Nr. 4 / 2015 / Jaargang 4 – Een uitgave van MedWay
INTERVIEW
Diabetespatiënt neemt regie in eigen hand
FOCUS
Innovatie en investeringen geen gelukkig huwelijk
INTERVIEW
Allergieklachten onderschat probleem
INHOUD
EDITORIAL
FOCUS 4 Innovatie MEDISCH NIEUWS 8 ZORGANIMATIES 10 Informatie en kennisoverdracht aan patiënten SELECTIE 13 Medische tips & trucs INTERVIEW DR. HANS DE GROOT 14 Allergoloog Reinier de Graaf Groep HUISARTS IN BEELD 17 Dr. Else van Krieken, Maassluis COLUMN 18 Frans-Joseph Sinjorgo SELECTIE 19 Medische tips & trucs DIABETESZORG 20 Het vak van diabetespatiënt OPINIE Hanzehogeschool Groningen 22 Dr. Wolter Paans COLUMN 24 Apotheker Herman Bruins INTERVIEW PROF. THYS VAN DER MOLEN 25 Hoogleraar Huisartsengeneeskunde Rijksuniversiteit Groningen VISIE 29 Dr. Esther Broekhuizen KSYOS TELEMEDISCH CENTRUM 30 TeleGGZ VILLA PINEDO 32 Platform voor kinderen van gescheiden ouders
COLOFON
HuisartsenService is een kwartaalmagazine en wordt gratis verspreid onder huisartsen. Wilt u HuisartsenService ook ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven mail dan naar
[email protected] UITGEVER: MedWay BV, Postbus 1199, 3860 BD Nijkerk, 033-2471171
[email protected] / www.huisartsenservice.nl /
[email protected] COÖRDINATIE MAGAZINE EN ADVERTENTIE EXPLOITATIE: Claudine van Peperstraten,
[email protected] 06-12971011 REDACTIE: buro33, Edgar Kruize / Esther Schulting, www.buro33.nl ONTWERP EN DTP: P3 / Jos Peters /
[email protected] DRUK: Platform P COPYRIGHT: Op alle artikelen en fotografie in dit magazine rust auteursrecht. Prijswijzigingen en drukfouten voorbehouden. Gebruik of verspreiding zonder toestemming van de uitgever is verboden. DISCLAIMER: MedWay BV en bij deze uitgave betrokken medewerkers aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie. Uitspraken die worden gedaan in de gepubliceerde interviews zijn van de geïnterviewde en hoeven niet overeen te komen met de mening van de redactie.
3
Beste lezer, We zijn alweer toe aan de vierde en laatste editie van ons magazine dit jaar. Het thema van deze editie ‘innovatie’ is actueler dan ooit, zeker gezien de vele veranderingen in de zorg waar we op moeten inspelen op steeds weer nieuwe manieren. Toch valt innoveren ook dikwijls tegen, omdat het vaak gepaard gaat met investeren en dat is in de zorg – waar we met de hand op de knip werken – nu juist het probleem. Gelukkig zijn er nog veel ondernemers die deze investeringen wel durven te doen, omdat ze inzien dat het ook gaat om kwaliteit en dat het in de toekomst weer kostenverlagend kan werken. Wat opvalt is dat de huisarts het nog altijd moeilijk vindt om te innoveren. Ook omdat het investeren als een probleem wordt gezien. Het is daarnaast lastig om los te komen van vaste routines en om de druk en de drukte te ontspringen om tijd te maken voor ontwikkeling en innovatie. HuisartsenService gaat zich sterk maken voor innovaties in de eerste lijn en we hopen het komende jaar veel van ons te kunnen laten horen. We hopen dat we u met dit magazine kunnen inspireren tot innoveren. Mocht u hulp nodig hebben, schroom dan niet contact met ons op te nemen via onze diverse (digitale) kanalen. En deel uw ideeën vooral met elkaar, bijvoorbeeld via twitter @Huisartsenserv Voor nu wensen wij u in ieder geval een goed uiteinde en veel leesplezier met deze editie van HuisartsenService en tot volgend jaar! Dirk-Jan Kruithof Uitgever
huisartsenservice
FOCUSX
DOOR HuisartsenService
