Jaarverslag 2014 Nazorg ex-gedetineerden Katwijk
Stichting Kocon Katwijk, juni 2015
Colofon Auteurs: Contactpersonen: Uitgiftemaand: Uitgever: Downloaden:
Albert van der Plas en Thea Guijt Albert van der Plas, e-mail:
[email protected] Thea Guijt, e-mail:
[email protected] Juni 2015 Stichting Kocon www.kocon.nl
Inhoudsopgave Voorwoord............................................................................................................... 2 Inleiding ................................................................................................................... 3 Samenvatting ........................................................................................................... 5 1.
Verloop in 2014 ................................................................................................. 7 Bezoek aan gedetineerden in de PI’en (24) ................................................................... 8 Niet bezocht tijdens detentie in de PI (8) ...................................................................... 9
2.
Omvang en kenmerken gedetineerden ............................................................ 14 Omvang en kenmerken (31 unieke personen)............................................................ 14 Recidive 2014: 6% ........................................................................................................ 14 Detentieduur ................................................................................................................ 15 Overzicht spreiding van de plaatsingen in een PI (9 verschillende)............................. 16
3.
Gegevens vijf basisvoorwaarden ...................................................................... 18 Identiteitsbewijs (ID) .................................................................................................... 18 Inkomen en werk ......................................................................................................... 19 Huisvesting / onderdak ................................................................................................ 21 Schulden ....................................................................................................................... 22 Zorg .............................................................................................................................. 22
4.
Conclusie en aanbevelingen ............................................................................. 24
Bijlagen .................................................................................................................. 26 Bijlage 1
Voorgeschiedenis Nazorg ex-gedetineerden Katwijk .............................. 27
Bijlage 2
Organisatie en werkwijze ......................................................................... 30
Bijlage 3
Landelijke cijfers ...................................................................................... 33
Bijlage 4
Lijst met begrippen en afkortingen.......................................................... 37
Voorwoord In dit jaarverslag staan de uitkomsten van de nazorgactiviteiten voor ex-gedetineerden uit de gemeente Katwijk gedurende de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Met dit verslag legt het bestuur van de Stichting Kocon inhoudelijke verantwoording af. Op 3 maart 2011 is de lokale aanpak voor nazorg aan volwassen ex-gedetineerden in de gemeente Katwijk gestart met een tweejarige pilot. Sinds januari 2013 heeft deze lokaal ontwikkelde aanpak een structureel karakter. Met grote gedrevenheid, inspiratie en inzet is er ook in 2014 door alle betrokkenen samengewerkt om de recidive zo veel als mogelijk te beperken, waardoor de maatschappelijke veiligheid wordt bevorderd. De Katwijkse aanpak voor de vervolgzorg van ex-gedetineerden waarin maatwerk en een persoonlijke benadering het uitgangspunt vormden was ook in 2014 succesvol. Het recidivecijfer in 2014 is: 6%. In getallen: 33 detenties van 31 personen; bij twee personen was sprake van een recidive.
Namens het bestuur van Stichting Kocon, Nico van der Stel (voorzitter) Albert van der Plas (portefeuillehouder nazorg ex-gedetineerden)
Pagina 2
Inleiding Het bieden van nazorg aan ex-gedetineerde inwoners is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Over de manier waarop gemeenten en het Gevangeniswezen van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) die terugkeer vormgeven, zijn afspraken gemaakt in het Convenant Re-integratie van (ex-) gedetineerden. 1 Voor het uitvoeren van de nazorgtaken, startte de gemeente Katwijk2 in maart 2011 met de tweejarige Pilot Nazorg (ex) gedetineerden Katwijk in nauwe samenwerking met Platform en Stichting Kocon (verder kortweg: Kocon). Na een proefperiode van 22 maanden is door het gemeentebestuur van Katwijk besloten dat de resultaten van de proefperiode zo positief en veelbelovend waren, dat de aanpak zoals opgezet vanuit de Pilot Nazorg ex-gedetineerden met ingang van januari 2013 een structureel karakter kon krijgen. Doel en werkwijze Doel van de nazorg aan ex-gedetineerden is het terugdringen van recidive waardoor de veiligheid in de samenleving wordt bevorderd. De gemeente Katwijk wil (ex)gedetineerde inwoners motiveren om hun leven een andere wending te geven en biedt hulp aan, onder meer bij de vijf basisvoorwaarden voor re-integratie zoals vermeld in het convenant en de handreiking voor re-integratie van ex-gedetineerden3: 1. een geldig identiteitsbewijs (identiteitskaart of paspoort); 2. onderdak na ontslag uit detentie; 3. inkomen uit werk of een (tijdelijke) uitkering om na ontslag uit detentie in het eerste levensonderhoud te kunnen voorzien, en indien arbeid niet beschikbaar is, een vorm van dagbesteding; 4. inzicht in schuldenproblematiek; 5. het vaststellen van zorgbehoeften en (indien van toepassing) het zorgen voor een passende indicatie en het realiseren van (continuïteit van) zorg. De uitvoering van de nazorg ligt in handen van het Nazorgteam. Binnen dit team werkt de gemeentelijke nazorgcoördinator nauw samen met medewerkers verbonden aan Kocon. De nazorgcoördinator ontvangt van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) de meldingen van detentie, waarop de trajectbegeleiders de desbetreffende gedetineerden binnen vijf werkdagen bezoeken in de gevangenis. Zij inventariseren welke hulp de gedetineerden nodig
1
In 2009 ondertekenden de toenmalige staatssecretaris van Justitie en de bestuursvoorzitter van de VNG het Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-) gedetineerde burgers gemeenten – Justitie. In
juni 2011 is dit samenwerkingsmodel geactualiseerd. In december 2014 werd het model herzien in het Convenant Re-integratie van (ex-)gedetineerden. 2
De gemeente Katwijk bestaat uit een samenvoeging van de voormalige gemeenten Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg en heeft per 1 januari 2015: 63.638 inwoners. Bron: Kerngegevens gemeente Katwijk
3
Bron: Handreiking bij Convenant re-integratie, 10-12-2014. De handreiking geeft informatie over verantwoordelijkheden, wet- en regelgeving en (lokaal) ontwikkelde praktijkvoorbeelden.
Pagina 3
hebben op het gebied van de basisvoorwaarden zodat ze weer kunnen re-integreren in de samenleving. Als er meer begeleiding en zorg nodig is, dragen de trajectbegeleiders de ex-gedetineerde tijdens detentie of direct na het verlaten van de PI tijdens een gezamenlijk gesprek (‘warme overdracht’) over aan de casemanager van het Project Reïntegratie. De casemanager bemiddelt de ex-gedetineerden naar het Project Reïntegratie of een andere zorgvoorziening. Resultaten zoals opgenomen in dit jaarverslag De uitkomsten in dit jaarverslag zijn verzameld met behulp van evaluatiegesprekken in het nazorgteam, de verslagen van het nazorgoverleg, informatie vanuit de gevangenissen, de ervaringen van de (ex-)gedetineerden en de gegevens zoals geregistreerd met behulp van de ‘Tool’ van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) 4. In dit verslag is de volgende informatie te vinden: het aantal personen uit Katwijk in detentie die gemeld zijn via het Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN) in het jaar 2014; de kenmerken van de gedetineerden uit Katwijk; het aantal gedetineerden dat bezocht is in de Penitentiaire Inrichting (PI); de knelpunten en aanbevelingen voor het vervolg t.a.v. de nazorg aan (ex-)gedetineerde inwoners van Katwijk. De financiële verantwoording vindt in een apart schrijven plaats5. Leeswijzer Hoofdstuk 1 betreft het verloop van de nazorg in de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Hoofdstuk 2 geeft in tabellen de cijfers weer over de omvang, de kenmerken, de duur van detentie en de recidive. In Hoofdstuk 3 zijn de gegevens op het gebied van de vijf basisvoorwaarden beschreven die van belang zijn om herhaling in criminaliteit te voorkomen. In Hoofdstuk 4 staan aanbevelingen voor het vervolg. Bijlage 1 beschrijft de voorgeschiedenis en in Bijlage 2 is meer informatie te vinden over de werkwijze en de organisatie. In Bijlage 3 zijn landelijke cijfers te vinden. Bijlage 4 geeft een overzicht van gebruikte begrippen en afkortingen.
4
De WODC-Recidivemonitor is een
langlopend onderzoeksproject waarin
gestandaardiseerde
recidivemetingen worden verricht onder uiteenlopende dadergroepen. Met dit project krijgt Justitie beter zicht op de uitstroomresultaten van strafrechtelijke interventies en op het verloop van criminele
carrières, zowel bij jeugdige als bij volwassen daders. De metingen in het kader van de Recidivemonitor verlopen volgens een vaste methode. De uitkomsten van het onderzoek zijn hierdoor
onderling vergelijkbaar.” Bron citaat: De WODC-Recidivemonitor, Memorandum 2011-3, pagina 5, 4e,
herziene versie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Den Haag.
Het WODC maakt voor het meten van recidive van ex-gedetineerden gebruik van alle gegevens van
de justitiële documentatie, het DJI maakt hierin onderscheid. 5
Voor de periode 1 januari 2014 t/m 31 december 2014 kende de gemeente Katwijk een
subsidiebedrag van € 48.300,- toe. Het beheer en de verantwoordelijkheid van de organisatiekosten,
ad € 6300,-, ligt in handen van Stichting Kocon. Voor de personele subsidiekosten ligt de
verantwoording bij Stichting Welzijnskwartier.
Pagina 4
Samenvatting Doelgroep van de nazorg zijn volwassenen (18 jaar en ouder) met een geldige verblijfsstatus die na verblijf in een PI in Nederland terugkeren naar de gemeente Katwijk. Werkwijze Katwijkers in preventieve hechtenis, boeteklanten en veroordeelde gedetineerden worden bij een tijdige melding namens de gemeente Katwijk bezocht in de PI door de twee trajectbegeleiders. Binnen 5 werkdagen wordt, via de casemanager van de PI, een bezoek geregeld aan de gedetineerde. Tijdens het gesprek in de PI vindt een nadere inventarisatie plaats van de vijf basisvoorwaarden; identiteitsbewijs, huisvesting, inkomen, schulden en zorg. De eventuele hulpvraag van de persoon in kwestie en de uitkomst van de inventarisatie wordt vervolgens besproken in het lokale Nazorgoverleg, dat tweewekelijks plaats vindt. Daarin wordt per persoon besproken wat de eventuele vervolgstappen in het nazorgtraject inhouden en wie hiervoor verantwoordelijk is. Resultaten Het aantal (nieuwe) gedetineerden in 2014 met een juiste DPAN-melding betrof 31 unieke personen; 30 mannen en 1 vrouw. Hiervan zijn 24 unieke personen bezocht in de PI. Te late meldingen of vroegtijdige vrijlating waren de redenen dat er niet met alle personen een gesprek kon plaats vinden. Zo mogelijk vond dit later alsnog plaats. Bij 2 personen was sprake van recidive; 6 % van het totaal in 2014.Van 1 maart 2011 tot en met 31 december 2014 gaat het om een totaal van 145 unieke personen uit Katwijk in detentie; waarvan 12 unieke personen met een recidive; 8,3%. De detenties van Katwijkers vond plaats in 9 verschillende PI’en in Nederland. De meeste gevangenen werden geplaatst in Alphen (20x). De trajectbegeleiders proberen de (ex-)gedetineerden zo veel als mogelijk te motiveren om hun leven weer op orde te brengen en op het rechte pad te blijven. De gedetineerden zelf zijn veelal verrast en blij met de geboden nazorg van de gemeente. In de afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden welke gedetineerden geen nazorg willen na hun vrijlating en (nog) niet te motiveren zijn om hun levenswijze aan te passen. Bij de meesten van hen is sprake van verslavingsproblematiek en het ontbreken van huisvesting. In 2014 is een aantal knelpunten op het gebied van de vijf basisvoorwaarden verder aangepakt met een positief resultaat; er is meer maatwerk mogelijk én toegepast. De samenwerking met het Veiligheidshuis Leiden is in 2014 verbeterd; er vindt vaker en eerder uitwisseling en overleg plaats en er werd inzage gegeven in het aantal meldingen. De nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk nam diverse malen deel aan een Trajectberaad waarin jongeren die in hechtenis zijn genomen besproken worden. In 2014 ging het om twee jongeren uit Katwijk (in 2013 om 3). Vanuit organisaties zoals Bureau Jeugdzorg en de Raad v.d. Kinderbescherming is in 2014 geen beroep gedaan op de hulp vanuit het Nazorgteam voor jeugdige gedetineerden van 12 tot 18 jaar.
