1
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo AdviesCommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
+
Colofon Auteur: Emmy Kanon Met bijdragen van: Robbert Jan Wijntjes, Maarten Overtoom, Ingrid Völke, Anita van Breugel en Jef Mühren Uitgave: WZNH Alkmaar, februari 2015
2
Basisontwerp DesignArbeid Implementatie Flores Automatisering
Deze commissie heeft opdracht gekregen van het gemeentebestuur van Heiloo om mee te werken en bij te dragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving. Ieder jaar doet de commissie verslag van de uitvoering van deze opdracht. Niet alleen omdat dit op grond van de woningwet wordt verlangd, maar ook en vooral omdat het de kans biedt deze culturele opdracht in een jaaroverzicht nog eens nader te belichten. De gemeenteraad en andere betrokkenen kunnen zo kennis nemen van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het kwaliteitsbeleid van de gemeente. In het jaarverslag wordt in het eerste hoofdstuk aandacht besteed aan een aantal algemene ontwikkelingen op het terrein van ruimtelijke kwaliteit. In hoofdstuk twee worden voorbeelden getoond van plannen waaraan een bijdrage is geleverd om zo zicht te bieden op het effect van het gemeentelijk beleid en op de ambities van de inwoners van de gemeente. Niet alleen bouwplannen die zich door hun omvang of publieke betekenis onderscheiden, maar ook minder prominente bouwplannen kunnen rekenen op de aandacht van de commissie. In de voorbeelden die in dit jaarverslag voorbij komen wordt vooral aandacht besteed aan die plannen waarbij de commissie in staat is gebleken een constructieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het plan. In het jaarverslag is verder de samenstelling en werkwijze van de commissie beschreven. Tot slot zijn enkele conclusies en aanbevelingen geformuleerd. In de bijlagen is een overzicht met statistische gegevens opgenomen en een verslag van het jaarlijkse evaluatiegesprek met de portefeuillehouder.
Mocht de gemeenteraad hieraan behoefte hebben dan is de commissie bereid het jaarverslag mondeling toe te lichten. De commissie heeft dit jaarverslag met plezier geschreven en hoopt dat u het met interesse zult lezen, ondertussen verheugen wij ons op voortzetting van onze adviestaak in 2015.
drs. ing. Jef Mühren, directeur WZNH ir. Robbert Jan Wijntjes, voorzitter ARK Heiloo
3
Voorwoord
Naast dit jaarverslag bestaat er de mogelijkheid om de openbare vergadering van de commissie bij te wonen. Dit is wellicht de beste manier om inzicht te krijgen in het advieswerk. Met aanvragers aan tafel worden plannen in alle openheid besproken en niet zelden gaan bezoekers tevreden en met een beter plan naar huis.
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo AdviesCommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
Voor U ligt het jaarverslag 2014 van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo.
De meer dan 60 omgevingsadviseurs die namens WZNH in ca. 40 gemeenten in Noord-Holland opereren, handelen vanuit onze statutaire doelstelling: het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde omgeving in de provincie Noord-Holland. www.wznh.nu Is 2014 het jaar van economisch herstel, zij het broos? Afgemeten aan het aantal en type nieuwe bouwaanvragen in het westelijk deel van het land in elk geval wel. Na een jarenlange daling van de aantallen verleende bouwvergunningen is er nu in veel gemeenten weer geleidelijke toename. In Heiloo is in 2014 sprake geweest van een afwisselende en veelal boeiende reeks van bouwaanvragen. De commissie vindt het verheugend te merken dat dat samen gaat met een op veel plekken weer toenemende belangstelling voor de kwaliteit van de opgave. Juist in een periode waarin groei niet meer vanzelfsprekend is, de economie en de waarde van vastgoed onder druk staan, kan ruimtelijke kwaliteit de doorslag geven. Door ruimtelijke kwaliteit in een vroeg stadium agendapunt te maken kan het vanzelfsprekend bij de planontwikkeling worden meegenomen.
Economisch belang Ruimtelijke (cultuurhistorische) kwaliteit is van groot economisch belang: de waarde van bouwwerken wordt bepaald door de kwaliteit van het gebouw en van de omgeving ervan; bedrijven vestigen zich niet alleen op basis van logistieke voorkeuren, maar ook waar het personeel graag wil wonen. Een aantrekkelijke en goed verzorgde leefomgeving is van belang voor het welbevinden van de inwoners. De kwaliteitsstandaard in de kernen en het landschap is hoog. Dit is niet vanzelf zo gekomen maar is de resultante van langjarig zorgvuldig bouwen en inrichten. Daar krijgt de Nederlandse traditie internationale erkenning voor en daar kunnen we best trots op zijn. De gemeenten hebben in de afgelopen decennia hierbij steeds het voortouw genomen. De komende tijd ligt het accent naar alle waarschijnlijkheid meer bij de initiatiefnemer zelf en dat is een goede zaak. Ruimtelijke kwaliteit ontstaat echter niet slechts met de optelsom van individuele belangen. Bij het organiseren van het publieke belang kan de lokale overheid niet om haar regierol heen. Die regierol zal echter minder sturend en toetsend en meer begeleidend en faciliterend zijn.
Deregulering is hierbij geen doel op zich maar een middel om processen vlotter te laten verlopen zonder alle zicht op zekerheden onnodig te verliezen. De wet biedt sinds 2003 de mogelijkheid van het aanwijzen van welstandsvrije gebieden. In het begin werd hier slechts mondjesmaat gebruik van gemaakt. De laatste jaren zijn er verschillende gemeenten die een of meer welstandsvrije gebieden binnen de gemeentegrenzen hebben aangewezen. In Noord Holland is alleen de gemeente Beverwijk geheel welstandsvrij. Gemeenten als Castricum en Hollands Kroon hebben delen van de naoorlogse woningvoorraad en bedrijventerreinen welstandsvrij gemaakt. In Zaanstad is een proef met vier wijken. Bij deze gemeente worden de effecten hiervan de komende jaren heel nauwkeurig gevolgd. In Heiloo is er een experiment met een aantal welstandsluwe gebieden. Het laatste jaar lijkt er sprake van een ommekeer. Er zijn gemeenten die experimenteren met andere vormen van welstandsbeleid (bijvoorbeeld bewonerswelstand in Eindhoven) er zijn ook gemeenten die op hun schreden terugkeren en welstandsbeleid weer invoeren (bijvoorbeeld Vlissingen). Veel gemeenteraden in Noord Holland hebben de afgelopen periode brede discussies gevoerd over de noodzaak om beleid te voeren op het terrein van ruimtelijke kwaliteit. Geruststellend is dat de meeste gemeenten veel belang blijken te hechten aan goede ruimtelijke kwaliteit en heel bewust en zelfbewust beleid hierover vaststellen.
4
1. Inleiding
Deregulering
Begin november 2014 heeft de rijksoverheid de mogelijkheden voor vergunningvrij bouwen verruimd. Meer dan de helft van de kleinere bouwinitiatieven als dakkapellen, aanbouwen en bijgebouwen naast en achter de woning zijn inmiddels zonder vergunning van de gemeente te realiseren. Kanttekening is dat het zowel voor burgers als voor de gemeente niet eenvoudiger is geworden om te achterhalen wanneer er nog wel vergunning nodig is.
