Jaarverslag 2012 Jeugdzorg Emmaüs Regio Antwerpen

Jaarverslag 2012 Jeugdzorg Emmaüs Regio Antwerpen

Jeugdzorg Emmaüs

Inhoudsopgave

Woord vooraf

4

1

5

De organisatie: luchtfoto van het geheel

1.1 De belangrijkste ontwikkelingen van Jeugdzorg Emmaüs – regio Antwerpen

5

1.2 Organigram geïntegreerde organisatie – focus op beleidsstructuur

7

1.3 Beknopte voorstelling voorzieningen Jeugdzorg Antwerpen 1.3.1 Afdeling Juno - Begeleidingstehuis Van Celst & Juno 1.3.1.1 Identificatie 1.3.1.2 Erkenning 1.3.1.3 Organigram 1.3.2 Afdeling Van Celst - Begeleidingstehuis Van Celst & Juno en Begeleidingstehuis Hakatoo 1.3.2.1 Identificatie 1.3.2.2 Erkenning 1.3.2.3 Organigram 1.3.3 Mobiele diensten 1.3.3.1 Identificatie 1.3.3.2 Erkenning 1.3.3.3 Organigram 1.3.4 OOOC De Grote Robijn, time-out project La Strada en dagbestedingsdienst Rapaz 1.3.4.1 Identificatie 1.3.4.2 Erkenning 1.3.4.3 Organigram 1.3.5 Administratieve diensten 1.3.6 Facilitaire diensten

8 8 8 8 8

12 12 12 13 14 15 16 16 16 17 17 17 18 18

1.4 Kengetallen personeelsbeleid 1.4.1 Personeelsbestand en functiekenmerken 1.4.2 Leeftijd en geslacht 1.4.3 Anciënniteit 1.4.4 Scholingsgraad 1.4.5 Vorming, training en opleiding (VTO) 1.4.6 Arbeidsverzuim 1.4.7 In- en uitstroomkenmerken 2

9 9 9 9 10 10 11 11

Voorzieningen Jeugdzorg Emmaüs – regio Antwerpen

20

2.1 Afdeling Juno – Begeleidingstehuis Van Celst & Juno 2.1.1 Bezettingsgraad 2.1.2 Aantal begeleidingsdossiers 2.1.3 Leeftijd en geslacht van de begeleide jongeren 2.1.4 Verwijzende instanties 2.1.5 Begeleidingsduur

20 20 20 21 22 23

2.2 Afdeling Van Celst - Begeleidingstehuis Van Celst & Juno en Begeleidingstehuis Hakatoo 2.2.1 Bezettingsgraad 2.2.2 Aantal begeleidingsdossiers

25 25 25

Jaarverslag 2012 Jeugdzorg Emmaus Antwerpen

pagina 2 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Leeftijd en geslacht van de begeleide jongeren Verwijzende instanties Begeleidingsduur Bijkomende erkenning Van Celst in 2012 2.2.6.1 Interpretatie cijfergegevens

27 28 28 30 30

2.3 Mobiele diensten 2.3.1 Bezettingsgraad 2.3.2 Aantal begeleidingsdossiers 2.3.3 Leeftijd en geslacht van de begeleide jongeren 2.3.4 Verwijzende instanties 2.3.5 Begeleidingsduur

32 32 32 34 35 36

2.4 OOOC De Grote Robijn 2.4.1 Bezettingsgraad 2.4.2 Aantal begeleidingsdossiers 2.4.3 Leeftijd en geslacht van de begeleide jongeren 2.4.4 Verwijzende instanties

39 39 39 40 41

2.5 La Strada 2.5.1 Bezettingsgraad 2.5.2 Aantal begeleidingsdossiers 2.5.3 Leeftijd en geslacht van de begeleide jongeren 2.5.4 Verwijzende instanties

42 42 42 42 43

2.6 Dagbestedingsdienst Rapaz 2.6.1 Aantal begeleidingsdossiers 2.6.2 Leeftijd en geslacht van de begeleide jongeren 2.6.3 Verwijzende begeleidingstehuizen 2.6.4 Begeleidingsduur

44 44 44 44 45

3

46

2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6

Kwaliteitsverslag

3.1 Beleid en Strategie 3.1.1 Reflectie over kwaliteitsmanagement 3.1.2 Effectiviteits- en kwaliteitsmeting La Strada

46 46 47

3.2 Personeelsbeleid 3.2.1 Competentieprofielen

48 48

3.3 Middelen en Samenwerking 3.3.1 Nieuwbouw Van Celst en Hakatoo, Amarilis en Intermezzo 3.3.2 Netwerkondersteuning Rapaz

49 49 50

3.4 Hulp- en dienstverlening 3.4.1 IPT-onderzoek 3.4.2 Academische Werkplaats 3.4.3 Speel- en observatiekamer OOOC 3.4.4 Vorming: technieken in beeld 3.4.5 Methodekamers Mobiele diensten

52 52 53 53 54 55

3.5 Lijst kwaliteitsprojecten 2012

57


pagina 3 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Woord vooraf 2012, een jaar van beweging. We mogen beweren dat er beweging zit in de sector van de jeugdzorg. Samen met allerlei actoren zetten we een breed denkproces op om een visie te formuleren voor 2020. Op een Staten Generaal trekken we lijnen voor de verdere ontwikkeling van de jeugdhulp. Met de kracht van de jeugd! Een empowerende en krachtgerichte werking, sociaal ondernemerschap, vermaatschappelijking van de zorg, cliëntparticipatie op alle niveaus zijn centrale begrippen in dit beleidsdocument. Het is ondertussen duidelijk dat we ons mogen voorbereiden op de installatie en werking van een geïntegreerde toegangspoort in 2014. We bereiden ons best voor op het uitzetten van kwalitatieve zorgtrajecten met de eigen organisatie én in nauwe samenwerking met anderen. In de loop van het jaar wordt duidelijk dat we ons mogen voorbereiden op een enveloppe-financiering en het werken met zorgmodules. Jeugdzorg Emmaüs regio Antwerpen zet sterk in op een verdere integratie van en samenwerking tussen de verschillende afdelingen en diensten. De 200 medewerkers vervullen in verschillende teams en werkplekken op een geëngageerde manier hun opdracht. Ze voelen zich in de eerste plaats verbonden met hun eigen team, daarnaast wordt het meer en meer tastbaar dat de verschillende teams onderdeel zijn van een ruimere organisatie die eenzelfde standaard hanteert zowel op het punt van kwalitatieve hulpverlening als op het vlak van personeelsbeleid. Samen vorming volgen of met collega’s uit andere diensten een project vorm geven, is zeker helpend. In 2012 zetten we bovenal sterk in op het verder verdiepen en kwalitatief verankeren van de werking op de verschillende locaties. Na jaren van voorbereiding zit er eindelijk schot in een aantal bouwdossiers. Op het Kiel is er volop gebouwd. Het kan geen probleem zijn om voor half 2013 de medewerkers (en cliënten) van Van Celst, Hakatoo, Intermezzo en Amarilis een eigentijdse werk- (en woon)plek ter beschikking te stellen. Ook het infrastructuurdossier van de Korte Sint-Annastraat wordt verder afgewerkt zodat in 2013 kan gestart worden met de nodige afbraakwerken. In tussentijd, de tijd van de bouwwerken, dienen cliënten en medewerkers van het OOOC, Rapaz, De Matant en Crescendo elders een onderdak te krijgen. De bouw-, verbouw- en verhuisprojecten vragen behoorlijk wat energie. Iedereen is er wel van overtuigd dat deze projecten zullen resulteren in een kwalitatieve werkomgeving en een infrastructuur die de kinderen en jongeren het nodige leefcomfort bieden.


pagina 4 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

1

De organisatie: luchtfoto van het geheel

1.1

De belangrijkste ontwikkelingen van Jeugdzorg Emmaüs – regio Antwerpen

We investeren in 2012 als organisatie verder in vormingen methodiekontwikkeling zowel in de verschillende voorzieningen als in de organisatie in zijn geheel. We werken verder op de sporen die op dit vlak de voorbije jaren getrokken zijn. Anderzijds zetten we in op onderzoek en de ontwikkeling van de organisatie tot academische werkplaats. Ook al evolueren de voorzieningen op dit vlak in verschillende snelheden, toch is een globale beweging in de richting van meer methodisch en onderbouwd werken ontegensprekelijk. De aantocht van een nieuwe financiering (vanaf 2013) en de organisatie van de hulpverlening in een modulair kader zullen dit voor ons alleen maar versterken. De mobiele diensten en het OOOC hebben voordien al een hele weg afgelegd om methodische kaders uit te klaren. Zij zetten het afgelopen jaar vooral in op de verdere verankering van het methodisch werken. Via een verscheiden invulling van module 3 binnen het vormingsbeleid is het mogelijk om zowel thematisch (werken met vechtscheidingen, werken met een verscheidenheid van culturen, ...) als methodisch (inzet van video-hometraining, verdieping van leefgroepwerking, Signs of Safety, ...) te werken aan verdieping. In Begeleidingstehuis Juno brengen we vanaf september 2011 niet alleen een nieuw organisatiemodel in praktijk, we zetten ons ook sterk in om meer bewust te werken met begeleidingsdoelen en een krachtgerichte benadering dagdagelijks te vertalen in het begeleidingswerk. In Begeleidingstehuis Van Celst komen we meermaals tot de vaststelling dat we onvoldoende zijn uitgerust voor de zware en complexe doelgroep die in de voorziening instroomt. De veiligheid van jongeren en medewerkers komt meermaals in het gedrang. Een proces van grondige reflectie over de doelgroep en een aangepast methodisch kader dringt zich op. Ook Begeleidingstehuis Hakatoo is onvoldoende geschraagd door een duidelijk methodisch kader en staat voor een gelijkaardige oefening. In het voorjaar 2012 starten we samen met Jeugdzorg Emmaüs Mechelen het onderzoek rond de werkzame factoren van het IPT-model binnen de mobiele en residentiële setting. Roos Steens komt in dienst als onderzoeker. Zowel de mobiele diensten, als Hakatoo, Van Celst en Juno zetten in op het beschrijven van hun methodisch kader en de reflectie daarop. We nemen tijd voor literatuurstudie, het opzetten van de nodige overlegstructuren, het verkennen van diverse vormen van cliëntparticipatie en het uitklaren van het concept van academische werkplaats. Het onderzoek moet immers hefboom zijn om een academische werkplaats te installeren binnen de organisatie. Dit leidt tot het creëren van de website www.academischewerkplaats.be. Daarnaast loopt een onderzoek in samenwerking met de Karel de Grote Hogeschool rond de effectiviteit van de aanpak van La Strada. Het eindrapport in het najaar van 2012 bevat een aantal aanbevelingen voor de verdere kwaliteitsverbetering van het time-outproject. Vanuit de organisatie wordt PraKticum, een vormingsdienst voor hulpverleners, verder uitgebouwd. We doen intern en extern een aanbod rond krachtgerichte methodieken, zowel in company als met door ons georganiseerde vormingsdagen. Met wisselend succes dingen we mee voor opdrachten die uitgeschreven worden door externe instanties. Een groep van 30 medewerkers (al of niet aangevuld met familie) is bereid om als vrijwilliger mee te werken aan een filmproject waarbij een 8-tal techniekenfilmjes worden afgeleverd. Kwalitatief materiaal dat kan gebruikt worden in de vorming en werkbegeleiding. Het proces van kwaliteitsplanning wordt tegen het licht gehouden. We werken voortaan in planningscycli van drie jaar vooraf gegaan door een brede bevraging van de medewerkers via een Prose-enquête. In 2012 bevragen we een grote groep van medewerkers. Op basis daarvan bepalen we prioriteiten en spreken verbeteracties af. Het is de bedoeling om hier jaarlijks over te rapporteren en een nieuwe stap te zetten in de uitvoering van verbetertrajecten. In een projectgroep denken we na over de toekomstige organisatie van tevredenheidsmetingen van cliënten. Het is voortaan de bedoeling om systematisch in elk begeleidingstraject een of meerdere tevredenheidsmetingen te integreren. Er wordt volop gebouwd op het Kiel. Na jaren van voorbereiding kan er eindelijk gebouwd worden met de ambitie om vanaf het voorjaar van 2013 effectief te verhuizen. Ondertussen bereidt de facilitaire ploeg het bouwdossier van De Grote Robijn verder voor en vindt in Borgerhout tijdelijke huisvesting voor het OOOC voor de tijdsduur van de verbouwingen. In de Waarlooshofstraat 5 koopt Jaarverslag 2012 Jeugdzorg Emmaus Antwerpen

pagina 5 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Emmaüs vzw een pand grenzend aan de nieuwbouw op het Kiel. Tijdens de bouwwerken in de Korte Sint-Annastraat krijgen Rapaz en La Strada hier onderdak. De technische ploeg krijgt de nodige extraatjes op zijn bord om alles tijdig in orde te krijgen. We treffen de nodige voorbereidingen om in de eerste jaarhelft van 2013 een groot deel van de personeelsploeg te verhuizen naar de verschillende vestigingen. Samen met de staf en vertegenwoordigers van de verschillende teams trekken we voor de vierde keer op tweedaagse. In september maken we voor twee dagen kwartier in De Noker. Het is een gelegenheid om met 35 medewerkers een stand van zaken op te maken met betrekking tot de ontwikkelingen in de verschillende voorzieningen, inspiratie op te doen bij de collega’s, uit te wisselen, de plannen voor het volgend jaar (onderzoek en academische werkplaats, de toegangspoort en de nieuwe financiering) toe te lichten en te bespreken. Terzelfdertijd is het ploegbevorderend om twee dagen samen te zijn in een aangename omgeving. De sector van de Jeugdzorg komt serieus in beweging. In de loop van het jaar wordt een heel traject opgezet ter voorbereiding van een Staten Generaal over de Jeugdzorg. Het is de bedoeling om een visie voor de jeugdzorg van 2020 uit te tekenen. Vanuit Jeugdzorg Emmaüs participeren wij in diverse werkgroepen. De teksten zijn nog niet droog of het Agentschap Jongerenwelzijn lanceert de nieuwe financiering en erkenning. Men spreekt wel van een experimenteel (en modulair) kader, maar de facto speelt het merendeel van de sector mee vanaf 2013. Voor ons is het geen keuze of we al dan niet meespelen, wij doen vanaf 2013 met 80% van onze werkingen mee. Tegelijkertijd is er een appel om in te tekenen op een uitbreidingsbeleid. We tekenen hierop in voor een aantal plaatsen voor moeilijk begeleidbare meisjes met complexe problematiek, evenwel zonder resultaat. Op de tweedaagse in september verkondigen we nog dat we in 2013 rustig de tijd zullen nemen om ons voor te bereiden op de Integrale Toegangspoort die in 2014 zal starten. Op het einde van het jaar wordt duidelijk dat we ons die tijd niet zullen kunnen gunnen. Zowel vanuit interne noodzaak (verduidelijking doelgroep en aanpak Hakatoo en Van Celst, bijsturing Juno) als vanuit externe verwachtingen (zowel verwijzers als het Agentschap) zien we de noodzaak om ons organisatiemodel reeds sneller tegen het licht te houden. Hieronder geven we globale cijfers over de ontwikkelingen in bezetting en personeel van de laatste jaren.

