De Dienst Weg- en Waterbouwkunde is de adviesdienst voor techniek en milieu in de weg- en waterbouw. Klantgericht, innovatief, deskundig, gericht op samenwerking, zakelijk en flexibel zijn de kernbegrippen voor de organisatie. Het werkplezier van de medewerkers is hierbij essentieel. Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postadres Postbus 5044 2600 GA Delft Bezoekadres Van der Burghweg 1 2628 CS Delft Telefoon (015) 251 85 18 Telefax (015) 251 85 55 E-mail
[email protected] Internet www.minvenw.nl/rws/dww/bouwgrondstoffen/
DWW-2005-014
Publicatiereeks Grondstoffen 2005/02
Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Jaarverslag 2004 Helpdesk Bouwstoffenbesluit
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
jklmnopq Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Jaarverslag 2004 Helpdesk Bouwstoffenbesluit Maart 2005
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
jklmnopq Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
jklmnopq Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Inhoudsopgave .............................................................................................
Inhoudsopgave
7
1 1.1 1.2
Inleiding Doel Helpdesk Bouwstoffenbesluit Doel en inhoud rapportage
9 9 9
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Werkzaamheden helpdesk Bouwstoffenbesluit Afhandeling vragen Nieuwsbrief BOKS Netwerk Bouwstoffenbesluit Publiciteit
11 11 11 12 13 13
3 3.1 3.2
Vragen en vraagstellers Algemeen Vragen vanuit Rijkswaterstaat
15 15 16
4 4.1
Wijzigingen in het Bouwstoffenbesluit Wijzigingen Bouwstoffenbesluit
17 17
5 5.1 5.2
Blik naar de toekomst Mogelijkheden in de toekomst Verwachtingen
15 15 15
Bijlagen: Bijlage 1 Nieuwsbrieven 2004 Bijlage 2 Cijfermatig overzicht gestelde vragen Bijlage 3 Ontwikkeling van het Bouwstoffenbesluit Bijlage 4 Een selectie van gestelde vragen
Jaarverslag 2004
7
17 39 37 41
Jaarverslag 2004
8
1 Inleiding 1.1 Doel Helpdesk Bouwstoffenbesluit Het Bouwstoffenbesluit is op een aantal aspecten vrij complex, bovendien worden er veelvuldig wijzigingen op het besluit doorgevoerd. In de praktijk leidt dit regelmatig tot vragen bij de diverse bevoegde gezagen, waaronder gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat en Waterschappen. Ook voor initiatiefnemers, zoals Rijkswaterstaat, aannemers en ingenieursbureau’s is de regelgeving niet altijd duidelijk. De ministeries van VROM en V&W zijn verantwoordelijk voor het Bouwstoffenbesluit. Zij hechten een groot belang aan voorlichting over deze ingewikkelde regelgeving. Het ministerie van VROM heeft daarom een helpdesk ondergebracht bij Infomil en het ministerie van V&W heeft een helpdesk ingericht bij de Dienst Weg- en Waterbouwkunde (DWW) van Rijkswaterstaat. Infomil richt zich voornamelijk op vragen uit de burger- en utiliteitsbouw (B&U-sector). De DWW richt zich meer op vragen over de grond-, weg- en waterbouw (GWW) en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). De helpdesks hebben naast een voorlichtende taak, tevens een signalerende functie. De ervaring die de helpdesks opdoen, kan een bijdrage leveren aan een verbetering van de regelgeving en de voorlichting hierover.
1.2 Doel en inhoud rapportage Jaarlijks stelt de DWW een verslag op over de werkzaamheden die door de medewerkers van de helpdesk Bouwstoffenbesluit van DWW zijn uitgevoerd. Voorliggend rapport is het verslag over 2004. In hoofdstuk 2 van het jaarverslag worden de werkzaamheden van de helpdesk toegelicht. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de doelgroep van de helpdesk en de gestelde vragen. In hoofdstuk 4 wordt aangegeven welke wijzigingen recent zijn doorgevoerd in het Bouwstoffenbesluit en welke wijzigingen op stapel staan voor 2005. Hoofdstuk 5 besluit met een blik op de toekomst. In bijlage 1 zijn de uitgegeven nieuwsbrieven opgenomen. Bijlage 2 bevat een gedetailleerd cijfermatig overzicht van gestelde vragen van het afgelopen jaar. De ontwikkeling van het Bouwstoffenbesluit is opgenomen in bijlage 3. Tenslotte is in bijlage 4 een selectie van gestelde vragen in 2004 opgenomen.
Jaarverslag 2004
9
Column van Ruud van der Klooster De helpdesk bouwstoffenbesluit speelt een belangrijke rol bij het vertalen van beleid naar de praktijk. Een belangrijk beleidsmatig belang van de helpdesk ligt naar mijn mening in de functie van een ‘doorgeefluik’. Dit doorgeefluik kent twee richtingen. Zo heeft het in het leven roepen van een helpdesk er toe bijgedragen dat problemen die om een beleidsmatige oplossing vragen sneller boven water komen. Hiertoe is het mogelijk deze problemen snel en op de juiste wijze aan te pakken. Omgekeerd kan de helpdesk het bedrijfsleven en andere belanghebbenden snel en effectief op de hoogte brengen van wijzigingen in de wet en regelgeving. Hiertoe brengt de helpdesk regelmatig een nieuwsbrief uit, die wordt verspreid onder de aangemelde belanghebbenden.
Ruud van der Klooster Beleidsmedewerker Directoraal Generaal Water Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Jaarverslag 2004
10
2 Werkzaamheden helpdesk Bouwstoffenbesluit Het beantwoorden van vragen is de belangrijkste taak van de helpdesk bouwstoffenbesluit. Iedereen die vragen heeft over het Bouwstoffenbesluit kan terecht bij de helpdesk van de DWW. De meeste vragen worden telefonisch of per e-mail gesteld (respectievelijk circa 45% en 55%), slechts enkele vragen worden rechtstreeks aan de medewerkers van de helpdesk gesteld. Er is een geringe toename te zien van het aantal vragen dat per e-mail wordt gesteld (in 2003 was dit 50%).
2.1 Afhandeling vragen Alle vragen die per e-mail of telefoon binnenkomen bij de helpdesk worden geregistreerd in een spreadsheet, evenals de gegeven antwoorden. Ook de verwerkingstijd per vraag wordt opgenomen in de spreadsheet. De registratie heeft meerdere functies: - het vergroot het inzicht in de ontvangen vragen; - kwaliteitscontrole ten aanzien van de beantwoording van de vragen is mogelijk; - de afhandeling van vragen kan worden versneld doordat de antwoorden op eerder gestelde vragen in het overzicht zijn opgenomen. De helpdesk streeft ernaar om ontvangen vragen zo snel mogelijk te beantwoorden, doorgaans binnen 3 werkdagen. Bij het beantwoorden van complexe vragen worden specialisten, zoals materiaaldeskundigen of juristen, binnen de DWW en/of VROM geraadpleegd. De antwoorden op de vragen van de helpdesk van de DWW en de helpdesk Infomil worden indien nodig op elkaar afgestemd, zodat de gegeven antwoorden eenduidig zijn.
2.2 Nieuwsbrief
De DWW houdt een adresbestand bij van vraagstellers die op de hoogte willen blijven van nieuwe ontwikkelingen over het besluit en aanverwante regelgeving. In 2004 stuurde de helpdesk vier digitale nieuwsbrieven rond. Deze nieuwsbrieven zijn opgenomen in bijlage 1. De personen die in het adressenbestand van de nieuwsbrief zijn opgenomen worden als klankbord gebruikt ten behoeve van nieuwe regelgeving e.d. Wijzigingen in het Bouwstoffen-besluit waarop inspraak mogelijk is, worden ter reactie naar deze mensen gestuurd. Rijkswaterstaat verzamelt de reacties en verwerkt dit commentaar in een gezamenlijk antwoord richting de beleidsmakers.
Jaarverslag 2004
11
2.3 BOKS
De Dienst Weg -en Waterbouwkunde heeft een eigen kennis en toetssysteem voor het Bouwstoffenbesluit ontwikkeld. In juni 1996 werd de eerste versie (1.0) van het softwareprogramma Bouwstoffenbesluit Ondersteunend Kennisgebaseerd Systeem (BOKS) uitgebracht. Op basis van opgegeven kenmerken van bouwstoffen (soort bouwstof, resultaten chemische analyses, soort toepassing, e.d.) bepaalt BOKS wat de consequenties zijn van het Bouwstoffenbesluit. Het programma wordt regelmatig aangepast aan nieuwe wet- en regelgeving. Daarnaast wordt de gebruiksvriendelijkheid van het programma steeds verder vergroot. Inmiddels is BOKS versie 6.0 te downloaden van:
www.minvenw.nl/rws/dww/boks In deze versie van BOKS zijn, naast een correctie op geconstateerde fouten in het programma, onder meer de volgende wijzigingen doorgevoerd: • In BOKS 6.0 is de definitieve versie van de Vrijstellingsregeling eisen grond en baggerspecie opgenomen. • BOKS 6.0 bevat de nieuwe Vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit 2004. De vrijstellingen voor de verschillende bouwstoffen zijn verwerkt in het rekenprogramma. • De Wijziging Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit 2004 is opgenomen in BOKS 6.0. Het is niet mogelijk om te toetsen volgens de steekproefopzet. • In BOKS 6.0 wordt bij opsplitsing in deelpartijen de zekerheidsfactor aangepast. • De digitale importfunctie van BOKS 6.0 is verder verbeterd. De medewerkers van de helpdesk hebben diverse functies ten aanzien van BOKS. Zij testen herhaaldelijk nieuwe versies van het programma. Wensen van gebruikers en onjuistheden in het programma worden geregistreerd en doorgegeven aan de projectleider van BOKS. De medewerkers van de helpdesk houden ook een adressenbestand van BOKS-gebruikers bij. Deze gebruikers worden via e-mail op de hoogte gesteld van updates van BOKS. Verwijzingen naar BOKS zijn onder andere opgenomen op de volgende websites; -
Jaarverslag 2004
Ministerie van VROM Milieudienst West-Holland Stichting infrastructuur kwaliteitsboring bodemonderzoek Waterbodemsite Infomil Afval online Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
12
www.vrom.nl www.mdwh.nl www.sikb.nl www.waterbodem.nl www.infomil.nl www.afval.noordhoek.nl www.hhnk.nl
2.4 Netwerk Bouwstoffenbesluit
De helpdesk participeert in het Netwerk Bouwstoffenbesluit. Het Netwerk is een samenwerking tussen Inspectie Verkeer- en Waterstaat, de Regionale Directies van Rijkswaterstaat en het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD). In dit netwerk worden zaken besproken die doorgaans te maken hebben met de interpretatie en handhaving van het Bouwstoffenbesluit. In dit netwerk vindt een structurele uitwisseling van kennis en ervaring plaats. Dit levert een positieve bijdrage voor de (handhavende) activiteiten op uitvoeringsniveau.
2.5 Publiciteit
In veel schriftelijke informatie over het Bouwstoffenbesluit verwijzen de overheden en bedrijven regelmatig naar de helpdesks van DWW en Infomil. Voorbeelden daarvan zijn de Bouwstoffenbesluitwaaier 2004, uitgebracht door het SIKB en de publicatie ‘Hoe ga ik om met grond en bouwstoffen’ door Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
Jaarverslag 2004
13
Column Ed de Iongh De door VROM bij InfoMil ondergebrachte Helpdesk Bouwstoffenbesluit en de Helpdesk Bouwstoffenbesluit van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde zijn belangrijke middelen om de uitvoering van het Bouwstoffenbesluit zo goed mogelijk te laten verlopen. Ik ben geen directe gebruiker van deze helpdeks, maar heb als beleidscoördinator voor het Bouwstoffenbesluit wel veelvuldig contact met InfoMil. Onder meer over de vragen die door een groot scala van betrokkenen wordt gesteld over het Bouwstoffenbesluit, de uitvoeringsregeling en de vrijstellingsregelingen die in de afgelopen jaren het licht hebben gezien. Dat het Bouwstoffenbesluit door de partijen die bij de uitvoering zijn betrokken als een complexe materie wordt ervaren, is ook naar voren gekomen bij de evaluatie van het Bouwstoffenbesluit die enige jaren geleden is uitgevoerd. De conclusies uit de evaluatie hebben er onder meer toe geleid dat besloten is het Bouwstoffenbesluit grondig te herzien met het doel de uitvoering van het besluit in belangrijke mate te vereenvoudigen. De bedoeling is dat in 2007 het gewijzigde Bouwstoffenbesluit in werking zal treden. Ik denk dat ook dan een belangrijke rol voor de helpdesks zal zijn weggelegd om de gebruikers te informeren over de betekenis van de wijzigingen voor de uitvoeringspraktijk. Ed de Iongh Beleidsmedewerker Directie Bodem, Water, Landelijk gebied Ministerie van VROM
Jaarverslag 2004
14
3 Vragen en vraagstellers 3.1 Algemeen In een registratiesysteem wordt per maand bijgehouden welke vragen zijn binnengekomen bij de helpdesk en waar de vragenstellers werkzaam zijn. In het jaar 2004 zijn 561 vragen ontvangen en afgehandeld. Het aantal vragen is afgenomen ten opzichte van 2003, toen werden er 660 vragen gesteld. Er is geen duidelijke verklaring voor de terugloop van het aantal vragen. Bijna een derde van de vragenstellers (33%) is werkzaam bij een adviesbureau. Vervolgens worden de meeste vragen gesteld door medewerkers van Rijkswaterstaat (30%) en gemeenten (17%). De overige vragen werden gesteld door provincies (2%), ministeries (2%), overige overheidsinstanties (1%), producenten en aannemers (5%), overige bedrijven en branche-organisaties (2%), laboratoria (2%), waterschappen (2%) en overigen (3%). De gestelde vragen worden beknopt opgenomen in een spreadsheet, gevolgd door de antwoorden die de medewerkers hebben gegeven. Een groot deel van de vragen gaan over BOKS (23%). Daarnaast worden relatief veel vragen gesteld over de wijze van het uitvoeren van onderzoek (11%) en de toetsing van de resultaten van reeds uitgevoerd onderzoek (15%). In bijlage 4 is een selectie van gestelde vragen met bijbehorende antwoorden opgenomen. De vragen en antwoorden zijn geselecteerd op relevantie voor meerdere gebruikers. In figuur 1 is het aantal gestelde vragen weergegeven per instantie. In bijlage 2 zijn de daadwerkelijke cijfers in opgenomen in een tabel.
