JAARVERSLAG DECEMBER 2011 – NOVEMBER 2012
1
Inleiding Dit jaarverslag is anders van opzet dan het verslag van het vorig jaar. In een landelijke bijeenkomst van straatpastores is voorgesteld werkvormen en doelen te formuleren. Aan de hand hiervan kunnen dan werkzaamheden worden beschreven, wat in dit jaarverslag gebeurt. In dit verslag geeft de Leidse straatpastor Paul Brommet de werkvormen en doelen eerst in een schema weer. Vervolgens doet hij inhoudelijk verslag van de concrete activiteiten via de methodiek van deze doelen en middelen. Daarna beschrijft hij (in hoofdstuk II) wat terecht is gekomen van de in het vorige jaarverslag aangestipte plannen. In een apart hoofdstukje (III) kwantificeert de straatpastor zijn activiteiten zo goed mogelijk. Ten slotte volgen een algemene evaluatie en ontvouwt de straatpastor zijn plannen voor het derde werkjaar in hoofdstuk IV en V. Helaas heeft de straatpastor gedurende de maanden januari t/m mei te kampen gehad met een nekhernia. Daardoor was zijn inzet gedurende die periode slechts de helft van wat het had moeten zijn. In plaats van gemiddeld 24 uur, was de straatpastor slechts gemiddeld 12 uur per week op pad. Toch is steeds geprobeerd om met deze beperkte inzet het maximale te doen voor de doelgroepen. Het bestuur van de Stichting Straatpastoraat heeft zich in dit tweede verslagjaar voornamelijk beziggehouden met het consolideren van de positie in de Leidse samenleving, de PR en het zoeken van financiële steun voor de periode na de opstartfase (die eindigt op 1 december 2013). Daarnaast was er viermaal overleg tussen de straatpastor en het bestuur. Bovenal is het bestuur de Leidse straatpastor Paul Brommet zeer erkentelijk voor de onopvallende maar zeer toegewijde aandacht die hij heeft voor de kwetsbare doelgroep. Zijn positionering en werkwijze blijken goed aan te slaan bij mensen die door schade en schande vaak publiciteitsschuw is geworden. Bijgaand verslag vormt een goede afspiegeling van het vele werk dat Paul Brommet heeft verzet. Leiden, 20 november 2012. Namens het bestuur van de Stichting Straatpastoraat Leiden, W.A. van Erp, voorzitter
2
I - WERKVORMEN EN DOELEN VAN HET STRAATPASTORAAT GEDURENDE DE VERSLAGPERIODE EN DE CONCRETE UITWERKING DAARVAN De werkvormen en doelen zijn in het volgende schema samengevat: werkvormen 1. Aanwezig zijn, beschikbaar zijn op straat en op locaties 2. Individuele gesprekken (kort en lang), praktische ondersteuning, bidden, zegenen 3. Samen vieren, samen eten 4. Huisbezoek 5. Ziekenbezoek 6. Afscheid nemen, begraven/cremeren, herdenken 7. Rituelen, zoals kaars opsteken 8. Participeren in activiteiten van Schuilplaats e.d. 9. Vertegenwoordigen bij instanties waar nodig/gewenst 10. Collegiale contacten straatpastores elders, klankbordgroep
doelen Zichtbaar zijn, meeleven, mensen ontmoeten Aandacht voor de hele mens ongeacht problemen, erkenning en waardering, bemoediging Delen met elkaar, aandacht voor elkaar en voor wat gebeurt, gezamenlijk adres voor dankbaarheid, geloof, verdriet etc. Bevestiging van stappen voorwaarts, gelegenheid geven gastheer/vrouw te zijn Aandacht, steun en bemoediging, voorbereiden op afscheid Woorden en rituelen waarin waardigheid van het geleefde leven tot uitdrukking komt. Rouw kanaliseren, geloof en hoop bevestigen Zonder woorden steun bieden Verbinding met de samenleving bevorderen, bevestigen van gemeenschap, verbinding kerk en straat Bevorderen van samenhang, verbinding met de samenleving, collegiale ondersteuning Ondersteuning, visieontwikkeling, informatie uit werkveld delen
