor 27 personen uit verhuizingen. Omvang en samenstelling van het personeelsbestand Personeelsbezetting Wsw-personeel per 31-12-2012 en 31-12-2013
Stand 31-12-2012 Stand 31-12-2013
Mannen Vrouwen 1.390 (69,8%) 602 (30,2%) 1.359 (69,7%) 591 (30,3%)
Totaal 1.992 1.950
Personeelsbezetting Wsw-personeel per deelnemende gemeente per 31-12-2013
Borger-Odoorn Menterwolde Stadskanaal Veendam Vlagtwedde Buitengemeenten Totaal incl. slapers Slapers Netto excl. slapers
Personen Fte’s 190 166,9 145 128,8 764 679,9 458 397,1 319 282,5 74 69,7 1.950 1.724,9 9,3 1.715,6
S.e.´s 172,5 134,9 700,4 413,1 288,6 71,7 1.781,2 9,6 1.771,6
Slapers zijn medewerkers die na twee jaar ziekte geen loon meer ontvangen, maar nog wel meetellen in de personeelsstanden.
11
Personeelsbezetting ambtelijk personeel per 31-12-2012 en 31-12-2013
Wedeka Wedeka B.V. WedekaBaanderij Subtotaal Gedetacheerd Subtotaal Wachtgelder Totaal
Aantal personen 31-12-2012 96 8 10 114 - 9 105 1 106
Fte’s
91,7 7,1 8,4 107,2 - 5,7 101,5 0,7 102,2
Aantal personen 31-12-2013 94 7
Fte’s
9 110 - 10 100 1 101
7,9 103,4 - 6,7 96,7 0,7 97,4
89,2 6,3
De bezetting van de ambtelijke formatieplaatsen per 31-12-2013 is ten opzichte van 31-12-2012 gedaald met 5 personen resp. 4,8 fte’s. Dit wordt veroorzaakt door een verlaging van de ambtelijke bezetting met 2 personen, 1 persoon minder in Wedeka B.V. en 1 persoon minder bij Baanderij alsmede 1 persoon minder door een detachering. Er zijn nu 10 personen gedetacheerd. Dienstverbanden Wsw-personeel Het aantal personen met een Wsw-dienstverband is gedaald met 42 personen per het einde van het jaar (in 2012 1.992 en 2013 waren 1.950 personen in dienst). Het aantal fte’s is met 27,4 afgenomen (1.752,3 fte’s per 31-12-2012 ten opzichte van 1.724,9 fte’s per 31-12-2013). Wsw-personeelsleden naar salarisschaal per 31-12-2013 (exclusief Begeleid Werken) Loonschaal Min. loon A B1 B2 C1 C2 D1 D2 E F G H I Totaal
12
In personen 2011 143 23 349 256 477 311 219 88 42 31 29 9 1 1.978
In personen 2012 185 21 344 257 455 306 215 85 44 29 28 9 1 1.979
In personen 2013 205 19 323 248 450 289 206 80 45 24 29 9 1 1.928
Leeftijdsopbouw Wsw-personeel per 31-12-2013 Leeftijd < 20 20-30 30-40 40-50 50-60 60-65 Totaal
2012 aantal 0 192 303 574 669 254 1.992
2012 in % 0,0 % 9,6 % 15,2 % 28,8 % 33,6 % 12,8 %
2013 aantal 0 159 294 526 656 315 1.950
2013 in % 0,0 % 8,2 % 15,1 % 27,0 % 33,5 % 16,2 %
2.2.4 PERSONEELSONTWIKKELING Divisie Trajecten In 2013 zijn binnen en vanuit de Divisie Trajecten de volgende activiteiten verricht: Detacheringen Het aantal detacheringen in 2013 is ten opzichte van 2012 gestabiliseerd, zelfs licht gestegen (215 t.o.v. 210 fte). Op zich een prima prestatie tijdens crisistijd, al hebben we de ambitieuze begroting voor 2013 niet kunnen realiseren. De toegevoegde waarde per gedetacheerde medewerker is licht gedaald vanwege een hoger ziekteverzuim, prijsverlagingen die we incidenteel hebben moet doorvoeren en opzeggingen. Dit heeft een paar redenen: •
•
Belangrijkste reden van opzeggingen is dat bezuinigingen waar de betrokken bedrijven of instanties mee geconfronteerd werden als eerste afgewenteld worden op de zogenaamde ‘externen’: detacheringen worden eerst opgezegd om kosten te besparen, voordat er op ‘eigen’ personeel bezuinigd wordt. Een ander belangrijk fenomeen is dat door de hoge werkloosheid en het actieve beleid dat gemeenten en het UWV voeren om hun Wwb-ers en Wajongers bij reguliere werkgevers onder te brengen er een concurrerend effect ontstaat: gemeenten en UWV kunnen hun werkzoekenden tegen aanzienlijk lagere kosten bij een werkgever plaatsen dan we vanuit de Wsw gewend waren. Prijzen kwamen dus onder druk en Wsw-detacheringen die jarenlang naar tevredenheid waren ingevuld werden opgezegd en vervangen door werkzoekenden met geen of een veel lager tarief. Mede in het licht van de TDC Oost-Groningen ontwikkeling vindt hierover in 2014 nadere afstemming plaats.
Opgemerkt moet worden dat er vanuit de diverse vestigingen van Wedeka nog steeds ongeveer 40 Wsw-medewerkers extra gedetacheerd worden. Vanwege praktische overwegingen (bijvoorbeeld detacheren vanuit het groenbedrijf naar opdrachtgevers van het groenbedrijf) vindt de plaatsing en begeleiding vanuit de vestigingen plaats. Daarnaast blijft het zo dat er regelmatig een verzoek wordt gedaan bij de vestigingen, zowel Industrie als Groen, om tijdelijk extra personeel te plaatsen bij onze opdrachtgevers als gevolg van extra aanbod van werk, met name in de verpakking- en kartonnage-industrie. Afdelingen binnen de Industrie of Groen functioneren op die manier als een soort reservepool waaruit Wsw-medewerkers tijdelijk succesvol extern gedetacheerd kunnen worden.
13
In tegenstelling tot de individuele detacheringen zijn de inkomsten uit de schoonmaak licht gestegen: op scholen is sprake van meerjarencontracten en in Veendam wordt het cultureel centrum Van Beresteijn sinds 2013 door Wedeka schoongemaakt. Individuele detachering liep terug, maar tijdelijke detacheringen en het extern werken in (met name schoonmaak) projecten namen (licht) toe. TDC Oost-Groningen Mede met ondersteuning van de Provincie Groningen is in geheel Oost-Groningen vanaf 2013 gewerkt aan het realiseren van een meer uniforme TDC-methodiek. In TDC’s in Stadskanaal, Westerwolde, Veendam, Oldambt en Menterwolde werken gemeenten, Wswbedrijven (Wedeka en Synergon) en het Noorderpoort intensief samen. Een binnen het gebied unieke samenwerking die ervoor moet zorgen dat eind 2014 de kwaliteiten van 2.500 werkzoekenden fysiek en digitaal zichtbaar zijn, dat er 500 werkervaringsbanen in het reguliere bedrijfsleven gevuld zijn en dat er minimaal 450 werkzoekenden geschoold zijn op MBO-1 niveau of hoger. Binnen Oost-Groningen zijn een coördinator methodiek en een senior accountmanager aangesteld, die tot taak hebben samen met de teams en leidinggevenden van de TDC’s de afgesproken resultaten te halen. De werkzoekenden starten in de TDC’s met het maken van een persoonlijk portfolio, worden getoetst, volgen trainingen en werken op afdelingen bij Wedeka of bij werkgevers die werkervaringsplekken aanbieden. Dit alles met het doel om snelle uitstroom naar regulier werk te realiseren. De begeleiding is in handen van klantmanagers van de gemeenten. Zij worden daarbij ondersteund door docenten van de ROC’s, werkleiders, arbeidstrainers en consulenten arbeidsintegratie van Wedeka. Accountmanagers van de gemeenten zoeken naar vacatures en plaatsingsmogelijkheden bij werkgevers in de regio. Samen met de gegevens van de portfolio’s en beoordeling van de klantmanagers proberen zij de juiste match te maken tussen de werkgever en de toekomstige werknemer. Het TDC-programma duurt gemiddeld drie maanden. Tijdens of na afronding van het programma stroomt men uit naar betaald werk, dagopleidingen, werkervaringsplekken of wordt men teruggemeld naar de gemeente als blijkt dat een toekomst, gericht op werk niet mogelijk is. Heeft men voldoende capaciteiten om aan het werk te gaan, maar nog geen werkplek bij een werkgever, dan wordt men geplaatst in de infrastructuur van Wedeka Bedrijven. Bij de plaatsing wordt rekening gehouden met persoonlijke- en plaatsingsmogelijkheden. Met het Noorderpoort en Terra Next zijn voor de TDC’s en Wedeka diverse BBL-opleidingen ingezet op niveau 1, 2 en 3. Het afgelopen jaar hebben binnen Wedeka ongeveer 110 mensen deelgenomen aan de basisopleiding AKA (Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent) op niveau 1. In Veendam is voor de groen AKA niveau 1 ook een gecombineerde groep gestart van Wsw-medewerkers uit Stadskanaal en 8 WWB-deelnemers uit Veendam. Hieruit ontstond een goede wisselwerking ten aanzien van wederzijdse ondersteuning. Wsw-medewerkers sterk in de praktijk en WWB ondersteunend in de theorie leervakken. Docenten zijn samen met praktijkopleiders van Wedeka verantwoordelijk voor de goede resultaten van bovenstaande opleidingen. TDC Stadskanaal Er zijn 728 klanten geplaatst. Hiervan zijn 363 klanten (50%) uitgestroomd naar betaald werk, een dagopleiding, trajecten gericht op inburgering, loondispensatie of 14
ondernemerschap, gestopt (geen uitkering) of teruggemeld naar de gemeente omdat werken nu nog geen optie is. Eind december 2013 waren 365 klanten actief in het TDC-traject. In 2014 worden alle klantmanagers en accountmanagers van de gemeente Stadskanaal gehuisvest in het TDC Stadskanaal. TDC Westerwolde In 2013 zijn we intensief gaan samenwerken met de Kwekerij in Vlagtwedde. Het TDC Vlagtwedde biedt diverse mogelijkheden voor mensen die graag buiten willen werken in de groen, klussendienst en logistiek. Werkleiders van Wedeka zijn actief als begeleider in dit TDC. In 2014 starten we voor uitkeringsgerechtigden van de gemeente Vlagtwedde een TDC in Ter Apel, industrievestiging aan de Nomdenweg. TDC Veendam In 2013 zijn er 410 nieuwe aanmeldingen geweest voor de voorlichting, waarvan er uiteindelijk 10 personen niet zijn verschenen. Daarnaast zijn er 87 personen niet gestart. Hiervan hebben 45 personen afgezien van een uitkering. De totale bezetting van het TDC in 2013 was 610 personen. Hiervan zijn er 232 klanten (45%) uitgestroomd vanuit het TDC naar o.a. betaald werk, werkervaringsplaatsen, een dagopleiding, vrijwilligerswerk, verhuizing etc. Eind december waren er 281 personen actief in het TDC, werkzaam binnen de infrastructuur van Wedeka Bedrijven of werkzaam in een extern project. +
60 -project Het vanaf 2007 lopende 60+-project van de gemeenten Veendam, Stadskanaal, Vlagtwedde en Borger-Odoon, waarin mensen met een WWB-uitkering tot hun pensioengerechtigde leeftijd een arbeidscontract binnen Wedeka B.V. hebben en daarin een maatschappelijke vorm van arbeid verrichten, kent per 31-12-2013 nog 19 personen. Onderverdeeld: Borger-Odoorn Stadskanaal Veendam Vlagtwedde
8 4 0 7
De gemeente Pekela participeert hierin via het contract met Wedeka Bedrijven. De uitvoering wordt gedaan door de personeels-bv van Synergon. Trajecten Sociale Activering en Jobcoaching, UWV In 2013 heeft Wedeka Trajecten een erkenning gekregen van het UWV vanuit de Beoordelingsrichtlijn Kwaliteiseisen UWV. Hiervoor werd een audit afgenomen door het Keurmerkinstituut. Daarnaast werd Wedeka Trajecten in 2013 door het UWV formeel erkend als jobcoach organisatie. In 2013 werden de volgende klanten bediend: LWO (onbetaald traject) Sociale Activering Wajong Sociale Activering Ziektewet Sluitende aanpak Wajong Jobcoaching
78 54 2 4 3
15