200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
Aantal vragen 2003
Particulier
Overig
Laboratoria
Politie
Waterschappen
Bedrijven overig
Branche-organisaties
Aannemers
Producenten
Adviesbureaus
overheid Overige
Provincies
Ministeries
Rijkswaterstaat
Gemeenten/milieudiensten
Aantal vragen 2004
Figuur 1, weergave van de aantallen vragen in 2003 en 2004 per instantie
Jaarverslag 2004
15
3.2 Vragen vanuit Rijkswaterstaat In figuur 2 zijn, voor de periode 1998-2004, de aantallen vragen gesteld door medewerkers van Rijkswaterstaat uitgezet tegen het totale aantal vragen. Uit de grafiek kan worden opgemaakt dat het aantal vragen gesteld door Rijkswaterstaat sinds 2002 gelijk is gebleven.
overzicht 1998- 2004 1600 1400
aantal vragen
1200 1000 aantal vragen RWS-vragen
800 600 400 200 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 jaar
Figuur 2, aantal vragen vanuit Rijkswaterstaat ten opzichte van het totaal aantal gestelde vragen
Jaarverslag 2004
16
4 Wijzigingen in het Bouwstoffenbesluit 4.1 Wijzigingen Bouwstoffenbesluit
Figuur 3, de routekaart naar het nieuwe Bouwstoffenbesluit In de praktijk bleek dat het Bouwstoffenbesluit met de bijbehorende uitvoeringsregelingen een aantal tegenstrijdigheden bevatte. Het stimuleren van hergebruik van secundaire materialen, een van de doelstellingen van het Bouwstoffenbesluit, werd door de bestaande regelgeving voor bepaalde bouwstoffen nauwelijks ten uitvoer gebracht. Verder werd het Bouwstoffenbesluit door veel gebruikers als zeer ingewikkeld ervaren. Daarom hebben de ministeries van V&W en VROM besloten om het Bouwstoffenbesluit in een aantal stappen eenvoudiger, eenduidiger en toegankelijker te maken. In figuur 3 zijn deze stappen verkort weergegeven. Onderstaand volgt een korte toelichting op de wijzigingen. 1. Wijzigingen in 2004 In februari 2004 is de ‘Tijdelijke Vrijstellingsregeling eisen grond en baggerspecie’ in werking getreden. Uit onderzoek en in de praktijk blijkt dat de immissiewaarden voor een aantal van nature in grond en baggerspecie voorkomende stoffen in het Bouwstoffenbesluit mogelijk te streng zijn. Het gevolg is dat veel partijen grond en baggerspecie niet kunnen voldoen aan de eisen van het Bouwstoffenbesluit of grote hergebruiksbeperkingen ondervinden. Dit leidt er toe dat enorme hoeveelheden herbruikbare grond en baggerspecie moeten worden gestort en dat hiervoor in de plaats primaire bouwstoffen worden toegepast. Dit druist in tegen de politieke wens om het hergebruik te bevorderen. Met de vrijstellingsregeling van februari 2004 wordt een aantal knelpunten met betrekking tot het hergebruik van grond en baggerspecie opgelost doordat voor bepaalde stoffen de immissiewaarden zijn verhoogd. Naast een verruiming van de immissiewaarden is in de vrijstellingsregeling opgenomen dat voor alle categorieën grond en baggerspecie de samenstellingswaarde voor EOX wordt gehanteerd als triggerwaarde. Voor baggerspecie geldt specifiek dat het hergebruik wordt belemmerd door de in het Bouwstoffenbesluit geldende samenstellingswaarde voor minerale olie. Dit leidt
Jaarverslag 2004
17
ertoe dat veel baggerspecie moet worden gestort of dat baggerwerkzaamheden stagneren. In de tijdelijke vrijstellingsregeling is tevens de samenstellingswaarde voor minerale olie verruimd. Eind 2004 zijn de ‘Tijdelijke Vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit 2004’ en de ‘Wijziging Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit’ van kracht geworden. De tijdelijke vrijstellingsregeling loopt vooruit op een verruiming van het Bouwstoffenbesluit doordat in deze regelingen bepaalde samenstellings- en emissiewaarden zijn verhoogd. Daarnaast zijn bepaalde bouwstoffen vrijgesteld van de onderzoeksplicht. De gewijzigde uitvoeringsregeling omvat onder meer een aanpassing van de zekerheidsfactor, een steekproefopzet voor grote partijen en nadere eisen voor isolatiemaatregelen bij de toepassing van AVI-bodemas. In bijlage 3 is nader omschreven welke knelpunten en onderwerpen in deze vrijstellingsregelingen en Wijziging Uitvoeringsregeling zijn opgenomen. De vrijstellingsregelingen verlenen vrijstellingen voor enkele bepalingen uit het Bsb, voor die onderdelen die zijn gebaseerd op de Wet Bodembescherming. Hierdoor gelden deze regelingen niet voor oppervlaktewater. De Wijziging Uitvoeringsregeling geldt overigens wel voor oppervlaktewater. De in 2004 doorgevoerde wijzigingen lossen slechts een deel van de knelpunten in het bouwstoffenbesluit op. Op 22 december 2004 is de Voorpublicatie ontwerp tot wijziging Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming ter visie gepubliceerd in de Staatscourant. Hiermee wordt het Bsb gewijzigd, vooruitlopend op de gehele herziening in 2007. 2. Wijziging op korte termijn, medio 2005 De in 2004 van kracht geworden vrijstellingsregelingen zijn niet van toepassing op oppervlaktewater. Hierdoor zijn er momenteel onbedoeld grote verschillen ontstaan in de bepalingen voor toepassing van bouwstoffen op land en voor de toepassing daarvan in water(bodem). Om dit te herstellen is het nodig om het hele Bsb op AMvB-niveau te wijzigen. Dit zal in 2005 gebeuren met de ‘Wijziging Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming’. Deze regeling zorgt er voor dat de bepalingen van de vrijstellingsregelingen ook van kracht zijn voor oppervlaktewater, met uitzondering van de MVR Grondverzet (uit 1999). Met de Wijziging Bouwstoffenbesluit vervallen drie vrijstellingsregelingen en worden alle uitzonderingen in een nieuwe versie van bijlage 1 en 2 van het Bsb gepubliceerd. In bijlage 3 is de Wijziging Bouwstoffenbesluit nader beschreven. Na de tervisielegging wordt op basis van commentaren een definitieve versie in procedure gebracht. Naar verwachting kan de wijziging in de zomer van 2005 van kracht worden. 3. Wijzigingen op lange termijn, 2007 Momenteel wordt gewerkt aan een geheel nieuw Bouwstoffenbesluit en een nieuw beleidskader voor Grond en bagger. Grond en bagger worden daarmee buiten het Bouwstoffenbesluit geplaatst. Volgens de planning treden deze regelingen gelijktijdig in 2007 in werking.
Jaarverslag 2004
18
5 Blik naar de toekomst 5.1 Mogelijkheden in de toekomst De helpdesk bouwstoffenbesluit is in 2004 vergelijkbaar met voorgaande jaren voortgezet. Uit de reactie van vragenstellers en het positieve commentaar op de nieuwsbrief blijkt dat de helpdesk voorziet in een behoefte. In 2005 zal de helpdesk dan ook twee dagen per week telefonisch bereikbaar blijven voor vragen. Op de overige dagen kunnen de vragen per e-mail kunnen worden gesteld.
Aangezien het Bouwstoffenbesluit in de zomer van 2005 wijzigt, heeft de helpdesk ook dan een belangrijke taak in het informeren van de belanghebbenden. Uiteindelijk leiden de wijzigingen tot een vereenvoudiging van tot nu toe vrij complexe regelgeving. Tijdens deze ontwikkelingen is het belangrijk de toepassers van het bouwstoffenbesluit, bevoegde gezagen en initiatiefnemers, goed te informeren, zodat de wijzigingen ook werkelijk tot een betere toepassing van het besluit leiden. Het tijdig en accuraat uitbrengen van een nieuwsbrief blijft daarom een belangrijke functie van de helpdesk. Eventuele andere communicatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld het publiceren van een artikel in een vakblad, is tevens van belang bij het informeren van de belanghebbenden. In 2005 zal de helpdesk ook weer een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van het programma BOKS. Door het doorgeven van onjuistheden in het programma, die door gebruikers zijn geconstateerd, zal BOKS steeds gebruiksvriendelijker worden. De wijzigingen in het Bouwstoffenbesluit die gepland staan in de zomer van 2005, zullen tevens in BOKS worden verwerkt. De helpdesk zal de aangepaste versie van BOKS uitgebreid testen voordat deze versie wordt vrijgegeven.
5.2 Verwachtingen De verwachting is dat het aantal vragen in 2005 ten opzichte van 2004 zal afnemen. Dit omdat door de Wijziging Bouwstoffenbesluit drie vrijstellingsregelingen voor zowel landbodem als oppervlaktewater gaan gelden. Dit zou één en ander moeten vereenvoudigen. Naast het beantwoorden van vragen blijven de taken van de helpdesk: - informatie geven over de nieuwe regelgeving (onder andere via de digitale nieuwsbrieven); - het ‘vertalen’ van de wijzigingen naar praktijksituaties en de gevolgen daarvan voor betrokkenen; - het terugspelen van (nieuwe) knelpunten vanuit de praktijk naar beleidsmedewerkers bij de ministeries van V&W en VROM.
Jaarverslag 2004
19
Jaarverslag 2004
20
Bijlage 1 Nieuwsbrieven 2004 Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 7 maart 2004
In dit nummer:
Jurisprudentie Bsb
Onderweg naar een nieuw Bouwstoffenbesluit Jurisprudentie grondverzet BOKS 5.0 KWALIBO Grootschalige verwerking baggerspecie
Handige links - www.minvenw.nl - www.vrom.nl - www.bouwkwaliteit.nl - www.infomil.nl - www.crow.nl - www.sikb.nl - www.rva.nl Telefoonnummers en emailadressen helpdesk Bouwstoffenbesluit, GWW sector DWW tel: 015-251 82 05 (dinsdag en donderdag) mail:
[email protected] (ook voor aanmeldingen voor de nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit)
Uitspraak van 16 december 2003 RvS Een particulier (verzoeker) heeft een last onder dwangsom van 2.500,00 euro per maand opgelegd gekregen. Deze dwangsom moet hij betalen per maand dat niet-schone grond die van perceel A naar perceel B is verplaatst niet is onderzocht conform het Bsb protocol AP04 op samenstelling en immissie. Tegen dit besluit, opgelegd door College van B&W van Twenterand (verweerder), heeft de verzoeker bezwaar gemaakt. Verzoeker voert aan dat uit bodemonderzoeken blijkt dat de grond licht verontreinigd is en niet als schone grond mag worden verhandeld en dat hij deze grond daarom op eigen terrein heeft verwerkt. Verweerder stelt dat genoemd bodemonderzoek niet voldoet aan het Bouwstoffenbesluit en dat daardoor niet duidelijk is of eventuele nadere voorzieningen noodzakelijk zijn. De voorzitter van de rechtbank stelt vast dat de grond is vrijgekomen en verspreid op een ander perceel en dat voorafgaand daaraan geen onderzoek conform het Bsb is uitgevoerd. Dat de grond op eigen terrein is verwerkt speelt daarbij geen rol. Het verzoek wordt afgewezen. Zie ook http://www.rechtspraak.nl/
helpdesk Bouwstoffenbesluit, B&U sector Infomil : tel: 070-361 05 75 van 9:00-12:00 mail:
[email protected] RAW mail:
[email protected]
Onderweg naar een nieuw Bouwstoffenbesluit Om de vele knelpunten op te lossen, wordt het Bouwstoffenbesluit op de volgende wijzen aangepast: 1. Een vrijstellingsregeling voor grond en bagger (maart 2004) 2. Een snelle aanpassing via een overgangsregeling (september 2004); 3. Een nieuw Bsb (eind 2007); 4. Een nieuwe regeling voor grond en bagger (eind 2007) 5. Een gedoogbeleid en/of tussentijdse aanpassing voor toepassingen in oppervlaktewater
Jaarverslag 2004
BOKS 5.0 (Bouwstoffenbesluit Ondersteunend Kennisgebaseerd Systeem) Het computerprogramma BOKS versie 5.0 is ingrijpend aangepast. De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende: • BOKS 5.0 is uitgebreid met een netwerkversie. Stand-alone toepassingen blijven uiteraard mogelijk. • analysegegevens kunnen digitaal geïmporteerd worden. • handmatig invoeren van meerdere metingen per parameter is mogelijk. • de SIKB-protocollen zijn opgenomen, evenals de Handhavingsuitvoeringsmethode (HUM) Bouwstoffenbesluit en Grondstromen. • De nieuwe regelgeving met betrekking tot baggerspecie en grond is in BOKS verwerkt, zowel in de tekst als in het kennisprogramma. Al met al is BOKS nog gebruiksvriendelijker geworden en zijn de mogelijkheden aanzienlijk uitgebreid. BOKS is gratis te downloaden van: www.minvenw.nl/rws/dww/boks Meer informatie: Ariea Vermeulen 015-2518202 of
[email protected]
21
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 7 maart 2004
In onderstaande figuur zijn de aanpassingen weergegeven.
