JAARVERSLAG 2013 STADSBOUWMEESTER
OLDENZAAL
INHOUDSOPGAVE 1. Voorwoord
3
2. Conclusies en aanbevelingen
5
3. Aan de stadsbouwmeester voorgelegde ontwikkelingen
7
4. De stadsbouwmeester
13
1. VOORWOORD
OLDENZAAL JAARVERSLAG 2013
Onlangs werd de Nederlandse architecte Francine Houben (Mecanoo architecten) door het Britse tijdschrift ‘Architects’ Journal’ uitgeroepen tot ‘woman architect of the year’. Tegelijk werd ze in Nederland benoemd tot lid van de Academie van Kunsten en won ze in Washington de prestigieuze competitie voor wijziging van de Martin Luther King-library. Zo’n vrouw wordt geïnterviewd en geeft haar ervaringen van over de wereld weer. Haar valt op dat we in Nederland met zo weinig regels een behoorlijke kwaliteit van de ruimte weten te bereiken en vast te houden. Een mooi statement op het moment dat we hier in Nederland juist de overtuiging gestalte geven dat we met minder regels toe zouden moeten. Die slogan gaat niet altijd gepaard met een scherp besef van welke regels we eigenlijk allemaal hebben en waarvoor die ook alweer waren. Soms wil een gemeenteraad met volle overtuiging af van elke overheidsbemoeienis met bouwen (tenzij het over veiligheid en gezondheid gaat) en pleit een gemeenteraad een dorp verderop juist voor een scherper geformuleerd beleid voor ruimtelijke kwaliteit. In beide gevallen moet nog even worden verduidelijkt of het gaat om betere bestemmingsplannen (bouwlocatie, gebouwfunctie en bouwvolume), of om welstandsbeleid (hoe wordt gebouwd?). Zo gezien hebben niet alleen burgers last van de complexiteit van het veld met regels, ook een raadslid kan soms door de bomen het bos niet meer zien. En als je als raadslid net bent gekozen en je hebt je idealen precies op een rijtje, dan is het een hele kunst om je hoofd daarbij te houden als die idealen worden geconfronteerd met het bouwwerk van wet- en regelgeving, waarvoor de gemeenteraad verantwoordelijkheid draagt. Bij het vereenvoudigen van welstandsbeleid tot de effectieve en efficiënte kern, hebben we in de afgelopen jaren vele discussies gevoerd met raden en raadscommissies, met burgers, ontwerpers en belangengroepen. Die houden ons scherp met het definiëren van beleid, met de motivering achter standpunten en met de werkwijzen van commissies en stadsbouwmeesters. En het resultaat was vrijwel altijd een beter passend kwaliteitsbeleid en/of een beter op maat gemaakte werkwijze. Naast het werken met een commissie bieden we nu ook sinds enkele jaren de stadsbouwmeester aan. Gemeenten hebben een toenemend aantal mogelijkheden als het gaat om de organisatie van welstand. In de rond 30 gemeenten waar we als adviseur werken, is langzaamaan geen situatie meer gelijk: iedereen wordt op maat bediend. De entree in nieuwe werkgebieden zoals eertijds Flevoland en nu Drenthe en Gelderland, geeft aan de innovaties weer nieuwe impulsen. In alle gevallen is de dialoog essentieel. Die zoeken we dan ook graag. Altijd weer is de discussie in de raadscommissie, de wandeling door een centrumgebied of wijk aanleiding om de contacten te versterken, de uitgangspunten voor beleid te herijken en de blik op de eigen omgeving te vernieuwen. Vooral de wandeling waarderen we zeer: we leren er veel van en kunnen dan wederzijds veel van onze kennis en ervaring delen. De reacties zijn altijd positief en het fundament onder een aanpassing van gemeentelijk beleid is er altijd beter door geworden. Het jaarverslag dat voor u ligt, geeft een beeld van de werkwijze van de stadsbouwmeester en de projecten die in 2013 voorbij kwamen. In 2014 zullen veel colleges wijzigen van samenstelling. Nieuwe gemeenteraden moeten hun verkiezingsprogramma’s in concreet beleid gaan omzetten. Wij stellen ons graag beschikbaar om op het gebied van de ruimtelijke kwaliteit keuzen te helpen maken. In de meeste gemeenten loopt Het Oversticht al sinds 1925 rond; we hebben een traditie in het adviseren.