Innovatie en financiering, een lastige spagaat “Nieuwe zorginitiatieven kunnen een waardevolle aanvulling zijn op het bestaande aanbod, en gevestigde huisartsen stimuleren om hun toegankelijkheid en bereikbaarheid te verbeteren.” Die boodschap is helder verpakt in de brief die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) eerder dit jaar aan minister Schippers van volksgezondheid stuurde. Kort door de bocht betekent het dat de NZa ruimte ziet voor minder regelgeving bij ‘nieuwe aanbiedingsvormen’ van huisartsenzorg. Het betreft hier innovaties als bijvoorbeeld de veelbesproken ‘Care-to-Go’ kliniek in Den Haag, waar mensen zonder afspraak terecht konden voor kleine, dan wel simpele medische klachten. Een andere innovatie waar veel over wordt gepraat is het zogenaamde ‘screen–toscreen’ consult. E-health in de volgende stap, via allerlei online platforms. De Nederlandse eerstelijnszorg verandert snel, maar de regelgeving verandert niet mee. NIEUWE INITIATIEVEN Genoemde Haagse kliniek kwam luttele weken na de start alweer in de problemen omdat de bedrijfsvoering die men hanteerde niet overeenkomstig is met de regelgeving. Het betreft hier zorginitiatieven die niet vallen binnen de basisverzekering en dus betalen patiënten die hiervan gebruik willen maken betalen de rekening zelf, al dan niet gedekt door een eventuele aanvullende verzekering. Het is echter niet aan een kliniek als deze om zelf de tarieven te bepalen, daarvoor moet men aankloppen bij de NZa. Deze heeft echter moeite deze te bepalen. “Om de nieuwe initiatieven te faciliteren moet de NZa daarom nieuwe prestaties en bijbehorende tarieven vaststellen. Dit op basis van zorginitiatieven die nog moeten worden opgestart. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat daarbij vooral de tariefonderbouwing problematisch is”, zo schrijft de NZa aan mi-
nister Schippers. “De NZa stelt in de basis landelijke prestatiebeschrijvingen vast, maar kan hierbij slechts uitgaan van inschattingen van kosten voor kleinschalige, vaak nog op te starten ondernemingen. In de praktijk wordt vervolgens aansluiting gezocht bij de kostenonderbouwing van de reeds bestaande huisartsenbekostiging, terwijl deze vaak geen recht doen aan de wijze waarop de innovatieve zorgondernemingen zijn opgebouwd. In het meest extreme geval leidt dit tot de situatie dat deze nieuwe vormen van zorg als gevolg van niet passende tarieven niet van de grond komen.” STARRE REGELGEVING Met andere woorden, innovatie op het gebied van huisartsenzorg stokt hier, of dreigt te stokken. De NZa pleit er voor om de door hen te bepalen tarieven en te volgen regels los te laten, zodat initiatiefnemers met innovaties op 4
huisartsenservice
het gebied van huisartsenzorg sneller en gemakkelijker aan de slag kunnen. Uiteraard wel met behoud van de regelgeving op kwaliteit en de bestaande regels over de informatievoorziening aan patiënten. Zorgondernemer Bertus Altena was blij met de brief van de NZa. “Als pioniers hebben wij veel hobbels moeten nemen. De starre regelgeving ontmoedigt om soortgelijke alternatieven te ontplooien, ondanks het feit dat er vanuit de markt wel behoefte is aan een toegankelijker vorm van huisartsenzorg. Niet goed dus.” DENKEN ALS ONDERNEMER Toch zit innovatie niet alleen in initiatieven die zich naast of parallel aan de reguliere huisartsenpraktijken bewegen. Innovatie zit vooral in het vooruit denken binnen de bestaande huisartsenpraktijken. De rol van de huisarts is de afgelopen jaren veranderd van zorgverlener naar zorgondernemer, met