Figuur 1, de routekaart naar het nieuwe Bouwstoffenbesluit 1. Ministeriële Vrijstellingsregeling (MVR) grond en bagger De Ministeriële Vrijstellingsregeling grond en bagger is van kracht geworden.
In het kort regelt de vrijstellingsregeling de volgende onderwerpen: - verhoging samenstellingswaarde voor de parameter minerale olie tot 2.000 mg/kg d.s in baggerspecie. - vrijstelling van de immissiewaarden voor bromide, fluoride en sulfaat in grond en baggerspecie. - vrijstelling van de immissiewaarden voor antimoon, molybdeen, seleen en vanadium mits de concentratie van deze stoffen in de betreffende grond, zoals aangegeven in de bijlage behorende bij de vrijstellingsregeling, niet overschrijdt. - de samenstellingswaarde voor EOX wordt gehanteerd als triggerwaarde voor verder onderzoek, zoals dit ook al voor schone grond geldt. - de regeling is van toepassing op grond en baggerspecie zoals deze worden toegepast in werken. 2. Overgangsregeling 2004 Eind december 2003 is een concept-overgangsregeling ter visie gelegd, waarop tot 23 januari 2004 commentaar kon worden geleverd. Deze Overgangsregeling bestaat uit een Ministeriele Vrijstellingsregeling (MVR) en een Wijziging Uitvoeringsregeling (WUR). Een MVR geldt helaas alleen voor toepassingen op landbodems. De WUR geldt voor landbodems en in oppervlaktewater.
Jaarverslag 2004
22
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 7 maart 2004
In de ter visie gelegde Overgangsregeling stond het volgende: MVR (dus alleen voor landbodems) - voor alle bouwstoffen niet-zijnde grond komt een verruiming van een aantal immissiewaarden; - voor enkele specifieke bouwstoffen komt een verruiming of volledige vrijstelling van een aantal samenstellings- en immissiewaarden; - vrijstelling informatieplicht bij hergebruik van bouwstoffen van beton, keramiek, natuursteen en bakstenen; - opname van bepalingen uit Gedoogcirculaires, zoals bijvoorbeeld vrijstelling immissiewaarde voor slecht doorlatende materialen als de kolomproef niet kan worden uitgevoerd binnen 28 dagen. WUR (dus voor landbodems én oppervlaktewater) - Aanpassing van de Richtlijn IBC-maatregelen zodat aantasting van bentonietafdichtingen door AVI-bodemas wordt voorkomen. Naar aanleiding van commentaren en overleg tussen VROM en VenW is besloten om enkele belangrijke punten toe te voegen. Omdat de tijd ontbreekt om de aanvullingen nogmaals ter visie te leggen, wordt de periode van notificatie door de EU (3 tot 6 maanden) hiervoor benut. Dit betekent dat de aanvullingen aan veranderingen onderhevig kunnen zijn of zelfs weer komen te vervallen !!! De aanvullingen zijn: MVR - vrijstelling immissiewaarde chloride bij toepasssing van kleischelpen in duingebieden; - vrijstelling informatieplicht bij warm in situ hergebruik van asfalt; - vrijstelling informatieplicht bij hergebruik van bouwstoffen niet-zijnde grond binnen een project (!); - vrijstelling informatieplicht bij toepassing van schone grond uit een werk in een ander werk binnen een project. Voor de vrijstellingen informatieplicht geldt een zorgplicht, dat houdt in dat de bouwstof wel moet worden onderzocht als er aanwijzingen bestaan dat niet wordt voldaan aan de eisen (op grond van kennis over die bouwstof, visuele waarneming of kennis omtrent het gebruik). WUR - verhoging van de term a van een aantal stoffen waardoor de toegestane uitloging groter wordt om te kunnen voldoen aan de eis. De term a is een correctieterm voor het verschil in uitloging van een bouwmateriaal in het laboratorium en de praktijk en wordt gebruikt in de formule voor het bepalen van de immissiewaarden. (Dit stond eerst in de MVR, door opname in de WUR geldt het ook voor oppervlaktewater); - voor slecht doorlatende materialen mag een lagere effectieve infiltratie worden gehanteerd in de berekening (vanaf een bepaalde k-waarde en onder voorwaarden van toepassingseisen); - Bij de huidige toetsing wordt rekening gehouden met een standaard hoeveelheid regenwater die in de bouwstof zal dringen. Slecht doorlatende materialen worden daardoor veel ongunstiger beoordeeld dan zou moeten volgens de praktijk. Klei en kleiige baggerspecie lopen daarmee de kans op afkeur terwijl de bodembelasting in de praktijk wel voldoet. Vandaar deze uitzondering. - introductie van een steekproefopzet die het mogelijk maakt om grote of heterogene partijen te keuren en na keuring te splitsen; - toestaan dat de zekerheidsfactor 1 is als grond is getoetst als schone grond, maar dat niet blijkt te zijn. De aanvullingen komen tegemoet aan de uitkomsten van de VenW-workshop van 4 september 2003. 3. Nieuw Bouwstoffenbesluit Medio februari 2004 is het project Herziening Bsb gestart. Eerst worden de hoofdlijnen van een nieuw Bsb opgesteld. Het gaat daarbij om fundamentele vragen als “wat moet het nieuwe Bsb regelen?” en “hoe?”. In mei 2004 moet hierover duidelijkheid bestaan.
Jaarverslag 2004
23
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 7 maart 2004
4. Nieuwe regeling grond en bagger Bij de vereenvoudiging van het Bsb wordt er naar gestreefd om voor grond en bagger een aparte, geheel nieuwe regeling op te stellen. Overweging daarbij is dat nu diverse regelingen voor grond gelden en daarbij niet altijd sprake is van voldoende samenhang. Op dit moment wordt gewerkt aan een uitwerking van de mogelijkheden. 5. Toepassingen in oppervlaktewater Door de MVR Grond en bagger en door de Overgangsregeling 2004 ontstaan onbedoeld grote verschillen tussen de regels voor toepassing op de landbodem en die voor toepassing in oppervlaktewater. Door VenW wordt nagegaan hoe dit zal worden opgelost. Hiervoor zijn 2 mogelijkheden, gedoogbeleid en aanpassing van het Bsb. Gedoogbeleid is tegenwoordig veel moeilijker geworden dan enkele jaren geleden. Het is daarom de vraag of gedoogbeleid mogelijk is. Waarschijnlijk is het nodig om tussentijds het Bsb aan te passen (dus vooruitlopend op een nieuw Bsb). Meer informatie? Martin Keve 015-2518 290 mailto:
[email protected] Ariea Vermeulen 015-2518 202 mailto:
[email protected]
KWALIBO nieuws De Tweede Kamer heeft eind 2003 ingestemd met de KWALIBO notitie ‘ Bodembeheer op goede gronden’. De KWALIBOregeling zal als hoofdstuk 11.1 onder de Wet Milieubeheer vallen met als titel: Kwaliteit van werkzaamheden en integriteit van uitvoerders. In de Memorie van Toelichting wordt de brede oriëntatie van het wetsvoorstel benadrukt. De regeling breidt de Wet milieubeheer uit met een regeling met betrekking tot de kwaliteit van werkzaamheden en de integriteit van de uitvoerders. De regeling richt zich zowel op kwaliteits- als op integriteiteisen die kunnen worden gesteld aan personen, bedrijven, instellingen en overheden die de volgende werkzaamheden uitvoeren: het verrichten van berekeningen, metingen en tellingen, het verrichten van onderzoek naar de aard en mate van verontreinigingen, het nemen en analyseren van monsters, het inspecteren en certificeren van stoffen, producten, voorzieningen en installaties en het produceren van stoffen en producten. In verreweg de meeste gevallen worden deze werkzaamheden uitgevoerd door zogenaamde intermediaire organisaties, zoals advies- en ingenieursbureaus, laboratoria, aannemers, grondbanken en –reinigers en certificeringinstellingen. In de meeste gevallen gaat het om door de particuliere sector geëxploiteerde bedrijven, in enkele gevallen worden intermediairs geëxploiteerd door overheden. Certificatie en accreditatie zijn de instrumenten waarmee de kwaliteit van de uitvoerders kan worden gewaarborgd. Door de inzet van deze instrumenten, sluit het wetsvoorstel goed aan bij het zelfregulerende vermogen van de private sector Daarnaast biedt het wetsvoorstel een basis om certificatieregelingen bestuurlijk en juridisch beter op elkaar af te stemmen. Bovendien zal de uitvoeringsregeling inhouden dat veel oude regels kunnen verdwijnen of geharmoniseerd worden. Dit strookt met het overheidsstreven naar minder regels (zogenoemde herijking van regelgeving). Niet onbelangrijk in dit kader is ook dat de wetsvoorstellen van artikel 11.1 ook afstemmen met andere regelgeving, zoals het Asbestverwijderingsbesluit en hoofdstuk 10 van de Wet Milieubeheer over afvalstoffen. De conceptvoorstellen zijn recent voor inspraak aangeboden. Het definitieve wetsvoorstel wordt in april of mei aangeboden aan het Kabinet en gaat daarna naar de Raad van State. Een en ander zal inhouden dat de KWALIBO-regeling in 2006 van kracht wordt. Dat is overigens ruim een jaar later dan oorspronkelijk werd verwacht. De notitie Bodembeheer op goede gronden is te downloaden vanaf de website www.vrom.nl/kwalibo.
Jaarverslag 2004
24
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 7 maart 2004
Risicobeheersing Bouwstoffenbesluit bij verwerking baggerspecie Bij de totstandkoming van het Project Grootschalige Verwerking Baggerspecie (GVB) bleek dat één van de knelpunten die mogelijk een rol zouden kunnen spelen bij het realiseren van het project te maken had met het Bouwstoffenbesluit. De toen geldende eisen waren dusdanig dat de meeste toepassingen vrijwel uitgesloten waren. Daar is inmiddels dankzij de Vrijstellingsregeling Grond en Baggerspecie verandering in gekomen. Het project Risicobeheersing Bouwstoffenbesluit bij verwerking baggerspecie is er op gericht om duidelijkheid te krijgen welke risico’s een initiatiefnemer loopt als gevolg van het Bouwstoffenbesluit wanneer men inschrijft voor de aanbesteding van het GVB. Daartoe wordt onderzocht wat de gevolgen zijn van al die veranderingen van het Bouwstoffenbesluit op de verwerking en toepassing van baggerspecie(producten). Ook het moment waarop die veranderingen verwacht worden is van wezenlijk belang. Daar waar er knelpunten resteren, of interpretatiemogelijkheden zijn die kunnen leiden tot afbreukrisico’s voor het GVB project zal getracht worden om opheldering te krijgen. In ieder geval worden alle betrokkenen in de “baggerspecieketen” op de hoogte gesteld van de resultaten. Het project zal uitmonden in een duidelijke richtlijn in de trant van “Bouwstoffenbesluit en baggerspecie? Zo doen wij dat bij Rijkswaterstaat”. Inmiddels blijkt dat het GVB wat betreft het Bouwstoffenbesluit inderdaad haalbaar is geworden, vooral dankzij de Vrijstellingsregeling Grond en Baggerspecie. Naar verwachting voldoen baggerspecie klasse 1 en 2 zondermeer aan categorie 1 grond van het Bouwstoffenbesluit, terwijl dat ook geldt voor het merendeel van klasse 3. De verwerker van baggerspecie heeft nog steeds te maken met afkeurrisico’s van aangeleverde baggerspecie. Dit komt omdat het onderzoek naar de klassenindeling geen goede voorspeller is voor de eisen van het Bouwstoffenbesluit. De verwerker kan meer zekerheid verschaffen door meer partijen te analyseren, maar moet dan ook aanzienlijke kosten maken. Een verwerker die weinig partijen keurt loopt dus een grotere kans op afkeurkosten, maar tegen lagere analysekosten. Staan wij aan de kant als de verwerker die keuze zelfstandig maakt of wordt een deel van dat risico doorgeschoven naar Rijkswaterstaat? En zo ja, op welke manier kunnen wij dan nog eisen stellen? In het tweede deel van het project komen dergelijke vragen aan de orde. Meer informatie? Evert Schut tel. 015-2518269 mailto:
[email protected]
Jaarverslag 2004
25
Jaarverslag 2004
26
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 8 juli 2004
In dit nummer:
Handige links -
Kort nieuws Uitkomsten stuurgroep bodem Harmonisatie BRL’en Grond Adviescommissie uitvoeringsknelpunten Bouwstoffenbesluit Winnaars prijsvraag De reinigende weg Bodembeleidsdag voor V&W
www.minvenw.nl www.vrom.nl www.bouwkwaliteit.nl www.infomil.nl www.crow.nl www.sikb.nl www.rva.nl
Kort nieuws
Telefoonnummers en emailadressen
Jaarverslag helpdesk Bsb Het Jaarverslag van 2003 van de helpdesk Bouwstoffenbesluit is af. Naar verwachting komt het jaarverslag 2003 in juli op de website www.bouwgrondstoffen.info
helpdesk Bouwstoffenbesluit, GWW sector DWW tel: 015-251 82 05 (dinsdag en donderdag) mail :
[email protected] (ook voor aanmeldingen voor de nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit)
Tweede inspraakronde Vrijstellingsregeling Bsb De tweede inspraakronde van het concept Tijdelijke vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit (versie 9 maart 2004) en concept Wijziging uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit 2004 (versie 3 maart) heeft onlangs plaatsgevonden. Binnenkort meer hierover.
