JAARVERSLAG 2010
Permar WS Statutair gevestigd te Ede Postadres : Postbus 350, 6710 BJ Ede Kantooradres : Horaplantsoen 2, 6717 LT Ede Telefoon : (0318) 67 91 11 Telefax : (0318) 67 93 08 Mailadres :
[email protected] Internet : www.permar.nl Webshop : webshop.permar.nl
Permar WS
1
INHOUDSOPGAVE blz
INHOUDSOPGAVE
1
Voorwoord
3
DIRECTIEVERSLAG
4
1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding Doelstellingen SW Permar Energiek BV Financieel beleid Vooruitzichten voor 2011
Paragrafen BBV 1 Weerstandsvermogen 2 Kapitaalgoederen 3 Financiering 4 Bedrijfsvoering 5. Verbonden partijen en deelnemingen 6. Rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid
4 6 14 17 21 23 23 24 25 26 31 31
Kerncijfers en kengetallen
33
Maatschappelijk rendement Permar WS
35
Maatschappelijk rendement Permar Energiek BV
37
Jaarrekening 2010 Permar WS
Jaarrekening 2010 Permar Energiek BV
Bijlagen: Consolidatiestaat 2010 SISA verklaring WSW
Jaarverslag 2010
Inhoudsopgave
2
Permar WS
Jaarverslag 2010
Permar WS
3
Voorwoord
Bericht van het Algemeen Bestuur Na jaren van goede resultaten sluit Permar 2010 met een verlies af. De economische crisis speelt hierin een belangrijke rol. Daarnaast vielen de resultaten in de bedrijfsonderdelen Groen en Facilitair tegen. Ook heeft Permar in 2010 te maken gehad met een eerste bezuiniging vanuit het Rijk. Een strakkere vormgeving van de organisatiestructuur heeft dit teweeg gebracht. Al in 2010 werd Permar genoodzaakt te anticiperen op de aangekondigde bezuinigingen. Inmiddels zijn er heldere plannen voor 2011 gemaakt en is de begroting neerwaarts bijgesteld. Ook de jaren na 2011 staat Permar voor een grote uitdaging. Bij het aantreden van het kabinet Rutte zijn opnieuw vergaande bezuinigingen aangekondigd. Hoe deze plannen gaan uitwerken is moeilijk in te schatten. Vast staat wel dat dit invloed gaat hebben op de resultaten voor de toekomst. Het bestuur, het management en de medewerkers van Permar WS zullen alles op alles moeten zetten om haar taken in de toekomst voor de doelgroep te kunnen blijven uitvoeren. Namens het Algemeen Bestuur van Permar WS mw. H.S.A. Hullegie Voorzitter Algemeen Bestuur.
Jaarverslag 2010
Voorwoord
4
Permar WS
DIRECTIEVERSLAG 1. Inleiding Het jaar 2010 is vanuit financieel oogpunt voor Permar WS teleurstellend verlopen. Aan het begin van dit jaar waren wij nog optimistisch over het aantrekken van de economie en op basis daarvan hoopten wij betere resultaten te kunnen behalen voor alle bedrijfsonderdelen. Met name Facilitair diende een groeimarkt voor Permar WS te zijn. Echter de economische ontwikkeling kende een aarzelend herstel hetgeen gevolgen had voor onze bedrijfsvoering. Alle bedrijfsonderdelen kenden een voorzichtige start. Binnen het groen werd dit veroorzaakt door de aanhoudende winter van 2009 – 2010, waarbij de werkzaamheden pas daadwerkelijk in maart konden worden opgestart. Ook bij industrie werden wij in de eerste 4 maanden van het jaar regelmatig met overcapaciteit geconfronteerd. Ook bij Facilitair kon maar in een beperkte mate groei worden gerealiseerd. Een verwachte start bij een aantal lokale opdrachtgevers ging niet door omdat wij prijstechnisch te duur bleken te zijn. De marktomstandigheden waren dermate slecht dat concurrerende bedrijven onder de reguliere marktprijzen doken. Anderzijds bleek de planning binnen dit nieuwe bedrijfsonderdeel moeizaam te verlopen door gebrek aan personele capaciteit. Het aantal gedetacheerde medewerkers binnen ons mensontwikkelbedrijf (MOB) bleef in de loop van dit jaar verder dalen. Waren in januari 2010 nog ca. 210 FTE gedetacheerd, per december waren dat er nog 185 FTE. Een jaargemiddelde dat uitkwam op bijna 195 FTE daar waar in de begroting gerekend was op 237 FTE. De teruggekeerde gedetacheerden zijn in de loop van dit jaar zoveel mogelijk herplaatst dan wel omgeschoold tot facilitair medewerkers. Tijdens de zomerperiode diende zich in toenemende mate een groei aan bij industrie en facilitair. Ook de verwachtingen bij Groen bleven positief, maar kende helaas een teleurstellende afloop. Het bleek dat een afsluiting van dit boekjaar met een positief resultaat niet langer realistisch was. In het najaar 2010 werd onze branche geconfronteerd met de bezuinigingen vanuit het demissionaire kabinet Balkenende IV en daarbij de verwachtingen vanuit het regeerakkoord van het kabinet Rutte. Deze bezuinigingen noopte ons tot een reorganisatie. In overleg met het MT en de staf werd besloten om de core-business van onze organisatie zo veel mogelijk te ontzien. De mensontwikkeling binnen de sociale werkvoorziening en voor WWB en UWV cliënten diende met het oog op de toekomst niet te worden beperkt maar eerder te worden uigebouwd. De noodzakelijke bezuiniging voor 2011 werd dan ook maar voor een beperkt deel, bijna € 0,4 mln, gevonden binnen de overhead. Het resterende deel van € 0,8 mln. werd gevonden in verbetering van productiecapaciteit, omzet en marge. Samen met de bedrijfsleiders werden de bijgestelde prognoses beoordeeld en afgesproken. Eind 2010 werden we in het groen opnieuw geconfronteerd met een vroeg invallende winter. Een belangrijk deel van het winterwerk moest derhalve worden doorgeschoven naar 2011. Hetgeen tot extra tegenvallers, ca. € 0.35 mln., in de exploitatie voor 2010 heeft geleid. Het eindresultaat sluit in 2010 met een verlies van € 1,7 mln. Hierbij moet opgemerkt worden dat een post van € 0,55 mln veroorzaakt wordt door een getroffen voorziening herstructurering organisatie 2010 – 2011. Vervolgens is een post van ruim € 1,05 mln. terug te voeren op een slechtere bedrijfsvoering dan in de begroting was verwacht. Het resterend deel van 0,1 mln. betreft een saldo van incidentele lasten en baten. In hoofdstuk 4 volgt een uitgebreide financiële analyse per bedrijfsonderdeel. Permar Energiek BV noteerde een positief resultaat in 2010 met een bedrag van € 153.000. Geconsolideerd bedraagt het resultaat € 1.542.000 negatief (verlies).
Jaarverslag 2010
Permar WS
5
Het eigen vermogen van Permar WS is door het verlies aanzienlijk geslonken. Daarom is door de directie en bestuur een verbeterplan uitgewerkt. De onderbouwing hiervan treft u aan in het hoofdstuk paragrafen BBV onder het weerstandsvermogen. Naar verwachting zal door incidentele extra inkomsten het eigen vermogen in 2011 toenemen met € 0,6 mln tot ca € 1,6 mln.
Jaarverslag 2010
6
Permar WS
2. Doelstellingen SW De missie van Permar is: “Via Permar halen mensen in een professionele werkomgeving het beste uit zichzelf richting de best passende functie”. Door mensen te begeleiden en te ontwikkelen groeien zij in hun functioneren. Met een gevarieerd aanbod van werkzaamheden is Permar in staat om aan medewerkers een passende werkplek te bieden; van complex tot meer eenvoudige werkzaamheden. In de afgelopen jaren is deze positie verder uitgebouwd naar een organisatie welke ook als het gemeentelijk arbeidsmarktinstrument ingezet kan worden voor de WWB. Op deze wijze hopen wij als organisatie ook inzetbaar te zijn voor doelgroepen, die niet in staat zijn om op eigen kracht het minimum loon te verdienen. Permar WS wil daarmee een natuurlijke werkgever zijn voor al deze doelgroepen in onze regio (GR).
2.1 Taakstelling De taakstelling voor Permar WS bedroeg volgens het jaarplan 2010 netto 750 SE. In de bijgestelde begroting 2010 is deze taakstelling opgehoogd naar 761 SE. Dit is de netto taakstelling. Voor de gemeenten tellen ook de buitenschappen mee in de realisatie van haar taakstelling. In totaal worden tussen de 50 à 60 SE door buitenschappen voor de verschillende gemeenten binnen onze GR gerealiseerd. De realisatie van Permar WS kwam voor 2010 uit op 768,88 SE (SISA). Van deze gerealiseerde SE was 763,42 declarabel bij de GR en buitengemeenten. Dit is hoger dan verwacht in de taakstelling, maar lager dan de behaalde realisatie. Dit betekent dat Permar WS voor 5,46 SE geen subsidiedekking heeft ontvangen voor deze overrealisatie.
790,00
40
780,00
30
770,00
20
760,00
10
750,00
0
740,00
-10
730,00
-20
720,00
-30
710,00
-40
SE (mutaties en cumulatief)
SE (taakstelling en bezetting)
In onderstaande grafiek (1) is een overzicht gemaakt van de taakstelling van de afgelopen 7 jaren.
Taakstelling in SE Bezetting in SE mutatie in SE
cumulatief (SE)
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 grafiek 1
Wachtlijst De wachtlijst Wsw is als gevolg van de dalende taakstelling in het afgelopen jaar opnieuw sterk toegenomen. Met een aantal van 219 personen is nog niet de hoogste stand in 2007 bereikt. Maar de beperkte toename in taakstelling Wsw van de afgelopen jaren kan een daling van de wachtlijst niet bewerkstelligen. De groei van de wachtlijst per ultimo in de afgelopen jaren staat in grafiek 2 vermeld.
Jaarverslag 2010
Permar WS
7
250
aantal personen
200 150 100 50 0
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Wachtlijst in personen
51
55
131
230
159
173
219
Personen in Pre-WSW
-
-
-
64
93
111
88
Index wachtlijst incl. Pre-WSW
100%
108%
257%
325%
129%
122%
238%
index wachtlijst
100%
108%
257%
451%
312%
339%
398%
500% 450% 400% 350% 300% 250% 200% 150% 100% 50% 0%
index %
Wachtlijst WSW per ultimo
grafiek 2
In 2007 is ook begonnen met de pré-Wsw trajecten, welke werden gefinancierd uit de WWB. Permar WS bekostigde zelf de NUG-ers (niet uitkerings gerechtigden) en het verschil van 15% loonkostensubsidie UWV. Deze laatste twee genoemde trajecten lopen per 2010 af vanwege het gebrek aan financiering. Door de instroom van pré-Wsw medewerkers daalde in de loop van de afgelopen jaren de wachtlijst van 230 per ultimo 2007 naar respectievelijk 159 geïndiceerden per ultimo in 2008, om vervolgens opnieuw te stijgen naar 173 personen per ultimo 2009.Per ultimo 2010 bedraagt de wachtlijst 219 geïndiceerden. Van deze 219 personen zijn er 88 personen via een pré-Wsw traject aan de slag via Permar Energiek BV. Een ander deel volgt elders een traject danwel heeft een andere reden om nog niet te kunnen starten. Voor een nadere toelichting hierover verwijzen wij u naar de toelichting in het hoofdstuk van Permar Energiek BV in dit verslag. Subsidieresultaat Door de nieuwe instroom van SW-medewerkers in de afgelopen 2 jaar is het subsidieresultaat in 2009 opnieuw sterk verbeterd. Het tekort in dit resultaat is door de nieuwe instroom in de jaren 2008 en 2009 omgebogen in een overschot.