alle bijkomende taken van dien. Die processen dienen te worden gestroomlijnd, om als eerstelijnszorg de toekomst in te stappen en daarvoor moet ook daadwerkelijk als een ondernemer worden gedacht. Veel huisartsen voelen zich nog altijd geen ondernemer; iemand die per definitie probeert te innoveren, probeert wegen in te slaan die niemand eerder heeft bewandeld, met een mogelijk falen als ingecalculeerd risico. Dat staat echter volkomen haaks op het zorgvak dat van nature leunt op bewezen onderzoeken, werkmethoden en effectiviteit van een behandeling. In de zorg is geen enkele ruimte voor risico’s. Toch wordt van alle kanten verwacht dat men innoveert. De zorgverzekeraars verwachten dat, de patiënten ook. Waarbij een ieder een andere definitie van ‘innovatie’ aanhoudt. Innovatie in de eerstelijnszorg raakt zowel de medische inhoud, als de organisatie. Dat betekent innoveren
door middel van de inzet van nieuwe medische hulpmiddelen. Innovatie zit tevens in de manier waarop de dagelijkse werkzaamheden worden ingedeeld, de manier waarin zorgstandaarden worden uitgerold, het maximaliseren van de personeelsbezetting, de samenwerking met zorgcollega’s in de nabije omgeving, de digitalisering van de huisartsenpraktijk et cetera. Alles met als doel de zorg betaalbaar en beheersbaar te houden en optimaal te organiseren. OPTIMALISEREN Het woord ‘innovatie’ kan in veel gevallen ook een afschrikkende werking hebben. Het heeft de lading van een ingrijpende verandering, terwijl innovatie eigenlijk ook gewoon het doorontwikkelen van de eigen onderneming is. Een goed voorbeeld daarvan is het zogenaamde ‘Combi-consult op recept’, dat is geïmplementeerd binnen 5
huisartsenservice
huisartsenpraktijk Prelude in Alphen aan den Rijn en een initiatief is van de Samenwerkende Apotheken Alphen en omstreken. Het initiatief ontving recent de KNMP Zorginnovatieprijs en is even simpel als doeltreffend. In de huisartsenpraktijk is dagelijks in een eigen spreekkamer een apotheker aanwezig, met mogelijkheid tot gebruik van het HIS. “De huisarts of POH van Prelude kan de patiënt doorverwijzen naar de apotheker of de patiënt kan op eigen initiatief op consult bij de apotheker”, zo legt Samenwerkende Apotheken Alphen en omstreken uit op hun website. “Verder is de apotheker verantwoordelijk voor het aanvragen van de herhaalmedicatie, het controleren van de indicatie voor weekmedicatie, het verwerken van ontslagbrieven in HIS en AIS, met daarbij zo nodig een ontslaggesprek en het doen van medicatiebeoordelingen. Bij patiënten die in een ketenzorgprogramma zijn
opgenomen vinden combiconsulten plaats van huisarts, POH en apotheker.” Deze innovatie is op zich geen hogere wiskunde, maar is in alle simpelheid uitermate effectief gebleken voor de kwaliteit en doelmatigheid van de farmacotherapeutische zorg voor de patiënten van de huisartsenpraktijk. Innovatie is kijken naar de bedrijfsvoering en - al dan niet gezamenlijk met andere betrokken eerstelijnspartijen – kijken naar manieren om deze steeds verder te optimaliseren. FINANCIERING Het nadeel van innoveren, is dat de kosten altijd voor de baat uit gaan. Anno 2015 is dit in veel gevallen de reden dat initiatieven stokken. Sinds begin 2015 is de financiering van de huisartsenzorg in drie verschillende segmenten ondergebracht. Er is de financiering voor de basiszorg (S1) en met S2 een segment gecreëerd waarin de multidisciplinaire, programmatische zorg is gegoten. Voor innovatie (of officieel ‘vernieuwing en het bevorderen van gezondheidsuitkomsten’) is het derde segment S3 gecreëerd. De afgelopen maanden hebben echter diverse eerstelijnszorgverleners hier hun zorgen over uitgesproken. Zorgver-
