Jaargang 5 • nummer 7 • april 2011 • een uitgave van stichting industriële reiniging
In dit nummer o.a.: VCA - BeSaCC Toekomst SIR safety awards 2010 leren van incidenten Nieuws van de werkgroepen Interview MIRJAM van IMMERZEEL
1
woord
VAN DE VOORZITTER Dat veiligheid altijd de hoogste prioriteit moet hebben bij een ieder in onze samenleving, blijkt weer uit een aantal ongevallen en rampen dat onlangs heeft plaatsgevonden buiten onze branche. Sommigen vinden het vanzelfsprekend dat het in onze branche en bij de SIR allemaal goed geregeld is, maar zo vanzelfsprekend is dat niet. Met veiligheid ben je nooit klaar! Door de inzet, toewijding en gedrevenheid van alle leden, het stafbureau en de vele vrijwilligers, hebben wij met z’n allen de SIR ontwikkeld tot wat ze heden ten dage is; een vooruitstrevende stichting die de veiligheid binnen het vakgebied Industrieel Reinigen heeft bevorderd en mede waakt over de veiligheid van zo’n 5000 werknemers! Ook in de toekomst wil de SIR dit blijven doen! Als voorzitter van de SIR draag ik ook graag mijn steentje bij en blijf ik mij inzetten voor de veiligheid binnen het vakgebied Industrieel Reinigen. Gelukkig sta ik er niet alleen voor en dat bleek weer tijdens de laatste Algemene Vergadering van de SIR. Tijdens deze bijeenkomst kreeg Jan Scheele de gouden SIR-speld opgespeld voor zijn jarenlange inzet bij de SIR als lid van het Dagelijks Bestuur. Jan Scheele trad af en is opgevolgd door Jürgen Matthyns die de portefeuille Hoge Druk nu onder zijn hoede heeft. Lejo Bekker werd na een spannende verkiezingsstrijd opnieuw gekozen voor de portefeuille Druk Vacuüm. Ook Dennis van Iersel werd herkozen en heeft nu de portefeuille Chemisch Technisch onder zijn beheer, terwijl Hans Buitendijk nu de portefeuille Adembescherming voor zijn rekening neemt. Tijdens de Algemene Vergadering van 15 december 2010 te Gilze Rijen hebben wij ongeveer 75 leden mogen verwelkomen. De aanwezigen hebben genoten van onze gastspreker René Boender die ons op de hoogte bracht van de laatste trends en ontwikkelingen in de E-wereld. Een ver van ons bed show denken we vaak, maar in werkelijkheid heel dichtbij! De werkgroep Druk Vacuüm heeft in maart de nieuwste versie van het handboek Druk / Vacuüm Reinigen afgeleverd, waarin naast Druk Vacuüm ook het onderwerp Zuiggraven is opgenomen. Ook het examen verbeterproject verloopt voorspoedig en zorgt voor een betere kwaliteit van de SIR examens en examenvragen. Eind 2010 waren er 169 bedrijven aangesloten bij de SIR, het hoogste aantal tot nu toe. Op de website kunt u de actuele ledenlijst bekijken. Hier vindt u eveneens de bedrijven die erkend zijn als keuringsinstantie voor Hoge Druk, Druk Vacuüm en/of Chemisch Technische apparatuur. Verder is de SIR financieel voldoende gezond. Dat is de reden waarom er in 2011 wederom geen verhoging van de tarieven en de prijzen is geweest. Dit positieve resultaat heeft de SIR kunnen bewerkstelligen door continu op haar kosten te letten en de efficiency te blijven verbeteren. Mede door dit positieve resultaat is onlangs besloten om de oude server van de SIR te vervangen en ook om de gedateerde pc’s door drie nieuwe te vervangen, alle met de meest up to date software. Zodoende is de SIR goed uitgerust qua IT om ook in de toekomst volledig mee te kunnen draaien in de E-wereld. Ook dit jaar zullen de Safety Awards SIR weer worden uitgereikt. Wij willen bij deze ook weer de bedrijven uitnodigen om kandidaten hiervoor te melden. Dan nog wat algemene zaken over het stafbureau. Per 1 november 2010 is Marscha van Beurden in dienst getreden als opvolgster van het Hoofd Examenbureau Mirjam van Immerzeel. Mirjam heeft de SIR eind februari verlaten en is begin maart vertrokken om een reis rond de wereld te maken. Samen met haar partner gaat zij het avontuur aan en de reis wordt gemaakt op de motor. Ik wens u veel plezier bij het lezen van het 7e SIR magazine! Uw voorzitter
Jonny Kappen 2
samen veilig werken
Door de leden voor de leden
Tijdens de samenstelling van het SIR magazine nummer 7 schrikt de wereld op van de aardbeving en de daaropvolgende tsunami in Japan. Wat er vervolgens in Fukushima gebeurde, met 4,7 GW één van de grootste kerncentrales ter wereld, is hallucinant. Ongeacht of je nu verstand van die materie hebt of niet, iedereen zal zich de afgelopen weken hebben afgevraagd of deze technieken nog wel beheersbaar zijn. Uit persoonlijke ervaring weet ik dat de veiligheidseisen in deze bedrijfstak van kernenergie zeer hoog zijn. Hoger dan waar wij, als SIR leden, dagelijks mee geconfronteerd worden en toch is het daar uit de hand gelopen. Het handjevol mensen die op die centrale onder zeer moeilijke omstandigheden proberen de reactoren onder controle te krijgen zijn échte helden. Je moet het maar durven om in zo’n omgeving je werk te doen. Het SIR credo “Samen Veilig Werken” heeft daar wel een heel nare bijsmaak. Wat er nu volgt is voor menigeen niet te bevatten. De slachtoffers moeten geborgen worden, de gewonden verzorgd, de centrale moet onder controle worden gebracht, de infrastructuur moet hersteld worden, huizen herbouwd, nutsvoorzieningen opnieuw aangesloten etc. Voor onze Japanse collega’s in de cleaning industrie breekt een zware tijd aan, zij moeten de moeder van alle ‘shut downs’ gaan verwerken terwijl ze dag in dag uit met enorm menselijk leed worden geconfronteerd. Het Japanse volk staat bekend om zijn enorme veerkracht en discipline en daarom staat het vast dat ze deze