Subsidieresultaat 21.500
200
21.000
200-
20.000 19.500
400-
19.000
600-
18.500
800-
18.000 1.000-
17.500 17.000
1.2002004
2005
Rijkssubsidie WSW
grafiek 3
Jaarverslag 2010
2006
2007
2008
Salariskosten WSW
2009
2010 Subsidieresultaat
Subsidieresultaat x €1000
-
20.500
8
Permar WS
Bedroeg het subsidietekort nog ca. € 580.000 in het jaar 2007, vervolgens daalde dit naar een tekort van € 455.000 in 2008, om vervolgens in 2009 te veranderen in een positief resultaat van € 112.000. Helaas is in 2010 door de bezuinigingen geen prijscompensatie uitgekeerd. Verwacht was een compensatie voor de gestegen CAO-loonkosten en sociale en pensioenlasten van ruim € 200.000. Hierdoor is het subsidieresultaat opnieuw op een tekort uitgekomen. Voor het komende boekjaar zal het subsidiebedrag verder dalen en wel naar €25.759 per SE. Deze indicator is als verhoudingscijfer een belangrijke indicator voor de bedrijfsvoering. Door de per 2010 structurele daling van de subsidiebijdrage Wsw kan er geen positief subsidieresultaat worden behaald.
2.2 Personeel & Organisatie In de afgelopen jaren is Permar WS er in geslaagd om aan het 1/3 beleid een succesvolle invulling te geven. Reeds in de loop van 2008 stagneerde de groei in het aantal detacheringen, een trend die zich voort zette in 2009. Ook in 2010 was er opnieuw sprake van een afname van ca. 25 plaatsen. Uit een nadere analyse bleek dat de kwaliteit van de gedetacheerde medewerkers dusdanig was teruggelopen, dat hiervoor aanvullende voorwaarden in begeleiding of tariefsverlagingen noodzakelijk waren om een succesvolle plaatsing te garanderen. Daarnaast is in toenemende mate gebleken dat de gevolgen van de economische recessie voor veel bedrijven aanleiding was om extra personele capaciteit te schrappen. Hoewel ook opgemerkt moet worden dat er bij een groot aantal klanten de Permar gedetacheerden wel als “eigen” medewerkers zijn blijven zitten. In grafiek 4 valt dus ook duidelijk op dat de groei in het blauwe deel (detacheren en begeleid werken) verder terug loopt. Getracht wordt om zo veel mogelijk medewerkers toch te ontwikkelen naar een werkplek binnen “werken op locatie”, zoals bijvoorbeeld in de groenvoorziening, catering of schoonmaak. In 2010 is gestart met een nieuw systeem voor bedrijfsscholen. Per bedrijfsonderdeel is nu een bedrijfsschool opgezet zodat er door de geselecteerde medewerkers een gedegen opleidingstraject kan worden doorlopen. Samen met PTC worden ook AKA-trajecten uitgevoerd waarbij de medewerkers na een succesvolle afloop een kwalificatie-certificaat krijgen uitgereikt. De mensontwikkelfunctie binnen Permar WS is dus een zeer belangrijk instrument. Op basis van een individueel ontwikkelplan (IOP) worden per medewerker afspraken gemaakt om een verdere doorgroei in vaardigheden en competenties mogelijk te maken. In 2009 zijn door de aanschaf van het instrument DARIUZ aanvullende stappen hiervoor gezet. DARIUZ is een web-base applicatie waarmee een intake, assesment en een loonwaarde meeting kan worden uitgevoerd. De rapportages zijn eenvoudig te koppelen met ons cliëntvolgsysteem. Op basis van deze instrumenten kan de persoonlijke ontwikkeling van onze medewerkers nog beter gemonitoord worden. Met behulp van dit instrumentarium en de extra investeringen in werkleiding hopen we in de komende jaren aanvullende stappen in de mensontwikkeling te zetten. Op deze wijze hopen wij een betere match te maken tussen medewerkers en beschikbare werkgelegenheid. Niet alleen de opleiding en monitoring van de medewerkers is belangrijk maar ook de begeleiding speelt daarin een cruciale rol. Om deze reden is in de bijgestelde begroting van 2010 dan ook extra geïnvesteerd in begeleidingspersoneel. Door de aanstelling van 4 extra voormannen hopen wij de ontwikkeling van de medewerkers verder te verbeteren waardoor ook de verdiencapaciteit voor de eigen organisatie kan worden verbeterd.
Jaarverslag 2010
Permar WS
9
1/3 beleid in FTE 100% 90%
80% 70% 60% 50% 40%
30% 20% 10% 0%
Beschut (industrie)
2005 242,57
2006 284,33
2007 223,35
2008 188,96
2009 216,87
2010 206,97
Werken op lokatie (G&S)
339,04
228,98
213,36
265,25
286,42
318,56
Extern (Detacheren en BW)
166,80
229,22
275,20
263,93
256,34
218,05
grafiek 4
Personeelsopbouw en kosten Permar WS kent een relatief oud personeelsbestand met als gevolg een relatief hoog bedrag aan gemiddelde salariskosten per FTE. In grafiek 5 wordt de leeftijdsopbouw weergegeven van de laatste 4 jaren (2007 t/m 2010). De komende 10 jaren zullen gekenmerkt worden door een hoog verloop van personeel.
SW personeel naar leeftijdscategorie 180
160 140 120 Aantal medewerkers
100 80
60 40 20 0 2007
18-23 24-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65 14 40 56 77 115 142 159 137 44
2008
29
37
46
95
106
151
162
140
2009
28
41
38
84
105
146
162
144
84
2010
27
38
42
81
96
143
167
141
100
Leeftijdscategorie
grafiek 5
Jaarverslag 2010
56
10
Permar WS
Personeelsbeleid Nieuw personeel wordt voortaan uitsluitend aangesteld binnen Permar Energiek BV. Hierdoor is een aanzienlijke besparing in werkgeverslasten bereikt en biedt dit voor de toekomst meer mogelijkheden voor een flexibele en meer prestatiegerichte beloning van het ondersteunende apparaat. Kwaliteit, Arbo en milieu Sinds 2007 is het bedrijfsonderdeel Groen in het bezit van een drietal kwaliteitskeurmerken. Door het MT is in 2009 een kwaliteits- en arbowerkgroep samengesteld die maandelijks bijeenkomt om alle organisatorische zaken te kunnen regelen. Daarnaast zijn er binnen dit team afspraken gemaakt over de Arboplanning, RIE, VGWM-commissie enzovoort. Jaarlijks wordt door deze werkgroep een zogenaamd Arbojaarverslag opgesteld dat door het MT wordt vastgesteld. De belangrijkste punten uit dit jaarverslag staan tevens hieronder vermeld. Risico inventarisatie In 2009 is de Risico Inventarisatie vervolmaakt en heeft er een toetsing door Achmea plaats gevonden met betrekking tot de volledigheid van de Risico Inventarisatie. In 2010 is er uitvoering gegeven aan het oplossen van de knelpunten conform het plan van aanpak. Ziekteverzuimpercentage Het aantal verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in een jaar, gedeeld door de personeelsomvang (in voltijdsequivalenten) vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in een jaar. WSW Permar 2009
13,1%
Ambtenaren en EBA Permar 2009 4,8%
2010 11,8%
2010 6,0%
De ziekmeldingfrequentie Gedefinieerd als het aantal ziekmeldingen per werknemer in een periode van drie jaar. Bij werknemers met een dienstverband korter dan drie jaar is de ziekmeldingfrequentie omgerekend naar een basis van drie jaar. WSW Permar 2009
2,3
Ambtenaren en EBA Permar 2009 1,4
2010 2,2
2010 31,4
De gemiddelde ziekteverzuimduur (in dagen) De gemiddelde ziekteverzuimduur is berekend als het gemiddelde aantal dagen ziekteverzuim per beëindigd ziektegeval (bij herstelmelding). WSW Permar 2009 21,3
2010 24,1
Ambtenaren en EBA Permar 2009 13,3
2010 13,0
Jaarverslag 2010
Permar WS
11
Ziekteverzuim per december 2010 kort middel lang 0 wk - 2 wk 2 wk - 6 wk 6 wk -1 jr Facilitair 1,5 2,4 3,9 Industrie 1,7 2,5 3,7 D&O 2,0 2,4 13,2 Groen 1,6 3,2 9,1 Mensontw. 1,5 2,8 6,0 pre-wsw 2,4 3,5 9,0 Totaal 1,7 2,9 6,1
>1 jr. 0,4 2,0 0,0 1,2 1,9 0,0 1,4
Totaal 8,2 9,8 17,7 15,2 12,3 14,8 12,0
Tabel 1 (bron Compas)
Ongevallen registratie Volgens de Arbo-wet is een arbeidsongeval een ongeval op het werk dat onmiddellijk leidt tot schade aan de gezondheid. De Arbo-wet verplicht werkgevers om arbeidsongevallen die tot blijvend letsel, ziekenhuisopname, of tot de dood hebben geleid, direct aan de Arbeidsinspectie te melden. In 2010 hebben er zich 11 ongevallen voorgedaan waar intern melding van gemaakt is. In vergelijking tot 2009 zijn dit er 3 meer. Geen van de ongevallen heeft tot een melding aan de Arbeidsinspectie geleid.
Arbo catalogus Sociale Werkvoorziening Herkennen en aanpakken van arbeidsrisico’s in SW-organisaties. Dat is het doel van de Arbocatalogus Sociale Werkvoorziening. Sinds de invoering van de nieuwe Arbowet in 2007 hebben werkgevers en werknemers meer ruimte om zelf invulling te geven aan het arbobeleid in hun branche. Een arbocatalogus ondersteunt hierbij. In de catalogus worden het wettelijk kader, de oplossingen en de beleidsmatige stappen in kaart gebracht. De Arbocatalogus SW is opgesteld door deskundigen uit de SW-sector en getoetst door de Arbeidsinspectie. In 2010 zijn de volgende catalogi vastgesteld door de Arbeidsinspectie: lawaai, agressie en geweld, fysieke belasting, psychosociale arbeidsbelasting. Vanaf 2011 worden de catalogi geïmplementeerd binnen Permar. Gedragscode De gedragscode bevat de normen en waarden die binnen Permar gelden. In de gedragscode staan de definities van de verschillende vormen van wangedrag. Permar heeft sinds een aantal jaren een gedragscode. De gedragscode wordt tijdens de indiensttreding van de medewerker met hem/haar besproken. De ervaring leerde dat de code qua taalgebruik te moeilijk was. Daarom is er in 2010 een “populaire” versie gemaakt van de gedragscode. De nieuwe versie wordt per 2011 in gebruik genomen.
Bedrijfshulpverlener In het kader van bedrijfsveiligheid en preventie heeft Permar WS de nodige maatregelen getroffen om te voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Om de geldigheid van de certificaten te waarborgen is in het najaar 2009 een begin gemaakt met de herhalingscursussen Bedrijfshulpverlening. Ook zijn er enkele medewerkers opgegeven voor de basiscursus Bedrijfshulpverlening. In 2010 zijn alle BHV’ers in het bezit gekomen van een geldig certificaat en zijn de herhalingsoefeningen opgenomen in reguliere bedrijfsvoering. Bovenstaande geldt ook voor alle EHBO’ers van Permar. Jaarverslag 2010
12
Permar WS
VGWM commissie Tijdens deze vergadering zijn de volgende punten aan de orde geweest: Implementatie gedragsprotocol; De nut en noodzaak van een medewerkers tevredenheidonderzoek; Arbo catalogus; Arbo jaarplanning 2010; Evaluatie ziekteverzuim.
2.3 Payrolling via Permar Energiek BV Binnen Permar Energiek BV worden voornamelijk medewerkers aangesteld, welke in eerste instantie een tijdelijk dienstverband krijgen. In veel gevallen betreft het hier personeel welke voorheen een ambtelijke aanstelling kreeg binnen Permar WS. Deze werknemers worden daarna tegen kostprijs gedetacheerd bij Permar WS. Per ultimo 2010 zijn 61 personeelsleden binnen deze BV aangesteld, welke voorheen in ambtelijke dienst zouden zijn gekomen bij Permar WS. In 2009 waren dit nog ca. 50 medewerkers. Daarnaast worden binnen deze vennootschap de private re-integratieactiviteiten uitgevoerd en het project Vroegtijdige instroom Wsw, waarover in de volgende paragraaf een korte toelichting wordt gegeven.