De Doorstart De Doorstart is een samenwerkingsproject van het Noorderpoort en Wedeka Bedrijven. Vroegtijdige schoolverlaters uit het voortgezet onderwijs worden bij De Doorstart opgevangen, getraind, geschoold en zo mogelijk weer teruggeplaatst in het regulier onderwijs. In 2013 is De Doorstart gehuisvest bij Wedeka Bedrijven en worden diverse werkplekken ingezet als stageplek voor de leerlingen. Persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) Alle Wsw-werknemers van Wedeka Bedrijven gaan bij hun indiensttreding een ontwikkeltraject in. Hierbij wordt men zoveel mogelijk aangemeld voor een passende opleiding. Men wordt zo spoedig mogelijk na de indiensttreding voorzien van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan, waarin de ontwikkelingsdoelstellingen geformuleerd worden. De doorstroom en ontwikkeling van de werknemers wordt op deze manier gestimuleerd. Het POP is gekoppeld aan het functioneringsgesprek. We onderscheiden werk- en ontwikkelingsPOP’s. Het werkPOP is geïntegreerd in het functioneringsgespreksformulier. Komt het tot een ontwikkelingsPOP dan wordt er een aanvullend formulier ingevuld waarbij er dieper wordt ingegaan op de ontwikkeling van de medewerker. Begeleid Werken (BW) Voor de gemeenten Borger-Odoorn, Menterwolde, Stadskanaal en Veendam heeft Wedeka Bedrijven de uitvoering van Begeleid Werken zelf ter hand genomen. Er zijn extra inspanningen geleverd door een andere aanpak en het (gedeeltelijk) inzetten van een personeelsconsulent voor Begeleid Werken. Direct contact, korte lijnen en een praktische aanpak hebben geleid tot een stijging van 8 BW plaatsen (57%). Deze aanpak zal worden voortgezet in 2014. Binnen Begeleid Werken is er in de gemeente Borger-Odoorn 1 Begeleid Werken-baan gerealiseerd, in de gemeente Menterwolde zijn 3 nieuwe Begeleid Werken-banen gerealiseerd, in de gemeente Stadskanaal zijn er 3 nieuwe Begeleid Werken-banen gerealiseerd terwijl er 3 Begeleid Werken-banen zijn beëindigd, in de gemeente Veendam zijn er 5 Begeleid Werken-banen gerealiseerd. Eind 2013 hebben 22 mensen een Begeleid Werken-contract. Deze Begeleid Werken-contracten zijn als volgt verdeeld:
Borger-Odoorn Menterwolde Stadskanaal Veendam Buitengemeenten
2011 1 7 4 2 14
2012 1 9 1 2 13
2013 2 3 9 6 2 22
Opleiding & vorming Het opleidingsbeleid in 2013 werd onder andere gekenmerkt door verscherpte (veiligheids) eisen als gevolg van gewijzigde Europese en nationale wet- en regelgeving. Zo wordt met ingang van 1 januari 2015 het trekkerrijbewijs verplicht gesteld en voor alle beroepschauffeurs code 95 ingevoerd. In totaal gaat het bij Wedeka om 40 medewerkers die verplicht zijn (na)scholing te volgen. Eind 2012 zijn wij in samenwerking met Lentis gestart met de training Agressiepreventie & Hantering. In 2013 hebben wij deze training verder binnen organisatie uitgerold. Eind 2013 hebben ruim 140 medewerkers de training gevolgd. De voorgenomen bezuinigingen/wijzigingen van de rijksoverheid en gemeenten (afschaffing vermindering afdracht loonbelasting (WVA) en het anders inzetten van WEB-gelden door gemeenten) hebben er toe geleid dat Wedeka in 2013 de eerste stappen heeft moeten 16
zetten tot aanpassing van de AKA-opleidingen en de Basis Educatie (BE). Het volgen van Basiseducatie onder werktijd komt met ingang van het nieuwe schooljaar 2014-2015 te vervallen. Basiseducatie kan alleen gevolgd worden in eigen tijd. Sinds 2006 zijn wij in samenwerking met het ROC-Noorderpoort gestart met de uitvoering van een landelijk erkende AKA-beroepsopleiding niveau 1. Vanaf 1 januari 2014 zullen de Wsw AKA-deelnemers deel uit gaan maken van het scholingsproject Zuid-Oost Groningen. De startkwalificatie blijft onveranderd. De deelnemers vallen onder de nieuwe subsidieregeling praktijkleren van de rijksoverheid. Het blijft nog een vraagteken wat de financiële consequenties zijn van deze nieuwe subsidieregeling. Bij de WVA was het duidelijk welke gelden wegens scholing terug kwamen van de loonbelasting. Bij Praktijkleren is dit afwachten, omdat er een jaarlijkse aanvraag moet worden ingediend. Om de vereiste kwaliteit en vakbekwaamheid op peil te houden in de groensector is in samenwerking met het scholingsproject Zuid-Oost Groningen en Terranext eind 2013 de B.B.L. AKA-groen niveau 1 opleiding van start gegaan. Deze opleiding vindt plaats in het TDC-Vlagtwedde (vroeger kwekerij De Barlage). Op dit moment zijn 14 personen in opleiding. Een bijzonder project in 2013 was de cursus ‘Veilig landbouw verkeer, hoe doe je dat?’. In totaal namen 23 personen uit de groensector deel aan deze cursus. Om te blijven voldoen aan de wettelijke - en veiligheidseisen is een aantal opleidingen verzorgd. Hierbij kan worden gedacht aan bedrijfshulpverlening, licentie gewasbescherming, NEN 3140, basisveiligheid voor VCA, HACCP, veilig werken met heftruck, werken met de motorkettingzaag , ADR (vervoer gevaarlijke stoffen) en EHBO. In 2013 hebben in totaal 683 medewerkers een opleiding gevolgd, het gaat hierbij om 595 personen met een Wsw-dienstverband en 88 met een ambtelijk dienstverband. Afdelingsoverleg Het afdelingsoverleg vindt (minimaal) twee keer per jaar plaats. De standaardagenda wordt in februari (informatie over juli tot en met december van het voorafgaande jaar) en in augustus (informatie over januari tot en met juni) verspreid. Er is een standaardagenda om de leidinggevenden zo goed mogelijk te ondersteunen bij het voeren van het afdelingsoverleg. Op deze agenda staan actuele cijfers en onderwerpen. De leidinggevende kan ervoor kiezen om zelf een agenda op te stellen, de standaardagenda te gebruiken of punten toe te voegen aan de standaardagenda. Onderwerpen die onder andere aan de orde kwamen tijdens het afdelingsoverleg waren : o Ziekteverzuim o Personeelsbezetting o De Participatiewet o Tekenbeet o Spreekuren bedrijfsartsen o Werktijdenregeling o Veilig werken bij de weg o Protocol agressie en geweld o Spreekuur MEE o Begeleid werken o Gedragscode o Middelen van reiskosten o Vervaltermijn wettelijk verlof Wsw 17
o o
Informatie op Mijn Wedeka Verlofopbouw en –opname bij ziekte
Functioneringsgesprekken Medewerkers tot en met schaal C2 krijgen eens per vijf jaar een functioneringsgesprek, alle overige medewerkers krijgen eens per twee jaar een functioneringsgesprek. De gesprekken worden verspreid over het jaar uitgezet, vanuit de personeelsadministratie wordt bewaakt of de gespreksformulieren terugkomen. Er wordt tevens een koppeling gelegd met het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Bij een ontwikkelpop worden er aparte afspraken gemaakt met de personeelsconsulent over het te volgen traject. Communicatie In 2013 zijn er nieuwe media ingeschakeld om het personeel te informeren. De website van Wedeka Bedrijven www.wedeka.nl beschikt nu ook over een speciale omgeving voor de medewerkers van Wedeka. Men kan inloggen op Mijn Wedeka. In deze omgeving staan vier rubrieken waar medewerkers informatie kunnen vinden: • Interne vacatures • Nieuws • Procedures en informatie • Ondernemingsraad Daarnaast is in 2013 gestart met beeldschermen in de kantines. Op deze beeldschermen draait een presentatie, die gevuld is met diverse informatieve onderwerpen. Functiebeschrijving en –waardering In het jaar 2013 zijn er nog enige functies gewaardeerd. Aangezien het functiebouwwerk gereed is valt er niet veel meer te beschrijven en te waarderen. De functiewaarderingscommissie werkt nu ook voor Synergon. 2.2.5 VEILIGHEID, GEZONDHEID, WELZIJN EN MILIEU Verzuimpreventie en verzuimbegeleiding In 2013 is het totale ziekteverzuim met 0,3% gestegen van 15,5% naar 15,8%. Na een stijging van het verzuim in het begin werd het jaar afgesloten met een daling aan het eind van 2013. 17,0% 16,5% 16,0% 15,5% 15,0% 14,5% 14,0%
16,8% 16,1%
15,8% 15,4%
15,5%
15,3%
15,8%
Ziekteverzuim
14,2%
13,5% 13,0% 12,5% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
De oorzaak van de stijging van het verzuim is vaak moeilijk te duiden aangezien er sprake is van diverse factoren, die het verzuim beïnvloeden. Mogelijke oorzaken zijn de onzekerheid binnen de sociale werkvoorziening en het gegeven dat veel tijdelijke contracten niet meer zijn omgezet naar een vast contract. Dit brengt bij medewerkers veel onrust met zich mee. 18
Het ziekteverzuim blijft een belangrijk aandachtspunt. Wedeka Bedrijven bepaalt zoveel mogelijk zelf de regie met betrekking tot de verzuimbegeleiding. De directe verantwoordelijkheid ligt bij de leidinggevende. Deze leidinggevende gaat ook mee naar het spreekuur van de verzuimmanager, op deze manier kan veel onduidelijkheid worden voorkomen en kunnen veel zaken direct worden kortgesloten. Er is veel aandacht voor communicatie rondom ziekteverzuim. Op beleidsniveau functioneert de Arbostuurgroep. Vanuit de Ondernemingsraad wordt de signalerende rol ingevuld door de Strategische Raad van de OR. Op operationeel niveau kent Wedeka het sociaal medisch team en het ziekenoverleg. Binnen Wedeka Bedrijven zijn er diverse deskundigen werkzaam die zich bezighouden met het ziekteverzuim en de arbeidsomstandigheden. De verzuimmanager fungeert als schakel tussen de arbodienst en de organisatie. Hij houdt spreekuren op de diverse vestigingen. De specialist Poortwachter/WIA/WAO bewaakt de voortgang van de langdurig zieken. Andere deskundigen zijn de veiligheidskundige, de arbeidskundige, de bedrijfsmaatschappelijk werkster en de personeelsconsulent. Voor begeleiding vanuit de arbodienst wordt gebruik gemaakt van twee bedrijfsartsen van de arbodienst. Zij houden spreekuur op de vestigingen van Wedeka Bedrijven in Veendam, Stadskanaal en Ter Apel. In 2013 heeft er een wisseling plaatsgevonden van bedrijfsartsen. De arbodienst Arbo Vitale is onderdeel van Zorg van de Zaak Netwerk. In 2013 liep het raamcontract met de arbodienst af. Inmiddels is er een nieuw contract afgesloten via de landelijke tender van Cedris. Wedeka Bedrijven blijft de komende 4 jaar gebruik maken van de diensten van Zorg van de Zaak. Eind 2012 is gestart met het onderbrengen van de voortgang van ziekteverzuim in Compas. Ook wordt de secretariaatsfunctie voor de bedrijfsartsen en de verzuimmanager centraal binnen Wedeka ingevuld. In 2013 is gebleken dat dit veel voordelen heeft. Er kan nu veel sneller op het verzuim worden gereageerd door de bedrijfsartsen. Bovendien is de overgang naar Compas vlekkeloos verlopen. Bedrijfsmaatschappelijk werk Het bedrijfsmaatschappelijk werk heeft een eerstelijnsfunctie, dit houdt in dat het rechtstreeks toegankelijk is voor de medewerkers van Wedeka Bedrijven. Het bedrijfsmaatschappelijk werk is met name gericht op individuele hulpverlening. Tevens levert het bedrijfsmaatschappelijk werk een belangrijke bijdrage aan het voorkomen en terugdringen van het ziekteverzuim. Er zijn veel contacten met diverse hulpverleningsinstanties. Vaak is er sprake van gecombineerde problematiek. De vragen die binnenkomen bij bedrijfsmaatschappelijk werk zijn vaak gericht op financiële problematiek, privé-problemen en/of problemen in de werksfeer. Bedrijfsmaatschappelijk werk heeft ook een belangrijke taak in het ‘de weg wijzen’ en doorverwijzen van mensen naar instanties en voorzieningen en het verduidelijken van regelgeving. Loonbeslagen In 2013 was er sprake van 336 loonbeslagen verdeeld over 164 medewerkers. In 2012 waren het 234 loonbeslagen. Het betreft zowel loonbeslagen voor Wedeka Bedrijven als enkele voor Wedeka B.V. Het aantal loonbeslagen is mede onder invloed van de algehele economische crisis fors gestegen.