COLOFON Uitgever: Stichting Industriële Reiniging - SIR Mozartlaan 3, 3144 NA Maassluis, Nederland Postbus 307, 3140 AH Maassluis, Nederland Telefoon
+ 31 10 591 40 01
Fax
+ 31 10 591 38 93
E-mail
[email protected]
Website
www.sir-safe.nl
www.sir-safe.be
Hoofddredactie: Hans Buitendijk Redactie en advertenties: Jan Braber, Suzanne van Mil Oplage: 750 exemplaren
ramp zullen overleven. Voor het bieden van échte hulp is net nog te vroeg, wij kunnen als SIR niks anders doen dan onze Japanse collega’s morele steun geven en hopen dat zij hun werk veilig kunnen uitvoeren.
Ha ns Buitendijk
INHOUDSOPGAVE Woord van de voorzitter ..........................................................................................2 Door de leden voor de leden . ..................................................................................3 Algemene Vergadering december 2010.....................................................................5 VCA - BeSaCC ofwel Nederland – België in Veiligheidsland...........................................8 EOS in SIR magazine.............................................................................................. 11 Even voorstellen… nieuwe leden............................................................................. 16 Safety Awards SIR 2010........................................................................................ 19 Nieuws van de werkgroepen .................................................................................. 20 Wij spraken met Mirjam van Immerzeel.................................................................... 24 Dagelijks Bestuur Jürgen Matthyns.......................................................................... 28 Dagelijks Bestuur Jan Scheele................................................................................ 31 Leren van ongevallen - Intro.................................................................................... 33 Leren van incidenten - Waar zitten de knelpunten?..................................................... 33 Zuiggraven of graafzuigen of grondzuigen?.............................................................. 37 Toekomst SIR - Paul McCartney lid van de SIR?......................................................... 40 Adverteerders index . ............................................................................................ 43 Data van geplande bijeenkomsten in 2011 .............................................................. 43
Fotografie: Hans Buitendijk Cover foto’s: Marscha van Beurden (met dank aan Shell Moerdijk) Vormgeving en productie: Drukkerij Van de Water, Schiedam Copyright © 2011 Stichting Industriële Reiniging Dit Magazine is auteursrechtelijk beschermd. Voor gebruik van artikelen of foto’s is schriftelijke toestemming vereist van de uitgever.
3
Meesterlijk Flexibel
4
Haaksbergen
Veenendaal
dracHten
Tel. +31 53 5728785
Tel. +31 318 550466
Tel. +31 512 546269
www.meesvandenbrink.nl
•
[email protected]
ALGEMENE VERGADERING december 2010
Het aantal belangstellenden voor onze Algemene Vergaderingen neemt steeds verder toe, wat een heuglijk feit is. Voorzitter Jonny Kappen loodste de SIR weer door de laatste vergadering heen en de diverse portefeuillehouders deden verslag van de betreffende vakgebieden. De notulen zijn inmiddels aan alle leden gestuurd, maar zijn ook nog na te lezen op de website van de SIR. De diverse presentaties werden voorzien van veel beeldmateriaal, waarbij de top 10 van wereldwijde ‘onveilige situaties’ het nodige commentaar kreeg. De SIR zal in de toekomst steeds meer gebruik gaan maken van audio visuele middelen om de diverse boodschappen en presentaties professioneler en aantrekkelijker te maken.
Jan Scheele nam afscheid en kreeg voor zijn bewezen diensten een gouden SIR speld opgespeld door de voorzitter en die overhandigde hem een uniek SIR certificaat. Jan hield een inspirerende afscheidsspeech en is opgevolgd door Jürgen Matthyns van HCI. Verder waren Dennis van Iersel van Shell en Lejo Bekker van Bekker/LaGram aftredend en herkiesbaar. Voor de portefeuille van Druk Vacuüm had Alain de Visser van Amphitec zich als tegenkandidaat aangemeld. Na een democratische stemming werd Lejo Bekker herkozen voor een nieuwe periode van 3 jaar. Na een korte pauze nam gastspreker René Boender het woord. In een gloedvol betoog vertelde hij ons over de impact van de nieuwe Z-generatie, waarmee de huidige generatie wordt bedoeld die opgroeit in een wereld met een overvloed aan communicatiemiddelen. René Boender maakte bij zijn presentaties veel gebruik van You Tube filmpjes. Hij heeft hiermee een niet alledaags onderwerp op een inspirerende manier onder de aandacht gebracht. Na afloop werd er nog lang doorgepraat onder het genot van een hapje en een drankje. Hans Buitendijk
U I T Z E N D B U R E A U
zuidgeest
5
6
Nieuwbouw en reparatie van: Druk-/vacuümwagens, rioolcombi’s, druk-/ vacuümopleggers en hoge druk installaties.