2.4 De Wsw-raad van de gemeenschappelijke regeling Permar WS. De gemeenten Barneveld, Ede, Renkum, Scherpenzeel en Wageningen werken samen in de gemeenschappelijke regeling Permar WS. Permar WS voert voor de vijf gemeenten de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. De gemeenten hebben in 2008 besloten om samen een Wswraad op te richten. De Wsw-raad maakt het mogelijk dat mensen met een indicatie voor de Wsw kunnen meepraten over het gemeentelijk Wsw-beleid. Zij adviseert gevraagd of ongevraagd over alle zaken die betrekking hebben op het terrein van de Wsw of aanverwante beleidsterreinen die van invloed kunnen zijn op de positie van Wsw-geïndiceerden. De raad is op 8 oktober 2008 geïnstalleerd. De regels voor de Wsw-raad staan beschreven in de Verordening Wsw-raad. Jaarlijks maakt de Wsw-raad haar eigen jaarverslag. Het verslag van 2010 is reeds beschikbaar en kunt u via de website van Permar WS opvragen. Samenstelling Wsw-raad Op 1 januari 2010 waren de volgende personen door het DB benoemd tot lid van de Wsw-raad: Eddy Angenent Hans Gerritsen - vicevoorzitter Betty Heusinkveld Joost Leeuwis Mariëtte van der Meulen Richard Orsel Johan Uittenbogaard Sylvia van Embden Marco van Sweeden Yvonne van Geel Bert Mulder Cees van den Heikant is de (onafhankelijke) voorzitter van de Wsw-raad. Jaarverslag 2010
Permar WS
13
Ondersteuning van de Wsw-raad. Op grond van de Verordening Wsw-raad wordt de raad ambtelijk ondersteund. Deze ondersteuning vindt plaats door één van de leden van de ambtelijke werkgroep Wsw van de bij de GR Permar WS betrokken gemeenten. Per 2010 is de heer W. Buitenhuis van de gemeente Barneveld aangetreden als ambtelijk secretaris van de Wsw-raad. Per 1 januari 2011 is deze functie overgedragen aan mevr. D. Klein-Bottenberg van de gemeente Ede. Naast de ambtelijke ondersteuning wordt de Wsw-raad secretarieel ondersteund door een medewerker van Permar WS. Deze secretariële ondersteuning wordt geboden door Natalie Godin.
Jaarverslag 2010
14
Permar WS
3. Permar Energiek BV 3.1 Re-integratieactiviteiten en externe trajecten Binnen deze vennootschap worden de meer private activiteiten van Permar WS ten uitvoer gebracht. De Wsw schrijft per 2008 een zogenaamde “Chinese muur” voor tussen publieke activiteiten (Wsw) en private activiteiten (WWB en pre-Wsw etc.) Op deze wijze worden de rijksgelden uitsluitend besteed aan de Wsw doelstelling zonder dat vermenging met private middelen kan plaatsvinden. Binnen Permar Energiek BV worden allerlei trajecten voor gemeentelijke opdrachtgevers en het UWV uitgevoerd. Dit zijn veelal trajecten in het kader van arbeidsmarktinstrumenten voor de WWB Wsw en WAJONG. Ook vallen hieronder de re-integratieactiviteiten zoals Work First en Werk Werkt. In 2010 zijn deze activiteiten aanzienlijk toegenomen ten opzichte van 2009. In 2008 was er nog sprake van een daling. Verantwoordelijk voor deze daling was de oprichting van de stichting Voorwerk Ede waarbinnen voortaan de work-first activiteiten worden ontplooid. In het afgelopen jaar werd een omzet van € 922.000 behaald, terwijl in 2009 de omzet ca. € 608.000 bedroeg. In 2008 werd een omzet van € 487.000 gerealiseerd. Naar verwachting zal deze groei in 2011 door de gemeentelijke bezuinigingen afzwakken.
Externe trajecten 2009/2010
Trajectsoort Werk Werkt! / Wageningen Op weg naar Werk / Renkum Trajecten Groen sociaal doen Uwv-trajecten Re-intrgratietrajecten Belastbaarheidsonderz. TAC bezoekers extern TAC bezoekers intern TOTAAL
Instroom in 2009 Instroom in 2010 begroot werkelijk begroot werkelijk 130 127 130 122 65 69 65 58 25 8 40 44 40 43 44 44 45 48 275 358 300 409 2532 324 3410
1367 223 2232
2000 350 2955
1510 1124 3322
Tabel 2
3.2 Project Vroegtijdige instroom Wsw Binnen Permar Energiek BV wordt het project vroegtijdige instroom Wsw uitgevoerd. In het kader van dit project kunnen SW-geïndiceerden eerder, d.w.z. met behoud van uitkering, instromen in een voorbereidend dienstverband in een dochteronderneming van Permar WS, genaamd Permar Energiek BV. Begin 2007 is het project gestart met als doel de wachtlijst Wsw te verkorten. Door mensen vanuit een uitkeringsituatie eerder in dienst te nemen, creëren we een win-win situatie voor alle partijen. De cliënt kan eerder aan de slag; de gemeente of het CWI wint doordat mensen hun uitkeringsituatie verlaten en in een eerder stadium werkervaring kunnen opdoen. Permar wint hiermee de productiecapaciteit verder kan worden vergroot. In de afgelopen jaren zijn voor alle partijen goede resultaten behaald door op deze wijze de wachtlijst in de praktijk te verkorten. Jaarverslag 2010
Permar WS
15
In het kader van dit project/dienstverband kon eerder worden begonnen met de arbeidsoriëntatie en persoonlijke ontwikkeling van nieuwe medewerkers. De verwachting is dat alle medewerkers in de loop van hun voorbereidend dienstverband kunnen instromen in een regulier dienstverband in de Wsw, uitgevoerd door Permar WS. In 2010 is opnieuw een groei van het aantal trajecten gerealiseerd. Het aantal medewerkers is weliswaar gedaald van 111 trajecten in 2009 naar 88 trajecten in 2010. Het aantal gerealiseerde SE is toegenomen van 43,84 SE (2009) naar 49,11 in 2010. In onderstaande tabel (A) is een overzicht gegeven van de instroom naar herkomst en financiering. Kengetallen Voortraject WSW Medewerkers voortraject WSW per uitkering Financiering: 2007 2008 WWB Ede 19 20 WWB Barneveld 4 4 WWB Renkum 0 6 WWB Wageningen 6 20 UWV 26 37 NUG 9 6 TOTAAL 64 93 Gerealiseerde plaatsen in SE
21,65
36,90
2009
2010
26 5 17 24 31 8 111
29 5 16 14 20 4 88
43,84
49,11
Tabel 3
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de wachtlijst per ultimo december 2010. In totaal staan 219 personen op de wachtlijst waarvan 56 reeds werkzaam zijn in een pre-traject. Deze 56 personen vallen dus onder de 211 personen genoemd in tabel A, het resterende verschil van 34 personen is doorgestroomd naar Permar WS.
Overzicht Wachtlijst 2010 TOTAAL Datum: 31 december 2010 Gemeenten status omschrijving code Reeds in dienst / op korte termijn in dienst Energiek 1 Voortraject in aanvraag 2 Sociale activering / IRO/ participatiebaan/ stage bij Permar/ Traject Voorwerk 3 Traject elders 4 Heeft werk (voor indicatie) 5 Individueel of groepsbijeenkomst bijgewoond traject is niet mogelijk 6 overig 7 Is ziek of heeft ZW-uitkering (<13 weken) 8 ziet af van plaatsing bij Energiek 9 wordt overgeplaast naar ander SW-bedrijf 10 UWV gaat niet akkoord/traject is (nog) niet mogelijk vanwege plaats op de wachtlijst 11 Gaat op korte termijn van de wachtlijst af 12 Op wachtlijst Energiek 13 TOTAAL Recapitulatie wachtlijst: Telling in traject Telling overig Totaal
Barneveld 6 0 2 5 3 13 1 0 1 0 0 0 0 31
30 1 31
Ede 25 0 20 10 3 25 2 3 1 1 17 2 5 114
Renkum 16 0 0 2 1 7 4 0 0 0 2 0 0 32
108 6 114
32 0 32
Scherpen Wagening zeel en TOTAAL 0 9 56 0 0 0 0 7 29 0 3 20 0 3 10 2 9 56 0 2 9 0 1 4 0 0 2 0 0 1 2 4 25 0 0 2 0 0 5 4 38 219
4 0 4
37 1 38
Tabel 4
Naast deze 77 personen in een pre-traject (dienstverband) zijn er nog eens 22 personen in het kader van sociale activering aan de slag (zonder dienstverband). Jaarverslag 2010
211 8 219
16
Permar WS
In totaal zijn er 211 personen in een traject, deels via werk (115), deels nog wachtende, hetzij op toestemming van het UWV(25) danwel door zijn/haar plaats op de wachtlijst (21). De overige 8 personen zijn bespreekgevallen met de gemeenten. Zij komen mogelijk in aanmerking voor afvoer van de wachtlijst.
3.3 Payrolling via Permar Energiek BV Permar Energiek BV is oorspronkelijk opgericht voor het tijdelijk aanstellen van (ambtelijk) personeel. Deze werknemers worden daarna tegen kostprijs gedetacheerd bij Permar WS. Per ultimo 2009 waren ongeveer 46 personeelsleden binnen deze BV aangesteld, maar inmiddels zijn de payrolling activiteiten ook uitgebreid naar externe opdrachtgevers zoals de stichting Voorwerk en de gemeente Ede en Wageningen. In totaal waren in 2010 61 medewerkers in dienst bij Permar Energiek BV. Hiervan waren 15 in dienst bij de stichting Voorwerk Ede en 5 voor de gemeenten Ede en Wageningen (WIJ-banen). Het resterende deel van 41 medewerkers zijn medewerkers voor Permar WS of voor re-integratiediensten (7 personen). De loonkosten van Permar Energiek medewerkers liggen veel lager dan de loonkosten binnen Permar WS, hetgeen voornamelijk wordt veroorzaakt door lagere kosten voor pensioenen.
Jaarverslag 2010
Permar WS
17
4. Financieel beleid In dit hoofdstuk maken we Permar-breed (Permar WS en Permar Energiek BV) een analyse en evaluatie van het gevoerde financieel beleid in het boekjaar 2010. In volgorde van de resultatenrekening komen de items aan de orde. Er wordt daarbij een vergelijk gemaakt met het Jaarplan 2010 en de bijgestelde begroting 2010. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een korte analyse van de balanspositie.
4.1 Omzet en bedrijfsopbrengsten De omzetontwikkeling in 2010 kende een teleurstellend verloop. De begrote omzet in het jaarplan bedroeg bijna €10,5 mln terwijl deze in de bijgestelde omzet als gevolg van positieve verwachtingen en targets was gestegen naar € 11,6 mln. De werkelijke omzet in 2010 kwam uit op ruim € 9,4 mln, en na correctie onderhanden werk, op € 9,3 mln. (bedragen x € 1.000).
MOB (Mensontwikkelbedrijf) Groen & kwekerij Industrie Facilitair D&O (directie & overhead) Totaal Tabel 5
Omzet werkelijk begr. jaarplan begr.Bijgesteld 3.152 3.792 3.916 3.513 4.100 4.740 1.466 1.460 1.525 967 935 1.220 340 206 212 9.438 10.493 11.613
werk. 2009 3.221 4.177 1.299 701 223 9.621
verschil jrpln, verschil bijgest. versch. werk.