19
Aantal loonbeslagen 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
293 281 296 425 413 277 234 336
(80 bv) (14 bv) ( 5 bv) ( 3 bv)
Aantal personeelsleden met loonbeslagen 130 128 153 192 197 (39 bv) 151 ( 9 bv) 146 ( 4 bv) 164 ( 1 bv)
Totaal aantal personeelsleden (per ultimo) 1.919 1.884 1.928 2.220 (incl. Wedeka B.V.) 2.153 (incl. Wedeka B.V.) 2.055 (incl. Wedeka B.V.) 2.029 (incl. Wedeka B.V.) 2.003 (incl. Wedeka B.V.)
Percentage loonbeslagen ten opzichte van het personeelsbestand 20,0% 15,0%
19,1% 19,2% 16,8%
15,3% 14,9% 15,4%
13,5% 11,5%
10,0%
Loonbeslagen
5,0% 0,0% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Het aantal loonbeslagen in verhouding tot het personeelsbestand is in 2013 gestegen ten opzichte van 2012. Het komt dagelijks voor dat medewerkers om hulp vragen in verband met financiële problemen. Bij financiële problemen is het uitgangspunt dat medewerkers zoveel mogelijk worden doorverwezen naar externe instanties. Uit preventieve overwegingen wordt door Wedeka Bedrijven al gedurende vele jaren de mogelijkheid geboden aan het personeel om bepaalde kosten op het salaris te laten inhouden, zoals bijvoorbeeld huur en energie. Aangezien de financiële problemen de laatste tijd steeds omvangrijker zijn geworden en financiële hulpverlening specifieke deskundigheid vereist is ervoor gekozen om geen nieuwe vrijwillige inhoudingen op het salaris meer te laten plaatsvinden en medewerkers door te verwijzen naar externe instanties. Iedereen heeft de vrije keuze om te bepalen of en waar financiële hulp en ondersteuning wordt gezocht. Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). In 2013 zijn de RI&E’s opgesteld voor Industrie Electronicaweg, de Kringloop Veendam, Trajecten Veendam en Groen & Infra Veendam. Door de nieuwe digitale methodiek kunnen de RI&E’s sneller worden opgesteld, is het gemakkelijk om ze bij te stellen en zijn ze gemakkelijker te raadplegen. De RI&E’s zijn getoetst door een externe instantie. Daarnaast heeft er in 2013 periodiek arbeidsgeneeskundig onderzoek (PAGO) plaatsgevonden bij Industrie Ter Apel. Projecten Projecten die in het jaar 2013 zijn verricht: - de EHBO'ers zijn bijgeschoold; - er is algemene informatie verspreid over tekenbeten en de ziekte van lyme via het 20
-
afdelingsoverleg zodat medewerkers beter geïnformeerd zijn; er zijn VCA-cursussen gegeven voor uitvoerende medewerkers en leidinggevenden. er zijn diverse werkplekonderzoeken verricht en aanpassingen gedaan. Daar waar nodig is er voorlichting en instructie gegeven met betrekking tot ergonomisch werken; er zijn trainingen gegeven voor de leidinggevende over Agressiepreventie en –hantering, verzorgd door Lentis; er zijn ontruimingsoefeningen gehouden; er is een protocol opgesteld voor incidenten; er is voortgegaan met het houden van veiligheidsaudits in de groenvoorziening.
Ongevallen Alle gemelde ongevallen worden onderzocht. De bedoeling is om een goed beeld te krijgen van wat er is gebeurd, duidelijkheid te krijgen omtrent alle oorzaken die bijgedragen hebben aan het ongeval, zodat er verbeteringen kunnen worden doorgevoerd voor de toekomst. In 2013 zijn er 30 ongevallen gemeld, waarvan 26 met ziekteverzuim als gevolg. Er is in 9 gevallen een bezoek aan het ziekenhuis gebracht. Van deze ongevallen zijn er geen ongevallen gemeld bij de Arbeidsinspectie. Met het verzuim ten gevolge van ongevallen waren 1462 werkdagen gemoeid. Arbostuurgroep De Arbostuurgroep vergaderde in 2013 vijf keer, iedere keer met een afvaardiging van de VGW-commissie, later genoemd de Strategische Raad van de OR. Onderwerpen waar aandacht aan werd besteed waren onder andere: - werkwijze en afstemming met de arbodienst; - de ontwikkeling van de ziekteverzuimcijfers; - risico-inventarisatie en -evaluatie; - periodieke geneeskundige onderzoeken; - ongevallen; - bedrijfshulpverlening en EHBO; - sancties 2013; - ontruimingsplannen en -oefeningen; - gedragscode; - organisatie spreekuren bedrijfsartsen; - protocol agressie en geweld; - procedure bij agressie; - interventieteams; - training agressiepreventie en –hantering; - incidentenregister; - arbocatalogus machineveiligheid; - nieuw contract arbodienst.
2.2.6 OVERLEG EN MEDEZEGGENSCHAP Verkiezingen OR In aanloop naar de verkiezingen van 2014 is er in december een verzoek uitgeschreven tot kandidaatstelling. De verkiezingen zijn volgend jaar voor Groen & Infra en Trajecten. Bij een aantal industriële vestigingen zijn tussentijdse verkiezingen. Ook is er een oproep gedaan voor de training ‘een toeleiding naar medezeggenschap’. Hierop heeft in het verslagjaar niemand gereageerd. Wij denken dat een en ander te maken heeft met de onrust die leeft over de toekomst van de Sociale werkvoorziening.
21
Vergaderingen In 2013 heeft de Ondernemingsraad vier keer vooroverleg gevoerd (in eigen kring) en vier keer overleg met de directeur (overlegvergadering) Voorafgaand aan de overlegvergaderingen heeft het DB van de OR agenda-overleg met de directeur, waarbij na afloop van het officiële gedeelte tijd is voor informele zaken. Omdat er één keer in het kwartaal wordt vergaderd, vindt regelmatig informeel overleg plaats tussen het DB van de OR en de directeur om te voorkomen dat informatie te laat of achterhaald is. In het verslagjaar was dat zes keer. Er is in het verslagjaar een keer informeel overleg geweest met de directeur en de gehele Ondernemingsraad. Naast de algemene gang van zaken was er ruimte voor allerlei zaken die op dat moment speelden. Naast deze officiële, en vanuit de WOR verplichte overleggen, heeft de OR in eigen kring overleg over allerlei onderwerpen waar men langer bij stil wil staan of meer informatie voor nodig heeft om tot een agendapunt te komen. Aandachtspunten In de overlegvergaderingen is aandacht geschonken aan de periodieke bedrijfsrapportages, zoals bestands- en resultatenoverzichten. Daarnaast zijn er eenmalige rapportages zoals de begroting, het jaarverslag of bijzondere investeringen. Agendapunten waren onder meer het personeelsbeleid, ziekteverzuimrapportages, Arbo, RI&E, de modernisering van de SW en rapportages van de arbeidsinspectie. Ook werd er aandacht besteed aan de volgende specifieke onderwerpen: vervolgtrajecten AKA, opleidingen, sanctiebeleid, afdelingsoverleg PSA (psychisch sociale arbeidsbelasting), werkzaamheden andere doelgroepen. De herstructureringsplannen afgeleid van de WWNV en de werktijdenregeling 2013. Specifiek voor de OR is er een handboek geschreven waarbij commissie in het vervolg strategische raden heten en er een flexibele schil is toegevoegd om de nodige expertise te waarborgen. Bijkomend voordeel is dat agendapunten direct door de raden worden opgepakt en op de overlegvergadering kunnen worden besproken. Uitgelicht De WWNV is dit jaar omgezet in de participatiewet. De ondernemingsraad heeft daarop gereageerd met een eigen visie. In het kort komt het neer op de volgende uitgangspunten. Wedeka moet omschakelen naar een toekomstbestendig bedrijf die in staat is om vanuit de wetgeving in te spelen op de arbeidsmarkt van morgen. Wedeka als uitvoerder van de participatiewet voor de gemeenten. In de visie staat omschreven hoe wij dat zien. De visie is ook aangeboden aan het Dagelijks Bestuur van Wedeka. Er is een afspraak gemaakt om daar in het voorjaar van 2014 op terug te komen. Belangrijk is om samen op te trekken richting de toekomst. OR en POCNN Het POCNN staat voor provinciaal ondernemingsraden contact Noord Nederland. Dat zijn vertegenwoordigers van de ondernemingsraden uit Groningen, Friesland en Drenthe. De doelstelling van het platform is, naast het uitwisselen van informatie, het optimaliseren van medezeggenschap. Eén keer per jaar wordt er een themadag georganiseerd voor alle OR-leden waarbij ook de directeuren worden uitgenodigd. Actuele thema’s zoals loondispensatie of ontwikkelinstrumenten binnen de SW zijn dan onderwerp van gesprek. In het verslagjaar stond het maken van een visie voor het noorden t.a.v. de aankomende participatiewet ter discussie. In november is deze visie overhandigd aan wethouder Jan Willem van der Kolk (voorzitter bestuur van Wedeka) die namens de verhinderde staatssecretaris Jetta Klijnsma de visie in ontvangst nam op de jaarlijkse POC thema dag. Mevrouw Klijnsma is een paar weken later nog wel op bezoek geweest bij Wedeka om de discussie met ons over de visie aan te gaan.