drs. ing. D.H. Baalman directeur Het Oversticht
4
2. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
OLDENZAAL JAARVERSLAG 2013
De samenwerking met de vergunningverleners van de afdeling publiekszaken is zeer goed. Dit leidt tot een prettige werkwijze waarbij afstemming en tussentijds overleg op elk moment mogelijk is. Regelmatig komen er, ook van de medewerkers van de afdeling Beleid en Ontwikkeling, diverse vragen die betrekking hebben op de welstandstoets. Dit wordt gestimuleerd omdat daardoor de welstandsbeoordeling in een zeer vroeg stadium kan worden betrokken. Ook met de Juridische afdeling vindt overleg plaats. Wij hopen dat deze contacten ook kunnen worden gecontinueerd. Het spreekuur wordt goed bezocht. De ervaringen zijn zeer positief. In Oldenzaal krijgen initiatiefnemers en architecten de mogelijkheid om een afspraak te maken als ze een vooroverlegaanvraag voor een bouwplan hebben ingediend. Hierdoor is het mogelijk om in een vroeg stadium te adviseren en daardoor mogelijke ergernissen te voorkomen. Wij willen u graag als aanbeveling meegeven om dit vooroverleg zoveel mogelijk te stimuleren. In Oldenzaal bevinden zich diverse ontwikkellocaties (o.a. inbreidingsplannen). Het is belangrijk om de ambities voor de beoogde ruimtelijke kwaliteit vast te leggen in specifiek welstandsbeleid voor die locaties: zogenaamd ontwikkelingsbeleid (‘beeldkwaliteitplannen’). De welstandsnota is niet altijd geschikt om ontwikkelingsplannen te beoordelen. Het beleid uit de welstandnota is namelijk gebaseerd op het behoud (en eventueel versterken) van de bestaande kwaliteit in plaats van ontwikkeling. Daarbij is dus sprake van een beheerdocument. Voor ontwikkellocaties adviseren wij u specifiek welstandsbeleid te formuleren waarin uw ambitie voor de ruimtelijke kwaliteit is vastgelegd. Het halfjaarlijkse afstemmingsoverleg met de portefeuille-wethouder is prettig. Door de relatief hoge frequentie kan goed worden geanticipeerd op lopende en komende zaken en is sprake van goed wederzijds begrip.
6
3. AAN DE STADSBOUWMEESTER VOORGELEGDE ONTWIKKELINGEN
OLDENZAAL JAARVERSLAG 2013
In 2013 zijn verschillende interessante ontwerpen aan de stadsbouwmeester voorgelegd. Ondanks de voortdurende dip in de bouw viel het planaanbod in Oldenzaal niet tegen. Dit blijkt ook uit de voorbeelden die hieronder behandeld zullen worden. Afgelopen jaar werden zelfs enkele grotere plannen behandeld. Renovatie van een boerderij aan de Oude Postweg 24 Het voormalige agrarische erf is aangekocht voor de uitbreiding van de bestaande zorgboerderij ‘Ensink’ uit Lonneker. Door de groeiende zorgvraag werd dit noodzakelijk. Ten grondslag aan de hele planontwikkeling is een masterplan ontwikkeld, waarbij gekozen is voor een ‘stap-voor-stapaanpak’ om de bestaande agrarische gebouwen langzamerhand geschikt te maken voor de zorg aan kinderen met een beperking. In eerste instantie wordt het bestaande hoofdgebouw (voormalige boerderij) aangepakt. De architect heeft daarbij gekeken naar de culturele waarden die de huidige tweekapsboerderij in het historische Twentse landschap vertegenwoordigt. Hij heeft gekeken hoe deze waarden op een eigentijdse wijze terug kunnen komen in het ontwerp. Daarvoor is een analyse en waardestelling gemaakt van dit traditionele Twentse boerenerf en de bebouwing. Belangrijke aspecten zijn daarbij onderscheiden, zoals: • een erf is een compact ensemble van gebouwen; • het erf vormt een herkenbaar beeld in het Twentse landschap; • er is sprake van een duidelijk voor- en achtererf; • de voorzijde is representatief en de achterzijde functioneel; • de gebouwen hebben qua ligging en vormgeving een duidelijke relatie met de omgeving.
