Jaarstukken 2014 Inclusief de jaarcijfers 2014
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Inhoudsopgave _______________________________________________________ 1. Algemene instellingsgegevens, Visie, Identiteit en Onderwijs ................................................. 3 1.1 Missie, Visie en Identiteit ............................................................................................................ 3 1.2 Juridische structuur en organisatiestructuur ................................................................................ 4 1.3 Belangrijkste elementen van het gevoerde beleid ....................................................................... 5 1.3.1 Algemeen ................................................................................................................................. 5 1.3.2 Schoolplan 2013 – 2017 ........................................................................................................... 7 1.3.2.1 Visie ....................................................................................................................................... 7 1.3.2.2 Onderwijs .............................................................................................................................. 8 1.3.2.3 Leerlingenbeleid en zorgstructuur ......................................................................................... 9 1.3.2.4 Personeelsbeleid en communicatie, ondersteunende dienst............................................... 10 1.3.2.5 Kwaliteitszorg ...................................................................................................................... 11 1.3.2.6 Financieel en materieel beheer ........................................................................................... 12 1.3.2.7 Bestuur en management .................................................................................................... 12 1.4 Aantallen en achtergronden leerlingen ..................................................................................... 13
2. Financiële beschouwing .................................................................................................................. 15 2.1 Algemeen .................................................................................................................................. 15 2.2 Analyse van de financiële situatie op balansdatum ................................................................... 15 2.3 Toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot de financiële positie........................................ 18 2.4 Financiële instrumenten ........................................................................................................... 19 2.5 Financiële kengetallen ............................................................................................................... 19 2.6 Begroting 2015 .......................................................................................................................... 20 2.6.1 Uit de toelichting op de begroting 2015 .................................................................................. 20 2.7 Continuïteitsparagraaf .............................................................................................................. 24
3. Jaarverslag Raad van Toezicht ...................................................................................................... 26 4. Jaarcijfers 2014 .................................................................................................................................. 29 4.1 Staat van baten en lasten 2014 vereniging Guido de Brès ....................................................... 29 4.2 Balans per 31-12-2014 .............................................................................................................. 30 4.3 Staat van baten en lasten 2014 ................................................................................................. 32 Bijlage......................................................................................................................................................... 33 Afkorting en verklarende woordenlijst ......................................................................................................... 33 2
Bestuurs- en Directieverslag 2014
1. Algemene instellingsgegevens, Visie, Missie, Identiteit en Onderwijs Inleiding
In dit verslag gaan we in op ons werk in 2014. Er is voor het jaar 2014 geen afzonderlijk jaarplan gemaakt. De activiteiten stonden in het kader van het Schoolplan 2013 – 2017, dat eerder is vastgesteld en in gang gezet. Aan de plannen die daarin staan beschreven is gewerkt. In het Schoolplan 2013 – 2017 worden de missie, visie en identiteit uitvoerig omschreven, evenals de visie op de leerling en het pedagogisch klimaat, de leiderschapsstijl en de professionalisering; alles uitgewerkt in concrete voornemens. In dit jaarverslag geven we enkele hoofdlijnen en gaan we in op de behaalde resultaten. Guido de Brès is gericht op het ontwikkelen van de gaven en talenten die God aan leerlingen en medewerkers geeft. We zijn een ontwikkelingsgerichte school. We willen laten zien hoe we hieraan hebben gewerkt. 1.1 Visie, Missie en Identiteit Visie De samenleving vraagt voortdurend en in steeds hoger tempo om nieuwe inzichten op nieuwe vraagstukken. We zien in de maatschappij een ontwikkeling van sterke kennisnetwerken, waarin kennis wordt gecreëerd, die nodig is om de vragen die op dat moment leven te beantwoorden. Ook de school kan daarin een heel eigen rol spelen. Nu het aantal jongeren afneemt, staat Guido de Brès voor de uitdaging om aantrekkelijk te blijven voor potentiële leerlingen. De school wil met Bijbelgetrouw christelijk onderwijs positief inspelen op de dynamiek in de samenleving en een herkenbare plek innemen in haar omgeving. Guido de Brès neemt een constructieve plaats in als leergemeenschap met bijbelgetrouw christelijk onderwijs in Amersfoort, Arnhem en omgeving. Missie De missie van Guido de Brès luidt: Jonge mensen verdienen een optimale voorbereiding op hun rol in de dynamische samenleving. Op Guido de Brès draagt iedereen bij aan de ontwikkeling van leerlingen en medewerkers tot verantwoordelijke christenen. De school is een open leergemeenschap waarin kennis wordt gecreëerd door nieuwe problemen te onderzoeken in authentieke, reële situaties. De overdracht van waarden is daarbij van groot belang. Aandacht voor de zin van het bestaan is de rode draad in ons handelen.
In een dynamische leeromgeving komt van alle kanten informatie binnen. Leerlingen, docenten en medewerkers delen die informatie en helpen elkaar in het leerproces. De dingen liggen niet op voorhand vast; wat iemand leert en hoe iemand iets leert varieert van persoon tot persoon. We dagen elkaar uit om al onze talenten te ontwikkelen en in te zetten. Vanuit het perspectief van ‘Genade, Groeien en Genieten’ dragen wij allen bij aan de vorming van leerlingen en medewerkers als verantwoordelijk christen. Iedereen krijgt volop de ruimte en de vrijheid om zijn/haar passie te leren kennen en gepassioneerd te leven!
3
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Identiteit Guido de Brès is een gereformeerde school voor kinderen van ouders die bewust kiezen voor gereformeerd onderwijs dat aansluit bij de opvoeding thuis en in de kerk. Het is een brede scholengemeenschap met bijna 1830 leerlingen en ongeveer 200 medewerkers. Guido de Brès hecht veel waarde aan goede contacten en samenwerking met de ouders. Het onderwijs wordt gegeven op vier vestigingen: drie in Amersfoort en één in Arnhem. De school biedt de volgende reguliere vormen van voortgezet onderwijs: VMBO (inclusief Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO)), HAVO en VWO (inclusief de mogelijkheid een Gymnasium-diploma te halen). Het VMBO kent de volgende leerwegen: Basisberoepsgerichte, Kaderberoepsgerichte en Theoretische Leerweg (BBL, KBL en TL). Er wordt lesgegeven in de leerwerkhuizen TL, Intersectoraal en LWOO (klas 1 en 2). In de onderbouw van het HAVO en VWO zijn speciale groepen voor IAVO, V+ en I-VMBO. Ook op de vestiging in Arnhem wordt leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) verzorgd. Leden- en benoemingsbeleid / toelatingsbeleid leerlingen De ledenvergadering heeft een nieuw leden- en benoemingsbeleid vastgesteld. In de ledenvergadering van november 2012 is besloten dat leden van kerken die staan in de traditie van de gereformeerde gezindte lid kunnen worden van de schoolvereniging of benoemd kunnen worden als medewerker aan de school. Er is een vernieuwde beroepscode opgesteld, die gebruikt zal worden als identiteitsdocument bij sollicitatiegesprekken. In deze code weerspiegelt zich de praktijk van onze identiteit. In de lijn van het benoemingsbeleid is ook het toelatingsbeleid voor leerlingen vormgegeven. Met alle ouders die voor het eerst een kind aanmelden bij onze school zijn kennismakingsgesprekken gevoerd in 2014. Ook leerlingen uit andere kerkelijke richtingen vinden hun weg naar onze school. Met de ouders van deze leerlingen wordt in dat gesprek ook besproken of plaatsing qua identiteit mogelijk is. 1.2 Juridische structuur en organisatiestructuur De rechtspersoonlijkheid van de GSG Guido de Brès is een vereniging. Er is een Raad van Toezicht (RvT) en een College van Bestuur (CvB). Het CvB van de vereniging is het bevoegd gezag van de school. Het verantwoordt zich over het gevoerde beleid tegenover de ledenvergadering van de vereniging. Zowel voor de RvT als voor het CvB is er een reglement. De vier locaties – drie in Amersfoort en één in Arnhem - worden geleid door locatiedirecteuren. De locatiedirecteur van het vmbo in Amersfoort is ook locatiedirecteur van de locatie in Arnhem. De drie locatiedirecteuren vormen samen de directie. De directie vergadert onder leiding van het CvB. Zij zijn verantwoordelijk voor het schoolbrede beleid, de leiding op de locaties en de uitvoering van het onderwijs. Zij rapporteren aan het CvB. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de locatiedirecteuren zijn vastgelegd in het directiestatuut. Er zijn tien teamleiders (drie op het vmbo en drie in de tweede fase, twee in de onderbouw en twee (waarvan één assistent teamleider) in Arnhem). Vanaf juli 2014 kent de locatie tweede fase een interim situatie. Eén van de teamleiders is waarnemend locatiedirecteur en vormt samen met de andere twee teamleiders het locatiemanagementteam. Zij worden daarbij ondersteund door twee docenten op het gebied van leerlingzaken. Door deze platte organisatie heeft het CvB direct contact met de dagelijkse leiding op de locaties en daardoor goed zicht op de voortgang van de processen in de school. Dhr. drs. C. Koelewijn vormt vanaf 15-04-2013 het College van Bestuur. De directie bestaat d.d. 31.12.2012 uit: Dhr. M. Drogt, locatiedirecteur van het vmbo (leerjaar 3 en 4; LWOO alle leerjaren) en van de locatie te Arnhem Dhr. W. Brands, locatie directeur tweede fase a.i. Dhr. H.K. Wietsma, locatiedirecteur onderbouw
4
Bestuurs- en Directieverslag 2014
1.3 Belangrijkste elementen van het gevoerde beleid Uit onze visie en missie blijkt dat we een gereformeerde school willen zijn die kwalitatief hoogwaardig onderwijs aanbiedt. De school is gericht op ontwikkeling van leerlingen en medewerkers als verantwoordelijke christenen. De school beidt bijbelgetrouw christelijk onderwijs. Het jaar 2014 stond opnieuw in het teken van ontwikkelen en het continueren van de gehaalde bezuinigingen. Deze twee kunnen in de regel niet zomaar samengaan. Gelukkig hebben de medewerkers en de leerlingen er opnieuw hun schouders onder gezet en zijn er veel ontwikkelingen gerealiseerd of op gang gebracht. op alle locaties. In de hele school zijn de effecten merkbaar; in de ervaring van alle medewerkers zijn de bezuinigingen fors. Het politiek ‘herfstakkoord’ heeft het onderwijs wat lucht gegeven. Hierdoor kreeg de school een extra bijdrage in december 2013. Dat wil niet zeggen dat bezuinigingen teruggedraaid kunnen worden. In de eerste plaats is de extra bijdrage een vooruitbetaling van een bedrag dat pas in 2016 zou komen. In de tweede plaats geldt dat onze school in een fase verkeert van ‘weerstand opbouwen na het genezingsproces’. Ook moest de school de kosten en loonsverhogingen van de nieuwe cao 2014 vanaf 1 augustus tot en met 31 december onverwacht uit eigen middelen betalen. We zullen alert moeten blijven op onze financiële positie. Op alle locaties zijn verdere ontwikkelingen ingevoerd en nieuwe voorbereid. Leerlinggericht en kwalitatief hoogwaardig onderwijs krijgt steeds meer vorm. In de Onderbouw zijn structureel verschillende ontwikkelteams bezig met gerichte opdrachten. Het werken met laptops en tablets is in de onderbouw gemeengoed en krijgt nu ook een vervolg in de jaren erna. Op de andere locaties zijn diverse pilots gestart. Op het vmbo is de invoering van intersectoraal onderwijs uitgevoerd; Het LWOO heeft na de invoering vorig schooljaar, nu meer vorm gekregen. Al die vernieuwingen hadden niet tot stand kunnen komen zonder ons personeel. Het is prachtig om te kunnen samenwerken met collega’s die daar zo hun schouders onder zetten. In de tweede fase blijft het nodig systematisch te werken aan examenresultaten, verbeteringen en cultuurveranderingen. Er is een flinke slag geslagen dit jaar, maar het is geen werk van de korte termijn. Voor onze vestiging in Arnhem blijft het spannend. Met de gemeente onderzoeken we of andere huisvesting met meerdere partners mogelijk is. Ook het starten met een havo-top met ingang van augustus 2015 wordt voorbereid.
