Jaarrekening 2014 Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A.
1
INHOUDSOPGAVE
1
Inhoudsopgave................................................................................................................................................ 2
2
Verslag van de directie .................................................................................................................................... 3
3
Risicomanagement ......................................................................................................................................... 8
4
Verslag van de Raad van Commissarissen .................................................................................................... 11
5
Jaarrekening .................................................................................................................................................. 13 - Grondslagen voor de financiële verslaggeving ........................................................................................... 13 - Balans per 31 december 2014 .................................................................................................................... 16 - Winst en verliesrekening over 2014 ........................................................................................................... 18 - Kasstroomoverzicht .................................................................................................................................... 20 - Toelichting op de balans per 31 december 2014 ........................................................................................ 21 - Toelichting op de winst en verliesrekening over boekjaar 2014 ................................................................ 26
6
Overige gegevens .......................................................................................................................................... 30
7
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ................................................................................. 31
8
Personalia ..................................................................................................................................................... 34
Bijlage 1 - Toelichting technisch resultaat naar branche ....................................................................................... 35 Bijlage 2 - Governance Principes Verzekeraars ..................................................................................................... 37
2
2
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
2.1
ALGEMEEN
de
Dit is het verslag van het 17 boekjaar van de maatschappij. De maatschappij is een onderlinge verzekeringsmaatschappij op aandelenbasis, die is opgericht op 12 december 1997 en haar activiteiten heeft aangevangen op 1 januari 1998. De maatschappij heeft per 1 januari 2014 26 leden-aandeelhouders. Het doel van de maatschappij is het met haar leden op onderlinge grondslag sluiten van schadeverzekeringen en sommenverzekeringen. Het sluiten van deze schadeverzekeringen en sommenverzekeringen mag uitsluitend plaatsvinden via bemiddeling van de leden-aandeelhouders.
2.2
ORGANISATIE
De Raad van Bestuur (hierna aangeduid als directie) is verantwoordelijk voor de volgende organisaties: S.O.M. Samenwerkende Onderlinge Verzekeringsmaatschappijen Coöperatie U.A., Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A., Stichting SOM Verhaalsbijstand, Stichtsche Onderlinge BrandHerverzekering (SOBH) en Stichting OASE (hierna aangeduid als SSO). De organisatiestructuur is in 2014 ongewijzigd en bestaat uit een directie en een Raad van Commissarissen. Als directie zijn wij tevreden over de constructieve wijze van samenwerking met de Raad van Commissarissen. Ook de samenwerking binnen het managementteam verloopt op constructieve wijze. Deze jaarrekening over het boekjaar 2014 is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de directie, wordt goedgekeurd door de Raad van Commissarissen en dient vastgesteld te worden door de Algemene Ledenvergadering van de maatschappij. In het afgelopen jaar heeft de directie zich actief bezig gehouden met een aantal doorlopende beleidszaken waarbij vier zaken een hoge prioriteit hebben gekregen: ten eerste de toekomst van het onderlinge verzekeringsbedrijf in Nederland, ten tweede administratief gemak ondersteund met adequate IT, ten derde de groei van de organisatie en als laatste de inrichting van Solvency II. -
3
Toekomst onderling verzekeringsbedrijf In november 2012 is het visiedocument “Toekomstvisie Onderlingen”, door een werkgroep van bestuursleden van aangesloten onderlingen opgeleverd. Aan de aanbevelingen uit het rapport om een stuurgroep te formeren met onderlingen die als koploper willen fungeren is in 2013 reeds opvolging gegeven. De stuurgroep bestaat uit een vijftal onderlingen, twee personen vanuit de SSO organisatie en een externe procesbegeleider. Het belangrijkste doel is te komen tot een Onderlinge Shared Service organisatie met als doel de onderlingen te ondersteunen in hun bedrijfsvoering. Deze stuurgroep wordt inmiddels ondersteund door een aantal werkgroepen dat zich bezig houdt met diverse zaken waaronder ICT, marketing en financiën. Met betrekking tot de ICT is een eerste pakketselectie gemaakt en is een pilotproject in een eindstadium beland. Als de laatste formele punten van onderzoek positief worden beantwoord zal naar verwachting eind tweede kwartaal 2015 de eerste onderlinge van start kunnen gaan met een nieuw ICT platform. In 2014 hebben opnieuw twee onderlingen besloten om de brandportefeuille over te dragen aan de SOM en zich daarmee aan te sluiten bij de andere vijf CCO onderlingen. Deze groep onderlingen gaat als coöperatief tussenpersoon verder.
-
Administratief gemak Ook in 2014 is er aandacht besteed aan administratief gemak. Het doel is om polisinformatie maar één keer in te voeren zodat alle systemen vervolgens worden gevuld met de benodigde informatie. Het is een van de aandachtspunten van de werkgroep ICT. Eind 2014 is een eerste koppeling met derde IT pakketten opgeleverd waarmee het mogelijk is om prolongatieberichten vanuit de SOM aan te leveren ten behoeve van de genoemde pakketten. In de loop van 2015 zal deze uitwisseling ook beschikbaar komen voor mutatieberichten. Het is eveneens mogelijk om alle polisdocumenten digitaal aan deze berichten toe te voegen.
-
Groei van de organisatie De SOM maakt een gestage groei door. Het aantal polissen is in 2014 toegenomen met bijna 10%. Deze groei is ongeveer twee maal zo groot als in voorgaande jaren en wordt veroorzaakt door de verzekeringsportefeuilleoverdracht van de groep CCO onderlingen. In 2015 zal door nieuwe portefeuilleoverdrachten naar verwachting wederom een groei plaatsvinden.
-
Solvency II De invoering van Solvency II is op 1 januari 2016 gesteld. Net als in 2013 is het afgelopen jaar gebruikt als verdere voorbereiding op Solvency II. In 2014 is een begin gemaakt met het invullen van de actuariële functie. De hieruit voortvloeiende werkzaamheden zijn uitbesteed aan een actuarieel bureau. Door hen is onder andere een passendheidanalyse uitgevoerd op het standaard SKV (SolvabiliteitsKapitaalVereiste) model dat door SSO wordt gebruikt. In 2015 zal verdere invulling worden gegeven aan deze actuariële functie. Daarnaast staat voor 2015 de verplichte QRT (Quantitative Reporting Templates) rapportage op de agenda. Naar verwachting betekent deze rapportage een forse uitbfreiding ten opzichte van de huidige Wft-staten. Het is onze doelstelling om dit jaar de voorbereiding op Solvency II af te ronden. In 2014 hebben wij opnieuw onze solvabiliteitseisen berekend met het nieuwe standaard SKV model dat hiervoor beschikbaar is. Deze berekeningen zijn meerdere keren uitgevoerd, met name op momenten dat er besluitvorming plaats moest vinden op bijvoorbeeld uitbreiding van de portefeuille in combinatie met wijziging van herverzekeringscontracten. Uit deze berekeningen in combinatie met genomen besluiten blijkt dat zowel SOM als SOBH ruimschoots voldoen aan de huidige en toekomstige wettelijke solvabiliteitseisen. Daarnaast wordt ook ruimschoots voldaan aan de intern gewenste solvabiliteiteisen zoals door de directie zijn opgesteld en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. De solvabiliteitseisen staan ook verwoord in het kapitaalbeleid, dat door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders is goedgekeurd.
De directie heeft deelgenomen aan diverse overlegstructuren met onder andere De Nederlandsche Bank, het Verbond van Verzekeraars, de FOV en diverse andere overkoepelende organisaties. Met De Nederlandsche Bank zijn er toezichtgesprekken gevoerd waarbij dit jaar de aandacht is uitgegaan naar de door ons ingediende ORSA, de resultaten van SOM en SOBH en de toetsingen van commissarissen. In 2014 is het platformoverleg op regelmatige basis bij elkaar geweest. Negen onderlingen hebben hier aan deelgenomen. Diverse onderwerpen op zowel strategisch als operationeel niveau zijn hier aan de orde geweest, waarbij ook regelmatig externe sprekers invulling hebben gegeven. Vanuit het platformoverleg zijn diverse commissies op verschillende vlakken actief.
4
Alle medewerkers die zich bezighouden met het verlenen van financiële diensten aan klanten moeten al jarenlang voldoen aan vakbekwaamheidseisen. In het afgelopen jaar heeft een aantal medewerkers hun “oude” diploma’s door middel van PE plus-examens geüpgraded naar een nieuw Wft diploma. De overige collega’s zullen hier begin 2015 mee starten. Ook de Raad van Commissarissen en de directie hebben hun permanente educatie op orde gebracht, deels intern en deels door deel te nemen aan het Wft PE programma “Toekomstgericht verzekeren” dat door de FOV werd aangeboden. Ook wordt de Terugkomdag FOV-cursus voor directieleden, bestuurders en commissarissen van onderlinge verzekeraars (Nyenrode) bijgewoond. In het afgelopen jaar is het beloningsbeleid ongewijzigd gecontinueerd. Het doel van het beloningsbeleid is om gekwalificeerde medewerkers en bestuurders aan te trekken, te behouden en deze een evenwichtige en stimulerende beloning te bieden. De maatschappij kent zowel voor medewerkers als voor directie geen variabele beloningen.
2.3
HERVERZEKERING
Ter bescherming van het eigen vermogen en ter afdekking van verzekerde risico’s heeft SOM een aantal op elkaar aansluitende herverzekeringscontracten gesloten. In 2014 hebben wij voor een groot deel van onze portefeuille een nieuw tweejarig quota share herverzekeringscontract afgesloten voor 2015 en 2016. Onze excess of loss contracten per risico en per evenement hebben we voor 2015 kunnen verlengen. Ons herverzekeringscontract met de SOBH is eveneens verlengd. De herverzekeringscontracten met de ARAG en de Europeesche zijn ongewijzigd verlengd. Daarnaast is er een nieuw herverzekeringscontract op de internationale herverzekeringsmarkt afgesloten voor SOM brand specials. Binnen dit contract worden de zwaardere en/of grotere brandrisico’s ondergebracht. Een deel van deze brandrisico’s loopt in co-assurantie met onderlingen. Binnen dit contract heeft de SOM geen of een beperkt eigen behoud per schade. De combinatie van herverzekeringscontracten geeft een goede risicoafdekking van onze totale portefeuille.
2.4
RESULTAAT
Het bruto premie-inkomen, dat voor een groot deel uit premie voor motorrijtuigverzekeringen bestaat, bedraagt over het boekjaar 2014 € 17.300.866 en is ten opzichte van het premie-inkomen 2013 met ruim € 2.000.000 gestegen. Van dit bedrag is € 1.575.289 afkomstig uit de overdracht van de brandportefeuille van de CCO leden.Het restant van ruim € 400.000 is reguliere groei. Het positieve resultaat van de maatschappij is, ondanks de groei in premie, afgenomen ten opzichte van het vorige boekjaar. Deze daling is met name toe te wijzen aan een forse daling van de inkomsten uit beleggingen en hogere beheers- en personeelskosten. Bij de beheers- en personeelskosten is er sprake van een stijging vanwege de uitbreiding van het medewerkersbestand enerzijds en anderzijds wordt de stijging veroorzaakt door externe begeleidingskosten van derden. De ondersteuning door derden bestaat uit de implementatie van Solvency II, de invulling van de actuariële functie, de begeleiding bij de werving en selectie van nieuwe leden voor de Raad van Commissarissen en de begeleiding van de stuurgroep Onderlinge Shared Service. Daarnaast heeft de maatschappij de rechten van het automatiseringspakket (SOM-OASE) overgenomen. De schaden eigen rekening zijn in het boekjaar toegenomen ten opzichte van het vorige boekjaar. De schadefrequentie is in het afgelopen jaar afgenomen van 7.259 meldingen in 2013 naar 6.992 meldingen in 2014. Een daling in het aantal schadegevallen van ongeveer 3,5%. In 2013 werd 8,8% van het aantal polissen geraakt door een schade; ten opzichte van 7,8% in 2014. De gemiddelde loss ratio van de totale portefeuille komt in 2014 uit op 69,2% (2013: 65,9%). De loss ratio’s van de diverse onderliggende deelportefeuilles kunnen zowel positief als negatief afwijken. In 2014 werden we geconfronteerd met één grote brandschade van € 540.000 en een vijftal letselschaden die groter zijn dan € 75.000 (totaal € 761.000). De bedrijfslasten voor het boekjaar, gerelateerd aan het netto premie-inkomen, bedragen 10,9% (2013: 11,4%). Deze bedrijfslasten zijn lager dan de gebudgetteerde lasten.
5
Het aantal medewerkers bedroeg in het boekjaar gemiddeld 17 FTE (2013: 16 FTE). De Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft in de vergadering van 15 april 2014 besloten om de resultaatverdeling voor boekjaar 2014 en volgende jaren anders in te richten. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders zal bij de behandeling van de jaarrekening 2014 een voorstel van de resultaatbestemming worden gedaan. Het resultaat boekjaar is in de jaarrekening verwerkt. De SOM voldoet aan de geldende solvabiliteitseisen. Om de solvabiliteitskapitaalvereiste (SKV) te berekenen maakt de maatschappij gebruik van het standaard model. Dit standaard model wordt dit jaar middels een licentie bij een extern bureau afgenomen. De maatschappij voldoet ruimschoots aan de minimum kapitaalseisen. De berekening toont een SKV van € 2.669.000. De absolute minimumkapitaalvereiste voor de maatschappij bedraagt € 3.700.000. De directie is overigens van mening dat de solvabiliteit hoger moet zijn dan de minimumeis. De vastgestelde normsolvabiliteit van de maatschappij betreft op dit moment tweemaal de periodiek berekende SKV. Naast deze risicobereidheid kent de maatschappij de doelstelling om een vermogen te creëren van minimaal viermaal de periodiek berekende SKV. Vanwege de jaarlijkse fluctuatie in de SKV berekening is er voor gekozen om voor de vaststelling van het gewenste eigen vermogen de hoogste waarde over een periode van 5 jaar te nemen. Het gewenste eigen vermogen is per 31 december 2014 € 10.700.000.
