Jaarrekening 2009
Verseon 122042
Waterschap Zuiderzeeland Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon: (0320) 274 911 fax: (0320) 247 919 www.zuiderzeeland.nl
122042 AV versie.docx, afgedrukt op 17-5-2010 16:01:00 uur
Jaarrekening 2009
Pagina 2
Jaarrekening 2009
Inhoudsopgave 1.
Analyse begroting en resultaat ................................................................... 5
1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Inleiding ....................................................................................................... Begroting ..................................................................................................... Analyse gerealiseerd resultaat......................................................................... Resultaat versus primitieve begroting ..............................................................
2.
Resultaatbestemming ............................................................................... 10
3.
Balans ....................................................................................................... 12
3.1. 3.2.
Balans per 31 december ................................................................................ 12 Toelichting op de balans ................................................................................ 13
5 5 7 9
4.
Exploitatierekening naar kostensoort ....................................................... 23
4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
Exploitatierekening ....................................................................................... 23 Waarderingsgrondslagen ............................................................................... 24 Toelichting op de lasten................................................................................. 24 Toelichting op de baten ................................................................................. 28
5.
Exploitatierekening naar programma ........................................................ 32
6.
Exploitatierekening naar kostendrager ..................................................... 35
7.
Exploitatierekening naar beleidsveld ........................................................ 36
8.
Paragrafen ................................................................................................ 37
8.1. 8.2. 8.3. 8.4. 8.5. 8.6. 8.7. 8.8. 8.9. 8.10.
Algemeen .................................................................................................... 37 Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar .................................................... 37 Incidentele baten en lasten ............................................................................ 37 Onttrekkingen aan voorzieningen en bestemmingsreserves ............................... 38 Waterschapbelastingen ................................................................................. 38 Weerstandsvermogen ................................................................................... 40 Financiering ................................................................................................. 43 Verbonden partijen ....................................................................................... 46 EMU-saldo ................................................................................................... 48 Uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) ................................ 49
9.
Overige gegevens ..................................................................................... 50
9.1. 9.2.
Gebeurtenissen na balansdatum ..................................................................... 50 Accountantsverklaring ................................................................................... 50
10.
Bijlagen .................................................................................................... 51
10.1. 10.2. 10.3. 10.4. 10.5. 10.6.
Algemeen .................................................................................................... 51 Staat van materiële vaste activa .................................................................... 52 Staat van reserves ....................................................................................... 54 Staat van voorzieningen ................................................................................ 55 Staat van vaste schulden............................................................................... 56 Staat van personeelslasten ............................................................................ 58
Pagina 3
Jaarrekening 2009
Pagina 4
Jaarrekening 2009
1.
Analyse begroting en resultaat
1.1.
Inleiding
In artikel 103 van de Waterschapswet is bepaald dat het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over elk begrotingsjaar verantwoording dient af te leggen over het gevoerde financiële beheer, onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag. Het Waterschapsbesluit geeft voorschriften over de inrichting van de jaarrekening en het jaarverslag. Deze jaarrekening is conform de voorschriften opgesteld.
1.2.
Begroting
De presentatie van de begroting en de verantwoording hierover vindt volgens het Waterschapsbesluit plaats op basis van de primitieve begroting inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen. In het onderstaande overzicht wordt zichtbaar gemaakt hoe de primitieve begroting inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen tot stand is gekomen, uitgaande van de vastgestelde Beraps.
Begroting naar Programma’s In de programmabegroting en bestuursrapportages wordt uitgegaan van programma’s. Bij deze programma’s worden de doelstellingen, activiteiten en benodigde middeleninzet weergegeven. De dekking van de programmalasten vindt plaats vanuit de algemene dekkingsmiddelen en zijn niet verbijzonderd naar de programma’s. Analyse bijgestelde begroting naar programma’s (bedragen x € 1.000.000) Veiligheid
Voldoende water
Schoon water
Totaal
Begrote programmalasten conform primitieve begroting
5,5
27,3
33,4
66,2
Mutaties uit bestuursrapportages
0,0
- 0,7
- 0,1
- 0,8
Bijgestelde programmalasten
5,5
26,6
33,3
65,4
Begrote belastingopbrengsten Begroot exploitatieresultaat
66,2 0,8
De primitieve begroting gaat uit van een totaal van € 66,2 miljoen aan netto exploitatielasten. In de 1ste en 2de Berap is er een totaalbedrag van positief € 0,8 miljoen bij- en afgeraamd ten opzichte van de primitieve begroting, waardoor de begrote netto exploitatielasten uitkomen op € 65,4 miljoen. Omdat de belastingopbrengsten niet zijn bijgesteld, is het begrote resultaat gesteld op € 0,8 miljoen positief.
Pagina 5
Jaarrekening 2009
Bestuursrapportages Twee maal per jaar wordt aan de Algemene Vergadering verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en de daarvoor ingezette middelen. De Algemene Vergadering heeft de in de Beraps opgenomen aanbevingen integraal overgenomen. Om het inzicht in de bijstellingen te vergroten wordt hieronder weergegeven hoe de bijgestelde begroting tot stand is gekomen gegroepeerd naar soort van bijstelling. 1ste Berap In de 1ste Bestuursrapportage zijn geen te verwachten budgetoverschotten en budgetoverschrijdingen gemeld. 2de Berap In totaal werd in de 2de Bestuursrapportage voor een bedrag van positief € 761.500 vermeld als saldo van te verwachten budgetoverschotten en budgetoverschrijdingen. Deze budgetoverschotten en budgetoverschrijdingen waren:
(Mutaties 2de Berap, bedragen x € 1.000.000) Mutaties Stedelijk water Aanleg duurzame oevers Herijking budgetten Interne faciliteiten
- 0,6 - 0,1 - 0,3 0,2
Mutaties 2de Berap
- 0,8
Begroting naar Kostendragers Naast de dwarsdoorsnede naar programma’s wordt hieronder een dwarsdoorsnede naar de door de Waterschapswet verplicht voorgeschreven kostendragers weergegeven. Analyse bijgestelde begroting naar kostendragers (bedragen x € 1.000.000) Watersysteemtaak
Zuiveringstaak
Totaal
-
-
-
Mutaties uit bestuursrapportages
0,9
- 0,1
0,8
Begroot exploitatieresultaat
0,9
- 0,1
0,8
Primitieve begroting
De dwarsdoorsnede naar kostendragers is van belang voor de financiering van de taken. Het gerealiseerde exploitatieresultaat over het jaar 2009 zal dan ook worden toegevoegd aan de algemene reserves welke herleidbaar zijn naar de kostendragers.
Pagina 6
Jaarrekening 2009
1.3.
Analyse gerealiseerd resultaat
In de hoofdstukken 4 tot en met 7 van de jaarrekening zijn een aantal dwarsdoorsnede te vinden van het gerealiseerde resultaat ten opzichte van het begrote resultaat. Iedere dwarsdoorsnede geeft inzicht in de gerealiseerde afwijkingen. In de onderstaande tabel wordt een opstelling gegeven van de afwijkingen van het jaarresultaat ten opzichte van de primitieve begroting. De insteek hierbij is de oorzaken van het gerealiseerde resultaat zo goed mogelijk weer te geven, waarbij het beste inzicht van alle dwarsdoorsneden samen gebruikt wordt. Gerealiseerd resultaat (op afwijkingen, bedragen x € 1.000.000) Onderbestedingen Niet gebruikt deel stedelijk water Onderbesteding studies planvorming Onderbesteding studies waterketen Onderbesteding studies strategie & ontwikkeling Onderbesteding bestuurondersteuning Onderbesteding waterbeheer Onderbesteding ICT Lagere energielasten als gevolg van droog jaar Onderbesteding personele lasten Doelmatigheidsonderzoek Niet gebruikt deel post onvoorzien Subtotaal onderbestedingen
Kapitaallasten Lagere kapitaallasten door stelselwijziging Lagere kapitaallasten door lagere korte rente Lagere kapitaallasten door lagere afschrijvingen Duurzame waardeverminderingen Voorziening Btw Waterlandstichting
1,5 0,4 0,4 0,2 0,3 0,2 0,1 0,3 0,2 - 0,1 0,1 3,6
0,8 0,7 0,4 - 0,2 - 0,4
Subtotaal kapitaallasten
1,3
Belastingen Hogere belastingopbrengsten Lagere dotatie voorziening dubieuze belastingdebiteuren Lagere bijdrage aan Tricijn in verband met resultaat 2009 Vrijval voorziening belastingsamenwerking
2,5 0,4 0,2 0,2
Subtotaal belastingen
3,3
Pagina 7
Jaarrekening 2009
Overige opbrengsten Eenmalige bijdrage Almere voor stedelijk baggeren Uitkeringen Hogere opbrengsten uit eigendommen en overige diensten (o.a. opbrengsten uit loswallen) Overige opbrengsten (o.a. ontvangen subsidies)
2,7 0,1 0,4 0,7
Subtotaal overige opbrengsten
3,9
Exploitatieresultaat over 2009
12,1
Het positieve jaarresultaat 2009 is het gevolg van onvoorziene meevallers en het gevoerde beleid van kritisch financieel beheer. Veel was al bekend in 2009, maar is toen niet gelijk ‘financieel vertaald’ in de Beraps. Het overgrote deel van de afwijkingen wordt niet veroorzaakt omdat de begrote activiteiten niet zijn uitgevoerd, maar heeft een andere externe oorzaak. Stedelijk water bevindt zich nog in de opstartfase. Van het beschikbare budget van € 1,9 miljoen is slechts € 0,4 miljoen besteed aan vooral externe adviseurs. De studies van planvorming Waterbeheer en bureau Waterketen laten beiden een onderbesteding zien van € 0,4 miljoen, terwijl afdeling Strategie en ontwikkeling een onderbesteding op studies laat zien van € 0,2 miljoen. Door meevallende bijdragen aan de Unie van waterschappen houdt Bestuursondersteuning € 0,3 miljoen over. Waterbeheer en ICT houden € 0,2 miljoen respectievelijk € 0,1 miljoen over van het beschikbare budget. Door een relatief droog jaar vallen de energielasten van de gemalen lager uit. In 2008 was het tegenovergestelde het geval, hetgeen aangeeft hoe moeilijk het is hier juist op te begroten. Conform de motie van de Algemene Vergadering van 18 november 2008 is er een bedrag van € 0,2 miljoen aan personele lasten niet besteed. De helft hiervan is gebruikt ter bekostiging van het doelmatigheidsonderzoek. De kapitaallasten vallen lager uit door de toerekening van een deel van rentelasten aan onderhanden werk, conform het gestelde in het op 16 december 2008 vastgestelde activabeleid. De lage korte rente is het gevolg van de kredietcrisis. Op de aankoop van gronden ten behoeve van duurzame oevers is conform het activabeleid een waardevermindering van 50% toegepast, hetgeen resulteert in een last van € 0,2 miljoen. De Belastingdienst heeft voorgesteld het geschil tussen haar en de Waterlandstichting definitief op te willen lossen. De finale lasten voor Waterschap Zuiderzeeland bedragen in deze schikking € 0,4 miljoen. De belastingen vallen vooral hoger uit omdat op verzoek van Tricijn uit voorzichtigheidsoverwegingen in de begroting voor het jaar 2009 is uitgegaan van een minder grote toename van heffingseenheden dan in voorgaande jaren. Dit, omdat in voorgaande jaren de verwachte toename vaak niet werd gerealiseerd, waardoor er een negatief exploitatieresultaat was op de belastingopbrengsten. Deze voorzichtige wijze van begroten resulteert in een positief resultaat op de belastingopbrengsten van € 2,5 miljoen. De verhevigde inspanningen van Tricijn op de invordering leidt tot een lagere dotatie dan begroot en leidt tot een positief resultaat van € 0,4 miljoen. De organisatie van Tricijn is in 2009 ook intern goed op orde gekomen, hetgeen resulteert in een lagere bijdrage aan Tricijn dan oorspronkelijk was begroot. Voorts valt de voorziening belastingsamenwerking vrij, omdat er vanuit de belastingsamenwerking geen nabranders uit de opstart van Tricijn meer worden verwacht. In het hoofdstuk resultaatbestemming wordt voorgesteld het resterende deel van de voorziening te bestemmen ter dekking van kosten die zich mogelijk zullen voordoen bij de fusie van de belastingorganisaties Tricijn en Lococensus.