1. Aanwezig zijn, beschikbaar zijn De straatpastor is regelmatig aanwezig op de vindplaatsen van dak- en thuislozen. Eén tot tweemaal per week wordt de dag- en nachtopvang van Stichting de Binnenvest “De Nieuwe Energie” bezocht; eenmaal per week het Sociaal Pension; eenmaal per week het Inloophuis Psychiatrie en eenmaal per twee weken de Crisisopvang van Stichting de Binnenvest. Verder loopt de straatpastor op straat langs diverse vindplaatsen in parken en in de binnenstad. De meeste mensen die deze plaatsen frequenteren kennen de straatpastor en stellen het maken van een praatje op prijs. Ook een sigaretje rollen van de shag van de straatpastor wordt gewaardeerd. 2. Individuele gesprekken, praktische ondersteuning, bidden en zegenen De straatpastor wordt regelmatig gevraagd voor een gesprek. Geloofszaken in de enge zin van het woord zijn hiervoor meestal niet de aanleiding. Vaker heeft men de
3
behoefte om (een stuk van) de eigen levensgeschiedenis te vertellen of wil men over bepaalde zaken het hart luchten. Wat ook de aanleiding is, tijdens het gesprek komen vragen aan de orde rond zin of onzin, verdriet, schuld, goed en kwaad, ambitie, teleurstelling, slagen en falen, afscheid en perspectief. Dat zijn ten diepste pastorale thema’s, die in het gesprek tussen pastor en cliënt raken aan geloof en vertrouwen, zegen en vloek, troost en vergeving, aan talloze verhalen binnen onze geloofstraditie die bewust of onbewust, nadrukkelijk of bedekt gethematiseerd worden binnen de ontmoeting. Dáár is de pastor voor aangesteld, niet om een gesprek te leiden in de richting van voor de buitenstaander herkenbare expliciete geloofsthema’s. Hieronder volgen een paar voorbeelden van uitvoeriger contacten: Een bezoeker van “De Binnenvest” van Egyptische afkomst en moslim vroeg om raad bij het omgaan met een vriend die niet wilde dat de man ook contact had met de ex-vrouw en kinderen van die vriend. Een Poolse mijnheer vertelde zijn levensverhaal en sprak over het gemis van zijn kinderen. Ook bracht hij in vervolggesprekken zijn problemen met gemeentelijke instanties te berde en zijn voornemen om te procederen bij het Europese hof. Hij kreeg hulp bij het zoeken van een advocaat die hem kan adviseren. Praktische ondersteuning kon in de afgelopen winter worden gegeven aan iemand die in een tuinhuisje woonde en geen verwarming had. Bij de kringloopwinkel kon hij met financiële steun van de Stichting Straatpastoraat een petroleumkacheltje kopen. In januari vroeg een jongeman van Ierse afkomst hulp. Hij was met “vrienden” naar Duitsland gegaan om werk te zoeken maar raakte daar zijn papieren kwijt en zijn “vrienden” waren nergens. Hij kreeg wat geld via het consulaat om naar huis te kunnen gaan. Hij ging weer met vage vrienden in zee, die hem berooid in Leiden dumpten. Hij kwam na twee weken geslapen te hebben in een parkeergarage terecht bij de Dag- en Nachtopvang. Hij was totaal zijn vertrouwen in de mensheid kwijt en ten einde raad. De straatpastor heeft hem “opgeraapt” en weer perspectief geboden. Ook in praktische zin door met hem naar de ambassade te gaan, geld voor een ticket te organiseren en hem tot aan de vliegtuigdeur te begeleiden. Tot slot was er een dankbaar telefoontje van zijn familie toen hij veilig was geland!