6405876 32 134 1.055-
7641.22759253128 2.175-
69664167 266 117 183-
In bovenstaande tabel wordt een vergelijking gemaakt van de werkelijke omzet per bedrijfsonderdeel in 2010 (omzet exclusief onderhanden werk). Deze wordt vergeleken met de begrote omzet volgens het jaarplan, de bijgestelde begroting 2010 en de werkelijke omzet in 2009. De verschillen worden kort hieronder per bedrijfsonderdeel toegelicht: MOB: De doelstelling in de bijgestelde begroting ten aanzien van het aantal te detacheren medewerkers staat op ca. 250 FTE, gelijk aan het niveau van 2009. In het jaarplan was deze taakstelling lager op 247 FTE, maar was ook de taakstelling voor begeleid werken lager, op 20 FTE (in bijgestelde begroting is dat 25 geworden). De daling in detacheringen zet zich ook in 2010 voort, begin 2010 waren er nog ruim 215 FTE gedetacheerd per december ca. 185 FTE. Een aanzienlijke daling. Gebleken is dat in het verleden kandidaten zijn geplaatst welke “net” aan de gestelde verwachtingen bij de klant konden voldoen. In tijden van economische recessie keren deze medewerkers vaak terug omdat zij niet volledig voldoen aan de verwachtingen van de klant. Opgemerkt moet worden dat hoewel het omzet verschil met de bijgestelde begroting met € 764.000 aanzienlijk is, is het verschil met 2009 van € 69.000 relatief beperkt. Enerzijds komt dit door de doorgevoerde prijsverhoging(1%), anderzijds doordat de overgebleven medewerkers tegen goede tarieven destijds in de markt zijn gezet. Groen & Kwekerij: De doelstellingen in het jaarplan waren gebaseerd op de verwachte omzet in 2009. In de bijgestelde begroting, derhalve door de hogere uitkomst in 2009, is de omzet voor 2010 naar boven bijgesteld. Hier bovenop kwam nog de toevoeging van het project Greenwall, waarvoor € 500.000 extra omzet werd geraamd. Dit project ging echter niet door, maar ook de omzetprognoses van Renkum, Wageningen/Scherpenzeel en Ede bleken te hoog. Daarnaast viel opnieuw de omzet van de kwekerij tegen met ca. € 240.000. Normaal gesproken wordt de omzet van het voorgaande jaar door de prijsverhoging ruim gehaald. Echter dit jaar daalde de omzet al bijna € 700.000, een daling welke zich dus voor deed bij de reguliere groenafdelingen. Jaarverslag 2010
18
Permar WS
Industrie: De omzet industrie was dit jaar een positieve uitzondering. In voorgaande jaren vaak het zorgenkindje, groeide nu de omzet ten opzichte van 2009 met bijna € 170.000. Ten opzichte van de bijgestelde begroting werd de omzet op bijna € 60.000 gehaald. Dit ondanks veel leegloop en overcapaciteit in het voorjaar van 2010. Een sterk aanbod van extra werk in het 2e halfjaar zorgde voor een sterke groei in omzet en marge. Facilitair: Ook hier nam de omzet met bijna € 270.00 toe ten opzichte van 2009, echter de gewenste doelstelling volgens de bijgestelde begroting werd niet behaald. De reden hiervan was dat enerzijds de verkoop en verwerving van nieuwe opdrachten stagneerde. Verkooptrajecten zijn daarbij vaak langdurig. Voordat met de werkzaamheden begonnen kan worden verstrijken vaak maanden. Anderzijds was de bedrijfsleiding huiverig om nieuwe opdrachten aan te nemen omdat zij onvoldoende opgeleide en gekwalificeerd personeel ter beschikking had. Deze situatie werd echter doorbroken door de vervanging van de bedrijfsleiding, echter voor 2010 te laat om de opgelopen omzetachterstand nog te kunnen inhalen. D&O: De omzet bij dit bedrijfsonderdeel bestaat uit posten voor geleverde financiële, administratieve en P&O diensten aan derden, waarbij de stichting Voorwerk Ede de belangrijkste klant is. In 2010 werden meer werkzaamheden uitgevoerd dan in 2009. De groei van de stichting Voorwerk Ede in 2010 heeft er mee te maken dat zij extra diensten van ons afneemt. De kosten Grondstoffen met daarin verwerkt “werk door derden” is lager uitgevallen dan in de bijgestelde begroting was verwacht. Het niet doorgaan van het Greenwall-project betekende een daling van € 300.000 in deze kostenpost. Op basis daarvan is er sprake van een beperkte overschrijding in 2010, maar een sterke daling ten opzichte van 2009. De overige bedrijfsopbrengsten zijn bijna € 590.000 hoger dan was begroot. Deze post staat in de jaarrekening gespecificeerd, waarbij opvalt dat doorberekening van de vaste kosten aan Permar Energiek en de stichting Voorwerk Ede verder zijn toegenomen, door de groei aan activiteiten binnen deze organisaties. Daarnaast brachten diverse afwikkelingen uit voorgaande jaren nog meevallers met zich mee, bijvoorbeeld de over-realisatie 2009 bij de gemeente Ede. In totaal zijn de totale bedrijfsopbrengsten ruim € 300.000 hoger dan in 2009, maar bijna 1,4 mln. lager dan de verwachting en doelstelling in de bijgestelde begroting 2010.
4.2 Kosten De totale lasten zijn dit jaar uitgekomen op € 31,6 mln. Begroot was in het jaarplan ca. € 30 mln. en in de bijgestelde begroting € 30,8 mln. Een overschrijding derhalve van € 0,8 mln. Een belangrijk deel hiervan is toe te schrijven aan de dotatie voorziening herstructurering 2010-2011 van € 0,55 mln. Deze voorziening betreft de verwachte afvloeiingskosten voor personeel. Het resterende deel door hogere overige bedrijfskosten, Vooral de huisvestingskosten, onderhoudskosten, algemene kosten zijn overschreden. Bij de dotatie voorzieningen is naast de reeds genoemde voorziening herstructurering organisatie ook de dotatie aan de voorziening oninbare debiteuren aanmerkelijk verhoogd met € 100.000 vanwege het debiteurenrisico bij Permar Meubelmakers BV. Een verzelfstandigd bedrijfsonderdeel met ruim 20 gedetacheerde medewerkers. De totale personeelskosten zijn bijna € 220.000 lager dan in de bijgestelde begroting verwacht. Een belangrijk deel van deze besparing komt voort uit de besparing op personeelskosten Wsw van € 0,74 mln. ten opzichte van de bijgestelde begroting. Deze besparing had hoger kunnen zijn omdat als gevolg van de overrealisatie bij de verschillende gemeenten de werkelijke bezetting voor Jaarverslag 2010
Permar WS
19
dit jaar is uitgekomen op 722 FTE. Begroot was een personeelsbezetting van 711 FTE. Een overrealisatie van in totaal ruim 11 FTE, waarin de gemeente Renkum met ca. 5 FTE het grootste aandeel had. De personeelskosten ambtelijk bedragen bijna € 2,8 mln. Dit bedrag is inclusief de salarislasten welke vrijvallen vanuit de voorziening business-redesign van € 0,25 mln. Deze vrijval staat echter verantwoord onder de onttrekking reserves vermeld. Indien we deze posten salderen komen we uit op een bedrag van € 2,5 mln., wat conform de begrote bedragen is. De personeelskosten derden betreft het personeel met een “niet-ambtelijke” aanstelling en aanvullend ingehuurd personeel voor specifieke projecten. Deze personeelskosten bedragen in 2010 bijna € 2,3 mln en zijn veel hoger uitgevallen dan de begrote € 1,8 mln in de bijgestelde begroting. De verklaring hiervoor is dat er extra werkleiding is aangetrokken voor de kwekerij (i.v.m. ziekteverzuim), voor Groen Renkum voor zowel administratieve en sociale begeleiding van “Groen moet je sociaal doen”. Daarnaast is voor begeleiding bij groepsdetachering Moba een externe medewerker ingehuurd. Tenslotte is de afdeling verkoop uitgebreid met een ZZP-er voor extra verkoop van mailingactiviteiten. Bij de overige bedrijfslasten zijn de huisvestingskosten en onderhoudskosten elk met ca. € 100.000 overschreden. De huisvestingskosten zijn hoger door de uitbreiding van huisvesting in Barneveld. Een goedkope locatie aan de Kallenbroekerweg werd gesloopt en hiervoor moest een duurder pand worden betrokken bij het reeds bestaande deel aan de Nijverheidsweg in Barneveld. Ook werd een deel van dit pand uitgebreid voor nieuwe industriële activiteiten. Daarnaast zijn ook de energielasten gestegen door uitbreiding van het wagenpark. Benzine en motorrijtuigenbelasting wordt hier ook onder geboekt. De overschrijding van de onderhoudskosten is inclusief extra implementatiekosten voor ons ERP pakket, Microsoft Dynamics. Deze lasten bedragen € 90.000 en werden gedekt door een 100% vrijval van de bestemmingsreserve Business Re-design. Hierdoor wordt de overschrijding op deze post teniet gedaan en is deze conform de bijgestelde begroting.
4.3 Operationeel resultaat en subsidie Wsw Als gevolg van de daling van de bedrijfsopbrengsten en een stijging van de lasten is het bedrijfsresultaat verder afgenomen, van negatief € 21,6 mln. in 2009 naar negatief € 22,9 mln. in 2010. Een terugval in resultaat van bijna 1,3 miljoen euro. In de bijgestelde begroting was rekening gehouden met een bedrijfsresultaat van € 20,7 mln negatief. De subsidiebaten in 2010 zijn als gevolg van het vervallen van de prijscompensatie voor loonkostenstijging lager uitgevallen dan begroot. De betaalde realisatie van 763 SE is ook iets hoger dan de begrote taakstelling van 761 SE. Het verschil van de daadwerkelijke realisatie van 769 SE en de betaalde realisatie van 763 SE is de overrealisatie van ca. 6 SE in 2010. 1
4.4 Exploitatieresultaat Het nog te bestemmen exploitatieresultaat van 2010 bedraagt € 1,7 mln. negatief, begroot was een positief resultaat van € 150.000 in de bijgestelde begroting. In 2009 bedroeg het resultaat nog € 157.000 positief, een daling van bijna 1,9 mln. Het negatieve resultaat zal ten laste worden gebracht van de algemene reserve. Het weerstandsvermogen van 2,7 mln. daalt hierdoor naar 1 mln.
1
Er is geen directe relatie tussen overrealisatie in SE en in FTE
Jaarverslag 2010
20
Permar WS
4.5 Plan Business redesign 2008-2010 In 2008 is een start gemaakt voor een organisatorische verbeterslag van Permar WS. Dit project is inmiddels in dit jaar tot een afronding gekomen. Een aantal uitgaven op het personele vlak zal nog in de komende jaren vrijvallen. Op basis van dit plan is in 2010 afgezien van de eigen bijdrage Wsw voor de gemeenten. In de eerste bezuinigingrondes bij gemeenten is deze bijdrage vaak al als bezuiniging ingeboekt. In het afgelopen jaar is er extra tijd en geld geïnvesteerd in ICT producten ter ondersteuning van financiële en administratieve functies en processen. Zo is er een overstap gemaakt naar VOIP telefonie hetgeen voor de komende jaren een belangrijke besparing op telefoonkosten gaat betekenen. Ter ondersteuning van de mensontwikkeling is het DARIUZ pakket reeds in gebruik genomen. Dariuz is een web-based applicatie welke bestaat uit een uniforme intakeregistratiemethode, een assessmentmethode en een methode tot loonwaarde(productiviteits)meting. Het einddoel van deze operatie was om voor Permar WS te komen tot een rendementsverbetering van ca. € 100.000 naar € 500.000, per saldo dus ca € 400.000 op jaarbasis. Deze doelstelling zal niet worden behaald. Gebleken is dat door de huidige problematiek van onze nieuwe medewerkers en het (extra) natuurlijk verloop van onze werkleiding, er meer dan verwacht geïnvesteerd moet worden in een goede en deskundige begeleiding voor onze medewerkers. Alleen op die wijze kunnen wij de mensontwikkeling verder professionaliseren.
4.6 Balanspositie Het eigen vermogen is door de onttrekking van de bestemmingsreserves verder afgenomen met ca. € 0,5 mln. De algemene reserve bedraagt per ultimo 2009 ca. € 2,7 mln., na de verwerking van het negatieve resultaat 2010 van € - 1,7 mln , komt deze uit op ca. € 1 mln.