Het wetsvoorstel Omgevingswet is eind 2014 door de Tweede Kamer behandeld. Niet minder dan een revolutie in de ruimtelijke ordening is op handen. Hoewel invoering van de wet pas wordt verwacht in 2018 wekt het wetsvoorstel nu al de nodige beroering. WZNH draagt actief bij aan de nieuwe ontwikkeling, zowel door beïnvloeding bij de totstandkoming van de wet, als door actieve informatievoorziening naar de gemeenten die bij ons zijn aangesloten. De nieuwe omgevingswet is erop gericht al het omgeving gerelateerde recht te bundelen in één wet. De Omgevingswet integreert de gebiedsgerichte onderdelen van de huidige wetten in één wet met één samenhangend stelsel van planning, besluitvorming en procedures. Dit moet leiden tot betere mogelijkheden voor integraal beleid, tot een betere bruikbaarheid en substantiële vereenvoudiging van het omgevingsrecht. De welstandsnota en de bestemmingsplannen zullen als aparte instrumenten (en weigeringsgronden) verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt het Omgevingsplan waarin de bestaande instrumenten op een moderne manier worden ondergebracht. De nieuwe instrumenten voor ruimtelijke kwaliteit moeten bijdragen aan een goede inrichting van onze leefomgeving. Niet door deze met regels dicht te timmeren, maar door initiatieven vanuit de samenleving actief en constructief te faciliteren. Uitnodigingsplanologie wordt dat genoemd. Het nieuwe kernbegrip in de omgevingswet luidt ‘goede omgevingskwaliteit’. De nieuwe regels zullen niet meer in allerlei plannen, beleidsnota’s en – regels worden vastgelegd in papieren documenten, maar zullen in een digitale kaartstructuur op kadastraal perceelsniveau raadpleegbaar worden gemaakt. Gemeenten zullen, hiertoe ondersteund door de rijksoverheid, voorbereidingen moeten treffen om voor digitaliseringsoperatie klaar te zijn. De wetswijziging betekent ook een cultuurverandering van een regelende en gebiedende overheid, naar een servicegerichte overheid die initiatiefnemers ondersteunt waar het kan. WZNH onderschrijft de noodzaak van flexibiliteit en meer bestuurlijke afwegingsruimte. Het wetsvoorstel voor de Omgevingswet lijkt die ruimte voor maatwerk te bieden, hoewel er bij de implementatie nog flink gezocht moet worden naar de balans tussen vrijheid en rechtsbescherming. Gemeenten krijgen meer afwegingsruimte om maatwerk te faciliteren. Meer lokale afwegingsruimte betekent echter ook een grotere onzekerheid voor burgers. Een overheid die aan de ene burger ruimte biedt zal ook aan de andere burger moeten uitleggen dat diezelfde vrijheid niet altijd ook voor hem of haar is weggelegd. Grotere vrijheid voor de een, geringere rechtszekerheid voor de ander, dat kan bijna niet anders. In dat speelveld zal het (ook voor burgers) steeds belangrijker worden dat besluiten deugdelijk en belangeloos worden gemotiveerd en publieke en private belangen zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. Voor die toekomstige taak staan onze commissieleden klaar.
Planologie en stedenbouw
5
Uitnodigingsplanologie betekent niet dat de overheid geen rol meer heeft. Bij uitnodigingsplanologie komt het accent meer te liggen op vooroverleg en vroegtijdige begeleiding van particuliere initiatiefnemers. Bij uitnodigingsplanologie is begeleiding en beoordeling van een initiatief door een neutraal (dat wil zeggen niet eenzijdig aan initiatiefnemer of bestuurslichaam gebonden) en multidisciplinair team van deskundigen (uw commissie!), een onmisbaar element. Deze schakel van ‘deskundig gezond
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo AdviesCommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
De nieuwe Omgevingswet
verstand’ kan de planvorming efficiënter en samenhangender maken en kan soms eenvoudiger en betere oplossingen opleveren waar de partijen zelf niet aan denken. Begeleiding en beoordeling is niet altijd nodig, maar is met name van belang bij afwijkingsactiviteiten, maatwerkconstructies en plannen met grote betekenis voor de omgevingskwaliteit (en dat kunnen soms ook kleine ingrepen zijn). De multidisciplinaire advisering verhoogt de kwaliteit van de besluitvorming, doordat het de basis legt voor bestuurlijke afweging en de motivering van besluiten. Het ministerie propageert dat, vooruitlopend op de nieuwe wet, gemeenten nu al ‘eenvoudig beter’ kunnen gaan werken onder andere door gemeentelijke instrumenten als structuurvisie, beleidsplannen, bestemmingsplannen, welstandsnota’s en het monumenten- of erfgoedbeleid meer op elkaar af te stemmen.
Ambtelijke afhandeling kleine plannen Sinds begin 2013 is in het Besluit omgevingsrecht (Bor) opgenomen dat het college van B&W mag bepalen voor welke advisering de door de raad benoemde onafhankelijke adviescommissie wordt ingeschakeld. In de meeste gemeenten worden de minder omstreden kleine bouwplannen voor zover ze geen twijfel oproepen afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar. Inmiddels is in de gemeente Heiloo de Kan-bepaling op 7 oktober 2013 ingevoerd voor de categorieën plannen, zoals opgenomen in Bijlage 1 behorende bij het reglement van orde voor de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo. De ervaring is dat dit prettig en versnellend werkt, zowel voor de gemeente als de aanvrager.
Gemeentelijk erfgoedbeleid De gemeente Heiloo heeft op 9 mei 2011 de Nota Cultuurhistorie vastgesteld. De belangrijkste beleidsvoorstellen zijn er op gericht om bij nieuwe planvorming zoveel mogelijk rekening te houden met de historische kenmerken van Heiloo. In de enkele jaren later opgestelde toekomstvisie 2030 wordt ook aangegeven dat de “cultuurhistorische rijkdommen de basis vormen voor het Heiloo van nu”. Cultuurhistorie is en blijft daarmee een zeer belangrijk uitgangspunt voor toekomstige ontwikkelingen. Uitgangspunten zijn: • Vasthouden aan het bijzondere contrast tussen strandwal en strandvlakte • Het kenmerkende stedenbouwkundige noord-zuid lopende stratenpatroon koesteren • Op een bewuste wijze gebruik maken van de overgang van strandwal naar strandvlakte • De aanwezige stolpen in het dorp te koesteren • De groene barrière met Alkmaar intact te houden • Bij bepaalde keuzes bewust te zijn van de historische, nog zichtbare scheiding tussen het protestantse noorden en het katholieke zuiden van het dorp. • De bijzondere historische linten met hun losse, individuele en niet te grootschalige bebouwing te koesteren en aan te vullen met kwalitatief hoogwaardige en individuele bebouwing. • Bij nieuwe ontwikkelingen indien mogelijk aan te sluiten op het thema waterput (hét ontstaanskenmerk van Heiloo) • Bij nieuwe planvorming gelegen in de 20ste eeuwse uitbreidingswijken aan te sluiten op de bestaande architectuur en de ruime opzet, inclusief handhaving van de groene bermen • Rekening te houden met de archeologische waarden die zich in de bodem bevinden en de eventuele bijzondere sporen bovengronds zichtbaar te maken.
Gemeentelijk ruimtelijk beleid
6
Het ruimtelijke beleid van Heiloo wordt in de eerste plaats richting gegeven door structuurvisie, toekomstvisie, bestemmingsplannen en beeld kwaliteitplannen .