2.5
RISICOMANAGEMENT
Risicobeheer neemt de laatste jaren een steeds belangrijkere plaats in binnen onze maatschappij. Op de actuariële functie na zijn alle relevante sleutelfuncties intern belegd. De werkzaamheden worden eveneens intern uitgevoerd. De werkzaamheden van de actuariële functie worden uitbesteed aan een extern bureau. Voor de intern belegde functies zijn functieomschrijvingen en werkplannen opgesteld. De werkplannen worden door de vanuit Raad van Commissarissen ingestelde audit- en risicocommissie vastgesteld en de uitkomsten worden beoordeeld. De risicomanagementvisie van de directie is in een apart hoofdstuk van dit jaarverslag opgenomen.
2.6
GOVERNANCE PRINCIPES VERZEKERAARS
De maatschappij is gehouden aan de Governance Principes Verzekeraars (hierna: de code). De code is een uitwerking van de algemene maatschappelijke gedachte waar onderlingen zoals de SOM in grote lijnen al jarenlang aan voldoen. In Bijlage 2 is opgenomen op welke wijze de maatschappij invulling geeft aan de code.
2.7
VOORUITZICHTEN
Het premie-inkomen van de maatschappij is in 2014 met 13% gegroeid. Deze groei is voor een groot gedeelte gerealiseerd door de overdracht van brandportefeuilles. De overige groei is redelijk verdeeld over de overige branches. Het aantal verzekerde objecten/risico’s is eveneens gegroeid met ruim 8.000 polissen (10%); in 2013 was de groei ruim 4.000 polissen. De verwachting is dat de groei in zowel premie als polisaantallen zich verder zal ontwikkelen mede doordat er per 1 januari 2015 meerdere brandportefeuilles bij de SOM worden ondergebracht. Daarnaast heeft een aantal onderlingen aangegeven dat elders lopende portefeuilles overgesloten zullen worden naar de SOM. Ook het lopende ICT project waarbij de nadruk ligt op een optimale bediening van de leden in combinatie met administratief gemak voor alle betrokkenen in de keten zal voor groei kunnen zorgen. Daarbij is het uiteraard van belang dat de SOM zorgdraagt voor marktconforme producten met een optimale service tegen een goede prijs.
6
De directie is en blijft er daarnaast van overtuigd dat samenwerking met en tussen onderlingen absoluut noodzakelijk is. Dit is niet alleen het gevolg van de toenemende regeldruk en de daarmee gepaard gaande kostenstijging. Het is ook het gevolg van een veranderende financiële markt waarbij klassieke distributiemodellen moderniseren. Uiteraard is hierbij belangrijk onze leden met daaraan gekoppeld een optimale service en lokale herkenbaarheid centraal te stellen. Dit blijkt ook uit het in 2013 opgeleverde rapport van IG&H. Richt de focus op de leden, ontwikkel een klantbelofte en probeer werkzaamheden die niet direct in het belang van de leden zijn vooral gezamenlijk in te richten. Deze uitkomst sluit aan bij het rapport “Toekomstvisie Onderlingen”. We zijn ervan overtuigd dat als we op de genoemde onderdelen niet binnen afzienbare tijd synergie kunnen creëren de toekomst van het onderlinge verzekeringsbedrijf onder grote druk komt te staan. De directie zal in 2015 verdere invulling geven aan de in dit verslag eerder genoemde prioriteiten die gezamenlijk met de Raad van Commissarissen zijn vastgesteld. Uiteraard zal de directie ook ondersteuning bieden aan de diverse werkgroepen die vanuit onderlingen zijn gevormd.
2.8
SLOT
Graag danken wij onze leden voor hun vertrouwen in de maatschappij in het afgelopen boekjaar. Ook danken wij de Raad van Commissarissen voor de constructieve samenwerking, het managementteam en de medewerkers van de maatschappij voor hun inzet en toewijding in het afgelopen jaar. Hierdoor heeft de maatschappij naar behoren kunnen functioneren. Daarnaast danken wij onze oud voorzitter van de Raad van Commissarissen de heer W.G.A.M. Oude Essink Nijhuis voor zijn betrokkenheid en deskundigheid voor de periode dat hij voor de maatschappij actief is geweest. De Meern, 12 maart 2015 De directie, A. Noorlander G. Gardenbroek
7
3
RISICOMANAGEMENT
3.1
RISICOMANAGEMENTVISIE
Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A. (hierna te noemen maatschappij) kent twee soorten leden: ledenaandeelhouders en ledenverzekerden. Het doel is niet om tot een winstmaximalisatie te komen maar juist om de ledenverzekerden een goede prijs – kwaliteitverhouding te bieden met daarbij een hoge mate van dienstverlening. De maatschappij besteedt aandacht en zorg aan een bedrijfbrede, uniforme en integrale beheersing van risico’s die zijn verbonden aan de aard van de maatschappij als schadeverzekeraar. Hiervoor beschikt de maatschappij over een Handleiding Risicobeheersing, waarin de werking van het risicomanagement is beschreven.
3.2
SOLVENCY II
Het toegepaste risicomanagement is geënt op Solvency II (en de daarmee samenhangende vooruitlopende) richtlijnen. Deze richtlijnen vertalen zich door in governance, risicomanagement en kapitaalbeheer van de maatschappij. De maatschappij geeft volledig invulling aan de Solvency II aspecten zoals Own Risk Solvency Assessment (ORSA) en sleutelfuncties.
3.3
GOVERNANCE
De directie is verantwoordelijk voor de risicobeheersing van de maatschappij. Minimaal jaarlijks wordt het risicobeheer geëvalueerd en zo nodig aangepast. De audit- en risicocommissie van de Raad van Commissarissen houdt toezicht op het risicobeheer en adviseert hier de Raad van Commissarissen over. De werkzaamheden van de sleutelfuncties worden jaarlijks vooraf afgestemd met de directie en de audit- en risicocommissie. Periodiek wordt door de sleutelfunctionarissen over werkzaamheden en bevindingen gerapporteerd aan directie en audit- en risicocommissie.
3.4
RISICOMANAGEMENT EN RAPPORTERING
Het risicomanagement kent drie ‘verdedigingslinies’ (3-lines-of-defence model). Binnen de eerste verdedigingslinie is er sprake van adequate en efficiënte processen om de uit de strategie voortkomende en bijkomende risico’s het hoofd te bieden. Dit gebeurt aan de hand van de vooraf vastgestelde risicobereidheid (normen) van de maatschappij. Voor deze kwalitatieve risicovaststelling maakt de maatschappij gebruik van een intern risicoanalysemodel, dat is ontwikkeld op basis van de Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode (FIRM) van De Nederlandsche Bank. Voor de kwantitatieve risicobeoordeling wordt gebruik gemaakt van het standaard model (Arcturus solvency tool). Dit model berekent aan de hand van standaardformules de solvabiliteitskapitaalvereiste (SKV) van de maatschappij. De toepasbaarheid van dit model is voor de belangrijkste risico’s waaraan de maatschappij wordt blootgesteld met behulp van een passendheidanalyse door een actuarieel bureau vastgesteld. Daarnaast maakt de maatschappij aan de hand van diverse scenariotesten een prospectieve beoordeling van de eigen risico’s. Deze prospectieve beoordeling wordt minimaal één keer per jaar gedaan. De tweede verdedigingslinie wordt ingevuld door de sleutelfuncties van risicomanagement, compliance en actuariaat. De riskmanager is verantwoordelijk voor het aansporen en uitdagen van adequaat risicomanagement in de gehele organisatie. De compliance-officer gaat na of bij de initiatie, implementatie en uitvoering van de strategie de geldende wetgeving en regels worden nagekomen. De actuariële functie vormt een oordeel over de adequaatheid en betrouwbaarheid van de technische voorzieningen, herverzekeringsregelingen en acceptatiebeleid. De derde verdedigingslinie betreft de sleutelfunctie van de interne auditor. De interne auditor is verantwoordelijk voor het leveren van aanvullende zekerheid door onafhankelijk de effectiviteit van controlemaatregelen te toetsen en te monitoren. Het geheel aan processen binnen de eerste en tweede verdedigingslinie gelden als het ORSA proces. Het ORSA proces mondt uit in een ORSA rapport. Zowel het ORSA proces als het ORSA rapport is onderdeel van de toets van de interne auditfunctie. Deze derdelijn toetsing tezamen met het ORSA rapport dient als verantwoording richting de interne en externe toezichthouder(s).
8
3.5
KAPITAALBEHEER
Het kapitaalbeleid geeft duidelijkheid aan ledenaandeelhouders en toezichthouders over de doelstellingen van de maatschappij omtrent kapitaal en solvabiliteit. In het kapitaalbeleid is tevens opgenomen op welke wijze de monitoring van de solvabiliteit plaatsvindt en welke maatregelen er worden genomen als de solvabiliteitsnorm wordt overschreden. Het kapitaalbeleid dient periodiek te worden goedgekeurd door de ledenaandeelhouders.
3.6
RISICOPROFIEL VAN DE MAATSCHAPPIJ
Onderstaand volgt de beschrijving van de belangrijkste risico’s en de wijze waarop deze risico’s worden beheerst. De risico’s zijn geclassificeerd conform een intern risicomodel dat geënt is op de Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode (FIRM) van De Nederlandsche Bank. Matchingsrisico Het risico als gevolg van het niet gematcht zijn van activa en passiva (inclusief off-balanceposten) dan wel inkomsten en uitgaven in termen van rentevoet, rentetypische looptijden, basisvaluta, liquiditeit typische looptijden en gevoeligheid voor ontwikkeling in prijspeil. Het matchingsrisico bij de maatschappij is laag. De beleggingen bestaan uit direct opvraagbare renterekeningen en kortlopende deposito’s. Daarnaast worden er voldoende liquiditeiten aangehouden op basis van een prognose. Marktrisico Het risico als gevolg van het blootstaan aan wijzigingen in marktprijzen van verhandelbare financiële instrumenten binnen een (handels)portefeuille. Het beleid omtrent beleggingen is vastgelegd in een beleggingsstatuut. Hierbij is rekening gehouden met voldoende spreiding in de risico’s. Dit beleid heeft in de afgelopen jaren haar waarde bewezen. De financiële crisis heeft nauwelijks invloed gehad op de financiële situatie van de maatschappij. Kredietrisico Het risico dat een tegenpartij contractuele of andere overeengekomen verplichtingen (waaronder verstrekte kredieten, leningen, vorderingen, ontvangen garanties) niet nakomt al dan niet als gevolg van het aan restricties onderhevig zijn van buitenlandse betalingen. De maatschappij heeft kredietrisico op haar aangesloten ledenverzekerden, ledenaandeelhouders, herverzekeraars en op haar beleggingen. Voor vorderingen op ledenverzekerden en ledenaandeelhouders zijn incassoprocedures opgesteld. Voor herverzekeraars geldt dat er uitsluitend wordt samengewerkt met partijen die minimaal over een A- rating (Standard & Poor’s, AM Best of Fitch Ratings) beschikken. Verzekeringstechnische risico’s Het risico dat uitkeringen (nu, dan wel in de toekomst) niet gefinancierd kunnen worden vanuit premie- en/of beleggingsinkomsten als gevolg van onjuiste en/of onvolledige (technische) aannames en grondslagen bij de ontwikkeling en premiestelling van het product. De maatschappij beheerst deze verzekeringstechnische risico’s door een adequate systematiek van schadereservering, een solide herverzekeringsbeleid en het evalueren van de premie/schade verhoudingen. Omgevingsrisico Het risico als gevolg van buiten de instelling of groep komende veranderingen op het gebied van concurrentieverhoudingen, belanghebbenden, reputatie en ondernemingsklimaat. De maatschappij volgt de marktontwikkelingen van de concurrentie en neemt passende maatregelen met betrekking tot onderhoud van de portefeuille. Daarnaast is door de directie samen met de aangesloten leden een beleidsplan opgesteld. Dit beleidsplan voorziet in een brede dienstverlening aan de aangesloten leden. Operationele risico’s Het risico samenhangend met ondoelmatige of onvoldoende doeltreffende procesinrichting dan wel procesuitvoering. De processen van de maatschappij zijn eenvoudig van aard. Er zijn binnen de processen voldoende functiescheidingen en interne controles aangebracht om risico’s te beperken. Uitbestedingrisico Het risico dat de continuïteit, integriteit en/of kwaliteit van de aan derden uitbestede werkzaamheden dan wel door deze derden ter beschikking gestelde apparatuur en personeel wordt geschaad. De voorwaarden
9
waaronder wordt samengewerkt met derden, zijn voor de belangrijkste activiteiten vastgelegd in overeenkomsten (SLA’s). Periodiek vindt toetsing en overleg plaats met de betrokken partijen. IT-risico Het risico dat bedrijfsprocessen en informatievoorziening onvoldoende integer, niet continue of onvoldoende beveiligd worden ondersteund door IT. De maatschappij heeft zowel technische als organisatorische maatregelen getroffen om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken. Dit betreft onder andere het beveiligingsbeleid, interne procedures en een calamiteitenplan. Deze maatregelen worden ook periodiek getoetst door een EDP-audit. Integriteitrisico’s Het risico dat de integriteit van de instelling dan wel het financiële stelsel wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers dan wel van de leiding in het kader van wet- en regelgeving en maatschappelijke en door de instelling opgestelde normen. De maatschappij heeft procedures waarbij aandacht is voor de beheersing van risico’s op het gebied van fraude en integriteit. Screening van alle nieuwe medewerkers, functiescheidingen, vier-ogen principe en gedragcodes. Daarnaast is er een complianceofficer die toezicht houdt op de naleving van deze maatregelen. De fraudecoördinator geeft daarnaast invulling aan de beheersing van frauderisico’s. Juridisch risico Het risico samenhangend met wet- en regelgeving, het mogelijk bedreigd worden van haar rechtspositie, met inbegrip van de mogelijkheid dat contractuele bepalingen niet afdwingbaar of niet correct gedocumenteerd zijn. De maatschappij wint bij complexe zaken advies in bij externe juristen. De compliance officer ziet erop toe dat de relevante wet- en regelgeving voor nageleefd.