Solvabiliteit 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0%
Solvabiliteit
10,0% 5,0% 0,0%
2006
2007
2008
2009
2010
De voorzieningen zijn toegenomen met ruim € 0,6 mln., voor een belangrijk deel betreft dit de dotatie aan de voorziening herstructurering organisatie. De langlopende schulden zijn dit jaar door het aantrekken van een nieuwe vaste geldlening gestegen met ca. € 1,6 mln. Daarbij zijn de kortlopende schulden maar licht gedaald. Hierdoor Jaarverslag 2010
Permar WS
21
staat o.a. het bovenstaande solvabiliteitsratio sterk onder druk. De solvabiliteit is in 2010 gedaald naar een percentage van 9,3. In 2009 was dit nog 25,6. Gestreefd wordt naar een balansverhouding tussen de 30 en 35%. Door extra investeringen zijn de materiële vaste activa toegenomen tot een bedrag van € 10,7 mln. Een toename van ruim € 0,2 mln. In 2010 zijn veel investeringen gedaan m.b.t. voertuigen en t.b.v. het pand in Barneveld. Een specificatie van de investeringen treft u aan in de financiële jaarrekening.
5. Vooruitzichten voor 2011 De bezuinigingen opgelegd door het oude Kabinet Balkenende IV betekent voor Permar WS al een verlies aan subsidie van € 1,21 mln. voor 2011. Daarbij komt eigenlijk ook het verlies van de prijscompensatie m.b.t. de Wsw loonontwikkelingen van ca. € 150.000 tot 250.000 (variabel). Een totale bezuiniging van ruim € 1,4 mln. op onze jaarlijkse exploitatie. Het MT en de staf hebben daarom eind 2010 besloten tot een reorganisatie waarbij de core-business van ons bedrijf, de mensontwikkeling, als strategisch instrument wordt ontzien. Besloten is om de bezuinigingen te halen uit het verminderen van de overhead. Een belangrijk deel van deze functies waren reeds door het Business Re-design plan vervallen, maar nu werd ook de tussenlaag van bedrijfsmanagers geheel geschrapt. Daarnaast zijn er diverse functies vervallen op het bedrijfsbureau en de financiële administratie. Het boventallig personeel kan voor een deel worden ingezet voor de operationele bedrijfsvoering t.a.v. de productie en mensontwikkeling. Dit is voor Permar WS goedkoper dan het betalen van hoge afkoopsommen. Helaas zijn er toch afvloeiingen noodzakelijk. De kosten hiervan bedragen € 0,55 mln. De vorming van deze voorziening is reeds in deze jaarrekening verwerkt. Door deze reorganisatie is de structuur van de organisatie, in nauw overleg met het MT en de staf, aangepast. Bedrijfsleiders committeren zich aan de omzet en productiedoelstellingen, maar worden ook direct verantwoordelijk voor de verkoop en planning van hun bedrijfsonderdeel. Door meer in teamverband te werken kan een eilandencultuur worden voorkomen. Voor de optimalisatie van de productie en daarmee voor goede financiële resultaten is het zelfs noodzakelijk dat deze onderlinge afstemming een succes wordt. De directie en “MT nieuwe stijl” hebben wekelijks contact vanuit de verschillende oogpunten om de organisatie optimaal aan te kunnen sturen. Zo is er naast het MT overleg, ook een verkoopoverleg en een breed personeelsoverleg. Op deze wijze worden managementzaken afgestemd met omzet/verkoop zaken en de planning voor personele inzet op grond van de voortgang van de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers. Samen met het bestuur wordt er hard gewerkt aan een herstelplan voor het eigen vermogen van Permar WS. Echter de tarieven staan onder druk en de kosten stijgen, hetgeen betekent dat de resultaten ook verder zullen dalen. De directie verwacht de resultaten te kunnen verbeteren door in te zetten op mensontwikkeling ook voor WWB en WAJONG cliënten, en hoopt op die wijze de productie- en verdiencapaciteit te verhogen. Daarnaast is het van belang dat wij juist extra werkzaamheden op het gebied van Groen en Facilitair gaan uitvoeren. Het mes snijdt wat ons betreft aan twee kanten; de gemeenten kunnen mogelijk kosten besparen, Permar verwerft meer omzet en kan daarmee een positief resultaat realiseren. Het herstelplan van het eigen vermogen van Permar WS staat vermeld in de bijgestelde begroting. In de loop van dit jaar verwachten wij uiteindelijk toch de verkoop van de kwekerij te realiseren. De verkoop op zich heeft reeds plaatsgevonden, het wachten is nu nog op de noodzakelijke wijziging van het bestemmingsplan. Verwachte opbrengst € 475.000. Daarnaast zal er een winstuitkering plaatsvinden vanuit Permar Energiek BV voor een bedrag van € 125.000. Totaal een directe versterking van € 0,6 mln. Jaarverslag 2010
22
Permar WS
Voor 2011 is momenteel ruim 80% van de jaaromzet op basis van contracten en afspraken relatief vast. Het verkoopteam is met taken uitgebreid, de ondersteuning wordt op een andere wijze dan voorheen ingevuld waardoor er extra verkoopcapaciteit beschikbaar komt. Op deze wijze wordt getracht om meer grip te krijgen op omzet door in te zetten op de verkoop van langdurige verkoopcontracten. Het bieden van werkgelegenheid is een andere kerntaak van onze organisatie. Door veel bedrijven worden wij als flexibele productiecapaciteit ingeschakeld. Hoewel de eerste tekenen van economisch herstel zich aan dienen, moet helaas gesteld worden dat deze verbeteringen nog niet direct merkbaar zijn voor onze organisatie. Er wordt momenteel hard gewerkt aan capaciteitsuitbreiding voor facilitair door het opleiden van schoonmaakpersoneel. Daarnaast worden op een goedkope wijze een aantal producten ontworpen welke wij via een webshop willen verkopen (productie op basis van bestelling). Binnen het Groen is door de interim-manager in de wintermaanden(2010-2011) orde op zaken gesteld. De gewenste capaciteit is nagenoeg geheel verkocht en sluit aan bij de doelstellingen van de bijgestelde begroting over 2011. De focus op kosten zal voor dit jaar opnieuw erg belangrijk worden, vandaar dat er binnen de organisatie gestart is om met de top 15 van onze leveranciers vergaande afspraken te maken over leveringen en diensten. Daarnaast zijn inmiddels op basis van de slechte resultaten in 2010 aanvullende bezuinigingen voor 2011 doorgevoerd welke aanvullend moeten zorgen voor een extra kostenbesparing van € 250.000. De strategie om Permar WS het arbeidsmarktinstrument te maken voor de onderkant van de arbeidsmarkt in de “food-valley” in de komende jaren, heeft zich in de afgelopen jaren bewezen. Permar WS en Permar Energiek BV worden door alle gemeenten ingeschakeld bij reintegratietrajecten voor WWB en WAJONG. In de komende jaren willen we deze positie verder uitbouwen en vooral de afstemming en verdere professionalisering daarvan verder ter hand nemen. Om deze reden pleit Permar WS dan ook uitdrukkelijk voor een goede samenwerking met daarin duidelijke afspraken over klantbenadering en marktsegmentatie. Deze afspraken zouden via het werkplein in het kader van de arbeidsbemiddeling moeten worden gemaakt. Op deze wijze zou er een duidelijk palet van oplossingen komen waarbij de duurzame ontwikkeling van al onze cliënten voorop dient te staan. Dit was de lijn tot nu toe, maar door de verwachte rijksbezuinigingen cq door rijksplannen kan het één en ander bijgesteld moeten worden. Hiertoe zullen binnen de gemeenten voorstellen ontwikkeld moeten worden. Tenslotte komen er na 2012 nogmaals aanzienlijke bezuinigingen op ons af. Niet alleen voor Permar gelden deze maar vooral ook voor gemeenten. Een eerste indruk van deze plannen zijn zeer zorgwekkend. De Wsw blijft alleen beschikbaar voor beschut werk, maar wel tegen CAO verplichtingen, waarbij de subsidiebijdrage per SE nogmaals zal dalen naar ca. € 22.500 per SE. Gevolg is een zwaar verliesgevende sector die alleen met verdiencapaciteit van “andere” medewerkers overeind kan worden gehouden. Zowel Permar WS als de gezamenlijke gemeenten binnen de GR staan in de komende jaren voor een grote en belangrijke uitdaging.
Jaarverslag 2010
Permar WS
23
Paragrafen BBV 1 Weerstandsvermogen In het voorjaar van 2009 is in nauw overleg met de gemeenten binnen de GR een nieuwe notitie voor weerstandsvermogen vastgesteld. In deze notitie is vastgelegd op basis van welke redenen en onder welke voorwaarden het weerstandvermogen dient te worden bepaald. Op basis van een periodieke risico-inschatting en een kansberekening wordt op basis van een drietal factoren een berekening van het benodigde weerstandsvermogen gemaakt. Deze drie factoren zijn: 1. Economische en marktrisico’s 2. Maatschappelijke risico’s 3. Bedrijfs- en ondernemingsrisico’s Vervolgens wordt het berekende risicobedrag afgezet tegen het aanwezige weerstandsvermogen van Permar WS. In een eerste berekening werd een benodigd vermogen becijferd van ruim 5 miljoen euro. Op basis van de risico-inschatting gemaakt in maart 2011, op basis gegevens van de (oorspronkelijke versie) bijgestelde begroting 2011, luidt de berekening voor het benodigde weerstandsvermogen als volgt: Berekening van het Weerstandsvermogen: (bedragen x € 1.000)
Item Omschrijving en berekening
Grondslag
Kans
Risicobedrag
Toe-afname
(bijgestelde begrot. 2011)
Economische en marktrisico's (omzet) 1.1 Verlies van een grote industriële klant (omzet ABB)
1.100 middel
1.2 Daling van het aantal gedetacheerde medewerkers (ca 20% afname van de omzet) 1.3 Verlies van opdrachten bij gemeenten in Groenvoorziening
550
171-
572
groot
429
1.500
groot
1.125
375
1.4 Omzetverlies door verminderde afzet kwekerij
800 middel
400
150
1.5 Omzetverlies overige opdrachten
750
563
63
3.067
417
Telling
groot
4.722
Maatschappelijke risico's (subsidies) 2.1 Beperking Rijkssubsidie met 10%
2.000 zeer groot
2.2 Beperking van WSW bijdragen door PGB (10%)
200 beperkt
2.3 Beperking van gemeentelijke budget door bezuinigingen Rijksoverheid 2,5% subsidie Telling
-
beperkt
2.200
1.800 50 -
864 990-
1.850
126-
Bedrijfs- en ondernemingsrisco's (kosten) 3.1 Aantrekken van extra vreemd vermogen t.a.v. liquiditeitstekorten (4,0% rente)
147 zeer groot
133
6-
3.2 Opvang verliezen Permar Energiek BV bij teruglopende opdrachten
500 middel
250
125
600 beperkt
150
100-
1.000 middel
500
250
3,3 Boetebedingen Groenvoorziening bij extra groeizaam weer 3.4 Onvoorziene omstandigheden Telling Totaal
2.247 9.169
1.033 5.949
269 559 5.390
Tabel 6
De toe- en afnames zijn berekend aan de hand van de vorige berekening gedaan in het jaarplan 2011.
Jaarverslag 2010
24
Permar WS
De rekenfactoren zijn bij de vaststelling van de genoemde methode conform onderstaande tabel vastgesteld:
Rekenfactor kansberekening categorie beperkt middel groot zeer groot
factor 0,25 0,50 0,75 0,90
Tabel 7
Op basis van de eerder vermelde berekeningsfactoren dient het bestaande weerstandsvermogen van ca. € 1 mln. te worden aangevuld tot het gewenste bedrag van € 5,9 mln. conform onderstaand verloopoverzicht.
Algemene Reserve (bedragen x €1.000)
saldo per 1 januari Bij: resultaatsbestemming boekjr. stand per ultimo
Jaarrekening 2010 verloop algemene reserve 2.736 1.6951.041
Bij: Resultaat jaarplan 2011 Bij: Herstelplan EV 2011
jaarplan 2011 verloop algemene reserve 2.736 1.6951.041 100 600
Stand per 31 december
1.041
1.741
Weerstandsvermogen
5.949
5.390
4.908-
3.649-
(volgens b erekening in tab el D)
verschil
Het resterende deel van 5 miljoen dient in de komende jaren op basis van de te verwachten positieve exploitatieresultaten en het herstelplan Eigen Vermogen te worden toegevoegd aan de algemene reserves van Permar WS.