1.3.1 Algemeen Intern sterke school We mogen met dankbaarheid constateren dat elke locatie sterker is geworden. Niet dat alle zorgen weg zijn. De locatie Arnhem blijft alleen al vanwege zijn omvang permanent de aandacht vragen. Directie en locatiemanagementteams zijn gegroeid in hun functioneren. Veel docenten participeren in ontwikkelteams of andere activiteiten. De school heeft een bruisend karakter gekregen en de prestaties zijn verbeterd. De examenresultaten van het vmbo zijn achtereenvolgende jaren op een stabiel en goed niveau. In het havo en vwo blijft dit extra aandacht vragen; daar fluctueren de resultaten en liggen ze helaas nog niet op een stabiel en hoog niveau. Het nieuwe schoolplan 2013-2017 is vastgesteld. Met de locatiemanagementteams en de staf zijn we op pad gegaan om handen en voeten te geven aan ons onderwijs op basis van dit schoolplan. Gepersonaliseerd leren mag daarin gezien worden als concrete invulling. Algemene kwaliteit We zijn een leerlinggerichte school. We bieden een passende opleiding waarin de leerlingen worden gestimuleerd en uitgedaagd hun gaven en talenten te ontwikkelen en daarin te excelleren. Ook leren we de leerlingen hoe ze in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid op zich kunnen nemen. De school hecht veel belang aan de samenhang tussen onderwijs en zorg. Deze zorg wordt tegenwoordig aangeduid met de term ‘ ondersteuning’. De overheid voert een beleid ‘Passend Onderwijs’. Zowel de tweede als de eerste kamer heeft de wet passend onderwijs 5
Bestuurs- en Directieverslag 2014
aangenomen. De school participeert in het samenwerkingsverband V(S)O - Eemland dat de invoering van passend onderwijs vormgeeft. Binnen dit samenwerkingsverband is door iedere school het schoolondersteuningsprofiel in beeld gebracht. Het bieden van ondersteuning en goed onderwijs vraagt om ‘maatwerk’. Vanaf 2012 is dit onderdeel van het overheidsbeleid. De grootste uitdaging ligt in het aansluiten bij de verschillen tussen de leerlingen: bij de verschillen in leerstijl, leertempo en leerroute. Wat dat betreft lopen we voor op de landelijke ontwikkeling. We hebben een goede uitgangspositie om aan te sluiten bij de wettelijke verplichtingen die op ons af komen. Dit wil niet zeggen dat deze ontwikkeling gemakkelijk gaat. Het blijft de kunst de balans tussen ambitie en haalbaarheid te bewaken. Het blijft een uitdaging de leerlingen te stimuleren tot zeer goede prestaties. Gegeven de samenstelling van de leerlingenpopulatie en het team van medewerkers blijven we streven naar een niveau dat boven het landelijk gemiddelde ligt. Leerlinggericht, leerlingenzorg en doorgaande lijnen We zijn schoolbreed leerlinggericht. In de locatie(- en teamplannen) is dit uitgewerkt. Leerling-gerichtheid betekent: aandacht hebben voor de algehele ontwikkeling van de individuele leerling, qua leerroute, leertempo en leerstijl. Onderwijs en ondersteuning moeten optimaal zijn, terwijl de leerling betrokkenheid en veiligheid ervaart van docenten en medeleerlingen ( en de overige medewerkers). Het behalen van goede examenresultaten blijft onverminderd van belang. Tegelijk stelt de overheid en de samenleving ‘ aanvullende’ eisen. De politiek verliest hierbij helaas de realiteit weleens uit het oog; met alle problemen die dit voor de scholen geeft. Terecht wordt wel opgemerkt dat een zwalkende overheid onze enige zekerheid is. Extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben Met de invoering van Passend Onderwijs ondersteunt het samenwerkingsverband V(S)O – Eemland de scholen met extra budget voor leerlingen met een handicap of beperking, die vaak op een school voor speciaal onderwijs zitten of zaten, en die nu op een ‘gewone’ school zitten. Met het budget worden verschillende vormen van ondersteuning bekostigd: - Extra uren voor de leerkracht, klassenassistent of remedial teacher voor individuele hulp aan de leerling. - Extra uren ambulante begeleiding voor de leerkrachten vanuit een school voor speciaal onderwijs. - Extra lesmateriaal en aangepaste leermiddelen. Er zijn ook andere leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben om op een goede manier een diploma te kunnen halen. Dit zijn de leerlingen met leerwegondersteuning (LWOO), de leerlingen in de i-avo klas of de structuurklas en leerlingen waarvoor het samenwerkingsverband extra middelen ter beschikking stelt. In onderstaande tabel zijn de verschillende groepen leerlingen met extra ondersteuning in beeld gebracht. Het aantal leerlingen dat extra ondersteuning nodig heeft, groeit.
Zorgleerlingen 2012 t/m 2014 200 150 100 50 0 Lwoo
lgf 2012
i-avo 2013
6
2014
zorgbudget Eemland
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Eigentijds lesmateriaal We verwachten de komende jaren grote veranderingen op dit gebied omdat we hoe langer hoe meer willen vormgeven aan ons uitgangspunt van ontwikkelingsgericht onderwijs waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen in leerinhoud, leerstijl, leerroute en leertempo. De Onderbouw probeert hier in samenwerking met Thieme Meulenhof op in te spelen. Leerlingenactiviteiten en andere evenementen De actie I4U voor De Verre Naasten was, evenals voorgaande jaren, opnieuw een groot succes. De leerlingenverenigingen organiseren onder andere een gala-avond voor de onderbouw, schaatsen voor de klassen 1 en 3 op de Vechtsebanen, een grote avond en musical die twee avonden volle zalen trekt. Vooral deze grote avond is een jaarlijks hoogtepunt. Veel leerlingen laten daar zien wat ze in huis hebben. Hier schitteren veel talenten. Datzelfde kan ook gezegd worden van de musical van het vmbo. Andere activiteiten zijn geweest: Europees parlement, vieringen, sportevenementen (sportdagen, interscholaire, paasvolleybaltoernooi), kunstprojecten, excursies en een kerstconcert. 1.3.2 Schoolplan 2013 – 2017 Het nieuwe schoolplan is vastgesteld. Er zit nog een stevige uitdaging in het concretiseren ervan. Uit gezamenlijk overleg met directeuren, teamleiders en stafhoofden concluderen we dat het plan nadere uitwerking behoeft op het gebied van gepersonaliseerd leren en de wijze waarop wij dat inhoud willen geven in onze locaties. We hopen daar duidelijke stappen te kunnen zetten zodat het plan een levend en concreet document kan zijn voor de dagelijkse onderwijspraktijk. a. Visie Samenvatting doelstellingen Identiteit en visie op de toekomst ● In de locatieplannen en de teamplannen staan concrete activiteiten waarin de missie en de visie worden uitgewerkt. Hierbij gaat het in ieder geval om het volgende: - Vormgeving identiteit en pedagogisch-didactisch klimaat door training en beoefening van deugden: bezinning op leer en leven en implementatie .Elk plan bevat concrete voornemens. - Werken met de methode Leefstijl of een volwaardig alternatief. In het vmbo (bovenbouw) en de onderbouw gebeurt dit al. De tweede fase werkt met een alternatief waarbij dezelfde doelstellingen als bij Leefstijl worden gehanteerd. - De leerlingenwerving wordt verder verbeterd waarbij vooral de contacten met de ouders van de toeleverende klassen c.q. groepen 8 op de basisschool versterkt worden.
Wat is er gerealiseerd in 2014? De locatieplannen bevatten doelstellingen voor vorming in en bezinning op de Christelijke levensstijl. Leerlingen worden ingezet bij vieringen en dagopeningen. De stijgende lijn bij de aanmelding van leerlingen, die we de afgelopen jaren hebben mogen constateren, is afgevlakt in 2014. Voor de locatie Arnhem is 2014 een spannend jaar gebleken. Het leerlingaantal kwam exact op de kritische grens van 120. Het ingezette juniorcollege (in combinatie met PO-HAAL) heeft geleid tot betere samenwerking en uitwisseling van leerlingegegevens. Ook vanuit Veluwe-plus is er belangstelling om te participeren. De verdere uitwerking van het schoolplan 2013-2017 krijgt vorm, al gaat dit zeker niet vanzelf. De gezamenlijke LMT’s kwamen en komen bij elkaar om te werken aan verdere concretisering. Aan de brug tussen de uitgewerkte richting en de bijbehorende actie zal verder gebouwd moeten worden in de komende jaren.
7
Bestuurs- en Directieverslag 2014
b. Onderwijs Samenvatting doelstellingen Onderwijs ● De locatieplannen en teamplannen geven een verdere uitwerking van leerlingen leren te leren, leren verantwoordelijkheid te dragen, leren omgaan met meer zelfstandigheid. Hierbij komt onder ander naar voren: - Concretisering van ‘gepersonaliseerd leren’ o Concretisering van het uitgangspunt “de leerling centraal” ofwel “ leerlinggericht werken” bij de vakken(clusters), in de leerwerkhuizen en bij de leerlingenzorg o Concretisering van de doelstelling “leerlingen leren verantwoordelijkheid te dragen” o Het uitdagen van de leerlingen tot excellente prestaties o Het leren in rijke contexten o Het hanteren van een activerende didactiek o Het hanteren van variatie in werkvormen o Het realiseren van meer uitdagend onderwijs - Het realiseren van vakoverstijgende projecten - Het realiseren van een goede determinatie en het geven van goede doorstroom adviezen - Het behalen van goede examenresultaten - Het verbeteren van de toetskwaliteit door o.a.: intercollegiale toetsing van de toetsen, het borgen van de toetsnormering, systematische reflectie door leerlingen en docenten op de toetsen ● In de locatieplannen wordt uitgewerkt hoe Guido de Brès een bruisende school wil zijn.