10
4
VERSLAG VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN
4.1
STRATEGIE
In samenwerking met de directie heeft de Raad van Commissarissen ook dit verslagjaar aan een drietal strategische vraagstukken een hoge prioriteit gegeven. Voor de maatschappij dient het rapport “Toekomstvisie Onderlingen”, dat door een werkgroep van bestuursleden vanuit de aangesloten onderlingen is geformuleerd, als leidraad over hoe de onderlinge samenwerking de komende jaren zich zal ontwikkelen. De maatschappij ondersteunt de initiatieven die uitwerking geven aan de in het rapport beschreven toekomstvisie. Een onderzoek naar een Shared Service organisatie voor onderlingen heeft zich afgelopen jaar met name geconcentreerd op modernisering van bedrijfsprocessen middels in de markt beschikbare IT pakketten. In 2015 zal op basis van (deels onafhankelijk) onderzoek een definitieve keuze gemaakt worden. Daarnaast zijn er diverse werkgroepen actief die diverse onderdelen van een Shared Service organisatie verkennen, onderzoeken of uitwerken. Verder heeft een vijftal onderlingen besloten om met ingang van 1 januari 2014 niet langer als zelfstandig brandverzekeraar te opereren. De brandportefeuilles zijn per gelijke datum overgedragen aan de SOM U.A. Deze onderlingen gaan verder als coöperatieve tussenpersonen. In 2014 hebben twee andere onderlingen een gelijk besluit genomen om ook als coöperatieve tussenpersoon verder te gaan in 2015.
4.2
BIJEENKOMSTEN
In 2014 heeft de Raad van Commissarissen zeven keer regulier vergaderd. In de vergaderingen kwam een aantal onderwerpen aan de orde. Deze onderwerpen zijn onder andere de strategie, de financiële positie, de resultaten, beloningsbeleid, kapitaalbeleid, beleggingsbeleid, het risicoprofiel en de systemen van risicobeheersing en controle van de ondernemingen. Daarnaast heeft de Raad van Commissarissen een tweetal informele bijeenkomsten gehouden tezamen met de directie omtrent belangrijke strategische zaken. Tijdens deze bijeenkomsten is ook door externe adviseurs voorlichting gegeven op diverse terreinen waaronder herverzekering, verzekeringsproducten en samenstelling Raad van Commissarissen en welke risico’s daarbij aan de orde komen. In 2014 heeft een deel van de Raad van Commissarissen deelgenomen aan de “Wft-cursus Toekomstgericht Verzekeren”. Verder hebben commissarissen buiten de vergaderingen om met de directie overleg gevoerd om vergaderingen van de Raad van Commissarissen voor te bereiden, de directie van advies te voorzien en toezicht te houden op de voortgang.
4.3
DIRECTIE
In 2014 heeft een delegatie van de Raad van Commissarissen individuele gesprekken gevoerd met de leden van de directie ter beoordeling van hun functioneren.
4.4
AUDIT- EN RISICOCOMMISSIE
De samenstelling van de vanuit de Raad van Commissarissen benoemde Audit- en Risicocommissie heeft in 2014 één wijziging ondergaan. De heer B.J. Klein Entink is door de nieuwe functievervulling binnen de Raad van Commissarissen uitgetreden, waardoor de Audit- en Risicocommissie op dit moment bestaat uit de heren A.J.M. Peek en F. Ooms waarvan de laatste is benoemd als voorzitter van de Audit- en Risicocommissie. De commissie heeft met name als taak het monitoren van de diverse verslaggevingprocessen en het voorbereiden van de besluitvorming van de Raad van Commissarissen omtrent het risicomanagement van de organisaties. De commissie heeft samen met de directie de voordracht voor een nieuw controlerend accountantskantoor voorbereid. Na de jarenlange samenwerking met BDO Audit & Assurance B.V. heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2014 ingestemd met Mazars Paardekooper Hoffman Accountants N.V. als controlerend accountant. Hiermee is invulling gegeven aan wetgeving die voorschrijft dat na maximaal acht jaar een organisatie van openbaar belang van accountant dient te wisselen. BDO Audit & Assurance B.V. wordt wel ingeschakeld voor advies werkzaamheden en de fiscale aangiften van de maatschappij.
4.5
RAAD VAN COMMISSARISSEN
In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 15 april 2014 heeft de heer W.G.A.M. Oude Essink Nijhuis als voorzitter en lid van de Raad van Commissarissen afscheid genomen. De Raad van Commissarissen heeft uit haar midden de heer B.J. Klein Entink benoemd tot haar voorzitter. De heer D.J. Boverhof werd op Algemene Vergadering herkozen. Beide (her)benoemingen werden goedgekeurd door De Nederlandsche Bank.
11
Ter uitvoering van de Governance Principes Verzekeraars heeft de Raad van Commissarissen een externe evaluatie uit laten voeren. De aanbevelingen voortkomend uit deze evaluatie worden meegenomen bij de komende wijzigingen van de Raad van Commissarissen. Voor vier commissarissen betekent dit dat er in komende periode (2015 en 2016) een einde komt aan hun zittingstermijn. Er is een selectieprocedure gestart om drie nieuwe commissarissen aan de Algemene Vergadering te kunnen voordragen. Bij de selectie is gericht gezocht naar personen die de vacante competenties in de geschiktheidsmatrix invullen. Daarnaast is door een extern bureau onderzocht of er in de nieuwe samenstelling voldoende dynamiek ontstaat. Er is een groot vertrouwen dat op deze wijze een goede invulling wordt gegeven aan de hedendaagse belangen van de leden(aandeelhouders) van de maatschappij.
4.6
JAARREKENING
De jaarrekening is gecontroleerd door Mazars Paardekooper Hoffman Accountants N.V. te Rotterdam. Op basis van de in dit jaarverslag verstrekte cijfers heeft Mazars een controleverklaring met een goedkeurend oordeel afgegeven.
4.7
ADVIES RAAD VAN COMMISSARISSEN
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:101 lid 3 BW leggen wij de door de directie opgemaakte jaarrekening ter vaststelling voor aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Wij adviseren de vergadering de jaarrekening overeenkomstig vast te stellen.
4.8
DANKBETUIGING
De Raad van Commissarissen spreekt haar waardering uit over de inzet in het verslagjaar van de directie, managementteam en de medewerkers van de maatschappij. Tevens dankt zij de heer W.G.A.M. Oude Essink Nijhuis voor zijn vele jaren van inzet voor de maatschappij. De Meern, 12 maart 2015 De Raad van Commissarissen, B.J. Klein Entink, voorzitter F. Ooms, vice-voorzitter D.J. Boverhof J.M. Kromwijk L.J. Maijenburg A.J.M. Peek
12
5
JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE FINANCIËLE VERSLAGGEVING Algemeen
Toegepaste standaarden De jaarrekening wordt opgesteld conform het jaarrekeningregime als bedoeld in BW 2 Titel 9, waarin begrepen afdeling 15. Afdeling 15 behandelt de voorkomende posten in de jaarrekening van verzekeringsmaatschappijen. Bij het opstellen van de jaarrekening is tevens rekening gehouden met de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 605, welke richtlijnen voor verzekeringsmaatschappijen bevat. De algemene grondslag voor de waardering van de activa en passiva, alsmede voor de bepaling van het resultaat, is de verkrijgingsprijs. Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de nominale waarde.
Schattingen Bij het opstellen van de jaarrekening dient de ondernemingsleiding, overeenkomstig algemeen geldende grondslagen, bepaalde schattingen en veronderstellingen te doen die medebepalend zijn voor de opgenomen bedragen. De feitelijke resultaten kunnen van deze schattingen afwijken.
Stelselwijziging De jaarrekening van de maatschappij werd tot en met het boekjaar 2013 opgesteld na verwerking resultaatbestemming omdat de algemene ledenvergadering in het boekjaar reeds in het boekjaar een besluit nam over de resultaatverdeling. Vanaf 2014 is de procedure met betrekking tot resultaatbestemming gewijzigd en neemt de ledenvergadering pas na afloop van het boekjaar een besluit tot verdeling van het resultaat. Om hierbij aan te sluiten heeft de directie besloten de jaarrekening vanaf boekjaar 2014 op te maken voor resultaatbestemming. Dit is in de jaarrekening verwerkt als stelselwijziging waarbij de vergelijkende cijfers voor wat betreft het vermogen en het kasstroomoverzicht zijn aangepast.
Waarderingsgrondslagen van activa en passiva
13
Overige financiële beleggingen - Vorderingen uit andere leningen De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. -
Aandelen De aandelen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. De (on)gerealiseerde koersresultaten worden direct in de winst- en verliesrekening verantwoord.
-
Obligaties De obligaties worden gewaardeerd tegen aflossingswaarde. Het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de aflossingswaarde wordt als rendementsverschillen obligaties opgenomen onder de overlopende activa of passiva en gedurende de resterende looptijd van de bijbehorende beleggingen geamortiseerd ten laste dan wel ten gunste van het resultaat.
-
Deposito’s De deposito’s worden gewaardeerd tegen kostprijs of lagere marktwaarde.
Vorderingen en overige activa De vorderingen en overige activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Bedrijfsmiddelen De bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd op aanschafwaarde verminderd met lineair berekende afschrijvingen gebaseerd op de verwachte economische levensduur. In het jaar van investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven. Liquide middelen De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking.
Technische voorzieningen Voor niet verdiende premies De voorziening voor niet verdiende premies is bepaald naar evenredigheid van de nog niet verstreken risicotermijn over de premie eigen rekening. ‐ Voor schaden De voorziening voor te betalen schaden bestaat uit het geschatte deel van de gemelde, maar nog niet afgewikkelde schaden, vermeerderd met een voorziening voor schaden die nog niet zijn gemeld en in het boekjaar zijn ontstaan (IBN(E)R). Conform het directiebeleid is de hoogte van de IBN(E)R gesteld op een maximum van 30% van de bruto schadereserve. Een forfaitaire voorziening wordt getroffen voor de toekomstige kosten van de afwikkeling van openstaande schaden per balansdatum.
Voorzieningen ‐ Voor belastingen De voorziening voor latente belastingen betreft latent verschuldigde vennootschapsbelasting als gevolg van tijdelijke verschillen tussen de bedrijfseconomische en fiscale waardering van de beleggingen. De voorziening voor belastingen is opgenomen voor de nominale waarde en berekend tegen het geldende belastingtarief, zijnde 20%.
Grondslagen voor de resultaatbepaling
Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Verdiende premies eigen rekening Dit betreft de aan derden in rekening gebrachte premies, onder aftrek van uitgaande herverzekeringspremies, rekening houdend met de wijziging in de voorziening voor niet verdiende premies.
14
Opbrengsten uit beleggingen Hieronder is opgenomen de over het boekjaar genoten interest op effecten, deposito’s en vaste termijnrekening welke zijn opgenomen tegen nominale bedragen.
Schaden eigen rekening Dit betreft de aan verzekerden betaalde uitkeringen en schaden, onder aftrek van aandeel herverzekeraars, rekening houdend met de wijziging in de voorziening voor te betalen schaden.
Acquisitiekosten De acquisitiekosten worden in het boekjaar in een keer ten laste van het resultaat gebracht.
Afschrijvingen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende activa en worden lineair berekend, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. De afschrijvingspercentages bedragen: Bedrijfsmiddelen 20%
Vennootschapsbelasting De belasting wordt berekend over het commerciële resultaat vóór belastingen, rekening houdend met fiscale faciliteiten.
Grondslagen van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. In de opstelling wordt de cash flow, die bestaat uit het resultaat na belastingen vermeerderd met de afschrijvingslasten afzonderlijk gepresenteerd. Uitgekeerde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.