helpdesk Bouwstoffenbesluit, B&U sector Infomil : tel: 070-361 05 75 van 9:00-12:00 mail :
[email protected] RAW mail :
[email protected]
Uitkomsten stuurgroep Bodem Op 24 juni heeft overleg van de stuurgroep bodem plaatsgevonden. In deze stuurgroep zijn de diverse (rijks)overheden vertegenwoordigd. Tijdens het afgelopen overleg is zowel de conceptnotitie fundamentele herziening Bsb besproken als welke van de drie varianten met betrekking tot grond en bagger verder uitgewerkt zal worden. De stuurgroep had ten aanzien van de notitie “fundamentele herziening Bouwstoffenbesluit” twee belangrijke aandachtspunten. De eerste was ten aanzien van de doelstelling van het Bsb. Commentaar van de stubo-leden was dat het bevorderen van hergebruik meer aandacht behoeft ook al is het geen doelstelling van het Bsb meer. Het tweede punt was ten aanzien van vergunningen voor meer risicovolle materialen. Hierbij dient ook de mogelijkheid verkend te worden van een “zware” melding. Voor wat betreft de variantkeuze met betrekking tot grond en bagger werd gekozen voor de derde variant. Hiermee is de eerste slag gewonnen maar de komende 1,5 jaar hebben we vanuit de DWW nog een zware klus om de voordelen ook daadwerkelijk te benutten. De voordelen van deze variant zijn de landelijke uniforme kwaliteitseisen voor toepassing van grond en bagger in werken en een eenduidige beoordeling (bemonstering en toetsing) van grond en bagger ongeacht de toepassing. Hiermee wordt onnodig dubbel keuren voorkomen en dit levert derhalve een grote kostenbesparing en minimale administratieve lasten op. (zie ook artikel over de Bodembeleidsdag voor V&W).
Adviescommissie uitvoeringsknelpunten Bouwstoffenbesluit De taak van deze commissie is het adviseren van de Staatssecretaris van VROM over knelpunten die zich bij de uitvoering en handhaving van het Bouwstoffenbesluit voordoen, zoals: - situaties waarvoor het Bouwstoffenbesluit niet eenduidig is en verschillende interpretaties mogelijk zijn; - situaties waarin het Bouwstoffenbesluit als belemmerend wordt ervaren en betrokken partijen van mening zijn dat oplossingen voorhanden zijn die milieuhygiënisch verantwoord lijken; - urgente knelpunten bij de uitvoering en handhaving van het Bouwstoffenbesluit. De commissie heeft een onafhankelijke voorzitter en bestaat uit deskundigen op het gebied van uitvoering en handhaving van het Bouwstoffenbesluit uit het bedrijfsleven, gemeenten, waterkwaliteitsbeheerders, Rijkswaterstaat en InfoMil. De adviescommissie is voorlopig ingesteld tot 1 januari 2007. Op die datum treedt waarschijnlijk het herziene Bouwstoffenbesluit in werking. Nadere informatie is te vinden in de Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 2 april 2004, nr. BWL/2004 023238 (gepubliceerd in Stcrt. 68, 7 april 2004)
Jaarverslag 2004
27
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 8 juli 2004
Bodembeleidsdag voor V&W Op 2 juni jl. heeft een bodembeleidsdag plaatsgevonden voor de medewerkers van V & W. In de ochtend werden de hoofdlijnen van het nieuwe bodembeleid toegelicht door Jan van Vliet van VROM. Hierna werd het wettelijk kader geschetst (Tjeerd van den Heuvel, V&W) en werden de kansen voor de uitvoeringspraktijk belicht door Pieter de Boer (AKWA). In de middag vond discussie plaats over onder andere grond en baggerspecie en over het nieuwe Bouwstoffenbesluit Grond en bagger Staatssecretaris Van Geel heeft destijds aangegeven dat hij wil laten uitzoeken of voor grond en baggerspecie een nieuw, samenhangend beleidskader kan worden opgesteld. Met betrekking tot het hergebruik van grond en baggerspecies zijn drie varianten uitgewerkt: 1. De nieuwe grondregeling gaat gelden voor alle grond, die dan alleen kan worden hergebruikt op basis van actief bodembeheer conform de beleidsbrief bodem. 2. De grondregeling gaat alleen gelden voor de toepassing van grond als bodem, toepassingen binnen een werk blijven binnen het Bouwstoffenbesluit. 3. Alle grond valt onder de nieuwe grondregeling, waarbij plaats is voor zowel actief bodembeheer als voor een universele toepasbaarheid van grond. Over de voor- en nadelen van de varianten vond deze middag discussie plaats. De uitkomsten van deze discussie was dat Rijkswaterstaat de derde variant de beste variant vond. Dat betekent dat de door V&W ingezette lijn wordt ondersteund. Deze variant biedt kansen op harmonisatie van het beleid en men is minder afhankelijk van lokaal gestelde eisen door het plaatselijke bevoegde gezag. Nieuw Bouwstoffenbesluit Tijdens de tweede midddagsessie werden de voorlopige hoofdlijnen van het nieuwe Bouwstoffenbesluit besproken. Het betreft de volgende punten: 1. De doelstelling wordt beperkt tot de bescherming van bodem en oppervlaktewater. Het stimuleren van hergebruik vindt plaats via andere regelgeving. 2. Het nieuwe Bouwstoffenbesluit blijft beperkt tot steenachtige materialen. Eventuele latere uitbreiding met overige materialen wordt mogelijk gemaakt. 3. Productgerichte aanpak bij de beoordeling van bouwstoffen. Hiermee wordt bedoeld dat niet wordt gekeken naar allerlei toepassingsmogelijkheden. 4. De toepassing van categorie 2 bouwstoffen wordt geregeld via vergunningen. 5. Er komt een lichter bewijsmiddel voor bouwstoffen die makkelijk aan de eisen kunnen voldoen. 6. Het overig bewijsmiddel komt te vervallen. 7. Een duidelijk verbod voor enkele bouwstoffen die grote problemen veroorzaken, doordat ze te vaak niet voldoen. 8. Er wordt uitgezocht of uitloogproeven kunnen worden versimpeld of vermeden, door bijvoorbeeld de samenstelling te betrekken bij de noodzaak voor uitloogonderzoek. 9. Er wordt gezocht naar alternatieven voor marginale bodembelasting. 10. Er komt duidelijkheid over de te onderzoeken parameters. 11. De witte en grijze vlekken worden zoveel mogelijk vermeden. 12. Er wordt overlegd met de betrokken instanties over alternatieven voor het gemeentelijk bevoegd gezag. Er bleek met name discussie te zijn over de eerste vier punten en over het “overig bewijsmiddel” (punt 6). Een aantal deelnemers vond dat ten aanzien van de doelstelling van het Bouwstoffenbesluit je toch wel degelijk het hergebruik moet afwegen tegen het milieu en dat je daarom ook het stimuleren van hergebruik als doelstelling in stand zou moeten houden. Discussie vond ook plaats over punt 2. Op zich kon iedereen ermee leven dat de mogelijkheid wordt ingebouwd om in de toekomst het Bsb uit te kunnen breiden met niet steenachtige materialen, maar bijvoorbeeld de uitloging van zink van bijv, geleiderails zal dan mogelijk problemen gaan opleveren.
Jaarverslag 2004
28
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 8 juli 2004
Voor wat betreft de productgerichtheid van het Bsb zien een aantal mensen mogelijk problemen ontstaan bij hergebruik van met name bouw- en sloopafval en grond (indien nog opgenomen in het Bsb). Hier moet duidelijk nog meer aandacht voor komen. Voor wat betreft de vergunningen voor categorie 2 bouwstoffen zijn de meningen verdeeld. De één is van mening dat dit tot een kwaliteitsverbetering zal leiden, anderen verwachten dat dit voor een aantal bouwstoffen zal betekenen dat ze niet langer worden toegepast. Dit met name vanwege de lange tijdstermijn voor vergunningprocedures. Dat het “overig bewijsmiddel” vervalt zien een aantal mensen als een prima idee, dan is er ook geen onduidelijkheid meer. Toetsing vindt dan volgens een eenduidig bewijsvoeringsregime plaats. Een aantal anderen vindt dat je de deur toch op een kier moet houden, want er zullen zich altijd situaties blijven voordoen die vragen om een verbijzondering van regels. Een terugkoppeling van de hele Bodembeleidsdag heeft onlangs plaatsgevonden.
Harmonisatie van de BRL’en grond In het kader van het Bouwstoffenbesluit vormt de certificatie van producten een belangrijk bewijsmiddel. Als gevolg hiervan is na de inwerkingtreding van het Bouwstoffenbesluit in 1999 vanuit verschillende branches een groot aantal beoordelingsrichtlijnen (BRL’en) tot stand gekomen die direct of indirect, betrekking hebben op grond. Dit heeft geleid tot – in het kort – een situatie waarin de verschillende BRL’en elkaar qua toepassingsgebied deels overlappen, verschillen in de kwaliteit van het resulterende bewijsmiddel en onduidelijkheid in de toepassingsmarkt over de waarde van het certificaat. Op basis hiervan is in opdracht van SIKB en SCG een project gestart om de BRL’en op het gebied van grond te integreren tot een ‘BRL grond’. Doel van het project is het bevorderen van de eenduidigheid en herkenbaarheid in de markt van de regels voor het classificeren en toepassen van grond en gerijpte baggerspecie. Dit doel dient te worden bereikt door het opstellen van een samenhangende set regels voor het classificeren en toepassen van grond en bagger op of in de bodem: de ‘BRL grond’. Deze BRL dient vertrouwen te geven aan zowel de markt (toepassers) als het bevoegd gezag door transparant te zijn, uniformiteit te creëren bij uit te voeren onderzoeken / keuringen en de identiteit van partijen grond en baggerspecie te waarborgen. De kern van het speelveld voor dit project wordt gevormd door drie product-BRL’en, te weten BRL 9308 (Grond voor toepassing in werken), BRL 9309 (Producten uit grondreinigingsinstallaties) en BRL 9330 (Grond uit grootschalige projecten). Andere gerelateerde BRL’en zijn BRL 1000, 7500, 9306, 9313, 9321, 9333. Hiervan wordt beargumenteerd dat integreren van BRL 1000 en 7500 niet wenselijk is, primair omdat het proces-BRL’en betreft en de ‘BRL grond’ een product-BRL zal worden. BRL 9306 wordt beoogd te worden ingetrokken (er zijn geen certificaathouders). Wat betreft BRL 9313, 9321 en 9333 is integratie vanuit technisch-inhoudelijk oogpunt wenselijk, en dient het SIKB te bezien of dit ook procedureel (m.b.t. het beheer van de BRL) haalbaar is. De nieuwe ‘BRL grond’ wordt opgesteld voor de periode eind 2004 tot de inwerkingtreding van het herijkte Bouwstoffenbesluit (gepland 1/1/2007). In het jaar voorafgaand hieraan kan de ‘BRL grond’ worden herbezien op actualiteit en eventuele door te voeren wijzigingen als gevolg van de herijking en het dan mogelijk inwerking tredende beleidskader: de AmvB grond en bagger. Dientengevolge wordt de ‘BRL grond’ gebaseerd op de huidige regelgeving en anticipeert niet op toekomstige veranderingen daarin. Wel wordt de structuur van de op te stellen ‘BRL grond’ zodanig ingestoken dat dit overeenkomt met het huidige beeld van de herstructurering van het Bouwstoffenbesluit. Een herziening in de toekomst wordt daarmee zo goed mogelijk gefaciliteerd.