Reparatie van: Druk-/vacuümwagens, druk-/vacuümopleggers en transportopleggers.
Verhuur van compacte hoge druk units van 500 bar warm water (tot 100°C) en 2500 bar.
Nieuwbouw van transportopleggers.
ADR druk-/vacuüm tankoplegger. 2 compartimenten, 15 + 7 m³ Totaal ca. 3.400 liter water op trekker (ca. 1.400 liter spuitwater) Vacuümpomp, compressor en hoge druk pomp op trekker.
7 R.R.M. Van Spelden Ferrandstraat 14 4251 LL Werkendam Nederland
Tel. 0183-50 99 99 Fax. 0183-50 01 50
[email protected] www.rrmvanspelden.nl
Dijkstra-R.R.M. B.V. Oosteinde 5a 2990 LG Barendrecht Nederland
Tel. 0180-61 77 99 Fax. 0180-61 79 77
[email protected] www.dijkstra-rrm.nl
VCA - BeSaCC
ofwel Nederland – België in Veiligheidsland! Wat is BeSaCC? In Nederland is VCA inmiddels een begrip geworden. Vroeger zagen alleen de contractors die in de petrochemie en industrie werkten de noodzaak van een dergelijke certificering in. Inmiddels werken duizenden Nederlandse bedrijven volgens de VCA richtlijnen, ongeacht hun specifieke activiteit. In België werd VCA al snel ingevoerd door de petrochemische industrie, maar omdat de vlag de lading niet helemaal dekte en omdat er in België nu eenmaal twee verschillende landsdelen en landstalen zijn, moest er een variant op VCA komen en dat is BeSaCC geworden. Als er in België een onderwerp wordt besproken dat beide landsdelen aangaat, dan wordt er vaak gebruik gemaakt van Engelse termen en dat is bij BeSaCC ook zo. Deze afkorting staat voor ‘Belgian Safety Criteria for Contractors’. Net als bij VCA moet een bedrijf dat zich wil laten certificeren een dossier indienen (Nederlands of Frans), waarna het College van Deskundigen aan de hand van dit dossier nagaat of het bedrijf voldoet aan de BeSaCC criteria. Doel van het BeSaCC attest Het doel van de BeSaCC attestering is dat de aannemer een bewijs kan voorleggen
8
dat hij voldoet aan de vastgelegde criteria. Voor de opdrachtgevers is het BeSaCC attest een middel om zich ervan te overtuigen dat: •d e onderneming voldoende zorg besteedt aan de veiligheidsaspecten binnen haar organisatie; • de onderneming veilig werkt; • de onderneming voldoet aan een reeks veiligheidscriteria. Wettelijke achtergrond De vroeger wettelijke bepalingen op het vlak van veiligheid richtten de aandacht en de inspanningen van ondernemingen voornamelijk op de veiligheid en de gezondheid van de eigen werknemers. Sinds de Belgische Welzijnswet van 4 augustus 1996 is de focus verruimd naar het werken met derden. In dit geval moeten er immers duidelijke afspraken gemaakt worden om de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van ALLE betrokkenen te vrijwaren, dus ook van de werknemers van de onderaannemers of van de zelfstandige onderaannemers. De opdrachtgever moet er daarbij op toezien dat de opdrachtnemer (de aannemer of contractor) bij het uitvoeren van de werken de nodige preventiemaatregelen in acht neemt. Daarnaast heeft elke opdrachtgever ook de plicht om onveilige aannemers te weren. Op welke manier
aan dit alles voldaan moet worden, vermeldt de wet echter niet. Het is daarom aan de opdrachtgever om hiervoor een gepaste manier en gepaste maatregelen te zoeken. Eén van de mogelijkheden die de opdrachtgever heeft, is een beroep te doen om aannemers en zelfstandigen die een attest of certificaat hebben dat aantoont dat men een veiligheidszorgsysteem toepast. Historiek In het verleden zijn er verschillende zorgsystemen ontwikkeld die de contractors de mogelijkheid bieden om aan te tonen dat ze volgens de geldende veiligheidsregels werken en hun personeel daarvoor afdoende is opgeleid, zodat de risico’s voor de eigen werknemers en voor de werknemers van de opdrachtgever tot het minimum beperken. In Nederland werd het VCA systeem onder aandrang van de petrochemische industrie ontwikkeld. Het VCA systeem richt zich in de eerste plaats tot contractors die veelal risicovolle activiteiten uitvoeren bij de opdrachtgever. Dit is gebaseerd op de certificatieprocedure die door een onafhankelijke certificatie-instelling wordt uitgevoerd.
producten en diensten die onderwerp van het onderzoek uitmaken. In België worden de certificatie-instellingen voor VCA geaccrediteerd door BELAC en deze werkwijze is opgenomen binnen een wettelijk kader en geplaatst onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken.
