Jaarrekening 2010
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 1 van 29
Inhoudsopgave Jaarverslag Voorwoord
3
1.
Inleiding
4
2.
Paragrafen
4
2.1
Bedrijfsvoering
4
2.2
Financiering
10
2.3
Risicoparagraaf
11
2.4
Reserves en voorzieningen
12
2.5
Verbonden partijen
12
2.6
Topinkomens
12
2.7
EMU-saldo
13
Jaarrekening 1.1
Balans
14
1.2
Toelichting op de balansposten
15
1.3
Waarderingsgrondslagen
18
1.4
Exploitatierekening naar kosten- en opbrengstensoorten
20
1.5
Toelichting op de kosten- en opbrengstensoorten
21
1.6
Product Belastingheffing
24
1.7
Product Invordering
26
Accountantsverklaring
28
Vaststelling
29
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 2 van 29
Jaarverslag 2010 Voorwoord Voor u ligt de jaarrekening 2010 van de Regionale Belasting Groep (RBG), de eerste jaarrekening van deze organisatie. Een jaarrekening waarin verantwoording wordt afgelegd over het startjaar van de RBG. De begroting 2010 is afgeleid van de in 2007 gemaakte businesscase, destijds opgesteld in het kader van het verkennend onderzoek naar de haalbaarheid van de belastingsamenwerking tussen het hoogheemraadschap van Delfland (HHD) en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK). In het vastgestelde bedrijfsplan 2010 is de begroting voor 2010 verder in details uitgewerkt. Een begroting dus die nog niet kon bouwen op ervaringcijfers van de nieuwe organisatie. De uitkomst van deze eerste jaarrekening zegt in dat opzicht dus iets over het inzicht dat men had over de financiële inrichting van de nieuwe organisatie. Welnu, dat inzicht is naar nu blijkt goed geweest. De uitkomst van de jaarrekening 2010 wijkt namelijk niet in betekenende mate af van de begroting 2010. Dat betekent ook dat de geraamde efficiencywinst, die voor een belangrijk deel gerealiseerd moest worden door de verlaging van de formatieomvang, gehaald is. Kortom de opgestelde plannen zijn in de praktijk dus ook volledig waargemaakt. 2010 was een succesvol jaar. De organisatie heeft zijn draai gevonden, de medewerkers zijn ingewerkt in hun nieuwe taken, de eerste kinderziektes zijn overwonnen, daar waar noodzakelijk zijn kleine organisatiewijzigingen doorgevoerd en op vrijwel alle onderdelen heeft de RBG kunnen voldoen aan de afspraken uit het prestatiecontract met de beide waterschappen. Aan belastingopbrengsten is meer opgehaald dan voor 2010 was begroot. De achterstanden van vorige jaren in op te leggen aanslagen en te innen bedragen zijn weggewerkt. Ook in het zoeken naar partners om het samenwerkingsverband uit te breiden zijn vorderingen gemaakt. De ervaringen die in 2010 zijn opgedaan bieden een uitstekende basis om de kwaliteit van de RBG op een hoger plan te brengen. Dit is overigens noodzakelijk als we kijken naar de eisen die de omgeving aan de RBG stelt: „Een efficiënte organisatie met een klantgerichte dienstverlening”. In 2011 kan dus worden voortgebouwd op een succesvol verlopen startjaar 2010.
Henk Sigmond Directeur
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 3 van 29
1. Inleiding Beleidsmatige verantwoording Het bedrijfsplan 2010, inclusief de daarin opgenomen exploitatiebegroting 2010, vormde in juli 2009 de basis waarop de deelnemers hun vertrouwen uitspraken in de oprichting van de RBG en het resultaat dat zij van de nieuwe organisatie verwachtten. Het is dan ook dit bedrijfsplan 2010 samen met het vastgestelde prestatiecontract waarover thans beleidsmatig verantwoording wordt afgelegd (zie paragraaf bedrijfsvoering). Wij volgen daarbij een aantal onderwerpen die rechtsreeks af te leiden zijn uit de in het bedrijfsplan opgenomen missie: De RBG heft en int (lokale) belastingen voor haar deelnemers op een kostenbewuste, vernieuwende en bedrijfszekere wijze. Onze medewerkers werken hierbij klantgericht en integer. De RBG is een lerende organisatie die open staat voor feedback en gericht is op samenwerking met gemeenten. Financiële resultaat op hoofdlijnen De totale kosten bedragen in 2010 De totale opbrengsten bedragen in 2010 Verschil
€ € €
10.840.100 10.995.000 154.900
Over 2010 is een positief resultaat ontstaan van € 154.900. Dit resultaat dient nog bestemd te worden. Voor de bestemming verwijzen we naar het separate bestuursvoorstel. De opbouw van het voordeel bestaat voor het grootste gedeelte uit kleinere voordelen en een enkel nadeel. Het grootste nadeel betreft de post incassokosten door inschakelen van derden, deze post is incidenteel en heeft daarnaast ook geleid tot extra opbrengsten voor de deelnemers. Over het algemeen kan worden geconcludeerd dat de primaire begroting 2010 toereikend is geweest. De aanpassingen van de budgetten van WOZ-kosten en kosten van verzekeringen hebben reeds in de begroting 2011 plaatsgevonden. Met de resultaten van deze jaarrekening zal bij het opstellen van de begroting 2012 rekening worden gehouden. Hierin zal bijvoorbeeld de toevoeging aan voorzieningen (m.n. dubieuze debiteuren) worden geraamd.
2. Paragrafen 2.1
Bedrijfsvoering
Bedrijfszekerheid Het onderwerp bedrijfszekerheid heeft in 2010 relatief veel aandacht gehad en dat is logisch in een startende organisatie. Veel stond in het teken van het borgen van de kwaliteit op een groot aantal terreinen. Bedrijfszekerheid betreft met name de juistheid, volledigheid en controleerbaarheid van de aanslag oplegging. Daarin is de RBG geslaagd, hetgeen mag blijken uit de inzichtelijkheid van de kwartaalrapportages over de aanslagoplegging, de nauwgezetheid waarmee de planningen werden gehaald en de uiteindelijke opbrengst voor de deelnemers (waarover later meer).