Erkenning en bezetting Erkende Bezetting Bezetting Bezetting plaatsen 2010 2011 2012 Juno 50 98% 97% 97% Van Celst 31 91% 94% 91% Hakatoo 15 86% 100% 104% Crescendo 32 98% 95% 92% De Compagnie 32 94% 95% 95% Amarilis 32 97% 97% 95% Intermezzo 16 82% 90% 84% Raidho 16 43% 40% 63% De Grote Robijn 24 90% 90% 92% De Matant 48 110% 119% 108% La Strada 80 96% 78% 103% Rapaz* 77* 76* * = aantal gerealiseerde begeleidingen Personeelsleden Aantal VTE Aantal koppen Instroom Uitstroom

2012 176,5 198 56 44


pagina 6 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

1.2

Organigram geïntegreerde organisatie – focus op beleidsstructuur Bestuurscomité Kind, Jeugd en Gezin Emmaüs

Coördinatiecomité

Luc Claessens algemeen directeur Bart Frans facilitair & technisch directeur

Leo Reynders administratief & financieel directeur

Wilfried Coppens stafmedewerker kwaliteitsbeleid centrale administratieve diensten An Neujens stafmedewerker personeelsbeleid

Tim De Roeck verantwoordelijke

OOOC De Grote Robijn La Strada Rapaz

Maarten Goossens preventieadviseur

Els Lieckens verantwoordelijke

Christa Heyse verantwoordelijke

Goedele Plovie verantwoordelijke

Begeleidingstehuis Juno

Begeleidingstehuis Van Celst & Hakatoo

Amarilis Intermezzo De Compagnie Raidho De Matant Crescendo

technische dienst logistieke dienst

De facilitaire - en administratieve dienst werkt zowel voor Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen als Jeugdzorg Emmaüs Mechelen.


pagina 7 van 59

ondersteunende administratieve diensten

Jeugdzorg Emmaüs

1.3

Beknopte voorstelling voorzieningen Jeugdzorg Antwerpen

1.3.1

Afdeling Juno - Begeleidingstehuis Van Celst & Juno

1.3.1.1 Identificatie Begeleidingstehuis Juno Botermelkbaan 75, 2900 Schoten Erkenningsnummer 201003 T 03 680 25 84 F 03 658 18 13 [email protected] Voor de website klik hier

1.3.1.2 Erkenning Afdeling Juno van Begeleidingstehuis Van Celst & Juno wordt erkend door de Vlaamse Gemeenschap als begeleidingstehuis in de Bijzondere Jeugdzorg, categorie 1, voor 50 bedden. Binnen deze erkenning is er ruimte voor 9 begeleidingen in Begeleid Zelfstandig Wonen.

1.3.1.3 Organigram Begeleidingstehuis Juno Els Lieckens verantwoordelijke

teamcoördinator Juno Kinderen

Kits

jongens - meisjes 3 – 10 jaar capaciteit 11 bedden

Anker

teamcoördinator Juno Jongeren

Krinkel

jongens – meisjes 10 - 14 jaar capaciteit 12 bedden

Tokaido

Kamino

jongens – meisjes 14 - 17 jaar capaciteit 13 bedden

jongens – meisjes 16,5 – 21 jaar capaciteit 14 bedden werkvormen: studiowonen – begeleid zelfstandig wonen

Technische dienst

Logistieke dienst

Begeleidingstehuis Juno wordt geleid door één verantwoordelijke. Het begeleidingstehuis heeft vier teams en verschillende werkvormen, naargelang de leeftijd van de begeleide jongeren. De afdelingen van Begeleidingstehuis Juno worden administratief, financieel, technisch en logistiek ondersteund door de diensten van Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen.


pagina 8 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

1.3.2

Afdeling Van Celst - Begeleidingstehuis Van Celst & Juno en Begeleidingstehuis Hakatoo

1.3.2.1 Identificatie Begeleidingstehuis Van Celst Waarlooshofstraat 3, 2020 Antwerpen Erkenningsnummer 201003 T 03 260 08 80 F 03 237 25 89 [email protected] Voor de website klik hier Begeleidingstehuis Hakatoo Waarlooshofstraat 3, 2020 Antwerpen Erkenningsnummer 201002 T 03 260 09 40 F 03 237 25 89 [email protected] Voor de website klik hier

1.3.2.2 Erkenning 

Afdeling Van Celst van Begeleidingstehuis Van Celst & Juno wordt erkend door de Vlaamse Gemeenschap als begeleidingstehuis in de Bijzondere Jeugdzorg, categorie 1 bis, voor 31 bedden, waarvan 13 bedden in Bijkomende Erkenning. Binnen de erkenning van 31 bedden is er de ruimte voor 7 plaatsen Begeleid Zelfstandig Wonen.



Begeleidingstehuis Hakatoo wordt sinds november 2007 erkend door de Vlaamse Gemeenschap als begeleidingstehuis in de Bijzondere Jeugdzorg, categorie 1 voor een capaciteit van 15 bedden.

1.3.2.3 Organigram Begeleidingstehuis Van Celst en Hakatoo Christa Heyse verantwoordelijke

teamcoördinator

teamcoördinator

teamcoördinator

supervisor Begeleidingstehuis Van Celst KaYèn

OkrA

jongens – meisjes 14 – 21 jaar capaciteit 31 bedden 4 werkvormen: leergroep, kamertraining, studiowonen, begeleid zelfstandig wonen

Anker

Technische dienst

Begeleidingstehuis Hakatoo

jongens - meisjes 0 – 12 jaar capaciteit 15 bedden

Logistieke dienst

Begeleidingstehuis Van Celst en Hakatoo zijn afzonderlijke voorzieningen die op het gebied van stafoverleg en aansturing binnen één geheel functioneren. Begeleidingstehuis Van Celst en Hakatoo hebben samen één verantwoordelijke. Begeleidingstehuis Van Celst telt twee teams, Hakatoo één. Elk team heeft een eigen teamcoördinator. Beide voorzieningen worden administratief, financieel, logistiek en technisch ondersteund door de diensten van Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen. Jaarverslag 2012 Jeugdzorg Emmaus Antwerpen

pagina 9 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

1.3.3

Mobiele diensten

Binnen onze geïntegreerde organisatie werken de drie reguliere thuisbegeleidingsdiensten De Compagnie, Amarilis, Crescendo, de kortdurende thuisbegeleidingsdienst Intermezzo en de diensten Crisishulp aan Huis De Matant en NPT-dienst Raidho samen onder de naam Mobiele Diensten.

1.3.3.1 Identificatie De Compagnie Botermelkbaan 73, 2900 Schoten Erkenningsnummer 205011 T 03 685 49 19 F 03 658 18 13 [email protected] Voor de website klik hier Crescendo Korte Sint-Annastraat 4, 2000 Antwerpen Erkenningsnummer 205002 T 03 231 25 75 F 03 213 23 65 [email protected] Voor de website klik hier Amarilis Korte Leemstraat 34, 2018 Antwerpen Erkenningsnummer 205003 T 03 206 54 54 F 03 206 54 58 [email protected] Voor de website klik hier De Matant Korte Sint-Annastraat 4, 2000 Antwerpen Erkenningsnummer 209002 T 03 231 25 75 F 03 213 23 65 [email protected] Voor de website klik hier Intermezzo Korte Leemstraat 34, 2018 Antwerpen Erkenningsnummer 205020 T 03 206 54 54 F 03 206 54 58 [email protected] Voor de website klik hier NPT-dienst Raidho Botermelkbaan 73, 2900 Schoten Erkenningsnummer 205021 T 03 685 49 19 F 03 658 18 13 [email protected] Voor de website klik hier


pagina 10 van 59

Jeugdzorg Emmaüs


De Compagnie wordt sinds 1997 binnen de Bijzondere Jeugdzorg erkend door de Vlaamse Gemeenschap als thuisbegeleidingsdienst, categorie 5 voor een capaciteit van 32 thuisbegeleidingen.



Crescendo wordt sinds 1 september 2007 erkend binnen de Bijzondere Jeugdzorg door de Vlaamse Gemeenschap als thuisbegeleidingsdienst, categorie 5 voor een capaciteit van 32 thuisbegeleidingen.



Amarilis wordt sinds oktober 2006 binnen de Bijzondere Jeugdzorg erkend door de Vlaamse Gemeenschap als thuisbegeleidingsdienst, categorie 5 voor een capaciteit van 32 thuisbegeleidingen.



De Matant start in september 2003 als project dat jaarlijks 36 crisisbegeleidingen uitvoert. Vanaf september 2008 is De Matant erkend door de Vlaamse Gemeenschap als dienst Crisishulp Aan Huis, categorie 9 binnen de Bijzondere Jeugdzorg voor 48 crisisbegeleidingen.



Intermezzo wordt sinds 1 september 2009 erkend door de Vlaamse Gemeenschap als thuisbegeleidingsdienst, categorie 5 voor een capaciteit van 16 thuisbegeleidingen.



NPT-dienst Raidho wordt door de Vlaamse Gemeenschap sinds 1 oktober 2010 erkend binnen de Bijzondere Jeugdzorg als thuisbegeleidingsdienst, categorie 5 voor een capaciteit van 16 begeleidingen. Het Agentschap Jongerenwelzijn verklaart zich evenwel akkoord dat de toegekende middelen volstaan voor 12 begeleidingen binnen de NPT-dienst.

1.3.3.3 Organigram Mobiele diensten Goedele Plovie verantwoordelijke

Anker

teamcoördinator

Vorming- en methodiekontwikkeling

teamcoördinator

teamcoördinator

supervisor

teamcoördinator

supervisor

De Compagnie

Raidho

Crescendo

De Matant

Amarilis

Intermezzo

thuisbegeleidingsdienst

NPT-dienst


Crisishulp aan huis


Kortdurende thuisbegeleidingsdienst

jongens - meisjes 0 - 18 jaar capaciteit 32 gezinnen

jongens 16 - 21 jaar capaciteit 16 begeleidingen

jongens – meisjes 0 – 18 jaar capaciteit 32 gezinnen

jongens - meisjes 0 – 18 jaar capaciteit 48 gezinnen / jaar



De mobiele diensten zijn zes afzonderlijke voorzieningen die op het gebied van stafoverleg en bestuur functioneren als één geheel. De mobiele diensten hebben samen één verantwoordelijke. Elke vestiging bestaat uit twee voorzieningen onder leiding van teamcoördinatoren en supervisors. Alle mobiele voorzieningen worden administratief, financieel, logistiek en technisch ondersteund door de diensten van Jeugdzorg Emmaüs.


pagina 11 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

1.3.4

OOOC De Grote Robijn, time-out project La Strada en dagbestedingsdienst Rapaz

1.3.4.1 Identificatie OOOC De Grote Robijn Korte Sint-Annstraat 4, 2000 Antwerpen Erkenningsnummer 203001 T 03 231 25 75 F 03 213 23 65 [email protected] Voor de website klik hier Time-out Project La Strada Korte Leemstraat 34, 2018 Antwerpen Erkenning als Project T 03 206 54 54 F 03 206 54 58 [email protected] Voor de website klik hier Dagbestedingsdienst Rapaz Korte Sint-Annstraat 4, 2000 Antwerpen T 03 201 44 25 F 03 206 54 58 [email protected] Voor de website klik hier


OOOC De Grote Robijn is binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg erkend door de Vlaamse Gemeenschap als Onthaal-, Oriëntatie-, Observatiecentrum, categorie 3, voor een capaciteit van 24 plaatsen waarvan 1 bed voorbehouden voor het crisisnetwerk. Verder geldt de erkenning voor jongeren van 0 – 18 jaar (residentieel 12-18 jaar, ambulant 0-18 jaar).



Time-out Project La Strada is erkend als project sinds november 2003 door de Vlaamse Gemeenschap. In 2012 is het project erkend voor 80 plaatsen. La strada biedt time-out in de vorm van solo-, duo- of groepstaptochten voor jongeren die cliënt zijn in een voorziening voor Bijzondere Jeugdzorg, dit ter ondersteuning van hun lopend hulpverleningstraject. De capaciteit van La Strada voor 2012 bedraagt 80 begeleidingen.



Dagbestedingsdienst Rapaz heeft geen specifieke erkenning binnen de Bijzondere Jeugdzorg erkend door de Vlaamse Gemeenschap. Sinds 1 januari 2011 is de dagbestedingsdienst Rapaz opgestart.


pagina 12 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

1.3.4.3 Organigram OOOC De Grote Robijn / La Strada / Rapaz Tim De Roeck verantwoordelijke

teamcoördinator

teamcoördinator OOOC De Grote Robijn

La Strada

Rapaz

Time-out project jongens – meisjes 14 – 18 jaar

Dagbesteding jongens – meisjes 12 – 21 jaar

Anker

De Toren

De Poort

Onthaal, Oriëntatie en Observatie jongens – meisjes 6 – 18 jaar capaciteit 24 waarvan 1 crisisnetwerk

Technische dienst

Logistieke dienst

OOOC De Grote Robijn wordt geleid door een verantwoordelijke, die ook leiding geeft aan het time-out project La Strada en de dagbestedingsdienst Rapaz. Het OOOC De Grote Robijn heeft twee teams van elk 12 plaatsen, minimaal 3 ambulant. De werking van La Strada, OOOC De Grote Robijn en dagbestedingsdienst Rapaz wordt administratief, financieel, technisch en logistiek ondersteund door de diensten van Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen.


pagina 13 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

1.3.5

Administratieve diensten Administratieve diensten Leo Reynders administratief en financieel directeur

Centrale administratieve diensten

hoofd

hoofd

personeelsdienst

financiële dienst

medewerker informatica

ondersteunende administratieve diensten Anker Schoten


Anker Antwerpen Kiel

Anker Antwerpen Centrum

pagina 14 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

1.3.6

Facilitaire diensten Bart Frans facilitair en technisch directeur

projectbeheerder bouwwerken

projectbeheerder administratieve medewerker

hoofd

hoofd

Technische dienst

Logistieke dienst

AFDELINGEN

AFDELINGEN

Schoten

Schoten

Antwerpen Kiel

Antwerpen Kiel

Antwerpen Centrum

Antwerpen Centrum

Deze diensten zijn een onderdeel van de Facilitaire Diensten van Jeugdzorg Emmaüs regio Antwerpen en regio Mechelen.


pagina 15 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

1.4

Kengetallen personeelsbeleid

De cijfers, tabellen en grafieken in dit onderdeel maken enerzijds deel uit van de personeelskengetallen die we verzamelen in het kader van het project ‘personeel in cijfers’ van het Vlaams Welzijnsverbond. Anderzijds tonen we gegevens die we volgens afspraken binnen Emmaüs vzw jaarlijks verzamelen.