Weergave van de realisatie in 2014: Alle locaties hebben gewerkt aan bovengenoemde doelstellingen. Als het gaat om de examenresultaten dan is de urgentie om te verbeteren noodzaak op de locatie Tweede Fase. De examenresultaten van de andere locaties geven geen reden tot zorg. Zowel voor VMBO bovenbouw als H/V bovenbouw ligt er uitdaging in het oppakken van de ontwikkellijn die in de onderbouw is ingezet op het gebied van gepersonaliseerd leren. Het VMBO heeft nu een intersectorale bovenbouw. De gehele onderbouw werkt nu met digitale devices. Deze worden ingezet als middel om inhoud te geven aan het uitgangspunt van gepersonaliseerd leren (eigen leertempo, leerroute, leerstijl en leerinhoud). Vanuit de ervaring die is opgebouwd en de deelname aan het project ‘gepersonaliseerd leren’ van de VO-raad krijgt ons onderwijs steeds meer vorm. Ook de andere locaties zijn, al dan niet in pilot-vorm, aan de slag gegaan in dezelfde lijn. Mede ingegeven door de examenresultaten wordt op de Tweede Fase gewerkt aan ‘de basis op orde’. De ingezette ontwikkellijn in dezen moet leiden tot een locatie die leerlinggericht en ontwikkelgericht is en goed georganiseerd.
8
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Slagingspercentage 2012 t/m 2014 100,00% 90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% Arnhem TL
Vmbo BL
% geslaagd in 2012
Vmbo KL
Vmbo TL
% geslaagd in 2013
2e Fase Havo 2e Fase Vwo % geslaagd in 2014
Maatschappelijke stage Uit de ontvangen subsidie maatschappelijke stage hebben we de activiteiten maatschappelijke stage erg breed ingezet. De leerlingen hebben via Stichting Present uit Amersfoort hun maatschappelijke stage gelopen bij diverse instanties. Zij kwamen daarbij in contact met de andere kant van de samenleving. De diverse activiteiten waren o.a.: taallessen aan allochtone vrouwen, marktbezoek met mensen van een verzorgingshuis, wandelen met ouderen, terras van een verzorgingshuis zomerklaar maken en een stage bij een biologisch dynamische zorgboerderij. Met ingang van 2015 wordt de maatschappelijke stage niet meer bekostigd. Afhankelijk van de (financiële) mogelijkheden wordt vastgesteld of de school deze stage geheel of gedeeltelijk af moet bouwen. c. Leerlingenbeleid en zorgstructuur c.q. ondersteuningsstructuur Samenvatting doelstellingen Leerlingenbeleid en zorgstructuur In de locatieplannen en de teamplannen wordt aangegeven hoe op de locaties wordt gewerkt aan het pedagogisch-didactisch klimaat. Hierbij wordt onder andere aandacht gegeven aan - De naleving van het leerlingenstatuut en het handhaven van de gedragsregels - Het daadwerkelijk tonen van respect en het beoefenen van deugden - Het creëren van veiligheid voor leerlingen en medewerkers; hierbij worden de uitkomsten van de tevredenheidsonderzoeken verwerkt Mede in overleg met het samenwerkingsverband Eemland werd in 2013 de voorbereiding voor de invoering van passend onderwijs verder opgepakt De schoolondersteuningsprofielen zijn vastgesteld en aangeleverd aan het samenwerkingsverband (SOP’s: de beschrijving van de mogelijkheden die de school heeft qua ondersteuning van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte in het kader van Passend Onderwijs)
We geven weer wat nu bij de afronding in 2014 is gerealiseerd. De locatieplannen voldoen aan de gestelde eisen. In 2014 is gewerkt met de PDCA-cyclus. Voor het locatieplan van de Tweede Fase is een andere route gekozen vanwege de interim situatie. In de locatieplannen zal nu verder weergegeven moeten (gaan) worden hoe de open en dynamische leergemeenschap wordt vorm gegeven. In samenwerking met het samenwerkingsverband Eemland is de invoering van Passend Onderwijs vormgegeven.
9
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Passend onderwijs stelt de leergemeenschap voor nieuwe uitdagingen. Als instelling krijgen we nieuwe verantwoordelijkheden bij het plaatsen c.q. aannemen van leerlingen; de zogenaamde zorgplicht. Dit stelt ons voor de opdracht het hoge niveau van de basiszorg te (gaan) realiseren.
Klachten Samen stevig werken aan onderwijs is geen garantie voor het uitblijven van klachten. Het komt ook dan voor dat ouders en/of leerlingen aan de bel trekken. Wij werken eraan dat deze klachten snel opgepakt en afgehandeld worden. Uit de reacties hierop mogen we vaststellen dat dit steeds beter verloopt en ook leidt tot begrip en tevredenheid. Er is in 2014 eenmaal beroep gedaan op de externe klachtencommissie. In deze procedure is de school in het gelijk gesteld. d. Personeelsbeleid en communicatie, ondersteunende dienst De centrale ondersteunende dienst – de afdelingen financiën, personeel en organisatie, automatisering en leerlingenadministratie en de facilitaire dienst – hebben de ontwikkelingen van voorgaande jaren doorgezet. De afdelingen vervullen een belangrijke strategischer functie en dragen bij aan de ondersteuning van het management. De interne controle is opnieuw uitgebreid. Samenvatting doelstellingen Personeelsbeleid en communicatie Doorontwikkeling van de MARAP-OD bij het in beeld brengen van sturings- en kengetallen ter ondersteuning van het management en het afleggen van verantwoording Vaststellen van aanvullingen op het strategisch personeelbeleidsplan waarin onder andere zijn opgenomen: - Het beleid voor de secundaire arbeidsvoorwaarden (binden en boeien) - De nieuwe cao - Nascholingsvoorwaarden Evalueren of de verschillende onderdelen van HRM (gesprekkencyclus, scholingsbeleid) voldoende geïntegreerd zijn en welke nieuwe acties nodig zijn Evaluatie van de invoering van portfolio’s Evalueren en vaststellen nieuw ARBO-beleidsplan Opstellen nieuw communicatieplan Vaststellen nieuw PR-plan Doorontwikkelen website We geven weer wat nu bij de afronding in 2014 is gerealiseerd. Het aantal kengetallen in de MARAP van de OD is de laatste jaren uitgebreid. In 2012 is gestart met een onderzoek om te kijken in hoeverre er meer samenhang kan komen in de kengetallen waarmee op dit moment wordt gewerkt (BeterScoren); tegelijk wordt gekeken naar een systeem waarmee de gegevens in Magister beter inzichtelijk kunnen worden gemaakt (Qlickview/Libelle). In het project Beter Scoren leren we nog steeds dat opbrengstgericht werken niet vanzelf gaat. De gelden die door de overheid beschikbaar gesteld zijn voor opbrengstgericht werken in het kader van het bestuursakkoord, worden hiervoor aangewend. De verdere ontwikkeling van de rapportage naar de RvT loopt. De RvT heeft hiertoe eigen kwaliteit prestatie indicatoren (kpi’s) geformuleerd. Er wordt ook gekeken of de directie kpi’s (Betere Scoren) overlap vertonen c.q. hier een plek moeten krijgen. Met de RvT zijn we op weg om op een rolvaste manier inhoud te geven aan governance. Daarvoor hebben RvT leden samen met CvB verschillende bijeenkomsten bezocht van bestuursdeskundigen en werken CvB en RvT samen aan een professionaliseringsslag. Op het terrein van HRM c.q. P&O zijn de beleidsplannen vernieuwd en aangepast aan o.a. nieuwe wet- en regelgeving.
10
Bestuurs- en Directieverslag 2014
De dienst P&O heeft het project “Sterke Punten Denken” afgerond. Ruim 90% van ons personeel heeft deelgenomen. Er wordt gewerkt aan een follow-up. Een klein werkgroep is gestart met het opstellen van een nieuw overkoepelend communicatieplan. In 2014 heeft de werving geleid tot een stabiel aantal nieuwe leerlingen, al geldt voor Arnhem dat het aantal leerlingen ons zorgen baart. Gegeven de krimp in het ‘aanbod’, betekent dit een groei van het deelnemerspercentage.
Procentuele verdeling man/vrouw
Procentuele verdeling directie/op/oop
60
80
50
70 60
40
50
30
40 30
20
20 10
10 0
0 2013
directie
2014 man
op 2013
vrouw
oop 2014
e. Kwaliteitszorg Samenvatting doelstellingen Kwaliteitszorg Monitoren kwaliteitszorg op de locaties, o.a. borging van de toetskwaliteit Periodiek worden er tevredenheidsonderzoeken gedaan onder ouders en leerlingen Periodiek wordt een werkdrukonderzoek uitgevoerd onder het OP We geven weer wat nu bij de afronding in 2014 is gerealiseerd. Op alle locaties is gewerkt aan de kwaliteitscriteria die door de inspectie worden gehanteerd. Vooral de borging van de kwaliteit van de toetsen is op orde gebracht. Ten gevolge van inspectiebezoek zijn enkele procedures nog meer aangescherpt. Elk jaar zijn tevredenheidsonderzoeken gehouden onder leerlingen en ouders. De resultaten zijn teruggekoppeld en verwerkt in de locatieplannen. Er wordt publiek gerapporteerd over de resultaten van de school. Dit gebeurt zowel door de onderzoeken in Kwaliteitsscholen als in Vensters voor verantwoording.