4
In oktober deed zich een soortgelijk geval voor met een Engelse man, die met een Nederlandse vrouw was getrouwd en naar Nederland was gegaan. Het huwelijk ging snel mis en de man stond op straat. Hij kon hier geen werk krijgen en kwam niet in aanmerking voor een uitkering. Hij ging stelen en kwam in de gevangenis terecht. Bij ontslag waren zijn papieren verdwenen en kwam hij terecht bij de Dag- en Nachtopvang. Omdat de man nergens geregistreerd was, had hij geen recht op hulp of onderdak. Ook hier was de straatpastor degene die hielp waar geen helpers meer waren. Hij ging mee naar de ambassade voor tijdelijke papieren en regelde een ticket. De man is nu bij zijn stiefmoeder in Engeland, klaar om een nieuw leven te beginnen zonder criminaliteit zoals hij de staatpastor beloofde. Een jongeman in de Crisisopvang vertelde enthousiast over zijn aanstaande plaatsing in een voorziening voor begeleid wonen. Hij wilde zijn vreugde met iedereen delen. Een mevrouw in de Crisisopvang vertelde over haar leven en de problemen die zij ondervond bij haar scheiding. Zij ervoer veel steun aan haar geloof en ze had zich in de loop van het jaar laten dopen bij een Pinkstergemeente. Een paar keer werd gevraagd om samen te bidden voor herstel van familierelaties. Een jonge vrouw uit het Inloophuis Psychiatrie vroeg om zegening van haar huis, opdat ze er rustig kon wonen. Voor een cliënt werd bemiddeld voor het uitbetalen van leefgeld. De man kon zelf tijdelijk niet bij zijn bankrekening door een geblokkeerde pas.
3. Samen vieren, samen eten Ook het tweede werkjaar werd begonnen met het uitdelen van chocoladeletters met een toepasselijk rijm op Sinterklaasavond. 200 letters P vonden zonder problemen hun weg naar even zovele monden. In de tijd van Sinterklaas de letter P van Pieterbaas of die van Paul of van Pastoor: je hebt altijd zijn willig oor. Hij luistert graag naar jouw verhaal maar gaat er niet mee aan de haal. Hij kijkt je aan en hoort je goed dat geeft wat rust en levensmoed. Aangeboden door de Stichting Straatpastoraat Leiden. Paul Brommet, straatpastor. Telefoon 06 10235022 Mail:
[email protected]
Eenmaal per maand is er op de laatste zondag een kerkdienst voor mensen uit de diverse doelgroepen. De kerkdiensten vinden plaats in de kapel “Verbum Dei” aan de rand van de binnenstad. Bij deze vieringen wordt ondersteuning geboden door twee dames van de Franciscaanse Lekenorde. De kerkdiensten worden door 5-8 personen bezocht. Langzamerhand is er een kleine kern van vaste bezoekers ontstaan, waaronder iemand die piano speelt. Hij begeleidt de zang bij de diensten.
5
Kerkdienst in de kapel "Verbum Dei" Na afloop van de dienst is er altijd koffie, thee met iets extra’s. De ene keer is dat gebak, de andere keer zijn het broodjes. Soms is er soep en in de zomer incidenteel een koude schotel. De diensten worden zeer gewaardeerd door de bezoekers. Een enkele keer komt het voor dat iemand binnenkomt na afloop van de kerkdienst, hij of zij kan dan gewoon mee aanschuiven bij de koffie. In augustus 2012 werd een bedevaartstocht georganiseerd naar de Abdij van Egmond en het bedevaartsoord Onze Lieve Vrouwe Ter Nood te Heiloo, zoals in het vorige jaarverslag al werd aangekondigd. Er was gerekend op 15 deelnemers. Uiteindelijk kwamen twee mensen niet opdagen. Naast de straatpastor was er begeleiding door iemand vanuit het Inloophuis Psychiatrie, iemand vanuit De Binnenvest en de twee dames van de Franciscaanse Lekenorde. Voor de tocht was een touringcar geregeld met voldoende plaats, zodat men desgewenst wat apart van elkaar kon zitten. In de Abdij van Egmond werd het gezelschap eerst ontvangen met koffie en koek en vervolgens rondgeleid door een enthousiaste gids. Daarna werd de tocht voortgezet naar Heiloo. De straatpastor hield daar in de kapel een dienst van Schriftlezing en Gebed. De dienst begon met de kleine groep, maar al snel liep de kapel vol met allerlei bezoekers van het heiligdom. Onze pianist begeleidde zo goed mogelijk de zang op het aanwezige orgel. Alle deelnemers waren erg enthousiast over deze dag. Een van de mannen durfde openlijk er voor uit te komen dat het hem niet helemaal gelukt was niet te gebruiken. Op het toilet had hij even een snuif moeten nemen. Het leidde niet tot hinderlijk gedrag en het voorval illustreert de mate van vertrouwen en acceptatie.