1.4.1

Personeelsbestand en functiekenmerken

Einde 2012 heeft Jeugdzorg Emmaüs, regio Antwerpen 198 mensen in dienst, goed voor 176,55 voltijds equivalenten, VTE. 74 medewerkers werken in een deeltijds arbeidsregime (37% van het totaal aantal medewerkers). 133,65 VTE van de 176,55 VTE in totaal gaat naar de directe hulpverlening. Dit komt neer op 76% van de personeelsinzet. De overgrote meerderheid (89% of 177 medewerkers) heeft een contract voor onbepaalde duur. 7% van de medewerkers (14 van de 198) combineert meerdere contracten. Gegevens op 31/12/2012 Aantal WN* VTE contractueel VTE in ondersteunende functies VTE in directe hulpverlening VTE die leiding geven Voltijdse WN Deeltijdse WN Deeltijdse VTE WN met contract onbepaalde duur Aantal contracten WN met meerdere contracten * = werknemer

1.4.2

2012 198 176,55 31,9 133,65 11 124 74 52,55 177 212 14

Leeftijd en geslacht

De gemiddelde leeftijd van het personeel is relatief jong, nl. 35,52 jaar. 63% van de medewerkers (met name 125) is jonger dan 35 jaar en 81% (160 medewerkers) jonger dan 45 jaar. De groep van hulpverleners (gemiddeld 32 jaar) is overwegend jonger dat het ondersteunend personeel (gemiddeld 45 jaar) en de groep van leidinggevenden (gemiddeld 44 jaar). De vrouwelijke medewerkers zijn met 74% oververtegenwoordigd in onze organisatie. Met 100,45 VTE ten opzichte van 33,20 mannelijke VTE neemt het grootste deel van hen de directe hulpverlening voor hun rekening. Leeftijd < 20 20 - 25 25 - 30 30 - 35 35 - 40 40 - 45 45 - 50 50 - 55 55 - 60 > 60 Totaal

man WN VTE 0 0 1 0,75 11 10 15 14,3 4 3,65 4 3,75 9 7,95 3 3 2 2 2 1,75 51 47

vrouw WN VTE 0 0 25 23,05 45 40,25 28 25,40 10 6,75 17 13,75 12 10,45 3 2,75 5 5 2 2 147 129,40


pagina 16 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

1.4.3

Anciënniteit

69% van onze medewerkers heeft 5 jaren of minder dienst. Het aandeel medewerkers met een hogere dienstanciënniteit is 11% voor medewerkers met 11 tot 15 jaren dienst en 5% voor medewerkers met 16 tot 20 jaren dienst. Jaar van 0 tot 5 jaar van 6 tot 10 jaar van 11 tot 15 jaar van 16 tot 20 jaar meer dan 20 jaar

1.4.4

2012 WN WN WN WN WN

137 23 21 10 7

69% 12% 11% 5% 4%

Scholingsgraad

De meerderheid van onze medewerkers is hooggeschoold. 79% van het totaal aantal VTE bezit minimaal een bachelorsdiploma (39,25 VTE met masterdiploma en 100,6 VTE met bachelorsdiploma op een totaal van 176,55 VTE). 22% van het totaal aantal VTE heeft een masterdiploma. Gegevens op 31 december 2012 Aantal VTE master diploma Aantal VTE bachelor diploma Aantal VTE diploma hoger secundair onderwijs Aantal VTE diploma lager secundair onderwijs Aantal VTE zonder opleiding

1.4.5

39,25 100,6 27,75 6,95 2

Vorming, training en opleiding (VTO)

Het VTO-beleid is ingebed in onze visie op personeelsbeleid. We streven er naar om medewerkers voldoende vormingskansen te geven om hun kernopdracht op een adequate manier te vervullen. We stimuleren mensen voortdurend om zich verder te ontwikkelen en zich te bekwamen in de uitvoering van hun opdracht. Er wordt veel aandacht besteed aan een gemeenschappelijk vormingsplan zodat alle medewerkers vanuit het gemeenschappelijk denkkader blijven handelen en dat iedereen bij blijft in de nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast is er aandacht voor de individuele ontwikkelingskansen van elke medewerker. Voor het facilitair en administratief personeel wordt jaarlijks een geëigend vormingsprogramma uitgewerkt. Voor verantwoordelijken, stafmedewerkers en directeur wordt individueel beoordeeld welke de mogelijkheden zijn. Het gemeenschappelijk vormingsplan krijgt zeer concreet vorm voor alle hulpverlenende medewerkers in een modulair systeem. Module 1 is een basismodule, bestaande uit een tweedaagse opleiding, met betrekking tot basishouding en weerstandspatronen voor hulpverleners binnen onze organisatie. 17% (met name 33) van de medewerkers volgen in 2012 deze module; dit gaat grotendeels over nieuwe medewerkers. Module 2 is een methodische module gekoppeld aan de werkvorm waar de medewerker werkt en zijn specifieke functie. Naast deze methodische vorming zijn er opleidingen rond omgaan met agressie, verweertechnieken, EHBO, voedsel en hygiëne en leidinggeven. 96 medewerkers (sommige medewerkers volgen meerdere opleidingen) volgen vorming binnen deze module. De cijfers voor 2012 tonen een grote investering in vorming binnen module 3. Deze module biedt ruimte voor verdiepingen (team gerelateerd, verbonden aan een functiegroep of een individueel traject) met ruimte voor workshops, studie- en vormingsdagen en langdurige opleidingen. 456 medewerkers (sommige medewerkers volgen meerdere opleidingen) volgen module 3.


pagina 17 van 59

VTO-Beleid

aantal medewerkers 2012

Jeugdzorg Emmaüs

Module 1 (2-daagse basismodule)

33

Module 2 (methodische module)

96

Module 3 en andere (verdieping)

456

1.4.6

Arbeidsverzuim

2012

Het aandeel arbeidsverzuim is 14% in 2012. 45% van de medewerkers is nooit afwezig ten gevolge van ziekte. Het aandeel ziekte in het arbeidsverzuim is 34%. 43% van het arbeidsverzuim is te wijten aan zwangerschap. Het aandeel arbeidsongevallen in het verzuim is te verwaarlozen, met name 1%. Ratio's Arbeidsverzuim = totaal verzuim / uurcapaciteit Aandeel ziekte in arbeidsverzuim Ziekteverzuim = totaal ziekte / uurcapaciteit Aandeel werknemers nooit ziek Aandeel zwangerschap in arbeidsverzuim preventieve verwijdering zwangerschap borstvoedingsverlof

1.4.7

14% 34% 5% 45% 43% 15% 20% 7%

In- en uitstroomkenmerken

2012

Het totale verloop is 22%: natuurlijk verloop (door pensioen, brugpensioen en einde tijdelijk contract of vervangingscontract), alsook medewerkers die ontslag krijgen (gedwongen verloop) of zelf beslissen de organisatie te verlaten (spontaan verloop). Het natuurlijk verloop is 9%, net als het spontaan verloop. 8 medewerkers op 198 (4%) krijgen ontslag, 2 van hen omwille van langdurige afwezigheid en 3 tijdens de proefperiode.

Totaal aantal indiensttredingen

56

Totaal aantal uitdiensttredingen

44

Verloop = aantal uitdiensttredingen/aantal medewerkers


22%

pagina 18 van 59

Jeugdzorg Emmaüs


pagina 19 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2

Voorzieningen Jeugdzorg Emmaüs – regio Antwerpen

2.1

Afdeling Juno – Begeleidingstehuis Van Celst & Juno

2.1.1

Bezettingsgraad

Gemiddelde bezettingsgraad op jaarbasis Jaar 2008 2009 2010 2011 2012

Kits 99% 98% 100% 99% 99%

Krinkel 102% 92% 100% 98% 98%

Tokaido 95% 92% 95% 92% 92%

Kamino 92% 96% 97% 98% 98%

Juno 96% 95% 98% 97% 97%

In 2012 is de bezetting dezelfde als in 2011. Zowel voor de totale organisatie als per werking hebben we een constante bezetting van minstens 92% waargemaakt.

2.1.2

Aantal begeleidingsdossiers

Aantal dossiers, opgestart en afgerond per afdeling

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Juno

Afgerond

Kamino

Opgestart

Tokaido

Aantal

Krinkel

Jaar

Kits

2008

12

3

2

12

1

2

14

5

5

36

16

17

74

25

26

2009

13

7

3

18

6

8

17

8

7

31

10

12

79

31

30

2010

10

0

0

10

0

0

16

6

6

33

11

13

69

17

19

2011

13

2

5

18

4

7

23

9

9

22

2

12

76

17

33

2012

17

10

5

16

7

4

18

9

7

27

8

12

78

34

28

In 2012 begeleidt het team van Kits 17 kinderen en hun gezin; 5 onder hen vertrekken in 2012 uit Juno, 10 kinderen worden opgenomen en 1 jongere stroomt door naar Krinkel. Eind 2012 creëren we een bijkomende plaats binnen Kits met het oog op de zorgmodulering. 16 jongeren tussen 10 en 14 jaar maken deel uit van Krinkel in 2012. 7 onder hen worden in 2012 opgenomen terwijl bij 4 jongeren de begeleiding vanuit Juno wordt stopgezet in 2012. 3 jongeren verhuizen van Krinkel naar Tokaido. In Tokaido is er in 2012 een instroom van 9 jongeren (14 – 17 jarigen) van buiten Juno; 7 jongeren verlaten de organisatie terwijl 2 jongeren de stap naar Kamino zetten. In totaal biedt het team van Tokaido in 2012 aan 18 jongeren verblijf en begeleiding. Van het aanbod van Kamino maken in 2012 27 jongeren tussen de 17 en 21 jaar gebruik. 18 jongeren rekenen op Kamino voor BZW en 9 jongeren maken gebruik van de studiowerking. 5 jongeren zetten vanuit de studiowerking de stap naar alleen wonen met BZW-begeleiding. 12 begeleidingen worden afsloten terwijl 8 nieuwe jongeren instromen.


pagina 20 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Aantal dossiers

Totaal aantal dossiers, opgestart en afgerond - Begeleidingstehuis Juno

100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2008

2009 Aantal

2.1.3

2010 Opgestart

2011

2012

Afgerond

Leeftijd en geslacht van de begeleide jongeren

Gemiddelde leeftijd van de begeleide jongeren Jaar

Kits

Krinkel

Tokaido

Kamino

Juno

2008

8

12

15,5

17,5

15

2009

7

12

15

18

14

2010

8

12

15

18

15

2011

8

13

16

19

15

2012

9

12,5

16,5

19

15

Zoals blijkt uit bovenstaande tabel ligt de gemiddelde leeftijd van de opgenomen kinderen vrij hoog. De jongste kinderen zijn geboren in 2006 en dus 6 jaar in 2012. De gemiddelde leeftijd van jongeren die in studio’s van Kamino verblijven, is 18 jaar terwijl deze van de BZW 19 jaar is.

Geslacht van de begeleide jongeren

Jaar

Kits

Krinkel

Tokaido

Kamino

meisje jongen meisje jongen meisje jongen meisje jongen

Begeleidingstehuis Juno meisje

jongen

2008

7

5

8

4

8

6

15

21

38

51%

36

49%

2009

9

4

11

7

12

5

15

16

47

59%

32

41%

2010

7

3

5

5

11

5

13

20

36

52%

33

48%

2011

8

5

10

8

17

6

10

12

45

59%

31

41%

2012

10

7

7

9

10

8

16

11

43

55%

35

45%

In 3 van de 4 werkingen zijn meisjes in de meerderheid al is het verschil tussen het aantal jongens/meisjes heel beperkt. Enkel in de studiowerking van Kamino is het verschil erg uitgesproken: 89% van de jongeren zijn daar meisjes.


pagina 21 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.1.4

Verwijzende instanties

CBJ

JRB

2012

JRB

2011

CBJ

2010

Kamino

JRB

2009

Tokaido

CBJ

2008

Krinkel

JRB

2007

Kits

Arrondissement

CBJ

jaar

Verwijzende instanties van de begeleide jongeren per regio

Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere

5 0 3 0 4 0 4 0 7 0 8 0

4 5 6 3 7 2 4 2 6 0 11 0

3 0 3 0 7 0 6 0 6 0 3 0

10 1 8 1 9 2 2 2 8 4 8 3

7 0 5 0 6 0 5 2 7 0 3 0

7 0 9 0 10 1 9 0 16 0 14 1

21 0 28 1 18 3 20 2 12 2 19 1

6 1 7 0 10 0 10 1 7 1 7 0

Juno CBJ 36 0 39 1 35 3 35 4 32 2 33 1

51% 0% 53% 1% 44% 4% 51% 6% 42% 3% 42% 1%

JRB 27 7 30 4 36 5 25 5 37 5 40 4

39% 10% 41% 5% 46% 6% 36% 7% 49% 7% 51% 5%

Totaal 63 7 69 5 71 8 60 9 69 7 73 5

90% 10% 93% 7% 90% 10% 87% 13% 91% 9% 94% 6%

De meeste gezinnen (94%) worden doorverwezen via Comité Bijzondere Jeugdzorg of Jeugdrechtbank Antwerpen, een kleine minderheid (6%) vanuit een andere regio.


pagina 22 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.1.5

Begeleidingsduur

Duur van de afgeronde begeleidingen in maanden

2008 2009 2010 2011 2012

0 0 0 3 0

1 0 0 0 0

0 0 0 0 0

0 1 0 0 0

0 1 0 2 5

1 1 0 0 0

0 1 0 2 0

0 1 0 0 2

0 0 0 0 1

0 2 0 2 0

1 0 0 3 0

1 4 0 0 1

2 4 2 5 4

1 0 1 1 0

1 0 2 1 0

0 2 0 0 1

1 0 1 0 1

0 1 0 2 1

3 3 4 0 2

2 3 1 2 2

1 0 3 2 2

3 2 0 3 1

2 0 4 3 4

6 4 1 0 1

19% 27% 32% 32% 21%

4 4 2 3 4

15% 13% 11% 10% 14%

> 36 m

0-6 m 5 8 6 10 6

24-36 m


18-24 m

Kamino

12-18 m

Tokaido

6-12 m

Krinkel

0-6 m 6-12 m 12-18 m 18-24 m 24-36 m > 36 m 0-6 m 6-12 m 12-18 m 18-24 m 24-36 m > 36 m 0-6 m 6-12 m 12-18 m 18-24 m 24-36 m > 36 m 0-6 m 6-12 m 12-18 m 18-24 m 24-36 m > 36 m

Jaar

Kits

2 8% 3 12% 4 15% 8 31% 0 0% 7 23% 1 3% 10 33% 5 26% 0 0% 5 26% 1 5% 3 10% 5 16% 8 26% 2 6% 3 11% 2 7% 10 36% 3 11%