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 4 van 29
Ook aan het bestuurlijk/juridisch fundament van de organisatie is veel aandacht besteed door alle verplichte verordeningen en (beleids)regels vast te stellen en te publiceren. De vergaderingen van de beide bestuursorganen verliepen naar tevredenheid mede dankzij een goede voorbereiding vanuit het ambtelijk apparaat. Het dagelijks bestuur is in 2010 vijf maal bij elkaar geweest, het algemeen bestuur vier maal. Ook is in het kader van de juridische en financiële rechtmatigheid een start gemaakt met interne verbijzonderde controles en het opstellen van regels voor inkoop en aanbesteding. Op het terrein van het borgen van de kwaliteit van de uitvoering zijn belangrijke stappen gezet. De meeste werkprocessen zijn inmiddels gesynchroniseerd. Dat wil in de praktijk zeggen dat, of het oude werkproces van Schieland en de Krimpenerwaard, of het proces vanuit Delfland, is gekozen als nieuw werkproces voor de RBG. Met deze keuze (de beste van de twee wordt geïmplementeerd) is ook een deel van de efficiencywinst van de nieuwe organisatie gerealiseerd. Ten behoeve van een efficiënte en eenduidige procesvoering is zoveel mogelijk uniformiteit in uitvoeringsbeleid gebracht. De organisatie In het startjaar 2010 hebben de medewerkers zich van hun goede kant laten zien. Veel veranderingen zijn namelijk opgetreden. Nieuwe werkwijzen, voor velen een nieuwe functie, nieuwe leidinggevenden, nieuwe collega’s en voor sommigen een nieuwe standplaats. Ondanks deze veranderingen hebben de medewerkers er voor gezorgd dat de RBG kon voldoen aan de verwachtingen die men aan de nieuwe organisatie gesteld heeft. Eind 2010 heeft een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de RBG-medewerkers in zijn algemeenheid een positieve score geven aan het werken voor de RBG. Medewerkers waren positief over de mogelijkheid van hun eigen inbreng en inspraak in de werkprocessen. Daarnaast werd de omgang met het management als positief ervaren. De rol van de medezeggenschap in de ontwikkeling van de RBG is belangrijk geweest. In de aanloopfase naar de feitelijke start van de RBG heeft de Bijzondere Ondernemingsraad een belangrijke bijdrage geleverd aan het creëren van het benodigde draagvlak onder het personeel. Ook in het begin van 2010 heeft de BOR in constructief overleg met de WORbestuurder de medezeggenschap vorm gegeven. De verkiezingen van de nieuwe OR in juni 2010 waren een groot succes. Dit heeft geresulteerd in een continuering van het kwalitatief hoge niveau van de medezeggenschap; een situatie waarbij de totale organisatie gebaat is. De organisatiestructuur waarvoor is gekozen voldoet prima aan de verwachtingen en heeft in 2010 dan ook geen verandering ondergaan. Wel hebben drie functies een andere plaats gekregen in de organisatiestructuur. Ook de formatieomvang heeft in 2010 geen wijziging ondergaan ten opzichte van de startformatie. Tenslotte is in 2010 een goede start gemaakt met het terugdringen van het ziekteverzuim. Prestatiecontract en dienstverleningsovereenkomsten Door de deelnemers worden eisen gesteld aan de door de RBG te leveren prestaties. Deze zijn opgenomen in het prestatiecontract. Het doel van het prestatiecontract is om de afspraken tussen de deelnemers en de uitvoeringsorganisatie vast te leggen voor wat betreft de te leveren prestaties aan de deelnemers, de afbakening van de dienstverlening, het kwaliteitsniveau, de onderlinge informatievoorziening en de wederzijdse verantwoordelijkheden. Het prestatiecontract met de deelnemers bestaat uit een standaard dienstenpakket met de mogelijkheid ook afspraken te maken over maatwerk. Maatwerk heeft in 2010 niet plaatsgevonden. Wel zijn er met beide deelnemers aparte aanvullende afspraken gemaakt over het wegwerken van achterstanden zoals die bestonden vóór 1 januari 2010. Inmiddels is er geen sprake meer van achterstanden.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 5 van 29
De deelnemers zijn in 2010 door middel van een vast rapportageschema op de hoogte gehouden van de verrichte dienstverlening door de RBG. Met deze rapportages is inzage gegeven in de kwaliteit en kwantiteit van de verrichte werkzaamheden voor de deelnemers. Geconstateerd kan worden dat de RBG in bijna alle opzichten heeft voldaan aan de in het prestatiecontract gemaakte afspraken. In dienstverleningsovereenkomsten wordt aangegeven welke diensten vanuit de waterschappen worden geleverd aan de RBG en onder welke voorwaarden dit gebeurt. De verrekening vindt plaats via een zo genoemde ‘gemene rekening’ waardoor over deze diensten geen BTW verschuldigd is. Tussen de deelnemers en de RBG zijn de volgende dienstverleningsovereenkomsten afgesloten: • Service en beheer van kantoorautomatisering door het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard; • Uitvoering van de loon- en personeelsadministratie en advisering P&O aangelegenheden door het hoogheemraadschap van Delfland; • Uitvoering van de financiële administratie door het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Tot september 2010 was er met HHSK ook een dienstverleningsovereenkomst voor de uitvoering van werkzaamheden klanteninformatie die samenhangen met het afdoen van telefonische en schriftelijke vragen. Door HHSK is deze dienstverlening beëindigd. In het accounthoudersoverleg wordt regelmatig aandacht besteed aan de voortgang van de afspraken in het prestatiecontract, maar ook aan de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomsten en andere zaken die de deelnemers gemeen hebben met de RBG. Het accounthoudersoverleg vervult daarin een waardevolle functie. Over de afhandeling van bezwaren op precario- en legesheffingen zijn eind 2010 aanvullende afspraken gemaakt in het kader van het prestatiecontract. Hierbij zijn ook met de betreffende vakafdelingen van de deelnemers afspraken gemaakt over meetbedrijven. Heffen en gegevensbeheer De werkprocessen van het team Heffen zijn in 2010 nog niet volledig gesynchroniseerd. Dit heeft te maken met enerzijds de hoge werkdruk en anderzijds doordat er veel verschillende en kleine werkprocessen zijn. In 2010 zijn processen gesynchroniseerd die de klanten meer duidelijkheid verschaffen en minder vragen oproepen. Dit had de hoogste prioriteit. De activiteiten op het gebied van gegevensbeheer zijn in 2010 volledig gesynchroniseerd. Voor een groot aantal bedrijven is de procedure voor de aanslagregeling vereenvoudigd doordat nu gebruik wordt gemaakt van informatie van de waterbedrijven. Deze bedrijven ontvangen eenmalig een aanslag (in plaats van dat we deze klanten minimaal twee maal aanschrijven). Daarnaast is in 2010 het beantwoorden van een bezwaarschrift vereenvoudigd. De planning van de aanslagoplegging is in 2010 volledig gehaald en op sommige onderdelen zelfs naar voren gehaald. Er zijn meer opbrengsten gerealiseerd dan waarmee oorspronkelijk door de beide deelnemers rekening was gehouden, zie onderstaande tabellen. In totaal is € 4 miljoen meer opgelegd door de RBG dan begroot.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 6 van 29
2010 Bruto-OPBRENGST -/- kwijtschelding -/- oninbaar Netto-OPBRENGST
€ € € €
Opbrengst voorgaande jaren
€
2010 Bruto-OPBRENGST -/- kwijtschelding -/- oninbaar Netto-OPBRENGST
€ € € €
Opbrengst voorgaande jaren
€
2010 Bruto-OPBRENGST -/- kwijtschelding -/- oninbaar Netto-OPBRENGST
€ € € €
Opbrengst voorgaande jaren
€
HHD geraamd 170.622.600 9.196.7002.397.200159.028.700 2.835.000 HHSK geraamd 76.771.800 3.426.9001.105.20072.239.700 1.491.000 Totaal RBG geraamd 247.394.400 12.623.6003.502.400231.268.400 4.326.000
€ € € € €
€ € € € €
€ € € € €
werkelijk 174.041.113 9.867.9132.178.299161.994.901 2.954.150
werkelijk 77.513.487 3.608.785902.83173.001.871 1.676.217
werkelijk 251.554.600 13.476.6983.081.130234.996.772 4.630.367
€ € € € €
€ € € € €
€ € € € €