Jaarverslag 2004
29
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 8 juli 2004
Winnaars prijsvraag De reinigende weg Eind vorig jaar heeft het innovatieprogramma Wegen naar de Toekomst van Rijkswaterstaat, een Europese prijsvraag uitgeschreven, om externe partijen te vragen mee te denken en werken aan de realisatie van De reinigende weg. De reinigende weg is een weg die naast de transportfunctie wordt gebruikt voor het reinigen van verontreinigde baggerspecie. Zeer innovatieve ideeën Rijkswaterstaat heeft 24 inzendingen ontvangen. De jury, onder voorzitterschap van prof. Dr. Ir. Ch. F. Hendriks, was enthousiast over de kwaliteit en het innovatieve gehalte van de inzendingen. Die mening wordt gedeeld door Rijkswaterstaat. Gezien de hoge kwaliteit en mede op advies van de onafhankelijke jury heeft het pilotteam besloten vier (in plaats van twee) inzendingen te belonen met een ontwerpbeurs van E 40.000,- . Woensdag 28 april zijn de geselecteerde inzendingen en partijen bekend gemaakt. Met de ontwerpbeurs stelt Rijkswaterstaat de winnaars in de gelegenheid om hun idee tot een volwaardig ontwerp uit te werken. In het najaar van 2004 kiest Rijkswaterstaat uiteindelijk één ontwerp, om daadwerkelijk op locatie in Nederland uit te voeren. Vier winnaars Baggerwegwerken van Bam Infra/Multiconsult bv, DHV Milieu en Infrastructuur bv, Hak Milieutechniek bv, Van Oord en Wageningen Universiteit en Researchcentrum, sectie Milieutechnologie. Het idee is om baggerspecie onder of naast de weg te reinigen met electro(bio)reclamatie, een techniek waarbij baggerspecie met gelijkstroom kan worden gereinigd van zware metalen en door temperatuurstijging van organische verontreinigingen. Onder de weg komt een wapeningsconstructie van kunststof of een dragende constructie van baggerspecie die daartoe versneld ontwaterd wordt. Sawa-systeem voor reiniging van baggerspecie langs Rijkswegen van Tauw bv en Reef Infra B.V. In dit idee staan de seizoenen van het jaar centraal. ‘s Zomers wordt organisch materiaal biologische afgebroken ‘s Winters mobiliseert strooizout zware metalen wat met afstromend regenwater uitspoelt. Het water gaat vervolgens door bermmaaisel dat dient als buffer voor de metalen. Dura Vermeer Milieu BV, Dura Vermeer Infrastructuur BV, Advin West BV en Intron BV hebben het idee Langs de duurzame weg ingezonden. In een bermsloot langs de weg scheiden zij baggerspecie door gravitatie/sedimentatie in een zandfractie en een slibfractie. De nauwelijks verontreinigde zandfractie kan worden toegepast in een ophoging of aanvulling. Het slib moet vervolgens schoon worden door toevoeging van additieven of beplanting. Tot slot het Baggerspeciematras van GeoDelft en Boskalis Westminster Dredging bv. Door toevoeging van additieven krijgt baggerspecie kort na aanbrengen in het werk draagvermogen. Het materiaal blijft echter doorlatend en licht van gewicht. Regenwater zorgt voor uitloging van de verontreinigingen, waarna het water in zogenaamde ecologische zones naast de weg terecht komt. Margriet Kruiderink, pilotleider De Reinigende weg, wegen naar de toekomst. Voor meer informatie:www.reinigendeweg.nl of www.wegennaardetoekomst.nl.
Jaarverslag 2004
30
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit In dit nummer:
nr. 9 september 2004
Telefoonnummers en emailadressen helpdesk Bouwstoffenbesluit, GWW sector DWW tel: 015-251 82 05 (dinsdag en donderdag) mail :
[email protected] (ook voor aanmeldingen voor de nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit)
Tijdelijke vrijstellingsregeling bouwstoffen Handreiking verspreiding en toepassing van bagger Wijzigingen in Uitvoeringsregeling Tussentijdse wijziging bsb Beoordelingsrichtlijnen grond worden gewijzigd Monsternemingsprotocollen bsb worden aangepast Handreiking verspreiding en toepassing van bagger E-vliegas wordt weer toepasbaar Uitvoeringsorganisatie Bodem Kort nieuws
helpdesk Bouwstoffenbesluit, B&U sector Infomil : tel: 070-361 05 75 van 9:00-12:00 mail :
[email protected]
GROTE VERANDERINGEN OP KOMST Momenteel schudt de regelgeving op haar grondvesten. Aan alle kanten zijn kleine en grote verbouwingen aan de gang en worden plannen gesmeed voor een complete renovatie. Graag willen wij u door deze hectische tijden heen helpen. Dat doen wij onder andere met deze nieuwsbrief en door het actueel houden van BOKS. Schroom echter ook niet om onze helpdesk te bellen of te mailen. Zij helpen u graag!
Tijdelijke vrijstellingsregeling bouwstoffen Naar verwachting wordt eind september de tijdelijke vrijstellingsregeling voor bouwstoffen gepubliceerd. In afwachting van een herziening van het Bouwstoffenbesluit (verwacht rond 2007) wordt in deze regeling een aantal samenstellings- en immissiewaarden aangepast. Per groep bouwstoffen is gekeken of samenstellings- of immissie-eisen voor bepaalde parameters aangepast kunnen worden of dat er vrijstelling verleend kan worden voor die parameters. Dit heeft geresulteerd in een tabel met hierin de aanpassingen en vrijstellingen en eventuele voorwaarden die hiervoor gelden. Verder vervalt de informatieplicht voor een aantal vormgegeven bouwstoffen, die standaard in categorie 1 vallen, zoals stoeptegels. Ook bij hergebruik binnen een project is het niet meer noodzakelijk om gegevens omtrent samenstelling en immissie te verstrekken. Voorwaarde hierbij is wel dat op basis van zintuiglijke waarneming en andere kennis het niet aannemelijk moet zijn dat deze waarden worden overschreden (zorgplicht).
Wijzigingen in Uitvoeringsregeling In september wordt ook een wijziging van de uitvoeringsregeling gepubliceerd. In de tekst worden in ieder geval de volgende aanpassingen of aanvullingen opgenomen: - Uit onderzoeken is gebleken dat de AVI-bodemas de afdekkende laag bentonietmatten kan aantasten, waardoor er alsnog uitloging naar de onderliggende bodem optreedt. Om dit te voorkomen dient tussen de as en de bentonietmatten een bitumenemulsie te worden aangebracht. In de gewijzigde Uitvoeringsregeling staat aangegeven waaraan de afdichtingsmaterialen moeten voldoen; - Er komt een verhoging van de term a van een aantal stoffen waardoor de toegestane uitloging groter wordt om te kunnen voldoen aan de eis. De term a is een correctieterm voor het verschil in uitloging van een bouwmateriaal in het laboratorium en de praktijk en wordt gebruikt in de formule voor het bepalen van de immissiewaarden (dit stond eerst in de MVR, door opname in de WUR geldt het ook voor oppervlaktewater); - Bij de huidige toetsing wordt rekening gehouden met een standaard hoeveelheid regenwater die in de bouwstof zal dringen. Slecht doorlatende materialen worden daardoor veel ongunstiger beoordeeld dan zou moeten volgens de praktijk. Klei en kleiige baggerspecie lopen daarmee de kans op afkeur terwijl de bodembelasting in de praktijk wel voldoet. Vandaar deze uitzondering. - Het wordt toestaan dat de zekerheidsfactor 1 is als grond is getoetst als schone grond, maar dat niet blijkt te zijn. Bij de huidige toetsing wordt rekening gehouden met een standaard hoeveelheid regenwater die in de bouwstof zal dringen. Slecht doorlatende materialen worden daardoor veel ongunstiger beoordeeld dan zou moeten volgens de praktijk. Klei en kleiige baggerspecie lopen daarmee de kans op afkeur terwijl de bodembelasting in de praktijk wel voldoet. Vandaar deze uitzondering. Het wordt toestaan dat de zekerheidsfactor 1 is als grond is getoetst als schone grond, maar dat niet blijkt te zijn. De introductie van een steekproefopzet die het mogelijk maakt om grote of heterogene partijen te keuren en na keuring te splitsen is nog onzeker. Het voorstel om in bepaalde gevallen te kunnen rekenen met een lagere effectieve infiltratie is gesneuveld.
Jaarverslag 2004
31
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit VenW en VROM werken aan Tussentijdse wijziging Bsb De Tijdelijke vrijstellingsregeling bouwstoffen, de in februari 2004 gepubliceerde Vrijstellingsregeling eisen grond en bagger en de (tijdelijke) Vrijstellingsregeling samenstellings- en immissiewaarden uit 1999 gelden alleen voor toepassingen op of in de bodem en niet in oppervlaktewater. Het opheffen van deze zeer ongewenste situatie is juridisch alleen mogelijk door het Bsb zelf aan te passen. Daarom wordt momenteel gewerkt aan een tussentijdse wijziging van het Bsb en vooruitlopend daarop een gedoogbeleid. Nadeel van de diverse vrijstellingsregelingen is dat de overzichtelijkheid door de vele uitzonderingen niet bepaald is bevorderd. Bijkomend voordeel van de wijziging van het Bsb op AMvB-niveau is dat dit probleem wordt opgelost. De genoemde vrijstellingsregelingen kunnen dan vervallen en alle uitzonderingen worden opgenomen in een geheel vernieuwde bijlage 1 en 2 bij het Bsb.
nr. 9 september 2004
Beoordelingsrichtlijnen Grond worden ingrijpend gewijzigd Bij het afzetten van grond uit grotere werken, is het vaak interessant om deze grond te laten certificeren. Hét instrument daarvoor, de beoordelingsrichtlijnen voor grond, wordt door SIKB ingrijpend aangepast. Aanleiding hiervoor is het feit dat momenteel 3 verschillende beoordelingsrichtlijnen worden gebruikt met onvoldoende samenhang. Het gaat om de BRL-en 9308, 9309 en 9330. Deze worden opgenomen in de nieuwe BRL 9335 met daaronder 2 of 3 milieuhygiënische protocollen en 1 civieltechnisch protocol. Eén protocol is bedoeld voor de certificering van partijen grond tot 2.000 ton schone grond of 10.000 ton categorie-1 of –2 grond (voorheen BRL9308). Een ander protocol is bedoeld voor het certificeren van grote samenhangende partijen (voorheen BRL 9330). Voor certificering van gereinigde grond (voorheen BRL 9309) is het derde protocol bedoeld, maar mogelijk wordt dit geïntegreerd in één van de andere protocollen. Het civieltechnische protocol is optioneel bij de certificering van grond en onder andere bedoeld voor een eenduidige kwalificatie van bijv. gerijpte baggerspecie, zodat toepassing in constructieve ophogingen (zoals bij de A5 en A50) wordt vergemakkelijkt. Het is de bedoeling om de BRL met protocollen omstreeks oktober 2004 ter kritiek te leggen.
Monsternemingsprotocollen Bouwstoffenbesluit waarschijnlijk aangepast Het SIKB heeft de BRL 1000 (bedoeld voor partijkeuringen) aangepast en de zeven bestaande protocollen (1018 t/m 1021, 1023 t/m 1025) met betrekking tot monsternemingen in het kader van het Bouwstoffenbesluit samengevoegd tot de volgende drie protocollen: 1001: Monsterneming grond. 1002: Monsterneming niet vormgegeven bouwstoffen. 1003: Monsterneming vormgegeven bouwstoffen. Belangrijkste wijzigingen in de BRL zijn: - de BRL is vereenvoudigd door een beperking van het aantal protocollen; - er is een duidelijkere vastlegging van ervaring en kwaliteit van medewerkers; - er zijn regels opgenomen om te voorkomen dat er te veel wordt uitbesteed; - partijkeuringen worden voortaan alleen gemeld door de gecertificeerde monsternemers op verzoek van de certificerende instelling; - bij te weinig keuringen per jaar vervalt de registratie van de monsternemer. Belangrijkste wijzigingen in protocol 1001: - de NEN 5740 is alleen van toepassing bij in-situ partijkeuringen volgens de specifieke NEN-protocollen; - Vooronderzoek conform de NVN 5725 is in een aantal gevallen verplicht; - Keuring analoog aan de BRL 9308 is niet meer toegestaan. In plaats daarvan is bij grootschalige depots een maximale partijgrootte van 10.000 ton toegestaan. - Er mag vooraf geen rekening worden gehouden met een afwijking van de partijgrootte van 25%. Het SIKB verwacht dat de protocollen op 9 december 2004 worden vastgesteld (www.sikb.nl).
Jaarverslag 2004
32
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 9 september 2004
Handreiking verspreiding en toepassing van bagger De verwerking van baggerspecie leidt nogal eens tot problemen, waardoor werkzaamheden niet zo snel worden opgepakt als gehoopt. Daarom is een nieuw verspreidingsbeleid voorgesteld, waarbij wordt uitgegaan van een gebiedsgerichte aanpak voor de verspreiding van baggerspecie. Dit nieuwe beleid sluit goed aan bij het nieuwe bodembeleid, zoals geformuleerd in de Beleidsbrief Bodem. Het duurt echter nog een aantal jaren voordat het nieuwe beleid wordt geïmplementeerd. Tot die tijd moet zo goed mogelijk worden gewerkt met de mogelijkheden en de beperkingen van het huidige beleid. In de Handreiking verspreiding en toepassing van bagger van de Stuurgroep Waterbodem wordt ingegaan op de verschillende mogelijkheden om baggerspecie te verspreiden of toe te passen. De baggerspecie kan zowel als bodem als in werken worden hergebruikt. Hierbij spelen onder andere bodemkwaliteitskaarten en het Bouwstoffenbesluit een rol. In sommige gevallen kan ook ontheffing van het stortverbod worden verleend. In de handreiking worden de mogelijkheden toegelicht met praktijkvoorbeelden. Voor vragen over het huidige beleid ten aanzien van verspreiding en toepassing van baggerspecie, kan contact worden opgenomen met het informatiepunt (030-6346644 of
[email protected]).