Voor 6 jongeren is de begeleidingsduur korter dan 6 maanden. Het gaat hierbij steeds om jongeren boven de 14 jaar die meestal in crisisopvang begeleid worden, met een beperkte opdracht en een op voorhand afgesproken begeleidingsduur. Voor kinderen jonger dan 10 jaar die vertrekken uit Kits ligt de verblijfsduur tussen 2 en 3 jaar. In Krinkel is na ½ - 1 jaar de begeleiding voor 2 jongeren stopgezet, voor 1 jongere tussen 1 en 1 ½ jaar en 1 jongere na een verblijf langer dan 3 jaar in Juno. De begeleidingsduur in Tokaido ligt boven de 1 ½ jaar – de crisisopnames niet meegerekend; in Kamino is dit minstens 1 jaar.


pagina 23 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Aantal maanden

Gemiddelde verblijfsduur van de afgeronde begeleidingen – Begeleidingstehuis Juno 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

22

2008


28

2009

24

2010

20

20

2011

2012

pagina 24 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.2

Afdeling Van Celst - Begeleidingstehuis Van Celst & Juno en Begeleidingstehuis Hakatoo

2.2.1

Bezettingsgraad

Bezettingsgraad op jaarbasis – Begeleidingstehuis Van Celst en Hakatoo Jaar 2008 2009 2010 2011 2012

2.2.2

OkrA 91% 92% 93% 98% 97%

KaYèn 89% 90% 90% 89% 85%

Van Celst 90% 91% 91% 94% 91%

Jaar 2008 2009 2010 2011 2012

Hakatoo 80% 91% 86% 100% 104%


Sinds januari 2011 heeft Begeleidingstehuis Van Celst 13 plaatsen als Bijkomende Erkenning, voorheen GKRB. Dit project bevordert de begeleiding van jongeren: - afkomstig uit de gemeenschapsinstelling (GI) – categorie 1; - die, bij gebrek aan plaats, niet in de GI kunnen opgenomen worden – categorie 2; - met een complexe problematiek en een zware hulpverleningshistoriek (voorheen GIT = gestructureerde intensieve trajectbegeleiding) – categorie 3. Aantal dossiers, opgestart en afgerond, per afdeling – Begeleidingstehuis Van Celst

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

B ijko mende Erkenning

Opgestart

Van Celst

Aantal

KaYèn

Jaar

OkrA

2008

28

13

13

24

10

11

52

23

24

11

7

7

2009

25

10

11

23

10

8

48

20

19

12

8

6

2010

25

11

9

36

21

21

61

32

30

19

14

13

2011

23

7

7

31

16

18

54

23

25

21

21

4

2012

23

7

8

29

16

16

52

23

24

38

21

19

t.e.m. 2010 GKRB


pagina 25 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Totaal aantal dossiers, opgestart en afgerond – Begeleidingstehuis Van Celst 100 90

80

Aantal dossiers

70 60 50 40 30 20 10 0 2008

2009

2010 Aantal

Opgestart

2011

2012

Afgerond

Op jaarbasis moet Begeleidingstehuis Van Celst via de 13 plaatsen Bijkomende Erkenning minstens 19,5 begeleidingen realiseren. Zowel in 2011 als in 2012 is dit gelukt; telkens starten 21 begeleidingen. Dit heeft in 2011 geleid tot een aandeel van 38,9% van deze doelgroep in de totale populatie van Van Celst en stijgt in 2012 naar bijna 73% van de populatie. Als de huidige tendens zich voorzet (91,3% of 21 van de 23 opgestarte begeleidingen kadert binnen Bijkomende Erkenning) zal het aantal van deze begeleidingen stijgen naar 90%. Dit heeft geleid tot een inschatting dat we in Van Celst globaal met een zware en complexere doelgroep werken dan voorheen. In 2012 verloopt ongeveer 50% van de begeleidingen grotendeels mobiel. Dit wil zeggen dat de jongere meestal in de context verblijft. 3 begeleidingen zijn rechtstreeks mobiel opgestart, 2 begeleidingen starten residentieel en schakelen na enkele weken over naar mobiel. Dit kadert in de beleidskeuze die al veel langer is gemaakt om de positieve krachten in het thuismilieu en netwerkvorming maximaal in te zetten. In regel werken we steeds aan een terugkeer naar de thuissituatie of naar een vorm van zelfstandig wonen.


pagina 26 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Totaal aantal dossiers, opgestart en afgerond – Begeleidingstehuis Hakatoo 100 90 80

Aantal dossiers

70 60 50

40 30 20

10

15 10

0

23

8 16

23 16

0 2008

2009

24

7

2010 Aantal

Opgestart

8

7

21

2011

4

6

2012

Afgerond

In Hakatoo zijn 21 begeleidingen opgestart in 2012. Dit ligt in de lijn van de vorige jaren. 6 begeleidingen worden afgerond, 1 minder dan in 2010 en 2011.

2.2.3


Gemiddelde leeftijd van de begeleide jongeren – Begeleidingstehuis Van Celst en Hakatoo Jaar 2008 2009 2010 2011 2012

OkrA 17 17 17 17,5 17,5

KaYèn 17 17 17 17 17

Van Celst 17 17 17 17 17

Jaar 2008 2009 2010 2011 2012

Hakatoo 4,5 5,5 5,5 7 7

2008 2009 2010 2011 2012

OkrA KaYèn meisje jongen meisje jongen 20 8 20 4 18 7 17 6 19 6 21 15 15 8 16 15 14 9 14 15

Van Celst meisje jongen 40 77% 12 23% 35 73% 13 27% 40 66% 21 34% 31 57% 23 43% 28 54% 24 46%

Jaar

Jaar

Geslacht van de begeleide jongeren – Begeleidingstehuis Van Celst en Hakatoo

2008 2009 2010 2011 2012

Hakatoo meisje jongen 8 53% 7 47% 11 48% 12 52% 15 65% 8 35% 13 54% 11 46% 10 48% 11 52%

De gemiddelde leeftijd van de jongeren in Van Celst is over de jaren heen 17 jaar. De leeftijd van de kinderen van Hakatoo is in 2011 en 2012 gemiddeld 7 jaar. In Van Celst worden iets meer meisjes dan jongens begeleid. In Hakatoo is de verhouding net omgekeerd. Maar beide begeleidingshuizen kennen een gemengde populatie. In Van Celst wordt deze evidentie meer en meer in vraag gesteld. De zwaarte van de doelgroep maakt het niet langer evident om te blijven gaan voor een gemengde doelgroep. Het is wellicht niet verwonderlijk dat vele residentiële voorzieningen in Vlaanderen die werken met dergelijke doelgroep al langer kiezen voor ofwel een jongenswerking ofwel een meisjeswerking.


pagina 27 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.2.4


Verwijzende instanties van de begeleide jongeren per regio – Begeleidingstehuis Van Celst

CBJ

JRB

CBJ

JRB

2009 2010 2011 2012

KaYèn

Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere

13 1 11 1 10 1 10 1 11 2

13 1 12 1 12 2 10 2 8 2

6 0 9 0 9 0 7 0 4 0

16 2 12 2 21 6 19 5 23 2

jaar 2008

OkrA

Arrondissement

Begeleidingstehuis Van Celst CBJ 19 1 20 1 19 1 17 1 15 2

JRB

37% 2% 42% 2% 31% 2% 31% 2% 29% 4%

29 3 24 3 33 8 29 7 31 4

Totaal

56% 6% 50% 6% 54% 13% 54% 13% 60% 8%

48 4 44 4 52 9 46 8 46 6

92% 8% 92% 8% 85% 15% 85% 15% 88% 12%

Het relatief hoge percentage (29%) dat onder het Comité valt, dient gerelativeerd omdat vrij veel +18-jarigen een verlengde hulpverlening hebben gevraagd via het Comité Bijzondere Jeugdzorg. Verwijzende instanties van de begeleide jongeren per regio – Begeleidingstehuis Hakatoo

jaar 2008 2009 2010 2011 2012


Arrondissement

CBJ

Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere

10 0 13 0 13 0 8 0 4 0

JRB

67% 0% 57% 0% 57% 0% 33% 0% 19% 0%

5 0 10 0 10 0 16 0 17 0

Totaal

33% 0% 43% 0% 43% 0% 67% 0% 81% 0%

15 0 23 0 23 0 24 0 21 0

100% 0% 100% 0% 100% 0% 100% 0% 100% 0%

In Hakatoo is er een duidelijke toename van kinderen die worden toegeleid vanuit de Jeugdrechtbank. Op 2 jaar tijd is dit aandeel bijna verdubbeld van 43% naar 81%.

2.2.5

Begeleidingsduur

Duur van de afgeronde begeleidingen in maanden – Begeleidingstehuis Van Celst

0 1 0 0 0

1 8 33% 5 0 8 42% 4 1 13 43% 6 2 5 20% 12 1 11 46% 7

21% 21% 20% 48% 29%

> 36 m

> 36 m

1 1 4 0 0

24-36 m

24-36 m

0 4 2 3 1 2 3 1 0 10 5 1 1 5 10 1 1 10 5 0

18-24 m

18-24 m

2 1 3 1 3

12-18 m

12-18 m

2 0 1 1 0

6-12 m

> 36 m

2 2 1 2 1

0-6 m

24-36 m

3 1 1 2 2

6-12 m

18-24 m

4 6 3 0 1

0-6 m

12-18 m

Van Celst

0-6 m

2008 2009 2010 2011 2012

KaYèn

6-12 m

Jaar

OkrA

5 21% 3 13% 2 8% 3 16% 1 5% 2 11% 2 7% 5 17% 3 10% 3 12% 1 4% 1 4% 1 4% 0 0% 3 13%

1 4% 1 5% 1 3% 3 12% 2 8%

Doorheen de jaren zien we het aandeel van de begeleidingen die korter lopen dan 1 jaar toenemen. In 2012 gaat het om 75% van de begeleidingen.


pagina 28 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Duur van de afgeronde begeleidingen in maanden – Begeleidingstehuis Hakatoo

2008 2009 2010 2011 2012

0 3 1 1 0

19% 14% 14% 0%

0 4 2 1 0

25% 29% 14% 0%

0 2 1 3 2

13% 14% 43% 33%

0 7 0 1 1

44% 0% 14% 17%

0 0 3 1 3

0% 43% 14% 50%

> 36 m

24-36 m

18-24 m

12-18 m

6-12 m

0-6 m

Jaar

Hakatoo

0 0 0 0 0

0% 0% 0% 0%

Aantal maanden

Gemiddelde verblijfsduur van de afgeronde begeleidingen in maanden – Begeleidingstehuis Van Celst 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

13

13

12

15

12

2008

2009

2010

2011

2012

Aantal maanden

Gemiddelde verblijfsduur van de afgeronde begeleidingen in maanden – Begeleidingstehuis Hakatoo 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

14

17

15

2009

2010

2011

21

0 2008


2012

pagina 29 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.2.6

Bijkomende erkenning Van Celst in 2012

Jongere Geslacht 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21

man vrouw man man vrouw man vrouw vrouw man man vrouw vrouw vrouw vrouw man man man man man vrouw vrouw

°datum 12/mrt/93 25/jun/96 03/aug/94 25/sep/95 01/feb/95 23/mrt/96 21/jun/95 17/mrt/96 15/feb/96 30/mrt/95 07/jul/95 30/nov/95 19/jan/96 20/nov/94 22/jan/95 05/jun/98 03/sep/98 09/nov/94 15/feb/96 23/sep/96 29/jul/98

Datum aanmelding bijkomende Erkenning 06/12/2011 26/01/2012 02/01/2012 20/02/2012 05/04/2012 01/06/2012 11/06/2012 02/07/2012 26/06/2012 25/07/2012 09/07/2012 16/07/2012 08/08/2012 20/07/2012 02/07/2012 13/09/2012 20/09/2012 24/09/2012 18/10/2012 29/11/2012 31/10/2012

Gemeenschapsinstelling van herkomst

Opname Van Celst

De Markt-Mol ontvlucht De Markt-Mol thuis De Zande Beernem De Markt-Mol OOOC De Sluis thuis De Markt-Mol thuis De Zande Beernem De Zande Beernem De Zande Beernem De Zande Beernem De Markt-Mol De Markt-Mol De Markt-Mol De Markt-Mol Everberg thuis Ontheemdingsproject

19/01/2012 26/01/2012 27/01/2012 07/03/2012 16/05/2012 20/06/2012 24/06/2012 11/07/2012 20/07/2012 08/08/2012 27/08/2012 27/08/2012 27/09/2012 28/09/2012 01/10/2012 04/10/2012 18/10/2012 05/11/2012 27/11/2012 06/12/2012 12/12/2012

Einddatum Bijkomende Erkenning

Einddatum Van Celst

12/06/2012 28/03/2012 20/07/2012 03/05/2012

13/11/2012 28/03/2012 20/07/2012 01/06/2012

04/12/2012

04/12/2012

11/09/2012 17/10/2012 07/11/2012 18/12/2012 05/12/2012

11/09/2012 17/10/2012 07/11/2012 18/12/2012 05/12/2012

Het gemiddelde tijdsverloop tussen de aanmelding Bijkomende Erkenning (bij de Centrale Wachtlijst in dialoog met de Gemeenschapsinstelling en Begeleidingstehuis Van Celst) en de start van de begeleiding is 37,6 dagen. Voor 11 van de 21 aanmeldingen neemt het meer dan een maand, voor 2 zelfs 2 maanden, voor er effectief gestart kan worden met begeleiding. De tijd die verloopt tussen onze melding van een open plaats aan de Centrale Wachtlijst en de opstart van de begeleiding is meestal een 3-tal weken. Er zijn meerdere factoren die hierin een rol spelen: - in de samenwerking met De Zande in Beernem en consulenten verloopt er veel tijd tussen een eerste verkennende contact en een effectieve opname. Het is ons niet zo duidelijk welke factoren hier precies spelen; - de samenwerking met consulenten en de Gemeenschapsinstelling in Mol verloopt makkelijk en snel en is duidelijk; - soms duurt het gewoon een tijd voor er toestemming is van de consulent ten gevolge van ziekte of verlof; - het is een uitdaging om met alle betrokkenen een moment te vinden voor een intake-datum. Een afspraak maken voor de intake is vaak heel omslachtig; dit heeft vooral te maken met het feit dat het geen evidentie is voor de consulent om zich vrij te maken op een moment dat het voor onze medewerkers, cliënten en de begeleiders in Mol past.