15
Balans per 31 december 2014 in Euro's, voor voorstel winstbestemming
Activa
31-12-2014
31-12-2013
Beleggingen1
Overige financiële beleggingen Aandelen/obligaties Deposito's
0 13.000.000
252.505 12.000.000 13.000.000
12.252.505
Vlottende activa
Vorderingen Vorderingen uit directe verzekering op tussenpersonen Vordering uit herverzekering Overige vorderingen 2
1.230.964 536.801 26.437
928.231 306.351 40.288 1.794.202
Overige activa Bedrijfsmiddelen 3 Liquide Middelen
148.041 910.486
1.274.870
182.021 1.835.251 1.058.527
Overlopende activa Lopende rente Overlopende activa
Totaal Activa
111.586 42.664
2.017.272
118.806 23.933 154.250
142.739
16.006.979
15.687.386
16
Passiva Eigen Vermogen Gestort en opgevraagd kapitaal 1 Agio Overige reserves 2 Onverdeeld resultaat
31-12-2014
31-12-2013
2.427.724 622.007 7.413.432 826.207
2.427.724 622.007 6.950.775 925.318 11.289.370
10.925.824
Technische Voorzieningen voor niet verdiende premies3 - bruto - herverzekeringsdeel
1.392.108 -1.063.618
1.530.954 -1.169.662 328.490
361.292
Technische Voorzieningen voor schaden4 - bruto - herverzekeringsdeel
12.997.649 -10.160.826
13.290.764 -10.450.740 2.836.823
2.840.024
Voorzieningen Voor belastingen 5
99.050
91.258 99.050
91.258
1.453.246
1.468.988
16.006.979
15.687.386
Kortlopende Schulden Overige schulden 6
Totaal Passiva
17
Winst- en Verliesrekening over 2014 in Euro's 2014
2013
Technische rekening schadeverzekering Verdiende premies eigen rekening Bruto premies 1 Uitgaande herverzekeringspremies
17.300.866
15.294.534
-11.394.243
-9.936.526
5.906.623
5.358.008
138.846
150.665
-106.043
-115.085
32.803
35.580
Wijziging technische voorziening niet verdiende premies Bruto Aandeel herverzekeraars
Premies eigen rekening Opbrengsten uit beleggingen 2
5.939.426
5.393.588
181.500
281.852
Schaden eigen rekening Schade bruto3 Aandeel herverzekeraars
4
-10.139.638
-8.224.496
8.117.472
6.257.066
-2.022.166
-1.967.430
293.115
-215.448
-289.913
308.102
3.202
92.654
Wijziging voorziening nog te betalen schaden Schaden bruto 3 Aandeel herverzekeraars
4
Schaden eigen rekening
-2.018.964
-1.874.776
Bedrijfskosten Aquisitiekosten 5
-2.990.045
-2.475.394
Beheers-, en personeelskosten,
-1.561.450
-1.458.442
1.538.989
1.347.326
afschrijvingen bedrijfsmiddelen 6 Commissie en winstdeling ontvangen van herverzekeraar -3.012.506
-2.586.510
1.089.456
1.214.154
-263.249
-288.836
826.207
925.318
Resultaat technische rekening schadeverzekering Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening7 Resultaat na belastingen
18
Kasstroomoverzicht in Euro's 2014
2013
Kasstroom uit operationele activiteiten: Resultaat na belastingen
826.207
925.318
Aanpassingen voor: Afschrijvingen bedrijfsmiddelen Mutatie voorzieningen Mutatie vorderingen
49.287
39.971
-28.211
-120.502
-519.332
-4.564
Mutatie kortlopende schulden
-15.742
117.236
Mutatie overlopende activa
-11.508
53.549
Kasstroom uit operationele activiteiten
-525.506
85.690
300.701
1.011.008
Kasstroom uit investeringsen beleggingsacitivteiten: Overige beleggingen Bedrijfsmiddelen
-747.495
-38.752
-15.306
-65.404
Kasstroom uit investerings-
-762.801
-104.156
en beleggingsacitiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten: Dividend
-462.661
-280.839
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-462.661
-280.839
Mutatie geldmiddelen:
-924.761
626.013
1.835.247
1.209.234
-924.761
626.013
910.486
1.835.247
Het verloop van de geldmiddelen is als volgt: Stand 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december
19
Toelichting op de balans per 31 december 2014 in Euro's
Activa Beleggingen1 Aandelen Boekwaarde aanvang boekjaar Storting/verminderingen Aflossingen/uitlotingen Koersresultaat Boekwaarde einde boekjaar
Obligaties
Deposito's
2014
2013
252.502
-
12.000.000
12.252.502
12.213.753
-260.856
-
1.000.000
739.144
-
-
-
-
-
-
8.354
-
-
8.354
38.752
-
-
13.000.000
13.000.000
12.252.505
31-12-2014
31-12-2013
23.088
3.439
669
34.580
2.680
2.269
26.437
40.288
Vlottende activa
Overige vorderingen2 Stichting Oase SOM Coöperatie Diversen
20
Bedrijfsmiddelen3 Inventaris
Software
Hardware
Vervoer-
Totaal
middelen Bij aanvang boekjaar: Aanschafwaarde
139.905
26.383
127.043
37.657
330.988
Cumulatieve afschrijvingen
-64.213
-679
-68.387
-15.688
-148.967
75.692
25.704
58.656
21.969
182.021
-
-
15.306
-
15.306
20.145
5.276
16.334
7.532
49.287
Desinvesteringen
-
-
-30.583
-
-30.583
Afschrijving desinvesteringen
-
-
30.583
-
30.583
20.145
5.276
31.640
7.532
64.593
Aanschafwaarde
139.905
26.383
111.766
37.657
315.711
Cumulatieve afschrijvingen
-84.358
-5.955
-54.138
-23.220
-167.671
55.547
20.428
57.628
14.437
148.040
Boekwaarde Mutaties in boekjaar: Investeringen Afschrijvingen
Bij einde boekjaar:
Boekwaarde
21
Passiva Eigen vermogen Gestort en opgevraagd kapitaal1 Het geplaatst kapitaal bedraagt 5.350 stuks aandelen met een nominale waarde van € 453,78. Overeenkomstig artikel 178c Boek 2 Titel 5 is gebruik gemaakt van de omrekening en afronding van het aandelenkapitaal in gulden naar de euro. 2014
2013
6.950.775
6.389.098
462.657
561.677
7.413.432
6.950.775
925.318
842.516
Dividenduitkering
-462.661
-280.839
Naar overige reserves
-462.657
-561.677
Resultaat boekjaar
826.207
925.318
Saldo bij einde boekjaar
826.207
925.318
Overige reserves
2
Saldo bij aanvang boekjaar Resultaatverdeling voorgaand boekjaar Saldo bij einde boekjaar Onverdeeld resultaat 3 Saldo bij aanvang boekjaar
Totaalresultaat Op grond van artikel 2:440a BW dient een overzicht van de samenstelling van het totaalresultaat te worden opgenomen. 2014
2013
10.925.824
10.281.345
Dividenduitkering
-462.661
-280.839
Resultaat boekjaar
826.207
925.318
11.289.370
10.925.824
Saldo bij aanvang boekjaar
Saldo bij einde boekjaar
Zoals in de grondslagen vermeld heeft er in het boekjaar een stelselwijziging plaats gevonden. Deze wijziging heeft geen effect op het resultaat van enig boekjaar. Het effect op het vermogen is als volgt: Eigen vermogen per aanvang voorgaand boekjaar voor stelselwijziging
€ 10.000.506
Effect stelselwijziging uit te keren dividend
€
Eigen vermogen per aanvang voorgaand boekjaar na seltelwijziging
€ 10.281.345
280.839
22
Solvabiliteit De maatschappij voldoet ruimschoots aan de minimum kapitaalseisen. De berekening toont aan dat de solvabiliteitskapitaalvereiste (SKV) uitkomt op € 2.669.000 (per 31 december 2014). De absolute minimumkapitaalvereiste voor de maatschappij bedraagt overigens € 3.700.000. De maatschappij voldoet hier ruimschoots aan. De directie is van mening dat de solvabiliteit hoger moet zijn dan de minimumeis. De vastgestelde normsolvabiliteit van de maatschappij betreft op dit moment tweemaal de periodiek berekende SKV. Naast deze risicobereidheid kent de maatschappij de doelstelling om een vermogen te creëren van minimaal viermaal de periodiek berekende SKV. Vanwege de jaarlijkse fluctuatie in de SKV berekening is er voor gekozen om voor de vaststelling van het gewenste eigen vermogen de hoogste waarde over een periode van 5 jaar te nemen. Het gewenste eigen vermogen wordt daarmee voor 2014 op € 10.700.000 gesteld.
Technische voorzieningen Technische voorziening voor niet verdiende premies
Saldo bij aanvang boekjaar Mutatie boekjaar Saldo bij einde boekjaar
Technische voorziening voor schaden
bruto
herverzekerings
3
bruto
herverzekerings
deel
deel
2014
2014
2013
2013
1.530.954
1.169.662
1.681.619
1.284.746
-138.846
-106.044
-150.665
-115.084
1.392.108
1.063.618
1.530.954
1.169.662
bruto
herverzekerings
4
bruto
herverzekerings
deel
deel
2014
2014
2013
2013
Saldo bij aanvang boekjaar
13.290.764
10.450.740
13.075.316
10.142.638
Uitbetaalde schaden/ontvangen van herverzekeraar
-4.088.536
-3.362.115
-2.752.399
-2.092.261
-28.955
-30.664
14.079
3.059
3.824.376
3.102.865
2.953.768
2.397.304
12.997.649
10.160.826
13.290.764
10.450.740
Mutatie voorziening voorgaande jaren Reservering boekjaar Saldo bij einde boekjaar
23
Voorzieningen Voor belastingen
2014
2013
91.258
83.525
7.792
7.733
99.050
91.258
31-12-2014
31-12-2013
1.018.606
968.576
-
4.537
5
Saldo bij aanvang boekjaar Mutatie boekjaar Saldo bij einde boekjaar
Kortlopende schulden
Overige schulden6 Rekening-courant maatschappijen Rekening-courant SOBH Te betalen premie XL
9.411
1.411
Belastingen, sociale premies en pensioenen
277.503
305.507
Diversen
147.725
188.955
1.453.245
1.468.986
Niet uit de balans blijkende verplichtingen NHT Onderlinge verzekeringmaatschappij “SOM” U.A. is lid van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT). Hieruit vloeit voort dat Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A. zich voor een bedrag van maximaal € 157.714 voor herverzekering garant heeft gesteld als gevolg van terrorismeschaden en voorzover die door de NHT ook als zodanig zijn gekwalificeerd. Huurverplichting De Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A. heeft een resterende huurverplichting tot en met 2019. De huur bedraagt € 38.135 (per jaar, prijspeil 2014). Fiscale eenheid De Onderlinge is opgenomen in een fiscale eenheid met de S.O.M. Samenwerkende Onderlinge Verzekeringmaatschappijen Coöperatie U.A. Beide entiteiten zijn hierdoor hoofdelijk aansprakelijk voor de omzetbelastingschulden voor de periode dat zij deel uitmaken van de fiscale eenheid.
24
Toelichting op de winst- en verliesrekening over boekjaar 2014 in Euro's
Verdiende premies eigen rekening 2014
2013
17.237.380
15.229.881
63.485
64.653
17.300.866
15.294.534
172.217
240.273
Opbrengsten uit obligaties (gerealiseerd)
-
-
Koersresultaat aandelen (ongerealiseerd)
-
38.752
8.354
1.893
928
934
181.500
281.852
Bruto premies1 Bruto premies Poliskosten
De uitsplitsing van netto premies naar branches zijn weergegeven in bijlage 1.