verschil 3.418.513 671.213218.901 2.966.201 119.200
verschil 741.700 181.900202.400 762.200 185.200
verschil 4.160.200 853.100421.300 3.728.400 304.400
De afstemming over de waterverbruikgegevens is met de meeste waterleidingbedrijven in 2010 tot stand gekomen. Met een van de waterleidingbedrijven is het nog onvoldoende gelukt om een goede en volledige afstemming te krijgen. In 2011 zal getracht worden dit te realiseren. In 2010 is het zwaartepunt van de aanslagregeling bij het team Gegevensbeheer neergelegd. In 2010 zijn alle bevolkingsmutaties van de GBA dagelijks verwerkt. Invorderen In 2010 heeft het proces kwijtschelding en het behandelen van correspondentie rondom schuldhulpverlening en –sanering een groot beslag gelegd op het invorderingsproces. Het aantal brieven en aanvragen neemt toe en de klant is mondiger en volhardend in haar pogingen om in aanmerking te komen voor kwijtschelding. Het proces betalingsverwerking is zeer belangrijk voor het invorderingsproces. Tijdigheid en volledigheid, waarbij de subadministratie aansluit op de financiële verantwoording, zijn cruciaal. In 2010 is het gelukt een volledige aansluiting tussen het belastingsysteem en de financiële administratie te bewerkstelligen. In 2010 is gebleken dat de financieelboekhoudkundige kennis veel aandacht verdient. Een belangrijk succes is behaald in het samenvoegen van de betalingsverwerking van Rotterdam naar Delft. Dit heeft geresulteerd in het wekelijks „bij” zijn van de betalingsadministratie en een maandelijks sluitende administratie. De werkprocessen binnen het taakveld invordering zijn voor een deel gesynchroniseerd. Doordat de medewerkers door de vele klantverzoeken volop productie moesten draaien, kwam men echter onvoldoende toe aan overdracht- en kennisuitwisseling van/aan nieuwe collega’s. De RBG wil zo optimaal mogelijk gebruik maken van gegevens van derden. De klant is er bij gebaat om niet onnodig door overheden te worden lastiggevallen met vragen die als bekend worden verondersteld. In dat verband heeft de RBG in 2010 meegedaan aan een pilot van het Inlichtingenbureau. Binnen dit bureau kan een kwijtscheldingsaanvraag worden getoetst aan gegevens van de Belastingdienst, de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 7 van 29
In 2010 is in het invorderingsproces prioriteit gegeven aan de hoogte van te vorderen aanslagen (invordering van de hoogste openstaande bedragen kreeg voorrang). Voor iedere debiteur is op een eenduidige wijze een volgtijdig invorderingsproces gevolgd. Uitzondering hierop was de invordering via de zogenaamde kentekenbrief die specifiek gericht was op bezitters van voertuigen. Klanteninformatie De RBG hecht belang aan een goede communicatie naar klanten en een actuele en toegankelijke website. Eind 2010 is een start gemaakt met de inrichting van een zogenaamde digitale balie („mijnrbg”) waar de klant terecht kan voor het doen van verzoeken en raadplegen van klantgegevens en status van de eigen correspondentie (vb. ingediend bezwaarschrift). Door te zorgen voor een optimale informatiewaarde van de website krijgt de klant meer service geboden. Hiermee hoopt de RBG dat de klant minder contact zal zoeken via telefoon of correspondentie. Vanuit het evalueren van klantenreacties is in 2010 gestart om de externe correspondentie te verbeteren. Ambtelijke overwegingen en juridische volzinnen zullen worden vermeden waarvoor in de plaats duidelijk en helder taalgebruik komt. In 2010 zijn ruim 40 brieven met diverse variatievormen aangepast. In 2011 volgen er nog ca. 80 standaardbrieven. De telefonische afhandeling van klanten liep in het begin van 2010 niet optimaal, waardoor er lange wachttijden en teveel onbeantwoorde oproepen ontstonden. Belangrijke oorzaak was het ontbreken van een goede verwachtingsprognose op basis van een integrale planning van aanslagoplegging en invorderingsacties. Daarom moest een groot beroep gedaan worden op personeel van de backoffice voor het opvangen van het telefoonverkeer. In de loop van 2010 is de telefonische afhandeling mede door een betere planning en afstemming van de invorderings- en heffingsmomenten verbeterd. In 2010 is wekelijks feedback gegeven over de aard en soort klantenreacties, waardoor werkprocessen konden worden aangepast zoals brieven, bezwaarschriften en aanslagbiljetten. Huisvesting De huisvesting van de RBG over twee locaties heeft niet geleid tot problemen in de bedrijfsvoering. Met de nodige creativiteit en aanpassingsvermogen van management en medewerkers zijn de nadelen van de gescheiden huisvesting zo goed mogelijk opgevangen. De gescheiden huisvesting was in eerste instantie wel een belemmering in het proces van synchroniseren van de werkprocessen en het inwerken van medewerkers. Dit is mede opgelost door het tijdelijk stationeren van medewerkers op een andere vestiging, waardoor medewerkers die met dezelfde werkprocessen bezig waren gezamenlijk het synchronisatieproces konden bespreken. Het dagelijks bestuur van de RBG heeft in september 2010, besloten om de huidige huisvestingssituatie te handhaven en medio 2012 een besluit te nemen over de toekomstige huisvestingslocatie van de RBG. Dit alles uiteraard met het voorbehoud dat ontwikkelingen kunnen leiden tot eerdere besluitvorming. De directeur kan aanpassingen aanbrengen in de huidige verdeling van de medewerkers over de beide locaties. In de loop van 2010 hebben enkele aanpassingen op kleine schaal (standplaatswijzigingen van één of twee personen) plaats gevonden. Een grotere wijziging heeft eind 2010 plaatsgevonden door de centralisatie van het team gegevensbeheer in Rotterdam. Ondersteuning Op een aantal specifieke onderdelen (P&O, F&C en ICT) is de ondersteuning via een dienstverleningsovereenkomst uitbesteed aan één van beide deelnemers.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 8 van 29
Omdat de RBG in 2010 gebruik maakte van de huisvesting van de deelnemers lag het voor de hand dat de daarmee samenhangende faciliteiten ook door de deelnemers werden verstrekt. Op hoofdlijnen zijn er afspraken gemaakt hoe deze dienstverlening op het gebied van facilitaire zaken er zou uitzien. In werkelijkheid blijken deze afspraken op meerdere wijze uitlegbaar te zijn, waardoor de feitelijke dienstverlening haperde. Eind 2010 was het opstellen van meer gedetailleerde werkafspraken nog niet afgerond. De budgetten die beschikbaar zijn voor de ondersteunende processen zijn op enkele uitzonderingen na niet overgeheveld naar de RBG en drukken dus op de begrotingen van beide deelnemers. Deze ondersteuning vanuit de waterschappen zal in de toekomst beëindigd worden bij het betrekken van eigen huisvesting. De ondersteuning op het terrein van ICT-beheer betreft het technisch systeembeheer en gebruikersondersteuning. Er wordt gewerkt vanuit de locaties van de beide waterschappen. De afspraak is gemaakt, dat de standaard dienstverlening door de waterschappen op ICTgebied wordt gehandhaafd. Vanaf 2010 is de gehele kantoorautomatisering van de RBG beheerd door de ICT-afdeling van Schieland en de Krimpenerwaard. Voor het leveren van deze voorziening is een dienstverleningsovereenkomst (DVO) gesloten. Deze dienst is naar tevredenheid uitgevoerd en de RBG beschikt hiermee over een moderne informatievoorziening. Omdat de RBG gebruik maakt van twee locaties en te maken heeft met twee belastinginformatiesystemen is er een nauwe afstemming nodig tussen de ICT afdelingen van beide deelnemende waterschappen en de RBG. Dit is in 2010 niet optimaal verlopen. Onduidelijkheden over de taakinhoud en financiële dekking van inspanningen hebben tot verstoringen in het proces geleid. Om dit te veranderen is inmiddels een „changeboard” ingericht. Dit is een overlegvorm tussen de beide waterschappen en de RBG om het ICT-concept en de dienstverlening te evalueren en ontwikkelingen op dit vlak te bespreken. In 2010 is advies uitgebracht hoe het ICT-beheer/ondersteuning voor de RBG het best kan worden georganiseerd. In hoofdlijn was de uitkomst van dit advies om in de toekomst één partij (uit de markt of één van de twee waterschappen) alle IT-voorzieningen te laten beheersen en ondersteunen. Besloten is de uitwerking van dit advies op te pakken na de keuze voor een nieuw integraal belastingsysteem. Hierbij zal tevens rekening worden gehouden met toekomstige centrale huisvesting. Samenwerking met gemeenten In 2010 is veel aandacht besteed aan het leggen van contacten (of intensivering daarvan) met de binnen het verzorgingsgebied van de waterschappen liggende gemeenten. Zo hebben er met de beide grote steden Den Haag en Rotterdam gesprekken plaatsgevonden om te verkennen of samenwerking op het terrein van dwanginvordering kansrijk zou kunnen zijn. Een aantal middelgrote en kleine gemeenten hebben aangegeven belangstelling te hebben voor nauwe samenwerking op een breed terrein. Het meest concreet heeft dat eind 2010 geleid tot een gezamenlijke studie met de gemeente Delft naar de mogelijkheden van toetreden tot de RBG.