Pagina 5
Voor een goed inzicht en beoordeling van de recidivecijfers is een nadere analyse noodzakelijk over een langere periode. Het voornemen is om dit op te nemen in het Jaarverslag van 2015. Hierbij zal een nader onderscheid gemaakt worden naar onder andere leeftijd en de duur van de detentie. Het uitgangspunt is dat deze lokale meting zo veel als mogelijk aansluit bij de meetmethode van de landelijke monitor van het WODC. Conclusie en aanbevelingen De lokale aanpak voor nazorg is succesvol gebleken en draagt bij aan het terugdringen van recidive en het stoppen van misdaad. Dit levert positieve effecten op; zowel voor de exgedetineerden zelf als voor de Katwijkse samenleving. Gelet op de positieve resultaten dankzij de inzet van nazorg blijft de conclusie zondermeer dat het voortzetten van de huidige aanpak van nazorg zeer gewenst is. Aanbevelingen hierbij zijn dat er aandacht blijft voor: de knelpunten voor de groep 18- tot 23-jarigen (vooral huisvesting/ verblijf en werk/ dagbesteding); het volgen van ontwikkelingen in het kader van mogelijkheden voor het leveren van nazorg aan jeugdige ex-gedetineerden.
Pagina 6
1. Verloop in 2014 Het Nazorgteam voerde de nazorg voor ex-gedetineerden uit Katwijk uit. Dit team bestaat onder andere uit de nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk, twee trajectbegeleiders en de casemanager van het Project Reïntegratie. Bezoek en contacten met (ex) gedetineerden In 2014 zijn 24 unieke personen bezocht in de verschillende PI’en. De gedetineerde Katwijkers waarderen dit persoonlijke contact en zij geven aan dat het belangrijke ondersteuning en motivatie biedt voor de terugkeer in de samenleving. Voor veel mensen in detentie geldt dat zij niet op de hoogte zijn van praktische zaken, zoals het regelen van de zorgverzekering. Vooral de mensen die niet op hulp kunnen terugvallen vanuit hun sociale netwerk waarderen de hulp enorm. In 2014 gaven twee personen aan dat zij het bezoek van de trajectbegeleiders in de PI weliswaar op prijs stelden, maar de geboden vervolghulp niet. Zij vertegenwoordigen de kleine groep mensen die de geboden hulp afhouden en er bewust voor kiezen om hun situatie (nog) niet te veranderen. De kans op recidive bij hen is groot, onder meer vanwege verslavingsproblematiek. Belangrijke voorwaarde om nazorg in te kunnen zetten is dat de persoon in kwestie zelf gemotiveerd is om problemen aan te pakken om weer op het ‘rechte pad’ te komen. Bij de meeste gedetineerden volstaat een eenmalig gesprek in de PI en het geven van telefonische adviezen, bij anderen is intensieve (woon)begeleiding nodig. In 2014 werden 12 ex-gedetineerden intensief begeleid, in eerste instantie door de trajectbegeleiders. Na overdracht voor zorg en begeleiding naar het Project Reïntegratie, door de casemanager en mentoren van dit project. Voor 21 gedetineerden volstond een eenmalig bezoek in de PI. Met 11 (ex-) gedetineerden vond een vervolggesprek plaats in de PI, de kantoorruimte van Kocon en/ of in een zorginstelling. Een aantal gedetineerden dat zelf de verwachting had dat verdere hulp van de trajectbegeleiders na detentie niet meer nodig zou zijn, nam alsnog contact op. De praktijk wees voor deze mensen anders uit en zij namen alsnog het hulpaanbod aan. 6 Met 22 ex-gedetineerden was na vrijlating telefonisch contact voor navraag, informatie en een korte evaluatie. Op de vraag aan (ex-) gedetineerden of zij nog aanvullingen en/ of opmerkingen hadden over verbetering van de aanpak zijn geen punten naar voren gekomen. Alle reacties waren positief. De gedetineerden waren blij met de praktische adviezen voor het behoud van werk 7
6
Alle gedetineerden ontvangen bij het bezoek van de trajectbegeleiders een visitekaartje met de
contactgegevens en een folder van het Project Reïntegratie met de boodschap dat zij altijd, ook ná vrijlating, contact kunnen opnemen.
7
Gedetineerden weten meestal niet dat een verdachte niet ontslagen kan worden tijdens een preventieve hechtenis. Ontslag kan voorkomen worden, mits tijdig doorgegeven aan de werkgever.
Pagina 7
en het tijdelijk stopzetten van de zorgverzekering. 8 Diverse malen is op verzoek van een gedetineerde contact opgenomen met het thuisfront 9 voor bijvoorbeeld uitleg en ondersteuning. De trajectbegeleiders nemen na een half jaar nogmaals contact op met de ex-gedetineerden die niet meer direct in beeld zijn om navraag te doen over de stand van zaken rond de vijf basisvoorwaarden. Naast het monitoren dient dit gesprek ook als controlemoment om na te gaan of afspraken met organisaties in het kader van nazorg voldoende van de grond zijn gekomen. Als dit niet het geval is, kan door tussenkomst vanuit het Nazorgteam de hulp alsnog of opnieuw op gang komen. Vooral de mensen die geen ondersteuning hebben van familie en vrienden, ondervinden problemen bij de terugkeer. Maar ook ouders van jonge gedetineerden zijn blij dat ze terecht kunnen bij lokale medewerkers, bijvoorbeeld om te informeren naar de stand van zaken en de plannen na detentie. Zoals de ouders zelf aangeven: “bellen naar een gevangenis doe je niet zo makkelijk”. Doordat gedetineerden persoonlijk werden opgezocht in de PI en/of een uitnodiging kregen voor een gesprek direct na vrijlating, ontstond tijdig een beeld van de knelpunten en acties die nodig zijn voor een zo goed mogelijke terugkeer en de maatschappelijke re-integratie van deze gedetineerden. Huisvesting, schulden en het vinden van werk zijn de drie belangrijkste. In 2014 is de afspraak dat de trajectbegeleiders de gedetineerde binnen vijf dagen bezoeken in de PI niet volledig nagekomen; hier was sprake van een te late DPAN-melding vanuit de PI of het betrof gedetineerden die korter dan vijf dagen in detentie zaten 10.
Bezoek aan gedetineerden in de PI’en (24) 24 (unieke) personen zijn in 2014 door de trajectbegeleiders bezocht in de PI. In totaal ging het om 35 face-to-face gesprekken in de verschillende PI’ en andere plekken. Daarnaast vonden vele telefonische contacten plaats met casemanagers, (ex) gedetineerden en familieleden voor afstemming, advies en monitoring.
8
Een gedetineerde moet de zorgverzekeraar vragen om de aanvullende zorgverzekering tegelijk met de basisverzekering op te schorten. Als dit niet gebeurd loopt de premie door. Zodra de detentie is
afgelopen, moet dit weer gemeld worden bij de zorgverzekeraar om de verzekering weer actief te maken. Ook de eventuele zorgtoeslag moet dan opnieuw aangevraagd worden.
9
De mogelijkheid om vanuit de PI te bellen is zeer beperkt; 10 minuten per week en in een bepaalde
10
Bij binnenkomst in de PI inventariseert een casemanager samen met de gedetineerde op welk
afgebakende tijd waarin dan ook gemiddeld 10 anderen willen/ mogen bellen.
gebied de betrokkene problemen ondervindt en hulp nodig heeft. Deze gegevens levert de
casemanager in het Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN) aan bij de coördinator nazorg van
de gemeente, die hiervan automatisch een emailbericht ontvangt. De coördinator verifieert de
gegevens en vult deze aan. Dit gebeurt bij het begin en einde van de detentie. Gedetineerden die
korter dan vijf werkdagen vastzitten en geen expliciete hulpvraag naar voren brengen, worden
alleen administratief verwerkt in DPAN.
Pagina 8
Bezoek en gesprekken door trajectbegeleiders nazorg met (ex)gedetineerden uit Katwijk in 2014 1e bezoek in PI aan unieke personen
24
2e bezoek in PI
2
Gesprek in kantoor Kocon na vrijlating of met partner (Callao, Katwijk)
5
Gesprek op andere plek na vrijlating (o.a. Emiliehoeve, TripleX)
4
Totaal aantal bezoeken/ gesprekken
35
Figuur 1: Tabel met aantallen bezoeken in de PI en gesprekken met ex-gedetineerden op een andere locatie
Wanneer er sprake is van een complexe situatie en/of het nodig is om de plannen na detentie terug te koppelen en af te stemmen kan een tweede bezoek in de PI plaats vinden; in 2014 gebeurde dit tweemaal. Eenmaal vond in 2014 een gezamenlijk gesprek in de PI plaats met de trajectbegeleiders en de casemanager van het Project Reïntegratie voor een ‘warme overdracht’ en de zorgintake. Met 5 gedetineerden vond een gesprek in de kantoorruimte van Kocon plaats voor advies en/of praktische ondersteuning. Daarnaast vonden, veelal op verzoek van de gedetineerden zelf, gesprekken plaats met partners of andere verwanten.
Niet bezocht tijdens detentie in de PI (8) Niet bezocht in PI (januari tot en met december 2014): Reden
Aantal
Melding DPAN op tijd, maar niet bezocht vanwege uitlevering aan België
2
Melding DPAN te laat voor (het regelen van) een bezoek binnen 5 werkdagen
6
Gedetineerde zelf wilde geen bezoek
0
Melding door gedetineerde zelf ná vrijlating (bij ontbreken melding DPAN)
0
Totaal
8
Figuur 2: Overzicht van het aantal gedetineerden dat niet in de PI bezocht is en de reden hiervoor
In de verslagperiode zijn 8 unieke personen tijdens hun detentie niet bezocht in de gevangenis doordat de melding hiervoor te laat binnen kwam en vanwege een uitlevering aan België. In 2014 kwam het tweemaal voor dat personen na hun detentie opnieuw kort werden ingesloten vanwege ‘oude’ openstaande boetes 11. Omdat dit geen terugval/ herhaling na de vrijlating betreft, wordt deze detentie niet meegerekend als recidive. 11
Waar mogelijk is het streven om een aaneengesloten periode van detentie uit te zitten, zodat de inspanningen gericht op nazorg een grotere kans van slagen heeft. In de praktijk lukt dit niet altijd
omdat eenmaal in detentie een koppeling van gegevens niet meer mogelijk is. Het ministerie heeft eerder aangekondigd om dit knelpunt aan te pakken.
Pagina 9
Contacten en samenwerking met de PI’en Vanuit het project Nazorg is een netwerk opgebouwd, dat goed wordt onderhouden. Dit werpt zijn vruchten af. Het aantal casemanagers van de PI dat uit eigen beweging of op verzoek van gedetineerden contact opnam met de nazorgcoördinator, trajectbegeleiders en/ of de casemanager van het Project Reïntegratie voor vragen, afstemming of meldingen van wijzigingen is in 2014 opnieuw toegenomen. Dit wordt zeer op prijs gesteld en bevordert de noodzakelijke uitwisseling en afstemming. In 2014 zijn de knelpunten in het Detentiecentrum Alphen zoals gesignaleerd in 2013 (late meldingen en slechte telefonische bereikbaarheid) verbeterd. DPAN Via het DPAN wordt de gemeente geïnformeerd over Katwijkse gedetineerden en in welke PI zij vastzitten. Op basis van deze meldingen informeert de nazorgcoördinator de trajectbegeleiders en regelen zij een bezoek. Nazorg is dus sterk afhankelijk van een tijdige melding via DPAN vanuit de PI. In voorgaande jaren is een aantal knelpunten geconstateerd. Deze zijn doorgegeven aan de desbetreffende PI’en en de DJI. In 2014 zijn de meldingen verbeterd. In enkele situaties verliep dit echter nog niet optimaal omdat: de DPAN-melding onjuist was 12; de DPAN-melding te laat verzonden werd 13; wijzigingen zoals overplaatsing, een vervroegde vrijlating/ vrijspraak 14 niet of (te) laat werden doorgegeven. Volgens de formele verwerkingsprocedure is dit niet nodig, maar voor de lokale nazorg is dit wel relevant en van belang. Steeds vaker nemen casemanagers in de PI’en de moeite om een bericht te sturen als een persoon wordt vrij gelaten of overgeplaatst; de werkwijze, of mogelijk een gebrek aan capaciteit, in de PI zelf geeft aanleiding voor een niet optimaal functioneren. Nazorgoverleg Het Nazorgteam borgt een snelle en adequate aanpak door tweewekelijks (en zo nodig wekelijks) bij elkaar te komen, waarbij het uitwisselen en afstemmen van de aanpak op klantniveau het belangrijkste doel was. Naast het tweewekelijks overleg vond maandelijks extra overleg plaats voor het bespreken van het werkdocument, huisvesting en de terugkoppeling van en met de medewerkers die de woonbegeleiding uitvoeren.
12
Bijvoorbeeld omdat de melding per abuis gekoppeld werd aan het adres van de bewindvoerder van
13
De gegevens van ex-gedetineerden die de PI verlaten, worden direct na het verlaten van de PI
14
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
de gedetineerde in plaats van de laatste woonplaats van de gedetineerde. verwijderd uit het systeem van de PI.
blijkt dat in 2014 6.112 mensen
onterecht vast zaten. Ex-gedetineerden hebben recht op schadevergoeding wanneer ze worden
vrijgesproken of als ze in voorlopige hechtenis zijn gehouden terwijl het strafbare feit daarvoor niet
ernstig genoeg was. In totaal werd aan ex-verdachten voor een bedrag van 11,3 miljoen euro
schadevergoeding toegekend (gemiddeld 1853 euro per persoon), excl. de vergoedingen voor gederfde inkomsten en advocaat- en reiskosten. Een dag detentie kost gemiddeld 250 euro.
Pagina 10
In het verslagjaar zijn 12 ex-gedetineerden doorverwezen naar het Project Reïntegratie. Tien van hen zijn deelnemer geworden. De andere personen zijn geholpen naar (ambulante) behandeling en begeleiding (bijvoorbeeld bij de Waag, GGZ en Palier) of een opname (bijvoorbeeld in een verslavingskliniek). Een enkele keer kwam het voor dat de persoon in kwestie niets meer van zich liet horen. Zie ook het Jaarverslag 2014 van het Project Reïntegratie. Met de huidige lokale aanpak van nazorg zijn er meer ex-gedetineerden in beeld gekomen. Hierdoor is ook het beroep op de begeleiding vanuit het Project Reïntegratie toegenomen. Deze toename van deelnemers, met veelal complexe problematiek, vormde aanleiding voor het verder herschikken van de werkzaamheden van de casemanager. Zo worden de gedetineerden die verwezen worden naar het Project Reïntegratie niet meer als vanzelfsprekend in de PI opgezocht door de casemanager voor een warme overdracht en een intake. Dit gebeurt nog wel als de trajectbegeleiders daarom vragen. In de andere situaties wordt een afspraak gemaakt voor een intakegesprek direct na vrijlating. De samenwerking en afstemming van werkzaamheden met de betrokken medewerkers verliep goed. De frequentie en de duur van het overleg (tweewekelijks 2 uur) zorgt ervoor dat personen en acties goed in beeld blijven. De positieve resultaten en de waardering van de ex-gedetineerden zelf, stimuleren om dit voort te zetten. Ook de mogelijkheden om bij dakloosheid onderdak te bieden (Instap- , Doorstroom- en Koconwoning) werpt vruchten af en vergroot de kans op het voorkomen van recidive. Punt van aandacht blijft het afbakenen van taken, het bewaken van uurbesteding en vervanging bij afwezigheid. Project Reïntegratie Het Project Reïntegratie Katwijk is geïnitieerd door het Platform Kocon. Sinds juni 2002 biedt dit
project nazorg aan ex-verslaafden en/of ex-gedetineerden uit Katwijk. Stichting Kocon heeft de uitvoering gedelegeerd naar De Brug Midden Nederland in samenwerking met Brijder en de GGZ Duin- en Bollenstreek.
De intensieve begeleiding door vrijwilligers (mentoren) en de casemanager spelen een belangrijke rol in het nazorgtraject. Deelname duurt 1 tot 2 jaar.
Voor huisvesting van de deelnemers is samen met Woningcorporatie Dunavie het aanbod
‘Koconwoningen’ ontwikkeld. Dit zijn huurwoningen verspreid in Katwijk die onder strenge voorwaarden gehuurd kunnen worden door ex-gedetineerden en/ of ex-verslaafden.
Na twee jaar woonbegeleiding zonder overlast en terugval in verslaving en/ of criminaliteit, kan de huurovereenkomst op naam van de deelnemer gezet worden.
Veiligheidshuis Hollands Midden Uit voorafgaande jaren was bekend dat een deel van de detentiemeldingen van personen uit Katwijk, de geboren en getogen Katwijkers, wel werden doorgegeven aan het Veiligheidshuis Hollands Midden, locatie Leiden (verder Veiligheidshuis) en niet altijd aan de gemeente Katwijk. Oorzaak hiervan is dat zij als dakloze in de gemeente Leiden ingeschreven staan of stonden. Het Veiligheidshuis15 is daarom gevraagd de DPAN15
Het Veiligheidshuis is een netwerkorganisatie waarin meerdere partijen uit de straf-, en zorgketen en (andere) gemeentelijke partners samenwerken aan een integrale probleemgeoriënteerde aanpak
Pagina 11
gegevens van Katwijkers zo snel als mogelijk door te geven. In 2014 is het doorgeven van meldingen verbeterd ten opzichte van de voorafgaande jaren16, waardoor het Nazorgteam zo nodig sneller in actie kon komen.
Figuur 3 : Processchema Veiligheidshuis Hollands Midden. Bron: website Veiligheidshuis Hollands Midden.
De nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk heeft enkele malen contact gehad met medewerkers van het Veiligheidshuis om ontwikkelingen te bespreken of de meldingen van gedetineerden uit Katwijk uit te wisselen. In maart 2015 gaf het Veiligheidshuis desgevraagd een overzicht van de meldingen van Katwijkers in 2014. Zie het overzicht van figuur 4. Hieruit bleek dat er in 2014 bij het Veiligheidshuis vier detentiemeldingen binnen kwamen van Katwijkers en 14 aanhoudingen. Eén melding betrof een persoon zonder vaste woon- en verblijfplaats, alle andere personen hadden een woonadres in Katwijk. De vier detentiemeldingen betrof personen die vanuit het Nazorgteam bezocht en besproken zijn.
van criminaliteit, het terugdringen van recidive en het bevorderen van de veiligheid. Eén van de hoofdthema’s is nazorg voor (ex-)gedetineerden.
Het streven is om onder een “eenduidige regie te komen tot een ketenoverstijgende aanpak van complexe problematiek om ernstige overlast, maatschappelijke uitval en criminaliteit te bestrijden”.
Bron: website Veiligheidshuis Hollands Midden. Zie ook de geanimeerde uitleg voor het "Landelijk Congres Veiligheidshuizen" over wat een veiligheidshuis is en hoe het werkt.
16
In de voorgaande jaren was het vooral dankzij de goede contacten met de wijkagenten in Katwijk en
de casemanagers in de PI’en dat het Nazorgteam alsnog op de hoogte was van Katwijkers die in detentie zaten en in Leiden waren aangemeld en niet bij de gemeente Katwijk.
Pagina 12
Unieke personen (incl. 2 minderjarigen)
Aantal geregistreerde meldingen van personen uit Katwijk Besproken tijdens briefing in VH en geen actie nodig Besproken in ‘Focusoverleg’ en/ of Nazorgoverleg in VH Bezocht in PI vanuit Nazorg Katwijk Besproken binnen Nazorg Katwijk
22
15
18
15
0
0
Aanhoudingen
Detentiemeldingen
14
4
0
0
13 13
Figuur 4: Overzicht meldingen bij het VH in 2014 - Bron: Veiligheidshuis Hollands Midden (VH), maart 2015
Contacten, samenwerking en voorlichting in de regio Naast de kerntaken is er in 2014 aandacht geweest voor de kennismaking en het onderhoud van contacten met medewerkers van de lokale en regionale organisaties en een (nadere) kennismaking met de verschillende casemanagers 17 van de PI’en. Met name de contacten en afstemming met de wijkagenten hadden een toegevoegde waarde bij de aanpak van nazorg. De praktijk laat zien dat maatwerk en korte lijnen in de communicatie van belang zijn en bij deze lokale aanpak is dat goed mogelijk. In 2014 vond vijfmaal een uitwisselingsgesprek en/ of werkbezoek plaats, al dan niet gecombineerd met een bezoek aan een ex-gedetineerde. Vanuit Stichting Kocon is, op basis van de ervaringen en resultaten, aanbevolen om deze aanpak onder de aandacht te brengen/ over te dragen aan andere gemeenten in de regio met behulp van voorlichting. In 2014 is van dit aanbod geen gebruik gemaakt, maar hierbij moet opgemerkt worden dat hiervoor vanuit het Nazorgteam geen aparte (wervende) acties zijn uitgevoerd. Belangstelling is getoond vanuit Justitie en de gemeente Lelystad. Met de gemeente Lelystad 18 vond diverse malen een uitwisseling plaats over de werkwijze en opzet van een lokale aanpak. Jeugdige ex-gedetineerden In 2014 zijn vanuit het Nazorgteam geen nadere initiatieven ontplooid voor wat betreft de nazorg voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar 19. Op verzoek van Bureau Jeugdzorg vond in 2014 eenmalig uitwisseling plaats over de mogelijkheden voor huisvesting en dagbesteding van een jongere. De nazorgcoördinator woonde driemaal een videoconference bij voor de bespreking van een jongere uit Katwijk. Het betrof in totaal twee unieke jongeren. Dit vond plaats vanuit het Veiligheidshuis in het kader van het zogeheten Trajectberaad. 17
Met
het verschijnen van het Convenant Re-integratie van (ex-)gedetineerden in december 2014 is
het begrip ‘Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening’ (MMD-er) vervangen met ‘casemanager’. 18
De gemeente Lelystad probeerde de uitvoering van de lokale nazorg aanvankelijk uit te voeren met behulp van vrijwilligers, maar is daar op terug gekomen en ontwikkelt nu een aanpak die vergelijkbaar is met de ‘Katwijkse aanpak’.
19
Bijlage 1 geeft informatie van het initiatief uit 2013 om tot een nadere samenwerking te komen
voor wat betreft de nazorg voor de leeftijdsgroep minderjarigen. Hiervoor was (nog) geen draagvlak
te vinden. Omdat de nazorg voor jeugdige ex-gedetineerden formeel geen gemeentelijke taak is, besloot het Nazorgteam om vooralsnog geen vervolgacties te ondernemen.
Pagina 13
2.
Omvang en kenmerken gedetineerden
Voor het bijhouden van de gegevens van de (ex-)gedetineerden maakt het Nazorgteam gebruik van de Tool ex-gedetineerden; een Excelbestand voor het bijhouden en verwerken van gegevens van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). De input is afkomstig uit de DPAN-formulieren en de verslagen van de gesprekken met de gedetineerden.
Omvang en kenmerken (31 unieke personen) Het aantal nieuwe gedetineerden in 2014 met een juiste DPAN-melding betrof 31 unieke personen; 30 mannen en 1 vrouw 20. Hiernaast heeft de gemeente twee meldingen ontvangen van personen die gerecidiveerd zijn. De gemeente ontving in 2014 totaal 37 meldingen, maar stelde na onderzoek vast dat 5 meldingen onterecht waren. Redenen hiervoor zijn: de gedetineerde waren niet afkomstig uit Katwijk of het betrof een uitlevering. Deze meldingen zijn niet opgenomen in de cijfers. Aantal detenties van januari 2014 t/m december 2014 januari 2014 t/m december 2014
unieke mannen 2014
unieke vrouwen 2014
31
30
1
Aantal personen met recidive
2
2
0
Totaal aantal detenties
33
2
0
Totalen
Figuur 5: Tabel met overzicht detenties in het jaar 2014
Recidive 2014: 6% In 2014 was bij twee personen van het totaal aantal unieke personen (31) sprake van een recidive 21, dat wil zeggen 6%. Aantallen en percentages gedetineerden en recidive 2014 2 (6%) Gedetineerden met recidive: 2 (6%) Gedetineerden zonder recidive: 29 (94%)
29 ( 94%)
Figuur 6: Recidive 2014 van gedetineerden uit Katwijk in getal en percentages 20
Voor de aantallen geldt dat de gedetineerden die voor 1 januari 2014 al in detentie zaten, niet
21
De recidive in dit verslag betreft een herhaalde opsluiting in een penitentiaire inrichting. Het DJI
meegeteld zijn voor het jaar 2014. Het aantal gedetineerden fluctueert door het jaar heen.
noemt dit de detentierecidive. De lichtere recidivedelicten (aanhoudingen) die niet leiden tot een
nieuwe insluiting in een PI zijn niet beschikbaar voor een gemeente. De recidivecijfers op basis van alle gegevens van justitiële documentatie (door DJI algemene recidive genoemd) zijn uiteraard hoger.
Pagina 14
daarom
In de afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden welke gedetineerden geen nazorg willen na hun vrijlating en (nog) niet te motiveren zijn om hun levenswijze aan te passen. Bij de meesten van hen is sprake van verslavingsproblematiek en het ontbreken van huisvesting of verblijf. Aantal detenties onderverdeeld naar leeftijdsgroepen 10 8
7
8
100%
9
80%
6
60%
5
40%
4
0
2
2
2 0% 0
18 en 19 jaar 20 tot 23 jaar
23 tot 28
28 tot 40
40 tot 50
50 tot 60
60 en ouder
20% 0%
Figuur 7: Grafiek met onderverdeling naar leeftijd naar het aantal detenties (33) in 2014
Detentieduur In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe lang de detentie duurde en de aantallen. 2014
2014 percentage
Minder dan 2 weken
6
18 %
2 weken tot 1 maand
15
46 %
1 tot 3 maanden 3 tot 6 maanden 6 maanden tot een jaar Langer dan 1 jaar Totaal
3 2 0 7 33
9% 6% 0% 21 % 100 %
Duur detentie
Figuur 8: Tabel met overzicht detentieduur naar aantal detenties in 2014
De cijfers van de detentieduur in 2014 laten zien dat 64% van de gedetineerden binnen een maand weer uit detentie werden ontslagen. In 2014 waren er meer kortgestraften als gevolg van gijzelingen 22. Voor 21% van de gedetineerden geldt dat zij langer dan een jaar vast zitten. Het grote percentage kortgestraften onderstreept het belang dat de gemeentelijke trajectbegeleiders zo snel als mogelijk (binnen vijf werkdagen) een bezoek brengen zodat zij hulp kunnen bieden en afspraken kunnen maken die een geslaagde terugkeer in de samenleving bevorderen. 22
Gijzelingen zijn korte straffen. De Mulder-gijzelingen, betreffen niet betaalde verkeersboetes gestegen door de ‘vermuldering’ van art. 30-Wamzaken (=onverzekerd rijden). Gijzelingen als
gevolg van niet betaalde OM-strafbeschikkingen; lichtere zaken die het OM nu zelf mag afdoen, in
plaats van de rechter. Ook de zogeheten ‘estafetteacties’ van de politie zorgden in 2014 voor een
stijging van het aantal detenties. Hiervoor maakte het CJIB arrestatiebevelen op vanwege lopende gevangenisstraffen of voor kortere vervangende straffen en gijzelingen.
Pagina 15
Duur detentie 2014
21%
18%
< 2 weken 2 wkn tot 1 maand
6% 1 tot 3 mnd-en 9%
46%
3 tot 6 mnd-en Langer dan 1 jaar
Figuur 9: Detentieduur van gedetineerden uit Katwijk in percentages in 2014
Overzicht spreiding van de plaatsingen in een PI (9 verschillende) De detenties van Katwijkers vond in 2014 plaats in 9 verschillende PI’en in Nederland. De meeste gevangenen werden geplaatst in Alphen (20x) en in Zoetermeer (5x). Overzicht plaatsingen, detentiemeldingen en bezoek in de PI in 2014 PI
Aantal terechte detentie- meldingen in 2014
Onterechte meldingen In 2014 2x
1.
Alphen
20
2.
Amsterdam
2
3.
Krimpen ad IJsel
1
4.
Nieuwersluis
1
5.
Rotterdam
1
6.
Vught
1
7.
Zoetermeer
5
8.
Zwaag
1
9.
Veenhuizen
1
1x
33 (31 personen)
Andere gedetineerden gemeld via DPAN en niet bezocht in de PI
Totalen
Te late meldingen en uitlevering in 2014 3x een te late melding 2x uitlevering naar België
1x een te late melding
Niet bezocht in de PI vanwege te late melding, uitlevering of een detentie van korte duur
Figuur 10: Tabel met overzicht van spreiding en aantal plaatsingen van gedetineerden
Pagina 16
In het Samenwerkingsmodel Nazorg tussen Justitie en gemeente (2009) is vastgelegd om gedetineerden regionaal te plaatsen. Dit bevordert een soepele overdracht naar gemeenten en bevordert het bezoek door partners en familieleden. Het beperkt ook de reistijden en -kosten. In 2014 was dit beleid goed merkbaar in de praktijk; in plaats van 17 verschillende PI’en in 2011/2012 en 12 in 2013, werden in 2014 de gedetineerden uit Katwijk verspreid over 9 verschillende PI’en waarvan de meerderheid in Detentiecentrum Alphen.
Instapwoning In juni 2014 is vanuit de gemeente Katwijk in samenwerking met Stichting Kocon gestart met een woonvoorziening voor daklozen onder de naam ‘Instapwoning’. De Instapwoning heeft onder meer als doel het terugdringen van zwervende daklozen en het bevorderen van een veilige samenleving. De voorziening biedt tijdelijk opvang in Katwijk voor de periode waarin gezocht wordt naar een permanente woning/oplossing, zoals particuliere huisvesting, een Doorstroomwoning of het Woonhuis van De Brug of een Koconwoning. Gebruik maken van tijdelijk onderdak in de Instapwoning is gebonden aan strikte regels; gebruik van drugs is niet toegestaan en woonbegeleiding is verplicht. In 2014 hebben twee ex-gedetineerden gebruik gemaakt van deze voorziening. 23 Het Nazorgteam hecht grote waarde aan deze voorziening en het was voor 2014 een grote verbetering in de mogelijkheden voor nazorg. Conclusie 2014 Voor 2014 kan opnieuw de conclusie getrokken worden dat de lokale aanpak van nazorg effect heeft. Het jaarlijkse aantal recidivisten is sinds de start in 2011 niet toegenomen, terwijl vanuit onderzoek en prognoses bekend is dat recidivecijfers over een langere termijn minder gunstig zijn en toenemen. Dit geldt vooralsnog niet voor de gemeente Katwijk; de recidive gemeten sinds de start van de lokale aanpak in 2011 is positief: bij een totaal van 145 unieke personen was bij 12 personen sprake van recidive in detentie; 8,3 % De geboden nazorg voorziet in een behoefte van mensen en de waardering die gedetineerde Katwijkers, hun partners/ kinderen en ouders hebben voor de aanpak van de gemeente Katwijk is groot. Voor een goed inzicht en beoordeling van de recidivecijfers is afgesproken om een nadere analyse uit te voeren over een periode van vijf jaar. Het voornemen is om dit in 2015 nader uit te werken en op te nemen in het Jaarverslag. Hierbij zal een nader onderscheid gemaakt worden naar bijvoorbeeld leeftijd en de duur van de detentie. Vertrekpunt is ook dat de lokale meting zo veel als mogelijk aansluit mij de meetmethode van de landelijke monitor van het WODC 24. 23
In het Jaarverslag 2014 van het Project Reïntegratie is meer informatie te vinden over het onderdeel
24
Bij de recidivecijfers van de gemeente Katwijk wordt ook de preventieve hechtenis in de cijfers mee
wonen en huisvesting. Zie www.kocon.nl onder downloads.
genomen; het is niet duidelijk of dit ook voor de landelijke cijfers geldt. De cijfers van de landelijke monitor (2014) gaat uit van de
gedetineerden die in 2010 uitgestroomd zijn. Hoe en of dit
vertaald kan worden, zodat een goed vergelijk mogelijk is, zal eerst nader onderzocht worden.
Pagina 17
3.
Gegevens vijf basisvoorwaarden
Dit hoofdstuk informeert over de vijf basisvoorwaarden voor nazorg die met behulp van de Tool van het WODC zijn bijgehouden. Deze vijf voorwaarden zijn noodzakelijk voor een succesvolle terugkeer na detentie en kunnen de effectiviteit van de nazorg bevorderen. Naast de begeleiding die wordt geboden, spelen ook de beschikbaarheid van huisvesting en banen op de arbeidsmarkt een belangrijke rol. De gegevens zijn bijgehouden vlak voor detentie, direct na vrijlating en een half jaar na vrijlating. Voor tien personen ontbraken hiervoor de gegevens omdat de gedetineerden vanwege een te late melding, een korte detentie of uitlevering niet bezocht konden worden in de PI. De informatie was daarna ook niet meer te achterhalen omdat contactgegevens ontbraken. Van de nieuwe meldingen in 2014 zijn 4 personen nog in detentie en 2 personen gaven te kennen dat contact na vrijlating niet nodig was. De vijf basisvoorwaarden voor een goede nazorg en maatschappelijk herstel zijn: 1. Een geldig identiteitsbewijs. 2. Inkomen uit werk of (tijdelijk) een uitkering om direct na ontslag uit detentie in het eerste levensonderhoud te kunnen voorzien en indien arbeid niet haalbaar is een vorm van dagbesteding. 3. Huisvesting/ onderdak direct na ontslag uit detentie. 4. Inzicht in schulden en (indien mogelijk) een plan voor schuldhulpverlening. 5. Het vaststellen van zorgbehoeften en (indien van toepassing) het zorgen voor een passende indicatie en het realiseren van (continuïteit van) zorg.
Identiteitsbewijs (ID) Een ID is noodzakelijk voor toegang tot de zorg, inkomen/ uitkering en verblijf/onderdak. Bij het ontbreken van een ID schakelen de trajectbegeleiders de hulp in van de nazorgcoördinator van de gemeente. De nazorgcoördinator vraagt vervolgens gegevens op (BRP) en regelt intern een afspraak met een medewerker van Publiekszaken en de gedetineerde tijdens een verlofdag of na de vrijlating. In 2014 waren er geen knelpunten bij het regelen van een ID en vanuit de PI’en wordt steeds meer gelet op een geldig ID en zo nodig actie ondernomen.
ID bewijs 2014 vlak voor detentie Ja Nee Te late meldingen, korte detentie en uitlevering
vlak na detentie
22
17
1
-
10
10
Nog in detentie
4
Geen vervolgcontact na vrijlating
2
Totaal aantal detenties 2014
33
33
Figuur 11: Overzicht gedetineerden (waarvan 2 recidivisten) met en zonder geldig ID voor en na detentie
Pagina 18
Inkomen en werk Een detentie kan een negatief effect hebben op de toekomstige inkomsten. Bijvoorbeeld door de stigmatisering die mensen ervaren als ze in contact zijn geweest met justitie. Ook is het mogelijk dat de inkomsten al een afname lieten zien vóór de arrestatie en dat het juist die teruggang in inkomsten is die ertoe leidt dat een persoon overgaat tot crimineel gedrag 25. Een afname van inkomsten kan weer tot gevolg hebben dat mensen kiezen voor (het voortzetten van) een criminele carrière, waarmee een vicieuze cirkel ontstaat. Sinds 2012 worden alle intakes voor een bijstandsuitkering door Team Werk en Inkomen gedaan. Voor jongeren tot 28 jaar gelden andere wettelijke bepalingen 26. De afspraak voor een intake kan telefonisch vanuit detentie worden gemaakt. Het aanvraagformulier kan op verzoek digitaal naar de MMD-er van de betreffende PI verzonden worden. Inschrijven bij het UWV als werkzoekende is verplicht en kan digitaal plaatsvinden. De uitkeringsintake vindt bij voorkeur plaats op de dag van vrijlating; de trajectbegeleiders hebben hierin een bemiddelende rol. Voor de aanvraag zelf moet de betrokkene in ieder geval beschikken over een geldig ID bewijs, een recent bankafschrift en een bewijs van verlaten detentie.
Inkomen en werk vlak voor detentie
vlak na detentie
Andere uitkering
7
4
WWB in Katwijk
3
4
Geen inkomen
10
7
Inkomen uit arbeid
3
2
Te late meldingen, korte detentie en uitlevering
10
10
Nog in detentie
4
Geen vervolgcontact na vrijlating
2 Totaal
33
33
Figuur 12: Overzicht gedetineerden (waarvan 2 recidivisten) met en zonder inkomen/ werk voor en na detentie
25
Onderzoek naar de ontwikkelingen van inkomsten van individuen tussen 2005 en 2010 laten zien
dat er voorafgaand aan de arrestatie vaker en duidelijk sprake was van een negatieve inkomensontwikkeling dan na de arrestatie. “Wat in deze analyses echter niet wordt meegenomen
zijn inkomsten uit illegale activiteiten. Het is mogelijk dat de terugval in inkomenspositie gecompenseerd wordt door een toename van inkomsten uit criminele activiteit; mensen hebben
dusdanig omvangrijke inkomsten uit hun illegale activiteiten dat ze steeds minder hoeven te gaan
werken. Doordat er geen gegevens beschikbaar zijn over de inkomsten die mensen verkrijgen uit
illegale activiteiten is niet te toetsen of dit inderdaad het geval is.” Bron citaat: Centraal Bureau voor de Statistiek, Sociaal economische trends 2014, Inkomsten en criminaliteit: de wisselwerking tussen veranderende inkomsten en arrestaties, Olivier Marie en Tanja Traag, Oktober 2014. 26
18 tot 28-jarigen ontvangen de eerste 28 dagen geen bijstandsuitkering; zij moeten eerst actief op
zoek naar werk of een opleiding. Het tonen van sollicitatiebrieven of inschrijvingen bij uitzendbureaus zijn vervolgens mede bepalend voor het recht op een uitkering.
Pagina 19
Het toekennen van een voorschot vindt zo nodig plaats binnen twee werkdagen. In de verslagperiode waren er geen grote knelpunten op dit gebied. Het blijft lastig en een moeizaam traject voor ex-gedetineerden om een reguliere baan te vinden. Wanneer een ex-gedetineerde een bijstandsuitkering (WWB) ontvangt dan verloopt het re-integratie traject richting werk via de consulent van het Team Werk en Inkomen. Gegevens hiervan zijn bekend bij de gemeente Katwijk. Broodnood Wanneer een ex-gedetineerde tijdens het intakegesprek met de consulent van Team Werk en Inkomen aangeeft dat er - direct na vrijlating- noodzaak bestaat om over geld te beschikken, dan kan Team Werk en Inkomen hiervoor een procedure starten: de broodnoodprocedure. Er wordt dan maximaal € 100,- overgemaakt wanneer daadwerkelijk sprake is van broodnood. Voorwaarde is dat cliënt zelfstandig wonend moet zijn en geen geld op zijn bankrekening heeft staan. Wanneer hij of zij inwonend is, wordt er vanuit gegaan dat cliënt kan mee-eten. Voor noodsituaties kunnen de trajectbegeleiders een beroep doen op het budget van de nazorg van waaruit leefgeld verstrekt kan worden. Dit is in 2014 eenmaal voorgekomen.
Illustratie uit de animatie op YouTube met uitleg hoe de Dienst Justitiële Inrichtingen en gemeenten richting geven aan de re-integratie van (ex-)gedetineerden.
Pagina 20
Huisvesting / onderdak Naar aanleiding van de pilot voor lokale nazorg is afgesproken dat maatwerkoplossingen gezocht worden. Hierdoor was het bijvoorbeeld mogelijk om gedurende de afgelopen vier jaar negen dakloze ex-gedetineerden (tijdelijk) onderdak te bieden. Deze aanpak draagt bij aan het voorkomen van recidive, omdat dakloosheid een belangrijke criminogene factor is. Dit vindt plaats met hulp van particuliere huisvesting, de Instapwoning, de Doorstroomwoning en het Woonhuis van De Brug en de Koconwoningen. Het gebruik van een opvangvoorziening vindt plaats in combinatie met verplichte (woon)begeleiding vanuit De Brug, de Binnenvest en/of Palier. Over de voortgang vindt op reguliere basis terugkoppeling en afstemming plaats met het Nazorgteam. Ook mensen die voor hun detentie nog huisvesting hadden raken die soms kwijt omdat er tijdens detentie geen inkomen is. In 2014 waren er 4 personen voor detentie dakloos en 3 na detentie. Dit betrof niet dezelfde personen.
Huisvesting/ onderdak 2014 vlak voor detentie 4
vlak na detentie 3
Eigen woning
2
1
Huurwoning
7
4
Woont bij familie
5
3
Woont bij vrienden, kennissen
4
1
Dakloos
Kamerhuur
1
Kraakpand
1
Instapwoning
1 3
Te late meldingen, korte detentie en uitlevering
10
10
Nog in detentie
4
Geen vervolgcontact na vrijlating
2 Totaal
33
33
Figuur 13: Overzicht aantal gedetineerden (waarvan 2 recidivisten) met en zonder huisvesting
De behoefte aan onderdak voor ex-gedetineerden blijft; het komt regelmatig voor dat verdachten na rechtspraak plotseling vrij komen zonder dat er tijd was om onderdak te regelen. Het ontbreken van huisvesting/ onderdak geeft extra risico’s voor herhaling in criminaliteit en toename van overlast. Er is vooral behoefte aan tijdelijk onderdak in afwachting van een plek in een Koconwoning, zorginstelling, beschermd of begeleid wonen. De oplossing hiervan is gevonden in de Instapwoning. Verslaafden kunnen hier geen gebruik van maken; zij worden doorverwezen naar het Slaaphuis van De Binnenvest. In 2013 betrof de behoefte aan onderdak vooral de groep 18 tot 23 jarigen, in 2014 vond hierin een verschuiving plaats naar de leeftijdsgroep 28 tot 50-jarigen.
Pagina 21
Schulden In 2014 is een verdere verbetering te zien van de informatie in het DPAN-formulier aangeleverd vanuit de PI-‘en. Taken van de casemanager om gedetineerde te wijzen op te ondernemen acties zoals het stop zetten van de zorgverzekering (van belang om schulden te voorkomen) krijgen meer aandacht.
Schulden vlak voor detentie
vlak na detentie
15
12
8
5
10
10
Ja Nee Te late meldingen, korte detentie en uitlevering Nog in detentie
4
Geen vervolgcontact na vrijlating
2 Totaal
33
33
Figuur 14: Overzicht aantal gedetineerden (waarvan 2 recidivisten) met en zonder schulden
Schuldenregeling vlak voor detentie
vlak na detentie
3
3
Nee
20
14
Te late meldingen, korte detentie en uitlevering
10
10
Ja
Nog in detentie
4
Geen vervolgcontact na vrijlating
2 Totaal
33
33
Figuur 15: Overzicht aantal gedetineerden (waarvan 2 recidivisten) met een regeling voor de schulden
Tijdens detentie lopen de schulden vaak op. Niet alleen kan sprake zijn van een geldboete naar aanleiding van het gepleegde delict, maar ook rekeningen voor vaste lasten en al bestaande schulden kunnen niet betaald worden en stapelen zich op. Schuldenregelingen worden afgebroken door het ontbreken van inkomsten; zonder inkomen kunnen de schulden immers niet afbetaald worden. Tijdens de detentie kan gebruik gemaakt worden van de formulieren van de gemeentelijke schuldhulpverlening, via het Budget Informatiepunt (het BIP). Hiermee kan een gedetineerde alvast een inventarisatie van schulden en schuldeisers maken, andere afspraken voor schuldhulpverlening aan ex-gedetineerden zijn tijdens detentie niet mogelijk. Bij doorverwijzing naar zorg, bijvoorbeeld door deelname aan het Project Reïntegratie, is de aanpak van schulden veelal een belangrijk onderdeel waarvoor aandacht nodig is.
Zorg Het onderdeel begeleiding en zorg van de ex-gedetineerden ligt in handen van de casemanager van het Project Reïntegratie. Vanwege de ruime ervaring (het project is in 2002
Pagina 22
gestart) is er veel kennis en ervaring binnen dit project. De lijnen met andere zorginstellingen zijn kort en de samenwerking verloopt erg positief. In 2014 zijn 12 ex-gedetineerden door de trajectbegeleiders overgedragen aan de casemanager van het Project Reïntegratie. Hiervan heeft een aantal ook de bestaande zorg behouden. De casemanager van het Project Reïntegratie heeft vervolgens gezorgd voor een toeleiding/ bemiddeling naar andere zorginstellingen, al dan niet als voortraject voor deelname aan het project zelf. Het Project Reïntegratie vervult een onmisbare rol voor de begeleiding naar zorg en maatschappelijk herstel. In het Jaarverslag 2014 van het Project Reïntegratie 27 is meer informatie te vinden over het verloop en de 8 leefgebieden (waaronder ook de vijf basisvoorzieningen van nazorg vallen) die hierbij aan de orde komen.
Zorg vlak voor detentie
vlak na detentie
12
2
Psychiatrische zorg/ GGZ
9
4
Reclassering (justitiële titel)
1
2
Project Reïntegratie
-
12
Verslavingszorg
1
-
10
10
Geen hulp nodig
Te late meldingen, korte detentie en uitlevering Nog in detentie
4
Geen vervolgcontact na vrijlating
2 Totaal
33
36
Figuur 16: Overzicht aantal gedetineerden (waarvan 2 recidivisten) met en zonder zorg voor en na detentie. Drie personen hebben meerdere vormen van zorg.
27 Jaarverslagen zijn te vinden op de website www.kocon.nl onder de kop downloads.
Pagina 23
4.
Conclusie en aanbevelingen
De belangrijkste conclusie van het verslagjaar is dat de inspanningen aantoonbare resultaten opleverde: de recidive is gestabiliseerd en in aantal niet toegenomen. Evenals in 2013 geldt dat in 2014 twee personen zijn teruggevallen in criminaliteit nadat zij in vrijheid gesteld waren. Hoewel met steeds meer zekerheid gesteld kan worden dat deze trend zich doorzet, geeft dit nog geen garantie dat de betrokken (ex-)gedetineerden voor een langere periode delictvrij blijven. In de komende periode kan dit met meer zekerheid gesteld worden; onderzocht zal worden hoe de meting hiervan het beste kan plaats vinden. Voor het uitvoeren van de nazorg zijn de volgende doelen geformuleerd: 1. Er is contact met minimaal 80% van het aantal gedetineerden afkomstig uit Katwijk. 2. Het percentage recidive (gemeten over 2 jaar) onder ex-gedetineerden afkomstig uit Katwijk is afgenomen. 3. Er zijn concrete werkafspraken gemaakt met instanties die een belangrijke rol spelen bij de nazorg. 28 Deze afspraken worden voorbereid, teruggekoppeld en/ of uitgevoerd in nauwe samenwerking met de gemeentelijke coördinator nazorg. 29 Ad 1.
Minimaal 80% van de gedetineerden uit Katwijk is bezocht
Het doel (80%) is niet bereikt. In totaal waren er 33 detenties van 31 unieke personen. Hiervan zijn 8 gedetineerden niet bezocht (door te late meldingen en uitlevering) binnen de afgesproken vijf werkdagen. Van de gedetineerden die wel tijdig gemeld zijn, werden er 24 (waarvan één persoon tweemaal vanwege een recidive) binnen vijf werkdagen bezocht. Ad 2
Afname recidive
Op basis van het geformuleerde meetpunt zou de nazorg voldoende effectief zijn als 43% uit de voorliggende periode niet recidiveert. Voor het jaar 2014 is sprake van 6% recidive. Het doel is zondermeer behaald. Ad 3
Werkafspraken met ketenpartners
Voor elke gedetineerde die aangemeld wordt via het DPAN volgt desgewenst een persoonlijk traject met maatwerk. Hierin worden ketenpartners betrokken, waarmee in 2014 nadere werkafspraken zijn gemaakt. Door de uitvoering van de nazorgtrajecten is de samenwerking in 2014 geïntensiveerd en is duidelijk welke inzet verwacht wordt en van wie.
28
Zoals gevangenissen, politie, de advocatuur, de gemeentelijke nazorgcoördinator en gemeentelijke afdelingen, het Project Reïntegratie, zorginstellingen, Algemeen Maatschappelijk Werk (Kwadraad) en het BIP (schuldhulpverlening gemeente Katwijk).
29
Bron: Pilot Nazorg ex-gedetineerden Katwijk, Voorstel Stichting Kocon voor een pilot van twee jaar
voor de nazorg aan ex-gedetineerden uit de gemeente Katwijk. Stichting Kocon, december 2010.
Pagina 24
Daarnaast gaf de lokale nazorg voor ex-gedetineerden de volgende positieve resultaten: De waardering voor de aanpak van nazorg van de gemeente Katwijk door de gedetineerden zelf én het thuisfront is/ blijft positief. Het bezoek in de PI en de persoonlijke benadering en aanpak motiveert gedetineerden en relaties om actie te ondernemen. Doordat de gedetineerden persoonlijk worden opgezocht in de PI en/of een uitnodiging krijgen voor een gesprek direct na vrijlating, is een beter beeld ontstaan van de exgedetineerden en de problemen die zij ervaren bij een zo goed mogelijke terugkeer en maatschappelijke re-integratie. Dit biedt nadere mogelijkheden voor oplossingen. De medewerking vanuit de PI’en is erg positief, zij onderkennen dat samenwerking meer kansen geeft op een tijdige aanpak om recidive te voorkomen. De informatie-uitwisseling met het Veiligheidshuis is verbeterd. Medewerkers in de gemeente Katwijk zijn beter op de hoogte, waardoor interventies en maatwerk waarvoor de medewerking van de gemeente nodig is sneller en beter verlopen; Door de regelmatige terugkoppeling van het verloop en het volgen van de exgedetineerden (monitoring) kan eerder gehandeld worden om terugval te voorkomen. Afstemming en een gezamenlijke uitvoering door de betrokken partijen leidt tot meer/ betere kansen op een succesvolle terugkeer. De verwachting is dat de gezamenlijke inzet positieve effecten gaat opleveren: meer welzijn en gezondheid voor gedetineerden en een lokale samenleving die veiliger is.
Aanbevelingen Op basis van de uitkomsten is de conclusie dat het ontwikkelen en uitvoeren van de nazorgactiviteiten succesvol verlopen is. De belangrijkste aanbeveling die hieruit voortvloeit, is het voortzetten van de nazorgactiviteiten door de gemeente Katwijk. Naast alle positieve uitkomsten zijn er in 2014 , en de voorafgaande jaren, ook knelpunten naar voren gekomen. De belangrijkste daarvan vatten we samen in de verschillende aanbevelingen. Aanbevelingen met betrekking tot de lokale aanpak voor nazorg Onderdelen van de nazorg die een verbetering, uitwerking of besluit vragen: (meer) aandacht voor het oplossen van de knelpunten van jongeren van 18 tot 23 jaar. Aanbevelingen met betrekking tot de PI’en: Meldingen in het DPAN tijdig doorgeven, ook van kortgestraften en bij overplaatsingen en vrijlatingen. Voorstel voor opvang van dakloze jongeren Huisvesting vinden voor dakloze jongeren tot 23 jaar is erg moeilijk. In samenwerking met de Binnenvest is een plan ontwikkeld voor tijdelijke opvang met behulp van inwoners. Stichting Kocon heeft hiervoor bij het Skanfonds een voorstel ingediend en om financiële middelen verzocht. De aanvraag is afgewezen.
Pagina 25
Bijlagen
Pagina 26
Bijlage 1
Voorgeschiedenis Nazorg ex-gedetineerden Katwijk
In juli 2009 ondertekenden het Ministerie van Justitie en de gemeenten het ‘Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-)gedetineerde burgers’. Dit samenwerkingsmodel omschreef de wederzijdse taken op het gebied van nazorg aan (ex-) gedetineerden. Kortweg komt het erop neer dat sinds 2009 Justitie verantwoordelijk is voor de nazorg binnen de gevangenis en de gemeente daarbuiten. De acties die hiervoor worden uitgezet, dienen op elkaar aan te sluiten en worden bij voorkeur tijdens de detentieperiode opgestart. Binnen alle Penitentiaire Inrichtingen (PI) zijn casemanagers aangesteld die de gedetineerden na binnenkomst screenen op basis van vijf basisvoorwaarden en de hulpvragen in kaart brengen. Deze informatie koppelen zij terug naar de gemeenten via het Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN) met de bedoeling dat de gemeenten hier, zo nodig en mogelijk, actie op ondernemen. Uit landelijke voorbeelden en onderzoek kwam naar voren dat ex-gedetineerden gebaat zijn bij persoonlijke begeleiding in hun nazorgtraject. Wanneer zij hulp krijgen bij het regelen van zaken en hulp bij het aanpakken van problemen, zoals verslaving, vermindert de kans dat een ex-gedetineerde terugvalt in zijn of haar oude (criminele) gedrag. De ambitie van het Rijk is om met behulp van nazorg de recidive met 10 procentpunt te verlagen. september 2009 werd bekend dat de centrumgemeenten in 2010 en 2011 tijdelijk extra middelen van het Rijk zouden krijgen voor de vormgeving van de nazorgcoördinatie. De gemeente Katwijk sprak diverse malen met centrumgemeente Leiden over de inzet van deze Rijksmiddelen voor de regio Zuid-Holland Noord, waartoe Katwijk behoort. Een concrete uitwerking van een regionale coördinatie van de nazorg (via het Veiligheidshuis Leiden) liet echter op zich wachten. De gemeente Katwijk besloot niet langer te wachten en zette in op lokale coördinatie en aanpak van de nazorg.
In
In juni 2010 gaf de gemeente Katwijk met de notitie ‘Sluitende aanpak nazorg (ex-)gedetineerden gemeente Katwijk’ een aanzet voor de lokale aanpak van de nazorg. Naar aanleiding van deze notitie en de ervaringen vanuit het Project Reïntegratie bood Stichting Kocon in december 2010 aan om de nazorg lokaal in te vullen in plaats van diensten bij de Reclassering in te kopen, zoals aanvankelijk werd voorgesteld. De beoogde aanpak beschreef Stichting Kocon in de notitie ‘Pilot nazorg ex-gedetineerden Katwijk’. Het aangepaste voorstel van de gemeente met als onderdeel de uitvoering van een tweejarige pilot zoals voorgesteld door Kocon werd op 3 maart 2011 door de gemeenteraad goedgekeurd. De gemeente Katwijk en Kocon spraken af om samen op te trekken in de verdere uitwerking van de nazorg aan (ex-)gedetineerden. Uitgangspunt hierbij was om (ex-)gedetineerden individuele ondersteuning te bieden bij praktische regelzaken en hulp op het gebied van huisvesting, ID, inkomen/ schulden, ID, zorg en werk. In maart 2011 startte de pilot en na een succesvol verloop werd besloten om de werkwijze structureel voort te zetten. Pagina 27
Jeugdige ex-gedetineerden In de brief aan het gemeentebestuur in december 2012 30 gaf Kocon aan een meerwaarde te zien in het bezoeken van jeugdige gedetineerden (12 tot 18 jaar) in de jeugdgevangenis en in samenwerking van de betrokken ketenpartners nadere invulling te geven aan de nazorg van jongeren. De wens hierbij was ook om de niet-veroordeelde jongeren in een gezamenlijke aanpak te betrekken omdat deze eveneens vatbaar zijn voor recidiverend gedrag. Begin 2013 vonden verkennende gesprekken plaats met medewerkers van de Jeugdreclassering (onderdeel van Bureau Jeugdzorg), de Raad voor de Kinderbescherming en de PI Teylingereind. Vooral PI Teylingereind was enthousiast voor het initiatief. Op 2 mei 2013 vond een netwerkbijeenkomst plaats met alle betrokken partijen. Gedurende deze dag werd de keten van nazorg besproken en de mogelijkheden voor samenwerking. De uitkomst hiervan was dat het initiatief vanuit Kocon en de gemeente Katwijk om meer gezamenlijk op te trekken niet werd ondersteund. Reden hiervoor was dat de huidige werkwijze goed werkt; het is gestandaardiseerd vanuit een wettelijk kader en hiermee is voor iedereen duidelijk waar taken en verantwoordelijkheden liggen. Een andere aanpak met een uitbreiding van samenwerkingspartners zou nadelig kunnen zijn voor de nazorg. Een meerwaarde werd wel gezien in het uitbreiden van de contacten naar het Nazorgteam in Katwijk en de afspraak was dat hier waar nodig ook een beroep op gedaan zou worden. In één situatie is samenwerking en overleg ook daadwerkelijk tot stand gekomen omdat er problemen waren op het gebied van inkomen en huisvesting. Omdat de nazorg voor jeugdige ex-gedetineerden formeel geen gemeentelijke taak is, is besloten om vanuit het Nazorgteam vooralsnog geen vervolgacties te ondernemen om meer samenwerking tot stand te brengen. De ontwikkelingen die mogelijkheden bieden voor het leveren van nazorg aan jeugdige ex-gedetineerden blijft het Nazorgteam volgen. Trajectberaad 12 tot 18 jarigen De aanbeveling van Kocon om (meer) aandacht te geven aan de nazorg voor jeugdige gedetineerden van 12 tot 18 jaar die kortstondig in jeugddetentie verblijven 31 kreeg minder aandacht dan vooraf werd verondersteld. Enerzijds vanwege het geringe aantal jongeren uit Katwijk dat in detentie komt ( 3 in 2013 en 2 in 2014) en anderzijds vanwege de gesloten keten/ setting waarin dit gebeurd. Samenwerken met ketenpartners als de Raad voor de 30
Citaat uit de brief van 6 december 2012: “Kocon is verder van mening dat de justitieel jeugdigen, of
first offenders in het volwassen strafrecht een hoge prioriteit moeten hebben. Zij zijn immers maar al te vaak de toekomstige criminelen binnen het volwassen strafrecht. Een nader te ontwikkelen
visie en een daartoe afgestemd beleid zou daarop van grote preventieve waarde kunnen zijn voor de veiligheid in de samenleving. De medewerkers aan de nazorgactiviteiten zien hierin een
uitdaging voor de komende periode en willen daaraan een verdere invulling geven. Onderdeel hiervan is dat de trajectbegeleiders jeugdige gedetineerden bezoeken in detentie.” 31
70% van de jeugdigen wordt vanwege het opheffen of schorsen van de preventieve hechtenis min of
meer zonder nazorg op straat gezet. De algemene recidive onder ex-JJI pupillen uitgestroomd in 2010 was na 3 jaar 65,4%. De prevalentie van algemene recidive onder jeugdige daders met een strafzaak (totaal 18.377) afgedaan in 2010 is na 3 jaar 42,9%. Bron: Repris van het WODC.
Pagina 28
Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg die werkzaam zijn met jeugdige gedetineerden bleek achteraf niet zo vanzelfsprekend. Bereikt is wel dat de nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk sinds mei 2013 een uitnodiging ontvangt voor het Trajectberaad als hierin jongeren uit Katwijk besproken worden. Aanvankelijk waren de verwachtingen over de deelname van de gemeente Katwijk aan het Trajectberaad hoog. Dit is immers het formele overleg waarbinnen de aandacht voor nazorg een belangrijke plek zou hebben. In de praktijk viel de uitkomst van deelname tegen; het aantal jongeren (uit de gehele regio Leiden) dat besproken wordt binnen dit overleg is zo groot dat er nauwelijks tijd is om de situatie van een jongere door te spreken. De uitwisseling en afstemming zijn hierdoor in tijd beperkt (3 tot 5 minuten per jongere) en blijft veelal steken bij het rapporteren van gerechtelijke uitspraken, beslissingen en procedures. De verwachting was dat meer aandacht zou worden besteed aan afspraken over de aanpak van de nazorg. Gelet op de enorme tijdsbesteding die het bijwonen van een Trajectberaad (1x per 2 weken) in Leiden met zich meebrengt, is afgesproken dat de nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk deelneemt met behulp van videoconference.
Pagina 29
Bijlage 2
Organisatie en werkwijze
Het onderstaande schema geeft weer hoe de verantwoordelijkheden liggen voor wat betreft de inzet vanuit Kocon in nauwe samenwerking met de gemeente Katwijk. De eindverantwoordelijkheid ligt in handen van het bestuur van Stichting Kocon. Stichting Kocon heeft zelf geen personeel in dienst, maar brengt deze onder bij samenwerkingspartners. De twee trajectbegeleiders nazorg (ieder 14 uur per week) zijn bij Welzijnskwartier ondergebracht. Zij hebben ruime ervaring op het gebied van het gevangeniswezen. De casemanager van het Project Reïntegratie (24 uur per week) is aangehaakt bij de GGZ-instelling De Brug Midden Nederland.
Ketenpartners: Penitentiaire Inrichtingen (PI’en) Politie Hollands Midden Reclassering en Palier Veiligheidshuis Leiden De Brug Midden Nederland, Brijder, GGZ en Binnenvest Gemeente Katwijk; coördinator nazorg - Afdelingen Samenleving, Formulierenbrigade en BIP Woningcorporatie Dunavie
Overige organisaties o.a.: Welzijnskwartier Kwadraad: AMW en Broodnodig UWV Werkbedrijf Kringloop Katwijk en VisieR Kerken (Stichting Grip op de Knip) Ver. Relaties (Ex) Gedetineerden Holland Rijnland/ VWHR Ministerie van Justitie
Nazorgteam Uitwisselen en afstemmen van de aanpak op klantniveau is het belangrijkste doel van het voor zogeheten ‘Nazorgoverleg’ dat tweewekelijks plaats vindt. Daarnaast vindt extra overleg plaats voor het bespreken van het werkdocument of andere zaken die de aandacht vragen. De afspraken worden bijgehouden in een actielijst en in een klantoverzicht.
Pagina 30
Waar nodig vindt terugkoppeling plaats over de voortgang. Ook het overzicht met meldingen in het DPAN is een vast agendapunt. Het Nazorgteam bestaat uit: de portefeuillehouder ex-gedetineerden van Stichting Kocon (voorzitter van het overleg); de twee trajectbegeleiders; de casemanager van het Project Reïntegratie; de coördinator nazorg ex-gedetineerden van de gemeente Katwijk; de secretaris van Kocon (verslaglegging). Werkdocument Het Werkdocument is een dynamisch document, onder andere als gevolg van de voortdurend wijzigende wet- en regelgeving, en wordt telkens bijgesteld. De nazorgcoördinator houdt hierin de wijzigingen bij en ziet erop toe dat het document bij wijzigingen in het nazorgoverleg wordt besproken. Deze manier van werken heeft als bijkomend voordeel dat de aanpak en afspraken overdraagbaar zijn. Coördinator nazorg gemeente Katwijk De coördinator nazorg van de gemeente houdt de DPAN-meldingen bij, verifieert de gegevens en vult ze aan. Daarna zorgt de coördinator ervoor dat de trajectbegeleiders de nieuwe en gewijzigde meldingen ontvangen, zodat zij hierop actie kunnen ondernemen. De coördinator heeft daarnaast kennis van sociale verzekeringswetten, gemeentelijke diensten en voorzieningen en initieert de contacten met medewerkers van de gemeente. Hierdoor zijn gemeentelijke afspraken en informatie snel beschikbaar. Trajectbegeleiders De belangrijkste taken voor de trajectbegeleiders (ieder 14 uur per week) die de gedetineerden namens de gemeente Katwijk een bezoek brengen in de gevangenis, liggen op het gebied van de inventarisatie (de vijf basisvoorwaarden), het bieden van praktische ondersteuning, contacten met het thuisfront en hulp/ bemiddeling naar verschillende instanties en de gemeente. Bijvoorbeeld het (mee)regelen van afspraken voor de aanvraag van een ID tijdens een verlof, een aanvraag voor een DigiD, de (digitale) inschrijving bij het Werkbedrijf (UWV), een afspraak met een klantmanager van het Team Werk en Inkomen van de gemeente Katwijk en/ of de koppeling met de casemanager van het Project Reïntegratie. Casemanager Project Reïntegratie De casemanager van het Project Reïntegratie (24 uur per week) richt zich op de zorginhoudelijke taken en adviezen. Daar waar het duidelijk is dat een zorgtraject nodig is na vrijlating, verwijzen de trajectbegeleiders een ex-gedetineerde door naar de casemanager. De casemanager gaat vervolgens aan de slag met het vervolg en voert het voorbereidende werk hiervoor uit. Zoals het afnemen van een intake voor zorg, contacten met zorginstellingen voor opvang, een interne opname of bemiddeling naar ambulante behandeling.
Pagina 31
Werkwijze De werkwijze is in de praktijk nader ontwikkeld. De huidige werkwijze is hieronder in schema weergegeven. Werkwijze nazorg ex-gedetineerden i.s.m. Project Reïntegratie en gemeente
Aanmelding/ start Via het digitale systeem (DPAN) ontvangt de coördinator nazorg van de gemeente informatie van iedere Katwijker die aangemeld is voor detentie of preventieve hechtenis. Daarnaast zijn er aanmeldingen via het Veiligheidshuis (Katwijkers die als dakloze ingeschreven staan in Leiden) of (ex)gedetineerden melden zichzelf. De nazorgcoördinator geeft de melding binnen twee werkdagen door aan de trajectbegeleiders aangevuld met actuele informatie (bv. uit de gemeentelijke basisadministratie). De trajectbegeleider neemt contact op met de casemanager van het Project Reïntegratie om te checken of de persoon hier mogelijk al bekend is. Hierna volgt contact met de medewerker in de PI en volgt (desgewenst) een afspraak met verdachte/ gedetineerde zelf. Bij een kort verblijf of een te late melding volgt een afspraak met de ex-gedetineerde in de kantoorruimte van Kocon in Katwijk.
Bezoek/ Inventarisatie Binnen 5 werkdagen na de melding door de nazorgcoordinator vindt een eerste gesprek plaats in de PI met de gedetineerde. Inventarisatie situatie : huisvesting, werk, inkomen, schulden, zorgbehoefte en de plannen na detentie. Daarnaast ook inventarisatie en adviezen m.b.t. praktische zaken zoals regelen van een ID en het stopzetten van zorg-en huurtoeslag en ziektekostenverzekering. Indien de gedetineerde verdere ondersteuning wenst, behandeling voor verslaving wil of deelname aan het Project Reintegratie dan worden direct de vervolgafpraken gemaakt. Dit kan de gedetineerde ook later nog aangeven door telefonisch contact op te nemen met de trajecbegeleiders. De gedetineerden ontvangen een folder van het Project Reïntegatie en visitekaartjes van de trajectbegeleiders.
Afstemmen nazorg Indien zo afgesproken met de gedetineerde volgt na het bezoek in de PI contact met direct betrokkenen (zoals een partner) en/of wordt informatie verzameld die nodig is voor het vervolgtraject. In het 2-wekelijks Nazorgoverleg (cliëntniveau) vindt bespreking en afstemming plaats over de mogelijkheden voor een aanpak, de taakverdeling en de vervolgacties. Als een persoon behoefte heeft aan psychische zorg en/of verslavingszorg en/of maatschappelijke opvang, dan volgt veelal overdracht naar de casemanager van het Project Reïntegratie, die hiertoe de kennis en contacten heeft. Dit geldt ook voor gedetineerden die (nog) niet kunnen deelnemen aan het Project Reïntegratie of een andere zorgbehoefte/-wens hebben. De praktische zaken (ID, inkomen,ed) worden veelal opgepakt door de traject-begeleiders in nauwe samenwerking met de coördinator nazorg van de gemeente.
Uitvoeren nazorg
Afsluiten nazorg
Volgen proces nazorg
Na afstemming over de aanpak in het Nazorgoverleg volgt terugkoppeling en afstemming hiervan met de verdachte/ gedetineerde. Dit leidt al dan niet tot vervolgafspraken, bijvoorbeeld een 'warme' overdracht naar het Project Reïntegratie. Verder vindt terugkoppeling en afstemming plaats met de medewerker in de PI en eventueel Reclassering.
Na afronding van de afgesproken acties door de trajectbegeleiders, bij de overdracht naar andere hulpverlening of het Project Reïntegratie wordt de nazorg afgesloten met een korte terugblik op de geboden nazorg (meten tevredenheid en aanbevelingen). Daarnaast afspraken voor telefonisch contact na een 1/2 jaar.
Het Nazorgteam volgt de situatie van de ex-gedetineerde door terugkoppeling tijdens het Nazorgoverleg en telefonische- of mailcontacten.
Hierna volgen de verdere voorbereidende acties met relevante ketenpartners zoals de gemeente en zorginstellingen. De acties liggen op het gebied van o.a. ID, inkomen, schulden, huisvesting/ onderdak en zorg (bv.regelen opname bij verslaving). Tijdens detentie of direct na de vrijlating van een gedetineerde volgt eventueel een gesprek met de trajectbegeleiders en/ of de casemanager voor het nader bespreken van de vervolgacties en het maken van afspraken.
De casemanager van het Project Reïntegratie en de coördinator nazorg van de gemeente blijven zo nodig voor een langere tijd betrokken bij het uitvoeren van nazorgtaken, bv. inkomen en zorg. De nazorg eindigt voortijdig als de gedetineerde geen gevolg geeft aan het nakomen van afspraken. Het advies voor nazorg zoals gegeven aan een gedetineerde, de afspraken en acties t.b.v. nazorg worden in een apart document bijgehouden en op hoofdlijnen in de registratietool. Hiermee is het ook mogelijk om als gemeente een goed beeld te krijgen van omvang, kenmerken en knelpunten.
Pagina 32
Om de stand van zaken goed te monitoren is er in na 6 maanden en een jaar opnieuw contact; de gedetineerde kan dan nog zijn of haar eventuele vragen kwijt en de trajectbegeleider doet navraag over de situatie rond de 5 basisvoorwaarden. Voor deelnemers aan het Project Reintegratie verloopt de terugkoppeling over het verloop n.a.v. evt. knelpunten en/of halfjaarlijks via het Nazorgoverleg. Recidive wordt opgemerkt doordat er opnieuw een melding binnen komt via het DPAN. Dit wordt opgenomen in de Tool exgedetineerden. Tijdens het Nazorgoverleg wordt ook de voortgang van de individuele personen bewaakt (incl. terugval nav melding DPAN). De te ondernemen acties worden ook besproken in het Nazorgoverleg.
Bijlage 3
Landelijke cijfers
Landelijke cijfers Met het instrument ‘REPRIS’ op de gelijknamige website 32 kan een selectie gemaakt worden uit het cijfermateriaal van de landelijke Recidivemonitor van het WODC. De monitor brengt de 'strafrechtelijke recidive’ in kaart. De cijfers zijn gebaseerd op justitiële documentatie en laat zien hoe hoog de recidive is, maar laten geen oorzaken of effecten zien.
“De nieuwste ronde van de Recidivemonitor wijst uit dat de recidive in drie van de vijf vaste daderpopulaties een fractie is toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Dit geldt voor de ex-JJI-pupillen, voor cliënten van de drie reclasseringsinstellingen en voor de totale populatie van volwassen daders. De verschillen zijn niet groot, maar de uitkomsten zijn opmerkelijk want in de vier voorafgaande jaarberichten was in alle sectoren van de strafrechtpleging steeds sprake van een daling van het aandeel daders dat binnen twee jaar opnieuw met justitie in aanraking kwam. Wellicht kondigt zich hier dus een trendbreuk aan, al zullen we dat moeten afwachten: het kan ook om een kleine schommeling gaan.” 33 32
De statistieken in REPRIS hebben betrekking op de criminaliteit die bij het Openbaar Ministerie wordt aangemeld. Voor meer informatie zie tabblad 'onderzoeksmethode' op: www.wodc.nl/recidivemonitor/
33
Bron: WODC-Recidivemonitor - Voortgangsbericht Recidivestudies, December 2014.
Het WODC brengt jaarlijks de strafrechtelijke recidive in kaart van personen die in aanraking zijn
gekomen met de Nederlandse justitie. Dit levert een inschatting op van de effecten die strafrechtelijke interventies op deze carrières hebben gehad. Meer informatie: www.wodc.nl/recidivemonitor.
De onderstaande grafiek is afkomstig uit de Recidivemonitor van december 2014. Het betreft de prevalentie van 2-jarige algemene recidive in negen opeenvolgende cohorten van vijf daderpopulaties; gecorrigeerd voor verschuivingen in de samenstelling van de populaties.
Bron: Recidivemonitor december 2014
Verklaring afname recidive De grafiek laat zien de strafrechtelijke recidive in de periode 2002-2010 over een breed front is afgenomen. Onderzoek en analyses wijzen uit dat het aannemelijk is dat het beleidsprogramma Veiligheid begint bij Voorkomen 34 – naast andere factoren- een rol heeft gespeeld in de daling van de recidivecijfers. Dit programma legde meer nadruk op preventie en er werd nog sterker gekozen voor een persoonsgerichte aanpak. Daarnaast werden 12 nieuwe maatregelen geïntroduceerd. De belangrijkste daarvan waren nazorg voor personen gedetineerd in een penitentiaire inrichting en de invoering van de voorwaardelijke invrijheidsstelling. Een andere bevinding was dat een deel van de maatregelen binnen de onderzoeksperiode nog niet volledig tot ontwikkeling was gebracht. Was dit wel het geval geweest, dan was de recidive vermoedelijk nog verder gedaald. Als mogelijke verklaring voor de afname van recidive worden zes macrofactoren genoemd: 1. toegenomen sociale cohesie; 2. toegenomen primaire preventie; 3. generale afschrikking; 4. een iets gunstiger sociaaleconomisch klimaat; 5. de filterwerking van het politie/justitie apparaat en 6. een afname van verslavingsproblematiek als gevolg van het wegvallen van de generatie heroïneverslaafde veelplegers. 34
In het rapport Terugval in recidive - Exploratie van de daling in de recidivecijfers van jeugdigen en
ex-gedetineerden bestraft in de periode 2002-2010 worden de effecten van het dadergerichte beleid in kaart gebracht. Zie: www.wodc.nl
34
De eerste vier factoren behoren tot algemene maatschappelijke ontwikkelingen en de laatste is een mogelijk selectie-effect. Elk van de genoemde factoren kan (een deel van) de reductie van de gemeten recidive verklaren en is daarvan dus een mogelijke oorzaak. Uit gegevens over de leefomstandigheden kort na het verblijf in de penitentiaire inrichting, komt naar voren dat ex-gedetineerden die werken of een uitkering hadden minder vaak recidiveerden dan ‘inactieven’. Ex-gedetineerden met een eenpersoonshuishouden of een laag persoonlijk of gecombineerd inkomen hadden de hoogste terugvalkans. De komende jaren spelen zaken als het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrecht (LIJ), veranderingen van het reclasseringstoezicht, de uitbouw van de nazorg aan gedetineerden, de beschikbare gedragsinterventies en de bezuinigingsmaatregelen (Masterplan DJI 2013-2019) een rol. Het Ministerie zal de uitwerking hiervan monitoren om te bezien welke consequenties deze maatregelen zullen hebben op het niveau van de recidive van de justitiabelen in Nederland.
In het landelijke overzicht ‘Uitstroom Nazorgkandidaten Gevangeniswezen per gemeente op alfabet’
van DJI wordt bij de gemeente Katwijk voor het jaar 2014 de aantallen van Katwijk 40 mannen en 1
vrouw vermeld. Ter vergelijk: in de gemeente Alphen a/d Rijn ging het om 128 (119 mannen en 9
vrouwen) en in Leiden betrof de uitstroom 313 personen (294 mannen en 19 vrouwen) en. In deze uitstroomcijfers gaat het niet om unieke personen en ook aanhoudingen worden meegeteld.
DJI licht bij de cijfers toe dat de totale uitstroom gestegen is, maar de bezetting is gedaald is. Oorzaak
hiervan is de stijging van de Mulder-gijzelingen (niet betaalde verkeersboetes, die vooral ook zijn
gestegen door de ‘vermuldering’ van art. 30-Wamzaken=onverzekerd rijden) en de gijzelingen i.v.m.
niet betaalde OM-strafbeschikkingen. Het gaat hierbij om lichtere zaken die het OM nu mag afdoen, waar vroeger de rechter aan te pas kwam. Ook de zogeheten ‘estafetteacties’ van de politie zorgden in
2014 voor een stijging van personen. Hiervoor maakte het CJIB arrestatiebevelen op vanwege lopende
gevangenisstraffen of om kortere vervangende straffen en gijzelingen. Dit had als gevolg dat in 2014
meer dan de helft van de Nazorgkandidaten binnen 3 weken weer uitstroomde. Het absolute aantal onder de 3 weken is hierdoor veel hoger dan in 2013.
35
Gemeente Katwijk in vergelijk met andere gemeenten
Met behulp van de website – waar staat je gemeente – is informatie te vinden over iedere gemeente in Nederland. Op diverse terreinen is een vergelijk te maken met andere gemeenten. Ter informatie een deel van het zogeheten ‘Dashbord’ met een vergelijk over het thema Openbare orde en veiligheid in 2014.
Bron: CBS – Geregistreerde criminaliteit & Diefstallen
36
Bijlage 4
Lijst met begrippen en afkortingen
Het gebruik van afkortingen en vakjargon is tot een minimum beperkt. Bij het gebruik van afkortingen zijn deze bij het eerste gebruik voluit weergegeven, maar om de leessnelheid te vergoten daarna niet meer. Tijdens het lezen kunt u de meest gebruikte begrippen en afkortingen in deze bijlage terugvinden. Gedetineerde
Persoon die gedwongen verblijft in een Nederlandse penitentiaire inrichting, zoals een huis van bewaring of gevangenis in afwachting van zijn proces of voor het uitzitten van een hem door de rechter opgelegde onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of maatregel of in afwachting van zijn uitlevering/uitzetting of in afwachting van zijn plaatsing in een bijzondere inrichting. Huis van bewaring
Penitentiaire inrichting bedoeld voor insluiting op grond van verscheidene verblijfstitels: de voorlopig gehechten (verdachten van een ernstig strafbaar feit die gedwongen de afhandeling van hun zaak afwachten in een inrichting), zij, die een korte vrijheidsstraf moeten ondergaan, enkele bijzondere categorieën justitiabelen zoals vreemdelingen die op uitzetting of uitlevering wachten, gegijzelden of gefailleerden en verder veroordeelden die wachten op definitieve plaatsing in de voor hen bestemde bijzondere inrichting, bijvoorbeeld het Penitentiair Selectie Centrum of een Tbs-inrichting. Een laatste categorie zijn de passanten, doortrekkende gevangenen en andere onder verzekerde bewaring vervoerde personen Integrale aanpak
Gezamenlijke analyse van een problematische situatie, gezamenlijke doelstelling en overeenstemming over de grote lijnen van de aanpak. Minderjarige verdachte
Degene die ten tijde van begaan van een strafbaar feit jonger is dan 18 jaar. Afhandeling van (jeugd)zaken van eenvoudige aard gebeurt veelal via Halt(bureaus). Niemand kan strafrechtelijk worden vervolgd voor een feit begaan voordat hij de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt Openbaar ministerie
Overheidsorgaan met als taken: wetten te handhaven, strafbare feiten op te sporen en te vervolgen, strafvonnissen ten uitvoer te leggen en de rechter te informeren voor zover de wet dat voorschrijft. Overtreding
Strafbaar feit van de lichte soort, als zodanig aangeduid in de strafwetten; indeling van strafbare feiten is van belang bij het procesrecht (absolute competentie en rechtsmiddelen) en de strafbaarstelling; afdoening veelal met een schikking/transactie via het openbaar ministerie of berechting in eerste aanleg door de rechtbank sector kanton Voorlopige hechtenis
Vrijheidsbeneming in een huis van bewaring voorafgaand aan behandeling ter terechtzitting, in het algemeen toegepast bij verdenking van een ernstig delict (misdrijf waarop een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld), op grond van ernstig vluchtgevaar en/of een gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid, bijvoorbeeld vrees voor herhaling. Vrijspraak
Uitspraak, door de rechter, waarbij hij niet bewezen acht dat het door het openbaar ministerie ten laste gelegde feit door de verdachte is gepleegd.
37
AMW
Algemeen Maatschappelijk Werk
BIP
Budget InformatiePunt (Schuldhulpverlening gemeente Katwijk)
CJIB
Centraal Justitieel Incasso Bureau
CCV
Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
DigiD
Digitale Identiteit
DJI
Dienst Justitiële Inrichtingen
DPAN
Digitaal Platform Aansluiting Nazorg
GGZ
Geestelijke gezondheidszorg
ID
Identiteitsbewijs
PI
Penitentiaire Inrichting
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
WODC
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
WWB
Wet Werk en Bijstand
38
Platform en Stichting Kocon Het Platform Kocon is een samenwerkingsverband in de gemeente Katwijk van lokale en regionale organisaties die werken op het gebied van verslavingspreventie en handhaving, verslavingszorg en maatschappelijk herstel of hiermee raakvlakken hebben. Indien wenselijk initieert, ontwikkelt en implementeert het Platform zelf activiteiten. De Platformleden komen maandelijks bij elkaar. Een Katwijkse huisarts, H.C. Moolenburgh, fungeert als onafhankelijk voorzitter van het Platform. De samenwerkingspartners in Platform Kocon zijn: - GGD- Hollands Midden - Politie Nederland, Eenheid Den Haag - De Brug Midden-Nederland - Gemeente Katwijk - Brijder - Stichting Welzijnskwartier - Stichting De Binnenvest - GGZ Duin- en Bollenstreek - Huisartsen Katwijk - WMO-Adviesraad Op uitnodiging van het Platform nemen ook andere organisaties deel aan de Platformvergaderingen of maken deel uit van de verschillende project- en werkgroepen van het Platform. De Stichting Kocon fungeert als rechtspersoon en beheert de financiën van het Platform. Op de website www.kocon.nl zijn diverse documenten te vinden over de activiteiten van het Platform Kocon, waaronder het jaarlijkse Activiteitenplan.
Callaoweg 1 2223 AS Katwijk
Contactpersoon Platform en Stichting Kocon: Thea Guijt Telefoon: 071-4015216 E-mail :
[email protected] Website: www.kocon.nl Portefeuillehouder Nazorg ex-gedetineerden Stichting Kocon: Albert van der Plas Telefoon : 06-12944431 E-mail:
[email protected]