22
OR en ORSW ORSW staat voor ondernemingsraden Sociale werkvoorziening. Dit platform is opgehouden te bestaan. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gefinancierd door het SBCM heeft deze rol overgenomen. Georganiseerd overleg In 2013 heeft er overleg plaatsgevonden met de vakbonden en de GO-leden. Het centrale onderwerp was het opstellen van een Sociaal Statuut voor de ambtelijke medewerkers. Het Sociaal Statuut wordt opgesteld om in te spelen op de toekomstige ontwikkelingen met de Participatiewet. Eind 2013 heeft de ledenraadpleging plaatsgevonden. Het Sociaal Statuut zal begin 2014 worden ondertekend. Cliëntenraad De nieuwe Wet sociale werkvoorziening is er sinds januari 2008. Eén van de zaken die daarin is geregeld is dat gemeenten ervoor moeten zorgen dat Wsw’ers kunnen meepraten en meedenken over de uitvoering van de Wsw in hun woonplaats. Dat heet cliëntenparticipatie. Er is een verordening opgesteld waarin de gemeenten hebben besloten dat er één cliëntenraad is voor geheel Wedeka Bedrijven. De gemeenten worden vertegenwoordigd door de directeur van Wedeka Bedrijven. De cliëntenraad bestaat normaliter uit een onafhankelijk voorzitter, een secretaris en 9 leden vanuit de verschillende deelnemende gemeenten (Stadskanaal 3 leden, Veendam 3 leden, Vlagtwedde 2 leden, Menterwolde 1 lid en Borger-Odoorn 1 lid). Alhoewel er zowel wachtlijst-kandidaten als medewerkers met een dienstverband kunnen plaatsnemen in de cliëntenraad, bestaat de cliëntenraad momenteel uitsluitend uit medewerkers met een Wsw-dienstverband. Vanuit de gemeenten BorgerOdoorn, Menterwolde en Veendam zit er geen vertegenwoordiging in de cliëntenraad. De cliëntenraad heeft in 2013 één keer vergaderd. Bij deze vergadering was ook de voorzitter van de GR aanwezig. Een belangrijk onderwerp van gesprek was de mogelijke gevolgen van de nieuwe Participatiewet.
2.3 MARKETING- EN PRODUCTIEBELEID EN INNOVATIE De sw-sector heeft nu en de komende jaren te maken met forse bezuinigingen als gevolg van een afnemend sw-volume en kortingen op de rijkssubsidie. Immers, het kabinet is van mening dat in het kader van de Participatiewet het aantal sw’ers teruggebracht moet worden van 90.800 naar 30.000. De potentiële en huidige werknemers zullen zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers een baan moeten vinden. Het kabinet wil dit met diverse instrumenten stimuleren en heeft in het Sociaal Akkoord afspraken gemaakt met de Werkgeversorganisaties om de komende jaren 125.000 banen voor medewerkers met afstand op de arbeidsmarkt aan te bieden. Alleen een beperkt aantal werknemers die aangewezen zijn op beschut werk binnen, kunnen binnen het sw-bedrijf – afhankelijk van de keuzes van de gemeenten – werkzaam blijven. Om regionaal uitvoering aan dit beleid te geven, zal de komende tijd een fors deel van de huidige Wsw’ers via het Trainings & Diagnose Centrum gescreend worden om zodoende te bepalen welke werknemers geschikt zijn om extern te gaan werken. Ook de gemeenten zelf kunnen hier een grote rol in spelen door enerzijds Wsw-medewerkers als gedetacheerden in hun organisaties op te nemen en anderzijds door binnen hun contracten met leveranciers en andere opdrachtnemers “social return of investment” op te nemen. Dit houdt in dat de gemeenten de organisaties verplichten om medewerkers van Wedeka als gedetacheerden in hun organisatie op te nemen als ze het contract willen uitvoeren. Recentelijk is door het Dagelijks Bestuur een ambtelijke projectgroep ingesteld, die samen met de directie, deze problematiek verder gaat uitwerken en operationaliseren. 23
Om de beweging van binnen naar buiten verder te bevorderen zal de komende periode nauwere samenwerking met reguliere werkgevers georganiseerd worden. Deze PPSconstructies (Publiek Private Samenwerking) zullen naar verwachting plaats vinden in de schoonmaak-, groen en metaalsector. Wedeka zelf zal zich in ieder geval blijven richten op de eenvoudige verpakkings- en assemblage werkzaamheden die zowel door de werknemers, die aangewezen zijn op beschut werken, als de werknemers die nog niet regulier zijn geplaatst, binnen moeten worden uitgevoerd. Daarnaast is de directie van Wedeka, samen met de aangesloten gemeenten in de vorm van de eerdergenoemde projectgroep, bezig om zoveel mogelijk werkzaamheden bij Wedeka Bedrijven onder te brengen, c.q. in de lijn van de Participatiewet mensen te plaatsen bij reguliere werkgevers. De betrokken gemeenten hadden in het Transitieplan er voor gekozen om Wedeka in de toekomst te laten voortbestaan, zij het in afgeslankte vorm, als breed leer-werkbedrijf voor de hele onderkant van de arbeidsmarkt. Op dit moment wordt gewacht op de nadere uitwerking van de Participatiewet, die in februari in het parlement wordt behandeld.
2.4 FINANCIEEL BELEID Voor 2013 had Wedeka een verlies begroot van € 2.995.000,-. Het is echter gelukt het jaar af te sluiten met een tekort van € 1.430.000,-. Dit is dus € 1.565.000,- beter dan voorzien. Op hoofdlijnen is dit verschil als volgt te verklaren: de netto opbrengsten zijn € 86.000,- lager dan geraamd; de bedrijfslasten zijn € 1.215.000,- lager dan voorzien; het negatieve subsidieresultaat is € 436.000,- lager dan geraamd. In vergelijking met de begroting zijn de opbrengsten bij de Divisies Industrie en Trajecten lager dan voorzien. Door de aanhoudende recessie is voor de Divisie Industrie het steeds moeilijker om voldoende werk met een goede opbrengst te krijgen. De opbrengsten bij de Divisie Trajecten dalen voornamelijk doordat het steeds moeilijker wordt om swmedewerkers te detacheren bij derden. De opbrengsten bij de Kringloop- en Milieubedrijven en bij de Divisie Groen & Infra zijn hoger dan begroot. Bij vrijwel alle kostensoorten zijn de werkelijke kosten lager dan begroot en ook gedaald ten opzichte van het vorige verslagjaar. Nog steeds wordt veel aandacht besteed aan kostenbeheersing en ook dit jaar blijkt dit weer zijn vruchten af te werpen. Ook de geleidelijke afbouw van het ambtelijke personeelsbestand en een terughoudend investeringsbeleid dragen bij aan dit succes. Door met name een hogere subsidie per s.e. en door een eenmalige teruggaaf van de waopremie komt het subsidieresultaat beter uit dan van tevoren was verwacht. Het bedrag per Wsw subsidie-eenheid (dit is een full-time medewerker, waarbij rekening is gehouden met de arbeidshandicap) is ten opzichte van het jaar ervoor gestegen. Ten opzichte van 2012 is de subsidie omhoog met gegaan met € 172,- per s.e. Van deze stijging was een bedrag van € 72,- structureel en een bedrag van € 100,- was eenmalig.
24
In de Contouren van de Participatiewet, die nog door de Tweede Kamer moet worden goedgekeurd, staat dat de rijkssubsidie per s.e. in de jaren 2015 tot 2019 jaarlijks zal afnemen met € 500,- per s.e. Daarnaast moet het sw-personeelsbestand volgens de plannen van het ministerie sterk worden afgebouwd van 90.800 s.e.’s naar 30.000 s.e.’s. Deze afname moet worden gerealiseerd door vanaf 1 januari 2015 geen nieuwe mensen in de sw aan te nemen en daarnaast zoveel mogelijk mensen met een arbeidshandicap buiten het schap bij reguliere werkgevers onder te brengen. Aangezien de sw-bedrijven in Oost-Groningen 4 maal zo groot zijn dan elders in Nederland en er in de regio een relatief dunne economie is, zal het onmogelijk zijn om voor voldoende grote aantallen sw-medewerkers een baan op de reguliere arbeidsmarkt te vinden. Hierdoor zal minder uitstroom plaatsvinden dan aangenomen en wenselijk, waardoor de kortingen op de subsidie forse tekorten zullen genereren, die door de aangesloten gemeenten onmogelijk kunnen worden gedragen. De gemeenten in Oost-Groningen en de werkvoorzieningschappen Synergon en Wedeka hebben dan ook de handen ineengeslagen om in Den Haag te lobbyen voor een “status aparte”, waarbij er rekening wordt gehouden met de specifieke en afwijkende situatie in Oost-Groningen.
25
Hoofdstuk 3
Verplichte paragrafen
3.1 WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING Na onttrekking van het exploitatietekort uit 2012 van € 988.000,- resteerde een algemene reserve van € 3.948.000,-. Gezien het risicoprofiel zou Wedeka Bedrijven, volgens haar accountant, over een algemene reserve moeten beschikken van 10% van de exploitatieomvang. In absolute bedragen zou dit een algemene reserve van ruim € 6 miljoen betekenen. Echter, zoals begroot, is ook het tekort over 2013 van € 1.430.000,- ten laste van de algemene reserve gebracht die daarmee uitkomt op bijna € 2.518.000,-. Hieruit kan het verwachte tekort van 2014 ten bedrage van € 2.344.000,- volledig worden gedekt. Vanaf 2015 zal Wedeka voor nagenoeg het volledige verwachte tekort een beroep moeten doen op een bijdrage van de deelnemende gemeenten.
3.2 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Het onderhoud aan de kapitaalgoederen van Wedeka Bedrijven wordt door de Technische Dienst deels in eigen beheer uitgevoerd en deels uitbesteed aan externe bedrijven of specialisten. Het onderhoud kan worden uitgesplitst naar diverse vormen: - het werktuigbouwkundig onderhoud; - elektrotechnisch onderhoud; - bouwkundig onderhoud. Voor registratie en herkenning van de productiemiddelen wordt een middelen beheerssysteem gehanteerd. Middels dit systeem worden onder meer onderhoudsfrequenties, wettelijke keuringen, inspecties en machinegegevens geregistreerd.
3.3 FINANCIERING Algemene ontwikkelingen Via de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is de treasury van gemeenten en overheidslichamen geregeld. Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Ingevolge de wet heeft Wedeka een treasurystatuut opgesteld en is in de begroting en jaarrekening een financieringsparagraaf opgenomen, waarin verantwoording over het treasurybeleid wordt afgelegd. Op 10 december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel verplicht schatkistbankieren. Alle decentrale overheden, waaronder Wedeka Bedrijven, moeten hun overtollige liquide middelen sindsdien aanhouden op een rekening-courant bij de schatkist die wordt beheerd door het Agentschap van het ministerie van Financiën. De decentrale overheden dragen hierdoor bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector respectievelijk een lagere staatsschuld.
26
Treasurybeheer Wedeka heeft een, wat het treasurybeheer aangaat, laag risicoprofiel doordat de rentepercentages van de meeste langlopende leningen voor langere tijd vast liggen, geen gebruik wordt gemaakt van derivaten en de gelduitzettingen gering zijn. In dit jaarverslag zijn opgenomen: a. een toetsing van de netto vlottende schuld aan de wettelijk toegestane kasgeldlimiet; b. toetsing van de renterisico’s van de vaste schuld aan de vastgestelde renterisiconorm; c. een weergave van de kredietrisico’s; d. een financieringsoverzicht van de opgenomen geldleningen en de rentegevoeligheid hiervan. Ad. a. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een (vastgesteld) percentage van het totaal van de begroting van Wedeka. Deze wordt getoetst aan de netto vlottende schuld. De netto vlottende schuld per kwartaal is het gemiddelde van de netto vlottende schuld op de laatste dag van iedere maand in het desbetreffende kwartaal. In het volgende overzicht wordt de omvang van de vlottende schuld per kwartaal getoetst aan de wettelijke norm.
Omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
Omvang van de begroting per 1 januari (= grondslag)
70.019
70.019
70.019
70.019
1 Toegestane kasgeldlimiet In procenten van de grondslag In een bedrag
8,20% 5.742
8,20% 5.742
8,20% 5.742
8,20% 5.742
2 Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden korter dan 1 jaar Schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld
1.167 1.729 -
1.924 -
1.328 -
674 -
3 Vlottende middelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar
9 569 2.677
10 726 229
8 272 -
10 286 -
- 359 5.742 6.101
959 5.742 4.783
1.048 5.742 4.694
378 5.742 5.364
4 Toets kasgeldlimiet a. Totaal netto vlottende schuld (2-3) b. Toegestane kasgeldlimiet (1) c. Ruimte (+) c.q. overschrijding (-) (b-a)
27
Ad. b. Renterisiconorm Het hierna volgende overzicht brengt de renterisico’s voor de vaste schuld in beeld. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal.
Omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
2014
2015
2016
2017
Basisgegevens 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 2 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a Nieuwe aangetrokken vaste schuld 3b Nieuwe verstrekte lange leningen 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 5 Betaalde aflossingen 6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7 Renterisico op vaste schuld (2+6)
2.000 2.000 508 508 508
900 900 900 900 900
900 900 900 900 900
900 900 900 900 900
Renterisiconorm 8 Omvang begroting van het komende jaar 9 Het bij min.regeling vastgestelde % 10 Renterisiconorm (8x9)
70.237 20,0% 14.047
70.237 20,0% 14.047
70.237 20,0% 14.047
70.237 20,0% 14.047
Toets renterisiconorm 11 Ruimte (+) c.q. overschrijding (-)
13.539
13.147
13.147
13.147
(10-7)
Ad. c. Kredietrisico Wedeka Bedrijven kent geen ongedekte risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichting van de tegenpartij als gevolg van insolvabiliteit of deficit.
Ad. d. Financiering Door middel van onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen.
Omschrijving (bedragen x € 1.000,-)
Stand per 1 januari Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Rente-aanpassing (oud percentage) Rente-aanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december
28
Bedrag
Gemiddeld percentage
4.165 - 1.928 2.237
4,7% 5,3%
4,2%
Invloed op gemidd. perc.
- 0,5%
3.4 VERBONDEN PARTIJEN Wedeka B.V. Wedeka Bedrijven is enig aandeelhouder van de besloten vennootschap Wedeka B.V. Voor inwoners van de deelnemende gemeenten die voor de Wwb (Wet werk en bijstand) in aanmerking komen worden maatschappelijke banen en leer-/werktrajecten bij diverse organisaties verzorgd. De vennootschap fungeert in formele zin als werkgever; de betaalde lonen worden door de gemeenten vergoed terwijl eventuele inleenvergoedingen weer ten gunste van de gemeenten komen. Daarnaast worden in de B.V. enkele dienstverbanden verloond van medewerkers die bij Wedeka Bedrijven en gelieerde organisaties zijn gedetacheerd.
Wedeka B.V. Geconsolideerde balans per 31 december 2013 (bedragen x € 1,-)
Vorderingen Liquide middelen Rekening-courant Wedeka Bedrijven Overlopende activa
Totaal
31-12-2013
31-12-2012
193.306
151.966
Eigen vermogen
13.634
41.701
Resultaat 2012 Resultaat 2013
687.220
754.072
34.049
27.998
928.209
975.737
31-12-2013
31-12-2012
29.648
28.749 899
113
Kortlopende schulden
84.235
103.251
Overlopende passiva
814.213
842.838
Totaal
928.209
975.737
Toelichting De activa en passiva zijn gewaardeerd op de nominale waarde. De liquide middelen staan vrij ter beschikking. Het resultaat over 2012 is aan de algemene reserve toegevoegd. Wedeka B.V. is 100% eigenaar van de Combo's Utrecht, 's-Hertogenbosch en Rotterdam B.V. De activiteiten van de Combo's zijn gestaakt.
Vaststelling Vastgesteld op 3 februari 2014.
J.A. Mug Directeur
E. Fissering Commissaris
Werkstad-Baanderij Op 1 oktober 2009 heeft er een bestuurlijke fusie plaatsgevonden met Stichting Baanderij en Werkstad B.V. “in liquidatie” (de bv is 100% dochtermaatschappij van de stichting). De Raad van Commissarissen van de stichting bestaat uit de leden van het Dagelijks Bestuur van Wedeka Bedrijven; de directie van Wedeka Bedrijven treedt op als Raad van Bestuur van de stichting. De liquidatie van de bv, waartoe de raden op 10 augustus 2010 hebben besloten, is in 2012 afgerond.
29
3.5 BEDRIJFSVOERING Investeringsbeleid Naast de normale investeringen in gebouwen, installaties, inventarissen, etc. worden de investeringen bepaald door de eisen, die de markt stelt aan Wedeka Bedrijven. Dit betreft zowel wijzigingen van werkzaamheden als efficiency- en kwaliteitsverbeteringen bij bestaande werkzaamheden. Het is daarom in de begroting niet mogelijk om alle voorgenomen investeringen per actief te benoemen, omdat veelal de ontwikkeling van de markt wordt gevolgd en een aantal keren per jaar Wedeka wordt geconfronteerd met niet voorziene vervangingsinvesteringen. In de begroting wordt dan ook volstaan met het noemen van de geraamde totaal benodigde investeringsbedragen per soort investering, omdat per soort investering verschillende afschrijvingstermijnen worden toegepast. Voorafgaand aan een investering dient een rendementsberekening te worden opgesteld. Aan de hand van deze berekening wordt door de directeur beoordeeld of de geplande investering kan worden goedgekeurd. Hierbij wordt ook beoordeeld of de investering past binnen de in de goedgekeurde begroting geraamde investeringsbedragen. Door de bezuinigingen op de rijkssubsidie zal er terughoudend worden omgegaan met grote investeringen. Informatisering en automatisering De informatievoorziening binnen Wedeka is met name gericht op het ondersteunen van de bedrijfsprocessen. Hiervoor is hard- en software aanwezig voor de informatiesystemen ten behoeve van logistiek, financieel en personeel. De informatievoorziening kenmerkt zich door degelijkheid en bedrijfszekerheid. Om de continuïteit van al deze systemen te waarborgen zijn er aanpassingen en investeringen uitgevoerd in zowel hard- als software. Het betreft onder meer vervanging en uitbreiding van pc’s, servers en back-upfaciliteiten alsmede het optimaliseren van de toegang tot centrale servers vanuit de vestigingen (o.a. terminalserver). Op het gebied van software is er o.a. gewerkt aan de verdere invoering en uitbreiding van het HRM-pakket Compas (m.n. ziekte- en verzuimregistratie, trajecten- en verlofadministratie). Op langere termijn moet er worden bezien of de aanwezige software voor logistiek moet worden vervangen. Dit is mede afhankelijk van de benodigde logistieke informatie en de in de toekomst gevoerde productieprocessen bij Wedeka. Ook moet er rekening worden gehouden met de continuïteit en onderhoudsmogelijkheden van de aanwezige logistieke software en de hiervoor benodigde hardware. WNT In de nieuw Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is ondermeer geregeld dat inzage gegeven moet worden in de arbeidsvoorwaarden van de leiding van de organisatie. De bruto beloning van dhr. J.A. Mug, directeur gedurende geheel 2013, heeft € 194.919,97 bedragen, aan pensioenpremies is € 32.713,68 afgedragen en de vaste onkostenvergoeding bedroeg € 750,-. Voor dhr. J.T.H. Edzes, adjunct-directeur gedurende het gehele jaar 2013, bedroeg de bruto beloning € 139.202,77, aan pensioenpremie is € 22.765,44 afgedragen. Dit is binnen de gestelde norm en inclusief de beloning voor de directievoering bij de Emcogroep, die volledig door haar betaald wordt. Daarnaast ontvangt Wedeka Bedrijven van de Emco-groep een managementvergoeding voor de directievoering aldaar.
30
Organisatiestructuur Algemeen Bestuur
Dagelijks Bestuur Raad van Advies
Directie
Ondernemingsraad
Personeelsmanagement
Financiën & Control
Bedrijfskundige Zaken
Inkoop
Technische Dienst
Commercie
Divisie Industrie
Divisie Groen & Infra
Divisie Trajecten
WI Oosterkade
GI Stadskanaal
Trajectbegeleiding
WI Electronicaweg
GI Ter Apel
Detacheringen
WI Ter Apel
GI Veendam
WI Veendam
Kringloop & Milieu
31
Hoofdstuk 4
Jaarrekening
4.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (x € 1.000,-) Activa
2013
2012
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
87 8.384 237
112 8.888 184
Totaal
8.708
9.184
Vlottende activa Voorraden Uitzettingen Liquide middelen Overlopende activa
609 2.716 255 130
686 2.852 2.561 363
Totaal
3.710
6.462
12.418
15.646
Totaal generaal
32
4.2 OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN (x € 1.000,-) Omschrijving Omzet Voorraadmutaties Bruto bedrijfsopbrengsten Kosten grondstoffen
Begroting 2013 20.478 20.478 3.200
Bedrijfsopbrengsten Overige pers.kosten Wsw Salariskosten ambtelijk personeel Afschrijvingen Rentelasten Dienstverlening derden Overige bedrijfskosten Diverse lasten Diverse baten Buitengewone lasten
2012
20.200 2 20.202 3.010 17.278
20.580 9 20.589 3.082 17.192
17.507
900
813
902
6.942 1.465 330 375 5.204 15 45 49
6.818 1.311 109 418 4.690 78 -265 48
6.838 1.370 163 286 4.634 98 - 151 48
Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat (+ = winst) Rijksbijdragen Loonkosten Wsw-personeel Begeleid Werken
2013
15.235
14.020
14.188
2.043
3.172
3.319
46.546 - 51.379 255
46.631 - 51.063 220
46.751 - 50.900 158
Subsidieresultaat (- = verlies)
- 5.088
- 4.652
- 4.307
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
- 3.045
- 1.480
-
Onttrekking bestemmingsreserve KLSK Onttrekking aan algemene reserve
50 2.995
50 1.430
988
-
-
-
Resultaat na bestemming
34
988
4.3 KASSTROOMOVERZICHT (x € 1.000,-) Omschrijving
2013
2012
1.311 629 174 -
1.370 85 172 10 1.151
2.114
2.788
1.411 227 1.928 1.430 50
1.183 122 1.151 566 988 -
5.046
4.010
Mutatie van het financieringsoverschot (A-B)
- 2.932
- 1.222
Voorraden Uitzettingen Liquide middelen Overlopende activa Mutatie vlottende activa (C)
77 - 136 - 2.306 - 233 - 2.752
72 87 - 1.845 202 - 1.802
Herkomst van middelen Afschrijvingen Desinvesteringen Aflossingen leningen fiets- fitnessprojecten (u/g) Opname geldleningen (o/g) Dotatie bestemmingsreserve KL Stadskanaal (KLSK) Totaal herkomst (A)
Besteding van middelen Investeringen Verstrekking leningen fiets- fitnessprojecten (u/g) Omzetting lening St. Baanderij in bestemmingsreserve KLSK Aflossing geldleningen (o/g) Onttrekking algemene reserve resultaat 2013 / 2012 Onttrekking bestemmingsreserve KLSK Totaal besteding (B)
Crediteuren Overige schulden Rekening-courant Wedeka B.V. Overlopende passiva Mutatie vlottende passiva (D)
861 478 67 136 180
-
Mutatie in het werkkapitaal (C-D)
- 2.932
-
410 2 1 171 580
- 1.222
(- = afname)
35
4.4 GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING INLEIDING Ter bevordering van een juiste interpretatie van de jaarrekening worden in deze paragraaf de grondslagen toegelicht waarop de financiële verslaggeving is gebaseerd. Het uitgangspunt is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2004 (BBV). Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de betreffende balanspost anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Voor zover het BBV niet anders voorschrijft, zijn de lasten en baten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
BALANS Immateriële en materiële vaste activa De (im-)materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De afschrijvingsduur van de kosten van het oversluiten van geldleningen (boeterentes) is maximaal gelijk aan de looptijd van de betreffende leningen. Op grond wordt niet afgeschreven. Voor het overige vindt afschrijving plaats op basis van een vast percentage van historische aanschafprijs. De meest gebruikte afschrijvingstermijnen bedragen in jaren zijn: Gronden en terreinen Voorziening aan terreinen Gebouwen Installaties Machines Inventarissen Vervoermiddelen
niet van toepassing 20 40 20/10 10/5 10 7
Financiële vaste activa In deze rubriek worden kapitaalverstrekkingen en leningen aan deelnemingen en overige verbonden partijen verantwoord. Waardering vindt plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met eventuele duurzame waardeverminderingen; afschrijving vindt niet plaats. De uitgeleende gelden zijn opgenomen tegen de leningsbedragen verminderd met de aflossingen.