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 9 van 29
2.2
Financiering
Algemeen De Regionale Belasting Groep (RBG) is een gemeenschappelijke regeling van de hoogheemraadschappen Delfland en Schieland en de Krimpenerwaard, die zich conformeert aan de regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (BBVW). Voor het aantrekken van vreemd vermogen/rekening courantkredieten is de RBG gehouden aan de financieringsvoorschriften zoals die zijn vastgesteld in de „Wet Financiering decentrale overheden” (wetFido) en het treasurystatuut RBG. De wet Fido heeft tot doel het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden. Daarvoor staan twee instrumenten ter beschikking: ∗ de kasgeldlimiet ten behoeve van de beperking van het renterisico in geval van financiering met kort geld (< 1 jaar); ∗ de renterisiconorm ten behoeve van de beperking van het renterisico in geval van financiering met lang geld ( > 1 jaar). Kasgeldlimiet 2010 De kasgeldlimiet geeft de grens aan tot welk bedrag lagere overheden hun activiteiten met kort geld mogen financieren. Voor gemeenschappelijke regelingen is dit percentage 8,2% van het begrotingstotaal. In het eerste begrotingsjaar was nog geen kasgeldlimiet bepaald. De RBG heeft een rekening-courantverhouding met de NWB van maximaal € 1,0 miljoen. Deze limiet is in 2010 niet overschreden. Voor het begrotingsjaar 2011 is de kasgeldlimiet bepaald op € 910.000. Liquiditeitspositie De exploitatiekosten worden voor een belangrijk deel gefinancierd uit de bijdrage van de deelnemers. Deze bijdrage wordt per kwartaal ontvangen van de deelnemers en is gebaseerd op de liquiditeitsprognose van de begroting. De uitgaven van de RBG vinden voor 2/3 deel plaats in het eerste halfjaar vanwege o.a. de bijdrage in de WOZ-kosten van ca. € 2,5 miljoen en de kosten van aanslagoplegging en softwareondersteuning. Renterisiconorm De renterisiconorm bindt de looptijd van leningen aan een minimum. De wet FIDO omschrijft deze norm als maximale herfinanciering van bestaande leningen van 20% per jaar voor gemeenschappelijke regelingen. De RBG heeft nog geen leningenportefeuille, zodat de renterisiconorm nog niet van toepassing is geweest. Risicobeheer De RBG zal alleen gelden aantrekken voor haar uitvoeringstaak. Dit betekent dat alleen geld wordt aangetrokken voor activiteiten die door het bestuur zijn goedgekeurd. Er vindt geen uitzetting van gelden plaats en er wordt geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten (derivaten, opties en dergelijke). Het risicobeleid is erop gericht toekomstige risico’s inzichtelijk te maken en te beheersen. De belastingopbrengsten die de RBG int voor haar deelnemers vallen buiten de financieringsparagraaf (zie ook het treasurystatuut van de RBG). De inningsrekening die de RBG beheert, worden wekelijks afgeroomd naar de deelnemers.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 10 van 29
2.3
Risicoparagraaf
De RBG loopt bij het uitoefenen van haar taken risico’s. Onder risico wordt in deze paragraaf verstaan de kans dat een onzekere gebeurtenis plaatsvindt, waarbij schade ontstaat en waarvan de verwachte financiële omvang van de schade nog niet is vast te stellen. Met betrekking tot jaarrekening onderkennen wij de volgende financiële risico’s: 1. Loon, prijs- en rentestijgingen De CAO heeft een looptijd tot eind 2011. Mogelijke loonstijgingen of verdere werktijdverkorting kunnen van invloed zijn op de toekomstige resultaten. 2. Claims van derden De RBG is verzekerd tegen aansprakelijkheid door derden. Daarnaast kunnen in bepaalde gevallen ook claims door derden worden ingediend die niet onder de aansprakelijkheidsverzekering vallen. Claims van derden kunnen betrekking hebben op claims wegens aansprakelijkheid door onzorgvuldig handelen. 3. Overheadkosten Een belangrijk deel van de zogenaamde overhead (kosten voor huisvesting, ict, kantoorinrichting, e.d.) werd in 2010 door de beide deelnemers gefaciliteerd. De bijbehorende budgetten (in totaal ca. € 3 miljoen) komen ten laste van de begrotingen van de deelnemers. In de toekomst zal getracht worden om alle overheadkosten op te nemen in de begroting van de RBG. Op die manier zal inzichtelijk gemaakt worden welke kosten op dit terrein ook feitelijk worden veroorzaakt door de RBG. Tevens kan de RBG dan ook zelfstandig sturen op alle ondersteunende diensten. Deze situatie zal zich in ieder geval voordoen op het moment dat de RBG de beschikking krijgt over eigen huisvesting of op het moment dat er gemeenten toetreden tot de gemeenschappelijke regeling. Het risico dat daarbij kan optreden is dat de deelnemers onvoldoende middelen kunnen vrijmaken om de verhoging van hun bijdrage aan de RBG-begroting, die daarvan het gevolg zal zijn, te kunnen dekken. Daarbij speelt een belangrijke rol of de deelnemers kans zien om binnen hun eigen organisaties de achterblijvende overhead terug te dringen. 4. Inhuurkosten vanwege vacatures De RBG heeft eind 2010 een aantal vacatures, die niet worden ingevuld vanwege de mogelijke samenwerking met een gemeente. Tot de daadwerkelijke samenwerking zullen werkzaamheden door inhuurkrachten worden opgevangen tegen mogelijk hogere lasten.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 11 van 29
2.4
Reserves en voorzieningen
Momenteel heeft de RBG geen reserves. Voor eventuele tegenvallers is geen weerstandsvermogen beschikbaar en kan alleen de post onvoorzien worden ingezet. Bij het oninbaar verklaren van belastingvorderingen is door het dagelijks bestuur bepaald dat een voorziening dubieuze debiteuren dwanginvordering moet worden ingesteld. Het risico van oninbaarheid van de dwanginvorderingsopbrengst ligt primair bij de RBG. De per 31-12-2010 gevormde voorziening bedraagt:
€ 351.100
Een tweede te vormen voorziening betreft arbeidsgerelateerde verplichtingen. Als overheidsinstantie is de RBG risicodrager met betrekking tot WW- en boven wettelijke WWuitkeringen (diverse ontslaggronden). Dit betekent dat als medewerkers worden ontslagen of als aanstellingen niet worden verlengd, de RBG voor maximaal 38 maanden de WWuitkering aan het UWV moet vergoeden en eventueel bovenwettelijke WW. Eind 2010 is een drietal aanstellingen niet verlengd. Voor betrokken medewerkers hebben we een berekening van de maximale uitkering gemaakt, o.a. vanwege de geringe mogelijkheden op de arbeidsmarkt. De maximale uitkering bedraagt in totaal € 64.000. De per 31-12-2010 gevormde voorziening bedraagt:
2.5
€ 64.000
Verbonden partijen
Vanuit het publiek belang kunnen banden worden aangegaan met derden, de zogenaamde verbonden partijen. Als de RBG hierbij een bestuurlijk en/of een financieel belang heeft, is er sprake van een verbonden partij. Momenteel heeft de RBG geen verbonden partijen.