Pagina 8
Jaarrekening 2009
Het achterstalling baggeronderhoud is van de gemeente Almere overgenomen, waarvoor Waterschap Zuiderzeeland een bedrag van € 2,65 miljoen van gemeente Almere heeft ontvangen. Besloten is deze bijdrage toe te voegen aan de bestemmingsreserve baggeren Almere. Deze ontvangst loopt via het resultaat. Niet begrote (zwangerschaps)uitkeringen leiden tot een resultaat van € 0,1 miljoen. Hogere opbrengsten uit o.a. loswallen leiden tot een positief resultaat van € 0,4 miljoen en de opbrengsten uit niet begrote subsidies leiden tot een meeropbrengst van € 0,7 miljoen. De niet begrote opbrengst uit subsidie komt voort uit de beleidslijn subsidies pas mee te nemen in de begroting, wanneer deze d.m.v. een subsidiebeschikking “zeker” zijn. Dit is veelal bij de vaststelling van de begroting nog niet het geval. Bij elkaar leiden alle afwijkingen tot een exploitatieresultaat van € 12,1 miljoen.
1.4.
Resultaat versus primitieve begroting
De presentatie van de begroting in het jaarverslag en de verantwoording hierover vindt volgens het Waterschapsbesluit plaats op basis van de primitieve begroting inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen. Om ook inzicht te verschaffen in de afwijkingen van de realisatie ten opzichte van de primitieve begroting exclusief begrotingswijzigingen, wordt in het onderstaande overzicht zichtbaar gemaakt hoe het resultaat tot stand gekomen is uitgaande van de primitieve begroting. Resultaat (op kostensoort, bedragen x € 1.000.000) Exploitatieresultaat conform primitieve begroting Lasten Lagere kapitaallasten Lagere personeelslasten Lagere lasten goederen en diensten van derden Hogere dotatie aan voorzieningen Post onvoorzien
Baten Hogere opbrengst belastingen Hogere overige opbrengsten Hogere onttrekking aan voorzieningen Werkelijk exploitatieresultaat over 2009
Verdeling naar kostendragers Watersysteemtaak Zuiveringstaak Totaal resultaat naar kostendrager
-
1,7 0,2 3,7 - 1,1 0,1
2,5 4,8 0,2 12,1
9,8 2,3 12,1
Pagina 9
Jaarrekening 2009
2.
Resultaatbestemming
Aan de Algemene Vergadering wordt voorgesteld het jaarresultaat 2009 gedeeltelijk te doteren aan vier bestemmingsreserves. Conform het vastgestelde beleid zullen er, voordat er gelden kunnen worden onttrokken uit bestemmingsreserves, voorstellen daartoe worden gedaan aan de Algemene Vergadering. Pas na vaststelling van deze voorstellen kunnen gelden uit de bestemmingsreserves worden onttrokken. Er wordt voorgesteld het resterende resultaat toe te voegen aan de algemene reserve per taak (kostendrager) tot een maximum van 10% van de van de jaarlijkse lasten per taak. Deze taakreserves dienen ter dekking van mogelijke risico’s die zich voordoen bij de taakuitoefening. Het dan nog resterende resultaat zal worden toegevoegd aan de algemene reserve. Dit is in lijn met het beleid, zoals vastgelegd in de op 25 augustus 2009 door de Algemene Vergadering vastgestelde nota Risicobeleid, waarin wordt gesteld dat ten aanzien van de vormgeving van de algemene reserves gekozen wordt voor de variant, waarbij een reserve per taak én een algemene reserve wordt gevormd. In de financiële administratie blijft de voeding van deze algemene reserve vanuit de taken altijd herleidbaar. Deze algemene reserve kan dienen voor de opbouw van de vermogenspositie van het waterschap. Zoals bekend is de vermogenspositie van Waterschap Zuiderzeeland en de solvabiliteit in vergelijking met andere waterschappen en ook andere lokale overheden erg laag. Dit is één van de redenen waarom Waterschap Zuiderzeeland een relatief duur waterschap is. Immers, tot op heden moeten alle investeringsprojecten door een gebrek aan eigen middelen met vreemd vermogen worden gefinancierd. Door de toevoeging van het resterende resultaat aan de algemene reserve wordt de noodzaak tot het aantrekken van vreemd vermogen verkleind. Resultaatbestemming (bedragen x € 1.000.000) Watersysteemtaak
Zuiveringstaak
Totaal
2,7 1,5 0,1
-
2,7 1,5 0,1
0,1
0,1
0,2
Algemene reserve per taak (max. 10%) Algemene reserve
5,4
2,2 -
2,2 5,4
Totaal verdeeld resultaat
9,8
2,3
12,1
Bestemmingsreserve Bestemmingsreserve Bestemmingsreserve Bestemmingsreserve king
baggeren Almere stedelijk water duurzame oevers belastingsamenwer-
Bestemmingsreserve baggeren Almere Op 27 oktober 2009 is besloten om het achterstalling baggeronderhoud van de gemeente Almere over te nemen tegen een betaling van € 2,65 miljoen, te betalen door de gemeente Almere. Besloten is deze bijdrage toe te voegen aan de bestemmingsreserve baggeren Almere.
Pagina 10
Jaarrekening 2009
Bestemmingsreserve stedelijk water In de 2de Berap 2009 is voorgesteld het niet benutte budget voor stedelijk water over het jaar 2009 op te nemen in een bestemmingsreserve. De middelen kunnen dan worden benut, wanneer in 2010 het overnemen van beheer- en onderhoudsactiviteiten sneller gaat dan verwacht, om in te spelen op de ontwikkelingen binnen de gemeenten. Bestemmingsreserve duurzame oevers Bij de 2de Berap 2009 is melding gemaakt dat een deel van de aanleg van duurzame oevers is uitgesteld in verband met de aanleg van een gasleiding. Er is voorgesteld om, bij het opmaken van de jaarrekening 2009, het bedrag dat hiermee is gemoeid, zijnde € 70.000, te doteren aan de bestemmingsreserve. Bestemmingsreserve belastingsamenwerking In 2007 is de voorziening belastingsamenwerking ingesteld. Deze voorziening diende ter dekking kosten die zich mogelijk zouden voordoen bij de outsourcing van de belastingorganisatie naar Tricijn. Nu hier geen nagekomen kosten meer zijn te verwachten zal het resterende deel van de voorziening worden bestemd ter dekking van kosten die zich mogelijk zullen voordoen bij de fusie van de belastingorganisaties Tricijn en Lococensus.
Reserves na bestemming jaarresultaat De reserves van waterschap Zuiderzeeland zien er na de bestemming van het jaarresultaat 2009 als volgt uit: Reserves na bestemming jaarresultaat (bedragen x € 1.000.000) Algemene reserve
5,4
Algemene reserve per taak Algemene reserve watersysteemtaak Algemene reserve zuiveringstaak
4,8 1,8
Totaal algemene reserve per taak
6,6
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve baggeren Almere Bestemmingsreserve stedelijk water Bestemmingsreserve maatregelen OAS Bestemmingsreserve duurzame oevers Bestemmingsreserve belastingsamenwerking Bestemmingsreserve vervanging pompen
2,7 2,4 0,7 0,6 0,2 0,1
Totaal bestemmingsreserves
6,7
Totaal reserves
18,7
Pagina 11
Jaarrekening 2009
3.
Balans
3.1.
Balans per 31 december
(Bedragen x € 1.000)
Debet
Ultimo 2009
Ultimo 2008
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
Vorderingen Overlopende activa Liquide middelen
Balanstotaal
Pagina 12
Ultimo 2008
6.629
4.632
Voorzieningen
11.439
10.191
Langlopende schulden
68.481
57.045
Kortlopende schulden en overlopende passiva
20.667
23.758
Resultaat boekjaar
12.052
1.997
119.268
97.623
Eigen vermogen 110.460
90.232
10
10
110.470
90.242
312
378
6.381
2.868
2.104
4.133
1
2
8.798
7.381
119.268
97.623
Vlottende activa Voorraden
Ultimo 2009
Credit
Jaarrekening 2009
3.2.
Toelichting op de balans
3.2.1.
Waarderingsgrondslagen
Valuta en notatie Alle bedragen worden weergegeven in duizenden euro´s. In de toelichtende teksten worden de bedragen weergegeven in hele euro´s.
Vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op basis van de historische kostprijs minus de lineaire afschrijvingen op basis van de verwachte levensduur. De overige activa zijn opgenomen tegen nominale waarde. De afschrijving wordt zo berekend dat bij ingebruikname van het kapitaalwerk: vóór 1 juli een volledig jaar afschrijving plaats vindt; ná 1 juli geen afschrijving plaats vindt. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
Materiële vaste activa Algemeen Zuiveringsvelden en overige gronden Vervoermiddelen Bedrijfsmiddelen Computerapparatuur/software Kantoren en centrale werkplaatsen
civiel mechanisch/elektrisch inrichting
Waterkering Waterkeringen Waterkwantiteit Watergangen Gemalen
30 jaar
civiel gedeelte mechanisch/elektrisch
Overige kunstwerken Waterkwaliteit Afvalwaterzuiveringsinstallaties Rioolgemalen Persleidingen Verbeteringswerken
geen afschrijving 5 - 8 jaar 5 - 10 jaar 3 - 5 jaar 40 jaar 15 jaar 10 jaar
civiel mechanisch/elektrisch civiel mechanisch/elektrisch
30 40 20 20
jaar jaar jaar - 40 jaar
30 15 30 15 30 30
jaar jaar jaar jaar jaar jaar
Pagina 13
Jaarrekening 2009
Voorraden De voorraad gasolie wordt gewaardeerd op grond van de historische kostprijs.
Bestemmingsreserves Deze reserves worden tegen de nominale waarde opgenomen. De dotaties aan de bestemmingsreserve vinden plaats bij de bepaling van het jaarresultaat. De onttrekkingen gebeuren conform de besluitvorming van het bestuur ten gunste van het resultaat.
Personele voorzieningen De personele voorzieningen worden gewaardeerd op basis van de contante waarde.
Voorziening groot onderhoud voormalige objecten van de Waterlandstichting De voorziening groot onderhoud van voormalige objecten van de Waterlandstichting wordt gewaardeerd tegen het bedrag waarop deze voorziening van de Waterlandstichting is overgenomen minus de daarop in mindering gebrachte nota´s ten behoeve van groot onderhoud.
Overige voorzieningen De overige voorzieningen worden gewaardeerd op basis van de nominale waarde.
Overige activa en passiva De overige activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, opgenomen tegen de nominale waarde.
Pagina 14
Jaarrekening 2009
3.2.2.
Toelichting op de activa
Vaste activa Voor de uitgebreide overzichten van de vaste activa verwijzen wij u naar de bijlagen.
Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa kan als volgt worden weergegeven:
Openingsbalans begin boekjaar Af: onderhanden werken
90.232 10.367
Boekwaarde begin boekjaar In gebruik genomen investeringen
79.865 15.611
Subtotaal Af: afschrijvingen
95.476 6.248
Boekwaarde ultimo boekjaar Onderhanden werken
89.228 21.232
Totaal activa ultimo boekjaar
110.460
In gebruik genomen investeringen Waterkeringen Gemalen Kunstwerken Sanering waterbodems Wateraanvoer Waterlopen Afvalwaterzuiveringsinstallaties IBA’s Verbeteringswerken Persleidingen Rioolgemalen Slibontwateringsinstallaties Software Bedrijfsmiddelen Kantoren en centrale werkplaatsen In gebruik genomen investeringen
1.370 6.603 1.151 1.044 805 428 1.111 367 19 196 1.835 248 210 207 17 15.611
De investeringskredieten worden in de separate investeringsrapportage nader geëvalueerd.
Pagina 15
Jaarrekening 2009
Onderhanden werken ultimo 2009 Waterkeringen Gemalen Kunstwerken Onderbemaling Wateraanvoer Waterlopen Afvalwaterzuiveringsinstallaties IBA’s Persleidingen Rioolgemalen Slibontwateringsinstallaties Software Bedrijfsmiddelen Kantoren en centrale werkplaatsen Saldo onderhanden werken
122 634 174 - 127 - 11 1.695 16.405 1.019 196 150 675 215 69 16 21.232
Financiële vaste activa Het betreft de aanschafwaarde van 42 aandelen A en 26 aandelen B van de NV Nederlandse Waterschapsbank te ’s-Gravenhage (€ 9.870). De geschatte netto vermogenswaarde per 31 december bedraagt € 1.260.000.
Voorraden Dit betreft in totaal 521.498 liter dieselolie met een voorraadwaarde van € 312.603 (gewogen gemiddelde inkoopprijs).