2 Kapitaalgoederen Het onderhoud aan kapitaalgoederen wordt binnen Permar WS in eigen beheer uitgevoerd. Ten behoeve van de gebouwen is er een voorziening groot onderhoud. Het pand aan het Horaplantsoen 2 (eigendom) is in de loop van 2007 en 2008 verbouwd en geheel gerenoveerd. In de activastaat in de financiële jaarrekening treft u een verloopoverzicht aan van de materiële vaste activa en de daarmee samenhangende investeringen.
Jaarverslag 2010
Permar WS
25
3 Financiering Renterisiconorm Uit het navolgende overzicht blijkt dat de opgelopen renterisiconorm nagenoeg conform de begroting is. De benutte ruimte is volgens het, bij ministeriële regeling, vastgestelde minimum. Berekening renterisiconorm Omschrijving 1a. Rente herziening op vaste schuld (o/g) 1b. Rente herziening op vaste schuld (u/g) 2. Netto herziening op vaste schuld (1a-1b)
Uitkomst 2010 Begroot 2010 (x € 1.000,=) (x € 1.000,=)
0 0 0
0 0 0
3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld 3b. Nieuw uitgezette lange leningen 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b)
2.000 0 2.000
1.500 1.500 0
5. 6. 7. 8.
402 402 402 5.901
400 0 0 4.168
20% 1.180 2.500
20% 834 2.500
Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Rente risico op de vaste schuld (2+6) Stand van de vaste schuld per 1-1-2010
9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 10. Rente risico norm (8x9) 11. Minimum en ruimte
Kasgeldlimiet De hoogte van de netto vlottende middelen bleef gedurende het hele jaar 2010 ruim onder de toegestane kasgeldlimiet. Vooruitlopend op een eventuele verkoop van gronden in Lunteren is tijdelijk een kasgeldlening aangetrokken.
Jaarverslag 2010
26
Permar WS
4 Bedrijfsvoering Permar WS bestaat uit vier productieve bedrijfsonderdelen en een algemeen (overhead) bedrijfsonderdeel. Deze vier productieve bedrijfsonderdelen zijn Industrie, Groen & Kwekerij, Facilitair en Mensontwikkelbedrijf (MOB). Per bedrijfsonderdeel wordt hieronder een toelichting gegeven ten aanzien van de doelstellingen voor 2010 en de behaalde resultaten. De omzet in 2010 verliep teleurstellend zoals uit onderstaande tabel blijkt: (bedragen x € 1.000).
MOB (Mensontwikkelbedrijf) Groen & kwekerij Industrie Facilitair D&O (directie & overhead) Totaal Tabel 9
Omzet werkelijk begr. jaarplan begr.Bijgesteld 3.152 3.792 3.916 3.513 4.100 4.740 1.466 1.460 1.525 967 935 1.220 340 206 212 9.438 10.493 11.613
werk. 2009 3.221 4.177 1.299 701 223 9.621
verschil jrpln, verschil bijgest. versch. werk.
6405876 32 134 1.055-
7641.22759253128 2.175-
69664167 266 117 183-
Ook het resultaat in 2010 bleef hierdoor ver achter op de begroting. Zie tabel hieronder. Omdat intern de doorbelasting van de kapitaallasten in 2010 is gewijzigd is het vermeld exploitatieresultaat hierdoor geflatteerd. Om deze reden wordt het gecorrigeerde resultaat in de laatste kolom zichtbaar gemaakt. (bedragen x € 1.000).
MOB (Mensontwikkelbedrijf) Groen & kwekerij Industrie Facilitair D&O (directie & overhead) Totaal
Resultaat werkelijk begr. jaarplan begr. Bijgesteld verschil jrpln verschil bijgest. verschil corr. 1.573 1.746 1.792 173219235382 847 892 465510635687 749 543 62144 145 1.0851.2421.099157 14 3203.2522.0501.9781.2021.2746501.69550 150 1.7451.8451.695-
Tabel 10
4.1 Industrie Binnen het bedrijfsonderdeel industrie worden veelal montage, assemblage en verpakkingsactiviteiten uitgevoerd. Het jaar 2010 was voor industrie een “dubbel” jaar. Het eerste halfjaar verliep de verwerving van nieuwe opdrachten uiterst moeizaam, maar gedurende de zomer sloeg deze situatie om in een fase van maximale bezetting en grote vraag naar productiecapaciteit. Hierdoor verbeterde de omzet voor dit bedrijfsonderdeel zeer en scoorde zelfs bijna op het niveau van de bijgestelde begroting en daarmee boven 2009. Ook in het resultaat scoorde industrie beter dan in de bijgestelde begroting was verwacht. Het exploitatieresultaat kwam € 145.000 hoger uit. Dit is vooral te danken aan een goede kostenbeheersing en een positief subsidieresultaat op het geplaatste personeel. In totaal scoorde dit bedrijfsonderdeel daarmee een bedrijfsresultaat van € 687.000, in de begroting was gerekend op € 543.000.
4.2 Groen & kwekerij In tegenstelling tot het succesvolle jaar 2009, verliep het jaar 2010 uitermate teleurstellend. Het begrote project van Greenwall kon om technische redenen geen doorgang vinden, hetgeen direct een verlies aan omzet van € 500.000 opleverde. Daarbij vielen de budgetten bij verschillende gemeenten (met uitzondering van Barneveld) veel lager uit dan in 2009. Hierdoor kon het normaal verwachte omzet niveau van het voorgaande jaar niet eens meer worden behaald.
Jaarverslag 2010
Permar WS
27
Tenslotte viel ook de omzet van de kwekerij lager uit dan in de bijgestelde begroting was afgesproken. In totaal een omzet van € 3,5 mln. daar waar € 4,7 mln. was begroot. Het uitbestede werk aan derden bleef binnen de begroting, waardoor een deel van de marge kon worden hersteld. Hierdoor bleef het totaal aan bedrijfsopbrengsten € 0,8 mln. achter op de begroting. De personeelskosten werden als gevolg van de inzet van extra werkleiding en personeel bij Groen Renkum en de kwekerij met in totaal € 0,3 mln. overschreden. De personeelskosten Wsw werden echter gecompenseerd door een ruim subsidieresultaat. Door echter een goede kostenbeheersing bleven de overige bedrijfskosten ruim binnen de begroting. Per saldo bedroeg het resultaat € 382.000 terwijl begroot was € 892.000, een verschil van € 510.000. Echter dit verschil wordt versluierd doordat in het werkelijk resultaat geen rentetoerekening had plaats gevonden, hetgeen wel in de begroting was gebeurt. Om deze reden is in de kolom “verschil” het gecorrigeerde en daadwerkelijk verschil in resultaat vermeld.
4.3 Mensontwikkelbedrijf Het aantal gedetacheerde medewerkers is in 2010 opnieuw gedaald van 215 FTE naar 185 FTE per december 2010. Een belangrijke reden van terugkomst is dat de gevraagde capaciteit van de medewerkers bij de klant in praktijk niet geheel overeen komt met de competenties en mogelijkheden van onze medewerkers. Veel nieuwe plaatsingen zijn om die reden in dit jaar niet succesvol en kortstondig geweest. De vaste kern van deze ca 180 medewerkers zorgen gezamenlijk wel voor een stabiele omzet. Door de daling in plaatsingen zijn ook de personeelskosten lager uitgevallen dan begroot. Alleen de personeelskosten derden zijn hoger dan begroot (ca. € 150.000) dit wordt veroorzaakt door de inzet van extra menskracht bij MOBA in Barneveld. Naast extra werkleiding is er ook samen met de Feluagroep in Apeldoorn een afspraak gemaakt over het plaatsen van personeel. De overige personeelskosten zijn veel lager uitgevallen dan is begroot hetgeen veroorzaakt wordt door lagere loonkosten subsidies voor begeleid werken. In totaal zijn de personeelskosten ca. € 1,7 mln lager dan begroot. Ook de overige bedrijfskosten zijn door de kostenbeheersing binnen de budgetten gebleven. Het voordeel is maar beperkt (€20.000). In totaal bedraagt het resultaat ca. € 1,6 mln positief, begroot was € 1,8 mln. positief.
4.4 Facilitair De ontwikkelingen binnen Facilitair zijn redelijk, alleen veel lager dan waarvoor de bedrijfsleiding zich had gecommitteerd. Tijdens dit jaar is een nieuwe bedrijfsleider Facilitair aangesteld. Hij heeft inmiddels orde op zaken gesteld. Binnen Facilitair worden schoonmaak, catering, receptie, vervoer en technische diensten uitgevoerd. Deels ten behoeve van interne klanten, deels ten behoeve van externe klanten. De omzet echter is net onder € 1mln. blijven steken, hetgeen € 0,25 mln. lager was dan begroot. Door aanloopkosten is de kostprijs grondstoffen in dit jaar met ca. € 160.000 overschreden, waardoor de marge nog eens extra wordt gedrukt. In totaal vallen de totale opbrengsten € 0,4 mln. lager uit dan was begroot. De personeelskosten zijn in totaal € 350.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de extra plaatsing van 15 FTE personeel boven de taakstelling in de begroting. Het merendeel van deze meerkosten worden echter door de toegerekende subsidiebaten gedekt. Alleen is bij dit bedrijfsonderdeel sprake van een beperkt negatief subsidieresultaat van €150.000.
Jaarverslag 2010
28
Permar WS
De kosten van personeelsvervoer zijn in 2010 behoorlijk gedaald hetgeen een voordeel oplevert op de overige personeelskosten van bijna € 120.000. De overige bedrijfskosten zijn bij dit bedrijfsonderdeel slechts met € 15.000 (2,5%) overschreden. Ook bij dit bedrijfsonderdeel is sprake van een aanzienlijk gecorrigeerd verschil met de begroting door het verschil in rente toerekening en doorbelasting. Per saldo bedraagt de achterstand op de bijgestelde begroting € 320.000. 4.5 D&O Binnen het bedrijfsonderdeel Directie & Overhead worden de afdelingen Financien & ICT, directie, verkoop en P&O geadministreerd. Alle overheadkosten m.b.t. deze afdeling worden hier administratief verantwoord. Als gevolg van extra dienstverlening aan de stichting Voorwerk Ede zijn de inkomsten van dit bedrijfsonderdeel hoger uitgevallen. Daarnaast zijn extra inkomsten in algemene zin hieronder verantwoord. De personeelskosten zijn door de inzet van extra verkooppersoneel en de inhuur van externe adviseurs (FUWA en mediation) hoger dan is begroot. Bij dit bedrijfsonderdeel zijn de overige bedrijfskosten met 19% overschreden (€ 80.000). Voor een belangrijk deel komt dit door de open dag m.b.t. het 60 jarig bestaan en extra kosten i.v.m. de implementatie van nieuwe ICT –systemen zoals ERP en VOIP. In totaal is het exploitatieresultaat ruim 1,3 mln. lager dan was begroot, echter door het niet toerekenen van de rente was binnen dit bedrijfsonderdeel een extra nadeel ontstaan van € 0,475 mln. zodat € 0,8 mln. resteert. Door een hogere dotatie aan voorzieningen van € 150.000 komt het verschil op € 0,65 mln.
4.6 Investeringen In de begroting werd rekening gehouden met ca. € 950.000 aan investeringen. In 2010 werd voor ruim € 874.000 aan investeringen m.b.t. de eigen bedrijfsactiviteiten geactiveerd, waardoor het totaal geïnvesteerd bedrag binnen de kaders van de begroting en aanvullende afspraken hierover zijn gebleven. 4.7 Organisatiestructuur ALGEMEEN BESTUUR Het Algemeen Bestuur bestaat uit de politieke leden van het Dagelijks Bestuur, aangevuld met een raadslid uit elke deelnemende gemeente. Het Algemeen Bestuur kwam driemaal in openbare vergadering bijeen in aanwezigheid van de algemeen directeur, de manager Financiën&ICT, de commissaris en overige belangstellenden. De samenstelling van het Algemeen Bestuur was als volgt: Voorzitter: R. Kremers, wethouder te Ede, vanaf 3 juni: mevrouw H. Hullegie Secretaris: S. Efdé, wethouder te Wageningen Plv. voorzitter: D. van Uitert, wethouder te Renkum, vanaf 15 april: de heer P. van Lent Leden: T.G. van de Weert, wethouder Scherpenzeel L.A. Verweij, wethouder te Barneveld, vanaf 3 juni: de heer G. van den Hengel L. de Knegt, raadslid Barneveld Mevrouw I. Bouma, raadslid Ede C.H. van Silfhout, raadslid Renkum F. Mijnten, raadslid Scherpenzeel J. Soolsma, raadslid Wageningen Jaarverslag 2010
Permar WS Commissaris:
29 W.E. van den Brandt
DAGELIJKS BESTUUR Sinds 1992 wordt het Dagelijks Bestuur gevormd door de vijf wethouders van de deelnemende gemeenten, die de sociale werkvoorziening in hun portefeuille hebben. Het Dagelijks Bestuur wordt ter zijde gestaan door een commissaris: een adviseur van buiten de kring van dat bestuur, welke beschikt over aantoonbare deskundigheid met betrekking tot met name de bedrijfseconomische aspecten van de aan het werkvoorzieningschap opgedragen taak. Het Dagelijks Bestuur kwam in 2010 zesmaal in reguliere vergadering bijeen in aanwezigheid van de algemeen directeur.