Opbrengsten uit beleggingen2 Opbrengsten uit deposito’s
Overige opbrengsten uit beleggingen Diversen
25
Schades Volgens artikel 2:439 lid 6 BW dient een matrix opgesteld te worden waarin wordt aangegeven op welke schadejaren de uitloop (opgenomen in de winst- en verliesrekening) betrekking heeft (conform RJ 605). Dit wordt weergegeven in de volgende matrix: Schadestatistiek (bruto)3 Schadejaar
Afwikkeljaar
2014
2013
2000
-
-
2001
-
-100.000
2002
-
-
2003
-
-
2004
-100.000
-
2005
-75.000
-
2006
-100.000
-
2007
-
2008
-300.000
-100.000
2009
-17.178
-300.000
2010
10.876
504.079
2011
-
-
2012
119.671
10.000
2013
432.676
8.425.865
2014
9.875.478
-
9.846.523
8.439.944
10.139.638
8.224.496
-293.115
215.448
9.846.523
8.439.944
Aansluiting met de winst- en -verliesrekening Schade bruto Wijziging voorziening
26
Schadestatistiek (herverzekeringsdeel) 4 Schadejaar
Afwikkeljaar
2014
2013
2000
-
-
2001
-
85.000
2002
-
-
2003
-
-
2004
75.000
-
2005
56.250
-
2006
75.000
-
2007
-
-
2008
225.000
225.000
2009
17.178
75.000
2010
-3.504
-378.059
2011
-
-
2012
-89.753
-10.000
2013
-324.507
-6.562.109
2014
-7.858.223
-
-7.827.559
-6.565.168
-8.117.472
-6.257.066
289.913
-308.102
-7.827.559
-6.565.168
Aansluiting met de winst- en -verliesrekening Aandeel herververzekeraars Wijziging voorziening
27
Bedrijfskosten 2014
2013
2.990.045
2.475.394
Salarissen
801.613
758.058
Sociale lasten
128.588
118.875
Pensioenpremies
148.489
139.217
Opleidingskosten
10.864
11.512
Acquisitiekosten5 Provisies Onderlingen
Beheers- en personeelskosten, afschrijvingen bedrijfsmiddelen6
Overige personeelskosten
13.214
15.972
-155.464
-142.416
49.287
39.971
Automatiseringskosten
179.648
179.331
Algemene kosten
385.211
337.922
1.561.450
1.458.442
254.557
281.103
900
-
7.792
7.733
263.249
288.836
Doorbelaste personeelskosten Afschrijvingskosten
Vennootschapbelasting7 Vennootschapsbelasting verschuldigd over het boekjaar (taxatie) Taxatieverschillen voorgaande jaren Mutatie voorziening latente belastingen
28
OVERIGE INFORMATIE Gemiddeld aantal medewerkers - Aantal medewerkers omgerekend naar fulltime basis
2014 16
2013 16
Bezoldiging bestuur Op grond van de artikel 2:383c BW dient er in de jaarrekening een opgave van de bezoldiging van de bestuurders in het boekjaar opgenomen te worden. 2014 2013 - Totale bezoldiging directie in het boekjaar: € 116.684 € 109.256 - Totale bezoldiging Raad van Commissarissen in het boekjaar: € 45.337 € 50.273 Honoraria externe accountant Op grond van de artikel 2:382a BW dient er in de jaarrekening een overzicht van de totale honoraria van de externe accountant, zoals genoemd in artikel 1 lid 1a en 1e Wet toezicht accountantsorganisaties, opgenomen te worden. 2014 - Honoraria onderzoek jaarrekening: € 33.275
De Meern, 12 maart 2015
De directie, A. Noorlander G. Gardenbroek
De Raad van Commissarissen, B.J. Klein Entink, voorzitter F. Ooms, vice-voorzitter D.J. Boverhof J.M. Kromwijk L.J. Maijenburg A.J.M. Peek
29
6
OVERIGE GEGEVENS
6.1
STATUTAIRE REGELING OMTRENT DE BESTEMMING VAN DE WINST
Indien de vastgestelde winst- en verliesrekening een positief resultaat laat zien wordt dit aan de ledenaandeelhouders uitgekeerd naar evenredigheid van hun aandelen in het waarborgkapitaal, tenzij de algemene ledenvergadering op voorstel van het bestuur besluit (een deel van) het positief resultaat toe te voegen aan de algemene reserves. Een negatief resultaat zal voorzover mogelijk ten laste worden gebracht van de algemene reserves.
6.2
VOORSTEL RESULTAATBESTEMMING
De directie stelt voor over het behaalde resultaat € 415.000 als dividend uit te keren en het overige saldo toe te voegen aan de overige reserves. Dit voorstel is nog niet in de jaarrekening verwerkt.
30
7
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: de leden en de Raad van Commissarissen van Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A.
VERKLARING OVER DE JAARREKENING 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A. (“de maatschappij”) te De Meern gecontroleerd. Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A. op 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. De jaarrekening bestaat uit: 1. de balans per 31 december 2014; 2. de winst-en-verliesrekening over 2014; en 3. de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A. zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Materialiteit Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op € 320.000. De materialiteit is gebaseerd op 2% van de totale activa. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Wij zijn met de raad van commissarissen overeengekomen dat wij aan de raad tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven € 16.000 rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn. De kernpunten van onze controle In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met de raad van commissarissen gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken. Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten moeten in dat
31
kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten.
Volledigheid Technische Voorziening voor schaden De technische voorziening voor schaden vormt de belangrijkste verplichting in de balans van de maatschappij. Om de toereikendheid van deze voorziening en de bij de vaststelling daarvan gemaakte schattingen vast te stellen hebben wij in het bijzonder vastgesteld dat de: ‐ toegepaste methodiek ter bepaling van de verschillende componenten van de voorziening aanvaardbaar is gegeven de karakteristieken van de verzekerde risico’s; ‐ gebruikte veronderstellingen adequaat onderbouwd zijn en juist zijn toegepast, onder andere door analyse van uitloopresultaten van in het verleden opgenomen technische voorzieningen voor schaden; ‐ opzet, het bestaan en de werking van de interne beheersing van schademeldingen, inschattingen van de benodigde voorzieningen per schadedossier, betalingen en melding aan de herverzekeraars van Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A. is geborgd.
Juistheid beleggingen De beleggingen vormen de belangrijkste activa in de balans van de maatschappij. Wij hebben vastgesteld dat uitsluitend sprake is van deposito’s geplaatst bij Nederlandse banken. Wij hebben de waarderingsgrondslag beoordeeld en hebben vastgesteld dat de deposito’s aansluiten met externe bevestigingen van betreffende banken. Tevens hebben wij de volledigheid van de hiermee verband houdende beleggingsopbrengsten vastgesteld.
Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van commissarissen voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening en voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de onderneming in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsels moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de maatschappij te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de maatschappij. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle fouten en fraude ontdekken. Een volledige beschrijving van onze verantwoordelijkheden is beschikbaar op: www.nba.nl/standaardtekstencontroleverklaring
VERKLARING BETREFFENDE OVERIGE DOOR WET- OF REGELGEVING GESTELDE VEREISTEN Verklaring betreffende het jaarverslag en de overige gegevens Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het jaarverslag en de overige gegevens):
32
•
•
dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de door Titel 9 Boek 2 BW vereiste overige gegevens zijn toegevoegd; dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Benoeming Wij zijn op 15 april 2014 benoemd door de ledenvergadering op voordracht van de raad van commissarissen als accountant van Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” U.A. vanaf de controle van het boekjaar 2014 en zijn sinds die datum tot op heden de externe accountant. Rotterdam, 12 maart 2015 Mazars Paardekooper Hoffman Accountants N.V. drs. C.A. Harteveld RA
33
8
PERSONALIA
8.1
RAAD VAN COMMISSARISSEN
Dhr. B.J. Klein Entink, voorzitter
Dhr. F. Ooms, vice- voorzitter
Dhr. D.J. Boverhof
Dhr. A.J.M. Peek
Dhr. J.M. Kromwijk
Dhr. L.J. Maijenburg
8.2
DIRECTIE (RAAD VAN BESTUUR)
Dhr. A. Noorlander, directeur
Dhr. G. Gardenbroek, adjunct-directeur
Leden managementteam Dhr. A. Noorlander Dhr. G. Gardenbroek Dhr. M.J.H.M. Sprong
Audit- en Risicocommissie Dhr. F. Ooms Dhr. A.J.M. Peek
Accountant Mazars Paardekoper Hoffman Accountants N.V.
34
BIJLAGE 1 - TOELICHTING TECHNISCH RESULTAAT NAAR BRANCHE in Euro's
Toelichting technisch resultaat naar branche Wettelijke aansprakelijkheid
Motorrijtuigen
Algemene
overig aansprakelijkheid
motorrijtuigen Bruto premies Poliskosten Provisie onderlinge
Nettopremies
5.971.422
3.898.792
1.140.101
-4.478.567
-2.924.094
-855.076
58.438
49.161
10.544
-43.829
-36.871
-7.908
1.507.464
986.988
287.661
5.234.304
2.916.215
947.139
-4.216.272
-2.187.161
-711.904
-1.140.150
77.176
471.699
Aandeel re-assuradeur
990.279
-56.395
-349.434
Schade eigen rekening
868.161
749.835
357.500
Uitgaande re-assurantiepremie Herverzekeringspremie Excess of loss Wijziging technische voorzieningen niet-verdiende premies bruto Aandeel re-assuradeur Verdiende premies eigen rekening Opbrengsten uit beleggingen Schade-uitkeringen Aandeel re-assuradeur Wijziging voorziening voor te betalen schaden
Technisch resultaat
35
Brand
Rechtsbijstand
Overig
Totaal
17.300.866 63.485 2.990.045
1.153.008
1.022.801
1.061.211
14.247.336
-1.153.008
-911.530
-912.242
-11.234.517 -159.727
-
9.882
10.821
138.846
-
-8.295
-9.141
-106.044
-
112.858
150.649
2.885.894 181.500
641.246
2.853
397.881
10.139.638
-641.246
-2.853
-358.036
-8.117.472
275.420
-
22.739
-293.116
-271.956
-
-22.580
289.914
3.464
-
40.004
2.018.964 1.048.430
36
BIJLAGE 2 - GOVERNANCE PRINCIPES VERZEKERAARS 1 ALGEMEEN De (internationale) politiek heeft de afgelopen jaren vergaande maatregelen van banken en verzekeraars geëist om een transparante structuur en verantwoording te realiseren. Verzekeraars hebben afgesproken dat zij inzicht geven in de wijze waarop de maatschappij wordt bestuurd en gecontroleerd. Daarbij worden de verantwoordelijkheden en functies beschreven, en de doelstellingen in het beloningsbeleid geformuleerd. De maatschappijen hebben de zogenaamde Governance Principes Verzekeraars opgesteld waarin de belangrijkste onderwerpen zijn opgenomen waaraan verzekeraars zich zullen houden. De Governance Principes gaan in op de volgende onderdelen: 1 2 3 4 5 6 7
Algemeen Samenstelling, deskundigheid, taken en werkwijze Raad van Commissarissen Samenstelling, deskundigheid, taken en werkwijze Raad van Bestuur Inrichting Risicomanagement Inrichting Interne audit Beloningsbeleid Naleving wet- en regelgeving
Onderlinge Verzekeringmaatschappij “SOM” u.a. (SOM) heeft van oudsher een transparante structuur, een dienstverlening zonder winstoogmerk en toezicht op het functioneren, dat gedragen wordt door onze leden. De beloning van de medewerkers is in lijn daarmee vastgesteld. In deze elementen bevindt zich de (meer)waarde en kracht van onze maatschappij. Hierna wordt per afzonderlijk principe omschreven op welke wijze daar invulling aan wordt gegeven. Waar van een principe wordt afgeweken of als dit niet van toepassing is, wordt dit ook toegelicht.
2. RAAD VAN COMMISSARISSEN 2.1. SAMENSTELLING EN DESKUNDIGHEID RVC 2.1.1 Governance Principe De Raad van Commissarissen is zodanig samengesteld, dat hij zijn taak naar behoren kan vervullen. Complementariteit, collegiaal bestuur, onafhankelijkheid en diversiteit zijn een voorwaarde voor een goede taakvervulling door de Raad van Commissarissen.
37
Toepassing SOM De naleving van dit principe is verankerd in het Reglement en de profielschets van de Raad van Commissarissen (RvC). De RvC dient zodanig te zijn samengesteld dat het zijn taken naar behoren uit kan voeren. Er wordt gestreefd naar een complementaire en gemengde samenstelling. Voorts bepaalt het Reglement RvC dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de taken berust bij de RvC als collectief en dat de leden ten opzichte van elkaar, de RvB en welk deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch beoordelen. De RvC besteedt expliciet aandacht aan het kritisch evaluerend vermogen bij de jaarlijkse evaluatie. De samenstelling is divers. De leden zijn afkomstig uit verschillende bedrijfstakken. Ze hebben professionele kennis en ervaring op uiteenlopende terreinen. De RvC bestaat op dit moment uit zes leden:
- B.J. Klein Entink (voorzitter) - F. Ooms - D.J. Boverhof - J.M. Kromwijk - A.J.M. Peek - L.J. Maijenburg De RvC bestaat uit maximaal zeven leden, waarvan twee leden betrokken zijn in de RvC van onderlinge verzekeringsmaatschappijen. Hiermee beogen wij onze ledenbetrokkenheid goed te waarborgen. 2.1.2 Governance Principe De Raad van Commissarissen beschikt over een voldoende aantal leden om zijn functie, ook in de commissies van de raad, goed te kunnen uitoefenen. Het geschikte aantal leden is mede afhankelijk van de aard, omvang en complexiteit van de verzekeraar.
Toepassing SOM Het aantal leden van de RvC moet voldoende zijn om de functie van RvC en zijn commissies goed te kunnen uitoefenen. In de statuten is het minimum aantal van drie leden benoemd. Uit evaluaties is gebleken dat het aantal van vijf leden, gezien de aard, omvang en complexiteit van de organisatie, voor de RvC ruim voldoende is om de taken goed te kunnen uitoefenen. Op dit moment zal daarom een eventueel uittreden van een RvC-lid niet worden opgevuld.
2.1.3 Governance Principe De leden van de Raad van Commissarissen beschikken over gedegen kennis van de maatschappelijke functies van de verzekeraar en van de belangen van alle bij de verzekeraar betrokken partijen. De Raad van Commissarissen maakt een evenwichtige afweging van de belangen van de bij de verzekeraar betrokkenen zoals zijn klanten, aandeelhouders en medewerkers.