E-Vliegas wordt toepasbaar Zodra de vrijstellingsregeling in werking treedt, wordt het mogelijk om E-vliegas toe te passen, bijvoorbeeld als ophoogmateriaal. Voor alle directies en uitvoeringsbureaus geldt derhalve dat ze binnenkort in aanraking kunnen komen met toepassers of aanbieders van E-vliegas. Omdat dit materiaal in Nederland niet eerder in de GWW op deze wijze is toegepast, zouden wij dat graag van u willen horen om gezamenlijk na te gaan of ondersteuning vanuit de DWW daarbij gewenst is. Dit geldt zowel voor milieutechnische als civieltechnische aspecten. De toepassingsvoorwaarden worden gelijk getrokken aan de bijzondere categorie AVI-bodemas. Beiden voldoen niet aan standaard categorie 2, zodat extra maatregelen in de vorm van een combinatie-afdichting verplicht zijn. Vanwege de onzekerheid over aantasting van bentoniet wordt veiligheidshalve ook de bescherming tegen aantasting verplicht. Op grond van een theoretische studie lijkt de kans op aantasting van bentoniet door E-vliegas kleiner dan bij AVI-bodemas. Door het aanleggen van een proefproject kan worden nagegaan of aantasting in de praktijk een rol speelt. Bij een dergelijk proefproject wordt de bescherming van bentoniet deels weggelaten, maar zijn maatregelen nodig om een eventuele aantasting te compenseren. De beoordeling op basis van gelijkwaardigheid moet door een deskundig bedrijf worden uitgevoerd. Meer informatie hierover kan worden ingewonnen bij Martin Keve (015-2518290).
Uitvoeringsorganisatie Bodem Een samenwerkingsverband tussen VROM, het SCG, SenterNovem en Infomil werkt aan een nieuwe organisatie, de Uitvoeringsorganisatie Bodem (UB). De ambitie is om een impuls te geven aan het duurzaam bodemgebruik. De vier taken die de UB op zich gaat nemen zijn: - Uitvoering van wettelijke taken die aan het rijk zijn opgedragen. - Ondersteuning van bevoegde gezagen Wbb, overige gemeenten en waterschappen bij de uitvoering van hun wettelijke taken. - Ondersteuning beleidsdirecties van de ministeries. - Kennisoverdracht en ontsluiten van kennis.
Kort nieuws
Handige links
Het SCG heeft aangegeven dat per 1 september 2004 een deel van de voorheen niet reinigbare, asbesthoudende grond voortaan als reinigbaar zal worden beschouwd. Het betreft kleigrond met hechtgebonden asbest in de fracties > 2 a 4 mm, zonder nevenverontreinigingen. Aanleiding voor de wijziging zijn de mogelijkheden om asbesthoudende kleigrond nat of droog te kunnen zeven en de mogelijkheid om de grond bij enkele natte reinigers te laten reinigen (
[email protected])
Jaarverslag 2004
33
-
www.minvenw.nl www.vrom.nl www.bouwkwaliteit.nl www.infomil.nl www.crow.nl www.sikb.nl www.rva.nl
Jaarverslag 2004
34
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit In dit nummer: Overgangsregeling 2004 definitief BOKS 6 (bijna) uit BRL 9335 ter kritiek Ap04 ter kritiek Amvb wijziging Bouwstoffenbesluit in aantocht Wist u dat… Handige links
nr. 10
oktober 2004
Telefoonnummers en emailadressen helpdesk Bouwstoffenbesluit, GWW sector DWW tel: 015-251 82 05 (dinsdag en donderdag) mail :
[email protected] (ook voor aanmeldingen voor de nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit) helpdesk Bouwstoffenbesluit, B&U sector Infomil : tel: 070-361 05 75 van 9:00-12:00 mail :
[email protected]
Overgangsregeling 2004 definitief Vandaag, 29 oktober, zijn de Tijdelijke Vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit 2004 en de Wijziging Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit gepubliceerd in de Staatscourant. In 2007 wordt een vereenvoudiging van het Bouwstoffenbesluit doorgevoerd. Aangezien enkele problemen zeer acuut bleken te zijn, is besloten om deze te ondervangen via de twee regelingen. De vrijstellingsregeling is alleen van toepassing bij werken op of in de landbodem. Om de vrijstellingen ook te kunnen laten gelden voor toepassing in het oppervlaktewater, is een herziening van het Bouwstoffenbesluit noodzakelijk. De verwachting is dat deze in 2005 gereed is (zie verderop in deze nieuwsbrief). De verschillende vrijstellingsregelingen hebben in de loop van de jaren geleid tot een veelvoud aan vrijstellingen. Daarom is in de begeleidende circulaire bij de overgangsregeling 2004 een overzicht opgenomen van de samenstellings- en immissiewaarden voor de verschillende bouwstoffen. Belangrijkste punten uit de Tijdelijke Vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit 2004: - Verhoging van de immissiewaarden voor de parameters antimoon, barium, molybdeen, seleen, vanadium, fluoride, sulfaat. - Vrijstelling onderzoeksplicht immissiewaarden bij materialen die slecht waterdoorlatend zijn (dit is overigens niet hetzelfde als de eerdere 28-dagen regeling). - Hanteren van EOX als triggerwaarde, ook bij bouwstoffen; - Vrijstelling van onderzoeksplicht bij hergebruik binnen hetzelfde project onder bepaalde voorwaarden; - Vrijstelling van onderzoeksplicht bij hergebruik van natuursteen, beton, keramiek, baksteen en asfalt (mits niet teerhoudend). De eerder aangekondigde wijziging over de effectieve infiltratie heeft het niet gehaald. Belangrijke punten wijziging Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit: - Aanpassing zekerheidsfactor bij grond (2*50 grepen, 2000 ton) en bij opsplitsen van grond. - Steekproefopzet bij grote partijen en splitsen daarvan. - Nadere eisen aan de isolatiemaatregelen bij de toepassing van AVI-bodemas. Het wordt weer mogelijk om E-vliegas toe te passen. De daadwerkelijke teksten zullen volgende week worden verspreid.
BOKS 6.0 Zeer binnenkort volgt alweer de zesde versie van BOKS. Hierin zijn de volgende aanpassingen gedaan: − De Tijdelijke Vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit 2004 is erin opgenomen. − De Wijziging Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit is opgenomen in BOKS, met uitzondering van de steekproef-opzet . − De definitieve tekstversie van de Vrijstellingsregeling eisen grond en baggerspecie is opgenomen in de teksten. − De teksten van het Bouwstoffenbesluit en bijbehorende regelingen hebben een meer opvallende knop gekregen. − De digitale importfunctie is aangepast, waardoor het invoeren van gegevens een stuk makkelijker wordt. De nieuwe versie komt via internet beschikbaar (www.minvenw.nl/rws/dww/boks). Indien u op de hoogte gehouden wilt worden van updates van BOKS, kunt u een mail sturen naar de helpdesk (
[email protected]) met als onderwerp “Boks update”.
Jaarverslag 2004
35
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit
nr. 10
oktober 2004
BRL 9335 ter kritiek De BRL 9335, die de BRL-en 9308, 9309 en 9330 vervangt, is vrijgegeven voor een publieke kritiekronde op de website van het SIKB (www.sikb.nl). Voor 5 november kunt u bij het SIKB terecht met opmerkingen. Op welke wijze de opmerkingen kunnen worden aangeleverd staat vermeld op de website. Vanuit de doelstelling ‘eenvoudiger en beter bodembeheer’ was het gewenst om het aantal BRL-en voor grond te verminderen, inconsistenties te repareren en de afbakening met andere BRL-en te verhelderen (niet meerdere BRL-en voor hetzelfde onderwerp). De regeling bestaat uit de BRL (met daarin het toezichtregiem) en de volgende 4 protocollen: − 9335-1: Milieuhygiënische keuring in het kader van het Bouwstoffenbesluit van individuele partijen grond tot 10.000 ton. − 9335-2: Milieuhygiënische keuring in het kader van het Bouwstoffenbesluit van partijen grond uit grootschalige werken. − 9335-3: Milieuhygiënische keuring in het kader van het Bouwstoffenbesluit van procesmatig gereinigde grond. − 9335-9: Civieltechnische keuring van grond. De wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie zijn: Aparte certificatie voor meerdere BRL-en wordt vervangen door één BRL met meerdere protocollen (maar vallend onder één certificaat). Vervallen van de ondergrens voor homogene partijen (kan ook voor < 50.000 ton) en de bovengrens voor heterogene partijen (kan ook voor > 50.000 ton. Gewijzigde inhoudelijke eisen aan de verwachtingswaardenkaart voor homogene partijen (aansluiten op de systematiek voor bodemkwaliteitskaarten). Formaliseren opsplits- en opbulkregeling. Uitbreiden van het stoffenpakket en introductie uitloogbeslissystematiek Een 3-jaarlijkse evaluatie van de keuringsinspanning, gebaseerd op de gedurende die 3 jaar verzamelde keuringsresultaten. Duidelijker logo-gebruik: keuze voor NL-Bsb Introductie van de vrijwillige mogelijkheid tot gelijktijdige keuring op milieuhygiënische en civieltechnische aspecten. Het SIKB werkt op dit moment aan een overgangsregeling voor certificaathouders (BRL 9308, 9309, 9330) en certificerende instellingen. Ook wordt gewerkt aan een overgangsregeling voor grond die onder het ‘oude’ regiem is gekeurd. Voor een uitgebreide toelichting kunt u terecht op de website van het SIKB: www.sikb.nl
AP04 ter kritiek
Nieuwe AMVB Bouwstoffenbesluit in de maak
Het accreditatieprogramma AP04 stelt eisen aan de wijze waarop monsters die zijn genomen voor keuring in het kader van het Bouwstoffenbesluit, worden (voor)behandeld en geanalyseerd. Een nieuwe versie van dit programma is ter kritiek gelegd tot 10 november 2004. Op de site van het SIKB (www.sikb.nl) kan het programma worden ingezien en kunnen reacties hierop worden gegeven.
Met de nieuwe vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit wordt het verschil tussen toepassingen op het land en in het oppervlaktewater ongewenst erg groot. Het is echter juridisch niet mogelijk om een Vrijstellingsregeling ook te laten gelden in het oppervlaktewater. Daarom wordt er gewerkt aan een herziening van het Bouwstoffenbesluit, waarbij de vrijstellingen ook gaan gelden in het oppervlaktewater. Naar verwachting wordt de nieuwe AmvB in 2005 van kracht. Vooruitlopend daarop komt er waarschijnlijk een gedoogbeleid. Ten opzichte van de eerdere vrijstellingsregelingen zijn de volgende wijzigingen van belang: - de meldingstermijn gaat van 2 dagen naar 5 dagen - voor mijnsteen wordt de samenstellingswaarde voor BTEX met een factor 2 verhoogd - bij de omrekening voor organisch stof wordt 2% altijd de drempel - er worden bijzondere gebieden ingevoerd, grote en kleine wateren
Jaarverslag 2004
36
Nieuwsbrief Bouwstoffenbesluit Wist u dat…
Handige links
Vraag : Geldt de MVR-toetsing voor schone grond ook in Wvogebied? Antwoord : niet op basis van MVR, wel op basis van de Wijziging Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit van 30 oktober 2000, waardoor in het Gebruikersprotocol dezelfde wijze van toetsing is vermeld voor zowel bodem als oppervlaktewater.