Dergelijke instellingen zijn daarvoor speciaal geaccrediteerd, dat wil zeggen dat ze een attest hebben van een derde partij die verklaart dat men werkt (lees: controleert) volgens de conformiteit van
Het BeSaCC systeem werd in België ontwikkeld op initiatief van het Verbond van Belgische Ondernemingen. De evaluatie gebeurt door de eerder genoemde deskundigen (CvD).
Wanneer BeSaCC en wanneer VCA ? Elke onderneming waarvan de werknemers in een andere onderneming werkzaamheden moeten uitvoeren, heeft belang bij het behalen van een attest of certificaat. De keuze tussen een VCAcertificaat of BeSaCC-attest hangt van verschillende factoren zoals de door de opdrachtgever gesteld eisen, de aard van de risico’s of de mogelijkheden van het bedrijf dat een attest wil behalen. Het BeSaCC systeem is vooral bedoeld voor kleinere aannemers en onderaannemers die werkzaamheden met een eerder beperkt risico uitvoeren. BeSaCC kan ook beschouwd worden als een eerste stap naar VCA-certificatie. Beide systemen vullen elkaar dus aan en worden in België beheerd door eenzelfde nationale structuur, de vzw BeSaCC-VCA. (vzw= vereniging zonder winstoogmerk). In een volgende uitgave van SIR magazine zal dieper op deze materie worden ingegaan. Hans Buitendijk (bron: deze tekst werd gedeeltelijk overgenomen uit de Nieuwsbrief Arbeidsveiligheid van Kluwer)
9
REINIGINGSPRODUCTEN OP MAAT
REINIGINGSPRODUCTEN MET ECOLABEL-CERTIFICAAT Inzetbaar in diverse industrieën Dossiernummer:NL/20/026 • • •
Sterk in het oplossen van reinigingsproblemen, samen met de afnemer Service: 24 uur per dag bereikbaar, 7 dagen per week R&D kwaliteitscontrole
• • • •
Scherpe prijsstelling Begeleiding van afvalreductie (o.a. destillatie) Kwaliteit volgens ISO 9001:2000 Aandacht voor veiligheid en milieu (o.a. Ecolabel-keurmerk)
Voor meer informatie over ons bedrijf en onze reinigingsproducten verwijzen wij u door naar onze
vernieuwde website. www.reinigingsproducten.nl
Hazeldonk 6035 | 4836 LA Breda | T +31 (0)76 - 596 34 34 | F +31 (0)76 - 596 22 88 | E
[email protected]
10
www.reinigingsproducten.nl
EOS
in SIR magazine EOS is een tijdschrift dat maandelijks uitkomt en waarin populair wetenschappelijke artikelen staan die perfect passen in een technische omgeving als waarin wij werken. De redactie van het SIR magazine heeft met de uitgever van EOS een akkoord bereikt waarbij artikelen die voor onze lezers interessant zijn, kunnen worden gepubliceerd. In deze uitgave vindt u het eerste artikel. Keyword: milieu
Hans Buitendijk
nieuw rapport luchtkwaliteit
Kampioen in luchtvervuiling Vlaanderen en nederland zijn koplopers op het gebied van luchtvervuiling. Daarvoor betalen we een prijs. Fijn stof verkort ons leven gemiddeld met een jaar.
Door Dieter De cleene
11
e
erst het goede nieuws. De uitstoot van verschillende vervuilende stoffen is in Vlaanderen de voorbije jaren gevoelig gedaald. Zo zijn de uitstoot van zwaveldioxide, ammoniak en dioxines sinds 1990 met respectievelijk ruim 75, 55 en 90 procent afgenomen. Te hoge concentraties dioxines en zware metalen in de lucht blijven vandaag beperkt tot enkele ‘probleemgebieden’ rond industriezones en we stoten ook aanzienlijk minder koolstofmonoxide en kankerverwekkende polyaromatische koolwaterstoffen (PAK’s) uit. Maar er zijn ook stoffen met gezondheidsrisico’s waarvan de concentratie hoog blijft, zo blijkt uit het jongste jaarverslag over de luchtkwaliteit van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Stikstofdioxide (NO2) en fijn stof zijn de grootste boosdoeners. De Europese jaarnorm voor stikstofdioxide (Zie ‘Normen en waarden’) werd in 2009 overschreden in meetstations in de haven van Antwerpen en de Antwerpse agglomeratie en op andere plaatsen met veel verkeer, de voornaamste bron van stikstof-oxiden (naast NO2 ook NO). De daggrenswaarde voor fijn stof werd in 2009 op negen plaatsen meer dan de toegelaten 35 keer overschreden – al is dat op zich wel een verbetering, want in 2007 was dat nog op 21 plaatsen het geval. Hoewel ook de uitstoot van stikstofoxiden en fijn stof de voorbije jaren is afgenomen, blijven de concentraties dus te hoog. Meer nog, Vlaanderen behoort – samen met onder meer Nederland, het Duitse Ruhrgebied en de Povlakte in Italië – tot de Europese hot spots op het gebied van luchtvervuiling. De overkoepelende verklaring daarvoor is bekend: we wonen met velen bij elkaar op een zakdoek met een van de dichtste wegennetten van Europa, intensieve veeteelt, veel
Normen en waarden
12
Voor de meeste vervuilende stoffen legt de Europese Unie haar lidstaten normen op in de vorm van grenswaarden die moeten worden gerespecteerd. Zo geldt sinds 1 januari 2010 voor stikstofdioxide een jaargrenswaarde van 40 microgram per kubieke meter (µg/m³). Daarnaast geldt er een uurgrenswaarde van 200 µg/m³ die maximaal 18 uur per jaar overschreden mag worden. Voor fijn stof geldt een jaargrenswaarde van 40 µg/m³ en een daggrenswaarde van 50 µg/m³ die maximaal 35 dagen per jaar mag worden overschreden.