11
Bestuurs- en Directieverslag 2014
f. Financieel en materieel beheer Samenvatting doelstellingen Financieel en Materieel Beheer Doorgaan met het onderzoeken en opstellen meerjarenplannen voor de realisatie van ‘elk team een eigen plek’, te beginnen in de Onderbouw Doorgaan met (meerjaren)beleid (her) inrichting, renovatie en klimaatbeheersing Paladijnenweg 251 en 253 Doorontwikkeling van (meerjaren) plan en realisatie servicedesk, integratie financiële, personele en leerlingenadministratie Doorontwikkelen van een meerjarenbegroting gebaseerd op plannen voor aanpassing gebouwen (huisvesting ondersteunende dienst, servicedesk) We geven weer wat nu bij de afronding in 2014 is gerealiseerd. De locatiedirecteuren hebben in overleg met de ondersteunende diensten aandacht besteed aan middellange termijnplannen voor hun gebouwen. Tegelijk is de noodzaak van bezuinigingen nog meer duidelijk geworden. In de loop van het jaar 2011 is besloten tot een bezuiniging van ruim 9 fte. Deze bezuiniging geldt de volgende drie (school)jaren: 2011-2012, 2012-2013, 2013-2014. De uitwerking van deze bezuinigingsdoelstelling treft alle medewerkers. Dit heeft op alle locaties geleid tot intensieve discussies en maatregelen om de bezuinigingen zo eerlijk mogelijk te verdelen. De financiële positie van de school maakt dat de komende jaren de ingezette bezuinigingen gehandhaafd moeten worden. Dat zullen we van jaar tot jaar bezien, gezien de ontwikkelingen die er zijn vanuit het ‘herfstakkoord’ 2013. Er is een model opgesteld waarmee meerjarenbegrotingen en scenario’s in meerjarenbegrotingen worden opgesteld en doorgerekend. g. Bestuur en management Samenvatting doelstellingen Bestuur en Management Doorontwikkeling van de horizontale verantwoording Verdere verbetering MARAP’s Consequente(re) toepassing van het PDCA-principe in de MARAP’s en de beleidsplannen Verdere professionalisering van het werken van de teams en de teamleiders We geven weer wat nu bij de afronding in 2014 is gerealiseerd. We werken met de code goed bestuur van de VO-raad, met Vensters voor Verantwoording, waarin ook de resultaten van Kwaliteitsscholen wordt verwerkt. Het gebruik van de PDCA-cyclus is standaard. Dit komt naar voren in de verschillende managementrapportages (MARAP’s). We zijn onderweg gegaan om te onderzoeken of MARAP’s een nieuwe vorm moeten krijgen die gebaseerd is op de loctaiedashboards (BeterScoren) De nascholing en professionalisering van de locatiemanagementteams is afgestemd op de locaties. Verschillende teamleiders zijn in opleiding c.q. geslaagd, o.a. voor een Master Educational Leadership. Inmiddels wordt gewerkt aan nascholing per team- en locatieleider afzonderlijk. 1.4 Aantallen en achtergronden leerlingen In de tabel staan de aantallen leerlingen van de afgelopen jaren (2010, 2011, 2012, 2013 en 2014) en de aantallen die we de komende jaren (2015, 2016) verwachten.
12
Bestuurs- en Directieverslag 2014
De prognose staat tussen haakjes. Onderbouw 2e Fase VMBO Arnhem
2010 565 756 382 127
2011 579 791 350 128
2012 619 770 324 138
2013 591 775 338 123
2014 566 (564) 762 (802) 383 (347) 120 (120)
2015 566 755 359 120
2016 567 765 342 120
Waarvan: LWOO VAVO
128 16
144 12
154 22
163 19
175 (130) 27 (17)
145 17
145 21
1814
1836
1829
1808
1804 (1816)
1783
1773
Totaal excl VAVO
Leerlingenaantallen 2010 t/m 2016 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2010
2011
2012
Onderbouw
2013 2e Fase
2014 Vmbo
2015
2016
Arnhem
In de totaal aantallen zijn de zogenaamde VAVO-leerlingen, die wel bij ons op school staan ingeschreven, niet meegerekend omdat ze op een ROC les krijgen. De gelden die onze school voor deze leerlingen ontvangt, worden doorgesluisd naar het ROC. Het aantal leerlingen is in 2014 licht gedaald. Wij zijn van 1808 naar 1804 leerlingen gegaan. Dit in tegenstelling tot het voorgaande jaar. Deze daling valt relatief mee omdat er een krimpende markt is. We zijn hier erg blij mee. De aantallen leerlingen op de toeleverende gereformeerde basisscholen blijft afnemen. We hopen desondanks dat het aantal leerlingen de komende jaren zal stabiliseren of licht stijgen. We werken hard aan de uitstraling van de school, terwijl ook de samenwerking met gereformeerde basisscholen is versterkt. Daarnaast stijgt het aantal aanmeldingen van andere basisscholen.
13
Bestuurs- en Directieverslag 2014
De kerkelijke achtergronden van de leerlingen zijn in onderstaande tabel weergegeven, samen met het beeld zoals dat de komende jaren mogelijk is. De ontwikkeling komt overeen met de verwachtingen die we voorgaande jaren hebben verwoord. De prognoses staat tussen haakjes. Gereformeerd (vrijgemaakt)
2010 71,8%
2011 70,1%
2012 69,2%
2013 66,4%
Christelijk Gereformeerd
6,9%
6,6%
6,9%
6,5%
Nederlands Gereformeerd
2,2%
2,2%
2,2%
2,5%
Protestantse Kerk Nederland
9,4%
10,3%
9,9%
10,7%
Overige Gereformeerd
0,6%
1,1%
1,5%
2,0%
Evangelisch/Baptist/Pinkster
5,7%
6,2%
6,3%
7,5%
Apostolisch
0,9%
0,7%
0,8%
0,9%
Katholiek/Orthodox
0,1%
0,3%
0,2%
0,4%
Overig
2,3%
2,0%
2,5%
2,4%
Geen/onbekend
0,1%
0,5%
0,5%
0,7%
2014 61,9% (66,1%) 6,7% (6,9%) 2,6% (2,6%) 11,5% (10,8%) 3,9% (2,1%) 8,4% (7,5%) 0,7% (0,9%) 0,7% (0,4%) 2,6% (2,5%) 1,0% (0,3%)
2015 2014 61,2%% 60,8% 7,0%
7,2%
2,8%
2,9%
11,7%
11,9%
3,9%
3,9%
8,6%
8,7%
0,8%
0,8%
0,7%
0,7%
2,5%
2,5%
0,8%
0,6%
Denominatie 01.10.2014
Gereformeerd Vrijgemaakt
Christelijk Gereformeerd
Nederlands Gereformeerd
PKN
Overig Gereformeerd
Evangelisch/Baptist/Pinkster
Apostolisch
Katholiek/Orthodox
Overig
Geen/Onbekend
14
Bestuurs- en Directieverslag 2014
2. Financiële beschouwing 2.1 Algemeen Vanaf 1 januari 2008 werken we volgens Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. Op grond van deze richtlijn is een voorziening gecreëerd voor toezegging aan leden voor beloningen op termijn, zoals jubileum- en bepaalde pensioenuitkeringen. In het verslagjaar 2010 was er sprake van een stelselwijziging waarbij de voorziening BAPO en een niet reële vordering op OC&W zijn ondergebracht bij de reserve personeel. In het verslagjaren 2011 en 2012 heeft er geen stelselwijziging plaatsgevonden. Als gevolg van het gesloten sectorakkoord is de voorziening ‘Duurzame inzetbaarheid’ gecreëerd en verwerkt in de jaarrekening 2014. 2.2 Analyse van de financiële situatie op balansdatum De analyse vindt plaats aan de hand van de financiële doelstellingen die in voorgaande jaren zijn geformuleerd en ook voor 2014 van kracht waren. a. Een sluitende exploitatie De begroting voor 2014 gaat uit van een exploitatieoverschot van € 33.000, excl. een dotatie van € 100.000 aan het reservefonds personeel. In totaliteit dus een exploitatieoverschot van € 133.000. Uit de jaarrekening blijkt dat er een exploitatietekort van € 145.814 gerealiseerd is. In het verslagjaar zijn extra lasten gemaakt als gevolg van het afgesloten sectorakkoord VO. Betreft de 1,2% loonsverhoging vanaf 1 augustus 2014 en de reservering in verband met duurzame inzetbaarheid. In totaal is dit € 87.010. Het ministerie van OC&W heeft bepaalt dat deze extra financiële lasten komen ten laste van de extra bekostiging die de scholen hebben ontvangen in 2013. In de begroting van 2014 is rekening gehouden met lasten in verband met ziektevervanging personeel. Deze begrotingspost is overschreden met € 44.619. In het kader van public relaties en daaraan verbonden gesprekken met nieuwe ouders zijn er extra loonkosten ingezet ad € 15.467. In de begroting 2014 is geen rekening gehouden met de verrekening van extra uitkeringskosten aan het ministerie van OC&W over de jaren 2012 en 2013 voor in totaal € 76.723. Deze lasten zijn gebracht ten laste van de reserve personeel. Ook de niet begrote afvloeiingsregeling personeel ad € 89.408 zijn ten laste van deze reserve gebracht. De schoolorganisatie is voor wat betreft ziektevervanging eigen risicodrager. In het verslagjaar heeft de school in vergelijking met voorgaande jaren zowel bij het onderwijs- als ondersteunend personeel veel fte’s moeten inzetten in verband met ziektevervanging. In totaliteit voor € 194.619 (begroot 2014: € 150.000).