2.2.6.1 Interpretatie cijfergegevens Het totaal aantal opnames in Begeleidingstehuis Van Celst in 2012 is 23, waarvan 21 onder de Bijkomende Erkenning. Categorieën nieuwe opnames Categorie nieuwe opnames Jaar categorie 1 categorie 2 categorie 3 2011 11 52% 5 24% 5 24% 2012 16 76% 2 10% 3 14%


pagina 30 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Gemeenschapsinstelling van herkomst nieuwe opnames

De Hutten

De Zande

Andere

2011 2012

De Markt

Jaar

Gemeenschapsinstelling

10 8

1 0

1 5

9 8

De instroom van meisjes uit De Zande loopt zeer moeizaam in 2012. Geslacht nieuwe opnames Jaar 2011 2012

Bijkomende Erkenning meisje jongen 9 43% 12 57% 10 48% 11 52%

Leeftijd nieuwe opnames Jaar 2011 2012

Bijkomende Erkenning 16 16

Verwijzende instantie nieuwe opnames

Jaar

Antwerpen

Mechelen

Turnhout

Verwijzer

Arrondissement

CBJ JRB 2012 JRB

1 17 20

-

-

2011

1 -

2 1

Gemiddelde begeleidingsduur afgeronde begeleidingen Gemiddelde verblijfsduur in maanden Jaar

Bijkomende Erkenning

2011 2012

5 5

De duur van begeleidingen in het kader van Bijkomende Erkenning is zowel in 2011 als 2012 gemiddeld de 5 maanden. Wel dient vermeld dat in 2012 in 1/3 van de situaties de begeleiding na minder dan 2 maanden wordt stop gezet en niet positief wordt afgerond. Ook ontvluchtingen van meisjes gedurende meer dan 2 weken en het ontbreken van time-outmogelijkheden hebben hierin een rol gespeeld. Dit gegeven en tal van situaties van onveiligheid voor jongeren (en begeleiders) in 2012 hebben ons gemotiveerd om te zoeken naar een passende methodiek met werkzame factoren en een duidelijker afbakening van de doelgroep voor Van Celst. We moeten vaststellen dat we onvoldoende zijn uitgerust om aan de slag te gaan met deze complexe doelgroep.


pagina 31 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.3

Mobiele diensten

2.3.1

Bezettingsgraad

Bezettingsgraad op jaarbasis Jaar 2008 2009 2010 2011 2012

De Compagnie 97% 97% 94% 95% 95%

Crescendo 94% 102% 98% 95% 92%

Amarilis 95% 93% 97% 97% 95%

Intermezzo 20% 82% 90% 84%

Jaar 2008 2009 2010 2011 2012

De Matant* 48 55 53 57 52

Raidho 43% ** 40% 63%

* = aantal gerealiseerde begeleidingen ** = verwijst enkel naar de laatste drie maanden

De reguliere thuisbegeleidingsdiensten halen gedurende het hele jaar bijna een volledige bezetting. In de kortdurende thuisbegeleidingsdienst Intermezzo slagen we daar niet steeds in. De oorzaak hiervan is dat het aanbod kortdurende begeleidingen in regio Antwerpen met periodes groter is dan de vraag. De Matant heeft in 2012 52 begeleidingen opgestart. Dit zijn 4 begeleidingen meer dan de 48 begeleidingen die op jaarbasis dienen gehaald te worden. Een aantal van de gestarte begeleidingen is vroegtijdig afgesloten. NPT-dienst Raidho is gestart in oktober 2010 met een erkenning van een halve reguliere thuisbegeleidingsdienst. In samenspraak met het Agentschap Jongerenwelzijn kan de NPT-dienst (door de hoge intensiteit) een maximale capaciteit halen van 12 begeleidingen. De cijfergegevens geven dus een vertekend beeld van de reële caseload. Sinds maart 2012 bedraagt de gemiddelde bezetting 87%.

2.3.2


Aantal dossiers, opgestart en afgerond – reguliere thuisbegeleidingsdiensten

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Totaal

Afgerond

Intermezzo

Opgestart

Amarilis

Aantal

Crescendo

Jaar

De Compagnie

2008

61

28

31

-

-

-

46

14

15

-

-

-

107

42

46

2009

58

25

22

70

37

39

57

29

26

8

8

2

193

99

89

2010

61

32

35

67

36

39

66

37

34

40

34

25

234

139

133

2011

65

34

31

72

47

42

75

43

45

48

33

35

260

157

153

2012

63

34

33

79

49

51

65

34

38

45

32

32

252

149

154


pagina 32 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Aantal dossiers

Totaal aantal dossiers, opgestart en afgerond – reguliere thuisbegeleidingsdiensten 275 250 225 200 175 150 125 100 75 50 25 0 2008

2009

2010 Aantal

2011

Opgestart

2012

Afgerond

Het totaal aantal dossiers is de afgelopen jaren toegenomen gezien de thuisbegeleidingsdiensten steeds meer methodisch en doelgericht werken. De begeleidingsduur is afgenomen (zie 2.3.5).

Aantal dossiers

Totaal aantal dossiers, opgestart en afgerond - De Matant 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

58 55 54

56 52 52

61 57 56

57 52 52

2009

2010

2011

2012

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal dossiers

Totaal aantal dossiers, opgestart en afgerond NPT-dienst Raidho 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

14 4

4

7 26

1

2010

2011 Aantal


11

Opgestart

19

16

2012 Afgerond

pagina 33 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.3.3


Gemiddelde leeftijd van de begeleide jongeren waarop de beschikking is uitgeschreven Jaar

De Compagnie

Crescendo

Amarilis

Intermezzo

2008

11

-

10

-

2009

11

10,5

10,5

8

2010

9

9

9

11,5

2011

10

9

9

13

2012

11

10

11

13

Jaar

De Matant

Raidho

2008

-

-

2009

14,5

-

2010

14

17

2011

14

16

2012

14

17

De gemiddelde leeftijd voor de thuisbegeleidingsdiensten is weinig relevant gezien het gaat om contextbegeleiding. De volledige context krijgt een plaats in de begeleidingen. Ook met broers en zussen van de aangemelde jongere worden begeleidingsdoelen opgesteld. De aangemelde jongere is niet steeds de jongere waar het meest intensief mee gewerkt wordt. CAH De Matant werkt zowel met pubers als met jonge kinderen. Het grootste deel van de aanmeldingen in 2012 zijn pubers. Ook De Matant werkt met de volledige context. NPT-dienst Raidho verzorgt een trajectbegeleiding voor jongeren vanaf 16 jaar.

Jaar

Geslacht van de begeleide jongeren waarop de beschikking is uitgeschreven – reguliere thuisbegeleidingsdiensten De Compagnie meisje

Crescendo

Amarilis

Intermezzo

jongen meisje jongen meisje jongen meisje jongen

2008

34

30

23

28

2009

34

24

31

39

29

28

2

2010

27

34

35

32

37

29

2011

23

42

35

37

40

2012

25

38

33

46

37


Totaal meisje

jongen

57

50%

58

50%

6

96

50%

97

50%

19

21

118

50%

116

50%

35

21

27

119

46%

141

54%

28

26

19

121

48%

131

52%

pagina 34 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Jaar

Geslacht van de begeleide jongeren waarop de beschikking is uitgeschreven – De Matant – NPT-dienst Raidho De Matant meisje

Raidho

jongen

meisje

2011

32

52%

29

48%

2012

35

61%

22

39%

jongen

n.v.t. n.v.t. 1

4%

14

100%

25

96%

Aanvankelijk gebeurde de instroom in de NPT-dienst enkel vanuit de behandelunit van gemeenschapsinstelling De Hutten te Mol (instroom jongens). In samenspraak met het Agentschap Jongerenwelzijn en de gemeenschapsinstelling werden op 6 februari 2012 nieuwe afspraken hieromtrent gemaakt. De instroom in de NPT-dienst gebeurt sindsdien volgens de prioriteitenlijst behandelunit – begeleidingsleefgroepen – buitenstarters (mogelijkheid voor opname van meisjes).

2.3.4


2011 2012

40

20

31

43

37%

71

62%

114

99%

Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere Antwerpen Andere

1 19 1 23 1 24 5 22 4

0 38 0 37 0 36 0 35 2

0 17 0 19 0 24 0 24 0

0 40 0 47 0 51 0 41 0

1 85 1 107 1 109 5 103 4

1% 44% 1% 46% 0% 42% 2% 41% 2%

0 107 0 125 0 145 1 142 3

0% 55% 0% 54% 0% 56% 0% 56% 1%

1 192 1 232 1 254 6 245 7

1% 99% 1% 99% 1% 98% 2% 97% 3%

46 0 45 0 39 0 36 0

24 0 22 0 32 1 42 1

JRB

23

CBJ

JRB

Antwerpen

CBJ

JRB

2010

Amarilis Intermezzo Reguliere thuisbegeleidingsdiensten

CBJ

2009

De Compagnie Crescendo

JRB

2008

Arrondissement

CBJ

jaar

Verwijzende instanties van de begeleide jongeren waarop de beschikking is uitgeschreven – reguliere thuisbegeleidingsdiensten

3 0 20 0 22 0 21 0

5 0 19 0 26 0 24 0

CBJ

JRB

Totaal

Arrondissement

De Matant CBJ

Antwerpen 22 40% Andere 2 4% Antwerpen 19 34% 2010 Andere 0 0% Antwerpen 25 41% 2011 Andere 0 0% Antwerpen 21 37% 2012 Andere 1 2% * = Netwerk crisisjeugdhulp 2009

JRB

NCJ*

Totaal

29 53% 0 0% 31 55% 0 0% 31 51%

2 0 6 0 5

4% 0% 11% 0% 8%

53 96% 2 4% 56 100% 0 0% 61 100%

0 0% 26 46% 0 0%

0 9 0

0% 16% 0%

0 56 1

0% 98% 2%

jaar

jaar

Verwijzende instanties van de begeleide jongeren waarop de beschikking is uitgeschreven – De Matant – NPT-dienst Raidho Arrondissement

Antwerpen Andere Antwerpen 2010 Andere Antwerpen 2011 Andere Antwerpen 2012 Andere 2009

Raidho JRB 1 3 8

25% 75% 57%

6 43% 21 81% 5 19%

Aanvankelijk gebeurde de instroom in de NPT-dienst enkel vanuit de behandelunit van gemeenschapsinstelling De Hutten te Mol (instroom jongens). In samenspraak met het Agentschap Jongerenwelzijn en de gemeenschapsinstelling worden op 6 februari 2012 nieuwe afspraken hieromtrent gemaakt. De instroom in de NPT-dienst gebeurt sindsdien volgens de prioriteitenlijst behandelunit – begeleidingsleefgroepen – buitenstarters (mogelijkheid voor opname van meisjes). Jaarverslag 2012 Jeugdzorg Emmaus Antwerpen

pagina 35 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.3.5

Begeleidingsduur

Duur van de afgeronde thuisbegeleidingen – reguliere thuisbegeleidingsdiensten

2008 2009 2010 2011 2012

5 7 9 9 12

10 11 13 10 8

6 5 6 7 10

6 1 3 3 2

2 0 2 1 1

2 1 2 1 0

15 14 11 27

12 15 18 15

8 9 10 9

4 1 2 0

0 0 1 0

0 0 0 0

0 9 5 17 13

1 8 13 13 12

5 3 5 13 11

6 3 4 1 1

4 3 3 1 1

0 0 4 0 0

2 10 14 8

0 15 21 24

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

11% 36% 29% 33% 39%

11 31 56 62 59

23% 34% 42% 41% 38%

11 16 20 30 30

23% 17% 15% 20% 19%

12 8 8 6 3

26% 9% 6% 4% 2%

6 13% 2 3 3% 1 5 4% 6 3 2% 1 2 1% 0

> 36 m

0-6 m 5 33 38 51 60

24-36 m

Totaal reguliere thuisbegeleidingsdiensten

18-24 m

intermezzo

12-18 m

Amarilis

6-12 m

Crescendo

0-6 m 6-12 m 12-18 m 18-24 m 24-36 m > 36 m 0-6 m 6-12 m 12-18 m 18-24 m 24-36 m > 36 m 0-6 m 6-12 m 12-18 m 18-24 m 24-36 m > 36 m 0-6 m 6-12 m 12-18 m 18-24 m 24-36 m > 36 m

Jaar

De Compagnie

4% 1% 5% 1% 0%

De reguliere thuisbegeleidingsdiensten werken volgens het IPT-model. De gemiddelde begeleidingsduur bedraagt 10 maanden. Kortdurende thuisbegeleidingsdienst Intermezzo verzorgt contextbegeleiding in trajecten van 6 maanden. De gemiddelde begeleidingsduur van 5 maanden is te verklaren door een aantal vroegtijdig beëindigde begeleidingen. Duur van de afgeronde thuisbegeleidingen – NPT-dienst Raidho

24-36 m

> 36 m

2010 1 100% 0 0% 0 0% 2011 3 43% 4 57% 0 0% 2012 7 44% 7 44% 1 6%

18-24 m

12-18 m

6-12 m

0-6 m

Jaar

Raidho

0 0% 0 0% 1 6%

0 0% 0 0% 0 0%

0 0% 0 0% 0 0%

NPT-dienst Raidho verzorgt trajecten met als richtlijn een tijdsduur van 9 maanden. 44% van de trajecten volgt deze richtlijn. De korter durende trajecten zijn te verklaren door een aantal vroegtijdig beëindigde begeleidingen. Trajecten die langer duren, zijn te verantwoorden vanuit inhoudelijke overwegingen.


pagina 36 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Aantal maanden

Gemiddelde begeleidingsduur van de afgeronde thuisbegeleidingen – De Compagnie 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

15

12

13

10

10

2008

2009

2010

2011

2012

Aantal maanden

Gemiddelde begeleidingsduur van de afgeronde thuisbegeleidingen – Crescendo 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

10

8

10

7

2009

2010

2011

2012

Aantal maanden

Gemiddelde begeleidingsduur van de afgeronde thuisbegeleidingen – Amarilis 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

14

2008


11

15

2009

2010

8

9

2011

2012

pagina 37 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Aantal maanden

Gemiddelde begeleidingsduur van de afgeronde thuisbegeleidingen – Intermezzo 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

5

5

5

2010

2011

2012

Aantal maanden

Gemiddelde begeleidingsduur van de afgeronde thuisbegeleidingen – NPT-dienst Raidho 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

0

6

7

2010

2011

2012


pagina 38 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.4

OOOC De Grote Robijn

2.4.1

Bezettingsgraad

Gemiddelde bezettingsgraad op jaarbasis Jaar De Grote Robijn 2008 95% 2009 86% 2010 90% 2011 90% 2012 92%

De gemiddelde bezettingsgraad is de laatste jaren licht gestegen naar 92% in 2012. Indien de invulling van de ambulante dossiers hoger zou liggen, zou dit percentage hoger zijn.

2.4.2


Aantal dossiers, opgestart en afgerond per opdracht

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Jaar

Aantal

Opgestart

Afgerond

NCJ*

Afgerond

Totaal

Opgestart

Observatie

Aantal

Oriëntatie

Jaar

Onthaal

2009

11

11

11

57

51

53

37

25

31

105

87

95

2009

-

-

-

2010

14

14

14

53

42

48

46

37

37

113

93

99

2010

-

-

-

2011

13

11

12

64

58

52

39

31

31

116

100

95

2011

41

41

41

2012

28

27

27

78

70

62

37

23

31

143

120

120

2012

43

43

42

* = Netwerk crisisjeugdhulp

Het aantal begeleidingen is in 2012 aanzienlijk toegenomen tegenover de voorgaande jaren. Dit door een toename van kortdurende onthaalopdrachten (verdubbeling) en meer afgeronde begeleidingen na een oriëntatie. Hierdoor kunnen meer cliënten begeleid worden. Het aantal crisisbegeleidingen blijft stabiel.