Vorderingen Belastingdebiteuren Af: voorziening dubieuze debiteuren
4.938 - 930
Subtotaal belastingdebiteuren
4.008
Handelsdebiteuren Af: voorziening dubieuze debiteuren
2.373 -
Subtotaal handelsdebiteuren
2.373
Debiteuren ultimo boekjaar
6.381
De voorziening dubieuze (handels)debiteuren betreft een inschatting van de verwachte oninbaarheid van de vorderingen. De voorziening dubieuze belastingdebiteuren was begin
Pagina 16
Jaarrekening 2009
2009 een bedrag van € 1,6 miljoen groot. Op deze post is in het jaar 2009 voor € 0,8 miljoen aan dubieuze debiteuren afgeboekt. Aan de hand van een inschatting van de openstaande posten ultimo 2009 is de voorziening dubieuze belastingdebiteuren bepaald op € 0,9 miljoen. De benodigde dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren bedraagt € 0,1 miljoen en is ruimschoots lager dan de begrote dotatie van € 0,5 miljoen. De dotatie post is verantwoord onder de kostensoort toevoegingen aan voorzieningen en reserves. Voor wat betreft de handelsdebiteuren wordt een voorziening niet noodzakelijk geacht.
Overlopende activa Onder deze post worden de nog te ontvangen bedragen en nog te verrekenen bedragen opgenomen. De samenstelling is als volgt:
Nog op te leggen belastingaanslagen Vooruitbetalingen Tricijn Personeelsregelingen Overig Saldo overlopende activa
744 248 465 44 603 2.104
Liquide middelen Het saldo van deze post bestaat uit:
Kas
1
Saldo liquide middelen
1
Waterschap Zuiderzeeland heeft ultimo 2009 een negatieve rekening-courant verhouding met de Nederlandse Waterschapsbank. Dit bedrag is opgenomen onder de kortlopende schulden.
Pagina 17
Jaarrekening 2009
3.2.3.
Toelichting op de passiva
Voor de overzichten van de reserves en voorzieningen verwijzen wij u naar de bijlagen.
Eigen vermogen Het eigen vermogen is in de loop van de jaren opgebouwd via de bestemming van (een deel van) het positieve resultaat. Zij dient als reserve voor het opvangen van onvoorziene kosten en als financieringsmiddel. De samenstelling van het eigen vermogen voor resultaatverdeling is als volgt:
Algemene reserve per kostendrager Bestemmingsreserves
4.429 2.200
Totaal eigen vermogen
6.629
Algemene reserve per kostendrager Algemene reserve watersysteemtaak Algemene reserve zuiveringstaak
4.848 - 419
Totaal algemene reserves
4.429
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve Bestemmingsreserve Bestemmingsreserve Bestemmingsreserve
stedelijk water maatregelen OAS duurzame oevers vervanging pompen
Totaal bestemmingsreserves
820 700 541 139 2.200
De bestemmingsreserves zijn bestemd voor de volgende zaken:
Bestemmingsreserve stedelijk water Deze bestemmingreserve is gevormd ter bekostiging van de uitvoering van stedelijk water (zoals besloten in de Algemene Vergadering van 27 mei 2008). In 2009 zijn er geen gelden aan deze bestemmingsreserve onttrokken.
Pagina 18
Jaarrekening 2009
Bestemmingsreserve maatregelen OAS Deze bestemmingreserve is gevormd ter bekostiging van de uitvoering van maatregelen naar aanleiding van optimalisatie afvalwater studies (zoals besloten in de Algemene Vergadering van 27 mei 2008). In 2009 zijn er geen gelden aan deze bestemmingsreserve onttrokken. Bestemmingsreserve duurzame oevers Deze bestemmingreserve is gevormd ter bekostiging van de aanleg van duurzame oevers (zoals besloten in de Algemene Vergadering van 25 november 2003). In 2009 zijn er geen gelden aan deze bestemmingsreserve onttrokken. Vervanging pompen Deze bestemmingsreserve wordt aangehouden voor de vervanging van de wateraanvoerpompen in de fruitteeltgebieden nabij Kraggenburg en Marknesse. In 2009 zijn geen uitgaven gedaan voor de vervanging van de pompen voor de wateraanvoer in de fruitteeltgebieden.
Voorzieningen Toekomstige afschrijvingen Baggeren Personele reorganisatie Pensioenen voormalige bestuurders Btw Waterlandstichting Wachtgelden voormalige bestuurders Groot onderhoud Totaal voorzieningen
7.499 1.088 1.046 1.045 416 243 102 11.439
De voorzieningen zijn bestemd voor de volgende zaken: Toekomstige afschrijvingen Deze voorziening heeft betrekking op objecten welke gedurende een periode van negen kalenderjaren en een dag worden gehuurd van de Waterlandstichting. Na de huurperiode worden de objecten overgenomen van de Waterlandstichting tegen de oorspronkelijke waarde en vervolgens met de getroffen voorziening teruggebracht tot de boekwaarde na negen kalenderjaren en een dag. Totaal is aan de voorziening in 2009 een bedrag van € 833.221 toegevoegd. De voorziening is als kortlopend (korter dan 1 jaar) aan te merken. Begin januari 2010 zal de voorziening worden ingezet bij de overname van AWZI Almere van de Waterlandstichting. Baggeren Er is een integrale gebiedsdekkende baggervisie opgesteld op basis waarvan de keuze is gemaakt om voor de komende jaren tot een effectief uitvoeringsprogramma te komen en daarna de achterstand in een periode van 10 jaar weg te werken. Het plan is in de Algemene vergadering van 10 oktober 2006 vastgesteld. Er wordt grote waarde gehecht aan de uitvoering van het totale plan van stedelijk water en baggeren. Daarom worden schommelingen in de uitvoering opgevangen door een uit de totaal beschikbare middelen
Pagina 19
Jaarrekening 2009
te creëren voorziening. De voorziening ultimo 2008 van € 263.931 is in 2009 nagenoeg geheel besteed. Om te zorgen dat de maatregelen zoals opgenomen in de baggervisie binnen het afgesproken tijdsbestek plaatsvinden, worden de in het jaar 2009 niet bestede budgetten ad € 1.085.235 toegevoegd aan de voorziening baggeren. Personele reorganisatie Deze voorziening heeft tot doel de verplichtingen van het waterschap naar voormalig personeel zichtbaar te maken. Als gevolg van de reorganisatie per 1 januari 2000 is met een aantal medewerkers een non-actieven regeling overeengekomen conform het Sociaal Statuut. Ook is met een beperkt aantal medewerkers nadien een soortgelijke regeling afgesloten. In 2009 is aan deze voorziening voor € 275.555 onttrokken ten behoeve van betalingen van de uitkeringen. In 2009 zijn op de reeds bestaande afspraken geen wijzigingen aangebracht. Pensioenen voormalige bestuurders Deze voorziening heeft tot doel de pensioenverplichtingen van het waterschap naar bestuurders zichtbaar te maken. In 2009 is aan deze voorziening voor € 133.012 onttrokken ten behoeve van pensioenbetalingen. Btw Waterlandstichting Deze voorziening heeft tot doel de claim van de Belastingdienst op het waterschap zichtbaar te maken. De voorziening zal worden aangewend voor de afwikkeling van het geschil tussen de Belastingdienst en het waterschap over de fiscale constructie van de Waterlandstichting. Wachtgelden voormalige bestuurders Deze voorziening heeft tot doel de wachtgeldverplichtingen van het waterschap naar bestuurders zichtbaar te maken. In 2009 is aan deze voorziening voor € 64.582 onttrokken ten behoeve van wachtgeldbetalingen. Groot onderhoud In de afgelopen jaren zijn een viertal objecten na de verplichte huurperiode van negen kalenderjaren en een dag overgenomen van de Waterlandstichting. Naast de overname van het desbetreffende object en bijbehorende financiering wordt ook de opgebouwde onderhoudsvoorziening van de Waterlandstichting overgenomen. Uit de voorziening wordt het groot onderhoud van zuiveringstechnische werken gefinancierd. In 2009 is aan deze voorziening voor € 82.898 onttrokken.
Pagina 20
Jaarrekening 2009
Langlopende schulden Dit zijn langlopende geldleningen met een looptijd langer dan één jaar ter financiering van de investeringen. Het verloopoverzicht is als volgt:
Openingsbalans Opgenomen onder de kortlopende schulden
57.045 5.429
Subtotaal Nieuw aangegane geldleningen Af: aflossingen
62.474 20.000 5.429
Subtotaal Af: opgenomen onder de kortlopende schulden
77.045 8.564
Saldo langlopende geldleningen
68.481
De aflossingsverplichting voor het boekjaar 2010 is € 8.564.000 en is opgenomen onder de kortlopende schulden. Voor een uitgebreid overzicht van de langlopende geldleningen zoals verwijzen wij u naar de bijlage.
Kortlopende schulden en overlopende passiva Rekening-courant NWB Aflossingsverplichting langlopende schulden Crediteuren Rente langlopende schulden Reservering vakantietoeslag Reservering verlofrechten Onderhoud Inhuur Bijdragen Elektriciteit Advies Overig Saldo kortlopende schulden en overlopende passiva
1.265 8.564 6.448 1.948 591 404 528 433 250 70 88 78 20.667
De kortlopende schulden van het waterschap zijn op basis van nominale waarde gewaardeerd.
Pagina 21
Jaarrekening 2009
3.2.4.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
WKK-installatie gemaal Vissering Het voormalig Waterschap NOP is eind jaren ’90 een sale en lease-back overeenkomst aangegaan met Mees & Pierson ten behoeve van de WKK-installatie van Gemaal Vissering. Het betreft een financial-lease met een looptijd van 18 jaar. De leaseverplichting is bij vooruitbetaling gedaan en staat in een depot bij Mees & Pierson bank.
Huurtermijnen en garantstellingen investeringen Waterlandstichting Voor de investeringen die zijn ondergebracht bij de Waterlandstichting heeft Waterschap Zuiderzeeland zich verplicht gedurende tenminste negen kalenderjaren en een dag na gereedmelding de desbetreffende objecten te huren van de Waterlandstichting. Na deze periode worden de objecten door Zuiderzeeland overgenomen tegen de oorspronkelijke stichtingskosten. Aangezien de Waterlandstichting niet afschrijft dient het waterschap jaarlijks een afschrijvingsbedrag te reserveren. Voorts staat het waterschap garant voor de betaling van rente en aflossing van de door de Waterlandstichting aangegane geldleningen en de saldi van de bankrekeningen. Onderstaand project is nog in eigendom bij de Waterlandstichting: AWZI Almere Bouwkosten inclusief bouwrente Aangegane geldleningen Maximum krediet rekening-courant Resterende huurbedragen
17.908 15.655 2.269 -
Onderhoudsvoorziening Waterlandstichting Ultimo 2009 bedraagt de onderhoudsvoorziening van de Waterlandstichting € 0,5 miljoen. De onderhoudsvoorziening is zoveel mogelijk ingezet voordat het waterschap het object na negen kalenderjaren en één dag overneemt van de Waterlandstichting. Dit is op 4 januari 2010 het geval.
Leaseverplichtingen wagenpark Het wagenpark van het waterschap wordt geleased. Het totaal aan verplichtingen ingevolge de totale looptijd van de overeenkomst met de leasemaatschappij bedraagt op de balansdatum € 1,5 miljoen. Voor het jaar 2010 bedraagt de verplichting € 0,7 miljoen.
Pagina 22
Jaarrekening 2009
4.
Exploitatierekening naar kostensoort
4.1.
Exploitatierekening
(Bedragen x € 1.000)
Omschrijving
40.0 41.0 42.0 42.1 42.2 42.3 42.4 42.5 42.6
Lasten Kapitaallasten Personeelslasten Gebruiksgoederen Verbruiksgoederen Energie en water Huren, pachten en rechten Verzekeringen Belastingen Onderhoud
42.7
Overige diensten en bijdragen derden
44.0
Toevoegingen aan voorzieningen en reserves
45.0
Onvoorzien Subtotaal lasten
80.0 81.0 82.0
Baten Rentebaten Dividend Uitkeringen
83.0
Opbrengst goederen, werken en diensten derden
84.0 85.0
Opbrengst uit eigendommen Belastingen Overige diensten en bijdragen derden Onttrekkingen aan voorzieningen en reserves
86.0 88.0 89.0
Geactiveerde lasten Subtotaal baten
Exploitatieresultaat
Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
11.098 16.998 921 2.171 5.032 2.379 127 47 2.445
9.413 16.829 758 1.936 4.790 2.464 110 46 2.363
9.608 15.943 876 1.989 4.931 2.503 123 45 2.320
24.900
22.602
22.115
1.333
2.409
2.513
97
-
-
67.548
63.720
62.967
149 35 -
153 47 76
298 47 38
388
438
527
202 66.214
577 68.699
596 61.795
638
4.832
1.057
-
248
-
684
702
606
68.310
75.772
64.964
762
12.052
1.997
Pagina 23
Jaarrekening 2009
4.2.