Ziekteverzuimpercentages 2013 en 2014
Ziekteverzuimpercentages 2013 en 2014
8
80
6
60
4
40
2
20
0
0 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 2013
Kort
2014
Lang 2013
15
Middellang Extra lang 2014
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Ziekteverzuimpercentages 2013 en 2014 (per locatie) 15 10 5 0 Onderbouw
Vmbo
2e Fase
2013
Arnhem
Ondersteundend dienst
Totaal
2014
Aan het einde van het jaar 2014 was het verzuimpercentage 2,63%. (eind 2012: 6,4% en eind 2013: 4,16%). De categorieën ‘kort’ en ‘lang verzuim’ vormden de grootste in het totale verzuimpercentage. Commissie Werk Veilig en Verantwoord In 2014 heeft de commissie Werk Veilig en Verantwoord (WVV) regelmatig vergaderd. In deze vergaderingen werden Arbo gerelateerde zaken en zaken in het kader van milieu en veiligheid besproken. Waar gewenst werden voorstellen ter verbetering gedaan. De herhalingscursussen op het gebied van BHV en EHBO zijn georganiseerd door de commissie, en er is overleg geweest met de Arbo contactpersonen op de verschillende locaties. Er wordt verder gewerkt met het Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E), dat in 2012 is ontwikkeld. Opnieuw is bij het opstellen van de begroting en de jaarrekening 2014 gebleken dat de materiële bekostiging onvoldoende is voor het onderhoud aan de schoolgebouwen, aanschaf van computers en digitale schoolborden. Uit de jaarrekening 2014 blijkt wederom dat ook de materiële subsidie de budgetten schoonmaak en energiekosten onder druk zet en niet toereikend blijkt te zijn. b. Liquiditeit ophogen Enkele jaren geleden is gesteld dat de liquiditeit tussen 2005 en 2011 opgehoogd moest worden naar minimaal € 1 miljoen. Deze doelstelling werd in de jaren tot aan 2011 gehaald. In het verslagjaar 2011 daalde de liquiditeit tot ongeveer € 650.000,- In het verslagjaar 2012 is de liquiditeit weer gestegen boven de € 1 miljoen. En in het verslagjaar verder naar € 1.536.969. De stijging van de liquiditeit in de afgelopen jaren is voor een gedeelte als gevolg van terughoudendheid in het inzetten en benutten van doelsubsidies, zoals de ontvangen subsidie prestatiebox vo. Ook de begrote dotatie aan het reservefonds personeel en terughoudendheid in investeringen en planmatig onderhoud hebben invloed gehad op de stijging van de liquiditeit. In het verslagjaar 2014 is de liquiditeit t.o.v. het vorige kalenderjaar gedaald naar 1.317.042 door o.a. het inzetten van de prestatiebox. Het beleid is gericht op een liquiditeit boven de gestelde norm van 1 en het liefst licht stijgen. c. Reservefonds personeel Doelstelling is dat het reservefonds personeel 10% van de loonsom bedraagt (€ 1 miljoen). Het reservefonds personeel is bedoeld om onvoorziene grote uitgaven in de personele sfeer te kunnen opvangen. Uit de jaarrekening blijkt dat de doelstelling van 10% van de loonsom op dit moment niet gehaald wordt als gevolg van een stelselwijziging in 2010 en extra uitgaven in de personele sfeer. De extra verrekening uitkeringskosten 2012 en 2013 van € 76.723, de afvloeiingsregelingen personeel ad € 89.408, de extra loonkosten ziektevervanging € 44.619 en de loonkosten duurzame inzetbaarheid, de loonkosten als gevolg van de salarisverhoging met 1,2% vanaf 1 augustus 2014 voor in totaal € 55.381 zijn ten laste van de reserve personeel gebracht. Conform de begroting 2014 is € 100.000 gedoteerd aan het reservefonds personeel, evenals het resterende positieve resultaat van € 45.838. 16
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Het reservefonds is ten opzichte van vorig jaar is gedaald met 120.293 naar 774.389. d. Een positief saldo voor de voorziening onderhoud In de jaarrekening is te zien dat het saldo is verhoogd. Dit is het gevolg van het feit dat er planmatig onderhoud is uitgevoerd ad € 133.967 (begroot € 150.000) en er conform de meerjaren onderhoudsbegroting € 165.000 gedoteerd is aan deze voorziening. Het saldo zelf is positief. In 2014 is het volgende aan planmatig onderhoud ingezet (bedragen in €): Onderbouw: Verlichting Uitbreiding schoolplein 2e Fase : - Sportinstallaties - Noodverlichting - Poederblussers/haspels brandbeveiliging - Fluorlampen - Gevelreiniging - Lichtkoepels - Schilderwerk - Interieur aanpassingen - Tochtdeuren Vmbo: Poederblussers/haspels brandbeveiliging Schilderwerk Arnhem: - Interieur aanpassingen - Schilderwerk Schoolbreed: - machinepark Totaal
3.938 6.897 11.527 7.096 2.552 2.968 6.114 3.668 20.500 2.303 16.591 1.852 4.174 3.782 16.388 23.617 133.967
In 2014 is er bij het pand aan de Paladijnweg 251 een constructiefout geconstateerd. De gemeente Amersfoort heeft het herstelkosten als gevolg van het betonrot ad € 131.323 gesubsidieerd. e. Investeringsruimte In voorgaande jaren is afgesproken om de investeringsruimte afhankelijk te maken van de bovengenoemde doelstellingen (a-d) en een investeringsplafond vast te stellen. Een investeringsplafond is uiteraard geen doel op zichzelf, maar is nodig voor het bereiken van de andere financiële doelstellingen. In de begrotingen van de afgelopen jaren is uitgegaan van een investeringsruimte van € 150.000. Als dit bedrag in de begroting wordt overschreden is daarvoor een afzonderlijk besluit van het college van bestuur en de raad van toezicht nodig. Daarnaast kunnen er doorgeschoven investeringen zijn uit het vorige jaar. Dit gebeurt alleen als daar duidelijke redenen voor zijn, gebaseerd op een vastgesteld beleidsplan. In de derde plaats zijn er reguliere investeringen die van te voren al of niet zijn benoemd. Het totale begrote investeringsbedrag van 2014 is: € 238.000.
17
Bestuurs- en Directieverslag 2014
In 2014 zijn de volgende investeringen gedaan (bedragen in €): Verbouw
Inventaris
totaal
15.967
12.658 15.967
11.700 650 4.099 4.859
7.622 11.700 650 4.099 4.859
8.344 13.230 15.125 6.648
21.141 87.173 8.344 13.230 15.125 6.648
1.112
1.112
1.936
1.936
4.829 9.134 1.755 163.566
4.829 9.134 1.755 163.566
128.594
262.954
391.548
T.l.v. de egalisatierekening (vanuit de prestatiebox)
87.173
28.395
115.568
Totaal
41.421
234.559
275.980
Algemeen: Vergaderruimte ondersteunende dienst Computer en website Onderbouw: Aanpassingen – elektra Zonwering Aanpassingen hekwerk Tafels/stoelen/werkbank Geluidsinstallatie 2e Fase: Aanpassingen – elektra Aanpassingen lokalen Tafels/stoelen/bureau’s Zonwering Laboratorium Beamers Vmbo: Camera/televisie
12.658 7.622
21.141 87.173
Klapstoelen Arnhem: Computer/beamer/Ipad Entreematten/tegels Aanhanger Computerapparatuur o.a. laptops, beamers, desktops Sub-totaal
Ten laste van de reserve onderwijsontwikkeling is een afschrijvingsbedrag van € 3.000 gebracht. Dit als gevolg van de investering in het leerling plein van de 2e fase ad € 30.000 in het kalenderjaar 2010. 2.3 Toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot de financiële positie Liquiditeitsprognose Met ingang van het verslagjaar 2012 is de liquiditeit gestegen boven de norm van 1 (zie vorige paragraaf). In de meerjarenbegroting en liquiditeitsplanning wordt een lichte stijging verwacht Deze verwachting is gebaseerd op de bezuiniging die in 2011 is ingezet: een vermindering van de formatie met ruim 9 fte voor de komende jaren. Op dit moment wordt enerzijds gerekend met de bestaande kaders voor de komende jaren, waaronder de genoemde bezuiniging, anderzijds wordt met zorg gekeken naar de noodzakelijke bezuinigingen van de overheid. Investeringen blijven echter noodzakelijk om de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden en verder te verhogen. Tegelijk voert de overheid sluipenderwijs bezuinigingen door. Het is dan ook niet uitgesloten dat de hiervoor genoemde bezuiniging – in de vorm van een korting op de formaties per locatie – langer moeten duren dan voorzien; wellicht zelfs structureel moeten worden.
18
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Financieringssystematiek De bekostiging van een kalenderjaar wordt berekend op de leerlingaantallen op 1 oktober in het voorafgaande kalenderjaar. Voor scholen met een dalend of stijgend leerlingenaantal is er derhalve weinig tijd om de gevolgen van een daling of stijging op te vangen. Op p. 11 staat de tabel met leerlingenaantallen van de afgelopen jaren (2010 t/m 2014) en de aantallen die we voor de komende jaren (2015 t/m 2016) verwachten. In de meerjaren- en liquiditeitsbegroting van 2015 en komende jaren zijn maatregelen genomen om de mogelijke daling financieel op te vangen. 2.4 Financiële instrumenten Doelstellingen risicobeheer In het treasurystatuut staan de kaders benoemd omtrent het beheersen van risico's. De financiële instrumenten voldoen aan de kaders genoemd in een aanvullende toelichting op het treasurystatuut. Algemeen De belangrijkste financiële risico’s waaraan de groep onderhevig is zijn het marktrisico, valutarisico, het renterisico, het kredietrisico en het liquiditeitsrisico. Het financiële beleid is erop gericht om op de korte termijn de effecten van koers- en renteschommelingen op het resultaat te beperken en om op lange termijn de marktwisselkoersen en marktrentes te volgen. Er wordt gebruik gemaakt van financiële derivaten om de financiële risico’s die verbonden zijn aan bedrijfsactiviteiten te beheersen. Er wordt met financiële derivaten geen speculatieve posities genomen. Marktrisico Door stratificatie aan te brengen in de portefeuille en limieten te stellen wordt het marktrisico beheerst. Valutarisico Er worden alleen transacties in euro’s uitgevoerd en er wordt geen valutarisico gelopen. Renterisico Renterisico word gelopen over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken wordt er risico gelopen ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden wordt risico’s gelopen over de marktwaarde. Kredietrisico Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Door het spreiden van transacties over verschillende financiële instellingen wordt getracht dit risico te beperken. Verder dienen de financiële instellingen te voldoen aan kredietwaardigheidseisen (rating). Dit is opgenomen in het treasurystatuut. De hoogte van het kredietrisico is afhankelijk van de grootte van het bedrag aan te ontvangen rente op de derivaten en de marktwaarde van de derivaten. Liquiditeitsrisico Het gaat hierbij om het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om aan de directe verplichtingen te kunnen voldoen. Dit geldt voor alle verplichtingen van onderwijsinstelling en haar tegenpartijen, ongeacht of dit nu crediteuren of financiële instellingen zijn. Wij hebben op verschillende manieren gewaarborgd dat wij altijd aan onze verplichtingen kunnen voldoen. Belenen en beleggen Financiële middelen worden alleen als saldo rekening courant, spaarrekening, deposito bij binnenlandse in Nederland gevestigde bankinstellingen aangehouden. Toegestane financieringsinstrumenten zijn rekening courant, kasgeldleningen, vaste geldleningen en deposito’s. 2.5 Financiële kengetallen De financiële kengetallen bevinden zich met uitzondering van de liquiditeit binnen de door de overheid gestelde normen. In 2009 is naar aanleiding van de rapportage van de commissie Don het kengetal ‘kapitalisatiefactor’ toegevoegd. Dit is een getal waarmee iets wordt gezegd over de vermogens van de school. 19
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Onze kapitalisatiefactor valt binnen de norm. We hebben niet een overdreven groot vermogen. De school is financieel gezond, maar niet rijk. Overzicht financiële kengetallen: Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Liquiditeit Kapitalisatiefactor
2014 28,82% 49,61% 1,10 19,37%
2013 31,81% 49,60% 1,11 19,96%
2012 27,52% 42,53% 0,85 19,43%
norm 25% – 50% 25% – 50% >1 < 35%
In de meerjarenbegroting en liquiditeitsbegroting wordt gestuurd op het verhogen van de liquide middelen om het kengetal van de liquiditeit op 1 te houden en licht te laten stijgen. De liquide middelen moeten dan stijgen naar € 1,9 miljoen. Hiervoor zijn inmiddels maatregelen genomen. De scholengemeenschap heeft de risicokaart in 2014 geactualiseerd. Niet alle genoemde risico’s zullen zich gelijktijdig voordoen. Doordat de vordering op het ministerie van OC&W ten laste is gebracht van de algemene reserve staat het eigen vermogen onder druk in vergelijking met de opgezette risicokaart. Beïnvloedende factoren op de meerjarenbegroting zijn: Bezuinigingen ministerie van OC&W, geen prijscompensatie op materiële bekostiging, geen extra bekostiging, verlaging op bijvoorbeeld de posten maatschappelijke stage, ‘gratis leermateriaal’ en leerlinggebonden financiering. Bij dalende leerlingaantallen zullen we er rekening mee moeten houden dat de vaste lasten van de scholengemeenschap blijven bestaan en ook dat zal z’n effect hebben op de inzet van fte’s.