Op satellietbeelden zijn duidelijk de plaatsen met hoge stikstofdioxideconcentraties te zien. 10 15 moleculen per vierkante centimeter
industrie én in de buurt van buitenlandse industriegebieden. Een hopeloze zaak dus, of toch niet? Dol op DiEsEl Volgens Frans Fierens, luchtkwaliteitsexpert van de VMM, is de hoofdoorzaak van onze problemen met stikstofdioxide de ‘verdieseling’ van ons wagenpark. Een factor die we dus wel degelijk zelf in de hand hebben. ‘Stikstofoxiden ontstaan door een reactie
Bron: www.temis.nl
blijkt dat de werkelijke uitstoot die norm gevoelig overschrijdt.’ ‘De laatste jaren worden in België steeds meer dieselwagens verkocht’, zegt Fierens. ‘Ongeveer tachtig procent van de nieuwe auto’s die in omloop komen, rijden op diesel.’ De gevolgen laten zich raden. Ondanks de invoering van strengere normen stagneren of stijgen de stikstofdioxideconcentraties de laatste jaren op plaatsen met veel verkeer in steden. In 2008 werden in Ant-
Tijdens een fijnstofpiek stijgt het aantal ziekenhuisopnames en overlijdens ten gevolge van long- en hartproblemen tussen stikstof en zuurstof bij verbrandingsprocessen op hoge temperatuur’, legt Fierens uit. ‘De belangrijkste bron van stikstofoxiden in Vlaanderen is het wegverkeer, goed voor veertig procent van de totale uitstoot.’ ‘Dieselwagens stoten meer stikstofoxiden uit dan benzinewagens’, gaat Fierens verder. ‘Zo mag een dieselwagen volgens de Europese normen 180 milligram stikstofoxiden per kilometer uitstoten, terwijl dat bij een benzinewagen 60 milligram is. Daarnaast
werpen en Brussel de hoogste pieken van stikstofdioxide in de voorbije twintig jaar gemeten. Fierens verwacht pas een gevoelige daling van de stikstofoxidenuitstoot vanaf 2014, als nieuwe dieselwagens slechts 80 milligram stikstofoxiden per kilometer mogen uitstoten. Tot het zover is, kunnen maatregelen zoals het creëren van ‘lage-emissiezones’ helpen om de concentraties in dichtbevolkte gebieden te doen dalen. Daarbij wor-
Eos 25 024_028 luchtvervuiling 1012.indd 25
3/23/11 4:06 PM
De stikstofdioxideconcentraties stagneren de laatste jaren. De grafiek toont de gemiddelde concentraties voor België en probleemgebied Antwerpen, relatief ten opzichte van 1990. De rode balkjes geven de uitstoot weer, het groene balkje het door Europa opgelegde uitstootmaximum, dat België niet haalt. Bron: www.ircel.be, www.emep.int
den de meest vervuilende (vracht)wagens in drukke stadscentra verboden of geweerd. Dergelijke zones bestaan al in Amsterdam, Den Haag, Bonn, Frankfurt en Berlijn. Op een kaart waarop alle Europese lage-emissiezones staan aangeduid, blijft België echter vooralsnog maagdelijk blank. ExportproDuct: fijn stof Na een initiële daling sinds het begin van de metingen, gevolgd door een aantal jaren van relatieve stabiliteit, daalt de fijnstofconcentratie sinds 2008 opnieuw langzaam – vermoedelijk met dank aan de economische crisis. Dat fijn stof is een vlag die een erg brede lading dekt. Het is een mengsel van deeltjes met een verschillende grootte en een uiteenlopende chemische samenstelling. Alle deeltjes met een diameter van maximaal 10 micrometer (10 duizendsten van een millimeter) worden ook wel als PM10 aangeduid – naar het Engelse Particulate Matter. Binnen die verza-
meling wordt nog een onderscheid gemaakt tussen fijn stof kleiner dan 2,5 micrometer (PM2,5) en de grotere deeltjes. Het mengsel bestaat zowel uit deeltjes van natuurlijke oorsprong, zoals bodemstof en zeezout, als deeltjes die door de mens zijn geproduceerd, zoals dieselroet. Daarnaast wordt in de lucht fijn stof gevormd door reacties tussen gassen zoals stikstofoxiden, ammoniak en zwaveldioxide, het zogenoemde ‘secundair’ fijn stof. Als het over fijn stof gaat, wordt vaak met een beschuldigende vinger naar het buitenland gewezen. De vaststelling dat de uitstoot van fijn stof in België de voorbije tien jaar met ongeveer veertig procent is gedaald, terwijl de concentratie in de lucht maar met ongeveer twintig procent is afgenomen, lijkt dat vermoeden te bevestigen. ‘Nochtans is de uitstoot van fijn stof de voorbije tien jaar sterker gedaald in onze buurlanden’, zegt Fierens. ‘Het klopt echter dat slechts 30 procent van het fijn stof in Vlaan-