Waarderingsgrondslagen
Algemeen Belangrijke verschillen tussen de begroting en realisatie zijn nader toegelicht. De hierbij gepresenteerde begroting is, conform het Waterschapsbesluit, de primitieve begroting inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzingen. Een analyse van de afwijkingen tussen de primitieve begroting én de primitieve begroting inclusief alle begrotingswijzingen is te vinden in hoofdstuk 1 Begroting en resultaat.
Valuta en notatie Alle bedragen worden weergegeven in duizenden euro´s. In de toelichtende teksten worden de bedragen weergegeven in hele euro´s.
Baten en lasten Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden genomen zodra deze zijn gerealiseerd, terwijl verliezen onmiddellijk worden verwerkt als de verliezen bekend zijn.
4.3.
Toelichting op de lasten
Kapitaallasten
Rente Afschrijving Waardevermindering Totaal
Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
4.424 6.674 -
2.973 6.249 191
3.749 5.705 154
11.098
9.413
9.608
De kapitaallasten vallen lager uit door de toerekening van een deel van rentelasten aan onderhanden werk, conform het gestelde in het op 16 december 2008 vastgestelde activabeleid. De lage korte rente is het gevolg van de kredietcrisis, waardoor de korte rente daalde van bijna 5% naar 0,5%. Tevens wordt als gevolg van het nieuwe activabeleid een deel van betaalde rente thans toegerekend aan investeringsprojecten. Het eind 2008 vastgestelde activabeleid geeft aan dat wanneer er sprake is van een duurzame waardevermindering, waarbij de actuele waarde van een activum langdurig lager is dan de boekwaarde, deze lagere actuele waarde moet worden gehanteerd. Het verschil tussen de boekwaarde en lagere actuele waarde wordt door middel van een waardevermindering tot uitdrukking gebracht. Op basis van het vastgestelde activabeleid wordt 50% van de aanschafprijs van duurzame oevers als waardevermindering in de exploitatie meegenomen.
Pagina 24
Jaarrekening 2009
Personeelslasten
Salarissen personeel en bestuur Sociale lasten Overige personeelskosten Personeel van derden Totaal
Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
12.902 2.657 1.345 94
12.141 2.697 1.275 716
11.574 2.234 1.314 821
16.998
16.829
15.943
Voor een detailoverzicht van de personeelskosten verwijzen wij u naar de bijlage. De post personeel van derden wordt gebruikt in die gevallen dat een reguliere formatieplaats tijdelijk niet wordt ingevuld met eigen personeel, maar met tijdelijke krachten zoals bijvoorbeeld het tijdelijk afdelingshoofd van de nieuwe afdeling Planvorming Waterbeheer. De dekking van deze tijdelijke krachten vindt plaats uit het totaal van de personeelslasten. Conform de motie van de Algemene Vergadering van november 2008 is er gestuurd op een onderuitputting van de personeelslasten van € 0,2 miljoen.
Goederen en diensten van derden
Gebruiksgoederen Verbruiksgoederen Energie en water Huren, pachten en rechten Verzekeringen Belastingen Onderhoud Overige diensten en bijdragen derden Totaal
Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
921 2.171 5.032 2.379 127 47 2.445 24.900
758 1.936 4.790 2.464 110 46 2.363 22.602
876 1.989 4.931 2.503 123 45 2.320 22.115
38.022
35.069
34.902
Gebruiksgoederen De kostensoort gebruiksgoederen omvat alle kosten die samenhangen met de aankoop van goederen die bestemd zijn voor meermalig gebruik. Op de kostensoort gebruiksgoederen is € 163.000 minder uitgegeven dan was begroot. De hierbij belangrijkste posten zijn meubilair en inventaris (€ 4.000 minder dan begroot), gereedschappen (€ 52.000 meer dan begroot), druk- en bindwerk (€ 59.000 minder dan begroot) voorlichtingsmaterialen (€ 114.000 minder dan begroot), software (€ 33.000 minder dan begroot), bibliotheekvoorzieningen (€ 2.000 meer dan begroot) en dienstkleding (€ 7.000 minder dan begroot).
Pagina 25
Jaarrekening 2009
Verbruiksgoederen De kostensoort verbruiksgoederen betreft materialen die in het productieproces opgaan en geen brandstoffen of water zijn. Op de kostensoort verbruiksgoederen is € 235.000 minder uitgegeven dan was begroot. De hierbij belangrijkste posten zijn catering (€ 18.000 meer dan begroot), representatiekosten (€ 19.000 minder dan begroot), reiniging- en smeermiddelen (€ 12.000 minder dan begroot), chemicaliën (€ 55.000 minder dan begroot), materiaal voor kopieerwerk (€ 16.000 minder dan begroot) en overige gebruiksgoederen (€ 152.000 minder dan begroot). Energie en water Op de kostensoort energie en water is € 242.000 minder uitgegeven dan begroot. Dit verschil is voornamelijk te verklaren door het relatief droge najaar, waardoor minder water uitgemalen moest worden. Huren, pachten en rechten Op de kostensoort huren, pachten en rechten is € 85.000 meer uitgegeven dan was begroot. De lasten worden hoofdzakelijk overschreden door hogere lasten van lease van het wagenpark en de print- en kopieermachines. Verzekeringen Op de kostensoort verzekeringen is € 17.000 minder uitgegeven dan was begroot. Belastingen Tot de kostensoort belastingen worden gerekend de kostprijsverhogende belastingen die door derden aan het waterschap worden opgelegd. Hieronder vallen rijksbelastingen en provinciale en gemeentelijke belastingen. Op de kostensoort belastingen is € 1.000 minder uitgegeven dan was begroot. Onderhoud Op de kostensoort onderhoud is € 82.000 minder uitgegeven dan was begroot. De hierbij belangrijkste posten zijn onderhoud gebouwen (€ 100.000 minder dan begroot), onderhoud terreinen (€ 75.000 minder dan begroot), onderhoud installaties (€ 85.000 meer dan begroot) en overig onderhoud (€ 7.000 meer dan begroot). Overige diensten en bijdragen derden Op de kostensoort overige diensten en bijdragen derden is € 2.298.000 minder uitgegeven dan was begroot. De hierbij belangrijkste posten zijn advies- en onderzoekskosten (€ 242.000 minder dan begroot), bijdragen derden (€ 163.000 minder dan begroot), bankkosten (€ 15.000 minder dan begroot), advertentiekosten (€ 7.000 meer dan begroot), porti- en vrachtkosten (€ 31.000 meer dan begroot), telefoonkosten (€ 26.000 meer dan begroot, salarisverwerkingskosten (€ 8.000 minder dan begroot), bewakingskosten (€ 19.000 meer dan begroot), schadeloosstellingen (€ 24.000 meer dan begroot), verwerking zuiveringsslib (€ 159.000 minder dan begroot), laboratoriumkosten (€ 119.000 meer dan begroot), diensten derden (€ 1.859.000 minder dan begroot), bijdrage exploitatie waterschappen (€ 128.000 meer dan begroot) en vuilafvoer en – verwerking (€ 226.000 minder dan begroot).
Pagina 26
Jaarrekening 2009
Toevoegingen aan voorzieningen en reserves
Voormalig bestuur en personeel Toekomstige afschrijvingen objecten Waterlandstichting Btw Waterlandstichting Dubieuze belastingdebiteuren Baggeren Totaal
Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
-
- 20
105
833
833
833
500 -
416 95 1.085
1.311 264
1.333
2.409
2.513
Tot de kostensoort toevoegingen aan voorzieningen en reserves behoren bedragen die in het jaar aan de voorzieningen zijn toegevoegd. De minpost bij de toevoeging aan de voorzieningen voormalig bestuur en personeel heeft betrekking op een wijziging in de actuariële berekening. Voor de claim van de Belastingdienst op de behaalde Btw voordelen door de Waterlandstichting constructie wordt € 415.750 aan de voorzieningen toegevoegd. De voorziening dubieuze belastingdebiteuren is € 404.000 lager dan begroot door een verbeterd invorderingsproces bij Tricijn, waardoor de verwachting is dat er minder vorderingen op belastingdebiteuren moeten worden afgeboekt. Om te zorgen dat de maatregelen, zoals opgenomen in de baggervisie, binnen het afgesproken tijdsbestek plaatsvinden, worden de in het jaar 2009 niet bestede budgetten toegevoegd aan de voorziening baggeren.
Onvoorzien Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Watersysteemtaak Zuiveringstaak
58 39
-
-
Totaal
97
-
-
In de primitieve begroting is voor onvoorziene uitgaven een bedrag van € 130.000 opgenomen. In het jaar 2009 is er € 33.000 onttrokken ten behoeve van niet voorziene kosten aan juridische ondersteuning.
Pagina 27
Jaarrekening 2009
4.4.
Toelichting op de baten
Rentebaten Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Rente eigen financieringsmiddelen Rente rekening-courant
149 -
149 4
298 -
Totaal
149
153
298
Dividend Het waterschap heeft aandelen van de NV Nederlandse Waterschapsbank, waarop jaarlijks dividend wordt ontvangen.
Uitkeringen Tot deze opbrengst behoren de baten van de overige loonkostenvergoedingen, die ontvangen zijn van derden, zoals de uitkering van het UWV voor zwangerschap en bevallingsverlof.
Opbrengst goederen, werken en diensten derden Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Retributies Inkomsten bestuursdwang Bijdrage exploitatie overheden Opbrengst materialen en diensten Levering elektriciteit Levering warmte
41 2 183 24 125 13
55 3 171 48 148 13
57 2 144 184 140 -
Totaal
388
438
527
Op de opbrengstsoort opbrengst goederen, werken en diensten derden is € 50.000 meer ontvangen dan was begroot. De gerealiseerde meeropbrengst op materialen en diensten komt door de doorbelasting van gemaakte kosten voor Almere Poort. Bij levering van elektriciteit is € 23.000 meer gerealiseerd.
Pagina 28
Jaarrekening 2009
Opbrengst uit eigendommen Op de opbrengstsoort opbrengst uit eigendommen is € 375.000 meer ontvangen dan was begroot. De hoofdoorzaak is gelegen in incidentele, niet begrote inkomsten uit de verhuur van loswallen voor de overslag van zand ten behoeve van de Hanzelijn.
Belastingen Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
39.948 26.265
41.920 26.779
29.434 32.361
66.213
68.699
61.795
10.343 19.928 9.222 156 874 -
10.524 21.129 9.953 214 535 -7 -8 82
7.945 13.682 8.172 -
40.523
42.422
29.799
20.213 6.965 -
20.817 6.852 - 64 140
25.072 8.751 - 382
Subtotaal zuiveringsheffing
27.178
27.745
33.441
Overig Kwijtschelding
- 1.488
- 1.468
- 1.445
Subtotaal overig
- 1.488
- 1.468
- 1.445
Totaal
66.213
68.699
61.795
Watersysteemtaak Zuiveringstaak Totaal
Watersysteemheffing Ingezetenenomslag Omslag gebouwd Omslag ongebouwd Omslag natuur Verontreinigingsheffing Ingezetenenomslag voorgaande jaren Omslag gebouwd voorgaande jaren Omslag ongebouwd voorgaande jaren Subtotaal watersysteemheffing
Zuiveringsheffing WVO huishoudens WVO bedrijven WVO huishoudens voorgaande jaren WVO bedrijven voorgaande jaren
De verhoging van het begrotingsvolume vanaf het jaar 2009 zorgt voor een toename van de belastingopbrengsten. Ook is vanaf het belastingjaar 2009 de kostentoedeling gewijzigd. De waterschapsomslagen zijn hierbij verhoogd ten gunste van de WVO aanslagen.
Pagina 29
Jaarrekening 2009
Ten opzichte van de begroting ligt de realisatie van de omslag gebouwd € 1,2 miljoen hoger. De oorzaak hiervan is gelegen in de hogere werkelijke WOZ waarde van gebouwde objecten dan begroot. Bij zowel de ongebouwde gebieden als natuurterreinen konden meer hectares worden opgelegd dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de verontreinigingsheffing blijft achter bij de begroting. In de begroting was uitgegaan van hogere heffingseenheden dan de gerealiseerde eenheden. Een groot deel van de niet gerealiseerde heffingseenheden verontreinigingsheffing is gerealiseerd bij de zuiveringsheffing. In 2008 was er nog een fors verschil te constateren tussen de begrote en gerealiseerde kwijtschelding. In 2009 is de gerealiseerde kwijtschelding nagenoeg gelijk aan de begrote kwijtschelding.