Jaarverslag 2004
nr. 10
37
-
www.minvenw.nl www.vrom.nl www.bouwkwaliteit.nl www.infomil.nl www.crow.nl www.sikb.nl www.rva.nl www.rechtspraak.nl
oktober 2004
Jaarverslag 2004
38
Bijlage 2 Cijfermatig overzicht gestelde vragen Tabel 1, aantal vragen per instantie 2002, 2003 en 2004 Instantie
Aantal
Percentage
Aantal
Percentage
Aantal
Percentage
vragen
2004 (%)
vragen
2003 (%)
vragen
2002
165 182 96 12 7 0 18 12 11 15 11 8 8 8 4 4 561
29.5 32.5 17 2 1 0 3 2 2 3 2 1.5 1.5 1.5 0.7 0.7 100
161 178 115 25 33 5 48 7 27 5 5 15 14 14 2 6 659
24 27 17 4 5 1 7 1 4 1 1 2 2 2 0 1 100
176 196 144 18 77 13 70 2 26 8 1 13
24 26 19 2 9 2 9 0.3 3 1 0.1 2
744
100
2004
Rijkswaterstaat Adviesbureaus Gemeenten Provincies Overige Onderwijs Aannemers Laboratoria Waterschappen Producenten Ministeries Politie Bedrijven overig Overheid overig Branche organisatie Particulier Totaal
2003
2002
In tabel 2 is het aantal vragen per onderwerp weergegeven. Ter vergelijking zijn tevens de jaren 2001, 2002 en 2003 in de tabel opgenomen. Tabel 2, aantal vragen per onderwerp Rubriek
Aantal
vragen 2004
Bsb van toepassing? Definities Onderzoek Toetsing/normen Procedures Toepassingseisen IBC-maatregelen Bijzondere categorieën Erkende kwaliteitsverklaringen Aangewezen instanties (AP04) Actief Bodembeheer Publicaties BOKS Overige wet- en regelgeving Overig (cursussen, etc.) Financiën Juridisch Asbest Nieuwsbrief Bsb Totaal
Jaarverslag 2004
19 29 62 81 34 33 7 14 22 2 3 25 129 21 27 2 5 0 46 561
Percentage
Aantal
2004 (%)
vragen
3 5 11 15 6 6 1 2 4 1 1 4 23 4 5 1 1 0 8 100
32 38 83 80 46 35 8 14 26 0 7 40 147 26 45 0 6 4 22 659
2003
39
Percentage
Aantal
2003 (%)
vragen
5 6 13 12 7 5 1 2 4 0 1 6 22 4 7 0 1 1 3 100
Percentage
Aantal
Percentage
2002 (%)
vragen
48 50 137 71 44 39 5 29 49 5 4 25 124 33 57 1 15 8
6 7 18 10 6 5 1 4 7 1 1 3 17 4 8 0,1 2 1
77 35 112 64 30 27 8 24 32 8 10 32 134 33 43 6 6
11 5 16 9 4 4 1 4 5 1 2 5 20 5 6 1 1
744
100
681
100
2002
2001
2001 (%)
Jaarverslag 2004
40
Bijlage 3 Ontwikkeling van het Bouwstoffenbesluit In 1995 is het Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming, hierna te noemen Bouwstoffenbesluit, gepubliceerd. In het Bouwstoffenbesluit zijn milieuhygiënische eisen opgenomen voor het gebruik van grond en steenachtige bouwmaterialen die op of in de land- en waterbodem worden toegepast. Op 1 januari 1996 is de eerste fase van het besluit in werking getreden en op 1 januari 1999 de overige bepalingen. Vanaf 1 juli 1999 is het Bouwstoffenbesluit volledig van kracht. In januari 1998 is de Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit gepubliceerd. In de Uitvoeringsregeling zijn specifieke aspecten als de werkwijze van onderzoeksprotocollen, uitwerking van definities en de werkwijze bij het geïsoleerd toepassen van bouwstoffen concreet uitgewerkt. In 1999 zijn tevens twee ministeriële vrijstellingsregelingen (MVR) gepubliceerd. Bij de introductie werd ervan uitgegaan dat deze MVR’s in principe tijdelijk zijn en te zijner tijd vervangen zullen worden door een AmvB met vergelijkbare inhoud. − Vrijstellingsregeling Samenstellings- en Immissiewaarden: Deze vrijstellingsregeling verruimt de definitie van schone grond en betreft wijzigingen in het kader van de studie Evaluatie Hantering Streefwaarden (HANS) en de voortgang van een aantal technische ontwikkelingen. De MVR Samenstellings- en immissiewaarden is sinds 31 oktober 2000 opgenomen in bijlage F (Gebruikersprotocol schone grond en bouwstoffen) van de gewijzigde Uitvoeringsregeling (zie volgende paragraaf). − Vrijstellingsregeling Grondverzet: In deze vrijstellingsregeling wordt het gebruik van categorie 1-grond in werken die in de praktijk ‘bodem’ worden (bijvoorbeeld aanvullingen, ophogingen of natuurontwikkeling) gestimuleerd middels actief bodembeheer. Hulpmiddel hierbij zijn de bodemkwaliteitskaarten. In het jaar 2000 is de Uitvoeringsregeling gewijzigd. Deze gewijzigde Uitvoeringsregeling is op 30 oktober 2000 officieel gepubliceerd. De belangrijkste wijzigingen waren: − Verruiming toetsingsregels voor schone grond. Tevens is duidelijk vastgelegd dat de maximale partijgrootte voor het bepalen of er sprake is van schone grond 2000 ton bedraagt. − Aansluiting op de onderzoeksstrategie (B11 en B13) uit de NEN 5740 bij grote partijen (groter dan 25.000 m3 of 40.000 ton). Dit is een geaccepteerd ‘overig bewijsmiddel’. − Verlenging van de bijzondere categorie TAG (teerhoudend asfaltgranulaat) tot 1 januari 2001. − Afschaffen van een standaard dichtheid van 1550 kg/m3 bij de immissieberekening van niet-vormgegeven bouwstoffen. Het is nu ook toegestaan lagere dichtheden (zoals aangebracht en verdicht in het werk) in te vullen. − Een aantal wijzigingen van bijlage H (richtlijn IBC-maatregelen). Door het ministerie van VROM is tevens een gedoogcirculaire opgesteld die per 1 juli 2000 in werking is getreden. In deze circulaire wordt voor sommige bouwstoffen vrijstelling gegeven van samenstellings- en immissiewaarden voor een aantal stoffen (tot 1 juli 2001). De gedoogtermijnen zijn vervolgens nog enkele keren verlengd namelijk tot 31 december 2002, 1 juli 2003, 1 juli 2004 en 1 januari 2006 (AVIbodemas). Het ministerie van VROM heeft op 21 september 2001 een brief verstuurd aan de bevoegde gezagen betreffende het gebruik van de term ‘overige bewijsmiddelen’.
Jaarverslag 2004
41
Het doel van de brief was verduidelijking te geven over het gebruik van ‘overige bewijsmiddelen’, in het bijzonder bij toepassingen met grond. Met de brief is getracht helderheid te verschaffen over welke ‘overige bewijsmiddelen’ in het kader van het Bouwstoffenbesluit acceptabel zijn en een halt toe te roepen aan het gebruik van afwijkende ‘overige bewijsmiddelen’. De afgelopen jaren is het Bouwstoffenbesluit uitgebreid geëvalueerd. Hiertoe zijn vier deelstudies uitgevoerd. Op 7 november 2002 heeft de Staatssecretaris van VROM, mede namens de staatssecretaris van V&W, de eindrapportage van de Evaluatie Bouwstoffenbesluit 2001 aangeboden aan de Tweede Kamer. In 2003 heeft de staatssecretaris van VROM een circulaire afdichtingsconstructies bij werken met AVI-bodemas rondgestuurd. De kern van de circulaire is dat afdichtingslagen van bentoniet kunnen worden aangetast door stoffen uit het aanwezige AVI-bodemas. In juni 2003 heeft VROM de HUM-grondstromen uitgebracht, dit is één van de instrumenten die moeten bijdragen aan een betere beheersing en handhaving van grondstromen. De HUM is bedoeld voor alle handhavers in het veld en voor alle handhavende overheidsinstanties die toezicht houden op grond. Ontwikkelingen in 2004 De Ministeriële Vrijstellingsregeling eisen grond en baggerspecie is op 29 februari 2004 van kracht geworden. In het kort regelt de vrijstellingsregeling de volgende onderwerpen: - verhoging samenstellingswaarde voor de parameter minerale olie tot 2.000 mg/kg d.s in baggerspecie; - vrijstelling van de immissiewaarden voor bromide, fluoride en sulfaat in grond en baggerspecie; - vrijstelling van de immissiewaarden voor antimoon, molybdeen, seleen en vanadium, onder voorwaarden; - de samenstellingswaarde voor EOX wordt gehanteerd als triggerwaarde voor verder onderzoek; - de regeling is van toepassing op grond en baggerspecie bij toepassing in werken op of in landbodem, met uitzondering van kwetsbare gebieden. In 2007 wordt een vereenvoudiging van het Bouwstoffenbesluit doorgevoerd. Aangezien enkele problemen zeer acuut bleken te zijn, is besloten om deze te ondervangen met de Tijdelijke Vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit 2004 en de Wijziging Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit. Beide regelingen zijn op 29 oktober 2004 gepubliceerd in de Staatscourant. De Tijdelijke Vrijstellingsregeling is alleen van toepassing bij werken op of in de landbodem. Om de vrijstellingen ook te kunnen laten gelden voor toepassing in het oppervlaktewater, is een herziening van het Bouwstoffenbesluit noodzakelijk. De verwachting is dat deze in 2005 gereed is (zie verderop in deze bijlage). Belangrijke punten uit de Tijdelijke Vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit 2004: - verhoging van de immissiewaarden voor de parameters antimoon, barium, molybdeen, seleen, vanadium, fluoride en sulfaat; - bouwstofafhankelijke verhoging van de samenstellings- of immissiewaarde van één of enkele parameter(s); - vrijstelling onderzoeksplicht immissiewaarden bij materialen die slecht waterdoorlatend zijn; - hanteren van EOX als triggerwaarde, ook bij bouwstoffen; - vrijstelling van onderzoeksplicht bij hergebruik binnen hetzelfde project onder bepaalde voorwaarden;
Jaarverslag 2004
42
- vrijstelling van onderzoeksplicht bij hergebruik van natuursteen, beton, keramiek, baksteen en asfalt (mits niet teerhoudend). Belangrijke punten van de Wijziging Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit (geldt voor zowel landbodem als oppervlaktewater): - aanpassing zekerheidsfactor bij grond (2*50 grepen, 2000 ton) en bij opsplitsen van partijen; - verhoging van de ‘term a’ van een aantal stoffen waardoor de toegestane uitloging groter wordt (de term a is een correctieterm voor het verschil in uitloging van een bouwmateriaal in het laboratorium en de praktijk); - steekproefopzet voor grote partijen en het splitsen daarvan; - nadere eisen voor isolatiemaatregelen bij de toepassing van AVI-bodemas. Vooruitblik naar 2005 De ministerraad heeft op 26 november 2004 ingestemd met een voorpublicatie van de ontwerp-Wijziging Bouwstoffenbesluit 2005. Met deze wijziging worden de volgende drie vrijstellingsregelingen in het Bouwstoffenbesluit ondergebracht: - Vrijstellingsregeling samenstellings- en immissiewaarden Bouwstoffenbesluit; - Tijdelijke Vrijstellingsregeling eisen grond en baggerspecie; - Tijdelijke Vrijstelllingsregeling Bouwstoffenbesluit 2004. Naast het genoemde in de vrijstellingsregelingen zijn in de ontwerp-AmvB de volgende wijzigingen voorzien: - de meldingstermijn gaat van 2 dagen naar 5 dagen; - voor mijnsteen wordt de samenstellingswaarde voor BTEX (Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen en Xyleen) met een factor 2 verhoogd; - bij de omrekening van samenstellingswaarden voor standaardgrond wordt 2% organisch stof de drempel; - er worden bijzondere gebieden ingevoerd: grote en kleine wateren met of zonder drinkwaterfunctie; - speciale positie voor E-vliegas; - vrijstellen onderzoeksverplichting bij uitvoering van zandsuppleties; - definities van de bouwstoffen die genoemd zijn in de Tijdelijke Vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit 2004; - laten vervallen van de in de Vrijstellingsregeling samenstellings- en imissiewaarden opgenomen vrijstelling voor de uitloging van cyaniden; - met sulfaat verontreinigde grond mag niet worden toegepast in stilstaande kleine wateren.
Jaarverslag 2004
43
Jaarverslag 2004
44
Bijlage 4 Een selectie van gestelde vragen Vraag
Antwoord
Valt AVI-bodemas in categorie II of in de bijzondere categorie?
AVI-bodemas kan nog steeds als bijzondere categorie worden aangemerkt (termijn is verlengd tot 1 januari 2006). Of sprake is van cat-2 of van de bijzondere categorie dient door onderzoek te worden vastgesteld. Een initiatiefnemer wil een jachthaven aanleggen. Daarbij De grond die nu in de haven ligt kan worden aangemerkt als willen ze de vrijkomende grond die vrijkomt bij het bodem. Indien deze grond vervolgens wordt toegepast in een verondiepen van de haven gebruiken in een omringende dijk. werk is daarbij geen sprake van het terugbrengen van grond op Is hier sprake van hergebruik van bouwstoffen op/nabij plaats of nabij de plaats van herkomst. In het ene geval is nl. sprake van bodem en in het tweede geval van een werk. van herkomst? In de vrijstellingsregeling is uitgegaan van 'standaardgrond', bij De 2000 mg/kg ds aan minerale olie die in de de toetsing dient dan ook gecorrigeerd te worden voor het vrijstellingsregeling grond en bagger is opgenomen, moet humus en lutum gehalte in de betreffende partij grond. deze nog voor humus worden gecorrigeerd? Is het toegestaan elders vrijgekomen sintels en koolas toe te Ja, dit mag als de bouwstof wel terugneembaar wordt toegepast en er geen vermenging met de onderliggende bodem passen als fundering van een fietspad, mits dit materiaal plaatsvindt. voldoet aan de samenstellings-/uitloogeisen van het Bouwstoffenbesluit? Waarop zijn de kritische stoffen in BOKS gebaseerd? Deze zijn gebaseerd op de uitgave ' Bouwstoffen nader bekeken', ' Monitoring milieuhygiënische kwaliteit van bouwstoffen en de ' Evaluatie Bouwstoffenbesluit 2001' In het Bsb staat alleen dat monsterneming en analyses Waar kan ik in het Bouwstoffenbesluit vinden dat uitgevoerd moeten worden door instanties die daarvoor adviesbureaus die een partijkeuring conform Bsb (AP04) rapporteren daarvoor gecertificeerd moeten zijn? En voor gecertificeerd zijn. Dat staat resp. in het SIKB protocol BRL 1000 laboratoria? voor de monsternemers en in art 5 en 22 van het Bsb voor de laboratoria. Voor toetsing en rapportage heb je geen certificering nodig. 2 Welke eenheid wordt er gebruikt als er emissiewaarden zijn Wanneer het een diffusieproef betreft dan is de invoer mg/m , gemeten en ingevoerd worden in BOKS? betreft het een kolomproef dan wordt de eenheid mg/kg gebruikt. Als van een bouwstof is vastgesteld dat het categorie 1 is, mag deze dan met een andere soort bouwstof worden gemengd die ook categorie 1 is? Hierbij als uitgangspunt nemende dat het verschillende, maar beide vrijkomende bouwstoffen zijn, bijvoorbeeld menggranulaat en asfaltgranulaat.