2.6
Topinkomens
Voor 2010 bedraagt het gemiddeld belastbaar jaarloon van Onze Ministers ca. € 190.000. Bij de RBG zijn er geen functies of dienstverbanden waarvan de som van het belastbaar loon en de voorzieningen het gemiddeld belastbaar jaarloon van Onze Ministers (de Balkenendenorm) te boven gaat. Ook het totaal van de uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband bedraagt niet meer dan het gemiddelde belastbare loon van Onze Ministers in het jaar waarin het dienstverband is geëindigd.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 12 van 29
2.7
EMU-saldo
Als onderdeel van een aantal afspraken van landen die deelnemen aan de EMU mag het EMU-tekort niet meer bedragen dan 3% van Bruto Binnenlands Product. In het kader van afspraken tussen het kabinet en decentrale overheden over het beheersen van het EMUsaldo, moeten gemeenschappelijke regelingen een overzicht opnemen van het verwachte verloop van het EMU-saldo. EMU-saldo
bedragen x € 1.000 2010
Emu/exploitatiesaldo
0
Invloed investeringen -/- bruto-investeringsuitgaven + investeringssubsidies + verkoop materiële en immateriële activa + afschrijvingen
0 0 0 0
Invloed voorzieningen + toevoegingen aan voorzieningen tlv exploitatie -/- onttrekkingen aan voorzieningen tlv exploitatie -/- betalingen rechtstreeks uit voorzieningen + eventuele externe vermeerderingen van voorzieningen
415 0 0 0
Invloed reserves -/- onttrekkingen aan reserves tlv exploitatie -/- betalingen rechtstreeks uit reserves + eventuele externe vermeerderingen van reserves
0 0 0
Deelnemingen en aandelen -/- boekwinst + boekwinst
0 0
EMU-saldo volgens begroting
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
415
pagina 13 van 29
Jaarrekening 1.1
Balans bedragen in € Nr.
Omschrijving 31-12-2010
ACTIVA VASTE ACTIVA: Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa 0 VLOTTENDE ACTIVA: Vorderingen
1.404.300
Overlopende activa
1.377.500
Liquide middelen
742.000 3.523.800
Totaal ACTIVA
3.523.800
PASSIVA VASTE PASSIVA: EIGEN VERMOGEN Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat
154.900 154.900
VOORZIENINGEN
415.100
VLOTTENDE PASSIVA: Kortlopende schulden Overlopende passiva
613.100 2.340.700 2.953.800
Totaal PASSIVA
3.523.800
De Regionale Belasting Groep is per 1-1-2010 opgericht. De balanspositie is per 1-1-2010 nihil.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 14 van 29
1.2
Toelichting op de balansposten
Toelichting op de activa Vaste activa De RBG heeft bij de oprichting geen activa overgedragen gekregen van de deelnemers en in het jaar 2010 hebben geen investeringsuitgaven plaatsgevonden. In deze jaarrekening zijn geen vaste activa verantwoord. Wel is bij de begroting 2011 een eerste investeringsraming opgenomen. Specifiek voor deze investering is een afschrijvingstermijn en – methodiek aangegeven. In de tweede helft van 2011 zal een nota waardering en afschrijving vaste activa worden opgesteld. Vlottende activa bedragen in €
Vorderingen
Debiteuren invordering af: voorziening dubieuze debiteuren
31-12-2010
1.404.300 -351.100
Debiteuren algemeen
0
Totaal vorderingen
1.053.200
De debiteuren invordering betreffen de openstaande vorderingen vanwege invorderingsactiviteiten die de RBG vanaf 1-1-2010 verricht. De debiteuren invordering van activiteiten voor 1-1-2010 staan op de balans van de deelnemers. Van de openstaande vorderingen is per ultimo 2010 op basis van ouderdom en risico bepaald welk deel vermoedelijk oninbaar zal worden geleden. Van het nog openstaande bedrag wordt 25% vermoedelijk oninbaar geschat. De RBG heeft per 31-12-2010 geen bedrijfsdebiteuren.
bedragen in €
Overlopende activa
Nog te ontvangen Betalingen onderweg Totaal overlopende activa
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
31-12-2010
1.303.300 74.200 1.377.500
pagina 15 van 29
Nog te ontvangen bedragen De RBG heeft van de deelnemers budget ontvangen voor het wegwerken van achterstanden die per 31-12-2009 bestonden. De kosten werden in termijnen gedeclareerd. Per 3112-2010 dient de slottermijn van in totaal € 175.700 nog in rekening te worden gebracht bij de deelnemers. De betalingen van de invorderingsopbrengst vindt plaats via de inningsrekeningen. Deze inningsrekeningen worden wekelijks afgeroomd naar de deelnemers. Per 31-12-2010 was het 2e halfjaar betaalde invorderingsopbrengst nog niet teruggestort op de rekeningcourant van de RBG. De RBG heeft ultimo 2010 een bedrag van in totaal ca. € 1.127.600 terug te ontvangen van betaalde invorderingsopbrengst.
bedragen in €
Liquide middelen
Banken Overige rekening courant Totaal overlopende activa
31-12-2010
732.000 10.000 742.000
Voor de RBG is één rekening-courantverhouding afgesloten bij de Nederlandse Waterschapsbank. Daarnaast zijn er drie inningsrekeningen (2 bij de NWB en 1 bij de ING) actief ten behoeve van de deelnemers. Deze inningsrekeningen zijn geen onderdeel van de balanspositie van de RBG. Onder de post overige rekening courant is € 10.000 in depot gestort bij TNT Post ten behoeve van de in gebruik zijnde frankeerautomaten.
Toelichting op de passiva Eigen vermogen De RBG heeft geen eigen vermogen. De uitkomst van de jaarrekening 2010 laat een positief resultaat zien van € 154.886. Voor de bestemming van het resultaat wordt verwezen naar het bestuursbesluit bij deze jaarrekening.
Voorzieningen Naast de voorziening dubieuze invorderingsdebiteuren heeft de RBG een voorziening arbeidsgerelateerde verplichtingen ingesteld ter dekking van mogelijke aanspraak op WWuitkering (zie voor een nadere toelichting 2.4 Reserves en voorzieningen).
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 16 van 29
Langlopende schulden Er zijn geen langlopende geldleningen met een looptijd langer dan één jaar.