Rondleiding in Egmond
6
Na afloop werd door bijna alle deelnemers gevraagd wanneer de volgende bedevaart plaats zou vinden, want iedereen wilde graag weer mee. Maandelijks bezoekt de straatpastor het maaltijdproject “de Schuilplaats” aan de Boommarkt. Deze bezoeken worden door gasten en personeel bijzonder op prijs gesteld. Vaak wordt de straatpastor gevraagd om een tafelgebed uit te spreken voor het begin van de maaltijd, of een stukje uit de Bijbel voor te lezen. Op deze manier worden ook contacten onderhouden met mensen die anders niet bereikt zouden worden. 4. Huisbezoek Regelmatig komt het voor dat mensen vanuit de daklozenopvang een eigen woonruimte krijgen. Helaas hoort de straatpastor maar zelden het nieuwe adres. Hulpverleners mogen aan derden geen adresgegevens doorgeven, cliënten vergeten het vaak. Eenmaal is er een bezoek afgelegd vanwege het verzoek om een huisinzegening. Alleen de bewoner van een zgn. containerwoning wordt regelmatig bezocht. 5. Ziekenbezoek In het afgelopen jaar is het twee keer voorgekomen dat iemand in het ziekenhuis werd opgenomen en de straatpastor ervan hoorde. Beide keren is de patiënt in het ziekenhuis opgezocht, wat zeer op prijs werd gesteld. Een van de patiënten had terminale kanker. Met haar werd teruggeblikt op haar leven en aandacht besteed aan het afscheid nemen daarvan. Zij wilde beslist in haar eigen omgeving – de Dag- en Nachtopvang van “De Binnenvest” – sterven. Ze weigerde opname in een hospice waar ze in feite beter verzorgd had kunnen worden. Deze wens is gerespecteerd. Ondanks herhaald aandringen van de straatpastor wordt niet altijd doorgegeven dat er iemand is opgenomen. 6. Afscheid nemen, uitvaarten Dit jaar is in januari één vrouw uit het circuit overleden (zie 5). De inhoudelijke kant van de uitvaart werd door de straatpastor verzorgd. Er waren ongeveer 70 personen aanwezig. Ook de straatpastor had een bloemstuk verzorgd. Voor allen was de uitvaart een indrukwekkende plechtigheid, waar nog lang over werd gesproken. Met haar vriend, de bewoner van de containerwoning, wordt nog regelmatig over haar dood en uitvaart gesproken in het kader van de rouwverwerking. Zo was hij stomverbaasd van de pastor te moeten horen dat ze een fan was van André Hazes
7
7. Rituelen, kaars opsteken Af en toe komt het verzoek om een kaarsje te branden voor een of andere gelegenheid of om een gebed te versterken. Meestal wordt dan gebruik gemaakt van de dagkapel van de Hartebrugkerk in het centrum. Bij de maandelijkse vieringen is altijd voor alle bezoekers gelegenheid om bij de voorbeden een kaars op te steken. Rond 2 november, Allerzielen, wordt een kerkdienst gehouden waarbij de gedachtenis aan dierbare overledenen centraal staat. 8. Participeren in activiteiten zoals “de Schuilplaats” Zoals gemeld bezoekt de straatpastor de Schuilplaats maandelijks. Vaak wordt dan gevraagd om het gebed voor het eten te verzorgen of een korte schriftlezing te doen. Er zijn afspraken gemaakt om de samenwerking rondom de kerkelijke hoogfeesten zoals Kerst en Pasen te intensiveren. Maandelijks wordt door evangelisch kerken een gebed voor Leiden georganiseerd, bedoeld voor leiders van kerkgemeenschappen. Ongeveer 4 keer per jaar neemt de straatpastor daaraan deel. Ook worden vanuit de evangelicale kerken (Pinkstergemeente, de Levensstroom, Volle Evangeliegemeente) activiteiten ondernomen die zich onder andere richten op dak- en thuislozen, zoals bij voorbeeld het verstrekken van maaltijden. Door deel te nemen aan de gebedsbijeenkomsten wordt er enig contact onderhouden. 