De samenstelling van het Dagelijks Bestuur was als volgt: Voorzitter: R. Kremers; vanaf 3 juni mevrouw H. Hullegie Secretaris: S. Efdé Plv. voorzitter: D. van Uitert; vanaf 15 april de heer P. van Lent Leden: T.G. van de Weert L.A. Verweij; vanaf 3 juni de heer G. van den Hengel Commissaris: W.E. van den Brandt
DIRECTIE De directie wordt vertegenwoordigd door de algemeen directeur, R. Spiegelenberg.
BESTUURLIJKE COMMISSIES Aan Permar zijn geen bestuurlijke commissies toegevoegd. Maandelijks en zoveel vaker als nodig is, vindt er een ambtelijk overleg plaats, waaraan wordt deelgenomen door vertegenwoordigers van de vijf gemeenten, de algemeen directeur en de manager Financiën & ICT van Permar. In het overleg worden de nota’s/besluiten voorbereid voortkomend uit de regiefunctie van de gemeenten als gevolg van de veranderde Wsw. Daarnaast worden in dit overleg de bestuursvergaderingen voorbereid c.q. voorbesproken. Deelnemers aan dit ambtelijk vooroverleg zijn per 01-01-2010: Barneveld Ede Renkum Scherpenzeel Wageningen Permar
Jaarverslag 2010
De heer W.H. Buitenhuis Mevrouw D. Bottenberg Klein Mevrouw J. Krechting De heer H. Ebbers Mevrouw B. Bonting De heer R. Spiegelenberg De heer E.G. van der Veen
30
Permar WS
ONDERNEMINGSRAAD (OR) / GEORGANISEERD OVERLEG (GO) Permar kent een geïntegreerde OR waarbinnen vertegenwoordigers namens medewerkers met zowel Wsw- als ambtelijke dienstverbanden als ook medewerkers volgens de arbeidsvoorwaarden Permar Energiek EBA zitting hebben. De verhouding van de zetels binnen de OR is 9 Wsw en 4 ambtelijke EBA leden. Het GO kent sinds 2005 een slapend bestaan. De OR brengt over haar werkzaamheden in 2010 een apart verslag uit. De OR was per 01-01-2010 als volgt samengesteld: voorzitter : J.T. Gerritsen plv vz : N. Bos leden : D.W.T. van Dijk J. Boer E. de Haan R. Wouda A. van den Brink A.J. van Harn T.J. Kampert mevr. I.A.Th. Kleinveld H.H. Lensink F. Moorman 1 vacature toegevoegd: G. Groen, ambt. secretaris leden kleine commissie : N. Bos D.W.T. van Dijk J.T. Gerritsen F. Moorman toegevoegd: G. Groen, ambt. secretaris De OR kent twee soorten vergaderingen. De OR-vergadering, waarin alleen de OR-leden en de ambtelijke commissie bijeen komen en de Overlegvergadering waarin de OR-leden, de ambtelijke commissie en de algemeen directeur bijeen zijn. In 2010 hebben er zes OR-vergaderingen en zes Overlegvergaderingen plaatsgevonden. Met een zekere regelmaat vond informeel overleg plaats tussen de kleine commissie van de OR en de algemeen directeur. Ook vond er regelmatig overleg plaats tussen de kleine commissie van de OR en het managementteam.
Organisatieschema per 01 januari 2010 Het managementteam bestaat uit: Algemeen Directeur Directiesecretaresses Manager Financiën & ICT Manager Personeel & Organisatie, MOB & Facilitair
: De heer R. Spiegelenberg : Mevrouw S. Honig en Mevr. N.M. Godin : De heer E.G. van der Veen : Mevrouw R. van der Vlag
Jaarverslag 2010
Permar WS
31
4.7 Administratieve organisatie en informatisering Jaarlijks beoordeelt onze accountant of de informatievoorziening en de daarmee samenhangende administratieve organisatie van voldoende niveau is zodat Permar WS daarmee “in control” m.b.t. de besturing en beheersing van haar eigen organisatie en bedrijfsvoering. Ook in dit jaar zijn er belangrijke stappen gezet ter verbetering van administratieve organisatie en interne controle daarvan. Opnieuw zijn alle procesbeschrijvingen bijgesteld en zijn de interne regelingen in nauw overleg met de ondernemingsraad bijgesteld en up to date gebracht. In dit jaar heeft een upgrade van ons ERP-systeem plaatsgevonden. Dit traject heeft voornamelijk intern plaats gevonden en heeft door problemen met de planningsmodule langer geduurd dan gepland. In december is het systeem operationeel geworden waarbij vermeld kan worden dat we tevreden zijn over de werking en functionaliteit. Tevens wordt er jaarlijks een Intern Auditschema opgesteld en ten uitvoer gebracht. Ook voor het komende jaar is een dergelijk plan uitgewerkt.
5. Verbonden partijen en deelnemingen Permar WS heeft momenteel nog maar één BV in zijn bezit. Dit is Permar Energiek BV. Het voornemen om de vennootschappen m.b.t. de Azalea Kwekerij en W. Oosterom per aanvang 2010 te liquideren is ten uitvoer gebracht. Ook fiscaal gezien zijn de boeken nu afgesloten. Per 2008 worden binnen Permar Energiek BV de re-integratie en andere externe trajecten ingebracht in deze BV. Hiermee wordt niet alleen financieel - dit was ook binnen Permar WS al het geval - maar ook juridisch een zogenaamde “Chinese muur” tussen de publieke en private activiteiten van Permar aangebracht wat aansluit op de Wsw-regelgeving. De activiteiten welke in deze vennootschap worden uitgevoerd worden beschreven in hoofdstuk 3 dit verslag.
6. Rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid Door het Algemeen Bestuur is opnieuw het normenkader financiële rechtmatigheid vastgesteld. In dit normenkader is enerzijds sprake van externe regelgeving (zoals bijvoorbeeld het Burgerlijk wetboek) maar anderzijds ook sprake van interne regelgeving (bijvoorbeeld AB en DB besluiten). Ter nadere specificatie staat het normenkader in de inleiding van de jaarrekening vermeld. Op basis van dit normenkader toetst de accountant of de financiële transacties met betrekking tot de bedrijfsactiviteiten van Permar WS, conform deze regelgeving hebben plaatsgevonden. Een oordeel hierover staat in de controleverklaring van de accountant vermeld. In 2010 kreeg de optimalisatie van de bedrijfsvoering evenals voorgaande jaren de nodige aandacht. In dit verband noemen wij: Het realiseren van de afspraken met betrekking tot het aantal SE. Het opstellen van minimaal één Individueel OntwikkelingsPlan (IOP) voor alle medewerkers binnen Permar WS ter invulling van de doelstelling van het Mensontwikkelbedrijf. Het uitbreiden van re-integratieactiviteiten voor de externe markt; deze activiteiten in nauw overleg met onze klanten verder te laten evalueren in de richting van een arbeidsmarktJaarverslag 2010
32
Permar WS instrument. Deze activiteiten vooruitlopend op de regelgeving af te scheiden van de Wswactiviteiten en onder te brengen in een zelfstandige vennootschap, Permar Energiek BV. Het uitbreiden van het aantal (groeps)detacheringen, waarmee een grote bijdrage wordt geleverd aan de realisatie van zowel de sociale- als economische doelstelling. Het concentreren en centraliseren van gemeenschappelijke taken met als doel een betere coördinatie en beperking van de overheadkosten. Verdere ontwikkeling van de verkoop door middel van Customer Relation Management systeem. De doelstelling voor 2009 was een betere onderlinge afstemming tussen de verschillende afdelingen en met onder meer de stichting Voorwerk ten aanzien van alle klantencontacten zodat de communicatie met de klant verder kan worden geoptimaliseerd.
Jaarverslag 2010
Permar WS
33
Kerncijfers en kengetallen Financiële kerncijfers
NTW Bedrijfsresultaat Exploitatieresultaat (voor bestemming) Eindresultaat (na bestemming)
werkelijk werkelijk 2004 2005 € 7.996 € 7.700 € € 17.102- € 19.931- € € 2.025 € 315- €
€
525 €
werkelijk 2006 7.800 € 20.122- € 764- €
begroot 2007 7.767 € 19.095- € 106 €
werkelijk 2007 7.989 € 20.108- € 469- €
werkelijk 2008 8.209 € 19.073- € 765 €
232 €
106 €
2 €
173 €
345 €
Bovenstaande kerncijfers staan hieronder grafisch vermeld.
Kerncijfers € 10.000 € 5.000
€2005
2006
2007
2008
2009
2010
€ 5.000€ 10.000€ 15.000€ 20.000€ 25.000-
NTW
Bedrijfsresultaat
Eindresultaat
Verhouding Rijkssubsidie en € 28,00 salariskosten per SE (bedrag x €1000)
€ 27,00 € 26,00
Rijkssubsidie WSW per SE Salariskosten WSW per SE
€ 25,00 € 24,00 € 23,00 € 22,00 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Jaarverslag 2010
werkelijk werkelijk 2009 2010 8.162 € 8.071 21.628- € 22.857283- € 2.192-
157 €
1.695-
34
Permar WS
Kengetallen 2010
2009
2008
2007
Aantal dienstverbanden per ultimo: WSW (inclusief Begeleid werken) Ambtelijk (exclusief Permar Energiek BV) Ambtelijk (inclusief Permar Energiek BV)
836 45 108
850 47 98
841 52 81
782 53 79
WSW-personeel in aantallen: Instroom Uitstroom Wachtlijst per ultimo
34 51 219
49 43 148
98 41 159
5 42 230
768,68 41,2 81,5 01:10,6
777,03 44,4 89,3 01:11,5
773,21 48,53 73,21 01:10,6
736,42 50,77 73,37 01:10,1
789 163 55 1.007 172 264 1.443
795 165 42 1.002 188 308 1.498
816 147 28 991 155 323 1.469
815 151 31 997 155 316 1.468
Opbouw Personeel per ultimo WSW in SE Ambtenaren (gemiddeld aantal FTE) Ambtenaren (gemiddeld aantal FTE), inclusief Energiek Verhouding Ambtelijk/ WSW (incl. Energiek) Urenverantwoording WSW-personeel (x 1000 uur) Productieve uren Indirecte productieve uren Niet productieve uren Subtotaal aanwezige uren Ziekte uren Overige afwezige uren Totaal betaalde uren Balansgegevens Voorraden in % van netto omzet aan derden Handelsdebiteuren in % van netto omzet Vaste activa in % van het langlopend vreemd vermogen Eigen vermogen in % van het totaal vermogen
5,2 17,5 160,0 9,3
6,4 16,2 167,0 25,6
6,3 18,3 198,0 28,8
4,0 23,9 103,3 24,4
Resultaten in indexcijfers Netto toegevoegde waarde Loonkosten WSW-personeel Loonkosten ambtelijk personeel Totale personeelskosten Overige bedrijfskosten en kapitaalslasten Totaal van de kosten
98 106 95 108 104 107
102 105 85 107 100 106
103 101 87 101 117 102
100 100 100 100 100 100
Bijdrage in indexcijfers WSW subsidie Eigen bijdrage gemeenten
107 0
109 102
101 101
100 100
Jaarverslag 2010
Permar WS
35
Maatschappelijk rendement Permar WS Permar WS is een organisatie met zowel een maatschappelijk (sociale) en economische (bedrijfsmatige) doelstelling. De doelstelling is voorzien in werkgelegenheid voor mensen met een lichamelijke of sociale handicap. Daarnaast dient de organisatie economisch gezien te zorgen voor een kostendekkende exploitatie. De meerwaarde voor de maatschappij wordt daarbij niet in beeld gebracht, terwijl er in maatschappelijk en sociale zin wel waarde wordt toegevoegd. Deze waarde wordt echter niet gekapitaliseerd. In de berekening van de maatschappelijke waarde van een organisatie worden prestatiefactoren bepaald welke weergeven welke waarde er wordt toegevoegd. In mindering hierop dienen de verstrekte subsidies te worden gebracht. Er is sprake van rendement indien het saldo positief is. Vervolgens kan door meerdere metingen beoordeeld worden wat de ontwikkeling is, groei of verlies aan waarde. In het onderstaande model worden eerst de prestatiefactoren gespecificeerd vermeld. De keuze van deze “meetbare” factoren is bepaald door de algemeen directeur en manager F&I van Permar WS. Er zijn natuurlijk meerdere factoren mogelijk en benoembaar. Maar deze bleken niet of onvoldoende betrouwbaar te kapitaliseren. Het gebruikte model is een combinatie van het SROI-model (Social Return on Investment) en EVAS (Expanded Value Added Stattment, L. Mook, 2003). Meer informatie is te vinden op www.redf.com en www.coopscanada.coop/newsletter/csr/winter2003/toolkit/.