2.6 Begroting 2015 Begroting 2015
Werkelijkheid 2014
Rijksbijdragen Overige baten Totaal baten
13.575 704 14.279
13.712 711 14.423
Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
10.031 318 942 2.983 14.274
10.791 316 865 2.612 14.584
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
15 1
14
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
19
-147
Bedragen x € 1.000
2.6.1 Uit de toelichting op de begroting 2015 Toelichting op de begroting 2015 1. Algemeen In het schoolplan 2013-2017 wordt t.a.v. het financieel beleid onder andere het volgende verwoord over de begroting: In de begroting wordt onze visie op onderwijs en organisatie vertaald in geld. Het inzetten van financiële middelen betekent keuzes maken en prioriteiten stellen. Het gevolgde beleid wordt financieel onderbouwd. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de expertise die in onze leergemeenschap aanwezig is. 20
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Uitgangspunt is dat we het beleid delen met de medewerkers, de leerlingen blijven zien (kern van ons bestaan) en gericht zijn op de toekomst of groeimogelijkheden. De vraag of de financiële middelen doelmatig worden ingezet speelt in toenemende mate een rol. Kan Guido de Brès met de huidige middelen meer kwalitatief goed onderwijs realiseren, verzorgd door vakbekwame en gemotiveerde medewerkers? Bij de besteding van de financiële middelen ligt het accent op het onderwijs zelf en de rol van de docent/medewerker daarin. Om het doelmatigheidsbesef breed binnen Guido de Brès te bevorderen zijn de volgende middelen in beeld: onderwijsvormen met meer mogelijkheden tot variatie, zoals grotere groepen leerlingen, verzorgd door meer leraren/medewerkers met verschillende functies; professioneel HRM-beleid met aandacht voor doelmatiger werken; het leren van groepsgenoten (peer tutoring) en samenwerkend leren; het inzetten van e-learning en ICT voor het verzorgen van onderwijs; het inzetten van benchmarking op deze punten; instrumenten die inzicht geven in de kosten voor het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Management- en docententeams worden op deze wijze in staat gesteld om systematischer en meer kostenbewust na te denken over de gewenste onderwijsinrichting en de daarbij benodigde inzet van middelen en onderwijsgevend personeel. De financiële crisis van de afgelopen jaren heeft ook gevolgen voor de bekostiging 2015 van scholen in het voorgezet onderwijs en in de komende jaren. In de begroting voor 2015 en de meerjarenraming voor 2016 tot en met 2018 wordt hier rekening mee gehouden. Het effect daarvan is dat er binnen de beschikbare financiële middelen prioriteiten moeten worden aangebracht in activiteiten, met daaraan verbonden uitgaven. Wij zijn een school die oog heeft voor het ontwikkelen van talenten van leerlingen en willen leerlingen graag voorbereiden op hun toekomst. Een financiële crisis en de daarbij behorende bezuinigingen hoeven de doelstellingen van de begroting, de educatieve ontwikkelingen en kwaliteit van onderwijs niet in de weg te staan. 2. Uitgangspunten begroting 2015 Voor de begroting 2015 hanteren we de volgende uitgangspunten. 1. Het exploitatiesaldo is positief. Een sluitende exploitatie. 2. De voorzieningen en reserves willen we verder op voldoende niveau brengen. Zij zijn op dit moment onder het niveau van de risicokaart gekomen. Doelstelling is 10% van de loonsom in 2015 (= € 1 mln). Dit betekent voor 2015 een dotatie van € 100.000,- aan de reserve personeel. 3. In verband met de risicokaart zal de liquiditeit verder moeten stijgen. De liquiditeit is de afgelopen jaren gedaald tot onder het gestelde minimumniveau. De liquiditeit moeten we op peil brengen om de risico’s die beschreven zijn in de risicokaart te kunnen dekken. Daarvoor is het nodig om te werken met een positief exploitatiesaldo en een dotatie aan de reserve personeel. Eventuele onverwachte, geringe, uitgaven moeten dan ook nog op te vangen zijn. Doelstelling voor de liquiditeit was € 1,9 mln in 2015. Dit betekende voor de komende jaren een ophoging met € 200.000,- per jaar. Deze ambitie blijkt te hoog. Het uiteindelijk doel voor de komende jaren blijft verdere ophoging van de liquiditeit. 4. De gerealiseerde bezuinigingen in de begroting 2014 worden ook in de begroting 2015 gecontinueerd. Voor 2015 betekent dit de continuering van de bezuiniging van ongeveer 9,1 fte (verdeeld over de locaties). 21
Bestuurs- en Directieverslag 2014
5. Evenals de afgelopen jaren is er kritisch gekeken naar de hoogte van de uitgaven t.a.v. overige personele kosten, huisvesting, administratie en algemeen beheer. O.a. actief inkoopbeleid en benchmarking moet gericht zijn op verlaging van deze exploitatiekosten. 6. Er is net als vorig jaar nog niet bezuinigd op het primaire proces in de zin dat we vakken schrappen. Wel ervaart het primaire proces direct de gevolgen van de bezuinigingen. De begrote bedragen voor de leermiddelen liggen op het niveau van vorig jaar, gerelateerd aan de aantallen leerlingen. Voor de excursies en de ouderbijdragen zijn de in de Schoolgids opgenomen bedragen, die zijn vastgesteld met instemming van de MR, in de begroting verwerkt. 3. Uitwerking inkomsten en uitgaven Het gaat in deze begroting net als voorgaande jaren om de gewone exploitatie, niet om de bijzondere subsidies voor specifieke doeleinden. Extra gelden zijn afzonderlijk weergegeven. Deze worden aangewend voor specifieke doelen: ‘gratis’ leermiddelen, zorg voor leerlingen (lumpsum zorgbudget nieuw Samenwerkingsverband Eemland en Passend Onderwijs Arnhem), innovatie impuls en nieuwe prestatiebox vo, gericht op verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De inkomsten voor de uitvoering van de functiemix worden overeenkomstig de richtlijnen van de overheid verwerkt. De centrale financiële administratie heeft de inkomsten berekend op basis van de integrale leerlingentelling van 1 oktober 2014 en op basis van de informatie over subsidies van het ministerie van OC&W. Dit betreft o.a. de gemiddelde personeelslast (GPL) en de normbedragen voor de materiële componenten van de lumpsum bekostiging voor het kalenderjaar 2015. Er wordt niet geanticipeerd op eventuele subsidieverhogingen; deze worden niet verwacht. Voor de berekening van de personele en materiële bekostiging is als uitgangspunt genomen: 1. Regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs voor de kalenderjaren 2014 en 2015 2. Regeling bekostiging exploitatiekosten voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2015 (Staatscourant, resp. nr. 24053 d.d. 26.08.2014 en nr. 28158 d.d. 11.10.2013) (VO-Raad ‘verwachte relevante financiële mutaties’ d.d. 09.10.2014) Bij de opstelling van de concept begroting 2015 is rekening gehouden met het lenteakkoord en de begrotingsafspraken 2015 van het kabinet zoals die gepresenteerd zijn na Prinsjesdag van 16 september 2014. In vergelijking met 2014 zijn er verschillende bijstellingen vanwege nieuwe bezuinigingen/correcties van het Ministerie van OC&W. De volgende effecten van overheidsmaatregelen zijn verwerkt in de begroting 2015: Bekostiging door OC&W (DUO) - Taakstelling lenteakkoord (-0,12%), € 12.264 - Bezuiniging profielen havo/vwo (-0,55%), - € 56.209 - Huisvestingsmiddelen Gemeentefonds (+2%) € 204.396 - Loonruimte 2015 (PM) - Sectorakkoord klassenassistenten (+0,38%) € 38.835 - Ophoging gpl OP i.h.k.v. Convenant Leerkracht (+0,18%) € 15.066 - Compensatie werkgeverslasten (PM) - Materiële bekostiging (+3,1%) € 44.641 Personeelskosten: De loonkosten voor 2014 hebben we berekend op basis van de ratio’s in het formatieplan 2014 – 2015. De berekening van de loonkosten is verder gebaseerd op de feitelijke loonkosten (op persoonsniveau) van het najaar 2014. De GPL verhoging, in de subsidietoekenning, voldoet niet aan structurele verhogingen van de sociale lasten, pensioenpremies, periodieken en dergelijke. 22
Bestuurs- en Directieverslag 2014
De bijdrage van de ouders is verhoogd als gevolg van de toenemende kosten van de (buitenlandse) excursies. Dit heeft geen effect op de exploitatie omdat de verhoging aan de inkomstenkant gelijk is aan de verhoging aan de uitgavenkant. Ook de komende jaren zullen we rekening moeten houden met de ingezette bezuinigingen van de overheid. We noemen de volgende interne maatregelen. 1. Ook het afgelopen jaar is de post vervanging van ziekte fors overschreden. Dit budget wordt voor 2015 gesteld op €150.000,- Er wordt onderzoek gedaan naar externe verzekering t.a.v. ziektevervanging. 2. Het plafond van de investeringen blijft € 150.000,3. De maximering voor het planmatig onderhoud blijft € 150.000,4. De financiële ondersteuning van ouders/verzorgers in de bus projecten (maximalisering in de reiskosten van de ouders / verzorgers) is ten laste gebracht van het kapitaal van de schoolvereniging (solidariteit). 5. Een aantal projecten die betrekking hebben op onderwijsontwikkeling en kwaliteitsverbetering worden ingekaderd binnen de (nieuwe) prestatiebox. 6. In de begroting 2015 wordt geen rekening gehouden met de huur van gym accommodatie voor de vestigingen in Amersfoort. 7. Het project ‘Printen 3.0’ en het hier mee nieuw afgesloten kopieercontract zal een positief effect hebben op de exploitatiekosten en het budget ‘gratis leermiddelen’. In de begroting 2015 is hier beperkt rekening mee gehouden. 8. Een tweetal projecten van HRM worden onder gebracht onder de presatatiebox. Het betreft de verdere implementatie ‘Sterke Punten Denken’ en de invoering van digitale portfolio. Respectievelijk € 7.500 en € 10.000. 9. Het onderdeel ‘Leer- en hulpmiddelen/kosten leerlingen’ bevat geen onderdelen meer die elders benoemd zijn in de begroting, zoals teamactiviteiten, leerling activiteiten etc. 10. De educatieve software is met ingang van de begroting 2013 onder de post ‘gratis lesmateriaal’ gebracht. Samen met de aanschaf van VO-Content en ander digitaal lesmateriaal / licenties zal het geheel van uitgaven in het kader van ‘gratis lesmateriaal’ moeten blijven binnen de verlaagde subsidie van € 298,03 per leerling. 11. Om de uitgaven van Public Relations beheersbaar te houden zijn in de begroting deelbudgetten opgenomen. De Guido Gidsen worden digitaal ingezet en niet meer gedrukt. De afschrijvingskosten van de nieuwe website worden over een aantal jaren meegenomen in de exploitatie. 12. Als gevolg van het Onderhandelaarsakkoord CAO VO 01.08.2014 – 01.08.2015 van 15 april 2014 wordt in het kader van het levensfasebewust personeelsbeleid in de begroting 2015 rekening gehouden met het vormgeven van voorziening. Voor het begrotingsjaar 2015 betreft dit € 91.000. In de begroting is een specificatie meerjarenraming 2016 – 2018 opgenomen op basis van de verwachte leerlingen in- en uitstroom. Uitgangspunten: - De prognoses van de leerlingaantallen 2015 t/m 2020. (dalende leerlingaantallen vanaf 2015). - De vestiging Arnhem is op 120 leerlingen gezet. - De verwachte relevante financiële mutaties t/m 2018, zoals die bekend zijn bij de VO Raad - De basisbedragen van de begrote subsidietoekenning 2015 Aandachtspunten/conclusies: - Bij dalende leerlingaantallen kan er niet volstaan worden met het volgen van de intern afgesproken ratio’s t.a.v. inzet van OP. Per leerling zal 0,0728 fte moeten worden omgebogen om de exploitatie sluitende te houden.