Eenheden watersysteemheffing (x 1.000) Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
144 37.500 110 20 15
147 39.790 119 27 9
144 37.180 131 Nvt Nvt
Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Huishoudens Bedrijven
354 122
365 120
364 127
Totaal
476
485
491
Ingezetenenomslag Omslag gebouwd Omslag ongebouwd Omslag natuur Verontreinigingsheffing
Eenheden zuiveringsheffing (x 1.000)
Overige diensten en bijdragen derden De bijdragen van derden omvatten alle bijdragen van derden aan het waterschap waarbij geen rechtstreeks verband is tussen de bijdrage en de door het waterschap verrichte dienst of uitgevoerd werk. De opbrengsten betreffen gewoonlijk de vergoeding van pachtschadeloosstelling en de bijdrage inzake muskusrattenbestrijding.
Onttrekkingen aan voorzieningen en reserves In het verslagjaar is de voorziening belastingsamenwerking vrijgevallen, omdat er geen lasten meer voorzien worden als gevolg van de belastingsamenwerking met de water-
Pagina 30
Jaarrekening 2009
schappen binnen het gebied Rijn-Midden. Er zijn geen onttrekkingen geweest aan bestemmingsreserves.
Geactiveerde lasten De eigen bijdrage aan investeringen, zoals het inzetten van eigen personeel, wordt ingevolge het stelsel van baten en lasten geactiveerd.
Pagina 31
Jaarrekening 2009
5.
Exploitatierekening naar programma
Algemeen In dit hoofdstuk is de realisatie van de begroting naar programma’s opgenomen. De gerealiseerde bedragen worden per programma in beeld gebracht conform de door de Algemene Vergadering vastgestelde programma-indeling. In het jaarverslag zal op de realisatie van de beoogde resultaten en de realisatie van de geplande activiteiten worden ingegaan.
Programma Veiligheid Om de polders te beschermen tegen het water uit het IJsselmeer, het Markermeer, het IJmeer en de randmeren, onderhoudt en beheert Waterschap Zuiderzeeland ruim tweehonderd kilometer waterkeringen. Overzicht programma Veiligheid (bedragen x € 1.000.000) Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Algemeen Primaire keringen Regionale keringen Doorbelastingen
0,6 3,7 0,3 1,0
0,5 3,2 0,2 0,8
0,5 3,2 0,2 0,9
Totaal programmalasten
5,6
4,7
4,8
Omschrijving
De hoofdoorzaak van het resultaat is gelegen in de extra opbrengsten van loswallen. Ook de lasten van beleid en planvorming vielen lager uit dan begroot. Een meer uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in het hoofdstuk 1.
Programma Voldoende water In het programma Voldoende water gaat het om het voorkomen van wateroverlast. Water komt door regenbuien de polder in maar ook doordat kwelwater vanuit de ondergrond omhoog komt en door dijken heen sijpelt. Als er in een korte tijd heel veel neerslag valt, is de kans groot dat delen van de polders onder water komen te staan. Het wateroverschot wordt met behulp van zeven hoofdgemalen van het waterschap uit de polders gepompt. Aan de andere kant kan het, als er lange tijd geen neerslag valt, soms ook te droog worden in de polder. Zorgen voor voldoende water betekent de ene keer water wegpompen en de andere keer juist binnenlaten.
Pagina 32
Jaarrekening 2009
Overzicht programma Voldoende water (bedragen x € 1.000.000) Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Voorkomen wateroverlast Anticiperen op watertekort Goed functionerend watersysteem Goed grondwaterbeheer Doorbelastingen
0,8 0,0 21,7 0,1 3,9
0,4 0,0 17,0 0,1 3,2
0,6 0,0 18,2 0,1 3,1
Totaal programmalasten
26,5
20,7
22,0
Omschrijving
De hoofdoorzaak van het resultaat is gelegen in de extra opbrengst van de gemeente Almere voor het stedelijk water, de onderbesteding bij stedelijk water en de lagere lasten van beleid en planvorming. Een meer uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in het hoofdstuk 1.
Programma Schoon water Waterschap Zuiderzeeland werkt aan schoon water in het gehele beheergebied. Schoon water betekent een goed watersysteem. Het watersysteem wordt als goed beoordeeld als het goed is vanuit zowel chemisch oogpunt (niet vervuild), vanuit biologisch oogpunt (goede leefomgeving) en vanuit het oogpunt van de gebruikers (belevingswaarde). De belevingswaarde is met name relevant voor het stedelijk waterbeheer. Daarnaast zuivert Waterschap Zuiderzeeland het afvalwater uit de provincie in vijf afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI´s). Dit afvalwater wordt merendeels aangevoerd via de gemeentelijke riolering. Na zuivering in de AWZI´s wordt het teruggebracht naar het oppervlaktewater. Waterschap Zuiderzeeland stelt strenge vergunningseisen aan bedrijven die afvalwater willen lozen. Ook worden er maatregelen genomen ten behoeve van het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Overzicht programma Schoon water (bedragen x € 1.000.000) Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Goede structuurdiversiteit Goede waterkwaliteit Goed omgaan met afvalwater Doorbelastingen
0,2 5,8 24,1 3,2
0,3 5,3 22,8 2,8
0,2 5,8 23,9 3,1
Totaal programmalasten
33,3
31,2
33,0
Omschrijving
Het programma Schoon water is kapitaalintensief. Het programma Schoon water profiteert relatief het meest van de lagere kapitaallasten. Ook de lasten van beleid en planvorming vielen lager uit dan begroot. Een meer uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in het hoofdstuk 1.
Pagina 33
Jaarrekening 2009
Algemene dekkingsmiddelen Hieronder wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. Het betreft voornamelijk de omslagen en zuiveringsheffing. De omslagen zijn ter financiering van het watersysteemtaak, de zuiveringsheffing ter financiering van de zuiveringstaak. Overzicht algemene dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000.000) Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Programma Veiligheid Programma Voldoende water Programma Schoon water
5,6 26,5 33,3
4,7 20,7 31,2
4,8 22,0 33,0
Totaal programmalasten
65,4
56,6
59,8
Belastingopbrengsten
66,2
68,7
61,8
Exploitatieresultaat
0,8
12,1
2,0
Omschrijving
Pagina 34
Jaarrekening 2009
6.
Exploitatierekening naar kostendrager
Algemeen In dit hoofdstuk is de realisatie van de begroting naar de wettelijke kostendragers opgenomen. Voor een analyse van het resultaat wordt verwezen naar de voorgaande hoofdstukken. Voor de vergelijkende cijfers van het jaar 2008 is als uitgangspunt gehanteerd: voor de watersysteemtaak 100% van de waterkering en waterkwantiteitstaak en 20% van de waterkwaliteitstaak. Voor de zuiveringstaak wordt 80% van de waterkwaliteitstaak gehanteerd.
Watersysteemtaak De taak watersysteem bestaat uit de voormalige taken waterkwantiteitsbeheer en waterkeringszorg en uit het aandeel passief waterkwaliteitsbeheer van de voormalige taak waterkwaliteitsbeheer. Overzicht kostendrager watersysteem (bedragen x € 1.000.000)
Omschrijving Totaal lasten Totaal baten Exploitatieresultaat
Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
39,1 40,0
32,1 41,9
34,9 35,9
0,9
9,8
1,0
Zuiveringstaak De taak zuivering bestaat uit de voormalige taak waterkwaliteitsbeheer exclusief het aandeel passief waterkwaliteitsbeheer Overzicht kostendrager zuiveren (bedragen x € 1.000.000) Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Totaal lasten Totaal baten
26,3 26,2
24,5 26,8
24,9 25,9
Exploitatieresultaat
-0,1
2,3
1,0
Omschrijving
Pagina 35
Jaarrekening 2009
7.
Exploitatierekening naar beleidsveld
Algemeen In dit hoofdstuk is de realisatie van de begroting naar beleidsvelden opgenomen. De gerealiseerde bedragen worden per beleidsproduct in beeld gebracht conform de door de Unie van Waterschappen opgestelde BBP-structuur. Voor een analyse van het resultaat wordt verwezen naar de voorgaande hoofdstukken. Overzicht exploitatie naar beleidsveld (bedragen x € 1.000.000) Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Planvorming Aanleg en onderhoud waterkeringen Inrichting en onderhoud watersystemen Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken Vergunningverlening en handhaving keur Beheersing van lozingen Heffing en invordering Bestuur en communicatie
3,7 4,3 24,6
3,4 3,7 19,4
3,7 3,7 20,9
24,0
22,7
22,6
0,7 1,9 3,4 2,8
0,8 1,9 2,4 2,3
0,5 1,7 4,3 2,4
Netto lasten
65,4
56,6
59,8
Belastingopbrengsten
66,2
68,7
61,8
Exploitatieresultaat
0,8
12,1
2,0
Omschrijving beleidsveld
Pagina 36
Jaarrekening 2009
8.
Paragrafen
8.1.
Algemeen
Het Waterschapsbesluit bepaalt dat in het jaarverslag en jaarrekening paragrafen worden opgenomen, waarin op de beleidslijnen wordt verantwoord, zoals vastgelegd in de programmabegroting, alsmede de waterschapsbelastingen. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in het jaarverslag en jaarrekening staan worden gebundeld in een kort overzicht, waardoor de Algemene Vergadering voldoende inzicht krijgt. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van het jaarverslag en jaarrekening. Met de genoemde onderwerpen is vrijwel altijd een groot financieel belang gediend. De paragrafen geven daardoor extra informatie voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn. Het Waterschapsbesluit schrijft de volgende paragrafen voor: • • • • • • • • • •
Bedrijfsvoering Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar Incidentele baten en lasten Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen Waterschapsbelastingen Weerstandsvermogen Financiering Verbonden partijen EMU-saldo Uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens
In 2006 is door de Algemene Vergadering besloten om de paragraaf Bedrijfsvoering in de begroting, tussentijdse rapportages en jaarrapportage te gebruiken om het overzicht van alle thema’s gezamenlijk te geven van de bedrijfsvoeringaspecten. Deze paragraaf is opgenomen in het jaarverslag. Alle overige paragrafen zijn opgenomen in de jaarrekening.
8.2.
Ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar
In de paragraaf betreffende de ontwikkelingen in het vorige begrotingsjaar kan worden ingegaan op externe en interne ontwikkelingen die zich sinds het vaststellen van de vorige begroting en de behandeling van de meerjarenraming hebben voorgedaan. Bovendien kunnen afwijkingen van de uitgangspunten en grondslagen zoals deze voor de vorige begroting en de meerjarenraming zijn gehanteerd en belangrijke afwijkingen in de cijfers van de meerjarenraming in deze paragraaf nader worden toegelicht. Bij Waterschap Zuiderzeeland is ervoor gekozen om de algemene ontwikkelingen van het afgelopen jaar in de inleiding van het jaarverslag op te nemen en de programmaspecifieke ontwikkelingen mee te nemen in de programmaverantwoording.
8.3.
Incidentele baten en lasten
De paragraaf betreffende de incidentele baten en lasten bevat een overzicht van de baten en lasten die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. Belangrijk hierbij te vermelden is dat het IFRS (International Financial Reporting Standards) geen onderscheid maakt tussen resultaat uit gewone be-
Pagina 37
Jaarrekening 2009
drijfsvoering en buitengewone resultaten. Ook in Nederland is er een tendens om steeds minder posten als incidenteel aan te merken, tenzij het gaat om de lasten als gevolg van nationalisaties, onteigeningen en natuurrampen. Waterschap Zuiderzeeland volgt deze lijn. In de jaarrekening zijn geen incidentele baten en lasten van deze aard opgenomen.
8.4.
Onttrekkingen aan voorzieningen en bestemmingsreserves
In de paragraaf betreffende de onttrekkingen aan voorzieningen en bestemmingsreserves wordt ingegaan op de bedragen die rechtstreeks uit voorzieningen worden onttrokken alsmede op het beroep dat op de bestemmingsreserves wordt gedaan. Een overzicht met de onttrekkingen uit voorzieningen is opgenomen in de bijlagen. Er is in het jaar 2009 geen beroep gedaan dat op de bestemmingsreserves.
8.5.