Aantal dossiers

Totaal aantal dossiers, opgestart en afgerond - OOOC 160 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2009

2010 Aantal


2011 Opgestart

2012

Afgerond

pagina 39 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Aantal dossiers

Totaal aantal dossiers, opgestart en afgerond - NCJ 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2011

2012 Aantal

2.4.3

Opgestart

Afgerond


Gemiddelde leeftijd van de begeleide jongeren Jaar De Grote Robijn

Jaar

NCJ*

2009 2010 2011 2012

2009 2010 2011 2012

15 16

14 13 13 14


De gemiddelde leeftijd van begeleidingen in het OOOC blijft rond de 14 jaar liggen, terwijl de leeftijd voor crisisbegeleidingen op 16 jaar ligt.

2009 2010 2011 2012

De Grote Robijn meisje jongen 60 57% 45 43% 75 66% 38 34% 66 57% 50 43% 90 63% 53 37%

Jaar

Jaar


2009 2010 2011 2012

NCJ* meisje jongen 27 66% 14 34% 31 72% 12 28%


Het grootste aantal van begeleide jongeren in het OOOC zijn meisjes, zowel de begeleidingen in het OOOC als de crisisbegeleidingen.


pagina 40 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.4.4


arrondissement

Antwerpen Andere Antwerpen 2010 Andere Antwerpen 2011 Andere Antwerpen 2012 Andere 2009

De Grote Robijn CBJ JRB Totaal 21 20% 80 76% 101 96% 0 0% 4 4% 4 4% 21 19% 83 73% 104 92% 6 5% 3 3% 9 8% 32 28% 80 69% 112 97% 3 3% 1 1% 4 3% 31 22% 109 76% 140 98% 1 1% 2 1% 3 2%

jaar

jaar

Verwijzende instanties per regio arrondissement

NCJ*

2009 Antwerpen

-

2010 Antwerpen

-

2011 Antwerpen

41

2012 Antwerpen

43


Net zoals de voorgaande jaren komt het gros van de begeleidingen uit regio Antwerpen, overwegend vanuit de sociale dienst van de Jeugdrechtbank (76%).


pagina 41 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.5

La Strada

2.5.1

Bezettingsgraad

Bezettingsgraad op jaarbasis Jaar 2008 2009 2010 2011 2012

La Strada 105% 120% 96% 78% 103%

Door een grotere stabiliteit in het team en betere aansluiting van vraag en aanbod voor time-out binnen La Strada is de bezettingsgraad en het totaal aantal begeleide jongeren (zie hieronder 2.5.2) vorig jaar aanzienlijk hoger dan de vorige 2 jaren.

2.5.2


Totaal aantal dossiers, opgestart en afgerond

Aantal

Opgestart

Afgerond

Jaar

Begeleidingen

2009

53

53

52

2010

77

77

77

2011

62

62

62

2012

82

82

82

2.5.3



La Strada

2009 2010 2011 2012

15,5 15,5 15,5 15,5

Jaar


2009 2010 2011 2012

La Strada meisje jongen 18 34% 35 66% 20 26% 57 74% 20 32% 42 68% 32 39% 50 61%


pagina 42 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

2.5.4


Verwijzende instanties per regio

2010 2011 2012

3 2 2 1 3

2

1 1 3 5 1 5 1 2

5 1 6 2 7 2 4 2 6

2

2

1 1

2 4 1 1

2

1 1 1 1 1

2 1

1 1

4

1

1

3 1 2 2 1

1

2 2

1

2

2

2

Turnhout

1

Tongeren

1

Sint-Niklaas

1 1 1

Oudenaarde

1

Mechelen

2 1

Maaseik

Hasselt

Gent

Dendermonde

2

Roeselare

1

Brussel

Brugge

Aalst

Antwerpen 9 18 8 21 9 28 8 25 11 36

Leuven

2009

CBJ JRB CBJ JRB CBJ JRB CBJ JRB CBJ JRB

Kortrijk

2008

Verwijzer

Jaar

Arrondissement

Totaal 1 19 41% 27 59% 11 20% 3 43 80% 2 25 32% 1 52 68% 3 22 35% 1 40 65% 2 25 30% 3 57 70%

Overwegend (57%) komen jongeren bij La Strada terecht via een verwijzer in regio Antwerpen. Daarnaast zijn de verwijzers uit het arrondissement Dendermonde jaarlijks goed voor 10% of meer van de begeleidingen. Van de 81 begeleide jongeren komen er 6 uit een VAPH-voorziening. La Strada krijgt daarvoor extra middelen van de provincie Antwerpen


pagina 43 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Dagbestedingsdienst Rapaz

2.6.1


Aantal dossiers

2.6

100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

77

68

76

76

67

2011

2012 Aantal

2.6.2

72

Opgestart

Afgerond



Rapaz

2011 2012

15 16

Jaar


2011 2012

2.6.3

Rapaz meisje 39 51% 49 51%

jongen 38 49% 27 49%

Verwijzende begeleidingstehuizen Verwijzende begeleidingstehuizen

TOTAAL

OkrA

KaYèn

De Poort

De Toren

OOOC

Kamino

Van Celst

Tokaido

Juno

2011

7

2

12

13

20

23

9

12%

25

32%

43

56%

77

100%

2012

7

1

14

18

24

12

8

11%

32

42%

36

47%

76

100%

jaar

Juno

Van Celst


Totaal

Het aandeel jongeren vanuit Van Celst is toegenomen terwijl het aantal vanuit OOOC De Grote Robijn daalt, vanuit Juno zien we een constante.


pagina 44 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

Begeleidingsduur

>3

0-1 m

1-3 m

>3

1 1

4 3

8 9

9 8

8 6

33 10

8 9

2 2

>3m

1-3 m

2011 4 2012 4

1-3 m

0-1 m

Totaal

>3

OOOC

1-3 m

Van Celst

0-1 m

Jaar

Juno

0-1 m

2.6.4

45 58% 18 23% 14 18% 23 44% 18 35% 11 21%

We zien enkele verschuivingen: het aantal en aandeel van begeleidingen langer dan 1 maand stijgt van 41% in 2011 naar 56% in 2012. Toch blijft het percentage begeleidingen dat korter is dan 3 maand constant rond de 80%.


pagina 45 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

3

Kwaliteitsverslag

In 2012 zijn er enkele belangrijke nieuwe ontwikkelingen in Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen. Binnen een reflectie over kwaliteitsmanagement kiezen we voor een driejarenplan en starten met een organisatiebrede zelfevaluatie via een Prose Quickscan bevraging bij (bijna) alle medewerkers. Daarnaast zetten we in op onderzoek en samenwerking met de wetenschappelijke wereld: het opzetten van IPT-onderzoek, een Academische Werkplaats, Effectiviteits- en kwaliteitsmeting van Time-outproject La Strada. Na jaren voorbereiding nadert de nieuwbouw op onze vestiging in Antwerpen-Kiel zijn voltooiing, de ingebruikname wordt voorzien voor april 2013. Verder investeren we tijd en energie in technieken (Technieken in Beeld) en methodieken (Methodekamers in de Mobiele Diensten). In dit hoofdstuk lichten we deze en enkele andere projecten toe die in 2012 een belangrijke plaats innemen op de kwaliteitsagenda. We bespreken kort en puntsgewijs de reden (motivatie), het doel, de werkwijze en het resultaat voor 2012. Net als in de kwaliteitsplanning volgen we voor dit kwaliteitsverslag de indeling in negen aandachtsgebieden zoals in Prose / EFQM. De kwaliteitsplanning 2012 met overzicht van alle projecten vindt u in bijlage. Uitgebreide informatie over alle projecten is beschikbaar en opvraagbaar in de vorm van projectfiches.

3.1

Beleid en Strategie

3.1.1

Reflectie over kwaliteitsmanagement



Motivering:



het Agentschap Jongerenwelzijn werkt aan uitvoeringsbesluiten van het Kwaliteitsdecreet met de klemtoon op responsabiliseren van de voorzieningen, kwaliteitsmanagement en zelfevaluatie, er worden indicatoren uitgewerkt, geïnspireerd op het EFQM-model;



we willen meer systematiek en langetermijnvisie brengen in de kwaliteitsplanning door met meerjarenplannen te werken;



we zijn als organisatie al lid van Prose, een concrete uitwerking van EFQM en hebben in het verleden al in delen van de organisatie een Quickscan uitgevoerd.



Doel: Ontwikkelen van een meerjarenplan en procedure voor kwaliteitsmanagement (een proces van planning, opvolging en meting van kwaliteit).



Werkwijze: 

in januari-februari 2012 ontwerpt het beleidscomité een kwaliteitscyclus die loopt over 3 werkjaren met: * de afname van een Prose Quickscan bij (bijna) alle medewerkers; * bepalen van prioriteiten; * opstellen van een actieplan; * uitvoeren van actieplan; * jaarlijks evalueren en bijstellen van actieplan;



in april vullen alle medewerkers, langer dan 1 jaar in dienst, anoniem de online enquête Prose Quickscan in, de ondersteunende medewerkers vullen een verkorte versie in, omdat ze minder zicht hebben op beleidsaspecten, hulpverlening, cliënten;



in mei berekenen 2 medewerkers de resultaten per team, per voorziening en voor de hele organisatie, analyseren en interpreteren de resultaten met topprioriteiten voor verbetering;



in juni koppelt het beleidscomité via staf- en teamvergaderingen de resultaten en prioriteiten terug naar alle medewerkers;



elk team schuift 5 topprioriteiten naar voor;


pagina 46 van 59

Jeugdzorg Emmaüs





in juli kiest het beleidscomité 3 topprioriteiten voor de hele organisatie en maakt deze concreter vanuit de aanvullingen in de teams;



op de tweedaagse in september maken we een begin van actieplan voor prioriteit 1;



voor Nieuwjaar maakt elke voorziening een actieplan voor 2013 vanuit de prioritaire vragen naar verbetering.

Resultaat: 

er zijn 3 topprioriteiten voor verbetering: * gebouwen, lokalen, ICT & technische uitrusting; * communicatie is direct, efficiënt en effectief; * procedures om taakbelasting te bewaken;



er is een actieplan met verbeterprojecten voor elke voorziening en de hele organisatie;



er is een driejarenplan met zelfevaluatie, keuze van prioriteiten, opmaak, uitvoering, evaluatie en bijsturing van actieplannen.

3.1.2 







Effectiviteits- en kwaliteitsmeting La Strada

Motivering: 

zicht krijgen op de effectiviteit en de tevredenheid van gebruikers van La Strada;



met het oog op regularisatiewillen we inzicht verwerven in het eigen handelen;



het beschrijven van de methode van La Strada.

Doel: 

onderzoeken van tevredenheid van cliënten en verwijzers over staptochten La Strada;



onderzoeken van de effectiviteit van processen en trajecten van La Strada.

Werkwijze: 

volledig opschrijven van de methode van La Strada;



een samenwerking aangaan met een onderzoekspartner (KdG) en een akkoord sluiten over het te lopen onderzoeksopzet;



retrospectieve dossieranalyse van 20 trajecten;



actieonderzoek van 7 trajecten door het volgen van de volledige fasering van deze time-outs; onderstaande zaken worden gevolgd, geobserveerd, gerapporteerd, gefotografeerd of gefilmd: * intake; * kick-off; * vertrekgesprek; * leer- en ervaringsweek; * aankomstgesprek; * nabegeleiding; * eindverslag;



bevraging van cliënt, verwijzer, hulpverleningssetting en begeleider van La Strada onmiddellijk na het traject;



bevraging van cliënt, verwijzer, hulpverleningssetting en begeleider van La Strada 6 maanden na het traject;



opmaak van het eindrapport door de onderzoeksinstelling (KdG);



tijdens het traject zijn er individueel en in stuurgroep diverse momenten van tussentijdse evaluatie en bijsturingsmogelijkheden.

Resultaat: 

de werking van La Strada is duidelijk gestoeld op theoretische kaders (empowerment, krachtgericht werken, methode van ervaringsleren);



deze kaders, de onderbouwde visie en methodes zijn expliciet terug te vinden in de teksten van de organisatie zowel als in de beschrijving van de verschillende fasen van het timeoutproces;


pagina 47 van 59

Jeugdzorg Emmaüs



de afronding van het time-outproces komt naar voor als belangrijk afsluitend moment maar is als proces minder uitdrukkelijk omschreven;



de uitgewerkte methodiek van het ervaringsleren en van ontheming is vooral gericht op de jongere. De teksten benadrukken het belang van het engagement van de aanmeldende voorziening. We vinden weinig methodische ondersteuning, handvatten of richtlijnen om de reflectie en het leerproces van de aanmeldende voorziening te realiseren;



tijdens de staptocht is er weinig contact met de aanmeldende context en is ook het aanbod om in die tussenperiode te reflecteren op het thuisfront beperkt of afwezig;



specifieke positie van ondersteunende dienst: er is nood aan een duidelijk kader om de rol in de nabegeleiding te kunnen waarmaken;



de beperkte registratie wordt tijdens het project reeds bijgestuurd. Een meer consequente registratie biedt handvatten voor het uittekenen van een duidelijker kader;



tevredenheid ligt hoog bij de jongere: * vooral de rust en het kunnen nadenken; * de relatie en gesprekken met de stapbegeleider; * raden tocht aan bij andere jongeren;



tevredenheid ligt hoog bij de voorziening: * het snelle aanbod; * de basishouding tegenover de jongeren; * het doorbreken van de negatieve sfeer; * de nabegeleiding.

3.2

Personeelsbeleid

3.2.1

Competentieprofielen





Motivering: 

competentiebeheer is een goede basis voor een meer systematische aanpak van het personeelsbeleid: het geeft structuur aan alle bouwstenen van het personeelsbeleid (instroom, ontwikkeling, beloning, uitstroom) en heeft invloed op de manier waarop Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen is gestructureerd en wordt aangestuurd;



het vertalen van beleid en strategie naar kerncompetenties van de organisatie zorgt voor een consolidatie van de organisatievisie;



competentieontwikkeling helpt medewerkers zelfstandiger, meer resultaatgericht en kwaliteitsvol te functioneren;



een competentiematrix laat toe om snel en efficiënt na te gaan welke kennis en vaardigheden noodzakelijk zijn voor het succes van de organisatie en welke daartoe nog moeten aangetrokken en/of ontwikkeld worden;



een goed competentiebeheer stimuleert doorgroeimogelijkheden, leer- en ontwikkelingskansen met als gevolg beter inzetbare en meer gemotiveerde medewerkers;



eenduidige taal biedt houvast en helderheid over de verwachtingen en stimuleert de dialoog over het functioneren tussen leidinggevenden en medewerkers.