23
Bestuurs- en Directieverslag 2014
-
Vermindering van het leerlingaantal van Arnhem onder de 120 met ingang van 01.10.2015 zal tot gevolg hebben dat de ‘extra’ subsidie in verband met spreidingsnoodzaak komt te vervallen met ingang van het kalenderjaar 2016. Dit is een bedrag van € 150.925
Naast de begroting 2015 en de meerjarenraming 2016 tot en met 2018 is er een geactualiseerde risicokaart. De begroting is een ‘uitgeklede’ begroting die begrotingsdiscipline vraagt van directie en budgethouders om binnen de kaders te blijven. 2.7 Continuiteitsparagraaf Bij het opstellen van de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de verwachte inkomsten van het Ministerie van OC&W, zoals die bekend gemaakt zijn door de regelgeving van CFI/DUO en de informatie verkregen van de VO-Raad. Bij de inzet van de formatie wordt rekening gehouden met de verwachte leerlingen aantallen per 1 oktober van het betreffende kalenderjaar en de vastgestelde interne ratio’s die gelden voor het Onderwijs Personeel. Binnen de organisatie is een risicokaart aanwezig. Niet alle genoemde risico’s zullen zich gelijk tijdig voordoen. De belangrijkste risico’s zijn de opvang van het ziekteverzuim van het onderwijs personeel, het leerlingen aantal van de nevenvesting en de bekostiging door het Ministerie van OCW. Update van de risicokaart heeft in 2014 plaatsgevonden. Het effect van de risico’s zullen een plek krijgen bij de opstelling van de begrotingen en worden o.a. besproken met de Medezeggenschapsraad.
24
Bestuurs- en Directieverslag 2014
MEERJARENBEGROTING 2016 T/M 2018 * Prognoses leerlingaantallen 2015 t/m 2020 * Vestiging Arnhem gezet op 120 leerlingen * VO Raad - verwachte relevante financiële mutaties t/m 2018 * Staatscourant 26 augustus 2014 GPL Personele subsidie 2015 * Staatscourant 11 oktober 2014 GPL Materiële subsidie 2015
leerlingtelling 01-10 (t-1) -onderbouw -vmbo -2e fase -2e fase (vavo) -arnhem waarvan lwoo leerlingen waarvan vavo leerlingen waarvan herprofileerders waarvan ll in buitenland waarvan ll zorgbudget
2015
2016
2017
2018
566 383 735 26 120 1830
566 359 736 19 120 1800
567 342 744 21 120 1794
583 332 728 21 120 1784
175 26 0 0 9
170 19 0 0 9
165 21 0 0 9
163 21 0 0 9
25
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Rijksbijdrage personeel (gemid. per leerling) Rijksbijdrage materieel (gemid. per leerling) Overige baten (gemid. per leerling) Projecten
Personeel *) Afschrijvingen Huisvesting Administratie/algemeen beheer Leer- en hulpmiddelen Overige lasten Projecten Dotaties
2015 10.786 5.894 1.585 866 403 220 1.521
2016 10.651 5.917 1.560 867 396 220 1.384
2017 2018 10.619 10.569 5.919 5.924 1.547 1.539 862 863 395 393 220 220 1.380 1.374
14.295
13.992
13.941 13.875
10.177 318 942 575 236 421 1.506 100
10.143 320 942 575 232 414 1.384 100
10.130 10.177 360 341 942 942 575 575 231 230 413 410 1.380 1.374 80 80
14.275
14.110
14.112 14.130
EXPLOITATIERESULTAAT 20 -118 -171 -255 opmerking: bij dalende leerling aantallen in 2016 tot en met 2018 ratio's volgen + t.o.v. 2015: 0,0728 fte per leerling ombuigen. Euro's fte's gemiddelde op gpl
152.543 2,184 69.846
184.950 2,6208 70.570
Risico: Met ingang van 01.10.2015 Arnhem minder dan 120 leerlingen; het negatieve financiële effect is voor het kalenderjaar 2016: 150.925,44 (vervallen spreidingsnoodzaak) Materieel Personeel gpl dir Personeel nevenv. Totaal
16.728 92.095 42.102 150.925
(exclusief: * personele en materiële subsidie * volgen van ratio's + 0,0728 fte per leerling ombuigen 1 leerling peronele subsidie 1 leerling materiele subsidie 1 leerling lwoo subsidie 1 leerling project subsidies
4.594 663 3.970 596
26
237.456 3,3488 70.908
Bestuurs- en Directieverslag 2014
3. Jaarverslag van Raad van Toezicht 2014 Jaarverslag 2014 van de Raad van Toezicht ‘Wie ben je?’ Een vraag die best lastig is te beantwoorden. Wat is er kenmerkend, speciaal aan jou? Waarin onderscheid jij je van anderen? Om daar achter te komen moet je vaak doorvragen, zoals: Waar ben je goed in? Wanneer ben je trots op jezelf? De vraag ‘Wie ben je?’ raakt je identiteit. Het is ook een van de belangrijkste vragen die leerlingen in hun ontwikkelingsfase naar volwassene zich stellen ‘Wie ben ik?’ Veel jongelui bepalen hun identiteit uit iets wat ze van buiten naar binnen halen. Dat kan het uiterlijk zijn, relaties, hoeveel vrienden ze op Facebook hebben, bezit of door een talent. Hoe belangrijk is dan dat ‘buiten’. Dat het een veilige omgeving is, dat je er jezelf kunt zijn, dat je gewaardeerd wordt om wie je bent. Maar bovenal dat het een omgeving is waar je met elkaar kunt zeggen ‘Jezus is de Heer van ons leven’. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is er om toezicht te houden op het handelen van het College van Bestuur, te controleren of het College van Bestuur zich aan de spelregels houdt. Deze toezichthoudende taak heeft betrekking op de gehele gang van zaken in de scholen. Behalve als toezichthouder fungeert de Raad van Toezicht ook als critical friend van en adviseur/klankbord voor het College van Bestuur. Het is de taak van de Raad van Toezicht om de keuzes van het College van Bestuur te controleren. Welke stappen worden er genomen en waarom? Dit gebeurt altijd in een elkaar respecterende sfeer. Samenstelling Bij de start van het jaar 2014 kent de Raad van Toezicht zeven leden, te weten: Bert Keegstra te Barneveld, voorzitter Vrouwke Klapwijk – ter Meer te Voorthuizen, secretaris Marcel Krijgsheld te Amersfoort, algemeen adjunct, lid financiële auditcommissie Peter Petersen te Zeewolde, voorzitter financiële auditcommissie Henriette Kool – Heemskerk te Amersfoort, lid Jan Heinen te Bunschoten, lid Henry Buitenhuis te Barneveld, lid In 2014 heeft er geen wisseling plaatsgevonden van leden van de Raad van Toezicht. Vergaderingen De Raad van Toezicht vergaderde in het verslagjaar vijf keer in aanwezigheid van het College van Bestuur, namelijk op 20 januari 2014, 24 maart 2014, 19 mei 2014, 22 september 2014 en 17 november 2014. Tijdens deze vergaderingen zijn er ook gesprekken met leden van het directieteam van de diverse scholen aan de hand van tevoren afgesproken Kritieke Prestatie Indicatoren, de zgn. KPI’s. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft daarnaast vijf keer overleg gehad met de voorzitter van het College van Bestuur. Tevens heeft er een functioneringsgesprek plaatsgevonden tussen het College van Bestuur en twee leden van de Raad van Toezicht. Naast de eerder genoemde vergaderingen heeft de Raad van Toezicht ook een aantal keren in eigen verband vergaderd voor verdere professionalisering en het invulling geven aan de diverse portefeuilles die door de leden van de raad beheerd worden. Algemene Vergadering Een aantal jaren achter elkaar is de opkomst op de Algemene Vergadering miniem tot zeer miniem. Geeft dit de betrokkenheid van de ouders bij de school aan, of geven ouders heden ten dage op een andere manier uiting aan hun betrokkenheid? Na intern overleg tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht wordt geadviseerd de vergadering in juni 2014 schriftelijk dan wel digitaal af te handelen. Nadat dit aan de leden kenbaar is gemaakt, heeft geen van de leden aangegeven hier problemen mee te hebben. Voor het komende jaar zullen twee leden van de Raad met een voorstel komen om deze vorm van vergaderen te continueren of toch weer terug te gaan naar een fysieke vorm van vergaderen. 27
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Genomen besluiten op de vergadering van 17 juni 2014: - Peter Petersen is herbenoemd als lid van de Raad van Toezicht voor een periode van 4 jaar. - Het verslag van de Algemene Vergadering 2013 wordt ongewijzigd vastgesteld. - De ledenvergadering heeft decharge verleend aan het College van Bestuur en de Raad van Toezicht wat betreft het boekjaar 2013. - De contributie van de Vereniging voor gereformeerd voortgezet onderwijs voor Midden-Nederland blijft gehandhaafd op het huidige niveau van € 22,00. Aannamebeleid leerlingen Het aannamebeleid voor personeel is in 2012 verruimd, maar het toelatingsbeleid van leerlingen liep er niet mee in de pas. Daarom is er een nieuwe beleidslijn uitgezet conform die van aanname beleid van personeel. Leerlingen uit een van de gereformeerde kerken die staan in de traditie van de gereformeerde gezindte zijn daarbij wat identiteit betreft welkom op de Guido. Bij de overige leerlingen beslist het College van Bestuur (na raadpleging van het directieteam) over de toelating. Verder wordt er voortaan met alle nieuwe ouders een kennismakingsgesprek gevoerd over motivatie en identiteit. Financiën Binnen de Raad van Toezicht fungeert de auditcommissie. Deze commissie verzorgt namens de Raad van Toezicht de inhoudelijke voorbereiding van de financiële agendapunten en onderhoud contact met de accountant en vergadert vier keer per jaar met het College van Bestuur en het hoofd financiën. Deloitte Accountants heeft een positief accountantsverslag afgegeven, al is de situatie wel kwetsbaar en kunnen we ons geen ‘ gekke sprongen’ veroorloven. De accountant heeft ook gewezen op de veiligheid van de digitale gegevens. Daar de school meer en meer gebruik maakt van externe servers en het werken in de cloud, vraagt het extra zorg om je ervan te vergewissen dat het veilig gebeurt. Arnhem Deze (kleine) school neemt een bijzondere plaats in binnen de scholengemeenschap. Met niet afnemend enthousiasme zet het team van deze school zich elk jaar weer in om voldoende leerlingen binnen te halen en zijn wij en zij heel opgelucht als het minimum vereiste aantal van 120 leerlingen wordt gehaald. We realiseren ons dat het heel goed zou zijn als Arnhem er een havo-top bij zou krijgen, waardoor leerlingen hun hele havo-opleiding in Arnhem kunnen volgen. Nu zijn ze voor de top aangewezen op scholen in de regio. LVGS Leden van de Raad bezoeken de vergaderingen van de Landelijke Vereniging van Gereformeerde Schoolverenigingen. Binnen deze vergaderingen kunnen we onze kennis delen en op onze beurt weer leren van anderen. Belangrijke punten die dan aan de orde komen zijn: ‘waar zit ons bestaansrecht in, is dat de grondslag waarop onze identiteit is gestoeld’ en ‘wordt deze grondslag vervangen door of aangevuld met een identiteitsperspectief dat beschrijft wat er van ons verwacht mag worden?’