Kortlopende schulden en overlopende passiva bedragen in €
Kortlopende schulden
31-12-2010
Crediteuren
280.900
Rekening courant
107.900
Belastingafdracht en premies
224.300
Vooruitontvangen bedragen
1.306.700
Nog te betalen bedragen
1.033.600
Kruisposten Totaal overlopende activa
400 2.953.800
Crediteuren De RBG hanteert, conform de algemene inkoopvoorwaarden, een betalingstermijn van 30 dagen. De openstaande posten per 31-12-2010 zijn voor het merendeel in januari 2011 betaald. Rekening courant Ten behoeve van het samenwerkingsverband van IBS Waterschappen is in 2009 door de deelnemende waterschappen een budget beschikbaar gesteld van in totaal € 184.306. Oorspronkelijk werd de administratie gevoerd door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. In de loop van 2010 is de (kleine) administratie overgedragen aan de RBG. Het adviesbureau BMC begeleidt het samenwerkingsverband en rapporteert over de uitgaven. Eind 2010 is nog € 107.900 beschikbaar voor aanpassingen in IBS die ten gunste komen van alle deelnemende waterschappen. Belastingafdracht en premiebetaling Deze post betreft de afdrachten loonbelasting en sociale verzekeringpremies van december. Deze bedragen zijn in januari 2011 (zoals gebruikelijk) afgedragen. Vooruitontvangen bedragen Deze post betreft o.a. de 1e kwartaalbijdrage 2011 (€736.700) van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Deze post zal in 2011 als opbrengst worden verantwoord.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 17 van 29
Op deze post is volgens het zogenaamde “matching-principe” tevens € 570.000 vooruitgefactureerde invorderingsopbrengst verantwoord. Het betreft met name die dwangbevelopbrengsten waarvan de vervolgacties in 2011 plaatsvinden. In de tariefstelling van de kosten (waaronder die van het dwangbevel per post) is hier rekening mee gehouden. Immers het versturen van het dwangbevel zelf is eenvoudig administratief te realiseren. Vanuit deze opbrengst moet dus ook het werk ter voorbereiding en uitvoering van een hernieuwde betekeningsronde gedekt worden. Nog te betalen bedragen De ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ ∗
post nog te betalen bestaat uit diverse posten, zoals reservering vakantiegeld afrekening inrichting ICT-omgeving afrekening diverse DVO’s –gemene rekening afrekening werkzaamheden beslagopdrachten te verrekenen kosten betalingsverkeer met deelnemers afrekening project digitale balie
€ 196.500 € 225.000 € 121.000 € 82.000 € 99.700 € 46.500
Niet uit balans blijkende verplichtingen Dit betreft de leasekosten van een personenauto met een resterende looptijd van 45 maanden. De te betalen leasekosten bedragen ca. € 13.000,=.
1.3
Waarderingsgrondslagen
Algemeen Op de jaarrekening is naast het gestelde in het waterschapsbesluit, de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen van toepassing. Bij de kosten- en opbrengstsoorten wordt een analyse gegeven tussen de begroting na (interne) wijziging en de werkelijke jaarrekeningcijfers. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en de overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Binnen de vorderingen worden ook de belastingdebiteuren gerekend voor het aandeel invorderingsopbrengst (gerelateerd aan invorderingsacties vanaf 1-1-2010). Uitgangspunt is dat met behulp van alle bevoegdheden op het terrein van invordering alles in het werk wordt gesteld om de vorderingen te innen. Alleen als alle mogelijkheden zijn uitgeput, wordt overgegaan tot afboeking wegens oninbaarheid. Op basis van het betreffende debiteurensaldo en de ouderdom van de vordering is een risicoanalyse gemaakt. Voor het risico van oninbaarheid is een voorziening getroffen. Liquide middelen De liquide middelen betreffen direct opeisbare tegoeden.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 18 van 29
Passiva De vlottende schulden en de overlopende passiva zijn eveneens opgenomen tegen de nominale waarde. Grondslagen voor de resultaatbepaling: Onder baten worden verstaan de inkomsten die rechtstreeks aan het jaar zijn toe te rekenen en die in het jaar als gerealiseerd kunnen worden beschouwd (voorzichtigheidsprincipe). De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen worden in de aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 19 van 29
1.4
Exploitatierekening naar kosten- en opbrengstensoorten
Nr.
Begroting 2010 na interne wijziging
Jaarrekening 2010
Verschil
Lasten 2.2 Personeelslasten Lonen, salarissen Sociale premies Overige personele lasten Reiskostenvergoeding Opleidingen Personeel van derden Subtotaal: Personeelslasten
3.105.600 438.000 98.000 113.000 92.000 638.900 4.485.500
2.3 Goederen en diensten van derden Druk en bindwerk Kantoorkosten en benodigdheden; vakliteratuur Onderhoud derden Portokosten Woz-kosten Bankkosten Diensten door derden Gegevensverstrekking Overige diensten en klanteninformatie Subtotaal: Goederen en diensten van derden
3.782.500
-140.900
131.700 74.500 499.000 4.487.700
-18.700 17.500 139.900 -2.200
582.000 812.000 6.178.000
361.400 14.000 852.300 783.100 2.504.400 164.600 97.900 492.800 812.300 6.082.800
-25.400 50.000 21.700 66.900 600 -9.600 -97.900 89.200 -300 95.200
0
0
0
62.000 200.000 262.000
0 64.000 205.600 269.600
62.000 -64.000 -5.600 -7.600
10.925.500
10.840.100
85.400
0 0
11.500 0
-11.500 0
2.102.500 2.102.500
2.511.600 -351.100 2.160.500
-58.000
8.823.000
8.823.000
0
10.925.500
10.995.000
-69.500
336.000 64.000 874.000 850.000 2.505.000 155.000
2.4 Bijdragen aan derden 2.5 Toevoeging voorzieningen / onvoorzien Onvoorzien Toevoeging voorzieningen Inrichtingskosten RBG Subtot.: Toevoeging voorzieningen / Onvoorzien Totaal lasten Baten 3.1 Financiële baten 3.2 Personeelsbaten 3.3 Opbrengsten dwanginvordering Toevoeging aan voorziening dubieuze debiteuren
3.4 Bijdrage van derden Totaal baten Geraamd exploitatieresultaat
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
€
-
€
154.900- €
pagina 20 van 29
154.900
1.5
Toelichting op de kosten- en opbrengstensoorten
Hieronder worden de diverse posten uit de exploitatierekening nader toegelicht. Personeelskosten De totale formatie bedroeg in 2010 68,6 fte. De totale personele kosten zijn een fractie hoger dan begroot; nadeel € 2.200. Binnen de post is wel een verschuiving te zien tussen vaste personeelskosten en inhuur derden. In 2010 heeft een aantal medewerkers een tijdelijk dienstverband gekregen in plaats van dat medewerkers via externe partijen werden ingehuurd. Hierdoor waren de kosten van inhuur lager. Naast het voordeel van lagere kosten, is er wel een nadeel aan een tijdelijk dienstverband. Als na beëindiging van het tijdelijk dienstverband, een medewerker niet direct een andere baan heeft, dan zijn de kosten van de WW-uitkering gedurende een bepaalde periode voor de RBG (zie ook tekst bij voorzieningen). In deze jaarrekening is het risico op WW-uitkering geschat op € 64.000. De in 2010 extern ingehuurde medewerkers zijn vooral ingezet op het behandelen van de grote hoeveelheid kwijtscheldingsverzoeken, machtigingskaarten voor automatische incasso, het verwerken van telefoonverkeer, etc. De inhuur is ingezet om de grootste pieken in de verwerking op te vangen. Druk en bindwerk Ondanks een ophoging van het budget met € 136.000 via de post onvoorzien is een kleine overschrijding ontstaan (€25.400). De overschrijding op drukwerk is door diverse activiteiten ontstaan. Ten eerste door het wegwerken van achterstanden in de aanslagoplegging/ invordering van voor 2010. In het van de waterschappen ontvangen achterstandbudget waren wel personele kosten voor de achterstand geraamd, maar was niet gerekend met materiële kosten. Ten tweede door het drukwerk dat met de oprichting van de RBG te maken hadden (extra toelichtingbrieven, brochure, nieuw logo, etc.). En als laatste was het drukwerk voor aanslagen precario en leges niet geraamd. In de oude situatie werden deze kosten geraamd bij de afdelingen eigendommenbeheer. Deze kosten zijn niet overgeheveld naar de RBG. Onderhoud door derden Op deze post is o.a. de onderhouds- en overnamekosten voor het belastinginformatiesysteem, de kosten voor het beheer van de website en de digitale balie en de kosten van beheer kantoorautomatisering verantwoord. Portokosten De belangrijkste oorzaak van het voordeel (€ 66.900) op portokosten is de daling van het aantal verzonden aanslagen. Dit komt omdat het proces van combi-aanslagen steeds meer geoptimaliseerd wordt. In 2010 zijn er daardoor minder aanslagen verstuurd dan waarmee bij het opstellen van de eerste begroting was gerekend. WOZ-kosten De WOZ-kosten betreft één van de grootste uitgaven van de RBG. Het betreft de bijdrage aan het ministerie van Financiën voor het gebruik van de WOZ-waarde gegevens van alle inliggende gemeenten. Het oorspronkelijk budget is via de post onvoorzien opgehoogd met € 30.000.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 21 van 29