Het is het kader voor ruimtelijke ontwikkelingen en benoemt de opgaven waar Heiloo de komende jaren voor staat. De structuurvisie is een integraal beleidsdocument, omdat het de maatschappelijke (sociale en economische) opgaven centraal stelt. De structuurvisie vertaalt de verschillende opgaven in ruimtelijk beleid. Op 10 november 2014 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie 2030 vastgesteld. Nieuwe bestemmingsplannen worden gebaseerd op deze structuurvisie.
De gemeente Heiloo heeft een grote inspanning moeten leveren om alle bestemmingsplan voor de kern voor 1 juli 2013 te actualiseren. Het bestemmingsplan voor de Boekelermeer is begin 2014 vastgesteld. Een aanzet is gemaakt voor het bestemmingsplan Landelijk Gebied en de bestemmingsplannen Zandzoom en Zuiderloo.
7
Daarnaast zijn een aantal postzegelbestemmingsplannen opgesteld voor één of enkele woningen.
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo AdviesCommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
Een aantal documenten en plannen dat hieruit is gevolgd, is door de Adviescommissie besproken. Te denken valt aan concepten van o.a. het masterplan en beeldkwaliteitplannen van Zuiderloo, Nieuw Varne en Zandzoom. De stedenbouwkundigen van de gemeente kwamen regelmatig langs voor collegiaal overleg.
In dit hoofdstuk gaan wij in op Het effect van welstand: enkele bijzondere adviezen in 2014 Ruimtelijke kwaliteit: andere adviezen in 2014 De welstandsnota: hoe functioneert het beleidskader
Het effect van welstand Ondanks de (bouw)crisis is een aantal grootschalige projecten bij de Adviescommissie langsgekomen. Niet Zuiderloo stond afgelopen jaar in het middelpunt van beoordeling, maar Nieuw Varne. Het vorige jaar is al een woonzorgappartementencomplex aan de Kennemerstraatweg beoordeeld (en einde van het jaar geopend). In 2014 viel het op dat er nog verschillende appartementencomplexen met (eventuele) zorgfunctie ter beoordeling en ter overleg werden voorgelegd: in Nieuw Varne, aan de Stationsweg (Overkerck) en, in collegiaal verband, aan de Kennemerstraatweg 143.
Multifunctioneel gebouw met woning Holleweg 100 Het voormalige zaadpakhuis is sinds de jaren ’90 een gemeentelijk monument. Het staat al een aantal jaren leeg. De intussen overleden eigenaar had specifieke wensen ten aanzien van een nieuw gebruik. Het wordt een multifunctioneel gebouw voor de wijk. Er komt één woning. Door de monumentenafdeling is een aantal randvoorwaarden meegegeven. Het moet gaan om een bescheiden verandering binnen de maten van het oorspronkelijk gebouw. Dit heeft de architect opgevolgd. Oude elementen worden behouden, ook de kapconstructie. In de kap aan de voorgevel is een lichtstraat geplaatst. De kleurstellingen blijven als bestaand. Functies zijn ondergeschikt gemaakt aan het pand. Daarom bijvoorbeeld zit de entree van de woning aan de binnenkant van het pand. Er is een tuin aan de achterzijde, met een historische gave houtwal. De bedoeling is om samen met de buurt achter het pakuis, naast de houtwal een buurttuin aan te leggen.
Voorgevel bestaand
Achtergevel bestaand
Zijgevel bestaand
Zijgevel bestaand
De commissie is verheugd dat het monument een herbestemming krijgt. De monumentencommissie heeft het plan eerder gezien en is ook op locatie geweest. De architect krijgt complimenten voor zijn gedegen studie van het geheel. De voornaamste ingrepen gebeuren aan de achter (niet zicht) zijde) van het volume. De wijzigingen worden op een terughoudende manier aangebracht.
8
2. Beleid en adviezen
Het aantal plannen dat ook door de monumentencommissie is beoordeeld is niet groot geweest, maar twee. Een daarvan betrof het voormalige zaadpakhuis aan de Holleweg.
Zijgevel gewijzigd
Achtergevel gewijzigd
Zijgevel gewijzigd
Woonzorggebouw Nieuw Varne De commissie heeft in 2013 het voorontwerp bestemmingsplan en het beeldkwaliteitplan voor Nieuw Varne in de vergadering besproken en haar reactie in een schriftelijk advies verwoordt. Nu is de fase van ontwerpen en aanvragen aangebroken. Het plan voor een woonzorggebouw wordt tweemaal in een collegiaal verband met de stedenbouwkundige en tweemaal als preadvies beoordeeld. Elke keer is de architect en meestal ook de aanvrager aanwezig. In dit overleg licht de architect het plan voor oorspronkelijk 40 wooneenheden toe. Het gaat om een woongebouw voor zorg. De stedenbouwkundige meldt dat er overleg is geweest. Een belangrijk punt was om de structuur van de groene lobben te behouden.
9
De besprekingen in collegiaal verband gaan in eerste instantie vooral om volume modellen. Alternatieven worden getoond voor de architectuur.
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo AdviesCommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
Voorgevel gewijzigd
Oostgevel
Zuidgevel
Noordgevel
Westgevel
Variant
Oostgevel
Zuidgevel
Noordgevel
Westgevel
De commissie kan zich op hoofdlijnen vinden in het ontwerp. Het is een veelbelovend gebouw. Ze heeft een voorkeur voor de variant met de verlaagde goot in oostgevel en het enkel trappenhuis. De entree tot het gebouw zou wat meer geprononceerd kunnen worden. Het forse trappenhuis ernaast kan namelijk voor verwarring zorgen. Ook adviseert ze om nog wat meer aandacht te besteden aan de entree tot het wijkservicepunt. In verband met vervuiling adviseert ze om dit kopgebouw te keimen in plaats van het uit te voeren in een lichte steen. In december komt het plan nogmaals bij de commissie. Het blijkt dat het vorige plan niet voldeed aan het bestemmingsplan. Daarom worden nieuwe alternatieven getoond voor de entreepartij met lift en voor de westgevel. Voor de entreepartij heeft de commissie voorkeur voor alternatief B. Voor de westgevel heeft ze een voorkeur voor alternatief 2.
Variant A
Alternatief 2
Alternatief 3
In december 2014 is de definitieve aanvraag ingediend.
Woongebouw Nieuw Varne Het plan voor de bouw van een woongebouw met 14 apartementen voor zelfstandig wonen wordt in eerste instantie samen met een aantal andere plannen voor de eerste fase van Nieuw Varne besproken. Dit gebeurt al in december 2013. Fase 1 ligt in de zuidwesthoek van het gebied. In eerste instantie gaat het om collegiaal overleg met de stedenbouwkundige van de
10
Alternatief 1
Variant B
gemeente en de ontwerpers, maar al gauw wordt het plan als schetsplan ingediend.
Gevelaanzichten collegiaal overleg
11
Het gaat om een fors gebouw van 3 lagen met kap. Aansluiting is gezocht met de overige te bouwen gebouwen. De architect heeft het geheel kleinschaliger gemaakt door het te parceleren. Er zijn 3 blokken met kap met daartussen delen met dwarskap. Rondom komt een groene haag, ook om het parkeren uit het zicht te krijgen. De bedoeling is om een strakke pan te gebruiken in een lichte kleur. De topgevels krijgen een houtachtig materiaal dat doorloopt tot de eerste verdieping. De commissie vindt het een bijzonder ontwerp. Er ligt echter een beeldkwaliteitsplan met regels waaraan het gebouw dient te voldoen. Er wordt gesproken over traditionele, historiserende architectuur en over een dorps beeld. Volgens de commissie voldoet het gebouw hier niet aan. De beeldstijl die gebruikt wordt krijgt een zekere stadsheid die juist niet beoogd wordt. Dit wordt volgens de commissie met name veroorzaakt door de kapvorm. Het plan komt terug in een gewijzigde vorm. In plaats van een lichtkleurig Victoriaans gebouw is gekozen voor een gebouw dat meer samenhang toont met de geplande bouwwerken in de omgeving. Ook de kleuren worden hierop afgestemd. Het appartementengebouw wordt geparceleerd door middel van een drietal frames. Hierboven komen schildkappen.