. Verdere aandachtspunten bij het gezamenlijk overleg met het College van Bestuur: - De negatieve lijn van het slagingspercentage havo is omgebogen, maar het slagingspercentage van het vwo is gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Met beide afdelingen zitten we nog wel onder het landelijk gemiddelde. Het College van Bestuur, locatiemanagement en de inspectie zitten er bovenop om deze lage resultaten in een stijgende lijn naar boven te krijgen. - Het ziekteverzuimpercentage is het afgelopen jaar bijzonder laag geweest. Een goede zaak! - In 2014 heeft er een Medewerkers onderzoek plaatsgevonden. Waar nodig, is er actie ondernomen op laag scorende onderdelen/personen. - Het binnenhalen van nieuwe leerlingen blijft een zorgenkindje. Hoewel er op presentaties en Open-Dagen veel positieve geluiden worden gehoord, vertaalt dit zich nog niet tot een stijging van het aantal leerlingen. Wel merken we een toename bij de instroom van het aantal kinderen van niet gereformeerde basisscholen. - De doorgaande lijn van Onderbouw naar Tweede Fase wordt nog gezien als een hobbel en verloopt niet altijd vloeiend. Beide afdelingen werken er hard aan om op een lijn te komen. - Halverwege het jaar kwam de locatie van de Tweede Fase in zwaar weer te zitten. Na veel intern overleg en gesprekken tussen alle partijen, inclusief de Raad van Toezicht, zullen we op 1 april 2015 met wederzijds goedvinden officieel het dienstverband met de locatiedirecteur Tweede Fase beëindigen. 28
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Andere werkzaamheden Raad van Toezicht Los van de vergaderingen van de Raad van Toezicht vindt de Raad het ook belangrijk op andere manieren bij de school betrokken te zijn. Dit vertaalde zich onder meer in het bijwonen van de Open Dagen voor de werving van nieuwe leerlingen, diploma-uitreikingen, het toekennen van de Guido Award voor het beste profielwerkstuk van de afdelingen HAVO en VWO. Daarnaast zijn er de Grote Avond en de musical van het VMBO bezocht. Worden wie je bent Is het niet geweldig dat we op de Guido de Bres elke dag weer bezig mogen zijn met de ontwikkeling van de leerlingen en dat te mogen doen vanuit onze christelijke identiteit. Een identiteit die je niet zelf hoeft te maken en in stand hoeft te houden. Maar een identiteit die je ontvangt van Jezus. Dat God daarbij onze hulp wil zijn en ons daarvoor kracht en wijsheid wil geven en zijn heilige Geest in ons laat werken.
Amersfoort, mei 2015 Vrouwke Klapwijk – ter Meer, secretaris De Raad van Toezicht wordt op dit moment gevormd door: Bert Keegstra te Barneveld, voorzitter Vrouwke Klapwijk – ter Meer te Voorthuizen, secretaris Marcel Krijgsheld te Amersfoort, algemeen adjunct, lid financiële auditcommissie Peter Petersen te Zeewolde, voorzitter financiële auditcommissie Henriette Kool – Heemskerk te Amersfoort, lid Jan Heinen te Bunschoten, lid Henry Buitenhuis te Barneveld, lid
29
Bestuurs- en Directieverslag 2014
4.1 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2014 VERENIGING GUIDO DE BRES Begroot 2015 €
Begroot 2014 €
Werkelijk 2014 €
BATEN Contributies / donaties / giften
20.000
22.000
19.756
Rente
1.000 21.000
1.000 25.200
1.000 20.756
LASTEN Kosten ledenvergadering (ledenorgaan, porti, advertenties, opening schoolseizoen)
5.600
2.094
Kosten bestuursvergadering (representatie, reiskosten, reprokosten)
2.000
2.380
10.600
8.871
Kosten leerlingen (afscheidscadeaus schoolverlaters)
3.400
5.211
Kosten ondersteunend apparaat (accountant/registratie/reprokosten/porti)
1.400
1.200
Medewerkers (afscheid, jubilea, contactavonden)
Jubilea scholen
16.000
Ondersteuning leerlingenvervoer
Resultaat
45.000
10.000
23.521
45.000
49.000
43.277
24.000-
23.800-
22.521-
mutatie op het kapitaal van de vereniging)
BALANS PER 31.12.2014 ACTIVA
PASSIVA 31-12-2014
31-12-2013
Rekening-courant school
40.843
63.364
Totaal
40.843
63.364
31-12-2014
Kapitaal
31-12-2013
40.843
63.364
40.843
63.364
Voorstel: de contributie voor het kalenderjaar 2015 ongewijzigd te laten op het huidige niveau van € 22,00
30
Bestuurs- en Directieverslag 2014
4.2 BALANS PER 31-12-2014 (na resultaatbestemming)
1
ACTIVA
31-12-2014 € €
31-12-2013 €
€
VASTE ACTIVA
1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.2 Inventaris en apparatuur
577.172 931.801
601.297 947.291 1.508.973
1.3 Financiële vaste activa 1.3.3 Overige leningen u/g
330
Totaal vaste activa
1.548.589
1.635 330
1.635
1.509.304
1.550.224
91.880
110.097
VLOTTENDE ACTIVA 1.4.2 Voorraden 1.5 1.5.1 1.5.5 1.5.6
1.7
Vorderingen Debiteuren Overige vorderingen Overlopende activa
195.192 71.110 191.984
43.233 113.932 165.629 458.286
322.794
Liquide middelen
1.317.041
1.536.969
Totaal vlottende activa
1.867.208
1.969.860
TOTAAL ACTIVA
3.376.511
3.520.083
31
Bestuurs- en Directieverslag 2014
PASSIVA
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3
Eigen vermogen Verenigingsvermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves
31-12-2014 € €
privaat publiek publiek
40.843 932.937
Totaal vermogen
31-12-2013 €
63.364 1.056.230 973.780
2.4 Voorzieningen 2.4.1 Onderhoud 2.4.2 Overige voorzieningen
514.240 187.128
1.119.594
483.207 143.059 701.368
2.6 2.6.3 2.6.6 2.6.8 2.6.9
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
533.488 586.838 55.080 525.958
TOTAAL PASSIVA
32
€
626.266
309.580 617.220 58.788 788.637 1.701.363
1.774.223
3.376.511
3.520.083
Bestuurs- en Directieverslag 2014
4.3 Staat van baten en lasten 2014
Werkelijk 2014 € 3 3.1 3.2 3.5
BATEN Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten
13.675.900 35.911 710.859
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
LASTEN Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
Begroting 2014 € €
13.717.000
10.791.002 315.595 865.189 2.610.440
Saldo baten en lasten
FINANCIELE BATEN EN LASTEN Rentebaten Rentelasten Saldo fin. baten en lasten
Werkelijk 2013 € €
14.093.411 5.763 506.128
417.000 14.422.670
Totaal lasten
5 5.1 5.2
€
14.134.000
10.517.000 328.000 926.000 2.342.000
134.605.302
10.783.802 366.145 910.595 2.370.442
14.582.227
14.113.000
14.430.264
-159.557
21.000
175.038
14.103 360
13.000 1.000
16.829 440
13.743
12.000
16.389
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
-145.814
33.000
191.427
Exploitatieresultaat
-145.814
33.000
191.427
33
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Afkortingen en verklarende woordenlijst ABP ARBO BBL BAPO BHV DUO HAAL HAVO HRM I4U I-AVO ICT I-VMBO KBL KPI LVGS LWOO MARAP MAVO MR OC&W O&I OP OSG PDCA POF POP PR SWOT TL UWV VAVO VBOK VMBO WSW ROC
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Arbeidsomstandigheden Beroeps Begeleidende Leerweg Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen Bedrijfshulpverlening Dienst Uitvoeringsorganisatie Onderwijs Vereniging van Gereformeerd Primair Onderwijs Haal (Hilversum, Almere, Amersfoort, Leusden) Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Human Resource Management Eye for You Individueel Algemeen Vormend Onderwijs Informatie en Communicatie Technologie Individueel Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Kaderberoepsgerichte Leerweg Kwaliteit Prestatie Indicator Landelijk Verband voor Gereformeerde Schoolverenigingen Leerwegondersteunend Onderwijs Management Rapportage Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Medezeggenschapsraad Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Commissie Organisatie & Identiteit Onderwijs Personeel Onderwijs Service Groep Plan Do Check Act Commissie Personeel, Organisatie en Financiën Persoonlijk Ontwikkelings Plan Public Relations Strenghts, Weaknesses, Opportunities and Treats Theoretische Leerweg Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Voortgezet Algemeen Volwassen Onderwijs Vereniging ter bescherming van het ongeboren kind Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Wet Sociale Werkvoorziening Regionaal Opleidingen Instituut
34
Bestuurs- en Directieverslag 2014
Gereformeerde scholengemeenschap Guido de Brès Postbus 401 3800 AK AMERSFOORT Tel. (033) 479 29 00 Fax (033) 479 29 97 e-mail:
[email protected] Locatie Amersfoort Paladijnenweg: onderbouw Paladijnenweg 253, 3813 HX AMERSFOORT Tel. (033) 479 29 00 Fax (033) 479 29 98 e-mail:
[email protected] Locatie Amersfoort Paladijnenweg: tweede fase Paladijnenweg 251, 3813 DH AMERSFOORT Tel. (033) 479 29 00 Fax (033) 479 29 97 e-mail:
[email protected] Locatie Amersfoort Arnhemseweg: vmbo, lwoo Arnhemseweg 65, 3817 CB AMERSFOORT Tel. (033) 479 29 00 Fax (033) 464 05 48 e-mail:
[email protected] Locatie Arnhem: vmbo, havo, vwo Grensweg 2, 6823 JH ARNHEM Tel. (026) 442 30 38 Fax (026) 351 94 82 e-mail:
[email protected]
35