Waterschapbelastingen
Anders dan gemeenten en provincies ontvangen waterschappen geen bijdrage van het Rijk voor de bekostiging van hun taken. Waterschappen bekostigen hun taken door het heffen van belastingen, de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing. In de onderstaande tabel worden de begrote en gerealiseerde belastingopbrengsten weergegeven. Overzicht belastingen, onderdeel omslagen (bedragen x € 1.000.000) Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Watersysteemtaak Zuiveringstaak
39,9 26,3
41,9 26,8
29,4 32,4
Totaal
66,2
68,7
61,8
Watersysteemheffing Ingezetenenomslag Omslag gebouwd Omslag ongebouwd Omslag natuur Verontreinigingsheffing Ingezetenenomslag voorgaande jaren Omslag gebouwd voorgaande jaren Omslag ongebouwd voorgaande jaren
10,3 19,9 9,2 0,2 0,9 -
10,5 21,1 10,0 0,2 0,5 -0 -0 0,1
7,9 13,7 8,2 -
Subtotaal watersysteemheffing
40,5
42,4
29,8
De verhoging van het begrotingsvolume vanaf het jaar 2009 zorgt voor een toename van de belastingopbrengsten. Ook is vanaf het belastingjaar 2009 de kostentoedeling gewijzigd. De waterschapsomslagen zijn hierbij verhoogd ten gunste van de WVO aanslagen.
Pagina 38
Jaarrekening 2009
Ten opzichte van de begroting ligt de realisatie van de omslag gebouwd € 1,2 miljoen hoger. De oorzaak hiervan is gelegen in de hogere werkelijke WOZ waarde van gebouwde objecten dan begroot. Bij zowel de ongebouwde gebieden als natuurterreinen konden meer hectares worden opgelegd dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de verontreinigingsheffing blijft achter bij de begroting. In de begroting was uitgegaan van hogere heffingseenheden dan de gerealiseerde eenheden. Een groot deel van de niet gerealiseerde heffingseenheden verontreinigingsheffing is gerealiseerd bij de zuiveringsheffing. Overzicht belastingen, onderdelen WVO en overig (bedragen x € 1.000.000) Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Zuiveringsheffing WVO huishoudens WVO bedrijven WVO huishoudens voorgaande jaren WVO bedrijven voorgaande jaren
20,2 7,0 -
20,8 6,9 -0 0,1
25,1 8,7 - 0,4
Subtotaal zuiveringsheffing
27,2
27,8
33,4
Overig Kwijtschelding
- 1,5
- 1,5
- 1,4
Subtotaal overig
- 1,5
- 1,5
- 1,4
Totaal belastingen
66,2
68,7
61,8
In 2008 was er nog een fors verschil te constateren tussen de begrote en gerealiseerde kwijtschelding. In 2009 is de gerealiseerde kwijtschelding nagenoeg gelijk aan de begrote kwijtschelding.
Pagina 39
Jaarrekening 2009
In de onderstaande tabellen worden de begrote en gerealiseerde belastingeenheden weergegeven. Eenheden watersysteemheffing (x 1.000) Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
144 37.500 110 20 15
147 39.790 119 27 9
144 37.180 131 nvt nvt
Begroting 2009
Werkelijk 2009
Werkelijk 2008
Huishoudens Bedrijven
354 122
365 120
364 127
Totaal
476
485
491
Ingezetenenomslag Omslag gebouwd Omslag ongebouwd Omslag natuur Verontreinigingsheffing
Eenheden zuiveringsheffing (x 1.000)
8.6.
Weerstandsvermogen
Inleiding Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin Waterschap Zuiderzeeland in staat is financiële tegenvallers uit risico’s die zij loopt zelf op te vangen. Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit en risico’s. Onder weerstandscapaciteit worden de middelen en mogelijkheden verstaan, waarover het waterschap beschikt of kan beschikken om niet geraamde financiële tegenvallers op te vangen. Het gaat dan om de opvang van incidentele tegenvallers, want structurele tegenvallers dienen (binnen 2 jaar) te worden gedekt in de exploitatie van het waterschap. De risico’s zijn alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie van het waterschap. Dit zijn dus risico’s die niet makkelijk met beheersmaatregelen in de bedrijfsvoering zijn te beheersen alsmede risico’s die niet zijn verzekerd. Voldoende weerstandsvermogen voorkomt dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen of het verhogen van belastingen.
Pagina 40
Jaarrekening 2009
Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit kan worden onderverdeeld in structurele weerstandscapaciteit en incidentele weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit structurele middelen in de begroting waarmee optredende risico’s kunnen worden opgevangen. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit vrij besteedbare middelen die éénmalig kunnen worden aangewend. De incidentele weerstandscapaciteit van het waterschap is opgebouwd uit de volgende componenten:
algemeen vrij aanwendbare reserves; dotaties en onttrekkingen aan algemene reserves in het begrotingsjaar; stille en aanwendbare reserves vaste activa.
Tabel: Weerstandscapaciteit ultimo 2009 (bedragen x € 1.000.000) Weerstandscapaciteit incidenteel Algemene reserves
4,4
Onverdeeld resultaat t.b.v. taakreserves
2,2
Stille reserves
PM
Weerstandscapaciteit incidenteel
6,6
Risico’s De volgende risico’s worden onderkend. Samenwerking met derden Onze maatschappij wordt in toenemende mate een netwerkeconomie. Waterschap Zuiderzeeland heeft daarom samenwerking met derden hoog in het vaandel staan, zoals ook uit de missie en visie blijkt. Dit betekent echter ook een toename van het aantal afhankelijkheidsrelaties met andere partijen. Niet alleen in de regio is dit relevant, maar ook (inter)nationaal. De voortgang van processen enerzijds en projecten anderzijds wordt hierdoor sterk beïnvloed. Het hiermee gepaard gaande uitgavenpatroon kan dus ook erg grillig zijn. Subsidies Voor de realisering van verschillende projecten waarin Waterschap Zuiderzeeland partner is, hetzij in een eigen uitvoerende rol, hetzij in een andere participerende rol waarbij de uitvoering elders ligt, worden subsidies verstrekt. Risico voor het waterschap in de eigen uitvoerende rol van projecten schuilt in het daadwerkelijk verkrijgen van subsidies, formeel benodigde besluiten van andere overheden en de vereiste medewerking van derden. Daarnaast loopt het waterschap risico’s bij door derden uit te voeren projecten, indien het daadwerkelijk verkrijgen van de subsidie afhankelijk is van de voortgang van de uitvoering waarop door het waterschap geen invloed kan worden uitgeoefend. Aanbesteden Als gevolg van de veranderde wet- en regelgeving rondom aanbesteden zal meer aandacht besteed worden aan de inhoud en het proces van aanbesteden. Aanbesteden neemt
Pagina 41
Jaarrekening 2009
veel tijd in beslag alvorens het werk daadwerkelijk kan worden uitgevoerd. Risico daarbij is dat wanneer niet tijdig met de voorbereidingen gestart wordt, er onvoldoende tijd is om de wettelijk verplichte aanbestedingsprocedure te volgen en er om die reden wordt afgeweken van de aanbestedingsregels. Daarnaast bestaat het risico dat inschrijvers die de gunning niet krijgen, bezwaar maken tegen de voorgenomen gunning. Landelijke trend is dat inschrijvers steeds vaker geneigd zijn een gerechtelijke procedure te starten om de voorgenomen gunning te laten verbieden door de rechter om op die manier alsnog zelf in aanmerking te komen voor de gunning of om schadevergoeding te eisen van de aanbestedende dienst voor de gemiste gunning.
Beleid omtrent weerstandscapaciteit
Beleid ten aanzien van algemene reserves Algemene reserves hebben geen specifieke bestemming en fungeren als een algemeen weerstandsvermogen van het waterschap. De algemene reserves dienen ter afdekking van niet kwantificeerbare algemene risico’s, met name het kunnen opvangen van eventuele toekomstige tegenvallers van algemene aard en een jaarrekening die onverwachts met een tekort sluit in evenwicht te brengen. Met de vaststelling van de Nota Reserves en Voorzieningen heeft de Algemene Vergadering besloten dat de maximum hoogte (streefhoogte) van de algemene reserve 5 tot 10 procent van de exploitatie uitgaven van de desbetreffende taak bedraagt. In het verleden heeft de Provincie in het kader van repressief toezicht deze marge ondersteund. Dit is nog steeds van toepassing. Beleid ten aanzien van bestemmingsreserves De bestemmingsreserves zijn afgezonderde delen van het eigen vermogen die een vooraf bepaalde bestemming hebben. Het gaat dan om vastgelegde aanwendingen, maar nadrukkelijk nog geen verplichtingen. Deze bestemming komt tot stand bij de bestemming van het jaarresultaat door de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering heeft de vrijheid om de bestemming van een reserve te wijzigen. Het beleid is gericht op het zo min mogelijk in het leven roepen van bestemmingsreserves. De reden hiervoor is dat de creatie van veel bestemmingsreserves de bufferfunctie van de algemene reserve vermindert. Daarnaast bestaat het gevaar dat gelden van bestemmingsreserves langdurig onbenut blijven. Beleid ten aanzien van voorzieningen Voorzieningen dienen ter dekking van reeds voorziene redelijkerwijs in te schatten verplichtingen en risico’s. De vorming van een voorziening is een bevoegdheid van de Algemene Vergadering. De beschikking over de voorziening gaat conform de budgethoudersregeling. Met de vaststelling van de jaarrekening stemt de Algemene Vergadering in met zowel de vorming van nieuwe voorzieningen en de dotaties daaraan als met de mutaties in de bestaande voorzieningen. Risicobeleid Op 25 augustus 2009 heeft de Algemene Vergadering het risicobeleid vastgesteld. Dit beleid geeft kaders voor risicomanagement en weerstandsvermogen en heeft als doel te waarborgen dat risico’s uit de normale bedrijfsvoering tijdig in beeld worden gebracht, zodat deze worden betrokken in beleidsplannen, P&C-instrumenten en de verzekeringsportefeuille. Daarnaast schrijft het risicobeleid een vormgeving van de algemene reserves voor, waarbij een reserve per taak en een algemene reserve worden gevormd. Hierdoor worden fluctuaties van de tarieven zoveel mogelijk tegengegaan, zonder de band tussen de taken, de tarieven en de reserves te verbreken. De onderlinge verhouding op een bepaald moment tussen de beide taakreserves is niet relevant om te voldoen aan de algehe-
Pagina 42
Jaarrekening 2009
le taakstelling, waardoor de totale omvang van de algemene reserve beperkt kan blijven tot 5 tot 10 procent, zoals vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen.
8.7.
Financiering
Inleiding Waterschap Zuiderzeeland verkeert, net als de meeste andere lagere overheden, in een situatie van financieringsbehoefte. Dit houdt verband met het stelsel van baten en lasten. Hierbij worden investeringsuitgaven geactiveerd en worden de kapitaallasten gespreid over de levensduur van de investering ten laste gebracht van de exploitatie. Investeringen moeten voorgefinancierd worden omdat de inkomsten en uitgaven niet synchroon lopen. Voor het financieren van de uitgaven heeft het waterschap interne en externe financieringsmiddelen ter beschikking. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de reserves. Onder de externe financiering vallen de kortlopende en langlopende leningen. Door de omvangrijke investeringen moet er relatief veel worden geleend. Treasury heeft hierbij als doel om een optimaal resultaat te bereiken tussen rentelasten en risico. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Deze wet regelt dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen het waterschap uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisico norm. Prudent beheer is hierbij de basisregel.
Rentevisie De rentevisie is altijd gebaseerd op de dan geldende marktgegevens. Hoe de ontwikkeling van de rente van nieuw af te sluiten langlopende geldleningen zou zijn, kon bij het opstellen van de begroting 2009 moeilijk worden ingeschat. Het rentepercentage van een langlopende geldlening gedurende 10 jaar met jaarlijkse gelijke aflossingen ultimo 2009 schommelde net onder de 3,5% bij de Nederlandse Waterschapsbank en lag hier ruim lager dan het begrote percentage van bijna 5%. Gezien de instabiliteit op de kapitaalmarkt is het niet meer mogelijk om, zoals voorheen gebruikelijk was, geldleningen af te sluiten met een looptijd langer dan 10 jaar.
Risicobeheer Het beleid omtrent het risicobeheer van het waterschap is deels vastgelegd in de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Zuiderzeeland en deels vastgelegd in de nota Risicobeleid. Bij het risicobeheer gelden de hieronder genoemde uitgangspunten:
Algemeen
In de beleidsuitgangspunten is aansluiting gezocht bij de richtlijnen van de Unie van Waterschappen en de Waterschapsbank. Het waterschap zal geen beleggingsfunctie gaan invullen.