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo AdviesCommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
Vogelvlucht
Tweede ontwerp
De commissie constateert dat meer is aangesloten op de omgeving. De parcelering met baksteen kaders maakt het geheel kleinschaliger. Ze kan zich vinden in de voorgestelde materiaal en kleuren. Haar voornaamste zorg betreft het gebruik van het aantal middelen, die voor een deel een cosmetische oplossingen lijken te zijn, bijvoorbeeld betreffende de kappen. Dit leidt tot een derde ontwerp, die volgens de commissie door de beperking van middelen, detail en materiaal de kracht van het ontwerpvoorstel benadrukt. Ook blijkt dat het plan in goot- en nokhoogte anders geïnterpreteerd was dan wat het bestemmingsplan mogelijk maakte. De goot bleek op 9 meter te zijn in plaats van 6 meter. Het plan is hierop aangepast. De galerijen worden met dakpannen bekleed; de uitkragende volumes hebben kappen gekregen en de kap van het gebouw heeft een hoek van 45 graden gekregen. Ook de zuidgevel wordt met dakpannen bekleed. Volgens de architect wordt het nu meer een gebouw onder één kap in plaats van drie aparte gebouwdelen.
Definitief ontwerp zuidgevel
Definitief ontwerp noordgevel
De commissie waardeert de wijzigingen. De verticale gebouwdelen ondersteunen de parcelering. Gezien de mogelijkheden is de kwaliteit behouden gebleven. De referentie van de Amsterdamse School is meer losgelaten, maar het plan is er niet minder op geworden. Het plan is in december 2014 definitief ingediend en krijgt in de eerste vergadering van 2015 een positieve beoordeling.
Ruimtelijke kwaliteit
12
De commissie wordt bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen in de gemeente al in een vroeg stadium betrokken. De commissie waardeert dit,
want op deze wijze wordt tijdig gebruik gemaakt van de expertise van de Adviescommissie. Dit is in 2014 voornamelijk het geval geweest met het project Nieuw Varne. Maar ook andere projecten zijn in een collegiaal verband met de stedenbouwkundige besproken. Een hiervan is het plan voor een bedrijfsgebouw in de Boekelermeer (fase B).
Boekelermeer
In kort tijdsbestek, van oktober tot en met december, komt het plan vijf maal voor collegiaal overleg in de commissie. De stedenbouwkundige van de gemeente en de architect zijn elke keer aanwezig. Vaak is ook de aanvrager op bezoek. Het gaat om een fors bedrijfsgebouw. In het eerste overleg met de stedenbouwkundige wordt de situering en de opzet van de bebouwing besproken. De stedenbouwkundige motiveert waarom voor deze locatie is gekozen. In de volgende beoordelingen zal daarom de commissie vooral aandacht besteden aan de architectuur en de ligging in het landschap. Gezien de prominente situering op de hoek van de Boekelermeer zal bijzondere aandacht aan de architectuur besteed moeten worden. Dit wordt des te belangrijker gezien de maat en schaal van het gebouw: aan de lange zijde ong. 170 meter lang en tot 13 meter hoog. Bij een mogelijke uitbreiding in fase 2 wordt het gebouw 220 meter lang en tot 14 meter hoog.
Gevelaanzichten
13
De eerst gekozen oplossing voldoet aan de uitgangspunten die opgesteld zijn voor het gebied, maar de commissie geeft aan dat deze uitgangspunten opgesteld zijn voor veel kleinere gebouwen. Het voorliggende ontwerp doet op deze wijze een poging om aan te sluiten bij de kleinere gebouwde eenheid van het gebied. Door de aaneenschakeling doet het gebouw juist meer denken aan een oplossing die je verwacht in een grootschalig industrieel gebied, maar niet bij het dorp Heiloo. Het doel wordt met deze interpretatie volgens de commissie juist niet bereikt. Architectonisch kan volgens de commissie beter de aandacht verlegd worden naar een landschappelijke inpassing en de plaatsing in de omgeving. De commissie adviseert de aanvrager daarom het gebouw vanuit een landschappelijke en sculpturale perceptie te benaderen.
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo AdviesCommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
Het Gemaal, bedrijfsgebouw
gevelontwerp 28 november 2014
Gevelontwerp 28 november 2014
14
In het laatste overleg is voornaamste punt van discussie de plasticiteit van de gevels. De aanvragers geven aan dat uit onderzoek blijkt dat 20 cm diepte voor de plaat en 30 cm diepte voor de zwarte lijn voor de gevel voldoende is. De commissie is nog niet overtuigd over de voorgestelde detaillering. Juist ook vanaf een grotere afstand dien je nog de plasticiteit te kunnen waarnemen. De commissie vraagt de architect om een 3D beeldpresentatie te tonen met verschillende sprongen in de geleding, te weten de voorgestelde 20, maar ook 30 en 50cm. Verder adviseert de commissie om het lijnenspel juist niet te donker uit te voeren om het beoogde effect niet teniet te doen door een te groot contrast. De commissie is nog in afwachting van bovenstaande verzoeken.
15
De beoordelingen van de Adviescommissie zijn voor een groot deel gebaseerd op de welstandsnota uit 2013. Het kent de systematiek met gebiedsgerichte criteria voor nieuwbouw en architectuurcriteria voor verbouwingen. De gemeente kent ook de ambtelijke toetsing. Daarom zijn de sneltoetscriteria zo objectief mogelijk geformuleerd. In de nota van 2011 was nog geen duidelijk standpunt ingenomen voor reclame-uiting. In de herziene versie is dit veranderd. Intussen is de gemeente een visie aan het opstellen voor reclame-uitingen in het openbaar gebied. Voor de gebieden die het experiment voor welstandsluwheid betreffen is per architectuurstijl een verwijzing opgenomen naar de betreffende gebieden.
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo AdviesCommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
De Welstandsnota
In dit hoofdstuk gaan wij in op: Samenstelling van de commissie Werkwijze Openbaarheid Ervaringen werken onder verantwoordelijkheid van de commissie Burgerleden
De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo is een van de 36 commissies die in Noord-Holland werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van WZNH. De leden van de commissie zijn benoemd door de gemeenteraad. Op 1 november 2012 is de geïntegreerde commissie Welstand en Monumenten van start gegaan. De commissie was in 2014 als volgt samengesteld: Ir. Robbert-Jan Wijntjes, stedenbouwkundige, voorzitter Ir. Maarten Overtoom, architect en gemachtigde van de commissie Egon Kuchlein, architect MArch, architect Ing. Cees Hooyschuur, restauratiearchitect Drs. Ingrid Völke-Roders, burgerlid Wil Barendse, plaatsvervangend burgerlid De commissie werd ondersteund door: Drs. Emmy Kanon, beleidscoördinator (WZNH) Dhr. J. Hopman en dhr. G. Twint, plantoelichters (gemeente) Mevr. A. van Breugel, plantoelichter monumenten (gemeente)
Commissie, stedenbouwkundige, plantoelichter en bezoek
Werkwijze In Heiloo is sprake van een tweewekelijkse “reguliere” welstandscommissie en een maandelijkse geïntegreerde commissiebijeenkomst, waarbij ook de monumentenplannen beoordeeld worden. De commissie vergaderingen vinden plaats op de maandag van de oneven weken in het gemeentehuis van Heiloo en bij uitzondering in het kantoor van de WZNH te Alkmaar.