Toepassing SOM Het Reglement RvC bepaalt dat ieder lid van de RvC gedegen kennis heeft van de maatschappelijke functies van de maatschappij en van de belangen van alle betrokken partijen. Hiertoe dient elk aspirant lid een introductieprogramma te doorlopen, zoals vermeld in het Reglement RvC (artikel 8.1). De RvC richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de maatschappij en maakt daartoe een evenwichtige afweging van de belangen van alle betrokken partijen, zoals klanten, ledenaandeelhouders en medewerkers. De samenstelling van de RvC, onder andere naar professionele achtergrond, diversiteit en ervaring, draagt bij aan het borgen van deze evenwichtige afweging. Het is toegestaan in de RvC een aantal leden op te nemen, die bestuurlijk uitvoerend verbonden zijn aan een lid van de maatschappij, met dien verstande echter, dat de meerderheid van de RvC uit onafhankelijke leden blijft bestaan
2.1.4 Governance Principe Ieder lid van de Raad van Commissarissen is in staat om de hoofdlijnen van het totale beleid van de verzekeraar te beoordelen en zich een afgewogen en zelfstandig oordeel te vormen over de basisrisico’s die daarbij worden gelopen. Voorts beschikt ieder lid van de Raad van Commissarissen over specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn rol binnen de Raad van Commissarissen. Daartoe wordt, zodra een vacature in de Raad van Commissarissen ontstaat, een individuele profielschets voor het nieuwe lid van de Raad van Commissarissen opgesteld die past binnen de profielschets die voor de gehele raad is opgesteld.
38
Toepassing SOM De maatschappij en de leden van de RvC zorgen gezamenlijk en individueel voor voldoende deskundigheidsbevordering en permanente educatie om aan de algemene en specifieke taken van de RvC te kunnen voldoen. Binnen de RvC-vergaderingen komen de risico’s ook aan bod. Deze onderwerpen worden steeds voorbereid door de Audit- & Risicocommissie. De Audit- & Risicocommissie adviseert over financiële en niet-financiële risico’s. De RvC stelt een profielschets van zijn omvang en samenstelling op, rekening houdend met zijn functie en zijn werkzaamheden en de taken en competenties zoals verwoord in de Governance principes verzekeraars; a) de onafhankelijkheidsprincipes van DNB; b) de competenties zoals geschetst door DNB in haar geschiktheidmatrix; c) het ondernemingsprofiel van de maatschappij. De profielschets bevat de gewenste deskundigheid, ervaring en onafhankelijkheid van zijn leden. De RvC zal de profielschets periodiek evalueren en zo nodig bijstellen. Zodoende wordt de zelfstandigheid en deskundigheid met betrekking tot de beoordeling van basisrisico’s van ieder afzonderlijk lid gewaarborgd. Zodra een vacature in de RvC ontstaat, wordt een individuele profielschets voor het nieuwe lid van de RvC opgesteld die past binnen de profielschets van de RvC. Een nieuw RvC-lid zal een introductieprogramma doorlopen. Daarnaast zal het lid deelnemen aan het programma voor permanente educatie voor commissarissen.
2.1.5 Governance Principe Bij de vervulling van de vacature van voorzitter van de Raad van Commissarissen wordt in de op te stellen individuele profielschets aandacht besteed aan de door de verzekeraar gewenste deskundigheid en ervaring met de financiële sector en bekendheid met de sociaal-economische en politieke cultuur en de maatschappelijke omgeving van de belangrijkste markten waarin de verzekeraar opereert.
Toepassing SOM Het Reglement RvC (Bijlage A, artikelen 1.6.1 en 1.6.2 Reglement RvC) bepaalt dat bij het opstellen van de individuele profielschets voor de vacature van voorzitter van de RvC aandacht zal worden besteed aan de gewenste deskundigheid en ervaring met de financiële sector en bekendheid met de sociaal-economische en politieke vraagstukken en de maatschappelijke omgeving van de belangrijkste markten waarin de maatschappij opereert. Naast de algemene eisen die aan commissarissen worden gesteld, wordt in de individuele profielschets ook aandacht besteed aan de specifieke kennis en vaardigheden die vereist zijn om de voorzittersrol te vervullen. De heer B.J. Klein Entink RA is sinds 2014 voorzitter van de Raad van Commissarissen. Alvorens zijn benoeming tot voorzitter is hij reeds enkele jaren actief geweest als lid van de Raad van Commissarissen. In die jaren heeft hij in de praktijk bewezen aan de vereisten voor het voorzitterschap te voldoen. Dhr. B.J. Klein Entink RA is bekend met de sociaal-economische en politieke cultuur en de maatschappelijke omgeving van de belangrijkste markten waarbinnen de maatschappij opereert.
2.1.6 Governance Principe Ieder lid van de Raad van Commissarissen, de voorzitter in het bijzonder, is voldoende beschikbaar en bereikbaar om zijn taak binnen de Raad van Commissarissen en de commissies van de raad waarin hij zitting heeft naar behoren te vervullen.
39
Toepassing SOM De aanwezigheid van de leden van de RvC wordt opgenomen in de notulen. De RvC vergaderde in 2014 tienmaal. Er was geen sprake van frequente afwezigheid van één of meer commissarissen. De norm is dat commissarissen zoveel mogelijk aanwezig en bereikbaar zijn. De inbreng en tijdsbesteding van de commissarissen in de vergaderingen is een onderwerp dat wordt meegenomen in de jaarlijkse evaluatie. Bij frequente afwezigheid van een van de leden van de RvC zal deze daarop worden aangesproken en om uitleg worden verzocht (artikel 9.2). Elk lid van de RvC is verplicht de voorzitter van de RvC de informatie te verschaffen, die nodig is voor het vaststellen of hij of zij dan wel de gehele raad beantwoordt aan de profielschets. De voorzitter ziet erop toe dat deze informatie voor alle belanghebbenden inzichtelijk wordt gemaakt. Deze informatie betreft met name: beroep en hoofdfunctie nevenfuncties voor zover relevant voor de vervulling van de taak als commissaris.
2.1.7 Governance Principe Ieder lid van de Raad van Commissarissen ontvangt een passende vergoeding in relatie tot het tijdsbeslag van de werkzaamheden. Deze vergoeding is niet afhankelijk van de resultaten van de verzekeraar.
Toepassing SOM De RvC kent aan de commissarissen een vaste vergoeding en een reiskostenvergoeding toe (artikel 7.1 reglement RvC). Deze vergoeding is vast en zodoende niet resultaat afhankelijk. Alle in redelijkheid gemaakte kosten in verband met het bijwonen van vergaderingen zullen aan de leden van de RvC worden vergoed. Alle overige kosten zullen alleen, geheel of gedeeltelijk, voor vergoeding in aanmerking komen indien met voorafgaande toestemming van de voorzitter gemaakt; de voorzitter zal de RvC hierover jaarlijks informeren (artikel 7.2 reglement RvC).
2.1.8 Governance Principe De voorzitter van de Raad van Commissarissen ziet toe op de aanwezigheid van een programma van permanente educatie voor de leden van de Raad van Commissarissen, dat tot doel heeft de deskundigheid van de commissarissen op peil te houden en waar nodig te verbreden. De educatie heeft in ieder geval betrekking op relevante ontwikkelingen binnen de verzekeraar en de financiële sector, op corporate governance in het algemeen en die van de financiële sector in het bijzonder, op de zorgplicht jegens de klant, integriteit, het risicomanagement, financiële verslaggeving en audit. Ieder lid van de Raad van Commissarissen neemt deel aan het programma en voldoet aan de eisen van permanente educatie.
Toepassing SOM De maatschappij en de leden van de RvC gezamenlijk en individueel zorgen voor voldoende deskundigheidsbevordering en permanente educatie om aan de algemene en specifieke taken van de RvC te kunnen voldoen. Het reglement RvC stelt (artikel 5.2) dat de voorzitter zorgdraagt voor voldoende deskundigheidsbevordering van de commissarissen, waaronder het volgen van permanente educatie. Het introductieprogramma voor nieuwe leden en het toezien op de aanwezigheid van een programma van permanente educatie dat tot doel heeft de deskundigheid van de commissarissen op peil te houden en waar nodig te verbreden. De educatie heeft in ieder geval betrekking op relevante ontwikkelingen binnen de verzekeraar en de financiële sector, op corporate governance in het algemeen en die van de financiële sector in het bijzonder, op de zorgplicht jegens de klant, integriteit, het risicomanagement, financiële verslaggeving en audit.
40
2.1.9 Governance Principe De beoordeling van de effectiviteit van de in principe 2.1.8 bedoelde permanente educatie maakt deel uit van de jaarlijkse evaluatie van de Raad van Commissarissen
Toepassing SOM De beoordeling van de effectiviteit van de permanente educatie is onderdeel van de jaarlijkse evaluatie van de raad van commissarissen. Dit behoort direct tot de verantwoordelijkheden van de voorzitter (bijlage A, artikel 1.6.1, reglement RvC). Dit gebeurt aan de hand van een functioneringsgesprek.
2.1.10 Governance Principe Naast de jaarlijkse evaluatie van het eigen functioneren van de Raad van Commissarissen wordt dit functioneren eens in de drie jaar onder onafhankelijke begeleiding geëvalueerd. De betrokkenheid van ieder lid van de Raad van Commissarissen, de cultuur binnen de Raad van Commissarissen en de relatie tussen de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur maken deel uit van deze evaluatie
Toepassing SOM De evaluatie van het functioneren van de RvC vindt eens in de drie jaar onder onafhankelijke begeleiding plaats (bijlage A, 1.6.1, reglement RvC). In de twee tussenliggende jaren zal de RvC de evaluatie zelfstandig uitvoeren. Jaarlijks vindt er een zelfevaluatie van de RvC plaats. In de evaluatie is de cultuur binnen de RvC en de relatie met de RvB aan de orde gekomen. Hiertoe heeft de voorzitter individuele gesprekken gevoerd met alle leden van de RvC. Er heeft een individuele terugkoppeling plaatsgevonden. Ook heeft in 2014 een evaluatie van de RvC onder onafhankelijke begeleiding plaatsgevonden. Aanbevelingen uit deze evaluatie worden opgevolgd, zoals bij de samenstelling van de RvC in 2015 en de werving van nieuwe leden
2.2 TAAK EN WERKWIJZE RVC 2.2.1. Governance Principe Bij zijn toezicht besteedt de Raad van Commissarissen bijzondere aandacht aan het risicobeheer van de verzekeraar. Iedere bespreking van het risicobeheer wordt voorbereid door een risico- of vergelijkbare commissie, die daartoe door de Raad van Commissarissen uit zijn midden is benoemd.
Toepassing SOM Het Reglement RvC (artikel 1.2) bepaalt dat de RvC toezicht houdt op het door de RvB gevoerde risicobeleid. Dit gevoerde beleid wordt ten minste één keer per jaar ter goedkeuring aan de Audit- & Risicocommissie voorgelegd. Daartoe bespreekt de RvC het risicoprofiel van de maatschappij en beoordeelt op strategisch niveau of kapitaalallocatie en liquiditeitsbeslag in overeenstemming zijn met de goedgekeurde risicobereidheid en of de bedrijfsactiviteiten in algemene zin passen binnen de risicobereidheid van de maatschappij.
2.2.2 Governance Principe Voor de risicocommissie gelden, evenals voor de auditcommissie, specifieke competentie- en ervaringseisen. Zo moet een aantal leden van de risicocommissie beschikken over grondige kennis van de financieel-technische aspecten van het risicobeheer of over de nodige ervaring die een gedegen beoordeling van risico’s mogelijk maakt en moet een aantal leden van de auditcommissie beschikken over grondige kennis van financiële verslaglegging, interne beheersing en audit of over de nodige ervaring die een gedegen toezicht op deze onderwerpen mogelijk maakt.
41
Toepassing SOM De Audit- & Risicocommissie bestaat uit minimaal twee leden van de RvC. Op dit moment nemen zitting in de commissie de F. Ooms en A.J.M. Peek. Beiden beschikken over de nodige ervaring die een gedegen toezicht mogelijk maakt. Deze commissie bereidt, binnen haar taakgebied, de besluitvorming van de Raad van Commissarissen voor. In artikel 1.6.4 van bijlage A staan de competenties omschreven van het RvC lid met aandachtsgebied financiën, audit en risicomanagement. De voltallige RvC blijft echter collectief verantwoordelijk voor de vervulling van de aan de Audit- & Risicocommissie gedelegeerde taken. De Audit- & Risicocommissie adviseert de RvC onder meer over de financiële- en niet financiële risico’s van de maatschappij. Over het algemeen kan gezegd worden dat de omvang van de risico’s bij de maatschappij beperkt en goed beheersbaar is.
3. RAAD VAN BESTUUR 3.1 SAMENSTELLING EN DESKUNDIGHEID RVB 3.1.1 Governance Principe De Raad van Bestuur is zodanig samengesteld, dat hij zijn taak naar behoren kan vervullen. Complementariteit, collegiaal bestuur en diversiteit zijn een voorwaarde voor een goede taakvervulling door de Raad van Bestuur.
Toepassing SOM De RvB bestaat uit: A. Noorlander G. Gardenbroek Complementariteit, collegiaal bestuur, onafhankelijkheid en diversiteit zijn een voorwaarde voor een goede taakvervulling door de RvB. Uit de c.v.’s van de zittende leden van de RvB volgt dat RvB complementair en divers is samengesteld wat betreft opleiding, werkervaring en leeftijd. Het reglement van RvB (artikel 3.1) stelt dat de RvB uit minimaal twee personen dient te bestaan. De verantwoordelijkheid voor het besturen van de maatschappij berust bij de RvB als collectief. In onderling overleg kunnen zij aandachtsgebieden vaststellen (en zonodig wijzigen) en deze aan individuele leden toewijzen, zoals beschreven in artikel 7.1 van het reglement RvB.