deren met zekerheid aan lokale, menselijke bronnen kan worden toegewezen en dat ongeveer 45 procent uit het buitenland komt overgewaaid – de herkomst van de overige 25 procent is minder eenduidig. Maar dan gaat het over jaarlijkse gemiddelden. Op de momenten waarop de dagnormen worden overschreden is de lokale uitstoot belangrijker.’ Dat is ook logisch, want te hoge fijnstofconcentraties treden vooral op op dagen met een stabiele atmosfeer en weinig wind, waardoor er automatisch minder vervuiling van over de grens kan komen. ‘Bovendien slaat die hoge buitenlandse bijdrage enkel op de totale massa fijn stof. Voor specifieke componenten zoals dieselroet is het net omgekeerd. Daarvan wordt 70 tot 80 procent lokaal uitgestoten. Wat ook wel eens vergeten wordt, is dat er eveneens fijn stof van bij ons naar het buitenland vliegt’, vertelt Fierens. ‘Uit onderzoek blijkt dat wij een netto-exporteur van fijn stof zijn.’
De uitstoot van fijn stof is de voorbije tien jaar met ongeveer veertig procent gedaald, de concentratie in de lucht met ongeveer twintig procent. De grafiek toont de evolutie relatief ten opzichte van 1999.
13
Bron: www.ircel.be, www.emep.int
Eos 26 024_028 luchtvervuiling 1012.indd 26
3/23/11 4:07 PM
Dat onze uitstootreductie zich niet vertaalt in een even grote daling van de fijnstofconcentratie is veeleer te wijten aan enerzijds een onderschatting van de uitstoot, onder meer doordat sommige bronnen moeilijk in kaart te brengen zijn, en anderzijds aan het secundair fijn stof. Dat betekent echter niet dat we machteloos staan. Secundair fijn stof kunnen we aanpakken door de uitstoot van de gassen waaruit het ontstaat nog verder terug te dringen, bijvoorbeeld door schonere auto’s te promoten – minder stikstofoxiden – of te investeren in uitstootarme stallen of een afbouw van de veestapel – minder ammoniak. Een voorbeeld van een andere zinvolle maatregel is volgens Fierens het zo verguisde smogalarm, waarbij een snelheidsbeperking van 90 km/u geldt op de snelwegen. ‘Natuurlijk los je daarmee het fijnstofprobleem niet duurzaam op, en hoewel de impact ervan op de totale PM10concentratie beperkt is, blijkt toch dat de roetconcentratie in de buurt van snelwegen met ongeveer 30 procent daalt. Meer dan 40.000 Vlamingen worden tijdens het smogalarm blootgesteld aan 10 procent minder dieselroet. En het zijn vooral die roetdeeltjes die schadelijke effecten hebben op onze gezondheid.’
14
VErminDErDE lEVEnsVErwachting Want dat luchtvervuiling de gezondheid schaadt, is duidelijk. Vooral het effect van fijn stof is aangetoond. Fijn stof wordt op verschillende plaatsen in de longen afgezet en veroorzaakt daar ontstekingsreacties. ‘Op zich is dat een normale afweerreactie’, zegt Benoit Nemery van de vakgroep Arbeids-, Milieu- en Verzekerinsgeneeskunde aan de K.U.Leuven. ‘Maar daardoor komen ook stoffen in de bloedbaan terecht die ervoor zorgen dat het bloed makkelijker stolt. Dat vergroot de kans op een hartinfarct of een beroerte. Ook de allerfijnste stofdeeltjes, die rechtstreeks in het bloed terecht kunnen komen, kunnen dat effect hebben, al is er voor dat mechanisme iets minder bewijs.’ Het is dan ook geen toeval dat tijdens een fijnstofpiek het aantal ziekenhuisopnames én het aantal overlijdens te wijten aan long- en hartproblemen stijgt. Volgens Nemery zijn echter niet zozeer de piekconcentraties een probleem, maar wel de concentraties waaraan we ons hele leven worden blootgesteld. Uit studies die grote groepen mensen in verschillende gebieden lange tijd opvolgen, blijkt dat mensen in gebieden met meer fijn stof vaker sterven als gevolg van long- en hartziektes. Daarbij speelt echter een ander mechanisme een rol. ‘Langdurige blootstelling aan fijn stof versnelt arteriosclerose, waarbij vetachtige stoffen op de wanden
van slagaders worden afgezet’, vertelt Nemery. ‘Dat blijkt zowel uit studies met muizen als uit onderzoek bij mensen die in de buurt van drukke verkeersaders wonen.’ De impact van langdurige blootstelling aan fijn stof wordt het duidelijkst als hij wordt uitgedrukt als een gemiddelde vermindering van de levensverwachting. Het gebeurt niet zo vaak dat België internationale rangschikkingen aanvoert, maar in het lijstje dat de negatieve gevolgen van luchtvervuiling op de levensduur aangeeft, ligt het op kop. De huidige concentraties fijn stof kosten ons gemiddeld een jaar van ons leven. Zweden en Finland scoren het best, met respectievelijk 3,5