Diensten door derden In 2010 is een extern bureau ingeschakeld om oninbaar afgeboekte posten alsnog te incasseren. Dit heeft plaatsgevonden op basis van no cure no pay. De kosten die hiervoor gemaakt zijn drukken op de exploitatie van de RBG. De alsnog binnengehaalde opbrengsten zijn ten gunste gekomen van de deelnemers. Dit betreft een eenmalig nadeel. Gegevensverstrekking De gegevenslevering van het waterbedrijf Evides verloopt nog niet optimaal. Op ad-hoc basis wordt informatie geleverd. Er is geregeld overleg met Evides om te komen tot een continue stroom van gegevens over waterverbruik. In 2010 zijn nauwelijks kosten in rekening gebracht, wat een deel van het voordeel verklaard. Daarnaast is pas aan het eind van 2010 de mogelijkheid ontstaan om via de stichting gerechtsdeurwaarders informatie op te vragen, waardoor de opvraagkosten in 2010 lager zijn dan geraamd. Verder was een pilotdeelname aan het inlichtingenbureau voor 2010 gratis. Vanaf 2011 zal aan het inlichtingbureau voor het verstrekken van gegevens t.b.v. het behandelen van kwijtscheldingsverzoeken moeten worden betaald. Het ontstane voordeel (€ 84.200) in 2010 wordt als incidenteel beschouwd. Onvoorzien: De post onvoorzien is zoals eerder voor een deel is aangegeven gedeeltelijk ingezet in 2010 voor de volgende posten: Drukwerk € 136.000 WOZ-kosten € 30.000 Overige dienstverlening € 22.000 De post overige dienstverlening is ingezet omdat met het produceren (programmeren) van zgn. intelligente aanslagbiljetten in de begroting 2010 geen rekening was gehouden. Het restant van € 62.000 is niet ingezet voor onvoorziene uitgaven. Inrichtingskosten Op deze post zijn de kosten verantwoord die met de start van de RBG te maken hebben. Te denken valt aan de kosten van het uitfaseren van ingehuurd personeel om de kanteling van de organisatie mogelijk te maken, het ontwikkelen en inrichten van de website, aanpassingen aan het belastinginformatiesysteem om processen te synchroniseren en kosten voor werving en selectie voor het aantrekken van personeel. De overschrijding (€ 5.600) is incidenteel. Baten De bijdragen van derden betreft de bijdrage in de kosten van deelnemers van € 8.731.000 en een bijdrage van de Unie van Waterschappen van € 92.000 voor verwerking kadastrale gegevens. De financiële baten (€ 11.500) betreffen rekening courantrente op de bankrekening van de RBG.
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 22 van 29
Opbrengst dwanginvordering In 2010 is ca. € 2,5 miljoen aan invorderingsopbrengst verantwoord. Voor de nog openstaande posten per 31-12-2010 is een inschatting gemaakt van de mate van oninbaarheid. Geschat wordt dat 25% van de openstaande posten oninbaar zullen worden geleden. Hiervoor is een voorziening getroffen van € 351.100. Per saldo is er een meeropbrengst op de dwanginvordering van ca. € 58.000. De ingestelde voorziening maakte tot 2010 onderdeel uit van de voorziening dubieuze debiteuren in de jaarrekeningen van de deelnemers.
In de volgende paragrafen wordt een toelichting gegeven op de twee producten van de RBG. De verdeling van de kosten en opbrengsten naar de beleidsproducten geschiedt op basis van onderstaande verdeelsleutels:
Kostenplaats
Verdeelsleutel
Product
Product
belasting-
Invordering
heffing
Product
Product
Kosten
belasting-
invordering
2010
heffing
Lasten Team Heffen
percentage
Team Invorderen
percentage
Team gegevensbeheer
percentage
Klanteninformatie
percentage
Team Middelen
o.b.v. fte
Managementteam
o.b.v. fte
100%
€
2.097.000
100% €
2.517.000
€
2.097.000
100%
€
4.776.500
€
4.776.500
50% 32
50% €
604.400
€
21,5 €
383.100
€
32
21,5 €
813.200
€
€
2.517.000
302.200
€
302.200
229.100
€
154.000
486.400
€
326.800
€
2.511.600-
5.750- €
5.750-
Baten Kadastrale bijdrage UvW
percentage
Invorderingsopbrengst
percentage
Financieringsbaten
percentage
100%
€ 100% €
50%
92.000- €
50% € €
92.000-
2.511.60011.500- € 8.576.100
€
7.793.450
€
782.650
Hierna wordt per beleidsproduct een toelichting gegeven
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 23 van 29
1.6
Product: Belastingheffing
Het product belastingheffing betreft het opleggen van aanslagen zuiverings- en verontreinigingsheffing, watersysteemheffing, legesheffing, precarioheffing en de wegenheffing in het gebied Krimpenerwaard. Tot dit product wordt ook gerekend het verwerken van verzoek- en bezwaarschriften en het voeren van beroepsprocedures. Gegevensbeheer is een zeer belangrijke taak ten behoeve van belastingheffing. Bij het hoofdproces heffen is sprake van directe klantcontacten. Voor bedrijven bij het bepalen van de belastingplicht, het opvragen van additionele gegevens voor de aanslagregeling en het afdoen van bezwaar- en beroepschriften. Voor particulieren met name bij het afdoen van verzoek- bezwaar- en beroepschriften. De • • • • • • •
belangrijkste taken, die worden uitgevoerd m.b.t. gegevensbeheer, zijn: Verwerking kadastrale informatie, WOZ en GBA; Verwerking overige basisregistraties en inkomende data; Opleggen zuiverings-, verontreinigings-, watersysteem- en wegenheffing; Opleggen precariobelasting en leges; Buitendienst controle; Data-analyse, uitvoeren crosscontroles; Systeemanalyse en functioneel applicatiebeheer.
Onder gegevensbeheer worden alle bronnen geschaard die door middel van contracten en overeenkomsten worden gebruikt. Gezien het belang van de kwaliteit van de gegevens worden met gegevensleveranciers afspraken gemaakt over de te leveren en terug te leveren informatie voor het proces. Verder wordt met de waterschappen afgesproken welke kwaliteitseisen zij stellen aan de registraties, omdat de gegevens die beheerd worden door de RBG ook tot de kerngegevens van andere waterschapsprocessen behoren. Doel • Het juist, volledig en tijdig opleggen van de aanslagen; • Het juist, volledig, tijdig, en gemotiveerd afhandelen van verzoeken en bezwaar- en beroepschriften. Effect De klant begrijpt de belastingaanslag en is mede daardoor bereid de aanslag te betalen. Kritische succesfactoren • Juistheid, volledigheid en actualiteit van de brongegevens; • Volledigheid aanslagoplegging; • Doorlooptijd afhandeling bezwaar- en beroepschriften. Financiën Product belastingheffing Lasten Baten Nettolasten
€ € €
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
Begroting Jaarrekening 2010 2010 8.142.200 € 7.891.200 € 92.000- € 97.750- € 8.050.200 € 7.793.450 €
Verschil 251.000 5.750 256.750
pagina 24 van 29
Prestaties De verhouding onbestelbaar retourontvangen aanslagen in relatie tot het aantal verstuurde aanslagbiljetten
aantal verstuurde aanslagbiljetten* aantal onbestelbaar retour in %
∗
HHD 2010 2009 645.680 668.897 3.909 3.720 0,61% 0,56%
HHSK 2010 2009 342.093 366.155 1.567 1.222 0,46% 0,33%
De afname van het aantal biljetten wordt voornamelijk veroorzaakt door het verder optimaliseren van het combineren van de aanslagbiljetten.