Beleggingen
Het waterschap zal overtollige gelden alleen uitzetten voor de uitoefening van de publieke taken. Uitzettingen in de vorm van private aandelen (ondernemingen) zullen niet plaatsvinden, gezien het grote risico dat hiermee wordt gelopen, hoewel de wet Fido het beleggen in aandelen van ondernemingen in de publieke sfeer toestaat. Op dit moment beschikt het waterschap over een pakket aandelen in de Nederlandse Waterschapsbank voor een bedrag van € 9.870.
Pagina 43
Jaarrekening 2009
Liquiditeiten
Eventuele tijdelijke liquiditeitsoverschotten zullen tegen rente worden uitgezet bij een voldoende kredietwaardige instelling. De kredietwaardigheid van de tegenpartij (financiële instelling) moet minimaal voldoen aan de A-rating.
Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal houdt in het totaal van de brutolasten (de som van de kostensoorten) volgens de begroting per 1 januari van het desbetreffende jaar. Over de renterisico’s van de vlottende schulden is in de wet Fido bepaald dat in een kwartaal de gemiddelde netto vlottende schuld per kwartaal van een waterschap de kasgeldlimiet niet mag overschrijden. Het percentage van de kasgeldlimiet is in de wet Fido voor de waterschappen vastgesteld op 23% van het begrotingstotaal. Bij een bruto begrotingstotaal van ruim € 68 miljoen bedraagt de kasgeldlimiet bijna € 16 miljoen. In de volgende tabel wordt de ontwikkeling van de kasgeldlimiet over het jaar 2009 weergegeven. Uit de tabel kan worden afgelezen dat in geen van de kwartalen de kasgeldlimiet is overschreden. De rente voor kortlopende leningen heeft zich in 2009 op een betrekkelijk laag niveau gemanifesteerd, hetgeen ook van invloed is op de rente die Waterschap Zuiderzeeland ontvangt c.q. moet betalen op de rekening-courant bij de NWB. De ruimte in de kasgeldlimiet bedroeg op 31 december 2009 € 11,7 miljoen. Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000.000) 1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
Primitieve begroting
68,3
68,3
68,3
68,3
1. Toegestane kasgeldlimiet In % van de grondslag In bedrag
23% 15,7
23% 15,7
23% 15,7
23% 15,7
2. Vlottende schuld minus vlottende middelen
7,0
6,7
0,7
4,0
3. Ruimte
8,7
9,0
15,0
11,7
Omschrijving
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in het verslagjaar is voldaan aan de kasgeldlimiet.
Pagina 44
Jaarrekening 2009
Renterisico norm In de vaste financiering stelt de wet Fido een norm waaraan het renterisico van de portefeuille als geheel moet voldoen. Deze norm wordt aangeduid als de renterisico norm en bedraagt 30% van de omvang van het begrotingstotaal. In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de renterisico norm 2009. Renterisico norm over het jaar 2009 (bedragen x € 1.000.000)
1 2 3
Renterisico Renteherzieningen Aflossingen Renterisico (1 + 2)
P B 4
Renterisico norm Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage Primitieve begroting Renterisico norm (P x B)
30% 68,3 20,5
5
Toets renterisico norm Renterisico norm Renterisico op vaste schuld Ruimte (4 - 3)
20,5 5,4 15,1
5,4 5,4
Het renterisico bij aanvang van het jaar 2010 alsmede het renterisico op de vaste schuld voor de jaren 2011 tot en met 2013 is overeenkomstig hetgeen is opgenomen in de Meerjarenbegroting 2010-2013.
Financieringsbehoefte In het afgelopen jaar zijn twee nieuwe leningen bij de Waterschapsbank aangetrokken met een totaalbedrag van € 20,0 miljoen. In de begroting was uitgegaan van een totaalbedrag van € 21,0 miljoen. Door een lichte vertraging in de investeringsuitgaven valt de daadwerkelijk aangetrokken lening iets lager uit.
Kasbeheer De inkomende en de uitgaande geldstroom van het waterschap lopen niet synchroon. De uitgaven zijn min of meer gelijkelijk over het jaar verdeeld, terwijl de opbrengsten meer in piekvorm worden ontvangen. Het treasurybeleid is erop gericht om een zo gunstig mogelijk renteresultaat te behalen. Aan de hand van de actuele en de verwachte liquiditeitspositie wordt bepaald of geld voor de korte termijn (korter dan één jaar) moet worden aangetrokken. Door invoering van een nieuw financieel pakket zal in het komende jaar worden getracht om de liquiditeitsprognoses te verbeteren.
Informatievoorziening In het jaar 2009 is er wetgeving van kracht geworden waarin staat dat de informatie over de kasgeldlimiet en de renterisico norm uitsluitend zal worden opgenomen in de financieringsparagraaf van de jaarrekening en niet meer periodiek aan de toezichthouder zal worden verstrekt. In de reguliere situatie is dit dan de enige informatie die de toezichthouder
Pagina 45
Jaarrekening 2009
nog krijgt. Vooral voor de kasgeldlimiet betekent dit een beduidende afname van de informatiestroom. De toezichthouder kijkt nog wel afzonderlijk of de normen zijn nageleefd en behoudt het recht om zo nodig een aanwijzing te geven, of bij hardnekkige overtreding een toestemmingsvereiste voor het aangaan van nieuwe leningen op te leggen. Voor de kasgeldlimiet heeft het waterschap een meldplicht. Indien het voor het derde kwartaal achtereen de kasgeldlimiet gaat overschrijden, dient het waterschap dit zelf aan de toezichthouder te melden. Daarnaast wordt eveneens per kwartaal aan het Centraal Bureau voor de Statistiek een rapportage gedaan over het EMU-saldo.
8.8.
Verbonden partijen
De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de door Waterschap Zuiderzeeland aangegane bestuurlijke participaties. Verbonden partijen zijn een manier om beleidsvoornemens uit de programma’s uit te voeren. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin het waterschap een bestuurlijk en financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang heeft een waterschap wanneer ze een zetel heeft in het bestuur van een derde rechtspersoon of als ze stemrecht heeft. Hieronder wordt verstaan dat namens het waterschap de dijkgraaf, heemraad, algemeen bestuurslid of ambtenaar de volgende functie(s) vervult bij een derde rechtspersoon: lid van het algemeen of dagelijks bestuur, voorzitter, secretaris of penningmeester. Een financieel belang heeft een waterschap indien de middelen die deze ter beschikking stelt verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij (een derde rechtspersoon) en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op het waterschap. Waterschap Zuiderzeeland heeft bestuurlijke en financiële belangen in verschillende verbonden partijen waaronder gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen. De verbonden partij voert beleid uit voor het waterschap dat het waterschap ook zelf zou kunnen uitvoeren. Om deze reden is het van belang de ontwikkelingen weer te geven in deze paragraaf verbonden partijen. Uiteraard blijft Waterschap Zuiderzeeland beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheden houden ten aanzien van deze partijen. De paragraaf richt zich op belangrijkste wijzigingen die zich hebben voorgedaan in het jaar 2009.
Beleid ten aanzien van de verbonden partijen De bestaande participaties van Waterschap Zuiderzeeland zijn zowel van publiekrechtelijke als van privaatrechtelijke aard. Deze participaties zijn de afgelopen decennia aangegaan. In verschillende beleidssectoren van het waterschap, met verschillende motieven, komend vanuit verschillende uitgangsposities, werd de afweging voor het aangaan van een bestuurlijke participatie gemaakt en werd gekozen voor de ene of de andere constructie. Per
participatie wordt hieronder aangegeven: welk beleid de verbonden partij uitvoert wat de uitvoering van het beleid door de verbonden partij oplevert wat de belangrijke ontwikkelingen in 2009 bij de verbonden partij zijn geweest
Nederlandse Waterschapsbank (NWB) Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de NWB bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essenti-
Pagina 46
Jaarrekening 2009
eel voor de publieke taak. Er zijn in het jaar 2009 geen belangrijke ontwikkelingen geweest. Kijkend naar de toekomst is het denkbaar dat de huidige economische situatie invloed heeft op de ontwikkelingen bij de Waterschapsbank, maar hier zijn thans geen concrete aanwijzingen voor. Gemeenschappelijk Belastingkantoor Rijn Midden (Tricijn) De heffing en inning van de waterschapsbelastingen liggen in handen van Tricijn. Door op het gebied van de inning van belastingen samen te werken met anderen, is worden de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk gehouden. Momenteel nemen naast Waterschap Zuiderzeeland nog twee waterschappen deel in Tricijn. Tricijn gaat zich tevens richten op gemeenten. Mogelijk zullen deze gemeenten dan toetreden tot de gemeenschappelijke regeling. Eind 2009 zijn er mogelijkheden onderzocht voor een vergaande samenwerking met Locosensus. Gemeenschappelijke regeling inzake samenwerking bij laboratoriumonderzoek Het laboratorium van waterschap Groot Salland verricht laboratoriumonderzoek voor Waterschap Zuiderzeeland en draagt zo bij aan de verwezenlijking van het programma schoon water. Door chemisch en bacteriologisch onderzoek te verrichten is controle op naleving van vergunningen mogelijk, alsmede het beheersen en het beoordelen van de kwaliteit van het oppervlaktewater en controle op het zuiveren van afvalwater. De gezamenlijke uitvoering bevordert efficiënt en doelmatig laboratoriumwerk. Tricijn is in 2008 toegetreden tot deze gemeenschappelijke regeling. In 2009 hebben zich geen vermeldenswaardige ontwikkelingen voorgedaan. Regeling Nieuwland Erfgoedcentrum Een gedeelte van het archief is ondergebracht bij Nieuwland Erfgoedcentrum. Het Erfgoedcentrum beheert archieven van verschillende gemeenten, de provincies en twee stichtingen, waardoor een kostenbesparing in de zin van ruimtebesparing mogelijk is. Binnen Nieuwland Erfgoedcentrum is een omslag gaande van een vooral op geschiedenis georiënteerde instelling naar een meer op de toekomst gericht centrum. Het gaat meer nadruk leggen op de drie-eenheid museum, archief en studiecentrum. De heer A.B.L. de Jonge, burgemeester van Dronten, is tussentijds afgetreden als bestuurder. Zijn plaats zal vanaf april 2010 worden overgenomen door de heer C.A.A.A. Maenhout. Servicepunt handhaving Flevoland (SEPH) Het SEPH bevordert de adequate en gezamenlijke handhaving van (nu nog) vooral milieuwetten, assisteert in de professionalisering en verzorgt ondersteunende taken op diverse (beleids-)gebieden. Het SEPH verzorgt diverse taken, in het kader van Handhavinguitvoeringsprogramma's, de professionaliseringstrajecten in Flevoland, het Gemeenschappelijk Kader, opleiding en kenniscentrum, secretariaat en netwerk en de coördinatie van het landelijk handhavingsprogramma. In 2009 hebben zich geen vermeldenswaardige ontwikkelingen voorgedaan. Stichting GBKN Flevoland Stichting GBKN Flevoland heeft als doel het in stand houden, bijhouden en exploiteren van de Grootschalige Basiskaart Nederland voor Flevoland, het bevorderen van overleg tussen de samenwerkende partners en het voeren van overleg met publiek- en privaatrechtelijke instellingen ter uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst. De GBKN voor Waterschap Zuiderzeeland is van groot belang bij de uitoefening van zijn taken. Samenwerking in Stichting GBKN Flevoland waarborgt dat de GBKN Flevoland wordt bijgehouden en de basiskaart op een juiste en verantwoorde wijze wordt geëxploiteerd. Een meerjarige ontwikkeling binnen de Stichting GBKN Flevoland is het onderzoeken van de mogelijk-
Pagina 47
Jaarrekening 2009
heid om de GBKN toe te voegen aan het stelsel van basisregistraties. Hiermee wordt de GBKN de standaard en basis voor topografische bestanden in Nederland. GIS-Zes Op 22 september 2009 heeft de Algemene Vergadering ingestemd met de opheffing van de gemeenschappelijke regeling GIS-Zes. Door de oprichting van het Waterschapshuis als regie- en uitvoeringsorganisatie voor de waterschappen op het gebied van ICT is deze regeling overbodig geworden. Het saldo van het eigen vermogen is naar rato van de financiële verdeelsleutel verdeeld over de zeven waterschappen die in deze regeling hebben geparticipeerd. Eind december 2009 heeft Waterschap Zuiderzeeland hierbij € 11.858 ontvangen.
8.9.