9. Vertegenwoordiging bij Raad van Kerken, “De Bakkerij”, “De Binnenvest” e.d. Eenmaal per jaar is er een algemene vergadering van de Leidse Raad van Kerken. Dit jaar is de straatpastor voor het eerst aanwezig geweest. Aandacht werd gevraagd voor de ondersteuning van het straatpastoraat, ook in financieel opzicht. Een en ander zal zich nog verder moeten ontwikkelen. Er is ook informatie uitgewisseld met de werkers van het diaconale project voor Franstalige Afrikanen, van wie een grote groep illegaal is. De straatpastor bezoekt ongeveer 4 keer per jaar de cliëntenraad van Stichting “De Binnenvest”. Zo worden ontwikkelingen bijgehouden en eventueel nieuwe initiatieven voorbereid zoals bij voorbeeld het maken van een nieuwsbrief voor de leden van de doelgroep. 10. Collegiale contacten De klankbordgroep is drie keer bij elkaar geweest. De straatpastoor kon hier op zijn werk reflecteren en ideeën toetsen, zoals het werken met beschreven doelen en werkvormen en de nieuwe opzet van dit jaarverslag. Het landelijk overleg straatpastores is twee keer bij elkaar geweest. Het is goed om uit te wisselen. In een enkel geval leidde het tot het overdragen van praktische hulp voor een cliënt van Leiden naar de diaconie van Amsterdam. Het overleg gaf ook de aanzet tot het formuleren van doelen en werkvormen om transparanter werken mogelijk te maken.
8
II - UITWERKING VAN PLANNEN NA HET EERSTE JAAR In het jaarverslag van december 2010 – december 2011zijn vier toekomstplannen genoemd: a. Er komt nader onderzoek naar de haalbaarheid van een straatkrant. b. Er wordt gezocht naar een geschikte ruimte voor een inloopochtend. c. Met deelnemers aan de kerkdiensten wordt geprobeerd om een gebedenboekje samen te stellen met zelfgeschreven gebeden. d. Het is de bedoeling om in de zomer van 2012 een bedevaart te organiseren. Als dit lukt, is op een later moment een bedevaart naar Lourdes niet uitgesloten. Ad a - onderzoek haalbaarheid van een straatkrant In de loop van het jaar bleek dat de huidige straatkranten (vaak uit Den Haag), nauwelijks meer door dak- of thuislozen wordt verkocht. De organisatie is veelal in handen van Oost-Europeanen gevallen die de markt agressief bewaken. Er is overleg geweest met de cliëntenraad van de Stichting “De Binnenvest” voor een alternatief: een nieuwsbrief voor – en gedeeltelijk door – de leden van de doelgroep. Omdat er binnen de Stichting “De Binnenvest” veel aandacht uit gaat naar komende reorganisaties, heeft de cliëntenraad ervoor gekozen het onderwerp door te schuiven naar een later tijdstip. Het bestuur van de Stichting Straatpastoraat en de straatpastor vinden dat alleen bij voldoende draagvlak vanuit de doelgroep (en de Stichting “De Binnenvest”) de straatpastor een bijdrage kan leveren, maar dat de straatpastor van een dergelijke nieuwsbrief niet de dragende factor moet zijn. Ad b - zoektocht naar een geschikte ruimte voor een inloopochtend De vraag om het gebruik van een ruimte is