De norm bedraagt 0,5%. Het hogere percentage onbestelbaar retour wordt vooral veroorzaakt vanuit de aanslagen bedrijven. In het vierde kwartaal van 2010 is gestart met een project om de kwaliteit van het bedrijvenbestand te verbeteren. Dit zou in het eerste en tweede kwartaal van 2011 tot een verdere verlaging van het percentage onbestelbaar retour moeten leiden. Het percentage opgelegde aanslagen in 2010 per categorie
Bedrijven Hoofdbewoners Eigenaren ongebouwd Eigenarengebouwd
HHD 2010 98,62% 99,49% 99,35% 99,13%
HHSK 2010 89,70% 99,34% 99,80% 98,47%
De norm bedraagt 98% norm. Met uitzondering van ‘Bedrijven’ HHSK wordt deze norm op alle onderdelen gerealiseerd. Opgemerkt wordt hierbij dat het werkproces bedrijven HHSK in 2010 nog niet is gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren. Ook in voorgaande jaren werd een vergelijkbaar percentage gehaald. De werkwijze HHSK is dat voor kleine bedrijven geen voorlopige aanslag wordt opgelegd in het jaar. In 2011 zal tot procesherziening worden overgegaan. Het aantal en de verhouding bezwaarschriften in relatie tot het aantal verstuurde aanslagbiljetten
aantal aanslagbiljetten aantal handmatige bezwaarschriften in % van het totaal aantal aanslagbiljetten
HHD 2010 2009 645.679 729.792 16.514 18.884 2,6% 2,6%
HHSK 2010 2009 342.093 363.259 10.526 12.022 3,1% 3,3%
Overige kerngegevens 2010:
Subjecten - natuurlijke personen Subjecten - niet natuurlijke personen Objecten - bedrijven Objecten - hoofdbewoners Objecten - ongebouwd Objecten - gebouwd
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
HHD 556.675 42.028 26.988 487.276 37.209 580.934
HHSK 285.709 24.291 15.694 257.633 32.261 298.130
pagina 25 van 29
1.7
Product: Invordering
Het product invordering betreft het innen van de belastinggelden (inclusief de leges en precarioheffing) bij de klanten en het afhandelen van kwijtscheldingsverzoeken. De belangrijkste taken in dit proces zijn: • Bijhouden debiteurenadministratie; • Bijhouden financiële administratie/betalingsverwerking en vervullen kasfunctie; • Verzenden van aanmaningen; • Betekenen van dwangbevelen; • Beslagleggen en executoriale verkopen; • Behandeling van verzoeken, bezwaar- en beroepschriften kwijtschelding; • Beoordelen invorderbaarheid en het doen van voorstellen tbv oninbaarverklaring. Vanuit het invorderingproces worden de klanten herinnerd aan hun betalingsverplichting, dan wel aangemaand of via dwanginvordering benaderd tot betaling over te gaan. Daarnaast vindt binnen dit product het afdoen van kwijtscheldingverzoeken plaats alsmede het afdoen van bezwaar- en beroepschriften tegen een afwijzing kwijtschelding. Doel • Het volledig, juist en tijdig incasseren van de belastingaanslagen; • Het volledig, juist en tijdig en gemotiveerd afhandelen van kwijtscheldingsverzoeken en bezwaarschriften. Effect • De klant betaalt de belastingaanslag tijdig en volledig; • De klant die een verzoek tot kwijtschelding heeft ingediend én voor kwijtschelding van de belastingschuld in aanmerking komt, wordt kwijtschelding verleend. Kritische succesfactoren • Volledigheid en tijdigheid incasso / invordering; • Doorlooptijd afhandeling van kwijtscheldingsverzoeken. Financiën: Product invordering Lasten Baten Nettolasten
Begroting Jaarrekening 2010 2010 € 2.783.300 € 3.300.000 € € 2.102.500- € 2.517.350- € € 680.800 € 782.650 €
Verschil 516.700414.850 101.850-
Prestaties De verhouding toegewezen ten opzichte van het totaal aantal kwijtscheldingsverzoeken
HHD
Aantal toegewezen kwijtscheldingsverzoeken Aantal toegewezen in % van totaal Aantal afgewezen kwijtscheldingsverzoeken Aantal afgewezen in % van totaal Aantal in behandeling Totaal aantal kwijtscheldingsverzoeken
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
HHSK
2010
2009
2010
2009
42.353
39.973
21.669
21.414
85,43%
81,40%
66,92%
61,70%
7.011
9.145
10.713
13.315
14,57%
18,60%
33,08%
38,30%
3.384
0
0
0
52.748
49.118
32.382
34.729
pagina 26 van 29
Het proces kwijtschelding verloopt nog niet geheel synchroon. Ten behoeve van HHSK wordt procentueel meer afgewezen dan voor HHD, omdat in het beheersgebied van HHSK meer aanvragers in het aanvraagtraject afhaken. Zij sturen geen formulier of aanvullend gevraagde gegevens terug. De RBG wijst dan de aanvraag af. Dit proces zal worden gelijk getrokken. Aantal verstuurde invorderingsbrieven
Verstuurde invorderingsbrieven RBG
Aantal
Aankondiging loonbeslag
4.301
Aankondiging beslaglegging
38.388
Aanmaning
86.909
Dwangbevel per post
62.651
Herinnering werkgever loonvordering
469
Herinnering
151.499
Herinnering automatische incasso
16.081
Herinnering betalingsregeling
5.354
Intrekking automatische incasso
7.245
Intrekking betalingsregeling
4.758
Loonvordering
2.814
Verreken brieven
13.496
Vervolg Ola's
67.581
Machtiging beëindigd
4.040
Totaal aantal verstuurde invorderingsstukken
465.586
Overzicht van het aantal klantreacties per locatie:
HHSK Totaal uitgaande stukken (heffen en invorderen) Baliebezoek
HHD
478.896 A
RBG 930.024
1.408.920
7.006
8.482
15.488
1.607
1.944
3.551
40.310
99.338
139.648
aantal calls doorgezet naar callcenter
26.180
0
26.180
aantal calls beantwoord door callcenter
17.267
0
17.267
B
84.563
130.826
215.389
57.577
99.338
156.915
A+B
91.569
139.308
230.877
1,46%
0,91%
1,10%
17,66%
14,07%
15,29%
Kasbetaling aantal calls beantwoord door RBG
Totaal aantal calls Totaal aantal calls beantwoord Totaal aantal klantreacties % baliebezoek t.o.v. uitgaande stukken % telefoongesprekken t.o.v. uitgaande stukken
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 27 van 29
Accountantsverklaring (Volgt nog)
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
pagina 28 van 29
Vaststelling Ingevolge artikel 34 t/m 36 van de Gemeenschappelijke Regeling RBG, artikel 10 van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie RBG; opgemaakt door het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep,
Delft, 21 april 2011
Het dagelijks bestuur van de Regionale Belastinggroep,
H.B. Sigmond, directeur
A.G. Wiegman, voorzitter
Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van de Regionale Belasting Groep,
Delft, 1 juni 2011
H.B. Sigmond, directeur
Jaarrekening 2010 Regionale Belasting Groep
A.G. Wiegman, voorzitter
pagina 29 van 29