EMU-saldo
Inleiding Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter, zoals aan- en verkopen grond, investeringen en investeringsbijdragen. Financiële transacties als de verkoop van deelnemingen worden echter niet als inkomsten of uitgaven gezien. De twaalf landen die meedoen aan de Economische en Monetaire Unie (EMU), hebben de euro als officiële munt. Zij hebben in het stabiliteits- en groeipact afspraken gemaakt over het op orde houden van de overheidsfinanciën. Een van deze afspraken heeft betrekking op het begrotingstekort van landen, oftewel het EMU-tekort. Als het EMU-tekort van een van de lidstaten boven de 3% BBP uitkomt, krijgt het land een officiële waarschuwing. In het uiterste geval kan de Europese Raad van Ministers ook boetes opleggen. Het EMU-saldo betreft de totale overheid en dus ook waterschappen beïnvloeden of Nederland zich aan de Europese afspraken houdt. Om het EMU-saldo te kunnen beheersen maakten het kabinet en de decentrale overheden in oktober 2004 afspraken. Voor de waterschappen komen deze afspraken er onder andere op neer dat als hun totale bijdrage aan het EMU-tekort in 2005 meer bedraagt dan 250 miljoen euro (de ‘referentiewaarde’) zij meer dan evenredig aan het Nederlandse EMU-tekort bijdragen.
Pagina 48
Jaarrekening 2009
Berekening Hieronder treft u de tabel aan waarin de berekening van het EMU-saldo voor Waterschap Zuiderzeeland is weergegeven. EMU saldo (bedragen x € 1.000.000) 1
EMU exploitatiesaldo
2
Invloed investeringen – netto investeringsuitgaven + afschrijvingen
- 26,4 + 6,2
Invloed voorzieningen + toevoeging aan voorziening t.l.v. exploitatie – onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie – betalingen rechtstreeks uit voorzieningen
+ 2,7 - 0,2 - 0,8
EMU saldo
- 6,4
3
8.10.
+ 12,1
Uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT)
Op 9 februari 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) ingevoerd. Op grond van deze wet moet het waterschap jaarlijks het belastbaar loon, de voorzieningen ten behoeve van beloningen en de functie rapporteren van ieder van wie de som van het loon en de voorzieningen hoger is dan het gemiddelde loon van de ministers. Het gemiddeld belastbaar loon van ministers -in de wandeling aangeduid als de Balkenendenorm- bedraagt over het jaar 2009 € 188.000. Waterschap Zuiderzeeland heeft geen bestuurders of werknemers in dienst met een beloning boven deze norm. Het kabinet heeft aangegeven dat zij ook tijdelijk personeel, zoals interim-bestuurders of -managers als geadresseerden van het normeringsbeleid beschouwt. De tarieven die voor advieswerk, project- of interim-management in rekening worden gebracht, zijn echter niet rechtstreeks herleidbaar tot het normbedrag van de WOPT of, meer in het algemeen, naar de normbedragen voor ambtelijke salarissen. In het tarief is het persoonlijk inkomen van de externe kracht uiteraard verdisconteerd, maar het bevat ook andere componenten, zoals de (overhead)kosten van het bedrijf waaraan deze verbonden is (kantoorkosten, werkgeverslasten, vervoersmiddelen, winstopslag, etc.). Bij zelfstandig gevestigde externe adviseurs en project- of interimmanagers is de tariefopbouw uiteraard anders, maar ook bij hen geldt een groot verschil tussen tarief en persoonlijk (belastbaar) inkomen. Bovendien zijn de tarieven gekoppeld aan de netto inzetbare tijd, de zogenaamde declarabele uren. In de wereld van consultancy en management wordt uitgegaan van een declarabiliteit van ongeveer 1.200 uur op jaarbasis. De niet-declarabele uren staan voor kantoor- en vakoverleg, training en bijscholing en acquisitie. Verder is hierin verdisconteerd dat regelmatig sprake is van minder dan 100% opdrachtendekking. Uitgaande van een ‘normale’ overhead van 25% kan worden gesteld dat interim-managers met een uurtarief vanaf € 200 volgens de WOPT moeten worden gemeld. De tarieven die het waterschap momenteel betaalt, zijn in alle gevallen lager.
Pagina 49
Jaarrekening 2009
9.
Overige gegevens
9.1.
Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen te melden na balansdatum die van invloed kunnen zijn op het vermogen van het Waterschap dan wel het resultaat over het boekjaar.
9.2.
Accountantsverklaring
De accountantsverklaring en het definitieve accountantsverslag zijn nog niet beschikbaar.
Pagina 50
Jaarrekening 2009
10. Bijlagen 10.1.
Algemeen
In dit hoofdstuk zijn de bijlagen bij de jaarrekening opgenomen. Achtereenvolgens vindt u de volgende bijlagen:
Staat Staat Staat Staat Staat
van van van van van
materiële vaste activa reserves voorzieningen vaste geldleningen personeelslasten
Pagina 51
jaarrekening 2009
10.2.
Staat van materiële vaste activa
Totaal afschrijving
Boekwaarde per 01-01
Overboeking onderhanden werk
Afschrijvingen boekjaar
Aanschafprijs
Totaal afschrijving
Boekwaarde per 31-12
Toegerekende rente
Totaal kapitaallasten
10.666
2.995
7.672
17
358
10.684
3.352
7.331
286
643
Bedrijfsmiddelen
262
194
68
207
57
469
251
217
3
60
Hard en software
1.395
710
686
210
255
1.605
964
641
26
280
2.281
580
1.701
1.370
102
3.652
682
2.969
63
165
13.607
3.839
9.768
6.603
952
20.210
4.791
15.419
364
1.316
317
135
182
-
16
317
151
166
7
23
Kunstwerken
3.640
511
3.129
1.150
275
4.790
786
4.005
116
392
Waterlopen
3.266
933
2.332
428
126
3.693
1.059
2.634
87
213
Werken in exploitatie
Aanschafwaarde
(Bedragen x € 1.000)
Algemeen Kantoren en centrale werkplaatsen
Veiligheid Waterkeringen Voldoende water Gemalen Onderbemaling
Vervolg op volgende pagina
Pagina 52
jaarrekening 2009
Vervolg van vorige pagina
Totaal afschrijving
Boekwaarde per 01-01
Overboeking onderhanden werk
Afschrijvingen boekjaar
Aanschafprijs
Totaal afschrijving
Boekwaarde per 31-12
Toegerekende rente
Totaal kapitaallasten
62.434
31.139
31.296
1.111
2.384
63.546
33.522
30.023
1.165
3.549
Slibontwateringinstallaties
9.617
7.599
2.018
248
356
9.865
7.955
1.909
75
431
Rioolgemalen
9.810
3.355
6.455
1.835
473
11.645
3.828
7.817
240
713
Persleidingen
18.501
12.162
6.339
196
560
18.697
12.722
5.976
236
796
4.363
148
4.215
367
158
4.730
306
4.424
157
315
337
32
305
19
13
356
45
311
11
24
Sanering waterbodems
1.504
35
1.469
1.044
64
2.548
100
2.449
55
119
Wateraanvoer
2.774
543
2.231
805
100
3.579
643
2.935
83
183
144.776
64.910
79.865
15.611
6.249
160.386
71.159
89.227
2.973
9.222
Werken in exploitatie
Aanschafwaarde
(Bedragen x € 1.000)
Schoon water AWZI
IBA Verbeteringswerken
Totaal
Pagina 53
jaarrekening 2009
10.3.
Staat van reserves
Interne rente
Overige vermeerderingen
Interne vermindering
Externe vermindering
Stand per 31-12
Watersysteemtaak
4.848
-
-
-
-
4.848
Zuiveringstaak
- 419
-
-
-
-
- 419
Stedelijk water
820
-
-
-
-
820
Maatregelen OAS
700
-
-
-
-
700
Duurzame oevers
541
-
-
-
-
541
Vervanging pompen
139
-
-
-
-
139
6.629
-
-
-
-
6.629
Omschrijving
Stand per 01-01
(Bedragen x € 1.000)
Algemene reserve
Bestemmingsreserves
Totaal
In het bovenstaande overzicht is de voorgestelde resultaatbestemming van het jaar 2009 nog niet verwerkt.
Pagina 54
jaarrekening 2009
10.4.
Staat van voorzieningen
Interne rente
Overige vermeerderingen
Interne vermindering
Externe vermindering
Stand per 31-12
6.666
-
833
-
-
7.499
264
-
1.085
-
261
1.088
Personele reorganisatie
1.467
35
- 181
-
275
1.046
Pensioenen voormalige bestuurders
1.091
35
52
-
133
1.045
-
-
416
-
-
416
Wachtgeld voormalig bestuurders
270
8
30
-
65
243
Groot onderhoud
185
-
-
-
83
102
Belastingsamenwerking
248
-
-
248
-
-
10.191
78
2.235
248
817
11.439
Omschrijving
Stand per 01-01
(Bedragen x € 1.000)
Toekomstige afschrijvingen Baggeren
Btw Waterlandstichting
Totaal
De voorziening dubieuze debiteuren is opgenomen als minpost onder de rubriek debiteuren en maakt geen onderdeel uit van deze staat.
Pagina 55
jaarrekening 2009
10.5.
Staat van vaste schulden
Ingangsdatum
Resterende looptijd in jaren
Schuld per 01-01
Vermeerderingen
Verminderingen
Schuld per 31-12
Aflossingsverplichting volgend boekjaar
Rentelasten boekjaar
NWB 100.11938
8,480
18-02-1992
3
908
-
227
681
227
60
NWB 100.12352
6,950
23-02-1993
4
1.021
-
204
817
204
59
NWB 100.12858
6,650
12-01-1994
10
1.664
-
151
1.513
151
101
NWB 100.12859
6,650
12-01-1994
10
1.664
-
151
1.513
151
101
NWB 100.13736
7,320
25-10-1995
11
1.452
-
121
1.331
121
105
NWB 100.13737
7,320
25-10-1995
11
1.271
-
106
1.164
106
91
NWB 100.14029
7,250
26-06-1996
12
3.146
-
242
2.904
242
219
NWB 100.14235
6,550
10-10-1996
12
3.146
-
242
2.904
242
202
NWB 100.14798
6,070
20-10-1997
13
2.541
-
181
2.361
181
152
NWB 100.15818
4,700
24-03-1999
15
2.904
-
181
2.723
181
129
NWB 100.20317
5,750
14-04-2000
1
1.134
-
-
1.134
1.134
65
NWB 100.21610
4,510
01-11-2001
7
2.420
-
303
2.117
303
107
NWB 100.23988
3,200
19–09-2005
11
4.000
-
333
3.667
333
125
NWB 100.24264
3,668
13-02-2006
12
4.333
-
333
4.000
333
148
NWB 100.24704
3,995
13-12-2006
12
5.200
-
400
4.800
400
207
NWB 100.24761
4,300
24-01-2007
18
4.750
-
250
4.500
250
194
Geldgever
Rente percentage
(Bedragen x € 1.000)
Bestaande geldleningen
Vervolg op volgende pagina
Pagina 56
jaarrekening 2009
Vervolg van vorige pagina
Ingangsdatum
Resterende looptijd in jaren
Schuld per 01-01
Vermeerderingen
Verminderingen
Schuld per 31-12
Aflossingsverplichting volgend boekjaar
Rentelasten boekjaar
NWB 100.25429
4,420
22-01-2008
19
6.000
-
300
5.700
300
253
NWB 100.26019
4,720
11-12-2008
9
10.000
-
1.000
9.000
1.000
469
Waterschap Groot Salland
6,300
01-01-2000
6
4.919
-
703
4.216
703
266
NWB 100.26057
4,260
06-02-2009
10
NWB 100.26442
3,300
18-12-2009
10
Geldgever
Rente percentage
(Bedragen x € 1.000)
Nieuwe geldleningen
Totaal vaste schulden
Pagina 57
10.000
-
10.000
1.000
385
-
10.000
-
10.000
1.000
15
62.474
20.000
5.429
77.045
8.564
3.455
jaarrekening 2009
10.6.
Staat van personeelslasten
Begrote formatie 2009
Gerealiseerde formatie 2009
Gerealiseerde formatie 2008
Begrote personeelslasten 2009
Gerealiseerde personeelslasten 2009
Gerealiseerde personeelslasten 2008
Sector
(Aantallen in fte, bedragen x € 1.000.000)
27,8 92,4 79,1 54,6
26,2 89,6 75,1 52,2
20,3 85,3 77,6 49,1
2,7 5,2 5,0 3,7
2,3 5,7 4,9 3,5
2,0 5,3 4,7 3,5
nvt
nvt
nvt
0,4
0,4
0,4
250,0
243,1
232,3
17,0
16,8
15,9
Directie en stafafdelingen Sector Watersystemen Sector Waterketen Sector M&O Taakstelling 250 fte
- 3,9
Bestuur Totaal
In de gerealiseerde personeelslasten zijn ook de kosten van tijdelijk personeel meegenomen.
Pagina 58