3.1.2 Governance Principe Ieder lid van de Raad van Bestuur beschikt over gedegen kennis van de financiële sector in het algemeen en het verzekeringswezen in het bijzonder. Ieder lid beschikt over gedegen kennis van de maatschappelijke functies van de verzekeraar en van de belangen van alle betrokken partijen. Voorts beschikt ieder lid van de Raad van Bestuur over grondige kennis om de hoofdlijnen van het totale beleid van de verzekeraar te kunnen beoordelen en bepalen en zich een afgewogen en zelfstandig oordeel te kunnen vormen over risico’s die daarbij worden gelopen.
Toepassing SOM Ieder lid van de RvB beschikt over gedegen kennis van de financiële sector in het algemeen en het verzekeringswezen in het bijzonder. Ieder lid heeft kennis van de maatschappelijke functies van de verzekeraar, van de belangen van alle betrokken partijen en is in staat om het beleid van de maatschappij en de risico’s die daarbij worden gelopen op hoofdlijnen te kunnen beoordelen. De RvB streeft er naar dat in haar midden de deskundigheid aanwezig is welke voor de maatschappij, haar dochterondernemingen en de daaraan verbonden ondernemingen relevant is (zie artikel 3.2
42
reglement RvB). Binnen de functieprofielen van de RvB wordt ingespeeld op de kwaliteiten van de leden maar ook op relevante ontwikkelingen in de markt. Door middel van trainingen en opleidingen wordt de kwaliteit van de leden van de RvB gewaarborgd.
3.1.3 Governance Principe De voorzitter van de Raad van Bestuur ziet toe op de aanwezigheid van een programma van permanente educatie voor de leden van de Raad van Bestuur, dat tot doel heeft de deskundigheid van de leden van de Raad van Bestuur op peil te houden en waar nodig te verbreden. De educatie heeft in ieder geval betrekking op relevante ontwikkelingen binnen de verzekeraar en de financiële sector, op corporate governance in het algemeen en die van de financiële sector in het bijzonder, op de zorgplicht jegens de klant, integriteit, het risicomanagement, financiële verslaggeving en audit.
Toepassing SOM Elk lid neemt deel aan een programma van educatie, die betrekking heeft op ontwikkelingen binnen de maatschappij en de financiële sector, op corporate governance in het algemeen en die van de financiële sector in het bijzonder, op de zorgplicht jegens de klant, integriteit, het risicomanagement, financiële verslaggeving en audit. De voorzitter van de RvB ziet toe op de aanwezigheid en kwaliteit van het programma. Zie ook art. 3.1.2
3.1.4 Governance Principe Ieder lid van de Raad van Bestuur neemt deel aan het programma als bedoeld in 3.1.3 en voldoet aan de eisen van permanente educatie. Eén en ander is voorwaarde voor het kunnen functioneren als lid van de Raad van Bestuur. De Raad van Commissarissen vergewist zich ervan of de leden van de Raad van Bestuur voldoende deskundig zijn
Toepassing SOM Ieder lid van de RvB neemt deel aan het programma van permanente educatie. De RvC vergewist zich ervan of de leden van de RvB voldoende deskundig zijn. Eén en ander maakt onderdeel uit van de functioneringsgesprekken van RvB.
3.1.5 Governance Principe De verzekeraar vermeldt jaarlijks in zijn jaarverslag hoe invulling is gegeven aan de principes 3.1.3 en 3.1.4.
Toepassing SOM De maatschappij vermeldt sinds 2014 (jaarverslag 2013) de toepassing van alle Governance Principes in haar jaarverslag.
3.1.6 Governance Principe De Raad van Bestuur draagt, met inachtneming van de door de Raad van Commissarissen goedgekeurde risicobereidheid, zorg voor een evenwichtige afweging tussen commerciële belangen van de verzekeraar en te nemen risico’s.
43
Toepassing SOM Het is de taak van de RvB om zorg te dragen voor een evenwichtige afweging tussen de financiële belangen van de maatschappij en de te nemen risico’s. Een en ander met inachtneming van de risicobereidheid. Bij de uitoefening van haar taak neemt de directie de relevante wettelijke en statutaire bepalingen in acht (zie bepaling 4.8 van reglement RvB).
3.1.7 Governance Principe Binnen de Raad van Bestuur wordt aan een van de leden van de Raad van Bestuur de taak opgedragen besluitvorming binnen de Raad van Bestuur op het punt van risicobeheer voor te bereiden. Het betrokken lid van de Raad van Bestuur is tijdig betrokken bij de voorbereiding van beslissingen die voor de verzekeraar van materiële betekenis voor het risicoprofiel zijn, in het bijzonder waar deze beslissingen een afwijking van de door de Raad van Commissarissen goedgekeurde risicobereidheid tot gevolg kunnen hebben. Bij het uitoefenen van de risicobeheerfunctie wordt tevens aandacht besteed aan het belang van financiële stabiliteit en de impact die systeemrisico´s mogelijk hebben op het risicoprofiel van de eigen instelling.
Toepassing SOM De heer Gardenbroek is aangewezen als riskmanager van de maatschappij. Hierdoor is het risicobeheer binnen de RvB verankerd. De riskmanager is betrokken bij beslissingen die van betekenis zijn voor het risicoprofiel van de maatschappij. Artikel 4.2 van het reglement RvB stelt dat het beheersen van de risico’s verbonden aan de ondernemingsactiviteiten de verantwoordelijkheid is van de RvB.
3.1.8 Governance Principe Het lid van de Raad van Bestuur bij wie de taak is belegd de besluitvorming binnen de Raad van Bestuur op het punt van risicobeheer voor te bereiden kan zijn functie combineren met andere aandachtsgebieden, op voorwaarde dat hij geen individuele commerciële verantwoordelijkheid draagt voor en onafhankelijk functioneert van commerciële taakgebieden.
Toepassing SOM Bij de maatschappij wordt de functie die belast is met besluitvorming op het gebied van risicobeheer niet gecombineerd met een individuele commerciële verantwoordelijkheid.
3.2 TAAK EN WERKWIJZE RVB 3.2.1 Governance Principe De Raad van Bestuur van de verzekeraar draagt bij zijn handelen zorg voor een evenwichtige afweging van alle belangen van de bij de verzekeraar betrokken partijen zoals zijn klanten, aandeelhouders en medewerkers. Hierbij wordt rekening gehouden met de continuïteit van de verzekeraar, de maatschappelijke omgeving waarin de verzekeraar functioneert en wet- en regelgeving en codes die op de verzekeraar van toepassing zijn
Toepassing SOM Het reglement RvB bepaalt (artikel 4.1) dat de directie zorgdraagt voor de continuïteit van de maatschappij. Ook is de directie (artikel 4.2) verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante weten regelgeving. Hierbij wordt rekening gehouden met de continuïteit van de maatschappelijke omgeving waarin de maatschappij functioneert.
3.2.2 Governance Principe Het centraal stellen van de klant is een noodzakelijke voorwaarde voor de continuïteit van de verzekeraar. Onverminderd principe 3.2.1 draagt de Raad van Bestuur er zorg voor dat de verzekeraar zijn klanten te allen tijde zorgvuldig behandelt. De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat de zorgplicht jegens de klant wordt verankerd in de cultuur van de verzekeraar.
Toepassing SOM Het is inherent aan een onderlinge verzekeringsmaatschappij dat het belang van de leden voorop staat. Dit is voor deze onderlinge verzekeringsmaatschappij vanzelfsprekend niet anders. De RvB zorgt
44
voor waarborging van dit principe. Dit betekent ook dat actief wordt ingespeeld op en gehandeld naar de laatste ontwikkelingen van de markt en de behoeften van onze leden. 3.2.3 Governance Principe De leden van de Raad van Bestuur oefenen hun functie op een zorgvuldige, deskundige en integere manier uit met inachtneming van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, codes en reglementen. Ieder lid van de Raad van Bestuur tekent een moreel-ethische verklaring. In de toelichting op deze Code is een modelverklaring opgenomen. Dit model kan iedere verzekeraar naar eigen inzicht aanvullen.
Toepassing SOM De leden van de RvB hebben de moreel-ethische verklaring getekend en handelen hiernaar.
3.2.4 Governance Principe De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat de in principe 3.2.3 bedoelde verklaring wordt vertaald in principes die gelden als leidraad voor het handelen van alle medewerkers van de verzekeraar. Iedere nieuwe medewerker van de verzekeraar wordt bij indiensttreding uitdrukkelijk gewezen op de inhoud van deze principes door middel van een verwijzing naar deze principes in het arbeidscontract en wordt geacht deze principes na te leven.
Toepassing SOM De moreel-ethische verklaring is vertaald in een personeelshandboek met principes die gelden als leidraad voor het handelen van alle medewerkers van de maatschappij. Leidraad hierin zijn de drie kerneigenschappen van de organisatie: Coöperatief, Ondersteunend, Servicegericht (COS). Het handboek is voor iedere werknemer toegankelijk. Een nieuwe procedure wordt per e-mail aan de medewerkers gezonden. Wijzigingen en nieuwe procedures worden periodiek met de medewerkers besproken en geëvalueerd. Nieuwe medewerkers worden bij aanstelling uitdrukkelijk gewezen op de inhoud van het personeelshandboek.
4. RISICOMANAGEMENT 4.1 Governance Principe De Raad van Bestuur, en binnen de Raad van Bestuur primair de voorzitter van de Raad van Bestuur, is verantwoordelijk voor het vaststellen, uitvoeren, monitoren en waar nodig bijstellen van het algehele risicobeleid van de verzekeraar. De risicobereidheid wordt op voorstel van de Raad van Bestuur tenminste jaarlijks ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen voorgelegd. Tussentijdse materiële wijzigingen van de risicobereidheid worden eveneens ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen voorgelegd.
Toepassing SOM Conform artikel 4.2 van het reglement RvB is de directie verantwoordelijk voor het beheersen van de risico’s. Daartoe is in 2013 de handleiding risicobeheersing opgesteld. Deze wordt periodiek geëvalueerd en geüpdatet. Dit is het kader voor risicomanagement binnen de maatschappij. De handleiding identificeert de financiële en niet-financiële risico’s van de maatschappij en geeft aan wat de risicobereidheid van de organisatie is. De risicobereidheid wordt op voorstel van de RvB jaarlijks ter goedkeuring aan de RvC voorgelegd. Tussentijdse materiële wijzigingen van de risicobereidheid worden eveneens ter goedkeuring aan de RvC voorgelegd.
4.2
45
Governance Principe
De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het door de Raad van Bestuur gevoerde risicobeleid. Daartoe bespreekt de Raad van Commissarissen het risicoprofiel van de verzekeraar en beoordeelt hij op strategisch niveau of kapitaalallocatie en liquiditeitsbeslag in algemene zin in overeenstemming zijn met de goedgekeurde risicobereidheid. Bij de uitoefening van deze toezichtrol wordt de Raad van Commissarissen geadviseerd door de risicocommissie die hiertoe uit de Raad van Commissarissen is gevormd.
Toepassing SOM De RvC houdt toezicht op het door de RvB gevoerde risicobeleid. De RvC bespreekt het risicoprofiel van de maatschappij en beoordeelt daarbij op strategisch niveau of dit in overeenstemming is met de risicobereidheid van onze maatschappij. De RvC wordt hierbij bijgestaan door de Audit- & Risicocommissie.
4.3 Governance Principe De Raad van Commissarissen beoordeelt periodiek op strategisch niveau of de bedrijfsactiviteiten in algemene zin passen binnen de risicobereidheid van de verzekeraar. De voor deze beoordeling relevante informatie wordt op zodanige wijze door de Raad van Bestuur aan de Raad van Commissarissen verstrekt dat deze laatste in staat is zich daar een gedegen oordeel over te vormen
Toepassing SOM Het Reglement RvC (artikel 3.1) bepaalt dat de RvC toezicht houdt op de opzet en de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen. De RvB draagt er zorg voor dat de RvC over de juiste informatie beschikt om dit te kunnen beoordelen (artikel 5.4c van het reglement RvB). Daarnaast bespreekt de RvC of de bedrijfsactiviteiten in algemene zin passen binnen de risicobereidheid van de maatschappij.
4.4 Governance Principe De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat het risicobeheer zodanig adequaat is ingericht dat hij tijdig op de hoogte is van materiële risico’s die de verzekeraar loopt opdat deze risico’s beheerst kunnen worden. Beslissingen die van materiële betekenis zijn voor het risicoprofiel, de kapitaalallocatie of het liquiditeitsbeslag, worden genomen door de Raad van Bestuur.
Toepassing SOM De directie is verantwoordelijk voor het beheersen van de risico’s (artikel 4.2 van reglement RvB). Daarnaast is de directie verantwoordelijk voor het opstellen en handhaven van interne procedures die ervoor zorgen dat alle belangrijke financiële informatie bij de directie bekend is (artikel 4.3).
4.5 Governance Principe Iedere verzekeraar heeft een Product Goedkeuringsproces. De Raad van Bestuur draagt zorg voor de inrichting van het Product Goedkeuringsproces en is verantwoordelijk voor het adequaat functioneren daarvan. Producten die het Product Goedkeuringsproces binnen de verzekeraar doorlopen worden niet op de markt gebracht of gedistribueerd zonder een zorgvuldige afweging van de risico’s door de risicomanagementfunctie binnen de verzekeraar en zorgvuldige toetsing van andere relevante aspecten, waaronder de zorgplicht jegens de klant. De interne auditfunctie controleert op basis van een jaarlijkse risico-analyse of opzet, bestaan en werking van het proces effectief zijn en informeert de Raad van Bestuur en de desbetreffende (risico)commissie van de Raad van Commissarissen omtrent de uitkomsten hiervan.