16
3. Organisatie en werkwijze
Samenstelling van de commissie
Op 13 augustus vond het jaarlijkse evaluatiegesprek met de portefeuillehouder plaats. Aangezien een nieuwe wethouder zitting heeft, had het gesprek voornamelijk de vorm van een kennismakingsgesprek. Het verslag hiervan is opgenomen als bijlage 2. Kennismaking met het monumentenlid van de adviescommissie gebeurde tijdens een fietstocht van de wethouder met de gemeentelijke monumentencommissie. De objecten die werden werden bezocht, lieten iets zien over het specifieke monumenten-aspect van bouwplannen, oa het GGZ-terrein en Nijenburg. Elk jaar houdt de commissie een excursie in een van “haar” gemeenten. In 2014 was het de beurt aan Heiloo. In samenwerking met plantoelichter Jim Hopman had het gemandateerd commissielid Maarten Overtoom een fietstocht georganiseerd, waarbij beoordeelde projecten bezocht werden.
De commissie en plantoelichters op excursie
Het Maalwater
Craenenbroek
Openbaarheid De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Er is een ‘publieke tribune’ voor toehoorders en belangstellenden. Planindieners kunnen een afspraak maken om een toelichting te geven op hun plan; in sommige gevallen vraagt de commissie daar ook expliciet om. Hiervan is ruim gebruik gemaakt. In 2014 heeft de commissie bij 63 planbehandelingen de planindiener en/of de architect aan tafel mogen ontvangen. Dit is 39% van het totaal aantal behandelingen. Een forse verhoging ten opzichte van het vorige jaar (28%)
17
De Dors
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo AdviesCommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
In totaal hebben er in 2014 voor de gemeente Heiloo 161 planbehandelingen plaatsgevonden. Het aantal nieuwe aanvragen was 93 en het aantal aanvragen die betrekking hadden op aanvragen van voorgaande jaren was 10. Het aantal plannen dat direct positief (akkoord) geadviseerd werd was 33. In combinatie met de plannen die een ‘niet akkoord, tenzij’ hadden (alleen een kleine aanpassing nodig) was dit 42. In de meeste gevallen konden de planindieners de plannen tijdig bijstellen waarbij gebruikt werd gemaakt van de adviezen van de commissie. In Heiloo worden veel plannen in eerste instantie als schetsplan voor een preadvies aan de commissie voorgelegd. Dit betekent dat er relatief veel herhalingen zijn omdat het schetsplan uiteindelijk als aanvraag terugkomt. Meer cijfers treft u aan in bijlage 1.
Ervaringen werken onder verantwoordelijkheid van de commissie Het adviseren door een gemachtigde van de commissie werd al langere tijd in Heiloo toegepast en is niet wezenlijk veranderd sinds het afgelopen jaar waarin de welstandswerkzaamheden door de WZNH zijn overgenomen. Een architect-lid van de Adviescommissie is gemachtigd voor het behandelen van de kleinere plannen. De gemachtigde van de commissie komt eens in de veertien dagen op locatie voor de planbehandeling. Een plantoelichter van de gemeente legt kleine plannen voor zoals verbouwingen, dakkapellen, schuttingen, kleine wijzigingen in eerdere aanvragen. Eventueel kunnen plannen door de gemachtigde van de commissie aangehouden worden en in de volledige commissie behandeld worden.
Gemachtigd commissielid Maarten Overtoom en plantoelichter Jim Hopman
Dit jaar werd het werken onder verantwoordelijkheid van de commissie door Maarten Overtoom uitgevoerd. De plantoelichters Jim Hopman en Gerwin Twint hebben de commissievergadering altijd zeer goed voorbereid, door alle oude documenten mee te nemen, in kaart te brengen waar het plan in strijd is dan wel past binnen het bestemmingsplan en de nota ruimtelijke kwaliteit. De ruimte waarin het overleg plaats vindt beschikt over een smartboard zodat de locatie in streetview kan worden opgezocht. Door de plantoelichter zijn de aanvraaglocaties voor de vergadering reeds voorbereid, zodat hierdoor snel en slagvaardig kan worden beoordeeld. Via het netwerk is ingelogd op het Corsyssyteem, zodat de verslaglegging van de beoordeling ter plaatse wordt ingevoerd en vastgelegd.
18
Opvallend dit jaar was het kleine aantal aanvragen per zitting. Er is een aantal bezoekers geweest, die graag uitleg wilde horen bij het advies. In slechts enkele gevallen is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een plan door te schuiven naar de grote commissie. Aan het eind van het jaar 2013 is bij het aanpassen van de nota en het reglement van orde mogelijk gemaakt dat plannen die al als preadvies volledig goedgekeurd zijn, en identiek worden ingediend als omgevingsvergunning, ambtelijk afgehandeld kunnen worden.
Burgerleden Aan het burgerlid en de architectleden worden nieuwe plannen voorgelegd; nieuwbouw, verbouwingen of stedenbouwkundige plannen. Dankzij de inbreng van een burgerlid wordt op praktische wijze gebruik gemaakt van lokale kennis en inzichten. Voor het jaar 2014 zijn een aantal nieuwe huizen en plannen op de voorgaande pagina's genoemd. Een paar projecten worden nog aangestipt omdat zij als Heiloose inzending voor de Arie Keppler Prijs van 2014 genoteerd zijn. Arie Keppler penning
Voor de categorie Woningbouw was de vrijstaande villa Brouwer aan de Spanring ingezonden, welke door de jury werd geprezen omdat er 'gewoon iets goeds' was ontworpen door een architect die in 3D kan denken met een project dat een verademing wordt genoemd tot gevolg.
Villa Brouwer
In de categorie Utiliteitsbouw is het gebouw van de middelbare school PCC aan De Dors genoemd. In november 2014 is de school in gebruik genomen. Het is een transparant compact gebouw geworden waarin veel glas is toegepast en dat daarbij duurzaam is. Een drastische verlaging van de energiekosten is bereikt door het gebruik van zonnepanelen en aardwarmte, zonder het gebruik van fossiele brandstoffen. Het vierkante gebouw bestaat uit 3 verdiepingen waarbij de centrale trap het middelpunt van het gebouw is en een permanente tribune vormt. Openheid is ontstaan door de half verdiepte ligging van de gymzaal en de situering van de ruimtes. Vanaf De Dors en de omgeving is er goed zicht op de activiteit in het gebouw.
commissie en plantoelichters voor De Dors
19
De Dors
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo AdviesCommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
Met deze prijs wil WZNH een bijdrage leveren aan de belangstelling van o.a. het grote publiek voor architectuur, cultuurhistorie, stedenbouw en landschapsontwikkeling.