8
OLDENZAAL JAARVERSLAG 2013
Voor het ontwerp zijn de eerdergenoemde aspecten als uitgangspunt genomen. De zadelkappen zijn daarbij belangrijk, evenals de rode bakstenen gevels en de markante windveren ter versterking van de hoofdvorm. Ook is goed gekeken hoe het erf in het landschap kan worden ingebed, door karakteristieke elementen zoals een oprijlaan, (moes-)tuin en waterput te versterken. Het eigentijdse karakter komt in het ontwerp duidelijk naar voren. Met name het enigszins abstracte gevelmetselwerk en de sterk geaccentueerde windveren vallen op. Door deze ontwikkeling is een nieuwe impuls gegeven aan dit waardevolle erf waardoor dit behouden blijft in dit gebied. Dit is zeer positief.
9
OLDENZAAL JAARVERSLAG 2013
Seriematige woningbouw Graven Esch, gebied 9 Een zeer positieve ontwikkeling voor de gemeente Oldenzaal zijn de plannen van Bouwfonds om nu nog vrije kavels in gebied 9 van de Graven Esch in te vullen. Architectenbureau Bedaux De Brouwer heeft hiervoor een hoogwaardig en interessant plan gemaakt. Door middel van een efficiënte verkaveling en compact plattegronden is de ontwerper erin geslaagd een hoogwaardig plan te presenteren. De woningen bestaan uit 4 types van rijenwoningen en dubbele woningen met markante gevels. Deze zijn zorgvuldig ontworpen met een hoog architectonisch niveau. Hiermee wordt een goede bijdrage gegeven aan de afronding van De Graven Esch. De ruimtelijke kwaliteiten van dit gebied zullen verbeteren. Tevens kan hier een positieve impuls vanuit gaan voor de dynamiek van de woningmarkt in Oldenzaal.
10
OLDENZAAL JAARVERSLAG 2013
Oprichten van een waterrad Uit historisch onderzoek is gebleken dat aan de Gammelkerbeek in Oldenzaal een watermolen gestaan moet hebben. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is dit erg interessant en betekent dit een meerwaarde voor de locatie op recreatiegebied ‘Het Hulsbeek’. Gekozen is voor kunstobject in de vorm van een waterrad. Het waterrad geeft herkenbaarheid aan de verdwenen historische watermolen en daarmee betekenis aan de plek en de waterloop. Daarbij is geen historiserende kopie van een molen gemaakt, maar een eigentijdse verwijzing. Door deze kunstobjecten wordt de plek juist extra beleefbaar gemaakt, passend bij deze tijdsgeest. Hierdoor komt de aandacht te liggen op het historisch besef en de educatiewaarde. Het bouwwerk zal een waardevolle aanvulling zijn voor dit gebied.
Afbeeldingen: Stichting Watermolen Hulsbeek/ H. Zoontjes, Bureau voor tuin & landschap, Oldenzaal
11
OLDENZAAL JAARVERSLAG 2013
Renovatie van een villa De vroegere markante woning van de textielfamilie Cohen-Corwin is een witgepleisterde villa (ook wel ‘Villa Welgelegen’ genoemd). Deze ligt in diepe tuin op een royale kavel. De villa wordt gerenoveerd en daarmee in oude glorie hersteld. Aan de achterzijde en linkerzijde wordt de villa uitgebreid met een eigentijdse aanbouw, hoogwaardig vormgegeven met veel respect voor de oorspronkelijke architectuur. Hierdoor blijven het oorspronkelijke deel en de nieuwbouw afzonderlijk herkenbaar en toch is sprake van een geheel. Deze ontwikkeling wordt toegejuicht omdat de renovatie en de nieuwbouw beide van een hoge kwaliteit zijn en als geheel een aanzienlijke kwaliteitsimpuls betekenen voor deze omgeving.