uitgezet bij een parochie en een paar binnenstadgemeenten. Men is echter erg terughoudend omdat men bang is voor overlast door ongewenst gedrag, alcohol- en/of druggebruik. Besloten is er geen verdere energie in te steken, ook omdat onbekend is of de doelgroep zoiets graag wil. Het lijkt beter met de gemeente Leiden en “De Binnenvest” te zoeken naar een zinvolle dagbesteding. Ad c - een gebedenboekje samenstellen met deelnemers aan de kerkdiensten. Dit is herhaalde malen geprobeerd. De bezoekers vinden het echter erg moeilijk om iets aan het papier toe te vertrouwen, ook met hulp. Echter, nu er een kleine kern van min of meer vaste bezoekers aan de kerkdienst is, is de kans van slagen groter. Ad d - Organiseren van een bedevaart. Het is gelukt om een bedevaart te organiseren. In het vorige hoofdstuk is verslag gedaan. III - STRAATPASTORAAT IN GETALLEN Het aantal individuele contacten ligt tamelijk stabiel op ongeveer 200 op jaarbasis. Gemiddeld spreekt de straatpastor 3–5 personen per week een half uur of langer. Kortere ontmoetingen van vijf minuten tot een kwartier vinden per dagdeel tussen
9
de 5 en 10 keer plaats. Veel mensen kennen de straatpastor en groeten in het voorbijgaan in de stad: “hoi pastoor!” De meeste ontmoetingen vinden plaats in de dagopvang “De Nieuwe Energie”, het Sociaal Pension aan de Haagweg en de Crisisopvang aan de Rembrandtstraat. De straatpastor komt minstens twee keer per week in “De Nieuwe Energie”; het sociaal Pension en de Crisisopvang worden gemiddeld een keer per week bezocht. In het afgelopen jaar zijn er 12 kerkdiensten gehouden. Het bezoekersaantal ligt rond de 5-7 persoenen uit de doelgroepen. Er zijn 2 vaste bezoekers, van wie één de dienst op de piano begeleidt en de ander koffie zet, samen met de twee vrijwilligsters van de Franciscaanse lekenorde. Het aantal personen dat in parken wordt ontmoet is sterk wisselend geweest. Dit heeft onder andere te maken met het optreden van de politie. Dit jaar werden mensen – onder wie soms ook de straatpastor – wegens klachten van overlast regelmatig weggestuurd uit het Plantsoen. Ook slecht weer hield mensen uit het park. Andere bezoekplaatsen zijn het bankje bij de Morspoort, het station, de Merenwijk en af en toe de Stevenshof. Het aantal van de straatpastor gedraaide shagjes is niet geregistreerd. Gemiddeld gaan er twee pakjes shag per maand doorheen. Individuele gevallen zijn aan de orde geweest in Hoofdstuk I. IV - EVALUATIE Het werk van de straatpastor wordt zeer gewaardeerd. De waardering komt vanuit de doelgroepen, maar ook vanuit de hulpverleners. De toegevoegde waarde van de straatpastor wordt sterk ervaren. Vooral het bieden van een luisterend oor, zonder dat er voor de cliënten iets tegenover hoeft te staan, wordt door ieder belangrijk gevonden. De frequente aanwezigheid en de gemakkelijke toegankelijkheid en bereikbaarheid van de straatpastor dragen hier in een belangrijke mate toe bij. De verzorging van rituelen rond uitvaarten wordt ook gewaardeerd. Ieder is er zonder uitzondering van overtuigd dat elk mens een waardig afscheid verdient. De straatpastor kan hier inhoud aan geven. Zowel hulpverleners als mensen uit de doelgroep vinden dit heel belangrijk. Tot maanden nadien wordt soms nog over het