Doel: 

investeren in de inzetbaarheid van medewerkers, d.w.z. in zowel functionele als loopbaancompetenties op korte en op lange termijn;



elke functie (categorie) heeft een competentieprofiel;



het werken met competenties is geïntegreerd in instrumenten voor loopbaanbegeleiding;



definiëren van kerncompetenties die de organisatievisie en het beleid ondersteunen.


pagina 48 van 59

Jeugdzorg Emmaüs





Werkwijze: 

we hanteren een ontwikkelingsgerichte benadering van competenties vanuit het geloof dat de individuele medewerker zich op bepaalde domeinen kan blijven ontwikkelen;



het beleidscomité kiest strategisch om met competenties te werken in de organisatie;



kennis over competentieontwikkeling moet niet alleen aanwezig zijn bij leidinggevenden, maar ook bij de medewerkers, dat betekent heel veel communiceren, overleggen, discussiëren, vragen stellen zodat iedereen mee is met wat competentieontwikkeling inhoudt;



we creëren via discussie in focusgroepen een breed draagvlak met aandacht voor overleg en participatie bij medewerkers, dit vermindert weerstand en onzekerheid bij verandering en verhoogt betrokkenheid, initiatief en eigenaarschap op alle niveaus in de organisatie;



in september 2011 kondigen we tijdens de staftweedaagse de kick-off aan van de eerste focusgroepen met gefaciliteerde sessies voor de pedagogische en staffuncties die vanaf januari 2012 starten;



we stellen voorziening overschrijdende focusgroepen samen per competentieprofiel bestaande uit functiehouders, hun leidinggevenden en/of ondergeschikten;



de gemiddelde doorlooptijd per competentieprofiel is 3 maanden met 2 overlegmomenten van de focusgroep van maximaal een halve dag en regelmatig feedback naar en van beleidsverantwoordelijken;



we pakken het invoeren van competentieontwikkeling gefaseerd aan met de focus op enkele functies (bv. sleutelfuncties, generieke functies of functies binnen één afdeling) om nadien uit te breiden naar andere functies;



competentieontwikkeling wordt eerst ingezet in domeinen waar op een positieve manier kan geoefend worden met competenties, bv. werving en selectie, VTO, … om te vermijden dat medewerkers het werken met competenties direct verbinden aan het (mogelijks negatief) beoordelen van mensen;



na opmaak van een aantal competentieprofielen voor verschillende functies (eventueel over teams heen) wijst consolidatie uit welke de organisatie- en generieke competenties zijn en maken we een competentiewoordenboek voor Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen;



in een volgende fase integreren we competenties in bestaande HR-instrumenten en ontwikkelen we nieuwe instrumenten daar waar de nood ligt.

Resultaat: 

in 2010-2011 ontwikkelen we in een pilootproject competentieprofielen voor de facilitaire dienst en; in 2012 zeten we de stap naar het beoordelen van het functioneren van deze medewerkers via competenties;



eind 2011 is er een competentieprofiel voor onze administratieve medewerkers dat gebruikt wordt in werving en selectie;



eind 2012 hebben we een competentieprofiel voor teamcoördinatoren, hoofdbegeleiders, supervisors, contextbegeleiders, begeleiders, administratieve medewerkers, logistieke en technische medewerkers en hun directe leidinggevenden;



eind 2012 zijn de kerncompetenties voor de organisatie en de generieke competenties voor leidinggevenden en pedagogische medewerkers bepaald;



er zijn afspraken over welke functies we in de eerste helft van 2013 onder de loep nemen.

3.3

Middelen en Samenwerking

3.3.1

Nieuwbouw Van Celst en Hakatoo, Amarilis en Intermezzo



Motivering: De bestaande infrastructuur is al verschillende jaren aan vervanging toe. De gebouwen zijn oud, afgeleefd en voldoen niet meer aan de hedendaagse eisen en normen.


pagina 49 van 59

Jeugdzorg Emmaüs



Doel: De infrastructuur van de begeleidingstehuizen Van Celst en Hakatoo, de mobiele diensten Intermezzo en Amarilis is aangepast aan de veranderende behoeften, nieuwe wetgeving, hedendaagse visie op hulpverlening; het leefcomfort van cliënten en personeel is optimaal.



Werkwijze:





in december 2004 dienen we bij VIPA een subsidievraag en zorgstrategisch plan in;



2005: bepaling van de infrastructurele noden en opmaak van eisenbundel voor de nieuwbouw;



december 2005: aanstelling van architect die het plan voor de nieuwbouw zal ontwerpen;



2006-2007: de architect maakt een plan voor de nieuwbouw dat voldoet aan de gestelde eisen. We koppelen de plannen terug naar de gebruikers;



maart 2008: opmaak en indiening van het financieel technische plan nodig voor het verwerven van een VIPA subsidie;



2009-2010: opmaak van het aanbestedingsdossier en aanvraag van subsidiebeslissing zodat de werken aan een aannemer kunnen worden gegund;



december 2010: opvragen en gunning van de aannemers om de werken te kunnen starten;



juni 2011: de bouwwerken starten op een manier die toelaat om de huidige werking verder te zetten;



er worden tussentijdse terugkoppelingen gemaakt naar de gebruikers.

Resultaat: 

eind 2012 zijn de bouwwerken inde eindfase, de aannemer is bezig met de afwerking van het gebouw;



het einde van de bouwwerken en inrichting van gebouw zijn voorzien voor voorjaar 2013;



de verhuis van de verschillende diensten volgt hierna;



vervolg in najaar 2013: afbraak van de bestaande infrastructuur zodat kan gestart worden met de verkaveling van dit terrein. Deze wordt verwezenlijkt ter financiering van de bouwwerken binnen jeugdzorg Emmaüs.

3.3.2 



Netwerkondersteuning Rapaz

Motivering: 

Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen organiseert al enkele jaren een dagbesteding voor jongeren die over geen reguliere dagbesteding beschikken. Hun schoolse leven, al dan niet in combinatie met werken en/of volledig werken, is tijdelijk of lange tijd geschorst en de (re-)integratie verloopt moeizaam;



omdat binnen hulpverleningstrajecten de reguliere wereld één van de maatstaven is, hechten we veel belang aan deze aansluiting. Het is echter niet evident om binnen de beschikbare netwerken een gepast traject te vinden voor jongeren die worden begeleid in de jeugdzorg (Bijzondere Jeugdzorg, VAPH, psychiatrie, enz.);



daarom heeft Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen een centrale dagbestedingsdienst Rapaz voor jongeren van begeleidingstehuizen Van Celst, Juno en OOOC De Grote Robijn die geen reguliere dagbesteding hebben;



we evalueren de werking van de dagbestedingsdienst en overleggen met verschillende voorzieningen uit andere sectoren. Verdere samenwerking en integratie van de verschillende initiatieven van dagbesteding kan jongeren die de link met de reguliere kanalen zijn verloren en nood hebben aan een re-integratietraject meer effectief en kwaliteitsvol ondersteunen.

Doel: 

een ondersteuningsnetwerk dagbesteding jeugdzorg creëren in samenwerking met welzijnsorganisaties, welzijnsondersteunende diensten en externe partners ter (re-)integratie van jongeren in reguliere daginvulling (onderwijs, werk of combinatie);



dit in nauw contact met onderwijs, onderwijsondersteunende diensten en overheden;


pagina 50 van 59

Jeugdzorg Emmaüs







jongeren van voorzieningen krijgen, onder begeleiding, in een dienst van één van de partners ondersteuning op maat in situaties waarbij de reguliere dagbesteding ernstig is verstoord;



we beschikken over kaders en methodes ter ondersteuning van externe partners die ingeschakeld kunnen worden in de re-integratietrajecten van jongeren.

Werkwijze: 

sluiten van overeenkomst met verschillende partners: * Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen; * vzw De Haven, voorziening De Twee Gezusters, afdeling De Passage; * Jongenstehuis Don Bosco Vremde; * DBC Openluchtopvoeding vzw; * stad Antwerpen; * provincie Antwerpen.



samenstellen van kerngroep met de projectmedewerker en één afgevaardigde per deelnemende partner van dit project met onderstaande taken: * bepalen van de doelgroep van alle voorzieningen en alle bestaande diensten in functie van dagbesteding; * onderzoeken van methodes om jongeren bij een schorsing zo snel mogelijk te (re-)activeren en hun leertraject verder te zetten: methodisch onderbouwen van organisatie-eigen interne dagbesteding. Werkzame factoren onderzoeken in functie van een gezamenlijk of gecombineerd aanbod in een ruimer netwerk; * gezamenlijk netwerk uitbouwen over casussen heen met de verschillende aanbieders dagbesteding. Door samenwerking van onze organisaties en inzet van de kerngroep en stafmedewerker instaan voor matching kunnen we voor onze jongeren meer mogelijkheden creëren: deuren tot externe diensten sneller openen; * mogelijkheden exploreren in bestaande netwerken; forum uitvalpreventie, Centraal Meldpunt Antwerpen, onderwijsondersteunende projecten, …; * uitwerken van een operationeel werkmodel van ondersteuningsnetwerk dagbesteding jeugdzorg; * afstemming tussen de verschillende partners van het project; * mogelijkheid bekijken of een gekoppeld wetenschappelijk onderzoek wenselijk en financieel haalbaar is in functie van een wetenschappelijke onderbouw over effect van verschillende methodes dagbesteding;



samenstellen van stuurgroep met een voorzitter (directie Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen), de projectmedewerker, één afgevaardigde van elke deelnemende partner, aangevuld met afgevaardigden uit het onderwijs, de provincie Antwerpen (departement onderwijs en welzijn), de stad Antwerpen, onderwijsondersteunende diensten en eventueel een academische partner met onderstaande taken: * algemeen toezicht op de kerngroep en project; * een ruimere toetsing van de methodische kaders binnen andere sectoren; * toezicht op netwerkmogelijkheden; * overleg met beleidsniveau en overheden.

Resultaat: 

de visie op dagbesteding is scherper gesteld en bestaande netwerken zijn in kaart gebracht: * visie op dagbesteding, bepalen van doelgroep, leertrajectbegeleiding en gebruik van externe partners bij de verschillende partners; * gekende methodes en werkzame factoren van re-integratie zijn geïnventariseerd; * overleg met diverse actoren, zoals onderwijs, onderwijsondersteunende projecten, Centraal Meldpunt, flankerend onderwijsbeleid Antwerpen, enz.; * er zijn samenwerkingsverbanden en voorstellen; * de kerngroep geeft een tussentijdse stand van zaken aan de stuurgroep in januari 2013.



vervolg: ontwikkelen van concepten, methodes en netwerkverbindingen (zomer 2013): * de opties uit de visievorming en mogelijke netwerkverbindingen integreren in een concept van ondersteuningsnetwerk in regio Antwerpen; * het voorstel terugkoppelen naar de voorzieningen en mogelijke partners; ste * het stappenplan van de 1 experimentele fase voorbereiden; ste * afspreken hoe de casussen in de 1 experimentele fase te evalueren; * de kerngroep stelt een concept voor op de stuurgroep van juni 2013.


pagina 51 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

3.4

Hulp- en dienstverlening

3.4.1

IPT-onderzoek



Motivering: Er is een toenemende vraag vanuit het beleid om te investeren in methodisch en evidence based werken. Jeugdzorg Emmaüs zet hier expliciet op in en wil een voortrekkersrol opnemen. We kiezen voor een brede benadering van het effectiviteitsvraagstuk en een soort onderzoek dat cliënten expliciet betrekt.



Doel:







wetenschappelijk onderbouwen van één van de modellen (Intensieve Pedagogische Thuishulp) die worden gebruikt in Jeugdzorg Emmaüs;



via het onderzoek een platform opzetten waarin onderzoekers, professionals en cliënten samenwerken aan een kwaliteitsvolle, cliëntgerichte hulpverlening: de academische werkplaats Jeugdzorg Emmaüs (zie 3.4.2).

Werkwijze: 

twee onderzoeksinstellingen bieden wetenschappelijke ondersteuning (Lucas en HIVA) en een onderzoeksmedewerker wordt aangenomen;



onderzoeksproject van 3 jaar in drie fases: * Fase 1 (1 jaar): taking stock (inventarisatie, deze fase is nu afgerond) ~ literatuurstudie over IPT; ~ literatuurstudie over cliëntparticipatie; ~ overlegstructuren opzetten (stuurgroep, projectgroep, expertcommissie); ~ verschillende diensten van Jeugdzorg Emmaüs beschrijven hun methodiek; ~ voortraject van ervaringsdeskundige: 4 interviews met ouders over werkzame factoren thuisbegeleiding. * Fase 2 (1,5 jaar): actie-onderzoek (deze fase is gestart); ~ drie cyclussen van 6 maanden, elke cyclus wordt opgezet op basis van bevindingen uit de vorige cyclus; ~ centraal: ‘wat zijn werkzame factoren in IPT en wat zijn belangrijke randvoorwaarden?’; ~ methode: interviews, observatie en kruisen van perspectief cliënt, professional en onderzoeker. * Fase 3 (0,5 jaar): valorisatie ~ verankering van resultaten in Jeugdzorg Emmaüs.

Resultaat: 

Dit project is nog lopende. De eerste fase wordt afgerond in februari 2013. Dit levert het volgende op: * producten ~ methodiekbeschrijvingen van betrokken diensten en schriftelijke feedback van de onderzoekers; ~ literatuurstudie IPT. * vormingen/denkdagen ~ denkdag met 30 professionals van Jeugdzorg Emmaüs waar literatuurstudie wordt voorgesteld en doorgepraat; ~ bijdrage studiedag Jeugdzorg Emmaüs omtrent samenwerken.



Er wordt nog een vorming omtrent cliëntenparticipatie gepland en de literatuurstudie zal verwerkt worden tot een wetenschappelijk artikel.


pagina 52 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

3.4.2

Academische Werkplaats



Motivering: Er is een toenemende vraag vanuit het beleid om te investeren in methodisch en evidence based werken. Jeugdzorg Emmaüs wil hierin duidelijk standpunt innemen en een voortrekkersrol opnemen. We vertrekken van een duidelijke visie op het effectiviteitsvraagstuk, anders dan de gangbare visie. Zo beschouwen we effectiviteit als een erg complex vraagstuk, dat je het best benadert via een gelijkwaardige dialoog en samenwerking tussen de professional, de cliënt en onderzoekers. Via een academische werkplaats kan deze dialoog structureel vorm krijgen.



Doel: Een platform opzetten waarin onderzoekers, professionals en cliënten samenwerken aan een kwaliteitsvolle, cliëntgerichte hulpverlening: de academische werkplaats Jeugdzorg Emmaüs.



Werkwijze: 

twee onderzoeksinstellingen bieden wetenschappelijke ondersteuning (Lucas en HIVA) en een onderzoeksmedewerker wordt aangenomen;



met het IPT-onderzoek als hefboom wordt langzamerhand een academische werkplaats uitgewerkt en verankerd in Jeugdzorg Emmaüs. Dit gebeurt op een termijn van drie jaar: * Eerste periode (1 jaar): ~ schrijven van een visietekst; ~ creëren van een draagvlak; ~ opstarten van website academische werkplaats. * Tweede periode (1,5 jaar): ~ uitwerken van de website academische werkplaats; ~ vorming cliëntenparticipatie; ~ installeren onderzoekscultuur via IPT-onderzoek.