“Innovatie vergt moed” zekeraars zouden de grote dwarsliggers zijn, doordat zij met ‘onnodige bureaucratische procedures’ enige vorm van voortgang draineren. Bert Groot Roessink, de eerder dit jaar gepensioneerde voormalig bestuurder van Zorggroep Almere, noemt het proces in een interview met het Skipr-magazine zelfs een ‘absolute ramp’. “De zorgverzekeraars ontwikkelen allerlei ingewikkelde formuleringen, waardoor er eigenlijk niks van de grond kan komen”, zo zegt hij. “Innovatie vergt moed. Als je innovatie pas betaalt als die bewezen is, komt vernieuwing nooit van de grond. Uiteindelijk moet de argumentatie altijd maatschappelijke zijn en niet alleen financieel.” In hetzelfde artikel geeft branchevereniging voor de eerste lijn InEen aan dat ze dergelijke geluiden vaker horen vanuit de achterban, maar de zorgverzekeraars reageren met de mededeling dat het niet de ideeën zijn die worden afgeschoten, maar 6
huisartsenservice
dat de onderbouwing vaak ontbreekt. “Zorgverzekeraars willen weten waar het tot efficiencywinst en kostenbesparing leidt. Vaak ontbreekt de business-case of is deze te dun. Aanbieders in de eerste lijn vergeten ook vaak om de tweede lijn bij hun plannen te betrekken, terwijl hun plannen wel grote gevolgen hebben voor de tweede lijn.” SOLIDE BASIS Wie tussen de regels door leest, ziet dat beide partijen eigenlijk hetzelfde zeggen en lijken te willen. Wat de cirkel weer terugbrengt bij de transitiefase waarin de huisartsenzorg zich bevindt. De huisarts moet ondernemen, maar denkt in feite in veel gevallen nog steeds niet als een ondernemer. De huisarts wil innoveren, heeft goede ideeën. Maar de ‘ondernemer’ die de ideeën in een businessplan moet gieten, heeft zijn plek in het hoofd van de huisarts nog niet gevonden. Onderwijl is het aan de om de zorg heen cirkelende partijen om hier een solide basis te leggen waarop de ‘ondernemers’ kunnen bouwen. Als die stap aan alle kanten wordt genomen, zullen innovaties binnen én buiten de huisartsenpraktijk in de toekomst makkelijker van de grond gaan komen. 7
huisartsenservice
DOOR Edgar Kruize
aan het innovatieklimaat in de zorg in Nederland.”
LANDELIJK Wedde Dat ZORGINNOVATIE’t Lukt wint PLATFORM zorginnovatieGELANCEERD
prijs
Eind november is het nieuwe platform Zorginnovatie.nl gelanceerd. Deze website profileert zich als het eerste open platform voor zorginnovatie en bevatte op het moment van lancering meer dan 200 innovaties en 1.400 innovators. Het nieuwe platform heeft zich ten doel gesteld om de totstandkoming van innovaties in de Nederlandse gezondheidszorg te versnellen en te verbeteren. Dit wordt zowel gedaan met behulp van een online innovatiecommunity, als via actieve ondersteuning van de aangesloten organisaties die hun regionale netwerken en initiatieven inzetten. De focus ligt hierbij op het samenbrengen van partijen, het vroegtijdig toetsen van de ideeën aan de markt, het borgen van de opschalingscriteria, het genereren van specifieke informatie en het vinden van steun en financiering. Directeur van de Stichting Zorginnovatie Nederland Wilco Schuttelaar: “Met dit nationale podium voor innovaties, een community van diverse stakeholders én regionale partners die de innovaties inhoudelijk ondersteunen, wordt een geweldige impuls gegeven
Huisarts Hans Berg uit het Groningse dorp Wedde heeft de tweejaarlijkse De Niek de Jong Prijs gewonnen met zijn initiatief Wedde Dat ’t Lukt, dat vrijwillige burenhulp en professionele zorg samenbrengt. Door deze samenvoeging, kunnen bewoners uit Wedde langer zelfstandig thuis wonen.