mooie ritueel gesproken. De materiële hulp in gevallen waarin de reguliere hulpverlening niet toereikend is, wordt door de betrokken persoon uiteraard hoog aangeslagen. Hierbij gaat het om repatriëring, maar ook om een pakje shag voor iemand die nog een paar dagen moet wachten op een uitkering. Voor de straatpastor persoonlijk is het kerkelijke draagvlak van belang. Het besef dat het werk vooral in spiritueel en moreel opzicht door alle kerken wordt gedragen, geeft een steun in de rug. De straatpastor voelt soms als een gemis dat hij maar beperkte middelen heeft voor diaconale hulp en ook niet in staat is om in de ergste noodsituaties tijdelijke
10
huisvesting aan mensen te bieden. Toch wordt er in dat soort situaties soms ook een sterk beroep gedaan op de straatpastor. Hoewel er een actief stichtingsbestuur is en een betrokken klankbordgroep, is het werk van de straatpastor ook erg solistisch. Een probleem hierbij is dat het in geval van ziekte of vakanties zeer moeilijk is om iemand te vinden die in noodgevallen kan vervangen. Het postadres van de straatpastor is Diaconaal Centrum “De Bakkerij”. Dit is echter geen vast aanloopadres. In sommige gevallen is dit onhandig, bijvoorbeeld als iemand graag even apart met de straatpastor wil praten. Ook het ontbreken van een vast inloopadres waar men terecht kan voor een kop koffie en even tot rust kan komen, wordt door leden van de doelgroep en door de straatpastor zelf soms als een gemis ervaren. Omdat zo’n pastorale voorziening maar zeer beperkt gebruikt zou worden, wordt de situatie zo gelaten. V - TOEKOMST Voor het straatpastoraat blijft er in de komende jaren nog genoeg te doen. In 2013 wil de straatpastor zich inzetten voor de volgende activiteiten: 1. In plaats van een nieuwsbrief, een twitterproject starten, overgewaaid uit de Verenigde Staten en in aangepaste vorm al opgestart in Amsterdam. Daklozen krijgen een smartphone en een klein beltegoed om te kunnen twitteren. Daklozen kunnen op deze wijze communiceren met een veel groter bereik. De straatpastor kan dit initiëren en mee twitteren. De communicatie tussen daklozen onderling en instanties waaronder het straatpastoraat kan hierdoor ook gemakkelijker en sneller verlopen en is niet afhankelijk van de fysieke aanwezigheid van de straatpastor. 2. Wederom organiseren van een bedevaart. Gebleken is dat er een zekere behoefte is aan een dergelijke manier van bezinning en zingeving in combinatie met een dagje uit de dagelijkse sleur. 3. Verbeteren van de tijdige informatie door hulpverleners bij ziekte, het betrekken van een woning door daklozen en dergelijke om de pastorale zorg mogelijk te maken. Ook het straatpastoraat zal de toekomstige ontwikkelingen in de samenleving goed in de gaten houden. Hoewel het beleid op gemeentelijk niveau in Leiden er op gericht is het percentage daklozen fors te verminderen in een paar jaar tijd, kunnen er factoren zijn die dit tegenwerken. Het straatpastoraat wil oog blijven houden voor de zwakkeren in de samenleving en in de gaten houden welke groepen qua voorzieningen buiten de boot dreigen te vallen. Ondertussen zal de straatpastor zich blijven inzetten voor pastorale zorg aan zijn doelgroep. Paul Brommet, Leidse straatpastor Allerzielen, 2 november 2012
11