46
Toepassing SOM De maatschappij heeft een Product Approval en Review Process (PARP). Dit proces is van toepassing op alle nieuwe en bestaande producten, waarbij als onderdeel van dit proces voor bestaande producten op regelmatige basis een review wordt uitgevoerd. Alle nieuwe producten worden beoordeeld aan de hand van de PARP. Hierin is geborgd dat verschillende interne stakeholders (waaronder Compliance en Actuariaat & Risk Management, MT en RvB) beoordelen of het product voldoet aan alle relevante aspecten van de zorgplicht jegens onze klanten. Er wordt o.a. gekeken of het product Kostenefficiënt, Nuttig, Veilig en Begrijpelijk (KNVB-criteria) is voor de klant. Hoofd Binnendienst is verantwoordelijk voor de uitvoering van PARP. Een lid van de Audit- & Risicocommissie dient tevens schriftelijke goedkeuring te geven aan het goedkeuringsrapport, alvorens het product in de markt gezet kan worden. De RvB is verantwoordelijk voor het adequaat functioneren van het proces.
5. AUDIT 5.1 Governance Principe De Raad van Bestuur draagt zorg voor systematische controle op de beheersing van de risico's die met de (bedrijfs)activiteiten van de verzekeraar samenhangen.
Toepassing SOM Artikel 4.2 van het reglement RvB stelt dat de directie verantwoordelijk is voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving alsmede het beheersen van de risico’s verbonden aan de ondernemingsactiviteiten. Eén en ander is terug te vinden in: Kapitaalbeleid Risicobeleid Gedragscode, op het intranet van de maatschappij geplaatst Systematische controle op de beheersing van de risico’s Monitoring en rapportering
5.2 Governance Principe Binnen de verzekeraar is een interne auditfunctie werkzaam die onafhankelijk is gepositioneerd. Het hoofd interne audit rapporteert aan de voorzitter van de Raad van Bestuur en heeft een rapportagelijn naar de voorzitter van de auditcommissie.
Toepassing SOM De interne audit functie functioneert onafhankelijk onder de verantwoordelijkheid van de RvB. De interne audit functie heeft naast de rapportagelijn desgewenst toegang tot de externe accountant en tot de voorzitter van de risico- en auditcommissie.
5.3 Governance Principe De interne auditfunctie heeft tot taak te beoordelen of de interne beheersmaatregelen in opzet, bestaan en in werking effectief zijn. Daarbij ziet zij onder meer op de kwaliteit en effectiviteit van het functioneren van de governance, het risicobeheer en de beheersprocessen binnen de verzekeraar. De interne auditfunctie rapporteert over de bevindingen aan de Raad van Bestuur en de auditcommissie. Toepassing SOM De rol en het doel van de interne auditfunctie is om onafhankelijk de governance, risk management en de toereikendheid van de beheersmaatregelen voor de belangrijkste risico’s en de effectieve werking van deze beheersmaatregelen te toetsen. Dit alles is omschreven in het Internal Auditplan, wat jaarlijks wordt opgesteld en wordt goedgekeurd door de Audit- & Risicocommissie. De internal
47
auditfunctie rapporteert ieder kwartaal haar bevindingen aan de RvB en de audit- en risicocommissie van de RvC.
5.4 Governance Principe Tussen de interne auditfunctie, de externe accountant en de risico- of auditcommissie van de Raad van Commissarissen vindt periodiek informatie-uitwisseling plaats. In het kader van deze informatie-uitwisseling is ook de risicoanalyse en het auditplan van de interne auditfunctie en van de externe accountant onderwerp van overleg.
Toepassing SOM Tussen de interne auditfunctie, de externe accountant en de Audit- & Risicocommissie van de RvC vindt jaarlijks informatie-uitwisseling plaats.
5.5 Governance Principe In het kader van de algemene controleopdracht voor de jaarrekening rapporteert de externe accountant in zijn verslag aan de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen zijn bevindingen over de kwaliteit en effectiviteit van het functioneren van de governance, het risicobeheer en de beheersprocessen binnen de verzekeraar.
Toepassing SOM De externe accountant rapporteert middels een managementletter (ten behoeve van de interim controle) en het accountantsverslag over de kwaliteit en effectiviteit van het functioneren van de governance, het risicobeheer en de beheersprocessen binnen de verzekeraar.
5.6 Governance Principe De interne auditfunctie neemt het initiatief om met de Nederlandsche Bank en de externe accountant tenminste jaarlijks in een vroegtijdige fase elkaars risicoanalyse en bevindingen en auditplan te bespreken.
Toepassing SOM In de reguliere afstemming met DNB komen de governance, risicobeheer en interne audit aan de orde. Er is geen separaat initiatief vanuit de interne auditfunctie voor afstemming met DNB.
6 BELONINGSBELEID 6.1 UITGANGSPUNT 6.1 Governance Principe De verzekeraar voert een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid dat in lijn is met zijn strategie en risicobereidheid, doelstellingen en waarden en waarbij rekening wordt gehouden met de lange termijn belangen van de verzekeraar, de relevante internationale context en het maatschappelijk draagvlak. De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur nemen dit uitgangspunt in acht bij het vervullen van hun taken met betrekking tot het beloningsbeleid.
Toepassing SOM De maatschappij hanteert een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid. De verantwoordelijkheid voor de vaststelling van het te voeren beloningsbeleid ligt bij de RvB. De RvC keurt het beloningsbeleid goed en ziet erop toe dat het in lijn is met het risicomanagement van de maatschappij. Dit beleid past binnen de strategie en kernwaarden van de maatschappij. Het beleid is
48
in lijn met de risicobereidheid en kenmerkt zich door aandacht voor alle stakeholders van de onderneming: klanten, medewerkers, leden en de maatschappij.
6.2 GOVERNANCE 6.2.1 Governance Principe De Raad van Commissarissen is verantwoordelijk voor het uitvoeren en evalueren van het vastgestelde beloningsbeleid ten aanzien van de leden van de Raad van Bestuur. Daarnaast geeft de Raad van Commissarissen goedkeuring aan het beloningsbeleid voor het senior management en ziet hij toe op de uitvoering daarvan door de Raad van Bestuur. Tevens keurt de Raad van Commissarissen de beginselen van het beloningsbeleid voor overige medewerkers van de verzekeraar goed. Het beloningsbeleid van de verzekeraar omvat mede het beleid met betrekking tot het toekennen van retentie-, exit- en welkomstpakketten.
Toepassing SOM De verantwoordelijkheid voor de vaststelling van het te voeren beloningsbeleid ligt bij de RvB. De RvC is verantwoordelijk voor het uitvoeren en evalueren van het vastgestelde beloningsbeleid ten aanzien van de leden van de Raad van Bestuur.
6.2.2 Governance Principe De Raad van Commissarissen bespreekt jaarlijks de hoogste variabele inkomens. De Raad van Commissarissen ziet erop toe dat de Raad van Bestuur ervoor zorg draagt dat de variabele beloningen binnen de verzekeraar passen binnen het vastgestelde beloningsbeleid van de verzekeraar en in het bijzonder of deze voldoen aan de in deze paragraaf genoemde principes. Tevens bespreekt de Raad van Commissarissen materiële retentie-, exit en welkomstpakketten en ziet erop toe dat deze passen binnen het vastgestelde beloningsbeleid van de verzekeraar en niet excessief zijn.
Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen, noch van materiele retentie-, exit of welkomstpakketten
6.3 BESTUURDERSBELONING 6.3.1 Governance Principe Het totale inkomen van een lid van de Raad van Bestuur staat in een redelijke verhouding tot het vastgestelde beloningsbeleid binnen de verzekeraar waarbij het totale inkomen ten tijde van de vaststelling iets beneden de mediaan van vergelijkbare functies binnen en buiten de financiële sector ligt, waarbij de relevante internationale context wordt meegewogen.
Toepassing SOM Het vastgestelde beloningsbeleid is afgestemd met vergelijkbare functies binnen de financiële sector, waarbij tevens de omvang van de organisatie in ogenschouw is genomen. Bij de totstandkoming van het beloningsbeleid is een externe, onafhankelijke benchmark uitgevoerd.
6.3.2 Governance Principe De vergoeding bij ontslag van een lid van de Raad van Bestuur bedraagt maximaal eenmaal het jaarsalaris (het “vaste” deel van de bezoldiging). Indien het maximum van eenmaal het jaarsalaris voor een lid van de Raad van Bestuur die in zijn eerste benoemingstermijn wordt ontslagen kennelijk onredelijk is, komt dit lid van de Raad van Bestuur in dat geval in aanmerking voor een ontslagvergoeding van maximaal tweemaal het jaarsalaris.
49
Toepassing SOM De RvC van de maatschappij heeft ervoor gekozen om bestaande afspraken met de twee zittende leden van de RvB te respecteren. Bij ontslag heeft een lid van de RvB recht op maximaal tweemaal het jaarsalaris.
6.3.3 Governance Principe Bij de toekenning van de variabele beloning aan een lid van de Raad van Bestuur wordt rekening gehouden met de lange termijn component. De toekenning is mede afhankelijk van winstgevendheid en/of continuïteit. De variabele beloning wordt voor een materieel deel voorwaardelijk toegekend en op zijn vroegst drie jaar later uitgekeerd.
Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen.
6.3.4 Governance Principe Aandelen die zonder financiële tegenprestaties aan een lid van de Raad van Bestuur worden toegekend, worden aangehouden voor telkens een periode van ten minste vijf jaar of tot ten minste het einde van het dienstverband indien deze periode korter is. Indien opties worden toegekend worden deze in ieder geval de eerste drie jaar na toekenning niet uitgeoefend
Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen of van beloning aan de hand van aandelenpakketten.
6.4 VARIABELE BELONING 6.4.1 Governance Principe Het toekennen van een variabele beloning is mede gerelateerd aan de lange termijn doelstellingen van de verzekeraar
Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen
6.4.2 Governance Principe Iedere verzekeraar stelt een bij de verzekeraar passend maximum vast voor de verhouding tussen de variabele beloning en het vaste salaris. Voor een lid van de Raad van Bestuur bedraagt de variabele beloning per jaar maximaal 100% van het vaste inkomen.
Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen
6.4.3 Governance Principe Een variabele beloning wordt gebaseerd op de prestaties van het individu, zijn bedrijfsonderdeel en die van de verzekeraar als geheel op basis van vooraf vastgestelde en beoordeelbare prestatiecriteria. Naast financiële prestatiecriteria vormen ook niet-financiële prestatiecriteria een belangrijk onderdeel van de individuele beoordeling. In het beloningsbeleid van de verzekeraar worden de prestatiecriteria zoveel mogelijk geobjectiveerd.
Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen
50
6.4.4 Governance Principe Bij het beoordelen van prestaties op basis van de vastgestelde prestatiecriteria worden financiële prestaties gecorrigeerd voor (geschatte) risico’s en kosten van kapitaal.
Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen
6.4.5 Governance Principe Bij het beoordelen van prestaties op basis van de vastgestelde prestatiecriteria worden financiële prestaties gecorrigeerd voor (geschatte) risico’s en kosten van kapitaal.
Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen
6.4.6 Governance Principe Bij het beoordelen van prestaties op basis van de vastgestelde prestatiecriteria worden financiële prestaties gecorrigeerd voor (geschatte) risico’s en kosten van kapitaal.
Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen
6.4.7 Governance Principe In buitengewone omstandigheden, bijvoorbeeld indien toepassing van de vastgestelde prestatiecriteria tot een verkrijging van ongewenste variabele beloning van een lid van de Raad van Bestuur zou leiden, heeft de Raad van Commissarissen de discretionaire bevoegdheid de variabele beloning aan te passen wanneer deze naar zijn oordeel leidt tot onbillijke of onbedoelde uitkomsten.
6.4.8
Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen
Governance Principe De Raad van Commissarissen heeft de bevoegdheid de variabele beloning die is toegekend aan het lid van de Raad van Bestuur op basis van onjuiste (financiële) gegevens terug te vorderen van het desbetreffende lid van de Raad van Bestuur. Toepassing SOM Het beloningsbeleid van de maatschappij maakt geen gebruik van variabele beloningen
7. NALEVING WET- EN REGELGEVING 7.1 Governance Principe De verzekeraar beschikt over een proces dat borgt dat nieuwe wet- en regelgeving tijdig wordt gesignaleerd en geïmplementeerd. Dit proces evalueert de verzekeraar jaarlijks. Betrokken bij dit proces zijn in ieder geval de volgende functies: het bestuur, de interne toezichthouder, risicomanagement, compliance, internal audit en de actuariële functie.
51
Toepassing SOM Het reglement RvB stelt (artikel 4.2) dat de directie verantwoordelijk is voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving. De uitvoering van het signaleren en implementeren van nieuwe weten regelgeving is de directe verantwoordelijkheid van de directie. De compliance officer controleert hierop en stelt jaarlijks het compliance plan op. Vanzelfsprekend worden de relevante sleutelfuncties bij het evalueren van dit proces betrokken