Prestatiefactoren voor maatschappelijke waarde (primair, secundair en tertiair)
sociale waarde
besparings-
Primair A Besparing op minimum loon B Besparing op AWBZ middelen (per inwoner) C Betaling van Belastingen (33,45% van A)
Secundair D Ontwikkeling door eigen inkomen E Reeds gerealiseerd in besparing (zie C)
F Betaling van Belastingen (33,45% van D-E)
Tertiair N.v.t. geen opbrengst of kosten
bedrag
€ 18.296,93 € 1.294,48 € 6.120,32
FTE (wsw) besparings% 743 100% 743 15% 743 100%
gemiddeld per FTE
(x € 1.000)
(x € 1.000)
€ € € €
13.595 144 4.547 18.286
€ € € €
18,30 0,19 6,12 24,61
€ 22.521,67 € 18.296,93€ 4.224,74
743
100%
€
3.139
€
4,22
€
743
100%
€ €
1.050 4.189
€ €
1,41 5,64
€
-
€
-
TOTAAL
€
30,25
subsidie
€
27,81
RESULT.
€
2,44
1.413,18
Toelichting op AWBZ: Op basis van CBS-cijfers uit 2005 blijkt dat 10% van de AWBZ populatie uit WSW-geïndiceerden bestaat. Dit cijfer is door extrapolatie bijgesteld naar 15%in 2009. Voor het jaar 2010 en opvolgende jaren is uitgegaan van dit zelfde geëxtrapoleerde percentage (15%).
Jaarverslag 2010
36
Permar WS Berekening Maatschappelijke waarde
PERMAR WS te Ede
model EVAS-SROI
Resultatenrekening 2010 (bedragen x € 1.000).
financiële waarde
Opbrengsten
2010 gecombineerde waarde
sociale waarde
2009 gecombineerde waarde
Baten 18.286 4.189 22.475 22.475 22.475 22.475
27.728 4.069 31.797 1.251 30.546 122 30.424 790 31.214
27.646 4.012 31.658 1.464 30.194 182 30.012 458 30.470
Totaal lasten
20.917 5.049 1.274 871 2.505 182 798 31.596
-
20.917 5.049 1.274 871 2.505 182 798 31.596
20.718 4.461 1.543 831 2.336 2 175 30.066
Bedrijfsresultaat
22.857-
22.475
382-
404
20.66520.665-
-
-
Netto-Omzet producten en dienstverlening Wijziging in voorraden en onderhanden werk Productie omzet Kosten grondstoffen en uitbesteed werk
Netto toegevoegde waarde Indirecte productiekosten Brutomarge Overige bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten
9.442 1209.322 1.251 8.071 122 7.949 790 8.739
Lasten
primair secundair tertiair
Lasten Personeelskosten WSW Personeelskosten ambtelijk Overige personeelskosten Kapitaalslasten Overige bedrijfskosten Div. baten en lasten Dotaties voorzieningen
Bijdragen Rijk & Gemeenten Subsidie Rijk Bijdragen gemeenten
Exploitatieresultaat
20.665 20.665
subsidie Rijk subs. Gemeenten
Mutatie reserves
2.192497
1.810 -
382497
404 440
Nog te bestemmen exploitatieresultaat
1.695-
1.810
115
844
Jaar
Item
waarde
FTE
waarde
waarde
waarde
(of prognose FTE)
2010
2011
2012
2013
2014
Resultaat Afschrijvingen Totaal cashflow
1.695627 1.068-
743,00
1.810
742
1.419
Resultaat Afschrijvingen Totaal cashflow
100 625 725
710,00
1.765
2.490
1.327
Resultaat Afschrijvingen Totaal cashflow
100 625 725
710,00
1.782
2.507
1.372
Resultaat Afschrijvingen Totaal cashflow
100 625 725
710,00
1.800
2.525
1.420
Resultaat Afschrijvingen Totaal cashflow
100 625 725
710,00
1.818
2.543
1.468
Sociaal
1,0% 8.309
Rente % Contante waarde per 31 dec. 2010
4,0% 1.564
Index
TOTAAL 9.873 toe/afname (+/-)
TOTAAL 6.361 3.512
Toelichting: In dit verslagjaar is de maatschappelijke waarde opnieuw toegenomen, ondanks de veel lagere financiele waarde door het verliesgevend resultaat. De sociale waarde is sterk toegenomen door het vervallen van de gemeentelijke subsidie. Hierdoor is de sociale waarde toegenomen. Per saldo neemt hierdoor in totaal de maatschappelijke waarde toe naar een bedrag van bijna 10 miljoen euro.
Jaarverslag 2010
Permar WS
37
Maatschappelijk rendement Permar Energiek BV Permar Energiek BV is net als Permar WS een organisatie met zowel een maatschappelijk (sociale) als economische (bedrijfsmatige) doelstelling. Deze doelstellingen zijn reeds in de voorgaande paragrafen beschreven. Daarnaast dient de organisatie economisch gezien te zorgen voor een kostendekkende exploitatie. De meerwaarde voor de maatschappij wordt daarbij niet in beeld gebracht, terwijl er in maatschappelijk en sociale zin wel waarde wordt toegevoegd. Deze waarde wordt echter niet in het economisch/financiële overzicht gekapitaliseerd. In de berekening van de maatschappelijke waarde van een organisatie worden prestatiefactoren bepaald welke in sociaal aspect waarde toevoegen in maatschappelijke zin. In mindering hierop dienen de verstrekte subsidies te worden gebracht. Er is sprake van rendement indien het saldo positief is. Vervolgens kan door meerdere metingen beoordeeld worden wat de ontwikkeling is, groei of verlies aan waarde. In het onderstaande model worden eerst de prestatiefactoren gespecificeerd vermeld. De keuze van deze “meetbare” factoren is bepaald door de algemeen directeur en manager F&I van Permar WS en Permar Energiek BV. Er zijn natuurlijk meerdere factoren mogelijk en benoembaar. Maar deze bleken niet of onvoldoende betrouwbaar te kapitaliseren. Het gebruikte model is conform het model welke is gebruikt binnen Permar WS. Prestatiefactoren voor maatschappelijke waarde (primair, secundair en tertiair) besparings-
Primair Realisatie voortraject WSW A Besparing op minimum loon B Besparing op AWBZ middelen (per inwoner) C Betaling van Belastingen (33,45% van A)
bedrag
€ € €
FTE (wsw)
18.296,93 1.294,48 6.120,32
Schatting FTE 2011 Schatting FTE 2012-2014 Secundair Re-intregratie Work First Deelnemers gemeente Ede Gemeente Renkum Gemeente Wageningen Totaal Work First D Besparing op uitkering (70% min.loon) € 12.807,85 E Af: subsidies vanuit de gemeenten voor re-integratie Schatting pers. 2011-2014
Tertiair F Besparing op termijn op WWB uitkeringen (w-deel)
PM
besparings%
49 49 49 15
100% 15% 100% 33 -
2011 75 130 205
2010 66 122 188
205
45%
150
100
sociale waarde
gemiddeld per FTE
(x € 1.000)
(x € 1.000)
€ € € €
897 10 300 1.206
€ € € €
€ €
1.182 922-
€ €
5,76 4,50-
€
260
€ €
1,27
€
-
€
-
€
-
TOTAAL
€
25,88
subsidie
€
-
RESULT.
€
25,88
18,30 0,19 6,12 24,61
NB. Toelichting op factoren: Naast besparing op uitkeringen en AWBZ middelen kan men t.a.v. de Work First activiteiten ook besparingen opvoeren. Op basis van een benchmark rapport van Divosa (2007) bleek dat 45% van de WorkFirst medewerkers uitstroomt naar een reguliere baan.
Jaarverslag 2010
38
Permar WS Berekening Maatschappelijke waarde
PERMAR Energiek BV te Ede
model EVAS-SROI
Resultatenrekening 2010 (bedragen x € 1.000).
financiële waarde
Opbrengsten
2010 gecombineerde waarde
sociale waarde
2009 gecombineerde waarde
Baten
Netto-Omzet producten en dienstverlening Wijziging in voorraden en onderhanden werk Productie omzet Kosten grondstoffen en uitbesteed werk
Netto toegevoegde waarde Indirecte productiekosten Brutomarge Overige bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten
2.588 2.588 1.588 1.000 1.000 2.387 3.387
Lasten
primair secundair tertiair
1.206 260 1.465 1.465 1.465 1.465
3.794 260 4.053 1.588 2.465 2.465 2.387 4.852
2.712 504 3.216 1.040 2.176 2.176 1.465 3.641
-
2.758 49 132 95 200 3.234
1.801 95 131 2100 2.125
1.465
1.618
1.516
1.6661.666-
1.6661.666-
Lasten Personeelskosten Overige personeelskosten Kapitaalslasten Overige bedrijfskosten Div. baten en lasten Management kosten
Totaal lasten Bedrijfsresultaat
2.758 49 132 95 200 3.234 153
Bijdragen Rijk & Gemeenten Loonsubsidie UWV en gemeenten Bijdragen gemeenten
Exploitatieresultaat
-
subsidie Rijk subs. Gemeenten
Mutatie reserves
153 -
201-
Nog te bestemmen exploitatieresultaat
153
Jaar
Item
waarde
885885-
48-
631 -
201-
48-
631
waarde
waarde
254,00
201-
48-
FTE
-
waarde
(of prognose FTE)
2010
2011
2012
2013
2014
Resultaat Afschrijvingen Totaal cashflow
153 153
631
Resultaat Afschrijvingen Totaal cashflow
35 0 35
183,00
570
605
2.672
Resultaat Afschrijvingen Totaal cashflow
25 0 25
115,00
576
601
2.709
Resultaat Afschrijvingen Totaal cashflow
25 0 25
115,00
582
607
2.736
Resultaat Afschrijvingen Totaal cashflow
25 0 25
115,00
588
613
2.763
Sociaal
1,0% 1.851
Rente % Contante waarde per 31 dec. 2010
5,0% 251
Index
TOTAAL 2.102
TOTAAL 10.270
toe/afname (+/-)
8.168-
Het maatschappelijk rendement in 2010 van Permar Energiek BV is ten opzichte van 2010 afgenomen. Deze afname wordt vrijwel volledig veroorzaakt door de verwachte afname van het aantal van WorkFirst en reintegratietrajecten. Door deze afname van het aantal traject daalt vooral de sociale waarde. Hierdoor neemt het maatschappelijk rendement van Permar Energiek BV af naar € 2,1 miljoen.
Jaarverslag 2010