De Niek de Jong Prijs wordt iedere twee jaar door Zorgverzekeraars Nederland uitgereikt voor ‘goed nieuws in de gezondheidszorg’ en werd in 2000 in het leven geroepen bij het afscheid van toenmalig algemeen directeur Niek de Jong. De prijs wordt financieel mogelijk gemaakt door Innovatiefonds Zorgverzekeraars. Berg kreeg zijn prijs begin november uitgereikt tijdens het congres ZorgNL2015, waar een negental innovatieve zorgprojecten in de eerste lijn werd gepresenteerd aan de voornamelijk vanuit de zorgverzekeraars afkomstige congresdeelnemers. Aan de prijs is een bedrag van 20.000 euro verbonden. Dit bedrag wordt door Berg ingezet om nieuwe initiatieven mogelijk te maken. 8
huisartsenservice
PILOT IN GRONINGEN MET VERSNELDE VERPLEEG- EN VERZORGINGSHUISPLAATSING Na successen in de tweedelijn, is ZorgnaZorg met huisartsenpraktijk De Vuursteen in Groningen een pilot gestart met versnelde plaatsingen van patiënten in verpleeg- en verzorgingshuizen. ZorgnaZorg, een innovatieve coöperatie tussen ziekenhuizen en zorginstellingen in Noord Nederland, regelt op initiatief van de huisartsen de plaatsingen van patiënten in
verpleeg- en verzorgingshuizen. Dit verkort de wachttijd voor de patiënt aanzienlijk. Ook wordt voorkomen dat een patiënt onnodig naar een ziekenhuis wordt gestuurd. “Voordeel voor de patiënt is dat hij enerzijds sneller geplaatst kan worden en anderzijds zoveel mogelijk op de plek van voorkeur terecht komt”, aldus ZorgnaZorg over het project. “Voor de huisarts betekent deze samenwerking dat hij/zij niet zelf op zoek hoeft naar een passende plek. ZorgnaZorg neemt deze taak, net als bij de ziekenhuizen, van hen over. De gewonnen tijd kan de huisarts aan zorg besteden.” Huisartsenpraktijk De Vuursteen neemt op eigen initiatief deel aan ZorgnaZorg en is daarin de eerste in Groningen. ZorgnaZorg noemt deze pilot een belangrijke ontwikkeling waarbij bestaande kennis en kunde wordt ingezet voor de huisarts als belangrijke speler in het regionale zorgnetwerk.
PVDA pleit voor meer e-health consults huisartsen
lingen die er zijn enthousiast omarmen. Dat moet wat mij betreft uit de beroepsgroep zelf komen”, aldus VVD-Kamerlid Leendert de Lange. “Het is onze taak als politici om regels en wetten die dat blokkeren weg te nemen.”
Eigen risico niet van invloed op huisartsenbezoek Een hoger eigen risico heeft niet geleid tot een veranderde frequentie in huisartsbezoek. Ongeveer 3% van de Nederlanders mijdt om financiële reden af en toe een huisarts. Dit percentage is echter niet veranderd sinds 2009.
PvdA-Kamerlid Lea Bouwmeester pleit ervoor dat het Ministerie van Volksgezondheid zorginnovaties als Skype-consults en instructiefilmpjes via YouTube meer en beter ondersteunt. “De wereld om ons heen verandert door innovatie en techniek, maar het zorgsysteem verandert niet mee”, aldus Bouwmeester tegenover website Nu.nl, waar zij aangeeft dat het zorgsysteem al 30 jaar zit vastgeroest. “We zien opa’s en oma’s met hun kleinkinderen skypen, maar diezelfde opa’s en oma’s, die ‘s nachts liever niet naar de huisartsenpost willen, kunnen niet via Skype met een huisarts spreken”, aldus het Kamerlid, dat stelt dat er vanuit de overheid verkeerde prikkels worden gegeven. “Dokters krijgen nu betaald als ze iemand in de spreekkamer krijgen. De prikkel zit ‘m nu heel erg in het bestaande zorgaanbod dat gericht is op een fysieke afspraak, het vullen van bedden in ziekenhuizen. Maar dokters die bezig zijn met het verbeteren van de kwaliteit, worden financieel onvoldoende bijgestaan.” De VVD is het met Bouwmeester eens. “Ik denk dat het goed is als artsen de technologische ontwikke-
Half miljard voor innovaties
Op zich valt huisartsenbezoek ook altijd binnen de basisverzekering en is het niet voor eigen risico, de zorgmijders in andere takken van zorg nemen wel toe, zo blijkt uit onderzoek dat is gedaan in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, samen met de Consumentenbond, de Landelijke Huisartsenvereniging en Zorgverzekeraars Nederland. De cijfers lopen tot 2013 en in de periode 2008-2013 is het percentage patiënten dat ondanks een verwijsbriefje de stap naar de specialist niet maakte van 20 naar 27% gegaan. Uit hetzelfde onderzoek blijkt tevens dat patiënten hun medicijnen ondanks verhoogd eigen risico wel vaker zijn gaan ophalen bij de apotheek. 34% van de patiënten deed dit niet in 2008, tegen 2013 is dat aantal naar 29% geslonken. 9
huisartsenservice
Minister Edith Schippers (Volksgezondheid en Welzijn) heeft aangegeven de komende tijd bij elkaar bijna 130 miljoen euro in duurzame medisch-technologische innovaties te willen investeren. Door samen op te trekken met het bedrijfsleven via de topsector Life Sciences & Health, komen de investeringen de komende twee jaar op zo’n half miljard euro uit. Basis voor de investeringen zijn de zogenaamde health deals tussen overheid en het bedrijfsleven. Deze moeten een duurzame ontwikkeling van de zorg verder op weg helpen, met een focus op innovaties op het gebied van e-health, gezondheidsapps en sensoren. Minister Schippers in een brief aan de Kamer: “Als we willen dat de gezondheidzorg klaar is voor de toekomst, moeten we open staan voor nieuwe technologische ontwikkelingen. Daarbij moet het gaan om wat individuele patiënten nodig hebben, en niet om wat de zorg en de medische technologie aanbiedt. Het is cruciaal dat we de focus verleggen naar wat mensen nodig hebben om zo goed mogelijk te kunnen functioneren. Niet alleen in het ziekenhuis en bij het gezondheidscentrum. Ook op het werk, in de buurt en thuis. Deze omslag vraagt veel van de mensen in de zorg en bedrijven in de sector. De vraag verandert, dus moet het aanbod mee veranderen en moeten beroepen en opleidingen dat ook.”