De commissie concludeert dat ze haar grootste meerwaarde heeft in die gevallen waarin publieke en private belangen botsen en het voeren van constructieve gesprekken aanvragers noodzakelijk is om de belangen bij elkaar te brengen. Het grootse rendement ontstaat als niet aan het eind wordt getoetst maar als we als commissie in staat worden gesteld een planproces vanaf een vroeg moment goed te begeleiden, samen met de lokale ambtelijk specialisten op het terrein van landschap, stedenbouw en erfgoed. De ervaringen en inzichten die in 2014 zijn opgedaan brengt de commissie tot enkele beleidsaanbevelingen. • De commissie wordt steeds vaker ingeschakeld voor de moeilijke situaties. Gevallen waarbij de gemeente maatwerk wil of moet organiseren. De advisering die daarbij gevraagd wordt is over het algemeen meer gericht op integrale afweging, stedenbouw, erfgoed, inrichting openbare ruimte enzovoort. De commissie is in die gevallen dan ook eerder een adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit dan sec een welstandscommissie. Een en ander sluit goed aan op de naam van de commissie (Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo). • In het licht van de naderende omgevingswet adviseert de commissie de komende jaren de gemeentelijke beleidsregels in bestemmingsplannen, welstandsnota’s en het monumenten- of erfgoedbeleid op elkaar af te stemmen. Dit vooruitlopend op de integratie van deze beleidsdocumenten in het nieuwe omgevingsplan. • Met de omgevingswet worden gemeenten ook geacht de omgevingsplannen op kavelniveau te digitaliseren. Ook voor beleidsregels die nu nog onder de welstandsnota vallen wordt dat naar alle waarschijnlijkheid binnen enkele jaren verplicht. Het is raadzaam bij herziening van het beleid hiermee rekening te houden.
De commissie is verheugd, dat de gemeente is begonnen met het formuleren van beleid voor het toepassen van reclame in de openbare ruimte. De commissie verzoekt om dit beleid na vaststelling te implementeren in de welstandsnota.
20
4. Conclusies en aanbevelingen
De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo werkt vanuit de overtuiging dat een constructieve opstelling om te werken aan een mooier Nederland op brede steun kan rekenen, niet alleen onder professionals in de ruimtelijke ordening, maar vooral in de samenleving.
Planbehandelingen In 2014 heeft de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo 103 vergunningaanvragen behandeld, waarvan 10 betrekking hadden op aanvragen van voorgaande jaren. In verband met herhalingen was het totaal aantal planbehandelingen 161.
soort aanvraag
aantal aanvragen
aantal behandelingen
percentage herhalingen t.o.v. de aanvragen
77
124
61 %
Omgevingsvergunning waarvan een monument
2
3
50 %
waarvan nieuwbouw
14
44
214 %
waarvan verbouwing
61
77
26 %
Preadvies*
16
20
25 %
Reclameaanvraag
3
5
67 %
Overige vergaderonderwerpen
7
12
71 %
103
161
56 %
Totaal
* Dit zijn de preadviezen waarvoor nog geen omgevingsvergunning is ontvangen.
In vergelijking met de voorgaande jaren ontstaat het volgende beeld: 2014
2013
2012
Nieuwe aanvragen
93
58 %
97
58 %
90
41 %
Aanvragen van voorgaande jaren
10
6%
6
4%
22
10 %
Herhalingen
58
36 %
63
38 %
106
49 %
161
100 %
166
100 %
218
100 %
Totaal behandelingen waarvan reclameaanvraag
5
3%
4
2%
5
2%
Verdeeld over de soorten bouwwerken ontstaat het volgende beeld: soort bouwwerk
2014
2013
2012
Individuele woningen
13
13 %
13
13 %
40
36 %
Woningcomplexen
11
11 %
11
11 %
17
15 %
Bedrijfsgebouwen
5
5%
6
6%
7
6%
Agrarische gebouwen
3
3%
0
0%
2
2%
Openbare en bijzondere bouwwerken
5
5%
6
6%
4
4%
61
59 %
58
56 %
30
27 %
Reclameobjecten
4
4%
4
4%
7
6%
Overige plannen
1
1%
5
5%
5
4%
103
100 %
103
100 %
112
100 %
Kleine bouwwerken
Totaal aanvragen
Bezoek Er hebben dit jaar 63 behandelingen plaatsgevonden in aanwezigheid van architecten en/of de planindieners. Dit is 39% van het totaal aantal behandelingen.
21
Bijlage 1: Cijfers
soort aanvraag
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
Deze zijn als volgt verdeeld:
Adviezen De adviezen over het totaal aantal planbehandelingen zijn als volgt verdeeld: adviezen aan B&W
2014
2013
2012
Akkoord
54
34 %
56
34 %
64
29 %
Akkoord op hoofdlijnen
41
25 %
44
27 %
24
11 %
Niet akkoord, tenzij
20
12 %
24
14 %
37
17 %
Niet akkoord, nader overleg
23
14 %
23
14 %
50
23 %
Niet akkoord
0
0%
5
3%
37
17 %
Aanhouden
2
1%
2
1%
2
1%
Andere adviezen
20
12 %
12
7%
4
2%
Beleidsadviezen
1
1%
0
0%
0
0%
161
100 %
166
100 %
218
100 %
Totaal
Akkoord wil zeggen: het plan voldoet op basis van de welstandscriteria aan redelijke eisen van welstand; het wordt met positief advies aan het college van B&W voorgelegd. Bij ‘niet akkoord tenzij‘ wordt een duidelijk omschreven voorwaarde geformuleerd.
Hoe vaak behandeld? In 2014 werden 93 nieuwe aanvragen* beoordeeld. Het aantal keren dat deze aanvragen behandeld werden tot een eindadvies is als volgt: adviezen aan B&W Bij eerste behandeling akkoord (geen interventie van de commissie)
2014
2013
2012
33
35 %
32
40 %
24
27 %
Bij eerste behandeling niet akkoord tenzij (kleine aanpassing nodig)
9
10 %
4
5%
9
10 %
Bij tweede behandeling akkoord (of niet akkoord tenzij)
12
13 %
7
9%
15
17 %
Bij derde behandeling akkoord (of niet akkoord tenzij)
5
5%
7
9%
8
9%
Bij een vierde of verdere behandeling akkoord (of niet akkoord tenzij)
1
1%
3
4%
12
13 %
Nog in behandeling of definitief niet akkoord of aanvraag ingetrokken
10
11 %
15
19 %
16
18 %
Plan wel akkoord op hoofdlijnen maar nog geen aanvraag voor vergunning
23
25 %
12
15 %
6
7%
93
100 %
80
100 %
90
100 %
* Dit zijn alle nieuwe aanvragen exclusief beleidsadviesaanvragen en handhaving aanvragen.
Het aantal keren dat een nieuwe aanvraag ´terug´ komt bij de welstandscommissie geeft een indicatie van het effect van het gemeentelijke welstandsbeleid op de bouwproductie. Het is een indicatie; de preventieve werking (het anticiperen op het beleid vóór de aanvraag wordt ingediend) wordt hiermee bijvoorbeeld niet zichtbaar gemaakt.