36
Voorraden De grondstoffen worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen gebaseerd op de gemiddeld betaalde inkoopprijs. Verschillen tussen de verrekenprijs en betaalde inkoopprijs worden als bedrijfsresultaat verantwoord. Waardering van de voorraden halffabrikaat en gereed product vindt plaats tegen de fabricagekostprijs of indien lager tegen de verkoopprijs. Incourante voorraden zijn afgewaardeerd tot marktwaarde. Het onderhanden werk wordt gewaardeerd op basis van het bestede materiaalverbruik en de mensuren tegen de verwachte netto uuropbrengst, onder aftrek van de bedragen die reeds aan opdrachtgevers in rekening zijn gebracht. Uitzettingen De uitzettingen (vorderingen) worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De vorderingen zijn waar mogelijk en wenselijk verzekerd bij een kredietverzekeringsmaatschappij; vorderingen op natuurlijke personen die niet voor eigen rekening een bedrijf uitoefenen en vorderingen op overheidsinstellingen (Rijk, provincie en gemeente) zijn daarbij uitgesloten. Vorderingen op failliete debiteuren zijn afgewaardeerd voor zover deze niet verzekerd zijn; deze afwaardering wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen De liquide middelen zijn tegen nominale waarde opgenomen en omvatten bank-, giro- en kassaldi. Rekening-courant Wedeka B.V. Het saldo in rekening-courant is tegen de nominale waarde opgenomen. Overlopende activa De overlopende activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen De algemene reserve is gevormd uit de exploitatieoverschotten tot en met 2010 en is sinds 2011 bestemd ter dekking van de exploitatietekorten. Na de liquidatie van Werkstad B.V. is het via Stichting Baanderij uitgeleende kapitaal in 2012 omgezet in de bestemmingsreserve Kringloop Stadskanaal ten behoeve van de exploitatie van de (ver-)nieuwbouw daarvan. Met ingang van 2013 wordt jaarlijks een bedrag aan deze reserve onttrokken ten gunste van de exploitatierekening. In de begroting 2013 is een onttrekking geraamd van € 50.000,-. Op basis hiervan is de reserve voor 23 jaar toereikend. Vaste schulden De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de reeds gedane aflossingen. Het betreft schulden met een looptijd langer dan een jaar, inclusief de aflossingsverplichtingen voor het volgende jaar. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Deze verplichtingen omvatten de binnen één jaar vervallende schulden. Niet opgenomen zijn jaarlijkse verplichtingen van vergelijkbaar volume die verband houden met arbeidskosten zoals vakantiegelden.
37
OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN Omzet De omzet is de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten (exclusief omzetbelasting) en onder aftrek van kortingen. Voorraadmutaties De voorraadmutaties hebben betrekking op de voorraad gereed product. Kosten grondstoffen Dit betreft de kosten van grondstoffen, halffabrikaten en uitbesteed werk. De grondstoffen en halffabrikaten worden berekend op basis van vaste verrekenprijzen. Lonen Wsw-werknemers Hieronder wordt verstaan het bruto bedrag van de uitbetaalde lonen, eindejaarsuitkering, vakantiegelden, pensioenpremies en sociale lasten voor Wsw-werknemers. Ziekengelden / WAO-uitkeringen Dit betreft de over het kalenderjaar van de bedrijfsvereniging te ontvangen uitkeringen op e grond van de Ziektewet (ZW) en de te ontvangen WAO-uitkeringen i.v.m. het 2 jaar arbeidsongeschiktheid. Overige personele kosten Wsw Hieronder worden verstaan de reiskosten en eigen bijdragen voor woon-werkverkeer en overige personele kosten zoals kosten arbodienst, opleidingen en werkkleding. Salariskosten ambtelijk personeel Hieronder wordt verstaan de over het jaar verschuldigde salarissen, de in het verslagjaar betaalde vakantiegelden, eindejaarsuitkering, pensioenpremies en de daarmee samenhangende sociale lasten zoals ZVW-premies. Overige bedrijfskosten De overige bedrijfskosten worden berekend op basis van historische kosten. Rentelasten / baten De rentekosten bestaan uit de rentelast van de langlopende geldleningen en de in rekeningcourant opgenomen gelden. De rentebaten hebben betrekking op de van banken ontvangen rente voor tegoeden in rekening-courant. Rijksbijdragen De rijksbijdragen betreffen de subsidies van de gemeenten voor het door Wedeka Bedrijven gerealiseerde aantal arbeidsjaren en waarvoor de gemeenten bijdragen van het Rijk ontvangen.
KASSTROOMOVERZICHT Dit overzicht sluit aan bij de mutaties van de balansposten in vergelijking met het voorgaande jaar.
38
4.5 TOELICHTING OP DE BALANS (x € 1.000,-) VASTE ACTIVA 2013 Immateriële vaste activa Boekwaarde per 1 januari Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
-
112 25 87
2012
-
144 32 112
De immateriële vaste activa hebben betrekking op de boeterentes die in tot en met 2003 zijn betaald in verband met vervroegde aflossing van langlopende leningen o/g.
Materiële vaste activa Boekwaarde per 1 januari Saldo investeringen / desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
8.888 782 - 1.286 8.384
9.128 1.098 - 1.338 8.888
Verhouding afschrijvingen / gemiddelde boekwaarde
14,9 %
14,9 %
De belangrijkste investeringen betreffen de uitbreidingen en renovatie van Kringloop Stadskanaal (per ultimo 2013 € 1.023.000,- besteed waarvan € 452.000,- in 2013), hard- en software(licenties) alsmede (vervangings-)investeringen in (vracht-)auto’s en diverse machines.
Financiële vaste activa Boekwaarde per 1 januari Saldo investeringen / desinvesteringen Aflossingen Boekwaarde per 31 december
-
184 227 174 237
-
234 122 172 184
Wedeka Bedrijven nam met een frauderisicoverzekering deel in de Onderlinge Verzekeringen Overheid (OVO) U.A. In verband met de opheffing van deze coöperatie heeft Wedeka in 2013 een eerste liquidatie-uitkering ontvangen van bijna € 16.400,- (diverse baten). De (des-)investeringen en aflossingen betreffen de leningen aan het personeel in het kader van de fiets- en fitnessprojecten. In deze rubriek zijn de aandelen in Wedeka B.V. gewaardeerd op € 0,45.
39
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Grondstoffen Halffabrikaten Gereed product Diverse voorraden
De omlooptijd van de gemiddelde voorraden bedraagt in dagen: - grondstoffen - halffabrikaten - gereed product
2013
2012
404 38 159 8 609
478 46 152 10 686
172 134 96
161 109 69
De langere omlooptijden betreffen de vestiging WI Ter Apel en WI Veendam.
Uitzettingen Debiteuren: - tot 2 maanden oud - ouder dan 2 maanden Subtotaal debiteuren Diversen
Incassotermijn debiteuren in dagen Nog openstaand bedrag per 1 maart (na afwaardering)
2.619 89 2.708 8 2.716
2.725 115 2.840 12 2.852
35 86
36 145
In verband met de economische situatie is het totaal van de debiteurenvorderingen sinds 2009 met € 50.000,- afgewaardeerd.
Liquide middelen Banken Kassen
249 6 255
2.553 8 2.561
De liquide middelen staan vrij ter beschikking. Het deposito van € 2,6 miljoen per ultimo 2012 is opgenomen en gebruikt om de aflopende lening van de Rabobank van bijna € 1,4 miljoen af te kunnen lossen en tevens om het exploitatietekort op te kunnen vangen.
40
Overlopende activa Nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Diversen
2013
2012
28 35 67 130
33 218 112 363
De nog te ontvangen bedragen betreffen de beheersvergoedingen van Wedeka Baanderij, Wedeka B.V. en voor derden verrichte diensten. Vooruitbetaalde bedragen zijn vooral verzekeringspremies en kosten voor onderhoudscontracten en huren voor 2014. De post diversen omvat € 55.000,- aan nog te ontvangen rijksbijdragen Wsw 2013; dit wordt de komende maanden met de (eigen) deelnemende gemeenten afgerekend.
EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Saldo 1 januari Onttrekking resultaat 2011 Onttrekking resultaat 2012 Onttrekking resultaat 2013 Saldo per 31 december
Bestemmingsreserve Kringloop Stadskanaal Saldo 1 januari Toevoeging Onttrekking Saldo per 31 december
3.948
- 1.430 2.518
1.151 50 1.101
6.040 - 1.104 - 988 3.948
1.151 1.151
De bestemmingsreserve is gevormd uit de kapitaaluitkering na liquidatie van Werkstad B.V. Met ingang van 2013 wordt jaarlijks een bedrag aan de reserve onttrokken ten behoeve van de exploitatie van de (ver-)nieuwbouw van KL Stadskanaal. Deze exploitatiebijdrage voor 2013 bedraagt € 50.000,-.
VASTE SCHULDEN Leningen o/g Saldo leningen banken per 1 januari Saldo leningen overige (St. Baanderij) per 1 januari Opname lening St. Baanderij Omzetting lening St. Baanderij Aflossingen leningen banken Saldo per 31 december
4.165
- 1.928 2.237
4.731 1.141 10 - 1.151 - 566 4.165
De onderhandse lening van St. Baanderij is conform de besluitvorming bij de liquidatie van Werkstad B.V. in 2012 omgezet in een bestemmingsreserve ten behoeve van de (ver-)nieuwbouw van KL Stadskanaal. 41
Doordat de aflossingsvrije lening van de Rabobank van bijna € 1,4 miljoen in 2013 afliep is het totaal van de aflossingen in 2013 hoger dan in 2012. Het eindsaldo is inclusief de aflossingsverplichting van € 508.000,- voor volgend jaar.
VLOTTENDE PASSIVA Crediteuren Omvang per 31 december
Overige schulden Omzetbelasting Loonheffing Sociale premies Te verrekenen met personeel Nog te betalen kosten
2013
2012
1.872
1.011
640 1.432 136 141 1.129 3.478
728 1.659 131 100 1.338 3.956
De belastingen en sociale premies betreffen de af te dragen bedragen over het laatste kwartaal respectievelijk de maand december 2013. Te verrekenen met personeel betreft met name nog te betalen lonen en salarissen. In de nog te betalen kosten zijn de volgende posten begrepen: - gemeenten, rechtmatigheid rijksbijdragen - gemeenten, s.e. taakstelling 2010 - gemeenten, s.e. taakstelling 2012 - gemeenten, s.e. taakstelling 2013 - kwaliteitstraject Divisie Groen & Infra - verlofrechten gepensioneerden - transitorische rente leningen o/g - energiekosten
434 48 306 46 38 54
100 130 327 306 62 112 86
De in 2006 gevormde reservering rechtmatigheid rijksbijdragen ad € 100.000,- die bedoeld was ter dekking van eventuele correcties en sancties , is dit jaar vrijgevallen (zie ook 4.8 Overige gegevens). De posten s.e. taakstelling betreft aan gemeenten terug te betalen bedragen in verband met onderrealisatie van het aantal arbeidsjaren (s.e.’s) waarvoor rijksbijdragen zijn ontvangen. Het bedrag over 2012 is gewijzigd naar aanleiding van de Sisa-rechtmatigheidscontrole.
Rekening-courant Wedeka B.V. Saldo per 31 december
687
754
Via de rekening-courant worden wederzijdse vorderingen en schulden tussen Wedeka Bedrijven en Wedeka B.V. verrekend.