12
4. DE STADSBOUWMEESTER
OLDENZAAL JAARVERSLAG 2013
De Woningwet biedt de vrijheid om in plaats van een welstandscommissie te kiezen voor de aanstelling van een ‘stadsbouwmeester’. Deze onafhankelijke deskundige wordt door de gemeenteraad benoemd. Hij brengt aan B & W advies uit over de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk, waarvoor een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend, in strijd is met redelijke eisen van welstand (zoals verwoord in het gemeentelijk welstandsbeleid). De afspraken voor het spreekuur van de stadsbouwmeester lopen via het gemeenteloket. Oldenzaal werkt sinds het begin van het verslagjaar met een stadsbouwmeester: ir. E.H.G. (Endrie) Nijhuis. Het Oversticht zorgt voor inbedding en back-up vanuit de organisatie. De stadsbouwmeester behandelt de plannen die aan hem worden voorgelegd. Zijn deze complex, dan kan er voor gekozen worden meer ‘ogen’ te betrekken: adviseurs intern / extern of een commissie ter plaatse. De toegevoegde commissieleden en een eventueel burgerlid zijn in dat geval adviseurs van de stadsbouwmeester. Zij hebben formeel geen stemrecht. Wel wordt de conclusie van de planbehandeling met een commissie, al dan niet ter plaatste, een beargumenteerd onderdeel van het advies. De stadsbouwmeester bepaalt de wijze waarop complexe gevallen worden behandeld en bewaakt de daarvoor geldende termijnen. Het spreekuur van de stadsbouwmeester, is de gelegenheid om ontwerpen voor te bespreken, of om nadere toelichting te vragen op een advies. Daarbij wordt meegedacht en worden praktische tips gegeven. Adviesaanvragen Van het totaal aantal plannen van 300 in 2013 werden 238 aanvragen voorzien van een positief advies; 57 aanvragen kregen een negatief advies. Nog lopende aanvragen zijn in dit overzicht niet opgenomen. De stadsbouwmeester bezoekt elke twee weken de afdeling Vergunning om de adviesaanvragen in te nemen. Hij had in 2013 voor vergunningplichtige plannen het mandaat om positieve adviezen uit te brengen. De stadsbouwmeester heeft wekelijks contact met de ambtenaren: Bennie Eidhof, Berno Greve, Tom Severein en Hans Schepers. Er wordt regelmatig overlegd, ook over onderwerpen die de strikte planbehandeling te buiten gaan. Ook met de afdeling Beleid en Ontwikkelingen en met de juristen en handhavers zijn er goede contacten. Overleg met wethouder Vanaf het moment dat de gemeenteraad van Oldenzaal de stadsbouwmeester heeft benoemd voor de uitvoering van haar welstandbeleid, vindt een halfjaarlijks afstemmingsoverleg met de portefeuille-wethouder (de heer Frits Rorink) plaats. Daarbij wordt de dienstverlening van de stadsbouwmeester besproken. Ook komen actualiteiten in de landelijke regelgeving en het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de gemeente Oldenzaal aan de orde. De ervaringen over en weer zijn goed. Het vooroverleg is in het welstandsproces een belangrijk middel. Dit kan ondermeer in het tweewekelijkse welstandsspreekuur. Daarmee kunnen mogelijke ergernissen in het formele deel van het vergunningenproces voorkomen worden.
14
COLOFON Titel Jaarverslag stadsbouwmeester gemeente Oldenzaal 2013 Tekst ir. E.H.G. Nijhuis Redactie P. Versluis Vormgeving M. van Eunen
Zwolle, augustus 2014
Meer weten? Bent u benieuwd naar de mogelijkheden die Het Oversticht u kan bieden? Neem dan contact met ons op.
[email protected] / 038-4213257
www.oversticht.nl