Adviezen namens de commissie Van het totaal van 161 planbehandelingen in 2014 werden er 105 door één commissielid uitgevoerd, daartoe door de commissie gemachtigd. Dat is 65% van het aantal planbehandelingen. Het commissielid adviseert onder verantwoordelijkheid van de commissie op basis van de welstandsnota en legt hierover steeds verantwoording af aan de commissie. Het betreft
22
Totaal nieuwe aanvragen*
aanvragen, waarbij het oordeel van de commissie op basis welstandscriteria bekend mag worden verondersteld. Een eindadvies of een advies afwijkend van de welstandscriteria, dan aanvraag die alleen op de algemene welstandscriteria kan beoordeeld, wordt meestal voorgelegd aan de gehele commissie.
van de negatief wel een worden
Monumentenadviezen De gemeente Heiloo werkt met een geïntegreerde commissie voor monumentenadviezen. In 2014 werden 3 monumentenadviezen gegeven. Deze zijn als volgt verdeeld: 2014
Aantal monumentenaanvragen
3
2013
100 %
4
2012
100 %
2
100 %
rijksmonumenten
1
33 %
2
50 %
0
0%
gemeentelijke monumenten
1
33 %
2
50 %
2
100 %
karakteristieke panden
1
33 %
0
0%
0
0%
Totaal aantal behandelingen
3
100 %
4
100 %
0
0%
Gebruik welstandscriteria De aanvragen worden steeds beoordeeld op grond van vastgestelde welstandscriteria, welke in een welstandsnota of in aanvullingen in de vorm van beeldkwaliteitplannen zijn opgenomen. Voor de gemeente Heiloo is het gebruik van de verschillende soorten criteria als volgt: welstandscriteria
2014
Gebiedsgerichte criteria
54
34 %
Sneltoetscriteria / Criteria voor kleine bouwwerken
14
9%
1
1%
67
42 %
2
1%
23
15 %
161
100 %
Algemene welstandscriteria Objectgerichte criteria Reclamecriteria Geen Criteria / anders Totaal
Bestemmingsplannen De aanvragen worden meestal voorafgaande aan de welstandsvergadering getoetst aan het vigerende bestemmingsplan. Indien de aanvraag niet voldoet aan de bestemmingsplanbepalingen wordt vaak een afwijking (ontheffing) verleend. Soms is de afwijking mede afhankelijk van een positief welstandsadvies. Dit is het geval indien de ruimtelijke kwaliteit als argument voor het verlenen van een ontheffing in het bestemmingsplan genoemd wordt. De plannen voorgelegd aan de commissie hadden wat betreft bestemmingsplan de volgende status: bestemmingsplannen
2014 50
49 %
Voldoet niet aan bestemmingsplan, maar gemeente werkt mee aan binnenplanse afwijking
13
13 %
Voldoet niet aan bestemmingsplan, maar gemeente werkt mee aan buitenplanse afwijking
3
3%
Voldoet niet aan bestemmingsplan, maar gemeente werkt mee aan een afwijking op basis van een uitgebreide procedure of partiële herziening van het bestemmingsplan
28
27 %
Voldoet niet aan bestemmingsplan, over afwijking wordt beslist na advies van de welstandscommissie
7
7%
Anders
2
2%
23
Voldoet aan bestemmingsplan
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
adviezen aan B&W
Aanwezig: Namens de gemeente: de heer R. Opdam (wethouder RO), de heer J.W. Snieder en mevrouw J. van Latum (stedenbouwkundigen), de heren J. Hopman en G. Twint (plantoelichters) en de heer T. Kemper (hoofd afdeling VROM) Namens de commissie: Ir. Robbert Jan Wijntjes (voorzitter), ir. Maarten Overtoom (architectlid en gemachtigde) en Egon Kuchlein, architect MArch (architectlid) Namens WZNH: Drs. Ing. JEF Mühren (directeur WZNH) en drs. Emmy Kanon (coördinator)
Opening De heer C. Hooyschuur, monumentenlid van de Adviescommissie is niet aanwezig. Hij heeft op 2 september een kennismakingsgesprek en excursie met de wethouder. De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo valt sinds kort onder een nieuwe wethouder, de heer R. Opdam. Dit gesprek wordt daarom voornamelijk een kennismakingsgesprek, waarbij het jaarverslag 2013 als leidraad fungeert.
Kennismaking en reactie op het jaarverslag 2013 Na een voorstelronde wordt ingegaan op de rol die de commissie kan spelen bij de ruimtelijke kwaliteit. De wethouder heeft goede berichten gehoord over het functioneren van de huidige commissie. Het jaarverslag heeft een goed beeld hiervan gegeven. Aan WZNH is reeds gemeld dat een tabel niet bleek te kloppen. Uitgangspunt voor de komende tijd is volgens de heer Opdam om actief mee te denken vanuit de burger. Hierin is volgens de heer Mühren al een kentering in het werk van de commissie gekomen. De laatste 5 jaren is het constructief meedenken al ingevoerd. Dit gaat niet alleen om coaching van de burger, maar ook als gesprekspartner bij particulier opdrachtgeverschap of voor de gemeente als adviseur in bredere zin. De commissie roemt de ambitie die de gemeente heeft en pleit er daarom voor om bestemmingsplannen niet te globaal te maken. Als voorbeeld noemt ze het centrum van Heiloo. De commissie heeft ondervonden dat het dan niet altijd makkelijk is om te begeleiden. De heer Snieder beaamt dat er intussen steeds meer maatwerk en inspanning bij de begeleiding gevraagd wordt. De heer Mühren meldt in dit kader dat bij de invoering van de Omgevingswet (2018) er geen schot meer zal bestaan tussen bestemmingsplan en welstand. Gezien het feit dat Heiloo ook hiermee aan de gang zal gaan, vraagt de heer Kemper aan de heer Mühren om door te geven als bekend is welke gemeenten er mee aan de slag zijn gegaan. Op de vraag van de heer Wijntjes over de structuurvisie antwoordt de heer Opdam dat dit constructief is opgepakt door de raadscommissies. Een aantal punten zullen opgelost worden als ze zich voordoen. In dit kader wordt ook de samenwerking met de overige BUCH gemeenten genoemd. De commissie prijst de gemeente Heiloo met het feit dat ze stedenbouwkundigen in dienst heeft. Zij gelden als het geweten van het dorp. De commissie hoopt dat dit niet zal verdwijnen bij het aangaan van de BUCH. In ieder geval dient een discussie over de ruimtelijke kwaliteit georganiseerd te worden door de verschillende gemeenten. Grotere projecten worden vaak met terreininrichting gepresenteerd. De commissie vraagt de gemeente hoe de openbare ruimte onderhouden kan worden. Dit is inderdaad een punt van zorg van de gemeente. Gekeken wordt welke oplossingen mogelijk zijn.
24
Bijlage 2: Verslag evaluatiegesprek
Verslag kennismakingsgesprek van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit met de wethouder van Heiloo, gehouden op 13-8-2014 in het gemeentehuis van Heiloo
Wat verder ter tafel komt/rondvraag
25
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
In de rondvraag wordt nogmaals benadrukt dat de samenwerking tussen gemeente en commissie uitstekend verloopt. De plantoelichters bereiden de vergaderingen goed voor en de commissie beoordeelt op een prettige manier naar de burger toe, ook in de schetsplanfase. Ook de samenwerking met WZNH wordt als positief ervaren. In het kader van een reorganisatie bij de gemeente zal er in voorkomende gevallen meer gebruik worden gemaakt van de commissie. In eerste instantie zal hiervoor het gemandateerde lid van de commissie gevraagd worden. De gemeente ontvangt graag zo spoedig mogelijk de nieuwe tarievenlijst. Tenslotte, naar aanleiding van de vraag van de wethouder, licht de heer Mühren zijn gebruik van de zinsnede “… ondanks liberalisering…” toe. Dit werd in een andere context gebruikt dan misschien opgevat kan worden.