42
Overlopende passiva Nog te ontvangen facturen Vooruitontvangen Onderhanden werk Rijksbijdragen buitengemeenten Diversen
2013
2012
42 78 176 229
37 84 182 76 282
525
661
Nog te ontvangen facturen heeft betrekking op de levering van goederen, zowel op voorraad als rechtstreeks ten behoeve van de productie-orders. Vooruitontvangen bedragen en het onderhanden werk betreffen nog uit te voeren werkzaamheden door met name de groenbedrijven en Trajectbegeleiding. De per ultimo 2012 nog te ontvangen rijksbijdragen buitengemeenten zijn in 2013 afgewikkeld. De post diversen tot slot omvat met name nog af te wikkelen ziekengelden / WAOuitkeringen en bijdragen inzake het Arbeidstrainingscentrum in Veendam.
43
4.6 TOELICHTING OP HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN (x € 1.000,-) Begroting 2013
2013
2012
1.345 850 1.075 1.500 4.770
1.454 855 909 1.365 4.583
1.413 805 1.020 1.439 4.677
83 511 389 983
82 579 382 1.043
86 554 376 1.016
3.075 1.925 1.850 6.850
3.086 2.032 1.826 6.944
3.086 2.065 1.835 6.986
2.275 2.400 4.675
2.450 2.172 4.622
2.597 2.231 4.828
17.278
17.192
17.507
Omvang fte’s (= volledige dienstverbanden) per groep Divisie Industrie 784,0 Kringloop & Milieu 62,0 Divisie Groen & Infra 596,0 Divisie Trajecten 253,0 Stafafdelingen 28,0 Totaal (excl. Begeleid Werken) 1.723,0
781,2 71,3 599,0 230,6 30,9 1.713,0
804,2 65,6 613,8 224,3 28,3 1.736,2
Toegevoegde waarde per fte (in euro’s) Divisie Industrie Kringloop & Milieu Divisie Groen & Infra Divisie Trajecten Staf- en ondersteunende afdelingen Totaal (gemiddeld, excl. Begeleid Werken)
5.867 14.628 11.593 20.043 10.036
5.816 15.488 11.382 21.525 10.084
Toegevoegde waarde Divisie Industrie WI Oosterkade WI Electronicaweg WI Ter Apel WI Veendam
Kringloop & Milieu KL Gasselternijveen KL Stadskanaal-Ter Apel KL Veendam
Divisie Groen & Infra GI Stadskanaal GI Ter Apel GI Veendam
Divisie Trajecten Trajectbegeleiding Detacheringen
Totaal toegevoegde waarde
44
6.084 15.855 11.493 18.478 10.028
De totale toegevoegde waarde is € 86.000,- lager dan het gebudgetteerde bedrag, waarbij het aantal fte’s 10 minder is dan begroot. Ten opzichte van het voorgaande verslagjaar is de netto toegevoegde waarde € 315.000,lager. Deze daling wordt onder andere veroorzaakt doordat er 23 fte’s minder werkzaam zijn geweest dan in het jaar ervoor. Hierdoor zijn de opbrengsten van alle divisies lager uitgevallen. Alleen Kringloop en Milieu kon een hogere opbrengst ten opzichte van het voorgaande jaar laten zien. Bij Wedeka hebben de afgelopen jaren mensen gewerkt vanuit een traject. Dit personeel is niet opgenomen in de genoemde aantallen fte’s. Divisie Industrie De toegevoegde waarde van de Divisie Industrie is ten opzichte van 2012 met een bedrag van € 94.000,- afgenomen tot € 4.583.000,-. Ten opzichte van de begroting blijft de realisatie € 187.000,- achter. De omzet van de beter opbrengende werksoorten metaal en houten stellingen zijn lager dan verwacht. Dit verlies kan niet opgevangen worden door verpakkingswerk. Hier zijn de prijzen laag door het grote aanbod van collega sw-bedrijven en andere verpakkers. Kringloop & Milieu De opbrengsten van Kringloop & Milieu waren het afgelopen jaar € 60.000,- hoger dan begroot. Ten opzichte van 2012 is de opbrengst met € 27.000,- gestegen. Divisie Groen & Infra Bij deze divisie zijn de opbrengsten € 94.000,- hoger dan gebudgetteerd en ten opzichte van 2012 is de opbrengst gedaald met een bedrag van € 42.000,-. De gemeenten hebben minder geld beschikbaar, waardoor er minder werk wordt uitbesteed of het werk wordt uitbesteed tegen een lagere prijs. Ten opzichte van boekjaar 2009 zijn de groenopbrengsten al gedaald met een bedrag van € 789.000,-. Een bijkomend probleem van het verlies van opdrachten is het om alle medewerkers werk te kunnen blijven bieden, want in een krimpende markt is het moeilijk is om vervangend werk te vinden. Divisie Trajecten De opbrengsten voor de Divisie Trajecten zijn € 53.000,- lager uitgekomen dan geprognosticeerd en € 206.000,- lager dan de opbrengst in het jaar ervoor. Met de gemeenten zijn Trainings- en Diagnose Centra opgezet in Stadskanaal en Veendam. Hier worden inwoners met een Wwb- of Wajong-uitkering getest en getraind door trajectbegeleiders van Wedeka en trajectbegeleiders van de gemeenten. De aangesloten gemeenten betalen aan Wedeka een vergoeding voor gebruik van de medewerkers en gebruik van de infrastructuur. Ten opzichte van de begroting zijn de opbrengsten € 175.000,- hoger uitgekomen, terwijl de opbrengsten ten opzichte van 2012 zijn gedaald met € 147.000,-. De detachering opbrengsten zijn met € 59.000,- gedaald ten opzichte van de gerealiseerde opbrengsten in 2012. Ten opzichte van de begroting zijn de opbrengsten € 228.000,- lager uitgekomen dan begroot. Het blijkt steeds moeilijker om detacheringplekken te vinden in ons werkgebied, terwijl het beleid er wel op is gericht om zoveel mogelijk medewerkers een passende baan te geven buiten de muren van Wedeka.
45
Overige personele kosten Wsw Reiskosten woon-werk Bedrijfsgeneeskundige zorg Opleidingskosten Vermindering loonheffing onderwijs Werkkleding Overige personele kosten Wsw Totale overige personele kosten Wsw
Begroting 2013
2013
2012
336 137 120 183 207 283 900
295 131 227 316 202 274 813
324 163 235 306 197 289 902
-
-
-
Ten opzicht van boekjaar 2012 zijn de reiskosten voor woon-werkverkeer gedaald met een bedrag van € 29.000,-. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er 23 fte’s minder zijn verloond dan in het vorige boekjaar. De kosten bedrijfsgeneeskundige zorg zijn gedaald door minder inzet van uren door de bedrijfsarts. De opleidingskosten zijn hoger dan begroot, hier staat tegenover dat er meer afdrachtkorting voor onderwijs is geclaimd.
Salariskosten ambtelijk personeel Salariskosten Wedeka Baanderij Salariskosten actief ambtelijk personeel Salariskosten doorberekend uit Wedeka B.V. Subtotaal salariskosten Doorber. salarisk. gedetacheerd personeel Overige ambtelijke personele kosten Totaal salariskosten
539 6.467 308 7.314 - 524 152 6.942
527 6.395 269 7.191 - 532 159 6.818
515 6.191 431 7.137 - 481 182 6.838
Personeel Wedeka Baanderij Aantal actieve ambtenaren Wedeka Bedrijven Personeel in dienst Wedeka B.V. Subtotaal ambtelijk personeel Gedetacheerde ambtenaren Totaal aantal ambtenaren (fte’s gemiddeld)
8,43 91,19 6,44 106,06 - 6,48 99,58
8,10 90,54 6,03 104,67 - 6,68 97,99
8,43 93,37 8,19 109,99 - 5,68 104,31
1:17,5
1:17,7
1:16,8
Verhouding actief ambtelijk : Wsw-personeel (fte’s incl. Begeleid Werken)
46
Het totaal van de salariskosten ambtelijk personeel is € 124.000,- lager dan begroot. De belangrijkste verschillen zijn: - er zijn ten opzichte van de begroting 2013 1,59 fte’s minder in dienst geweest + € 91.000,- teruggaaf wao premie over eerste halfjaar van 2013 + 26.000,- overige incidentele afwijkingen + 7.000,(+ = voordeel)
De overige ambtelijke personele kosten betreffen onder andere de reiskosten woon/werkverkeer, studiekosten en kosten FPU-gemeenten. Ten opzichte van 2012 zijn de kosten FPU-gemeenten overigens met € 20.000,- gedaald.
Afschrijvingen Afschrijving vaste activa
Begroting 2013
2013
2012
1.465
1.311
1.370
De afwijking ten opzichte van de begroting is ontstaan doordat diverse begrote investeringen nog niet, op een andere wijze, of later in het jaar zijn uitgevoerd dan geraamd.
Rentelasten Rentelasten leningen o/g Rentelasten / baten
330 330
-
121 12 109
-
216 53 163
De daling van de rentelasten leningen o/g is het gevolg van een lager gemiddeld rentepercentage en een lagere schuldpositie van de langlopende leningen. De rentebate betreft de rente deposito; deze opbrengst is afgenomen doordat het deposito medio mei 2013 is opgeheven.
Dienstverlening derden Lasten dienstverlening derden
375
418
286
De kosten voor het externe personeel zijn hoger dan in het voorgaande jaar. In deze post worden ook de opbrengsten die Wedeka ontvangt voor dienstverlening derden verantwoord. Deze loopt snel terug, doordat er steeds minder mensen in Wedeka B.V. voor de gemeenten worden verloond. De opbrengst daalt hierdoor, waardoor de kosten voor dienstverlening derden per saldo stijgen.
47
Overige bedrijfskosten Huur- en leasekosten Onderhoudskosten Energiekosten Belastingen en verzekeringen Indirecte productiekosten Algemene kosten
Begroting 2013
2013
2012
405 1.532 1.454 377 490 946 5.204
393 1.548 1.264 336 360 789 4.690
405 1.390 1.311 318 391 819 4.634
De overige bedrijfskosten zijn € 44.000,- hoger dan in 2012 en € 514.000,- lager dan gebudgetteerd. Dit valt als volgt te verklaren. Het budget voor huur- en leasekosten zijn ongeveer conform de begroting gerealiseerd. Door uitstellen van investeringen, waardoor meer onderhoud nodig is, bij met name de groenvestigingen, zijn de onderhoudskosten hoger uitgevallen dan in het voorgaande jaar. De energiekosten zijn lager uitgevallen dan gebudgetteerd. Dit wordt met name veroorzaakt door het nemen van verschillende energiebesparende maatregelen en daarnaast zijn er een aantal afrekeningen uit voorgaande jaren ontvangen die lager uitvielen dan verwacht. Bij belasting en verzekeringen vallen de kosten voor de verzekeringen hoger uit dan het jaar ervoor. Dit komt onder meer door een verhoging van de assurantiebelasting. De werkelijke indirecte productiekosten liggen € 130.000,- lager dan begroot. Dit is gerealiseerd door minder gebruik van hulpstoffen in met name industriële vestigingen en minder aanschaf van kleine gereedschappen. De algemene kosten zijn € 157.000,- lager dan gebudgetteerd. Besparingen worden onder andere gerealiseerd op verkoopkosten, bankkosten (door veranderen van huisbankier), kantoorbenodigdheden, kantinekosten en bedrijfsafval.
Diverse lasten Afwikkeling schades Herwaarderings- en prijsverschillen Incourante voorraden / voorraadverschillen Resultaat oninbare vorderingen Overige diverse lasten
15 15
54 18 5 1 78
Naast het eigen risico bij diverse schades zijn via deze post ook niet gedekte schades afgewikkeld. De incourante voorraden en voorraadverschillen hebben betrekking op correcties in de voorraadadministratie en afwaardering van goederen waarvan wij verwachten dat deze niet meer gebruikt kunnen worden.
48
23 35 9 31 98
Begroting 2013 Diverse baten Verkoopres.grondst./prijs- en herwaard.verschillen Diverse diensten Wedeka B.V. Afwikkeling diverse schades Boekverlies / winst desinvesteringen Liquidatie-uitkering OVO Omzetbonussen Vrijval reservering rechtmatigheid 2006 Overige baten
30 15 45
2013
2012
31 5 32 15 16 15 100 51 265
25 22 21 1 22 60 151
De onderlinge verzekering OVO (frauderisicoverzekering) is geliquideerd, waarbij er een bedrag van ruim € 16.000,- is ontvangen. Ten laste van de voorgaande jaren was een reservering voor rechtmatigheid opgenomen. Alle jaren zijn gecontroleerd, waarbij er geen tekortkomingen zijn geconstateerd. Hierdoor kan de reservering vrijvallen.
Buitengewone lasten Buitengewone lasten
49
48
48
0,70
0,70
0,70
Rijksbijdragen Subsidie via gemeente Borger-Odoorn Subsidie via gemeente Menterwolde Subsidie via gemeente Stadskanaal Subsidie via gemeente Veendam Subsidie via gemeente Vlagtwedde Subsidie via buitengemeenten Afwikkelingsverschil Totaal rijksbijdragen
4.475 3.562 17.929 11.011 7.427 2.142 46.546
4.497 3.586 18.038 11.083 7.509 1.920 2 46.631
4.394 3.525 17.902 11.161 7.739 2.027 3 46.751
Gemiddeld aantal s.e.'s (incl. Begeleid Werken) Rijksbijdragen per s.e. (in euro’s)
1.795,0 25.931
1.785,1 26.122
1.800,8 25.961
Aantal fte’s Dit betreft de kosten van één wachtgelder.
De systematiek van de bevoorschotting door het Rijk is enige jaren geleden gewijzigd. De rijksbijdragen worden door de gemeenten ontvangen en doorbetaald aan Wedeka Bedrijven. De bijdrage die daarin is begrepen voor (oud-)inwoners uit onze gemeenten die nu bij andere schappen werkzaam zijn, wordt door Wedeka aan die andere schappen doorbetaald. Daarnaast ontvangt Wedeka de rijksbijdragen van buitengemeenten voor onze werknemers die (voorheen) in de buitengemeenten woonden. Door het Rijk is voor 2013 € 26.103,- per arbeidplaats (s.e.) beschikbaar gesteld. Het iets hogere kengetal komt doordat in 2013 de stimuleringsuitkering Begeleid Werken is uitgekeerd (basisjaar 2011). 49
Begroting 2013 Loonkosten Wsw Lonen Wsw Ontvangen ziekengelden / WAO-uitkeringen Totale loonkosten Wsw
51.379
Aantal fte's (excl. Begeleid Werken) Loonkosten per fte (in euro’s)
1.723,0 29.820
2013
-
2012
51.164 101 51.063
-
51.062 162 50.900
1.713,0 29.809
1.736,2 29.317
De werkelijke loonkosten zijn € 316.000,- lager dan gebudgetteerd. Voordelige afwijkingen: - er zijn 10,1 fte’s minder verloond dan begroot - lagere werkgeverslasten ten gevolgen van de fiets- en fitnessregeling en uitruil van vakbondscontributie e - meer korting in verband met 2 ziektejaar - teruggaaf wao-premie over het 1e halfjaar van 2013 Nadelige afwijkingen: - hoger gemiddeld loonniveau (1.755 i.p.v 1.753) - meer betaald overwerk, verlofuren en vervangingstoeslagen - minder ontvangen ziekengeld - minder seniorenverlof, verzuim en ouderschapsverlof - overige verschillen
Begeleid Werken Lasten Begeleid Werken
255
€ 250.000,26.000,57.000,272.000,-
€ 49.000,135.000,19.000,69.000,17.000,-
220
158
In de begroting 2013 is de doelstelling opgenomen om 20 fte’s te plaatsen via Begeleid Werken. In werkelijkheid zijn gemiddeld 16,3 fte’s geplaatst. De kosten van deze regeling bestaan uit een loonkostensubsidie die wordt betaald aan de werkgever waar deze mensen in dienst zijn en begeleidingskosten. De begeleiding wordt uitgevoerd in eigen beheer en verantwoord bij de ambtelijke salariskosten.
50
4.7 TOELICHTING OP HET KASSTROOMOVERZICHT Algemeen In het kasstroomoverzicht worden de wijzigingen in de balansposten weergegeven waarmee men inzicht krijgt in de geldstromen gedurende het verslagjaar. Daarbij worden ook vaak de onderstaande begrippen gebruikt.
Financieringstructuur (x € 1.000,-)
2013
2012
Boekwaarde vaste activa
8.708
9.184
Eigen vermogen Vaste schulden Financieringsmiddelen
3.619 2.237 5.856
5.099 4.165 9.264
Financieringsoverschot (- = tekort)
- 2.852
80
Mutatie van het financieringsoverschot (- = afname)
- 2.932
-
1.222
Dit overzicht geeft aan in hoeverre de vaste activa zijn gefinancierd met langlopende financieringsmiddelen. Door de afname van het eigen vermogen (exploitatietekort 2013) en aflossingen van de vaste schulden is er een financieringstekort ontstaan. Gezien de lage rentestand voor schulden in rekening-courant zijn er geen nieuwe leningen aangetrokken. Dit betekent dat een groter deel van de vaste activa wordt gefinancierd met kortlopende schulden.
Werkkapitaal Het werkkapitaal is het verschil tussen de vlottende activa en de vlottende passiva; het is één van de kengetallen waarin de mate van liquiditeit wordt uitgedrukt (het vermogen om op korte termijn aan direct opeisbare verplichtingen te voldoen). Met de afname van het financieringsoverschot is ook het werkkapitaal met hetzelfde bedrag afgenomen. Zie verder de toelichting op de balans.
Weerstandsvermogen In tegenstelling tot de liquiditeit geeft het weerstandsvermogen aan in hoeverre de onderneming op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit kengetal kan worden uitgedrukt als de verhouding van de totale activa (balanstotaal) tot het vreemde vermogen (vaste schulden plus vlottende passiva). Het weerstandsvermogen is afgenomen van 148,3% tot 141,1% vooral door het nadelige exploitatiesaldo.
51
4.8 OVERIGE GEGEVENS Rijksbijdragen De via de gemeenten ontvangen rijkssubsidie wordt door het Rijk niet eerder definitief vastgesteld dan nadat het ministerie de uitvoering van de wet heeft getoetst. Het Rijk baseert zich ondermeer op de assurance-rapporten (accountantsverklaringen rechtmatigheidscontrole) en de Sisa-verantwoordingen (zie ook paragraaf 4.10). Daarom heeft de rijksbijdragen zoals verantwoord in de programmarekening een voorlopig karakter. De in 2006 gevormde reservering rechtmatigheid ad € 100.000,- die bedoeld was ter dekking van eventuele correcties en sancties, is dit jaar vrijgevallen. De accountantscontrole rechtmatigheid biedt voldoende zekerheid met betrekking tot de juistheid van de verantwoorde rijksbijdragen waardoor de reservering niet meer nodig wordt geacht. Het Rijk heeft de bijdragen voor 2010 definitief vastgesteld. De bevoorschotting die wij voor dat jaar van de gemeenten hebben ontvangen is met de gemeenten afgerekend. In 2011 is een vernieuwde verantwoordingssystematiek richting het CBS en het Rijk ingevoerd met de naam Sisa tussen mede-overheden. De vaststelling van de rijksbijdragen door het Rijk vindt sindsdien één jaar later dan gebruikelijk plaats; de rijksbijdragen over 2013 worden in 2016 door het Rijk vastgesteld.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen De verplichting uit hoofde van aangegane huur- en leaseovereenkomsten bedraagt voor 2014 ruim € 422.000,-. Het betreft met name de huur van de panden/loods van de kringloopvestigingen in Gasselternijveen, Stadskanaal, Ter Apel en Veendam alsmede het pand van de carcleaning.
52
4.9 VASTE ACTIVA (x € 1.000,-)
Boekwaarde 1 januari Bruto Best.res. Netto Immateriele vaste activa
Investeringen
Desinvesteringen Bruto Tb afschr.
Saldo
Afschrijvingen Bruto Best.res.
Netto
Boekwaarde 31 december Bruto Best.res. Netto
112
0
112
0
0
0
0
-25
-25
87
0
87
Grond, terreinen
1.367
0
1.367
143
0
0
0
-33
-33
1.477
0
1.477
Gebouwen
4.000
-245
3.755
755
0
-396
-380
4.359
-229
4.130
772
0
772
214
-115
108
-7
-207
-207
772
0
772
2.454
-88
2.366
293
-126
133
7
-671
-666
2.083
-83
2.000
628
0
628
6
-629
0
-629
0
5
0
5
9.333
-333
9.000
1.411
-870
241
-629
-1.311
8.783
-312
8.471
Vervoermiddelen Machines, installaties, inventarissen Overig
-1.332
16
5
21
4.10 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka Bedrijven Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in de jaarstukken op pagina 32 t/m 53 opgenomen) jaarrekening 2013 van de gemeenschappelijke regeling Wedeka Bedrijven te Stadskanaal gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en het overzicht van baten en lasten over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka Bedrijven is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekeningde alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Het Dagelijks Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en de beleidsregels toepassing WNT inclusief het controleprotcol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling.
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door het Algemeen Bestuur op 12 december 2013. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling Wedeka Bedrijven een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het directieverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Groningen, 7 april 2014 Deloitte Accountants B.V. was getekend: P. Rienks RA
55
4.11 SISA-VERANTWOORDINGSBIJLAGE Verantwoordingsinformatie Wsw 2013 Wedeka Bedrijven Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december Uniek nummer woongemeente 1680 0106 0007 1681 0109 0010 0114 0014 0118 0018 1507 0022 0080 1987 1699 1895 1773 0085 0765 0037 0047 0048 1701 0637
Gemeente naam AA en Hunze Assen Bellingwedde Borger-Odoorn Coevorden Delfzijl Emmen Groningen Hoogeveen Hoogezand-Sappemeer Horst a/d Maas Leek Leeuwarden Menterwolde Noordenveld Oldambt Olst-Wijhe Ooststellingwerf Pekela Stadskanaal Veendam Vlagtwedde Westerveld Zoetermeer Totaal
Indicator A
Het totaal aantal inwoners dat is Het totaal aantal Het totaal aantal uitgestroomd uit gerealiseerde gerealiseerde begeleid het werknemers- arbeidsplaatsen voor werkenplekken voor bestand in het geïndiceerde inwoners geïndiceerde inwoners jaar, uitgedrukt in in het jaar, uitgedrukt in het jaar, uitgedrukt arbeidsjaren in arbeidsjaren in arbeidsjaren
Indicator B 14,50 3,25 7,25 209,50 1,25 1,00 9,25 1,00 3,00 1,25 1,25 161,00 1,00 7,00 1,00 29,75 861,00 534,25 372,75 1,00 1,00 2.222,25
1,00 0,14 15,48 5,14 15,32 1,91 1,00 50,44 35,73 12,24 138,41
Indicator C
Indicator D
13,59 3,25 6,11 172,12 0,33 9,39 1,00 1,25 4,00 0,60 1,11 137,37 3,35 0,83 1,00 25,92 690,33 424,28 287,60 1,00 1.784,43
Bij de bepaling van het aantal gerealiserde arbeidsplaatsen (indicator C) en het aantal gerealiseerde Begeleid Werken plekken (indicator D) zijn de Begeleid Werken plekken die zijn gerealiseerd door de gemeente Vlagtwedde zelf (SE in arbeidsjaren 2013: 8,38) gecorrigeerd in de SISA verantwoording (in mindering gebracht op de realisatie onder indicator C en D). Tevens zijn de dienstbetrekkingen Begeleid Werken per 31-12-2013 welke door de gemeente Vlagtwedde zijn gerealiseerd gecorrigeerd in de SISA verantwoording (in mindering gebracht op de realisatie onder indicator A).
56
1,63 1,11 1,11 1,00 8,56 4,03 17,44