Is het afdekken van de randen met een folie ( ibc-maatregel cat II-materiaal) bij AVI-slakken een standaard afdichting? Kunt u mij de kritische parameters vertellen die gelden voor gravel? Op welke manier moet gietasfalt worden onderzocht
Jaarverslag 2004
In principe dient een bouwstof te worden toegepast zoals deze is onderzocht. Het is echter verdedigbaar dat bouwstoffen worden gemengd als dat om civieltechnische redenen noodzakelijk is. Uitgangspunt is uiteraard dat niet gemengd mag worden om een betere milieuhygiënische kwaliteit te verkrijgen. Daarnaast zijn bij het mengen van bouwstoffen nog twee punten van belang; indien te verwachten is dat de milieuhygiënische samenstelling verandert door het mengen, door chemische reactie in het mengsel, dan is mengen niet toegestaan. Daarnaast is de vraag of er randvoorwaarden worden gesteld aan de toepassing, zoals een maximale toepassingshoogte. In dat geval is het uitgangspunt dat voor beide partijen wordt uitgegaan van de strengst gestelde voorwaarden. In alle gevallen is het raadzaam om contact op te nemen met het bevoegd gezag en na te vragen of zij instemmen met het mengen van beide partijen. Nee, dat is geen standaardafdekking, waarmee dus moet worden aangetoond dat deze afdekking wel voldoet. Gravel bestaat voor 100% uit gebroken baksteen. De kritische parameters voor (metsel)baksteen zijn: antimoon, arseen, molybdeen, seleen, vanadium, bromide en sulfaat. Indien het een stroom is dan kunt u gebruik maken van VKBprotocol 1020, als het wegverharding is dan maakt u gebruik van VKB-protocol 1019.
45
Een vorig jaar onderzochte partij heeft een beperking in de toepassingshoogte op basis van de uitloging van fluoride. De partij is echter nog niet toegepast. Kan op grond van de Tijdelijke Vrijstellingsregeling grond en baggerspecie de uitloging van fluoride buiten beschouwing worden gelaten bij het bepalen van de toepassingshoogte? Hoe lang is een partijkeuring geldig Een asfaltverwerker accepteert een partij gefreesd thermoplast niet. Mag hij dit zomaar weigeren, in de RAW staat nl dat er 5% verontreiniging in het asfalt mag zitten. Hoe gaat BOKS om met de aantoonbaarheidsgrenzen?
Moet cementbentoniet onder certificaat worden geleverd?
In de analyse van mengmonster 1 zit 0,5 aan PAK en in mengmonster 2 6. Mengmonster 2 is opnieuw geanalyseerd, nu wordt er een gehalte aan PAK < 0,5 gemeten. Op basis van de heranalyse en de analyse van mengmonster 1 is de conclusie schone grond. Mag er nu uitgegaan worden van de heranalyse? Ik wil een cat. 1-bouwstof (hoogoven LD-slakken) toepassen onder de GHG. Mag dat? Bij sloopwerkzaamheden is puin met grond vermengd. Wanneer is er sprake van puin en wanneer van grond?
Ja, volgens deze vrijstellingsregeling is de uitloging van o.a. fluoride niet meer bepalend voor de toepassingscategorie en hoogte. Voor het bepalen van de toepassingsmogelijkheden van de partij zou derhalve naar de tweede parameter in lijn moeten worden gekeken. Hier is geen geldigheidsduur aan verbonden Ja, een acceptant mag eisen wat hij wil, daar heeft de RAW niets mee van doen. Aanbeveling: apart frezen of een andere acceptant zoeken die het wel wil hebben. In BOKS wordt gebruik gemaakt van de bepalingsgrens. Er wordt getoetst aan de bepalingsgrens zolang de gemeten concentratie kleiner is dan deze bepalingsgrens. Wanneer de concentratie hierboven ligt dan wordt getoetst aan de samenstellingswaarde. BOKS maakt gebruik van de meest gunstige situatie. Voor cementbentoniet bestaat geen certificaat. Dit betekent dat strikt genomen er een diffusieproef / beschikbaarheidsproef uitgevoerd moet worden. Het is aan te bevelen om contact op te nemen met het betreffende bevoegde gezag. In het bouwstoffenbesluit staat niet aangegeven hoe hier mee omgegaan moet worden. In paragraaf 11.1.2 staat wel een aanbeveling om een nieuw monster te nemen. Dit is echter geen stevige grond om iets te eisen van de toepasser.
Ja, dat mag. Alleen voor een cat. 2-bouwstof geldt dat het boven de grondwaterspiegel toegepast moet worden. H3, paragraaf 3. Het huidige Bsb kent geen bovengrens aan de hoeveelheid bodemvreemd materiaal die grond mag bevatten. De BRL 9308 geeft aan dat er max. 20% andere materialen aanwezig mogen zijn in de grond. In dit geval gaat de grond werkelijk deel uitmaken van de Het land van een boer is opgehoogd met cat 1 grond. bodem. Bij het ploegen zal vermoedelijk wel vermenging met de Voorafgaand aan de werkzaamheden is de bouwvoor cat 1 grond plaatsvinden. Indien de gemeente over een BKK verwijderd. Na het opbrengen van de grond is de bouwvoor beschikt, dan kan het grondverzet mogelijk onder deze regeling op de cat 1 grond geplaatst. Kan dit als werk worden toch worden geaccepteerd. beschouwd? Nee, het is onwaarschijnlijk dat het granulaat onbewerkt uit de Bij werkzaamheden aan een weg is een mengsel bodem kan worden gehaald en tevens weer onbewerkt wordt aangetroffen van grind en teerhoudend asfaltgranulaat. Het teruggestopt. Bovendien geldt ook de zorgplicht uit de Wbb mengsel is niet te scheiden. Mag ik dit niet-toepasbare (waar het Bsb onder valt), waarin is aangegeven dat de bodem mengsel onder de noemer "tijdelijke uitname" naast de weg niet verontreinigd mag worden. in depot leggen en vervolgens weer terugstoppen? Mag een gecertificeerde partij staalgrind (cat. 2, toepassings Mengen is toegestaan, maar dan moet de bouwstof daarna hoogte 10 meter) worden gemengd met een partij cement om opnieuw worden gekeurd. Een bouwstof moet immers worden gekeurd zoals deze wordt toepast. zodoende de fundatie te verstevigen? BOKS gaat bij 1706 ton en 2x50 grepen uit van een zekerheids Een partij van 1706 ton is gekeurd middels 2x50 grepen. BOKS hanteert een zekerheidsfactor van 1,27. Dit moet toch factor van 1. Indien echter uit de resultaten blijkt dat het geen schone grond betreft neemt BOKS een z-factor van 1,27. 1 zijn? Bij overschrijding van een van de anorganische parameters, In artikel 9, lid 4 staat aangegeven dat de immissie van de anorganische parameters in bijlage 2 van het Bsb moet worden moet dan alleen die parameter op uitloging worden bepaald. In de praktijk gebeurt het echter vaak dat alleen de onderzocht of het hele pakket? parameters met verhoogde concentraties worden uitgeloogd. Strikt genomen moet wel het hele pakket worden onderzocht. Tot wanneer geldt de gedoogregeling voor AVI-bodemas? Tot 01-01-2006
Jaarverslag 2004
46
Een gemeente gaat binnenkort verhuizen. Zijn er nog regels mbt het bewaren/archiveren van meldingen ihkv het Bsb of kan het papierwerk worden weggegooid? Is de verwijderingsplicht ook van toepassing op oude bouwstoffen? Vraag over AVI-bodemas. Wij hebben een constructief werk, deels inpandig en deels uitpandig, waarbij we AVI-bodemas gaan toepassen. Nu zit er tussen de periode van toepassen en afdekken een tijdsspanne. Mag dat? Mag ongebonden asfaltgranulaat als funderingsmateriaal toegepast worden indien deze wordt afgedekt met een STAB en DAB?
Zie de HUM Grondstromen pag 42, figuur 5. Indien het om de BRL 9308 gaat, geldt een bewaartermijn van 5 jaar.
De verwijderingsplicht is van toepassing op bouwstoffen die zijn aangebracht vanaf 1 juli 1996 (HUM deel 1) Maximaal 6 weken voor een ophoging, maximaal 2 dagen voor een fundering. Zie bijlage H van de UR. Bij RWS is het gebruikelijk om tussentijds af te spuiten met bitumenemulsie, bijv. elke vrijdagmiddag. Asfaltgranulaat mag toegepast worden mits het gekeurd is volgens het bouwstoffenbesluit en dat er geen componenten in zitten die hoger liggen dan de betreffende samenstellingswaarde. Indien het om teerhoudend asfaltgranulaat gaat dan dient dit eerst gereinigd te worden. Er bestaan technieken om dit granulaat te reinigen van PAK. We moeten een partij ballast, bestaande uit graniet en gneiss Uit de Leidraad Bouwstoffen Rijkswaterstaat blijkt dat natuursteen over het algemeen in categorie 1 valt, maar dit moet en dergelijke, onderzoeken. Is er wat bekend over de kwaliteit van dergelijke materialen? je wel verifiëren. Bij toetsing van asfaltgranulaat wordt minerale olie buiten Dat klopt. Voor minerale olie gelden geen samenstellingseisen beschouwing gelaten. ingeval van asfaltgranulaten. In een zandwinput wordt baggerspecie gestort. In Het Bsb heeft betrekking op de milieuhygiënische kwaliteit van tegenstelling tot wat in de voor de werkzaamheden steenachtige materialen die in een werk worden toegepast. afgegeven vergunning is opgenomen wordt gestort met Afgezien van toepassingsvoorwaarden zoals hoogte en kranen in plaats van met onderlossers. Volgens de eventueel te treffen IBC-maatregelen, worden aan de wijze vergunningverlenende en handhavende instantie waarop een bouwstof in een werk wordt aangebracht in het Bsb (waterschap) zou het Bouwstoffenbesluit van toepassing zijn. geen eisen gesteld. Dit zou moeten zijn vastgelegd in de afgegeven vergunning. Om te voorkomen dat de kwaliteit van het oppervlaktewater tijdens het storten van de baggerspecie negatief wordt beïnvloed of dat de bagger wordt verspreid anders dan in de zandwinput kan het zijn dat in de vergunning specifiek is aangegeven op welke wijze de bagger in de put moet worden gestort (bijvoorbeeld door gebruik van onderlossers). Ten aanzien van afwijkingen van deze vergunning moet door de handhaver worden beoordeeld welke consequenties dit heeft voor de kwaliteit van het milieu (in dit geval het oppervlaktewater). Hiervoor kan geen beroep worden gedaan op het Bsb. Is de tijdelijke vrijstellingsregeling bsb ook van toepassing Nee, zoals alle vrijstellingsregelingen gelden ze niet voor WVOvoor waterkwaliteitsbeheerders? gebied. In de komende AMVB wijziging worden alle vrijstellingsregelingen (met uitzondering van de vrijstellingsregeling grondverzet)opgenomen, zodat ze ook voor jullie "waterkwaliteitsbeheerder" van toepassing worden. De wijziging van de AMVB staat gepland voor medio 2005, mogelijk al gedoogbeleid vanaf januari 2005.
Jaarverslag 2004
47
Jaarverslag 2004
48
De Dienst Weg- en Waterbouwkunde is de adviesdienst voor techniek en milieu in de weg- en waterbouw. Klantgericht, innovatief, deskundig, gericht op samenwerking, zakelijk en flexibel zijn de kernbegrippen voor de organisatie. Het werkplezier van de medewerkers is hierbij essentieel. Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postadres Postbus 5044 2600 GA Delft Bezoekadres Van der Burghweg 1 2628 CS Delft Telefoon (015) 251 85 18 Telefax (015) 251 85 55 E-mail
[email protected] Internet www.minvenw.nl/rws/dww/bouwgrondstoffen/
DWW-2005-014
Publicatiereeks Grondstoffen 2005/02
Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Jaarverslag 2004 Helpdesk Bouwstoffenbesluit