Hasselt. ‘Bij rokers is die kans 14 keer groter, en daalt de levensverwachting gemiddeld met tien jaar. Maar een belangrijk verschil is dat iedereen is blootgesteld aan fijn stof, terwijl niet iedereen rookt. Dat maakt luchtvervuiling wel degelijk relevant voor de volksgezondheid. Bovendien kies je niet zelf voor blootstellling aan luchtvervuiling.’ onzEkErhEiD Daarom betreurt Nawrot dat sommige politici en vertegenwoordigers van de industrie de indruk wekken dat het met dat fijn stof allemaal wel meevalt. ‘Door onzekerheden uit te vergroten, wil men twijfel zaaien over de
Europa heeft veel minder strenge normen dan de WHO aanraadt. ‘Een gevolg van intensief gelobby door de industrie’ en 2,6 maanden levensduurvermindering. Hoewel de impact van fijn stof in vergelijking met die van andere risicofactoren nog meevalt, nemen we het probleem toch maar beter serieus. ‘Wie in een gebied woont met een 10 microgram per kubieke meter hogere concentratie PM2,5 loopt 14 procent meer risico op longkanker’, zegt Tim Nawrot van het Centrum voor Milieukunde aan de Universiteit
impact van fijn stof op de gezondheid’, zegt Nawrot. ‘Dat is een beproefde strategie, die bijvoorbeeld ook succesvol is gebleken toen de nadelige gevolgen van roken aan het licht kwamen.’ Niet dat we over fijn stof alles al weten, verre van zelfs. Maar onzekerheden en discussiepunten in het wetenschappelijk debat rond fijn stof gaan veeleer over welke deeltjes in
België en Nederland kleuren donker op een kaartje dat het verlies aan levensverwachting (in maanden) als gevolg van fijn stof (PM2,5) weergeeft.
Bron: gains.iiasa.ac.at
Eos 27 024_028 luchtvervuiling 1012.indd 27
3/23/11 4:07 PM
het complexe mengsel het schadelijkst zijn, en waar we bijgevolg het best onze normen en risico-analyses op afstemmen. ‘Terwijl vroeger het volledige fijnstofmengsel als schadelijk voor de gezondheid werd beschouwd, verschuift de focus nu naar de fijnere PM2,5-fractie’, vertelt Fierens. ‘De laatste jaren doen wetenschappers ook meer onderzoek naar ‘ultrafijn’ stof, of PM0,1, dat honderd keer kleiner is dan PM10 en waarvan er aanwijzingen zijn dan het nog schadelijker is dan PM2,5.’ Dat ultrafijn stof is volgens Nawrot in de risico-analyse rond de Antwerpse Lange Wapper schromelijk over het hoofd gezien. ‘De onderzoekers hebben daarbij gekeken hoeveel de PM10-concentratie zou stijgen na de bouw van de brug die de ring moest sluiten, en het antwoord was ‘nauwelijks’. Maar dat was geen goede parameter. Ze hadden moeten kijken naar het ultrafijn stof, dat bijna volledig op conto staat van het verkeer, maar waarvan het aandeel in de totale massa PM10 verwaarloosbaar is.’ Een beter inzicht in de schadelijkheid van de verschillende componenten in het fijnstofmengsel hangt nauw samen met de evolutie van de meettechnieken. ‘Vroeger kon PM2,5 simpelweg niet gemeten worden’, zegt Fierens. ‘En ook om PM0,1 te meten zijn nieuwe technieken nodig. Hun concentratie wordt uitgedrukt in aantal deeltjes per kubieke centimeter. In drukke straten, zoals de Wetstraat in Brussel, kan dat oplopen tot 50.000 deeltjes met pieken tot 250.000 en meer. Op dit moment staat heel wat onderzoek in de steigers naar de verdeling van die ultrafijnstofconcentraties in steden.’ Hoewel er dus nog veel te leren valt, staat vast dat hogere fijnstofconcentraties het risico verhogen op hart- en vaatziekten en longziekten. ‘Een belangrijk argument voor de causaliteit van dat verband is dat er bij verminderde luchtvervuiling ook gunstige effecten optreden,’ vertelt Nawrot. ‘Zo werden tijdens de Olympische spelen in Atlanta minder kinderen in het ziekenhuis opgenomen met astma omdat toen het verkeer aan banden werd gelegd.’ Europa waakt? Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft zich over de impact van fijn stof op onze gezondheid gebogen en vervolgens een aantal normen opgesteld. Wie die naast de Europese normen legt, stelt vast dat Brussel een pak meer door de vingers ziet. Zo adviseert de WHO een dagnorm voor PM10 van 50 microgram per kubieke meter (µg/m³) die slechts 3 keer per jaar mag worden overschreden – en geen 35 keer – en een jaarnorm van 20 µg/m³ – de helft van de huidige Europese jaarnorm. Voor PM2,5 raadt de organisatie een jaarnorm van 10 µg/m³ aan, terwijl in de Europese Unie nog geen echte