Robbert Jan Wijntjes, stedenbouwkundige Opleiding: 1971-1980 Technische Universiteit Delft (stedenbouw en architectuur) Werkzaamheden: stedenbouwkundige, directeur van TSC townscape bv. Daarvoor werkzaam als stedenbouwkundige en directeur van HzA stedebouw&landschap bv en IS Maatwerk bv, als adviseur onder andere bij Zandvoort Ordening & Advies en als Hoofd Ruimte van de gemeente Lelystad. Brede werkervaring als ontwerper, als conceptueel denker maar ook als leidinggevende, als strateeg. Deze werkervaring heeft hij opgedaan als adviseur, maar ook als ambtelijk leidinggevende. Robbert Jan is bruggenbouwer met een sterke betrokkenheid bij de projecten waaraan hij werkt. Supervisie over grote uitbreidingsplannen in bijvoorbeeld Purmerend en Lelystad, het maken van dorpsontwikkelingsplannen voor kernen rondom de Blauwe Stad, begeleiding van de herstructurering en transformatie van Schalkwijk in Haarlem en winkelcentrum Broekerveiling in Langedijk, maar ook het chirurgisch werken in historische binnensteden als Hoorn en Enkhuizen en het ontwerpen in kwetsbare landschappen zijn hiervan enkele voorbeelden. In zijn aanpak is het werken met mensen erg belangrijk. Recent is op basis van community-planning gereed gekomen “de Bergerhof” te Renkum. Robbert Jan Wijntjes is sinds 2005 aan WZNH verbonden, was oa van 20052011 voorzitter van de welstandscommissie Noord-Hollands Noorderkwartier en is nu voorzitter van de commissie Kennemerland en van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo.
Opleiding: 1981 – 1989 Technische Universiteit Delft, afdeling Bouwkunde vakgroep Architectuur (cum laude afgestudeerd). Werkzaamheden: Van 1988-1994 werkzaam als zelfstandig architect en als freelancer bij prof. Tjeerd Dijkstra. Van 1994-2009 architect/directielid BBHD-architecten te Schagen, was daar leidinggevend en beeldbepalend architect van het ontwerpteam. Vanaf 2009 mede eigenaar van GeO architecten te Schagen. Woningbouw, scholenbouw, utiliteitsbouw, zorghuisvesting en renovatie/restauratie behoren tot zijn brede pakket van werkervaring. Ook met stedenbouwkundige ontwerpen, supervisie en ruimtelijke onderbouwingen heeft hij ervaring. Hij nam deel aan diverse projectteams als participerend architect (projectmatige ontwikkelingen in oa. Bergen op Zoom, Leiden, Almere, Castricum, Hoorn en Den Helder) en was als superviserend stedenbouwkundige betrokken bij diverse projecten in Noord-Holland (Prinsenhof Beverwijk, Enkhuizen Kadijken-Hagen en Westeinde, Sokkerwei Castricum, reconstructie Marsdiepstraat gemeente Den Helder). Projectmatige transformatie opgaven behoren ook tot het taakveld. Tevens nam Maarten deel aan diverse prijsvraag- en selectiebeoordelingen onder andere aan de publieksprijsvraag 100 jaar Woningstichting Den Helder en aan de architectenselectie Westerpark te Schagen. Maarten werkt met name in Noord-Holland waar zijn roots liggen. Maarten Overtoom is sinds 2011 aan WZNH verbonden en sinds die tijd als architect lid benoemd in de Commissie Kennemerland. Daarnaast is hij benoemd als afgevaardigde namens de commissie in diverse Q-teams zoals Mooi Bergen, Schoorl klopt!, Dorp en Duin Egmond en de Limmer Linten. Op 1 november 2012 is hij benoemd als architectlid van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo.
26
Bijlage 3: Curricula
Maarten Overtoom, architect
Opleiding: Academie voor Bouwkunst Amsterdam, architectuur (1999, startstipendium fonds BKVB) voorafgegaan door de Academie voor Beeldende Kunsten Arnhem afd. architectonisch/omgevingsontwerp(1984). Werkzaamheden: Is sinds 2003 werkzaam als architect onder de naam Egeon Architecten bna (co-founder) te Amsterdam in nieuwbouw en restauratie met een nadruk op duurzaamheid en hergebruik. Er is een groeiende belangstelling vanuit de omliggende landen. Daarnaast treedt hij op als ontwikkelend architect oa. in Almere. Van 1984-2004 werkzaam geweest als monumentaal werkend beeldend kunstenaar en omgevingsontwerper. Hij heeft, naast tentoonstellingen, kunstopdrachten en omgevingsontwerpen, deel uitgemaakt van ontwerpteams op stedenbouwkundig niveau, oa in Helmond. Tevens als cultureel entrepreneur verantwoordelijk voor de organisator van een reeks van culturele projecten en manifestaties oa in Madurodam en als adviseur beeldende kunst diverse gemeenten en provinciale overheden van advies gediend, oa Nieuwegein. Egon Kuchlein is sinds 2007 aan WZNH verbonden, oa als architectlid van de Welstandscommissie Heerhugowaard en de Commissie Kennemerland, als lid van het kwaliteitsteam Duin en Bosch in Castricum en vanaf eind 2012 architectlid van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo.
Cees Hooyschuur, restauratiearchitect Opleiding : Hoger Technisch instituut voor bouwkunde, Bouwkundige, bouwfysica, projectleiding; HTS Den Bosch Bouwfysica; Academie voor bouwkunst Amsterdam. Werkzaamheden: Architect gemeentewerken Oostzaan, INBO architecten, lid Projectontwikkeling planteam Hillen en Roosen Amsterdam; Architecten bureau Reinberg en Amsterdam chef de bureau. Huidige functie: directeur van Hooyschuur architecten te Wormerveer. Sinds januari 2014 maakt Cees deel uit van de provinciale commissie ruimtelijke kwaliteit (Hûs en Hiem Friesland) als monumentenadviseur/restauratiearchitect. Cees Hooyschuur is vanaf 2002 aan WZNH verbonden. Sinds 2002 is hij lid van de welstand- en Monumentencommissie gemeente Hoorn en thans deel uitmakend van de regionale welstandscommissie West-Friesland. Hij is tevens lid ( en plv. voorzitter) van de Monumentencommissie Zaanstad, adviseur van het Landelijk Hofjesberaad, lid van de begeleidingscommissie stichting bouw research (SBR). Vanaf 1 januari 2012 is hij monumentenadviseur van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Bergen en vanaf 1 november 2012 monumentenadviseur van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo.
Ingrid Völke-Roders, burgerlid
27
Ingrid Völke heeft, na enige jaren als intensive care-verpleegkundige gewerkt te hebben, het over een andere boeg gegooid en is architectuurgeschiedenis gaan studeren aan de VU Amsterdam (afgestudeerd 1998). Zij werkt freelance als rondleider en museumdocente bij het Stedelijk Museum Alkmaar. Als vrijwilligster geeft zij rondleidingen op de buitenplaats Nijenburg te Heiloo. Sinds november 2009 is
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Heiloo Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo
Egon Kuchlein, architect
Ingrid burgerlid van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo.
Wil Barendse, burgerlid
28
Wil Barendse heeft een opleiding als bouwkundige. Hij begon in 1966 bij een ingenieurs- en architectenbureau en vanaf 1983 is hij bouwkundig docent aan het MBO onderwijs te Alkmaar. In 1992 is hij aangesteld als adviseur van het vastgoed bij het toenmalige Alkwaard welke later het ROC Horizon College werd. Architectuur in het algemeen en de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving in Heiloo in het bijzonder hebben zijn aandacht. Dit heeft hem doen besluiten zich in 2004 als burgerlid op te geven voor de Welstandscommissie van de gemeente. Sinds 2004 is Wil burgerlid van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo.