Jaarverslag 2013 Nazorg ex-gedetineerden Katwijk
Stichting Kocon Katwijk, mei 2014
Colofon Auteurs: Contactpersonen: Uitgiftemaand: Uitgever: Downloaden:
Albert van der Plas en Thea Guijt Albert van der Plas, e-mail:
[email protected] Thea Guijt, e-mail:
[email protected] Mei 2014 Stichting Kocon www.kocon.nl
Inhoudsopgave Voorwoord ...................................................................................................................2 Inleiding ........................................................................................................................3 Samenvatting................................................................................................................5 1.
Verloop november 2012 t/m december 2013 .......................................................7
2.
Omvang en kenmerken gedetineerden ...............................................................15 Omvang (37 unieke personen) ................................................................................. 15 Kenmerken (36 mannen en 1 vrouw) ....................................................................... 15 Bezoek aan gedetineerden in de PI’en (32) .............................................................. 16 Niet bezocht tijdens detentie in de PI (7) ................................................................. 17 Overzicht spreiding van de plaatsingen in een PI (12 verschillende) ......................... 18 Detentieduur ........................................................................................................... 18 Recidive (5%) ........................................................................................................... 20
3.
Gegevens en werkwijze vijf basisvoorzieningen ..................................................22 Identiteitsbewijs (ID)................................................................................................ 22 Inkomen en werk ..................................................................................................... 23 Huisvesting / onderdak ............................................................................................ 24 Schulden.................................................................................................................. 26 Zorg ......................................................................................................................... 26
4.
Conclusie en aanbevelingen ................................................................................28 Aanbevelingen ......................................................................................................... 29 Bijlage 1
Aanleiding Pilot Nazorg ex-gedetineerden Katwijk ................................ 31
Bijlage 2
Organisatie en werkwijze ..................................................................... 32
Bijlage 3
Cijfers periode 1 maart 2011 t/m 31 december 2013 ............................ 34
Bijlage 4
Lijst met afkortingen ............................................................................ 38
Voorwoord In dit jaarverslag staan de uitkomsten van de nazorgactiviteiten voor ex-gedetineerden uit de gemeente Katwijk gedurende de periode 1 november 2012 tot en met 31 december 2013. Met dit verslag legt het bestuur van de Stichting Kocon inhoudelijke en financiële verantwoording af. Op 3 maart 2011 is de lokale aanpak voor nazorg aan volwassen ex-gedetineerden in de gemeente Katwijk van start gegaan. Met grote gedrevenheid, inspiratie en inzet is er ook in 2013 door alle betrokkenen samengewerkt om de recidive te beperken, waardoor ook de maatschappelijke veiligheid wordt bevorderd. De inspanningen leveren een prima resultaat op. De recidive is opnieuw afgenomen en bedraagt over de verslagperiode slechts 5%. In het jaarverslag wordt meer uitleg gegeven over de cijfers en de wijze van meten. Veel verbeterpunten zijn in 2013 met de ketenpartners gerealiseerd. Dreigende dakloosheid na detentie is voor de ex-gedetineerde zeer ongewenst. Enerzijds werkt dit een grote kans op recidive in de hand en anderzijds is het voor het bevorderen van de veiligheid in de samenleving van belang dat er geen zwervende ex-gedetineerden in de gemeente worden aangetroffen. Daarom is er voortvarend gewerkt aan preventieve oplossingen en maatwerk met betrekking tot huisvesting. Niet geheel zonder trots kan gemeld worden dat in 2013 niemand uit detentie is gekomen met een aansluitend probleem van “dakloosheid”. Om een betrouwbaar beeld te krijgen en vergelijk met de landelijke recidivecijfers mogelijk te maken, registreert ook de gemeente Katwijk. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de methodiek die het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) hanteert. Nadere contacten met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en het WODC zijn noodzakelijk om een betrouwbaar beeld te krijgen over het recidivepercentage in Katwijk.
Namens het bestuur van Stichting Kocon, Nico van der Stel (voorzitter) Albert van der Plas (portefeuillehouder activiteiten nazorg ex-gedetineerden)
Pagina 2
Inleiding Het bieden van nazorg aan ex-gedetineerde inwoners is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Voor het uitvoeren van de nazorgtaken, startte de gemeente Katwijk in maart 2011 met de tweejarige Pilot Nazorg (ex) gedetineerden Katwijk in nauwe samenwerking met Platform en Stichting Kocon (verder kortweg: Kocon). Na een proefperiode van 22 maanden is door het gemeentebestuur van Katwijk besloten dat de resultaten van de proefperiode zo positief en veelbelovend waren, dat de aanpak zoals opgezet vanuit de Pilot Nazorg ex-gedetineerden met ingang van januari 2013 een structureel karakter kon krijgen. In Bijlage 1 is de aanleiding van de pilot weergegeven. Doel en werkwijze Doel van de nazorg aan ex-gedetineerden is het terugdringen van recidive en het bevorderen van de veiligheid in de samenleving. De gemeente Katwijk wil (ex)gedetineerde inwoners motiveren om hun leven een andere wending te geven en biedt hulp aan, onder meer bij vijf belangrijke basisvoorzieningen 1: beschikken over een ID bewijs, inkomen, werk, huisvesting, zorg en schuldhulpverlening. De uitvoering van de nazorg ligt in handen van het zogeheten Nazorgteam. Binnen dit team werkt de gemeentelijke nazorgcoördinator nauw samen met medewerkers verbonden aan Kocon. De nazorgcoördinator ontvangt van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) de meldingen van detentie, waarop de trajectbegeleiders de desbetreffende gedetineerden binnen vijf werkdagen bezoeken in de gevangenis. Zij inventariseren welke hulp de gedetineerden nodig hebben op het gebied van die basisvoorzieningen zodat ze weer kunnen reïntegreren in de samenleving. Wanneer er meer begeleiding en zorg nodig is, dragen de trajectbegeleiders de exgedetineerde tijdens detentie of direct na het verlaten van de PI warm over aan de casemanager van het Project Reïntegratie. De casemanager bemiddelt de ex-gedetineerden naar het Project Reïntegratie of een andere zorgvoorziening. In Bijlage 2 is een beschrijving te vinden van de werkwijze en de organisatie van de nazorg. Resultaten zoals opgenomen in dit jaarverslag De uitkomsten in dit jaarverslag zijn verzameld met behulp van evaluatiegesprekken in het nazorgteam, de verslagen van het nazorgoverleg, informatie vanuit de gevangenissen, de ervaringen van de (ex-)gedetineerden en de gegevens zoals geregistreerd met behulp van de ‘Tool’ van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) 2.
1
Het begrip ‘basisvoorzieningen’, ook wel basisvoorwaarden genoemd, vervangt het eerder gebruikte begrip ‘leefgebieden’.
2
De WODC-Recidivemonitor is een langlopend onderzoeksproject waarin gestandaardiseerde recidivemetingen worden verricht onder uiteenlopende dadergroepen. Met dit project krijgt Justitie beter zicht op de uitstroomresultaten van strafrechtelijke interventies en op het verloop van criminele carrières, zowel bij jeugdige als bij volwassen daders. De metingen in het kader van de Recidivemonitor verlopen volgens een vaste methode. De uitkomsten van het onderzoek zijn hierdoor onderling vergelijkbaar.” Bron citaat: De WODC-Recidivemonitor, Memorandum 2011-3, pagina 5, 4e, herziene versie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Den Haag
Pagina 3
Om een vergelijk van de cijfers met de voorafgaande periode mogelijk te maken, is bij de weergave van de uitkomsten zoveel als mogelijk aangesloten bij het laatste verslag 3. Dit verslag eindigde bij de periode oktober 2012. Om een aansluitende reeks van gegevens beschikbaar te houden is ervoor gekozen om in dit jaarverslag ook de maanden november en december 2012 op te nemen. Bijlage 3 toont enkele tabellen die een totaaloverzicht geven van de lokale cijfers en enige landelijke cijfers. In dit verslag is onder meer de volgende informatie te vinden: Het aantal personen uit Katwijk in detentie in de periode 1 november 2012 tot en met 31 december 2013; het aantal gedetineerden uit Katwijk 4 die gemeld zijn via het Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN) in de periode november 2012 tot en met december 2013; de kenmerken van de gedetineerden uit Katwijk; het aantal gedetineerden dat bezocht is in de Penitentiaire Inrichting (PI); de knelpunten en aanbevelingen voor het vervolg t.a.v. de nazorg aan (ex-)gedetineerde inwoners van Katwijk. De financiële verantwoording vindt in een apart schrijven plaats 5. Leeswijzer Hoofdstuk 1 beschrijft het verloop van de nazorg in de periode 1 november 2012 tot en met 31 december 2013. Hoofdstuk 2 geeft in tabellen de cijfers weer over de omvang, de kenmerken, de duur van detentie en de recidive. In Hoofdstuk 3 zijn de gegevens op het gebied van de vijf basisvoorzieningen beschreven die van belang zijn om herhaling in criminaliteit te voorkomen; identiteitsbewijs, inkomen en werk, huisvesting/ onderdak, schulden en zorg. Naast de cijfermatige overzichten wordt in Hoofdstuk 3 beschreven welke initiatieven en activiteiten plaats vonden met betrekking tot de leeftijdsgroep 12 tot 18 jaar. Daarnaast is opgenomen een paragraaf over de knelpunten met betrekking tot de groep jongeren tot 23 jaar en het voornemen op een pilot te starten voor huisvesting van deze leeftijdsgroep. In Hoofdstuk 4 staan aanbevelingen voor het vervolg.
3
Zie www.kocon.nl : ‘Evaluatieverslag Pilot Nazorg ex-gedetineerden Katwijk, december 2102’
4
De gemeente Katwijk is op 1 januari 2006 ontstaan uit een samenvoeging van de voormalige gemeenten Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg en heeft per 1 januari 2013: 62.481 inwoners. Bron: http://www.katwijk.nl/gemeente-en-burgerzaken/kerngegevens-gemeente
5
Voor de periode 1 maart 2013 t/m 28 februari 2014 kende de gemeente Katwijk een subsidiebedrag van € 48.300,- toe. Het beheer en de verantwoordelijkheid van de organisatiekosten, ad € 6300,-, ligt in handen van Stichting Kocon. Voor de personele subsidiekosten ligt de verantwoording bij Stichting Welzijnskwartier (voorheen Factor W).
Pagina 4
Samenvatting Resultaten Katwijkers in preventieve hechtenis, boeteklanten (wet Mulder) en veroordeelde gedetineerden worden bij een tijdige melding namens de gemeente Katwijk bezocht in de PI door de twee trajectbegeleiders 6. De kracht van deze aanpak is dat er binnen 5 werkdagen, via de Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening (hierna: MMD-er) van de PI, een bezoek geregeld wordt met de gedetineerde. Tijdens het gesprek in de PI vindt een inventarisatie plaats van vijf basisvoorzieningen; identiteitsbewijs, huisvesting, inkomen, schulden en zorg. De eventuele hulpvraag van de persoon in kwestie en de uitkomst van de inventarisatie wordt vervolgens besproken in het lokale Nazorgoverleg, dat tweewekelijks plaats vindt. Daarin wordt per persoon besproken wat de eventuele vervolgstappen in het nazorgtraject inhouden en wie hiervoor verantwoordelijk is. In de periode november 2012 tot en met december 2013 waren 37 unieke personen uit Katwijk in detentie. Hiervan zijn 32 personen bezocht in de PI. Zeven mensen zijn niet bezocht omdat de melding te laat binnen kwam (4x) of door vroegtijdige vrijlating (3x). Bij twee personen was sprake van recidive; dit is 5 % van het totaal in 2013. Om de recidive goed te kunnen beoordelen is het noodzakelijk een langere periode te monitoren. Wanneer de cijfers uit de voorafgaande periode worden meegerekend dan is de recidive van het totale aantal personen dat in detentie verbleef: 9 %. In absolute getallen gaat het om een totaal van 114 unieke personen uit Katwijk die vanaf 1 maart 2011 7 in detentie verbleven; op 31 december 2013 was bij tien van hen sprake van recidive 8. In 2013 is een aantal knelpunten op het gebied van de vijf basisvoorzieningen verder aangepakt met een positief resultaat; er is meer maatwerk mogelijk én toegepast. De aanbeveling van Kocon om (meer) aandacht te geven aan de nazorg voor jeugdige gedetineerden van 12 tot 18 jaar die kortstondig in jeugddetentie verblijven 9 kreeg minder aandacht dan vooraf werd verondersteld.
6
De trajectbegeleiders zijn professionele beroepskrachten op Hbo-niveau met ruime ervaring op het gebied van het gevangeniswezen.
7
De Pilot Nazorg is gestart in maart 2011. Vanaf deze maand bestond de mogelijkheid tot een bezoek in de PI en nazorg door hulp aan te bieden vanuit de gemeente Katwijk.
8
De recidive in dit verslag betreft uitsluitend een herhaalde opsluiting in een PI. Het DJI noemt dit de detentierecidive. Andere justitiële documentatie waarin ook de lichtere recidivedelicten vermeld staan, die niet leiden tot een nieuwe insluiting in een penitentiaire inrichting zijn niet beschikbaar voor een gemeente. Deze recidivecijfers (door DJI algemene recidive genoemd) zijn uiteraard hoger. Het WODC maakt voor het meten van recidive van ex-gedetineerden gebruik van alle gegevens van de justitiële documentatie, het DJI maakt hierin onderscheid. Voor een zo goed mogelijk vergelijk wordt in dit verslag gebruik gemaakt van de gegevens van het DJI met betrekking tot de detentierecidive.
9
70% van de jeugdigen wordt vanwege het opheffen of schorsen van de preventieve hechtenis min of meer zonder nazorg op straat gezet. De algemene recidive onder jeugdige daders met een strafzaak afgedaan in 2009 (totale groep 21.686) was na 2 jaar 62,5%. Bron Repris van het WODC. Zie: www.wodc.nl/onderzoek/cijfers-en-prognoses/Recidive-monitor/repris/index.aspx?dimension=Statistiek
Pagina 5
Enerzijds vanwege het geringe aantal jongeren uit Katwijk dat in detentie komt en anderzijds vanwege de gesloten keten/ setting waarin dit gebeurd. Samenwerken met ketenpartners als de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg die werkzaam zijn met jeugdige gedetineerden bleek achteraf niet zo vanzelfsprekend. Bereikt is wel dat de nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk sinds 2013 een uitnodiging ontvangt voor het Trajectberaad waarin jongeren die in hechtenis zijn genomen besproken worden. Dit betreft ook de jongeren uit Katwijk. Indien gewenst wordt vervolgens een beroep gedaan op de inzet vanuit het Nazorgteam. Concreet betekende dit dat het Nazorgteam betrokken is geweest bij de nazorg van één jongere, die op dat moment nog net geen 18 jaar was. Conclusie en aanbevelingen De lokale aanpak voor nazorg is zeer succesvol en draagt bij aan het terugdringen van recidive en het stoppen van misdaad. Dit levert aantoonbare positieve effecten op; zowel voor de ex-gedetineerden zelf als voor de Katwijkse samenleving. Gelet op de positieve resultaten van de uitgevoerde nazorg blijft de conclusie zondermeer dat het voortzetten van de huidige aanpak van nazorg zeer gewenst is. Aanbevelingen hierbij zijn dat er aandacht blijft voor: het ontbreken van opvang- en huisvestingsmogelijkheden voor dakloze ex-gedetineerden; de knelpunten voor de groep 18 tot 23 jarigen (vooral huisvesting/ verblijf en werk/ dagbesteding); ontwikkelingen blijven volgen in het kader van mogelijkheden voor het leveren van nazorg aan jeugdige ex-gedetineerden en het propageren van de Katwijkse aanpak in de regio.
Pagina 6
1. Verloop november 2012 t/m december 2013 De uitvoering van de nazorg lag in handen van het nazorgteam bestaande uit de nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk, twee trajectbegeleiders en de casemanager van het Project Reïntegratie. Naast de kerntaken is er in 2013 aandacht geweest voor de kennismaking en het onderhoud van contacten met medewerkers van de lokale en regionale organisaties en een (nadere) kennismaking met de verschillende MMD-ers van de PI’en. Kennismaking en werkbezoeken (10 x): Naast de (nadere) kennismaking met de medewerkers maatschappelijke dienstverlening van 11 verschillende PI’en, vond 10 x een uitwisselingsgesprek met of werkbezoek plaats bij: - Raad voor de Kinderbescherming - Bureau Jeugdzorg - De Binnenvest - PI Teylingereind - Werkhotel Leiden - Gemeente Lelystad - DJI Groningen, Stafbureau Ketensamenwerking & CBTR Noord Nederland. - VisieR - Politie, eenheid Den Haag - Budget InformatiePunt (BIP) Bezoek en contacten met (ex) gedetineerden In totaal zijn er in 2013 32 unieke personen bezocht verspreid over 12 verschillende PI’en. De Katwijkers die zijn opgezocht in de PI’en waren erg positief over de aanpak van de gemeente Katwijk. Vooral het persoonlijke contact ervoeren de meeste mensen als een belangrijke ondersteuning en het werkt motiverend voor de terugkeer in de samenleving. Voor 22 gedetineerden was een eenmalig bezoek in de PI voldoende. Daarna volgde met veel van hen nog wel telefonisch contact voor navraag en informatie. De geboden nazorg was vooral welkom bij mensen die niet op hulp konden rekenen vanuit hun sociale netwerk en niet op de hoogte waren van praktische zaken (regelen van zorgverzekering, stopzetten van huur, e.d.) en/ of hulp nodig hadden op het gebied van zorg. Sommige gedetineerden hadden de verwachting dat verdere hulp van de trajectbegeleiders na detentie niet meer nodig zou zijn. De praktijk wees soms anders uit en dan werd het als een uitkomst gezien dat zij alsnog hulp konden inroepen. 10 Aanvullingen en/ of opmerkingen van de gedetineerden zelf zijn desgevraagd niet naar voren gekomen. Alle reacties waren altijd erg positief. De gedetineerden waren erg blij met de
10
Alle gedetineerden ontvangen bij het bezoek van de trajectbegeleiders een visitekaartje met de contactgegevens en een folder van het Project Reïntegratie met de boodschap dat zij altijd, ook ná vrijlating, contact kunnen opnemen.
Pagina 7
adviezen zoals het wijzen op de actie die nodig is voor het behoud van hun werk 11 en het stopzetten van de zorgverzekering. 12 Diverse malen is op aandringen van een gedetineerde contact opgenomen met het thuisfront 13 voor bijvoorbeeld uitleg en ondersteuning. Ieder half jaar bellen de trajectbegeleiders naar de ex-gedetineerden die niet meer direct in beeld zijn om navraag te doen over de stand van zaken rond o.a. de vijf basisvoorzieningen. Hierbij viel het op dat een eerdere overdracht of verwijzing naar een andere organisaties niet automatisch en ‘vanzelf’ werd opgepakt. Zo kwam soms naar voren dat ex-gedetineerden nog geen voortgang konden melden, omdat zij nog geen (verder) contact hadden met een medewerker van bijvoorbeeld Reclassering of de Maregroep. Door tussenkomst van de nazorgcoördinator of de casemanager van het Project Reïntegratie, kwam de hulp dan alsnog of weer op gang. Vooral de mensen die geen ondersteuning hebben van familie en vrienden, ondervinden problemen bij de terugkeer. Maar ook ouders van jonge gedetineerden (18-23 jaar) zijn erg blij dat ze terecht kunnen bij lokale medewerkers om te informeren over de stand van zaken en de plannen na detentie; “bellen naar een gevangenis doe je niet zo makkelijk”. Doordat gedetineerden persoonlijk werden opgezocht in de PI en/of een uitnodiging kregen voor een gesprek direct na vrijlating, ontstond een beeld van de knelpunten en acties die nodig zijn voor een zo goed mogelijke terugkeer en de maatschappelijke re-integratie van deze gedetineerden. Zie hiervoor hoofdstuk 3. De afspraak dat de trajectbegeleiders, na het doorgeven van de melding door de zorgcoördinator van de gemeente, binnen vijf dagen de gedetineerde zou bezoeken in de PI is volledig nagekomen en gerealiseerd. Door niet tijdige of onvolledige DPAN-meldingen vanuit de PI’en kon in enkele gevallen het bezoek niet binnen de PI zelf plaatsvinden. Contacten en samenwerking met de PI’en Steeds meer medewerkers in de gevangenissen zijn bekend met de aanpak van de gemeente Katwijk en nemen op eigen initiatief contact op met de nazorg coördinator of de trajectbegeleiders. Een uitzondering hierop was de medewerking vanuit de PI Alphen. Het kwam regelmatig voor dat er vanuit deze gevangenis geen meldingen of te late meldingen waren en ook andere taken van de MMD-ers werden niet uitgevoerd. Hierover heeft in oktober 2013 een gesprek plaats gevonden, waarin door PI Alphen beterschap is beloofd. Een aantal MMD-ers, bijvoorbeeld uit de PI Zoetermeer en Dordrecht, nemen uit eigen beweging contact op met de trajectbegeleiders en/ of de casemanager van het Project 11
Veel gedetineerden weten niet dat een verdachte recht heeft op behoud van zijn/ haar werk. Ontslag tijdens een preventieve hechtenis kan voorkomen worden, mits dit tijdig is doorgegeven aan de werkgever.
12
Een gedetineerde moet de zorgverzekeraar vragen om de aanvullende zorgverzekering tegelijk met de basisverzekering op te schorten. Als dit niet gebeurd loopt de premie door. Zodra de detentie is afgelopen, moet dit weer gemeld worden bij de zorgverzekeraar om de verzekering weer actief te maken. Ook de eventuele zorgtoeslag moet dan opnieuw aangevraagd worden.
13
De mogelijkheid om vanuit de PI te bellen is zeer beperkt; 10 minuten per week en in een bepaalde afgebakende tijd waarin dan ook gemiddeld 10 anderen willen/ mogen bellen.
Pagina 8
Reïntegratie voor vragen, afstemming of meldingen van wijzigingen. Op die manier kwamen ook 2 gedetineerden uit Katwijk ‘boven water’ die eerder gemeld waren via het DPAN van de gemeente Leiden, maar (nog) niet gemeld waren door het Veiligheidshuis. Deze samenwerking wordt zeer gewaardeerd. In een enkele PI zijn de MMD-ers telefonisch slecht bereikbaar 14, zoals in de PI Alphen en het gebruik van een algemeen mailadres, zoals in PI Zoetermeer, is nadelig voor de noodzakelijke afstemming. In 2013 ondervonden de trajectbegeleiders minder hinder van de gebruikelijke drempels om in de PI te komen (zaken als toegang tot, in- en uitgangscontrole, planning van afspraken, beschikbare gespreksruimten, aan- of afwezigheid van de gedetineerde), waardoor een afspraak sneller tot stand kon komen. DPAN Via het DPAN 15 is bekend in welke PI de gedetineerden uit Katwijk vastzitten. Als gevolg van de start van de lokale nazorg in maart 2011 volgt daarnaast nu ook actie op basis van de informatie vanuit de PI’en. Voor wat betreft de DPAN-meldingen constateerden we een verbetering ten opzichte van 2011 en 2012. In enkele situaties verloopt het nog niet optimaal omdat: een PI niet altijd een DPAN-melding stuurt of dat dit naar de verkeerde gemeente gaat 16; het Veiligheidshuis Leiden onvoldoende doorgeeft welke Katwijkers via het DPAN zijn aangemeld; DPAN-meldingen soms later binnen komen dan de afgesproken tien werkdagen; het onderhoud van de gegevens in DPAN (wijzigingen zoals overplaatsing en vervroegde vrijlating) onvoldoende plaats vindt en/of niet wordt doorgegeven aan de gemeente. Volgens de formele verwerkingsprocedure is dit niet noodzakelijk, maar voor de lokale nazorg is dit wel van belang. Dit wordt steeds vaker ondervangen doordat MMD-ers de moeite nemen om een berichtje te sturen als een persoon wordt vrij gelaten of overgeplaatst. Nazorgoverleg Uitwisselen en afstemmen van de aanpak op klantniveau is het belangrijkste doel van het zogeheten ‘Nazorgoverleg’ dat tweewekelijks plaats vindt. Daarnaast vindt extra overleg plaats voor het bespreken van het werkdocument of andere zaken die de aandacht vragen. In het Nazorgoverleg wordt per individuele gedetineerde de actuele en gewenste situatie besproken en worden afspraken gemaakt over de aanpak en vervolgacties. De afspraken worden bijgehouden in een actielijst en in een klantoverzicht. Waar nodig vindt
14
Een bezoek aan een gedetineerde moet vooraf geregeld worden, rekening houdend met de interne programma’s, zoals arbeid. Tijdens deze uren is de agenda van de gedetineerde geblokt voor bezoek.
15
Bij binnenkomst in de PI inventariseert een MMD-er samen met de gedetineerde op welk gebied de betrokkene problemen ondervindt en hulp nodig heeft. Deze gegevens levert de MMD-er in DPAN aan bij de coördinator nazorg. De coördinator verifieert de gegevens en vult deze aan. Dit gebeurt bij het begin en einde van de detentie. Gedetineerden die korter dan vijf werkdagen vastzitten en geen hulpvraag aangeven, worden alleen administratief verwerkt in DPAN. De nazorgcoördinator ontvangt automatisch een emailbericht dat er een nieuw basisdocument op DPAN is geplaatst.
16
Bijvoorbeeld naar de gemeente waar de bewindvoerder van de gedetineerde het postadres heeft.
Pagina 9
terugkoppeling plaats over de voortgang. Ook het overzicht met meldingen in het DPAN is een vast agendapunt. Aan het tweewekelijks Nazorgoverleg nemen deel: de portefeuillehouder ex-gedetineerden van Stichting Kocon (voorzitter van het overleg); de twee trajectbegeleiders; de casemanager van het Project Reïntegratie; de coördinator nazorg ex-gedetineerden van de gemeente Katwijk; de secretaris van Kocon (verslaglegging). Taakverdeling en samenwerking Al werkend ontstond een verdere verduidelijking van de taakverdeling tussen de betrokken partners, waarbij de praktijk telkens laat zien dat maatwerk nodig is. Bij de meeste gedetineerden volstaat een eenmalig gesprek in de PI en het geven van telefonische adviezen, bij anderen is intensieve (woon)begeleiding nodig. Coördinator nazorg gemeente Katwijk De coördinator nazorg van de gemeente houdt de DPAN-meldingen bij, verifieert de gegevens en vult ze aan. Daarna zorgt de coördinator ervoor dat de trajectbegeleiders de nieuwe en gewijzigde meldingen ontvangen, zodat zij hierop actie kunnen ondernemen. De coördinator heeft kennis van sociale verzekeringswetten, gemeentelijke diensten en voorzieningen en initieert ook de contacten met medewerkers van de gemeente. Hierdoor zijn gemeentelijke afspraken en informatie snel beschikbaar (o.a. voor het regelen van een ID of inkomen). Bij ziekte en tijdens vakanties is vervanging geregeld. Trajectbegeleiders De belangrijkste taken voor de trajectbegeleiders die de gedetineerden namens de gemeente Katwijk een bezoek brengen in de gevangenis, liggen op het gebied van de inventarisatie (de vijf basisvoorzieningen), het bieden van praktische ondersteuning, contacten met het thuisfront en hulp/ bemiddeling naar verschillende instanties en de gemeente. Bijvoorbeeld het (mee)regelen van afspraken voor de aanvraag van een ID tijdens een verlof, een aanvraag voor een DigiD, de (digitale) inschrijving bij het Werkbedrijf (UWV), een afspraak met een klantmanager van het Team Werk en Inkomen van de gemeente Katwijk of de koppeling met de casemanager van het Project Reïntegratie. Casemanager Project Reïntegratie De casemanager van het Project Reïntegratie richt zich op de zorginhoudelijke taken en adviezen. Daar waar het duidelijk is dat een zorgtraject nodig is na vrijlating, verwijzen de trajectbegeleiders een ex-gedetineerde door naar de casemanager. De casemanager gaat vervolgens aan de slag met het vervolg en voert het voorbereidende werk hiervoor uit. Zoals het afnemen van een intake voor zorg, contacten met zorginstellingen voor opvang, een interne opname of bemiddeling naar ambulante behandeling. In het verslagjaar zijn 17 ex-gedetineerden doorverwezen naar het Project Reïntegratie. Twaalf van hen zijn deelnemer geworden. De andere personen zijn geholpen naar behandeling of ambulante begeleiding (bijvoorbeeld bij de Waag of de GGZ), een opname (bijvoorbeeld in het TripleX of het Woonhuis van de Brug). Daarnaast is het ook voor
Pagina 10
gekomen dat de persoon in kwestie niets meer van zich liet horen. In het Jaarverslag van het Project Reïntegratie is hierover meer informatie te vinden. Met de huidige werkwijze zijn er meer ex-gedetineerden in beeld gekomen en daarmee is ook het beroep op de begeleiding vanuit het Project Reïntegratie toegenomen. Deze toename van deelnemers met veelal complexe problematiek op meerdere leefgebieden, vormde aanleiding voor het herschikken van de werkzaamheden van de casemanager. Zo is het niet langer vanzelfsprekend dat de casemanager de gedetineerden die verwezen worden naar het project al in de PI worden opgezocht voor een warme overdracht en een intake. Dit gebeurt nog wel op verzoek van de trajectbegeleiders. In de andere situaties wordt vooraf een afspraak gemaakt voor een intake direct na vrijlating.
Project Reïntegratie Het Project Reïntegratie Katwijk is geïnitieerd door het Platform Kocon. Sinds juni 2002 biedt dit project nazorg aan ex-verslaafden en/of ex-gedetineerden uit Katwijk. Stichting Kocon heeft de uitvoering gedelegeerd naar De Brug Midden Nederland in samenwerking met Brijder en de GGZ Duin- en Bollenstreek. De intensieve begeleiding door vrijwilligers (mentoren) en de casemanager spelen een belangrijke rol in het nazorgtraject. Deelname duurt 1 tot 2 jaar. Voor huisvesting van de deelnemers is samen met Woningcorporatie Dunavie het aanbod ‘Koconwoningen’ ontwikkeld. Dit zijn huurwoningen verspreid in Katwijk die onder strenge voorwaarden gehuurd kunnen worden door ex-gedetineerden en/ of ex-verslaafden. Na twee jaar woonbegeleiding zonder overlast en terugval in verslaving en/ of criminaliteit, kan de huurovereenkomst op naam van de deelnemer gezet worden. In de periode juni 2002 t/m december 2013 is het nazorgtraject van 41 deelnemers succesvol afgerond. Dat wil zeggen: na afronding van hun deelname aan het Project Reïntegratie waren de deelnemers (weer) in staat om zelfstandig invulling te geven aan hun leven zonder gebruik van riskante genotmiddelen of criminele activiteiten.
Pagina 11
Jeugdige ex-gedetineerden In de brief aan het gemeentebestuur in december 2012 17 gaf Kocon aan een meerwaarde te zien in het bezoeken van jeugdige gedetineerden (12 tot 18 jaar) in de jeugdgevangenis en in samenwerking van de betrokken ketenpartners nadere invulling te geven aan de nazorg van jongeren. De wens hierbij was ook om de niet-veroordeelde jongeren in een gezamenlijke aanpak te betrekken omdat deze eveneens vatbaar zijn voor recidiverend gedrag. Begin 2013 vonden verkennende gesprekken plaats met medewerkers van de Jeugdreclassering (onderdeel van Bureau Jeugdzorg), de Raad voor de Kinderbescherming en de PI Teylingereind. Vooral PI Teylingereind was enthousiast voor het initiatief. Op 2 mei 2013 vond een netwerkbijeenkomst plaats met alle betrokken partijen. Gedurende deze dag werd de keten van nazorg besproken en de mogelijkheden voor samenwerking. De uitkomst hiervan was dat het initiatief vanuit Kocon en de gemeente Katwijk om meer gezamenlijk op te trekken niet werd ondersteund. Reden hiervoor was dat de huidige werkwijze goed werkt; het is gestandaardiseerd vanuit een wettelijk kader en hiermee is voor iedereen duidelijk waar taken en verantwoordelijkheden liggen. Een andere aanpak met een uitbreiding van samenwerkingspartners zou nadelig kunnen zijn voor de nazorg. Een meerwaarde werd wel gezien in het uitbreiden van de contacten naar het Nazorgteam in Katwijk en de afspraak was dat hier waar nodig ook een beroep op gedaan zou worden. In één situatie is samenwerking en overleg ook daadwerkelijk tot stand gekomen omdat er problemen waren op het gebied van inkomen en huisvesting. Omdat de nazorg voor jeugdige ex-gedetineerden formeel geen gemeentelijke taak is, is besloten om vanuit het Nazorgteam vooralsnog geen vervolgacties te ondernemen om meer samenwerking tot stand te brengen. De ontwikkelingen die mogelijkheden bieden voor het leveren van nazorg aan jeugdige ex-gedetineerden blijft het Nazorgteam volgen. Een recente ontwikkeling is onder andere de komst van het adolescentenstrafrecht (ASR) op 1 april 2014. Hiermee wordt de leeftijdsgrens voor toepassing van het jeugdstrafrecht verhoogd van 18 naar 23 jaar. Door het adolescentenstrafrecht wordt de grens tussen het jeugdstrafrecht en het volwassenenstrafrecht flexibeler. Het gaat om jongeren en jongvolwassenen die op het moment dat ze het delict plegen, tussen de 16 en 23 jaar zijn 18. 17
Citaat uit de brief van 6 december 2012: “Kocon is verder van mening dat de justitieel jeugdigen, of first offenders in het volwassen strafrecht een hoge prioriteit moeten hebben. Zij zijn immers maar al te vaak de toekomstige criminelen binnen het volwassen strafrecht. Een nader te ontwikkelen visie en een daartoe afgestemd beleid zou daarop van grote preventieve waarde kunnen zijn voor de veiligheid in de samenleving. De medewerkers aan de nazorgactiviteiten zien hierin een uitdaging voor de komende periode en willen daaraan een verdere invulling geven. Onderdeel hiervan is dat de trajectbegeleiders jeugdige gedetineerden bezoeken in detentie.”
18
“Dit omdat veel jongvolwassenen op hun 18de nog niet klaar zijn met hun mentale en morele ontwikkeling. Door het jeugd- en volwassenstrafrecht flexibel te hanteren kan elke jongvolwassene een straf op maat krijgen die aansluit bij zijn ontwikkelingsfase. Een aanpak die zo effectief mogelijk is voor de ontwikkeling van de dader en zijn bijdrage aan de maatschappij en die de kans op herhaling zo klein mogelijk maakt.” Bron citaat: http://www.om.nl/onderwerpen/jeugdcriminaliteit/@162490/vanaf-1-april-treedt/
Pagina 12
Wethouder G. Mostert (rechts op de foto) geeft op 2 mei 2013 het startsein van de Netwerkbijeenkomst Nazorg Jeugd en wenst Albert van der Plas (links op de foto) en de andere aanwezigen veel succes toe.
Trajectberaad 12 tot 18 jarigen Een andere uitkomst van de netwerkbijeenkomst op 2 mei was de belofte dat de nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk in het vervolg uitgenodigd zou worden voor het Trajectberaad als hierin jongeren uit Katwijk besproken zouden worden. Aanvankelijk waren de verwachtingen over de deelname van de gemeente Katwijk aan het Trajectberaad hoog. Dit is immers het formele overleg waarbinnen de aandacht voor nazorg een belangrijke plek zou hebben. In de praktijk viel de uitkomst van deelname tegen; het aantal jongeren (uit de gehele regio Leiden) dat besproken wordt binnen dit overleg is zo groot dat er nauwelijks tijd is om de situatie van een jongere door te spreken. De uitwisseling en afstemming zijn hierdoor in tijd beperkt (3 tot 5 minuten per jongere) en blijft veelal steken bij het rapporteren van gerechtelijke uitspraken, beslissingen en procedures. De verwachting was dat meer aandacht zou worden besteed aan afspraken over de aanpak van de nazorg. Na een eerste ervaring hiermee is, gelet op de enorme tijdsbesteding die het bijwonen van een Trajectberaad (1x per 2 weken) in Leiden met zich meebrengt, door de nazorgcoördinator gevraagd om deelname met behulp van videoconference. In totaal heeft de nazorgcoördinator vier bijeenkomsten bijgewoond in 2013 waarin drie jongeren uit Katwijk zijn besproken. Gemeentelijk beleid nazorg
Tijdens het Nazorgoverleg wordt regelmatig aandacht geschonken aan het gemeentelijk beleid voor nazorg op basis van de vijf basisvoorzieningen. Knelpunten, ideeën en mogelijkheden voor oplossingen worden besproken. Hierbij is ook steeds het leveren van maatwerk aan de orde. De uitkomsten hiervan worden bijgehouden in het zogeheten ‘Werkdocument’. Het Werkdocument is een dynamisch document, onder andere als gevolg van de voortdurend wijzigende wet- en regelgeving, en wordt telkens bijgesteld. De nazorgcoördinator houdt hierin de wijzigingen bij en ziet erop toe dat het document in het nazorgoverleg wordt besproken. Deze manier van werken werkt uitstekend en heeft als bijkomend voordeel dat de aanpak en afspraken overdraagbaar zijn.
Pagina 13
Veiligheidshuis Leiden Een aantal gedetineerden dat geboren en getogen is in Katwijk, wordt niet doorgegeven via het DPAN van de gemeente Katwijk. Dit komt doordat zij, voordat zij in hechtenis werden genomen, als dakloze in de gemeente Leiden stonden ingeschreven. Het Veiligheidshuis Leiden is daarom gevraagd de DPAN-gegevens van Katwijkers te achterhalen en door te geven. Dit verliep in het verslagjaar nog steeds niet geheel naar wens; er bleef regelmatig informatie steken, waardoor (bleek dan achteraf) deze Katwijkers niet meer bezocht konden worden. Het is daarom een geluk bij een ongeluk dat de trajectbegeleiders, doordat zij een goed netwerk hebben opgebouwd, in sommige gevallen rechtstreeks door MMD-ers van de PI geïnformeerd werden over Katwijkers in detentie die in de gemeente Leiden staan ingeschreven. Op die manier hebben de trajectbegeleiders alsnog contact kunnen leggen met vier (ex-) gedetineerden. De nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk neemt deel aan het subregionale overleg van het Veiligheidshuis Leiden om ontwikkelingen te bespreken of de meldingen van gedetineerden uit Katwijk uit te wisselen. Tijdens het verslagjaar zijn afspraken gemaakt om de informatie-uitwisseling in de toekomst te verbeteren. Samenwerking Nazorgteam De samenwerking en afstemming van werkzaamheden met de betrokken medewerkers verliep goed. De frequentie en de duur van het overleg (tweewekelijks 2 uur) zorgt ervoor dat personen en acties goed in beeld blijven. De positieve resultaten en waardering van de ex-gedetineerden zelf, stimuleren enorm. Vooral ook het kunnen bieden van onderdak werpt zijn vruchten af wat ook motiverend en enthousiasmerend voor het team werkt. Punt van aandacht blijft voortdurend het afbakenen van taken en het bewaken van uurbesteding. Voorlichting in de regio Vanuit Kocon is, op basis van de eerste ervaringen met de succesvolle aanpak van de pilot, aangeboden om voorlichting te geven aan gemeenten in de regio. In de verslagperiode is van dit aanbod geen gebruik gemaakt. Wel is belangstelling getoond vanuit Justitie en de gemeente Lelystad.
Pagina 14
2.
Omvang en kenmerken gedetineerden
Voor het bijhouden van de gegevens is gebruik gemaakt van de Tool ex-gedetineerden (een Excelbestand voor het bijhouden en verwerken van gegevens) van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), de gegevens uit het DPAN en de verslagen van de twee wekelijkse bijeenkomsten van het ‘Nazorgoverleg’. Bij het weergeven van de cijfers is zo veel als mogelijk de indeling aangehouden van de monitor van het WODC.
Omvang (37 unieke personen) In de periode november 2012 tot en met december 2013 waren 37 unieke personen in detentie. In onderstaande tabel een nadere specificatie naar leeftijd. Leeftijden en aantallen
Aantal detenties van november 2012 t/m december 2013 november 2012 t/m december 2013
unieke mannen 2012 - 2013
unieke vrouwen 2012 - 2013
18 en 19 jaar
1
1
0
20 tot 23 jaar
8
8
0
23 tot 28 jaar
3
3
0
28 tot 40 jaar
14
12
1
40 tot 50 jaar
8
7
0
50 tot 60 jaar
3
3
0
60 jaar en ouder
2
2
0
39
36
1
Leeftijdsklasse
Totalen
Figuur 1: Tabel met overzicht naar leeftijd en geslacht
Kenmerken (36 mannen en 1 vrouw) De 37 personen in 2013 betrof: 36 mannen, een percentage van 97% en 1 vrouw een percentage van 3% vrouw 19.
19
In het overzicht ‘Uitstroom nazorgkandidaten per geslacht en regionale (politieregio Den Haag) gemeente op alfabet’ behorend bij de landelijke monitor van het WODC wordt bij de gemeente Katwijk voor het jaar 2013 de aantallen van 34 mannen en 8 vrouwen vermeld. Omdat er via DPAN in de verslagperiode 1 vrouw bij de gemeente Katwijk is aangemeld (die ook bezocht is) riep het aantal van 8 vrouwen vragen op. Navraag bij de Afdeling Analyse, Strategie en Kennis van DJI leverde de volgende verduidelijking: Het aantal unieke vrouwen in 2013 is 4, waarvan één vrouw 5x is ingesloten vanuit het politiebureau voor 5 verschillende zaken. Deze vrouw verbleef nooit langer dan drie weken per keer binnen de muren van justitie. Deze uitleg verklaart waarom de gemeente Katwijk geen melding via DPAN ontving èn laat bovendien zien dat de aantallen in het overzicht ‘Uitstroom’ van de politie geen unieke personen weergeeft, maar het aantal insluitingen.
Pagina 15
Bezoek aan gedetineerden in de PI’en (32) 32 (unieke) personen zijn door de trajectbegeleiders bezocht in de PI in de periode november 2012 tot en met december 2013. In totaal ging het om 42 face-to-face gesprekken in de verschillende PI’ en andere plekken. Daarnaast vonden vele telefonische contacten plaats met MMD-ers, (ex) gedetineerden en familieleden voor afstemming, advies en monitoring. Bezoek en gesprekken door trajectbegeleiders nazorg met (ex)gedetineerden uit Katwijk (1-11-2012 t/m 31-12-2013) Aantal
1e bezoek in PI aan unieke personen
32
e
2 bezoek in PI
2
3e bezoek in PI
2
Gesprek in kantoor Kocon na vrijlating of met partner (Callao, Katwijk)
6
Gesprek met gedetineerde elders na vrijlating (o.a. Binnenvest, TripleX)
5
Totaal aantal bezoeken/ gesprekken
42
Bij lang gestraften of op verzoek van gedetineerden zelf vonden meerdere bezoeken in de PI plaats. Het ging dan veelal om een complexe situatie en/of het terugkoppelen en afstemmen van de plannen na detentie. Tweemaal vond een gezamenlijk gesprek in de PI plaats met de trajectbegeleiders en de casemanager van het Project Reïntegratie voor een ‘warme overdracht’ en de zorgintake. Daarnaast is de casemanager eenmaal op bezoek geweest bij een gedetineerde in de PI.
Pagina 16
Drie personen gaven na een gesprek met de trajectbegeleiders te kennen geen prijs te stellen op vervolghulp (voor o.a. onderdak en verslaving). Zij vertegenwoordigen de kleine groep mensen die de geboden hulp afhouden en er bewust voor kiezen om hun situatie niet te veranderen. De kans op recidive bij hen is groot, onder meer vanwege verslavingsproblematiek. Belangrijke voorwaarde om nazorg in te kunnen zetten is echter dat de persoon in kwestie gemotiveerd is om problemen aan te pakken en weer op het ‘rechte pad’ te komen. Met 6 gedetineerden vond een gesprek in de kantoorruimte van Kocon plaats voor advies en/of praktische ondersteuning. Daarnaast vonden, veelal op verzoek van de gedetineerden zelf, gesprekken plaats met partners of andere verwanten.
Niet bezocht tijdens detentie in de PI (7) Niet bezocht in PI (november 2012 tot en met december 2013): Reden
Aantal
Melding DPAN op tijd, maar niet bezocht vanwege vervroegde vrijlating
3
Detentie was te kort voor (het regelen van) een bezoek binnen 5 werkdagen
4
Gedetineerde zelf wilde geen bezoek
0
Melding door gedetineerde zelf ná vrijlating (bij ontbreken melding DPAN)
0
Totaal
7
Verspreiding en duur in de PI’en (17 PI’en)
Figuur 4: Overzicht van het aantal gedetineerden dat niet in de PI bezocht is en de reden hiervoor
In de verslagperiode zijn 5 unieke personen tijdens hun detentie niet bezocht in de gevangenis. Reden dat zij niet bezocht konden worden waren ofwel een vervroegde vrijlating ofwel een melding in DPAN ná vrijlating door een korte detentieduur. Onder de groep ‘niet bezocht’ waren ook twee personen die eerder wel bezocht waren, maar na hun detentie opnieuw kort werden ingesloten vanwege ‘oude’ openstaande boetes 20.
20
Waar mogelijk is het streven om een aaneengesloten periode van detentie uit te zitten, zodat de inspanningen gericht op nazorg een grotere kans van slagen heeft. In de praktijk lukt dit niet altijd omdat eenmaal in detentie een koppeling van gegevens niet meer mogelijk is. Het ministerie heeft onlangs aangekondigd om dit knelpunt aan te pakken.
Pagina 17
Overzicht spreiding van de plaatsingen in een PI (12 verschillende) De detenties van Katwijkers vond plaats in 12 verschillende PI’en in Nederland. De meeste gevangenen werden geplaatst in Alphen (17x) en in Zoetermeer (8x). Overzicht plaatsingen in PI - november 2012 t/m december 2013 PI
Aantal personen
Percentage (afgerond)
1.
Almere
2
5%
2.
Alphen
17
45 %
3.
Breda
1
2%
4.
Dordrecht
1
2%
5.
Haarlem
1
2%
6.
Heerhugowaard
1
2%
7.
Hoogeveen
1
2%
8.
Krimpen ad IJsel
1
2%
9.
Lelystad
4
10 %
10.
Nieuwersluis
1
2%
11.
Zoetermeer
8
21 %
12.
Zwaag
2
5%
39
100,0%
Totalen
Figuur 5: Tabel met overzicht van spreiding en aantal plaatsingen van gedetineerden Totaal 39 plaatsingen van 37 unieke personen
Regionale plaatsing Om een soepele overdracht naar de gemeente en andere partners mogelijk te maken, is de afspraak in het Samenwerkingsmodel Nazorg tussen Justitie en gemeente (2009) vastgelegd om gedetineerden regionaal te plaatsen. Dit biedt de mogelijkheid om met een beperkt aantal PI’en en MMD-ers afspraken te maken, het beperkt de reistijden en bevordert de het bezoek door partners en familieleden. In 2013 was dit beleid merkbaar in de praktijk; in plaats van 17 verschillende PI’en in 2011/2012, werden in 2013 39 gedetineerden in 12 PI’en geplaatst.
Detentieduur In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe lang de detentie duurde en de aantallen Aantal november 2012 t/m december 2013
Percentage november 2012 t/m december 2013
Minder dan 2 weken
8
21 %
2 weken tot 1 maand
11
28 %
1 tot 3 maanden 3 tot 6 maanden 6 maanden tot een jaar Langer dan 1 jaar Onbekend Totaal
8 6 2 0 4 39
21 % 15 % 5% 0% 10 % 100%
Duur detentie
Figuur 6: Tabel met overzicht detentieduur naar aantallen in de periode maart 2011 t/m december 2013
Pagina 18
Voor 10% geldt dat gegevens ontbreken, bijvoorbeeld doordat navraag niet mogelijk was vanwege vervroegde vrijlating óf omdat de detentieduur nog niet bekend is omdat de gedetineerde nog vastzit.
Duur detentie 2012 en 2013 (14 maanden)
5%
10%
21%
< 2 weken 2 wkn tot 1 maand 1 tot 3 mnd-en
15%
3 tot 6 mnd-en 6 mnd-en tot 1 jaar 28%
Langer dan 1 jaar Onbekend
21%
Figuur 7: Detentieduur van gedetineerden uit Katwijk in percentages, periode nov. 2012 t/m december 2013
Percentages Uit de cijfers van de detentieduur volgt de conclusie dat 49% van de gedetineerden uit de gemeente Katwijk, binnen een maand weer uit detentie ontslagen werd. Voor 21% van de gedetineerden geldt dat zij binnen drie maanden uit detentie werden ontslagen. Dat wil zeggen dat 70% van de ingesloten gedetineerden uit Katwijk binnen 3 maanden weer in vrijheid gesteld zijn. 21 In de periode 2011/ 2012 lag dit percentage op 55%. Het grote percentage kort gestraften onderstreept het belang dat de gemeentelijke trajectbegeleiders zo snel als mogelijk (binnen vijf werkdagen) een bezoek brengen zodat zij hulp kunnen bieden en afspraken kunnen maken die een geslaagde terugkeer in de samenleving bevorderen. Het Nazorgteam borgt een snelle en adequate aanpak door tweewekelijks (en zo nodig wekelijks) bij elkaar te komen.
21
Volgens de rapportage ‘Gevangeniswezen in getal, 2012’van het DJI hebben veel personen die uitstromen uit een PI een korte detentieduur. Landelijk gezien komt 50% van de gedetineerden binnen een maand weer vrij. De gemiddelde detentieduur is landelijk vier maanden.
Pagina 19
Recidive (5%) In de beschreven 14 maanden zijn van het totaal aantal unieke personen (37) twee mannen opnieuw gedetineerd. In percentage uitgedrukt, betekent dit dat 5 % recidiveerde, meer precies: 5,40 %. Twee mannen bleken ná vrijlating nog een openstaande boete te hebben uit de periode voorafgaand aan hun opsluiting in 2013 en werden ná hun vrijlating als gevolg hiervan opnieuw ingerekend. De recidive van deze twee personen werd dus niet veroorzaakt door een terugval in criminaliteit ná hun vrijlating, maar door een nog openstaande boete. De geboden nazorg voorziet in een behoefte van mensen en de waardering die gedetineerde Katwijkers, hun partners/ kinderen en ouders hebben voor de aanpak van de gemeente Katwijk is groot. Omdat de reguliere voorzieningen en regelingen 22 in de praktijk geen soelaas bieden voor huisvesting, zijn vooral de alternatieve manieren voor onderdak een belangrijke factor om dakloze ex-gedetineerden nazorg te kunnen bieden en het risico op herhaling te voorkomen. Voor de totale periode, 1 maart 2011 tot en met december 2013, kan de conclusie getrokken worden dat de lokale aanpak van nazorg zondermeer effect heeft. De recidive gemeten over de periode sinds de start van de lokale nazorg in Katwijk 23 (een periode van bijna 3 jaar) is namelijk 9 %, meer precies: 8,77%. Het landelijke recidivepercentage binnen twee jaar na uitstroom was in 2010, het laatst gemeten jaar met een totaal van 31.846 gedetineerden, 31% 24.
22
Reguliere voorzieningen (zoals opvangvoorzieningen als beschermd wonen) en de regeling ‘Huisvesting bijzondere doelgroepen van de Vereniging Woningcorporaties Holland Rijnland (VWHR) waaronder ook de Koconwoningen vallen, bieden onvoldoende soelaas omdat hiervoor veelal een indicatie nodig is en omdat er lange wachttijden gelden, waardoor er bij vrijlating geen oplossing voorhanden is. Zo geldt voor het beroep op een Koconwoning een periode van 4 tot 6 maanden voordat er daadwerkelijk een woning beschikbaar komt. Wanneer tijdelijk onderdak bij vrienden of familie ontbreekt, is het enige alternatief dat overblijft het verwijzen naar het Slaaphuis in Leiden met een gemiddeld tekort van 20 slaapplekken per dag.
23
Vanuit onderzoek en prognoses is bekend dat recidivecijfers over een langere termijn minder gunstig zijn en toenemen. Daarnaast zijn er ook een aantal gedetineerden in beeld die geen nazorg willen en (nog) niet te motiveren zijn om hun levenswijze aan te passen.
24
Aanvullende informatie hierbij: Detentierecidivisten komen vaker uit gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Daarbij recidiveren mensen die uit de vier grote steden iets vaker (34,6%) dan degenen uit andere gemeente met meer dan 100.000 inwoners (32,7%). Gedetineerden uit kleinere gemeenten recidiveren minder vaak (28,6%). Bron: Gevangeniswezen in getal, 2008-2012, Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) JI - Afdeling Analyse, Strategie en Kennis, pagina 51. Mei 2013. Website www.dji.nl
Pagina 20
Aantallen en percentages gedetineerden en recidive 2012/ 2013 (14 maanden) 2; 5%
Gedetineerden met recidive Gedetineerden zonder recidive
37; 95%
Figuur 8: Detentierecidive van gedetineerden uit Katwijk in percentages, periode maart 2011 t/m oktober 2012
Pagina 21
3.
Gegevens en werkwijze vijf basisvoorzieningen
Dit hoofdstuk geeft de gegevens weer over de vijf basisvoorzieningen voor nazorg die met behulp van de Tool van het WODC zijn bijgehouden. Deze vijf voorwaarden zijn noodzakelijk voor een succesvolle terugkeer na detentie. De resultaten hiervan kunnen de effectiviteit van de nazorg bevorderen of afzwakken en maken dus een wezenlijk onderdeel uit van de nazorg. Zo hangen bijvoorbeeld de resultaten van nazorg niet enkel af van de begeleidingsvorm die wordt geboden, maar ook de beschikbaarheid van huisvesting en banen op de arbeidsmarkt. De gegevens zijn bijgehouden vlak voor detentie, direct na vrijlating en een half jaar na vrijlating. Onder iedere gegevenstabel volgt telkens een korte beschrijving van de huidige werkwijze en de eventuele verbeter- en knelpunten. In een aantal situaties waren de gegevens onbekend omdat deze niet ontvangen is vanuit de PI’en en deze ook niet meer te achterhalen waren omdat de contactgegevens ontbraken. De vijf basisvoorzieningen voor een goede nazorg en maatschappelijk herstel zijn: 1. Een geldig identiteitsbewijs. 2. Inkomen uit werk of (tijdelijk) een uitkering om direct na ontslag uit detentie in het eerste levensonderhoud te kunnen voorzien en indien arbeid niet haalbaar is een vorm van dagbesteding. 3. Huisvesting/ onderdak direct na ontslag uit detentie. 4. Inzicht in schulden en (indien mogelijk) een plan voor schuldhulpverlening. 5. Het vaststellen van zorgbehoeften en (indien van toepassing) het zorgen voor een passende indicatie en het realiseren van (continuïteit van) zorg.
Identiteitsbewijs (ID) ID bewijs vlak voor detentie vlak na detentie ja 26 24 nee 2 1 onbekend 11 10 nog in detentie 4 Totaal 39 39 Figuur 9: Overzicht aantal gedetineerden met en zonder geldig ID voor en na detentie
Een ID is noodzakelijk voor toegang tot de zorg, inkomen/ uitkering en verblijf/onderdak. Bij het ontbreken van een ID schakelen de trajectbegeleiders de hulp in van de nazorgcoördinator van de gemeente. De nazorgcoördinator vraagt vervolgens gegevens op (BRP) en regelt intern een afspraak met een medewerker van Publiekszaken en de gedetineerde tijdens een verlofdag of op de dag van vrijlating. In de verslagperiode is een sterke verbetering te zien als het gaat om het bezit van een geldig ID. Vanuit de PI’en wordt hier meer op toegezien en zo nodig actie ondernomen.
Pagina 22
Knelpunten In twee situaties waren de kosten voor de aanvraag van een ID een knelpunt. Dit is opgelost met een voorschot vanuit de bijzondere bijstand. Eind 2012 verliep de procedure bij het ontbreken van een ID binnen de gemeente erg moeizaam en traag, waardoor de nazorg onnodige vertraging opliep. Oorzaak was dat de lokale aanpak voor nazorg voor ex-gedetineerden intern nog niet bij alle relevante afdelingen bekend was. Dit knelpunt is nu opgelost.
Inkomen en werk Inkomen en werk vlak vóór detentie
vlak ná detentie
Andere uitkering
5
Andere uitkering
6
AOW
-
AOW
-
WWB in Katwijk
6
WWB in Katwijk
6
Studiefinanciering
-
Studiefinanciering
-
Geen inkomen
8
Geen inkomen
6
Inkomen uit arbeid
11
Inkomen uit arbeid
7
Onbekend
10
Onbekend
9 Totaal
39
35 Nog in detentie Totaal
4 39
Figuur 10: Overzicht aantal gedetineerden met en zonder inkomen/ werk voor en na detentie
Werk Wanneer een ex-gedetineerde een bijstandsuitkering (WWB) ontvangt dan verloopt het reintegratie traject richting werk via de consulent van het Team Werk en Inkomen. Gegevens hiervan zijn bekend bij de gemeente Katwijk. Knelpunten De eerder genoemde knelpunten voor personen van 18 tot 28 jaar 25 en gedetineerden die onder elektronisch toezicht 26 staan, zijn in deze verslagperiode niet aan de orde geweest.
25
18 tot 28-jarigen ontvangen de eerste 28 dagen geen bijstandsuitkering; zij moeten eerst actief op zoek naar werk of een opleiding. Het tonen van sollicitatiebrieven of inschrijvingen bij uitzendbureaus zijn vervolgens mede bepalend voor het recht op een uitkering. Deze regeling vormde tijdens de periode van de pilot nazorg in 2011 en 2012 een knelpunt waarna als oplossing is afgesproken dat ook hierbij maatwerk mogelijk is.
26
Tijdens de pilot verliep het regelen van een inkomen van gedetineerden onder elektronisch toezicht zeer moeizaam. Na lang onderzoek werd uiteindelijk duidelijk dat Justitie verantwoordelijk is voor deze doelgroep.
Pagina 23
Inkomen
Sinds 2012 worden alle intakes voor een bijstandsuitkering door Team Werk en Inkomen gedaan, behalve voor jongeren tot 28 jaar (hiervoor gelden andere wettelijke bepalingen). De afspraak voor een intake kan telefonisch vanuit detentie worden gemaakt. Het aanvraagformulier kan op verzoek digitaal naar de MMD-er van de betreffende PI verzonden worden. Inschrijven als werkzoekende is verplicht en kan digitaal plaatsvinden. De uitkeringsintake vindt bij voorkeur plaats op de dag van vrijlating en dit werkt prima in de praktijk. Voor de aanvraag zelf moet de betrokkene in ieder geval beschikken over een geldig ID bewijs, een recent bankafschrift en een bewijs van verlaten detentie. Het toekennen van een voorschot vindt zo nodig plaats binnen twee werkdagen. In de verslagperiode waren er geen grote knelpunten op dit gebied. Broodnood Wanneer een ex-gedetineerde tijdens het intakegesprek met de consulent van Team Werk en Inkomen aangeeft dat er - direct na vrijlating- noodzaak bestaat om over geld te beschikken, dan kan Team Werk en Inkomen hiervoor een procedure starten: de broodnoodprocedure. Er wordt dan maximaal € 100,- overgemaakt wanneer daadwerkelijk sprake is van broodnood. Voorwaarde is dat cliënt zelfstandig wonend moet zijn en geen geld op zijn bankrekening heeft staan. Wanneer hij inwonend is, wordt er vanuit gegaan dat cliënt kan mee-eten. Voor speciale noodgevallen kunnen de trajectbegeleiders voor de cliënt een beroep doen op het budget van de nazorg van waaruit € 100, - cash verstrekt kan worden. Dit is gedurende de verslagperiode niet voorgekomen.
Huisvesting / onderdak Huisvesting/ onderdak vlak vóór detentie vlak ná detentie Dakloos 4 2 Eigen woning 7 3 Huurwoning 11 8 Woont bij familie 9 11 Woont bij vrienden, kennissen 2 1 Onbekend/ niet bezocht 6 6 Opvang in zorg 2 Zebulon Lighthouse/ Zout 1 Koconwoning 1 Totaal 39 35 Nog in detentie 4 Totalen 39 Figuur 11: Overzicht aantal gedetineerden met en zonder huisvesting voor en na detentie
Naar aanleiding van de pilot voor lokale nazorg is afgesproken dat maatwerkoplossingen gezocht kunnen worden voor problemen die zich voordoen. Hierdoor was het mogelijk om gedurende de afgelopen drie jaar vijf dakloze ex-gedetineerden onderdak te bieden. Onder
Pagina 24
andere met hulp van particulieren en het Woonhuis van De Brug in combinatie met (woon)begeleiding vanuit De Brug, de Binnenvest of Palier. Deze aanpak draagt zonder meer bij aan het voorkomen van recidive, omdat dakloosheid een belangrijke criminogene factor is. Tijdelijk onderdak Er is een toenemende behoefte aan tijdelijk onderdak voor ex-gedetineerden. Dit omdat zij niet (meer) over een zelfstandige woonruimte beschikken of vanwege wachttijden voor deelname/ gebruik van voorzieningen zoals maatschappelijke opvang of een zorginstelling van verslavingszorg. Het betreft vooral de groep 18 tot 23 jarigen die thuis niet meer welkom zijn en die problemen ondervinden bij het vinden van onderdak na detentie. Onderdak zonder wachttijden is alleen mogelijk bij de nachtopvang in het Slaaphuis van De Binnenvest in Leiden (Nieuwe Energie, Papegaaisbolwerk 25). Vanwege het gebruik van verslavende middelen in/ rond deze locatie is het niet wenselijk om gedetineerden die clean willen blijven hier naar toe te sturen. Bovendien is er een steeds groter wordend tekort aan bedden in het Slaaphuis (in totaal 40 slaapplekken voor de hele regio). Bij andere mogelijkheden voor onderdak is ook sprake van wachttijden en niet alle gedetineerden komen in aanmerking voor deze voorzieningen.
Slaaphuis De Binnenvest, Papegaaisbolwerk 25 in Leiden voor de nachtopvang van daklozen
Knelpunten Het ontbreken van huisvesting/ onderdak geeft extra risico’s voor herhaling in criminaliteit en toename van overlast. Er is vooral een tekort aan tijdelijk onderdak in afwachting van een plek in een Koconwoning, zorginstelling, beschermd of begeleid wonen. Het komt regelmatig voor dat verdachten na rechtspraak plotseling vrij komen zonder dat er tijd was om onderdak te regelen. Ook andere woonvormen die geïnitieerd worden vanuit centrumgemeente Leiden zijn nog in een ontwikkelingsfase zoals de ‘Scheve huisjes’ 27
27
‘Scheve huisjes’ zijn mobiele woonruimten voor mensen die niet kunnen functioneren in gangbare huizen. Het is de bedoeling dat er de komende jaren vijf ’scheve huisjes’ in Leiden en tien in de regio komen. De Scheve Huisjes die er al staan (1 in Leiden, 2 in Alphen), zijn succesvol.
Pagina 25
Schulden Schulden vlak vóór detentie vlak ná detentie Ja 22 19 Nee 7 Onbekend 10 20 Totaal 39 39 Figuur 12: Overzicht aantal gedetineerden met en zonder schulden voor en na detentie
Schuldenregeling vlak vóór detentie vlak ná detentie ja 2 1 nee 14 13 onbekend 23 25 Totaal 39 39 Figuur 13: Overzicht aantal gedetineerden met een regeling voor de schulden voor en na detentie
In het verslagjaar is een verbetering te zien van de gegevens zoals vermeld in het DPANformulier, aangeleverd vanuit de PI. Taken van de MMD-er om gedetineerde te wijzen op belangrijke zaken zoals het stop zetten van de zorgverzekering (van belang om schulden te voorkomen) krijgen allengs meer aandacht. Of het benadrukken hiervan vanuit de gemeente Katwijk hiertoe heeft bijgedragen is niet bekend, maar mogelijk zal het geholpen hebben. De inventarisatie naar schulden in de PI wordt nog steeds onterecht beantwoord met een ‘nee’. Gedetineerden beantwoorden de vraag ontkennend om er vanaf te zijn of uit schaamte. Knelpunten Tijdens detentie kunnen schulden hoog oplopen. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een geldboete naar aanleiding van het gepleegde delict, maar ook rekeningen voor vaste lasten en al bestaande schulden kunnen niet betaald worden en stapelen zich veelal op. Het gesprek met een medewerker van het BIP bood verduidelijking van de werkwijze van het BIP. Tijdens de detentie kan gebruik gemaakt worden van de formulieren van het BIP om alvast een inventarisatie van schulden en schuldeisers te maken. Verdere concrete afspraken voor schuldhulpverlening aan ex-gedetineerden waren niet mogelijk.
Zorg Het onderdeel begeleiding en zorg is vanuit de pilot uitgevoerd door de casemanager van het Project Reïntegratie. Vanwege de eerdere ervaringen (het project is in 2002 gestart) is er veel kennis en ervaring binnen dit project, wat uiteraard een groot voordeel is. De lijnen met veel andere zorginstellingen zijn kort en de samenwerking verloopt erg positief. Er zijn twee knelpunten te noemen bij de verwijzing naar zorginstellingen of verslavingsklinieken vanuit het Project Reïntegratie: De wachttijden en het tekort aan plaatsen; Een te hoge dosis methadongebruik tijdens detentie, waardoor opname in een zorginstelling of een woon- en leefgemeenschap zoals de Horeb niet mogelijk is. Pagina 26
Zorg Geen hulp nodig Jeugdzorg (voor de kinderen) Maatschappelijk werk Meerdere zorgverleners 28 Psychiatrische zorg/ GGZ Reclassering (justitiële titel) Project Reïntegratie Verslavingszorg Onbekend (nog in detentie) Totaal
vlak voor detentie vlak na detentie 12 12 6 2 3 17 1 1 17 7 39 39
Figuur 14: Overzicht aantal gedetineerden met en zonder zorg voor en na detentie
Overdracht naar Project Reïntegratie voor het initiëren van zorgtrajecten In het verslagjaar zijn 17 gedetineerden door de trajectbegeleiders overgedragen aan de casemanager van het Project Re-integratie. De casemanager van het Project Reïntegratie heeft vervolgens gezorgd voor een toeleiding/ bemiddeling naar andere zorginstellingen, al dan niet als voortraject voor deelname aan het project zelf. Het Project Reïntegratie vervult een onmisbare rol voor de begeleiding naar zorg en maatschappelijk herstel.
28
Waaronder Triple-ex, Palier, De Binnenvest, en het Project Reïntegratie
Pagina 27
4.
Conclusie en aanbevelingen
De belangrijkste conclusie van het verslagjaar is dat de inspanningen aantoonbare resultaten opleverde: de recidive is opnieuw afgenomen. In 2013 was het recidivepercentage 5 %. Over de gehele periode na de start van de lokale nazorg in maart 2011 is de recidive onder alle gedetineerden t/m 31 december 2013: 9%. Voor het jaar 2013 geldt dat twee personen zijn teruggevallen nadat zij in vrijheid gesteld waren. Van alle bezochte gedetineerden in de periode maart 2011 t/m december 2013 zijn in totaal 10 gedetineerden gerecidiveerd. Voor de periode van 34 maanden geldt voor het meten van recidive nog steeds dat dit een relatief korte periode is en geen garantie geeft dat de betrokkenen gedurende een langere periode delictvrij blijven. In het verslagjaar 2015 kan dit mogelijk met meer zekerheid gesteld worden. Bij de start van de pilot zijn de volgende doelen geformuleerd: 1. Er is contact met minimaal 80% van het aantal gedetineerden afkomstig uit Katwijk. 2. Het percentage recidive (gemeten over 2 jaar) onder ex-gedetineerden afkomstig uit Katwijk is afgenomen. 3. Er zijn concrete werkafspraken gemaakt met instanties die een belangrijke rol spelen bij de nazorg. 29 Deze afspraken worden voorbereid, teruggekoppeld en/ of uitgevoerd in nauwe samenwerking met de gemeentelijke coördinator nazorg. 30 Ad 1.
Minimaal 80% van de gedetineerden uit Katwijk is bezocht
In totaal waren er 39 detenties van 37 unieke personen. Hiervan zijn er 7 niet bezocht binnen de afgesproken vijf werkdagen. Kortom, dit doel is bereikt: 82 % is bezocht. Ad 2
Afname recidive
Op basis van het geformuleerde meetpunt zou de nazorg voldoende effectief zijn als 43% uit de voorliggende periode niet recidiveert. Voor de periode van 1 november tot en met 31 december is sprake van 5% recidive. Gedurende de gehele periode van 34 maanden is de recidive terug gedrongen naar 9%. Het doel is zondermeer behaald. Ad 3
Werkafspraken met ketenpartners
De kern van de samenwerking binnen de pilot is de werkwijze op individueel niveau (casusniveau). Voor elke gedetineerde die aangemeld wordt via het DPAN volgt een persoonlijk traject met maatwerk. Hierin worden ketenpartners betrokken, waarmee gedurende de afgelopen maanden werkafspraken zijn gemaakt (zie Hoofdstuk 1, onder kennismaking en werkbezoeken). Door de ontwikkeling en uitvoering van de nazorgtrajecten
29
Zoals gevangenissen, politie, de advocatuur, de gemeentelijke nazorgcoördinator en gemeentelijke afdelingen, het Project Reïntegratie, zorginstellingen, Algemeen Maatschappelijk Werk (Kwadraad) en het BIP (schuldhulpverlening gemeente Katwijk).
30
Bron: Pilot Nazorg ex-gedetineerden Katwijk, Voorstel Stichting Kocon voor een pilot van twee jaar voor de nazorg aan ex-gedetineerden uit de gemeente Katwijk. Stichting Kocon, december 2010.
Pagina 28
krijgt de samenwerking van de betrokken organisaties concrete vormen. Zo is al werkend duidelijker geworden welke inzet verwacht wordt en van wie. Kortom alle beoogde doelen en uitkomsten van de pilot zijn behaald. Daarnaast gaf de pilot de volgende positieve resultaten: De waardering voor de aanpak van nazorg van de gemeente Katwijk door de gedetineerden zelf én het thuisfront is positief. Het bezoek in de PI en de persoonlijke benadering en aanpak motiveert gedetineerden en relaties om actie te ondernemen; doordat de gedetineerden persoonlijk worden opgezocht in de PI en/of een uitnodiging krijgen voor een gesprek direct na vrijlating, is een beter beeld ontstaan van de exgedetineerden en de problemen die zij ervaren bij een zo goed mogelijke terugkeer en maatschappelijke reïntegratie. Dit biedt nadere mogelijkheden voor oplossingen; de medewerking vanuit de PI’en is erg positief, zij onderkennen dat samenwerking meer kansen geeft op een tijdige aanpak om recidive te voorkomen; de gemeente ontwikkelde activiteiten voor vroegtijdige interventies en maatwerk; door voortdurende terugkoppeling van het verloop en het volgen van de ex-gedetineerden (monitoring) kan eerder gehandeld worden om terugval te voorkomen. afstemming en een gezamenlijke uitvoering door de betrokken partijen leidt tot meer/ betere kansen op een succesvolle terugkeer. Dit zal naar verwachting meer en positieve effecten opleveren: meer welzijn en gezondheid voor gedetineerden en een lokale samenleving die veiliger is.
Aanbevelingen Op basis van de uitkomsten is de conclusie dat het ontwikkelen en uitvoeren van de nazorgactiviteiten succesvol verlopen is. De belangrijkste aanbeveling die hieruit voortvloeit, is het voortzetten van de nazorgactiviteiten door de gemeente Katwijk. Naast alle positieve uitkomsten zijn er tijdens de proefperiode ook knelpunten naar voren gekomen. De belangrijkste daarvan vatten we samen in de verschillende aanbevelingen. Aanbevelingen met betrekking tot de lokale aanpak voor nazorg Onderdelen van de nazorg die een verbetering, uitwerking of besluit vragen: Nader onderzoek over de (bestaande) mogelijkheden die onderdak/ huisvesting bieden; mogelijkheden voor tijdelijke opvang/ onderdak uitbreiden door maatregelen en/of opvangvoorzieningen in Katwijk; (meer) aandacht voor het oplossen van de knelpunten van jongeren van 18 tot 23 jaar; Aanbevelingen met betrekking tot de PI’en: Meldingen in het DPAN tijdig doorgeven, ook van kortgestraften en bij overplaatsingen en vrijlatingen. Aanbevelingen Veiligheidshuis: Het doorgeven van gegevens uit het DPAN van gedetineerden uit Katwijk.
Pagina 29
Nazorg aan de jeugd van 12 tot 18 jaar Dankzij de pogingen vanuit het Nazorgteam is er een samenwerkingsverband tot stand gekomen in het kader van de nazorg voor jeugdige ex-gedetineerden van 12 tot 18 jaar. De nazorgcoördinator van de gemeente Katwijk krijgt sinds 2013 standaard een uitnodiging voor het Trajectberaad. Dit is weliswaar niet de beoogde samenwerking zoals deze plaats vindt vanuit de aanpak van de nazorg bij volwassenen, maar vooralsnog blijkt een nauwere samenwerking niet mogelijk vanwege de regionale aanpak en wettelijke kaders. Uit de beschikbare cijfers blijkt overigens dat het aantal jongeren dat in hechtenis was, minimaal was; het ging om 3 jongeren. Voorstel voor opvang jongeren Gelet op het knelpunt huisvesting voor jongeren van tot 23 jaar wordt gezamenlijk met de ketenpartners gezocht naar een oplossing. Hierbij wordt gedacht aan tijdelijke opvang met behulp van inwoners. Stichting Kocon zal hiertoe een apart voorstel indienen.
Pagina 30
Bijlage 1
Aanleiding Pilot Nazorg ex-gedetineerden Katwijk
In juli 2009 hebben het Ministerie van Justitie en de gemeenten het ‘Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-)gedetineerde burgers’ 31 ondertekend. In dit Samenwerkingsmodel is vastgelegd wat de wederzijdse taken op het gebied van nazorg aan (ex-)gedetineerden zijn. Kortweg komt het erop neer dat Justitie verantwoordelijk is voor de nazorg binnen de gevangenis en de gemeente daarbuiten. De acties die hiervoor worden uitgezet, dienen goed op elkaar aan te sluiten. Nazorg wordt bij voorkeur tijdens de detentieperiode opgestart. Justitie heeft daarom in alle Penitentiaire Inrichtingen (PI) Medewerkers Maatschappelijke Dienstverlening (MMD) aangesteld. Zij screenen de gedetineerden na binnenkomst in de PI en brengen zijn (of haar) hulpvragen in kaart. Deze hulpvragen koppelen zij terug naar de gemeenten via het Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN) met de bedoeling dat de gemeenten hier, zo nodig en mogelijk, actie op ondernemen. Uit landelijke voorbeelden en onderzoek kwam naar voren dat ex-gedetineerden gebaat zijn bij persoonlijke begeleiding in hun nazorgtraject. Wanneer zij hulp krijgen bij het regelen van zaken en hulp bij het aanpakken van problemen, zoals verslaving, is de kans minder groot dat een ex-gedetineerde terugvalt in zijn of haar oude (criminele) gedrag. De ambitie van het Rijk is om met behulp van nazorg de recidive met 10 procentpunt te verlagen. september 2009 werd bekend dat de centrumgemeenten in 2010 en 2011 tijdelijk extra middelen van het Rijk zouden krijgen voor de vormgeving van de nazorgcoördinatie. De gemeente Katwijk sprak diverse malen met centrumgemeente Leiden over de inzet van deze Rijksmiddelen voor de regio Zuid-Holland Noord, waartoe Katwijk behoort. Een concrete uitwerking van een regionale coördinatie van de nazorg (via het Veiligheidshuis Leiden) liet echter op zich wachten. De gemeente Katwijk besloot niet langer te wachten en zette in op lokale coördinatie en aanpak van de nazorg.
In
In juni 2010 gaf de gemeente Katwijk met de notitie ‘Sluitende aanpak nazorg (ex-)gedetineerden gemeente Katwijk’ een aanzet voor de lokale aanpak van de nazorg. Naar aanleiding van deze notitie en de ervaringen vanuit het Project Reïntegratie bood Stichting Kocon in december 2010 aan om de nazorg lokaal in te vullen in plaats van diensten bij de Reclassering in te kopen, zoals aanvankelijk werd voorgesteld. De beoogde aanpak beschreef Stichting Kocon in de notitie ‘Pilot nazorg ex-gedetineerden Katwijk’. Het aangepaste voorstel van de gemeente met als onderdeel de uitvoering van een tweejarige pilot zoals voorgesteld door Kocon werd op 3 maart 2011 door de gemeenteraad goedgekeurd. De gemeente Katwijk en Kocon spraken af om samen op te trekken in de verdere uitwerking van de nazorg aan (ex-)gedetineerden. Uitgangspunt hierbij was om (ex)gedetineerden individuele ondersteuning te bieden bij praktische regelzaken en hulp op het gebied van huisvesting, ID, inkomen/ schulden, ID, zorg en werk. In maart 2011 startte de pilot.
31
http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/dossiers/nazorg-exgedetineerden/samenwerkingsmodel-vng_2011.pdf
Pagina 31
Bijlage 2
Organisatie en werkwijze
In het onderstaande schema geven we weer hoe de verantwoordelijkheden liggen voor wat betreft de inzet vanuit Kocon in nauwe samenwerking met de gemeente Katwijk. Kort samengevat geldt dat de eindverantwoordelijkheid zowel financieel als inhoudelijk bij het bestuur van Stichting Kocon ligt.
c
Ketenpartners: Penitentiaire Inrichtingen (PI’en) Politie Hollands Midden Reclassering en Palier Veiligheidshuis Leiden De Brug Midden Nederland, Brijder, GGZ en Binnenvest Gemeente Katwijk; coördinator nazorg - Afdelingen Samenleving, Formulierenbrigade en BIP Woningcorporatie Dunavie
32
Overige organisaties o.a.: Welzijnskwartier 32 Kwadraad: AMW en Broodnodig UWV Werkbedrijf Kringloop Katwijk en VisieR Kerken (Stichting Grip op de Knip) Ver. Relaties (Ex) Gedetineerden Holland Rijnland/ VWHR Ministerie van Justitie
Stichting Kocon heeft zelf geen personeel in dienst, maar brengt deze onder bij samenwerkingspartners. De twee trajectbegeleiders nazorg (ieder 14 uur p. week) zijn bij Welzijnskwartier ondergebracht, een algemene welzijnsinstelling in Katwijk. De casemanager van het Project Reïntegratie (24 uur p. week) is aangehaakt bij de GGZ-instelling De Brug Midden Nederland.
Pagina 32
Werkwijze In het voorstel voor de Pilot Nazorg is de beoogde werkwijze van de pilot beschreven. In de praktijk is dit nader ontwikkeld. De huidige werkwijze is hieronder in schema weergegeven. Werkwijze nazorg ex-gedetineerden i.s.m. Project Reïntegratie en gemeente
Aanmelding/ start Via het digitale systeem (DPAN) ontvangt de coördinator nazorg van de gemeente informatie van iedere Katwijker die aangemeld is voor detentie of preventieve hechtenis. Daarnaast zijn er aanmeldingen via het Veiligheidshuis (Katwijkers die als dakloze ingeschreven staan in Leiden) of (ex)gedetineerden melden zichzelf. De nazorgcoördinator geeft de melding binnen twee werkdagen door aan de trajectbegeleiders aangevuld met actuele informatie (bv. uit de gemeentelijke basisadministratie). De trajectbegeleider neemt contact op met de casemanager van het Project Reïntegratie om te checken of de persoon hier mogelijk al bekend is. Hierna volgt contact met de medewerker in de PI (MMD-er) en volgt (desgewenst) een afspraak met verdachte/ gedetineerde zelf. Bij een kort verblijf of een te late melding volgt een afspraak met de ex-gedetineerde in de kantoorruimte van Kocon in Katwijk.
Bezoek/ Inventarisatie Binnen 5 werkdagen na de melding door de nazorgcoordinator vindt een eerste gesprek plaats in de PI met de gedetineerde. Inventarisatie situatie : huisvesting, werk, inkomen, schulden, zorgbehoefte en de plannen na detentie. Daarnaast ook inventarisatie en adviezen m.b.t. praktische zaken zoals regelen van een ID en het stopzetten van zorg-en huurtoeslag en ziektekostenverzekering. Indien de gedetineerde verdere ondersteuning wenst, behandeling voor verslaving wil of deelname aan het Project Reintegratie dan worden direct de vervolgafpraken gemaakt. Dit kan de gedetineerde ook later nog aangeven door telefonisch contact op te nemen met de trajecbegeleiders. De gedetineerden ontvangen een folder van het Pr.Reïntegatie en visitekaartjes van de trajectbegeleiders.
Afstemmen nazorg Indien zo afgesproken met de gedetineerde volgt na het bezoek in de PI contact met direct betrokkenen (zoals een partner) en/of wordt informatie verzameld die nodig is voor het vervolgtraject. In het 2-wekelijks Nazorgoverleg (cliëntniveau) vindt bespreking en afstemming plaats over de mogelijkheden voor een aanpak, de taakverdeling en de vervolgacties. Als een persoon behoefte heeft aan psychische zorg en/of verslavingszorg en/of maatschappelijke opvang, dan volgt veelal overdracht naar de casemanager van het Project Reïntegratie, die hiertoe de kennis en contacten heeft. Dit geldt ook voor gedetineerden die (nog) niet kunnen deelnemen aan het Project Reïntegratie of een andere zorgbehoefte/-wens hebben. De praktische zaken (ID, inkomen,ed) worden veelal opgepakt door de traject-begeleiders in nauwe samenwerking met de coördinator nazorg van de gemeente.
Uitvoeren nazorg
Afsluiten nazorg
Volgen proces nazorg
Na afstemming over de aanpak in het Nazorgoverleg volgt terugkoppeling en afstemming hiervan met de verdachte/ gedetineerde. Dit leidt al dan niet tot vervolgafspraken, bijvoorbeeld een 'warme' overdracht naar het Project Reïntegratie. Verder vindt terugkoppeling en afstemming plaats met de medewerker in de PI en eventueel Reclassering.
Na afronding van de afgesproken acties door de trajectbegeleiders, bij de overdracht naar andere hulpverlening of het Project Reïntegratie wordt de nazorg afgesloten met een korte terugblik op de geboden nazorg (meten tevredenheid en aanbevelingen). Daarnaast afspraken voor telefonisch contact na een 1/2 jaar.
Het Nazorgteam volgt de situatie van de ex-gedetineerde door terugkoppeling tijdens het Nazorgoverleg en telefonische- of mailcontacten.
Hierna volgen de verdere voorbereidende acties met relevante ketenpartners zoals de gemeente en zorginstellingen. De acties liggen op het gebied van o.a. ID, inkomen, schulden, huisvesting/ onderdak en zorg (bv.regelen opname bij verslaving). Tijdens detentie of direct na de vrijlating van een gedetineerde volgt eventueel een gesprek met de trajectbegeleiders en/ of de casemanager voor het nader bespreken van de vervolgacties en het maken van afspraken.
De casemanager van het Project Reïntegratie en de coördinator nazorg van de gemeente blijven zo nodig voor een langere tijd betrokken bij het uitvoeren van nazorgtaken, bv. inkomen en zorg. De nazorg eindigt voortijdig als de gedetineerde geen gevolg geeft aan het nakomen van afspraken. Het advies voor nazorg zoals gegeven aan een gedetineerde, de afspraken en acties t.b.v. nazorg worden in een apart document bijgehouden en op hoofdlijnen in de registratietool. Hiermee is het ook mogelijk om als gemeente een goed beeld te krijgen van omvang, kenmerken en knelpunten.
Pagina 33
Om de stand van zaken goed te monitoren is er in na 6 maanden en een jaar opnieuw contact; de gedetineerde kan dan nog zijn of haar eventuele vragen kwijt en de trajectbegeleider doet navraag over de situatie rond de 5 basisvoorwaarden. Voor deelnemers aan het Project Reintegratie verloopt de terugkoppeling over het verloop n.a.v. evt. knelpunten en/of halfjaarlijks via het Nazorgoverleg. Recidive wordt opgemerkt doordat er opnieuw een melding binnen komt via het DPAN. Dit wordt opgenomen in de Tool exgedetineerden. Tijdens het Nazorgoverleg wordt ook de voortgang van de individuele personen bewaakt (incl. terugval nav melding DPAN). De te ondernemen acties worden ook besproken in het Nazorgoverleg.
Bijlage 3
Cijfers periode 1 maart 2011 t/m 31 december 2013 Aantal gedetineerden van maart 2011 t/m december 2013
Maart t/m Leeftijdsklasse december 2011 18 en 19 jaar 0 20 tot 23 jaar 4 23 tot 28 jaar 5 28 tot 40 jaar 13 40 tot 50 jaar 15 50 tot 60 jaar 4 60 jaar en ouder 3 Totalen 44 Recidive in aantal
7
Januari 2012 t/m oktober 2012 1 3 2 14 7 4 2 33
November 2012 t/m december 2013 1 8 3 13 7 3 2 37
Totaal aantal maart 2011 t/m december 2013 2 15 10 40 27 11 7 114
1
2
10
Recidive maart 2011 t/m december 2013 in percentage
unieke mannen 2011 - 2013 2 13 10 36 25 11 6 105
unieke vrouwen 2011 - 2013 0 2 0 4 2 0 1 9
10
0
9%
Figuur 1: Tabel met overzicht naar leeftijd en geslacht
Percentages leeftijdsgroepen 2% 6% 11%
12% 18-19 jaar 20 tot 23
10%
23 tot 28 28 tot 40 40 tot 50
24%
50 tot 60 > 60
35%
Figuur 2: Onderverdeling naar percentage per leeftijdsgroep - 1 maart 2011 t/m 31 december 2013
Overzicht plaatsingen naar PI’en
PI
2011 maart t/m december
2012 Januari t/m oktober
Aantal pers.
Aantal pers.
Nov.2012 t/m dec. 2013
2011/ 2013
2011 t/m 2013
Totalen
Percentage
1.
Almere
2
1
2
5
5%
2.
Alphen
10
7
17
34
28%
3.
Amsterdam
2
1
-
3
2%
4.
Breda
2
1
1
4
4%
5.
Dordrecht
2
2
1
5
5%
6.
Haarlem
1
-
1
1
1%
7.
Heerhugowaard
1
3
-
4
4%
8.
Hoogeveen
1
1
1
3
2%
9.
Krimpen ad IJsel
1
1
1
3
2%
10.
Lelystad
8
4
4
16
13%
11.
Nieuwegein
0
1
-
1
1%
12.
Nieuwersluis
1
2
1
4
4%
13.
Rotterdam
3
-
-
3
2%
14.
Scheveningen
4
-
-
4
4%
15.
Ter Peel
2
-
-
2
2%
16.
Veenhuizen
1
-
-
1
1%
17.
Zoetermeer
9
10
8
27
22%
18.
Duitsland
1
-
-
1
1%
51
34
39
124
100,0%
Totalen
Figuur 3: Spreiding en aantal gedetineerden per PI in de periode 2011 t/m 2013 in aantal en percentages
35
Landelijke cijfers recidive Met het instrument ‘REPRIS’ kan een selectie gemaakt worden uit het cijfermateriaal van de landelijke WODC-Recidivemonitor 33. De monitor brengt de 'strafrechtelijke recidive’ in kaart. De cijfers zijn gebaseerd op gegevens uit de justitiële documentatie. REPRIS geeft aan hoe hoog de recidive is, maar laten geen oorzaken of effecten zien. Het gaat om beschrijvende statistieken niet herleidbaar tot individuele personen.
De selectie uit REPRIS zoals weergegeven in bovenstaande figuur heeft de volgende specificaties: Onderzoeksgroep:
Daders met een strafzaak; personen met een justitiecontact n.a.v. een misdrijf. Het gaat om zaken afgedaan door het OM, geëindigd in een schuldigverklaring door de rechter en zaken die nog niet zijn afgedaan. Recidivecriterium: algemene recidive. Nieuwe, geldige justitiecontacten naar aanleiding van enig misdrijf, ongeacht de aard en ernst van de gepleegde delicten. Statistiek: prevalentie (alle categorieën). Het percentage personen uit de onderzoeksgroep met minstens één nieuw, geldig* justitiecontact. Groepskenmerk: totale groep Jaar aanmaak gegevens:2012 Selectieperiode: 2009
33
De gegevens voor het onderzoek zijn afkomstig uit de Onderzoek- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie (OBJD), een database die speciaal met het oog op de Recidivemonitor is ontwikkeld. Bron: http://www.wodc.nl/onderzoek/cijfers-en-prognoses/Recidive-monitor/repris/
36
Specificaties: Onderzoeksgroep: Recidivecriterium: Statistiek:
Daders met een strafzaak; algemene recidive prevalentie (alle categorieën) Het percentage personen uit de onderzoeksgroep met minstens één nieuw, geldig justitiecontact. Groepskenmerk: leeftijd bij inschrijving van de uitgangszaak bij het OM Jaar aanmaak gegevens: 2012 Selectieperiode: 2009
37
Bijlage 4
Lijst met afkortingen
AMW
Algemeen Maatschappelijk Werk
BIP
Budget InformatiePunt (Schuldhulpverlening gemeente Katwijk)
BJZ
Bureau jeugdzorg
BRP
Basisregistratie Personen (voorheen Gemeentelijke Basisadministratie/ GBA)
CJIB
Centraal Justitieel Incasso Bureau
CCV
Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
DigiD
Digitale Identiteit
DJI
Dienst Justitiële Inrichtingen
DPAN
Digitaal Platform Aansluiting Nazorg
GGD
Gemeentelijke gezondheidsdienst
GGZ
Geestelijke gezondheidszorg
ID
Identiteitsbewijs
IOAW
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemer
MMD-er
Medewerkers Maatschappelijke Dienstverlening
PI
Penitentiaire Inrichting
PMO
Psycho Medisch Overleg
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
WODC
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
WMO
Wet maatschappelijke ondersteuning
WWB
Wet Werk en Bijstand
38
Platform en Stichting Kocon Het Platform Kocon is een samenwerkingsverband in de gemeente Katwijk van lokale en regionale organisaties die werken op het gebied van verslavingspreventie en handhaving, verslavingszorg en maatschappelijk herstel of hiermee raakvlakken hebben. Indien wenselijk initieert, ontwikkelt en implementeert het Platform zelf activiteiten. De Platformleden komen maandelijks bij elkaar. Een Katwijkse huisarts, H.C. Moolenburgh, fungeert als onafhankelijk voorzitter van het Platform. De samenwerkingspartners in Platform Kocon zijn: - GGD- Hollands Midden - Politie Nederland, Eenheid Den Haag - De Brug Midden-Nederland - Gemeente Katwijk - Brijder - Stichting Welzijnskwartier (voorheen Factor Welzijn) - GGZ Duin- en Bollenstreek - Huisartsen Katwijk - WMO-Adviesraad Op uitnodiging van het Platform nemen ook andere organisaties deel aan de Platformvergaderingen of maken deel uit van de verschillende project- en werkgroepen van het Platform. De Stichting Kocon fungeert als rechtspersoon en beheert de financiën van het Platform. Op de website www.kocon.nl zijn diverse documenten te vinden over de activiteiten van het Platform Kocon, waaronder het jaarlijkse Activiteitenplan.
Callaoweg 1 2223 AS Katwijk
Contactpersoon Platform en Stichting Kocon: Thea Guijt Telefoon: 071-4015216 E-mail :
[email protected] Website: www.kocon.nl Portefeuillehouder Nazorg ex-gedetineerden Stichting Kocon: Albert van der Plas Telefoon : 06-12944431 E-mail:
[email protected]