 Resultaat: Dit project is nog lopende, de eerste fase wordt afgerond in februari 2013 en levert op: 

de visietekst academische werkplaats;



de website academische werkplaats: www.academischewerkplaats.be;



deelname aan de studiedag Jeugdzorg Emmaüs op 7 februari 2013.

3.4.3 

Speel- en observatiekamer OOOC

Motivering: 

voor een oriëntatiecentrum (OOOC) binnen de bijzondere jeugdzorg (integrale jeugdhulp) staat diagnostiek, onderzoek en advisering van jongeren en hun context centraal. De Grote Robijn oriënteert jaarlijks ongeveer 160 jongeren van 0 tot 18 jaar. In de praktijk zijn we meer in gesprek met pubers en adolescenten en in mindere mate met peuters, kleuters en lagere school kinderen. De -12-jarigen onderzoeken we op ambulante basis. Onze voorziening was hier tot voor kort echter niet voldoende voor uitgerust. Werken met kleine kinderen vraagt een specifieke aanpak en materiaal om voldoende kwaliteit te bieden;



voor een optimaal onderzoek moeten we een aantrekkelijke, kindvriendelijke spelkamer hebben zodat kinderen zich snel vertrouwd voelen en wij snel tot een juiste analyse en advies kunnen komen.



Doel: Via de spelen observatiekamer kwaliteitsvol onderzoek doen van de jongere en zijn context.



Werkwijze: 

vanuit onze ideeën en dromen rond een spelkamer maken we een ontwerp;



we krijgen hulp van de studenten van de Karel de Grote Hogeschool en financiële steun van een projectsponsor;



er is een lokaal met veel licht en ruimte;



de facilitaire dienst doet de schilderwerken;


pagina 53 van 59

Jeugdzorg Emmaüs





we maken een weloverwogen en bestudeerde lijst van het nodige materiaal en doen zelf de aankopen in kwaliteitsvolle speelgoedwinkels, knutselateliers, …;



de spelkamer is in de eerste plaats een veilige ruimte waarin het kind zich welkom voelt, een ruimte waar niet enkel continuïteit geboden wordt in tijd en ruimte maar tegelijk ook in begrenzing en veiligheid. Deze veiligheid betreft zowel de fysieke als de emotionele veiligheid van het kind. Dit is de basis om tot spelen te komen;



de spelkamer bestaat uit twee ruimtes, van elkaar gescheiden door een deur en een one-way screen. De grote ruimte is voor het spelen en bestaat uit alle standaard speelgoed en materiaal dat nodig is om tot grondig onderzoek te komen. De kleine ruimte dient voor gesprek en observatie via het one-way screen. De meerwaarde van het one-way screen is zeer divers. Er is steeds de mogelijkheid om een extra observator in te brengen zonder dat hij of zij een grote invloed uitoefent op het lopende spel. Een stagiair kan geobserveerd worden in haar gedrag en houding ten aanzien van het kind. De ouders kunnen geobserveerd worden in de interacties met hun kind. Kortom het wordt gebruikt als observatie- en leerinstrument door alle disciplines in huis en transparant met het kind en zijn context;



via intervisie en werkbegeleiding van begeleiders en bijkomende opleiding krijgen we concrete handvatten om in de spelkamer met jonge kinderen aan de slag te gaan.

Resultaat: We gebruiken de spelkamer om diverse redenen en zien tevreden kinderen. We kunnen deze observatie- en onderzoeksmethode niet meer wegdenken uit onze ambulante oriëntaties. De meerwaarde van de observaties van ouder-kind interacties en van spelende kinderen is een essentieel onderdeel geworden van onze oriëntatieopdracht.

3.4.4 

Vorming: technieken in beeld

Motivering: 

de ervaring binnen thuisbegeleidingsdiensten leert dat het visualiseren van technieken helpt om het geleerde in de dagelijkse praktijk toe te passen;



we voelen de nood aan beeldmateriaal om binnen de vormingsdienst PraKticum technieken aan deelnemers te demonstreren;



dit project helpt om mensen uit alle voorzieningen van Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen meer te laten samenwerken en elkaar op een andere manier te leren kennen;



door aan het project mee te werken, vergroot de deskundigheid van begeleiders; mensen zijn op een andere manier met werkinhoud bezig. De technische deskundigheid gaat er op vooruit.



Doel: We beschikken over filmpjes die de verschillende technieken in beeld brengen die we in het hulpverleningsproces inzetten; deze filmpjes zijn ter beschikking voor intern gebruik (op teamvergaderingen, werkbegeleiding, …) en als didactisch materiaal voor vorming (o.a. binnen het vormingscentrum PraKticum).



Werkwijze: 

in oktober 2011 roepen we alle werknemers op om mee te werken aan de realisatie van filmpjes waarin hulpverleningstechnieken worden gedemonstreerd. Ze kunnen kiezen welke taak ze opnemen: acteren, scenario’s schrijven, attributen en kostuums voorzien, catering tijdens de opnamedagen, … Een veertigtal mensen engageren zich;



voor de opnames, beeld, geluid en montage kiezen we voor samenwerking met een professional om te komen tot een mooi kwalitatief resultaat;



we voeren verkennende gesprekken met de Plantijn Hogeschool en zelfstandige filmmakers;



we kiezen voor samenwerking met Pieter Kunnen van Rood16;



in voorbereidende gesprekken bekijken we het verloop van de opnames, de locatie, de scenario’s, …;



we kiezen 10 technieken waarvan we vinden dat ze belangrijk zijn in de hulpverlening en baseren ons op de basisopleiding (module 1 en 2) van Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen;



drie medewerkers schrijven scenario’s;


pagina 54 van 59

Jeugdzorg Emmaüs





in maart 2012 zijn er 2 voorbereidende momenten met acteurs (fysieke opwarming, improvisatie-oefeningen, rolverdeling, lectuur van scenario’s, realistische speelstijl);



in april 2012 zijn er 2 opnamedagen in een leefgroep van Begeleidingstehuis Juno, 2 mensen begeleiden de acteurs: de ene focust zich op het spel (spelregie), de andere op de uitvoering van de techniek (techniekenregie). Met enkele aanpassingen kunnen we verschillende opnamelocaties creëren (eetkamer, keuken, living, traphal, …);



de montage van de opnames wordt regelmatig aan een kleine delegatie voorgelegd om snel feedback mogelijk te maken.

Resultaat: Van de 10 technieken zijn 8 techniekenfilmpjes geschikt voor gebruik. Deze worden op een dvd gebrand, gekopieerd en verspreid over de verschillende locaties van Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen.

3.4.5 





Methodekamers Mobiele diensten

Motivering: 

we willen de methodes die de mobiele diensten van Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen inzetten (IPT model, Directieve Thuisbehandeling, Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer, Families First, Video Hometraining, Signs Of Safety) verder ontwikkelen en de kwaliteit borgen;



evidence-based methodes inzetten is een zware investering. We vinden het belangrijk om deze op lange termijn kwalitatief te blijven inzetten;



we wensen de expertise binnen deze diensten te verankeren en te delen met de hele organisatie.

Doel: 

werkzame methodes kwalitatief verankeren binnen de eigen voorzieningen zowel vanuit een evidence based als een practice based kader;



een vorm van kwaliteitsborging organiseren;



thuisbegeleiders kunnen technieken uit verschillende methodes en perspectieven herkennen, benoemen en op maat toepassen.

Werkwijze: 

de methodekamer wordt trimestrieel georganiseerd en is een uitwisselmoment binnen de mobiele diensten, over de teamgrenzen heen. In de methodekamers krijgen thuisbegeleiders de kans om verschillende methodieken en technieken met mekaar te delen en in te oefenen in kleine groepen;



we werken buitenshuis in een theaterzaal om het ontmoetingsmoment neutraal te houden van de bestaande werkingen op een bepaalde vestiging (geen afleiding door mailverkeer e.d.). We ensceneren 4 huiskamers, wie in het rollenspel een gezinslid speelt, kan gebruik maken van verkleedspullen;



iedere deelnemer kan ideeën aanbrengen en/of uitwerken voor de inhoud van de methodekamers. De stafmedewerker zorgt voor het kader, de opvolging van de voorbereiding, modereert en kan een eigen inbreng doen;



alle mobiele diensten nemen deel aan de methodekamers. De medewerkers werken in 4 vooraf bepaalde vaste groepen van 6 tot 10 mensen. Teamcoördinatoren nemen elk de rol van moderator in een groep;



de stafmedewerker bezorgt de moderatoren op voorhand een casus. De teamcoördinatoren bezorgen deze op hun beurt aan de leden van hun groep en maken afspraken over wie welke techniek voorbereidt;



per groep bereidt iemand een interventie voor die geïnspireerd is door: * gedragsmatig werken; * oplossingsgericht werken; * werken aan/met communicatie; * systemisch werken.


pagina 55 van 59

Jeugdzorg Emmaüs





de moderator vraagt voor de oefening aan de mensen die een interventie voorbereiden hoe ze hun inbreng gaan doen en op welke manier ze feedback verwachten van de groep;



een methodekamer neemt een voormiddag in beslag. Het verloop is gestructureerd. In elke groep worden 4 technieken geoefend en/of getoond aan de hand van een rollenspel. Diegene die een techniek voorbereid heeft, neemt de rol van hulpverlener. Een aantal groepsleden nemen de rol van gezinsleden, de anderen krijgen een krachtgerichte observatieopdracht;



na het rollenspel gebeurt er een nabespreking aan de hand van een aantal richtvragen en de specifieke vragen van de medewerker die de interventie heeft voorbereid;



het project wordt jaarlijks geëvalueerd.

Resultaat: In 2012 organiseren we 4 methodekamers. Het project is positief geëvalueerd en zal verder gezet worden in 2013.


pagina 56 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

3.5

Lijst kwaliteitsprojecten 2012 OMSCHRIJVING / NAAM

Organisatieniveau

Start

Einde

Projectnummer

Procedure voor aansturing en evaluatie van ankers

Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen

mei-11

?

JEA-2011-A01

Update en diagnose van overkoepelend kwaliteitshandboek


jan-11

sep-13

JEA-2011-P01

Reflectie over kwaliteitsmanagement


jan-12

feb-13

JEA-2011-P04

Uitwerken nieuw organisatiemodel i.f.v. modulair werken


sep-12

sep-13

JEA-2012-P07

actualiseren kwaliteitshandboek


feb-12

Implementatie kwaliteitshandboek


jan-12

dec-12

DGR-2012-A01

Verdieping leefgroepwerking OOOC


jan-12

dec-12

DGR-2012-P02

Administratief opvolgingstraject dossiers


jan-12

dec-12

DGR-2012-P03

Opmaak en implementatie kwaliteitshandboek

Rapaz

jan-12

dec-12

RAP-2012-A01

Opmaak en implementatie kwaliteitshandboek

La Strada

mrt-10

dec-11

LAS-2010-A02

Effectiviteits- en kwaliteitsmeting La Strada

La Strada

jan-11

dec-12

LAS-2011-P04

Vrijwilligerwerking La Strada

La Strada

jan-12

jun-12

LAS-2012-P01

Procedure tevredenheidmeting personeel


feb-12

dec-12

JEA-2012-P01

Implementatie SAGA


sep-12

dec-13

JEA-2011-P09

VTO-beleid facilitaire dienst


mrt-13

VTO-beleid & competentieprofiel adm anker


mrt-11

okt-12

JEA-2011-P11

Functiebeschrijvingen en competentieprofielen


jan-12

dec-13

JEA-2011-P20

Procedures voor branddetectie en brandpreventiebeleid


Beleid en Strategie (EFQM / Prose Aandachtsgebied 2)

JUN-2012-A01

Personeelsbeleid (EFQM / Prose Aandachtsgebied 3)


pagina 57 van 59

JEA-2011-P10

JEA-2012-P03

Jeugdzorg Emmaüs

OMSCHRIJVING / NAAM

Organisatieniveau

Start

Einde

Projectnummer

Renovatie gebouw De Grote Robijn


sep-09

dec-15

JEA-2009-P02

Nieuwbouw Schoten


jan-05

?

JEA-2010-P01

Nieuwbouw Kiel


jan-05

apr-13

JEA-2010-P02

BINC - Begeleiding in Cijfers


jan-10

dec-11

JEA-2010-P04

Mobiliteitsbeleid & mobiliteitsplan


feb-10

dec-11

JEA-2010-P10

Communicatiebeleid: huisstijl, website, brochures


sep-10

jun-12

JEA-2010-P18

Bouwen aan nieuwe cliëntadministratie


mrt-11

jul-13

JEA-2011-P13

IPT onderzoek


jun-10

jun-13

JEA-2011-P16

Academische Werkplaats


jan-12

jun-13

JEA-2012-P04

Uitwerking van programma voor registratie en observatie


sep-12

?

JEA-2012-P05

Studiedag 7 februari 2013


mrt-12

feb-13

JEA-2012-P06

Gebruik van interne en externe netwerken in begeleidingen


okt-12

okt-13

JEA-2012-P13

doelenschema's kleine kinderen


sep-11

jun-13

HAK-2012-P01

seksuele ontwikkeling kinderen


jan-12

okt-12

HAK-2012-P02

IB-werking


jan-12

dec-12

HAK-2012-P03

hechting

Begeleidingstehuis Van Celst

sep-12

jun-13

VC-2012-P02

methodiekontwikkeling

Begeleidingstehuis Van Celst

jun-12

jun-13

VC-2012-P03

Vorming en methodiekontwikkeling II - technieken in beeld

Mobiele Diensten

feb-11

jun-12

MOB-2011-P05

Vechtscheidingen

Mobiele Diensten

jan-11

dec-12

MOB-2011-P07

Middelen en Samenwerking (EFQM / Prose Aandachtsgebied 4)

Hulp- en dienstverlening (EFQM / Prose Aandachtsgebied 5)


pagina 58 van 59

Jeugdzorg Emmaüs

OMSCHRIJVING / NAAM

Organisatieniveau

Start

Einde

Projectnummer

Amarilis en Intermezzo

jan-11

dec-12

MOB-2011-P11

Mobiele Diensten

aug-11

Verdieping rollen en functies intern overleg


jan-12

dec-12

DGR-2012-P04

Vechtscheidingen I en II


jan-12

dec-12

DGR-2012-P05

Muticultureel werken


jan-12

dec-12

DGR-2012-P06

VHT/VIB in OOOC De Grote Robijn


jan-12

dec-12

DGR-2012-P08

Rapaz

jan-11

dec-12

RAP-2011-P01


mrt-12

dec-12

JEA-2011-P19

Werken met andere culturen Werken met pubers

Implementatie nieuwe methodiek Rapaz

MOB-2012-P01

Tevredenheid cliënten (EFQM / Prose Aandachtsgebied 6) Tevredenheidsmeting cliënten: systeem evalueren + verbeteren


pagina 59 van 59

Jaarverslag 2012 Jeugdzorg Emmaüs Regio Antwerpen

Recommend Documents