Nederland: creatief met zeezout Nederland is wat luchtvervuiling betreft in hetzelfde bedje ziek als Vlaanderen. Zowel stikstofdioxiden als fijn stof zijn vooral in het zuiden van het land een probleem. Ook in Nederland is de laatste jaren een stagnatie van de stikstofdioxide- en fijnstofconcentraties merkbaar op plaatsen met veel verkeer. De PM10 dagnorm werd in Nederland in 2009 echter in geen enkel meetstation overschreden. Beide landen springen wel op een verschillende manier met de Europese normen om. ‘Nederland heeft van Europa de toestemming gekregen om zeezout in het fijnstofmengsel van het totaal af te trekken’, vertelt Bert Brunekreef, directeur van het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) aan de Universiteit Utrecht. ‘De uitzondering voor natuurlijke componenten in het fijnstofmengsel is er gekomen op vraag van de Zuid-Europese landen, die door stof uit de Sahara veel last hebben met de normen. Nederland heeft er
norm voor PM2,5 geldt. Wel is er sinds het begin van dit jaar een ‘streefwaarde’ van 25 µg/m³ die vanaf 2015 een echte grenswaarde wordt. In Vlaanderen wordt die toekomstige grenswaarde alvast in alle meetstations gehaald.
‘Bij de risico-analyse voor de Lange Wapperbrug is ultrafijn stof over het hoofd gezien.’ © Ney & Partners
‘Terwijl de WHO enkel oog heeft voor de volksgezondheid, is die bij het opstellen van de Europese normen slechts een van de factoren’, zegt Nawrot. ‘Ook haalbaarheid en economische belangen spelen dan een rol.’ Volgens Europarlementslid Bart Staes (Groen!) zijn de relatief hoge Europese normen op het conto van een succesvolle industriële lobby te
vervolgens voor gepleit ook zeezout als uitzondering te erkennen.’ Brunekreef is geen voorstander van die aanpak. ‘Het aftrekken van de hoeveelheid zeezout heeft als gevolg dat je meer norm-overschrijdingen toestaat, soms tot 45 in plaats van de gangbare 35. Terwijl op dagen waarop de dagnorm wordt overschreden de wind vaak uit het oosten of zuidoosten komt en zeezout dus een minder grote bijdrage levert.’ Bovendien is het volgens Brunekreef niet zeker dat ‘natuurlijk’ fijn stof zoals zeezout onschadelijk is. ‘In elk geval is er bij de epidemiologische studies naar de effecten van fijn stof op de gezondheid altijd naar de totale hoeveelheid gekeken. Wie natuurlijke componenten aftrekt, zou dus eigenlijk de norm met eenzelfde hoeveelheid moeten verlagen. Maar dat gebeurt niet, waardoor je in de praktijk gewoon hogere concentraties van de andere componenten aanvaardt en zo de gezondheidseffecten versterkt.’
schrijven. ‘In weinig milieudossiers is zo intensief gelobbyd. Daarbij komen telkens dezelfde drie argumenten terug. Strengere normen kosten banen, remmen innovatie en schaden de economische productiviteit. In het Europees parlement zitten heel wat mensen die minder ervaring hebben met dit soort dossiers en daardoor erg vatbaar zijn voor zulke argumenten – waarvan trouwens is gebleken dat ze meestal geen hout snijden. Daarna moet het parlement nog een overeenkomst bereiken met de raad van Europese milieuministers, die op hun beurt binnen hun nationale regeringen worden ingetoomd door collega’s bevoegd voor economie en arbeid.’ Volgens Staes helpt het ook niet dat de meeste nadelen die met een strengere norm gepaard gaan vrij makkelijk in kaart kunnen worden gebracht, terwijl dat voor de voordelen moeilijker ligt. ‘Immateriële zaken zoals gezondheidswinst of minder sterfgevallen worden wel in rekening gebracht voor men een beslissing neemt, maar zijn veel moeilijker in iets materieels uit te drukken. Het resultaat van al die factoren is een zwakke wetgeving, en de regels voor fijn stof zijn daar een prima voorbeeld van.’ Ook Nawrot heeft bedenkingen bij het Europese beleid. ‘Uiteraard moeten normen haalbaar zijn, maar anderzijds geven te hoge normen, zoals de nieuwe PM2,5-norm, een vals veiligheidsgevoel.’ In het geval van fijn stof geldt dat eigenlijk voor eender welke norm. ‘Uit het onderzoek blijkt dat er voor fijn stof geen drempel bestaat waaronder er geen effecten op de gezondheid zijn,’ zegt Nemery. ‘Voor onze gezondheid zijn de huidige normen dan ook een slechte zaak.’ ■
15
Eos 28 024_028 luchtvervuiling 1012.indd 28
3/23/11 4:07 PM