X
DOOR Zorganimaties
Zorganimaties Hulp voor de patiënt, mantelzorger en de zorgverlener Patiënten en hun mantelzorgers krijgen steeds meer taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de eigen gezondheidszorg. Een onontkoombare ontwikkeling gezien de vergrijzing en de beperkte financiële middelen om alle zorgtaken te blijven uitvoeren. En als mensen daar lichamelijk en geestelijk toe in staat zijn, dan is daar ook iets voor te zeggen. Theoretisch dan, want in de praktijk komt er vaak nogal wat meer bij kijken dan alleen ‘het-in-staatzijn’.
ZELFSTANDIGHEID Zorganimaties is een nieuw bedrijf dat zich ten doel heeft gesteld om op een aantal terreinen de informatieen kennisoverdracht aan patiënten te verbeteren. En om tevens daar waar mogelijk de patiënt te motiveren om te doen wat van hen verwacht wordt. Dit doen we door middel van animatievideo’s, waarvan de doelstelling is om patiënten en hun mantelzorgers te ondersteunen om de zaken, die voor hen belangrijk of nuttig zijn in het kader van het zorgproces, te begrijpen en te onthouden.
KENNISOVERDRACHT Kennis, begrip en onthouden van hetgeen er van de patiënt en mantelzorger wordt verlangd, zijn een noodzaak om de benodigde taken en verantwoordelijkheden adequaat uit te voeren. Motivatie is dan onmisbaar om mensen überhaupt iets met overtuiging te laten doen.
De beter geïnformeerde patiënt en mantelzorger zijn niet alleen in staat om meer te doen, maar zullen de taken ook beter uitvoeren. Daar profiteert de patiënt zelf van, maar ook de zorgverlener. Althans dat zou – in de visie van Zorganimaties – zo moeten zijn, want een zorgverlener die voordeel ervaart van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de patiënt is een voortdurende bron van motivatie in de richting van deze patiënt!
Een ander aspect van de patiënt die meer zelf moet doen en daarom meer moet weten is de vraag, wie die kennis overdraagt. Veelal komt dit terecht bij de zorgverlener die het dichtst bij de patiënt staat, in veel gevallen de huisarts en zijn staf, maar soms ook de apotheek of de thuiszorgmedewerker. Er is dus in het belang van de patiënt, de mantelzorger en de zorgverlener behoefte aan overdracht van kennis, die aantrekkelijk is en eenvoudig is te vinden en te begrijpen.
DE EERSTE PRODUCTEN, VOORDEEL VOOR ALLE BETROKKENEN Er valt aan een patiënt oneindig veel uit te leggen, dus waar te beginnen? Volgens het motto ‘beter met iets te beginnen, dan te wikken en wegen en niets te doen’, heeft Zorganimaties de eerste concrete producten ontwikkeld. Deze richten zich op alle patiënten met een chronische 10
huisartsenservice
aandoening en hebben direct een herkenbaar positieve uitwerking hebben voor de zorgverlener.
1. Praktijkanimatie Iedere patiënt met één of meer chronische ziekte(n) bezoekt regelmatig de huisarts. De patiënt moet natuurlijk weten waar de huisarts is gevestigd en op welke tijden hij bij de huisarts terechtkan. Maar de huisarts deelt graag meer met de patiënt. De gemiddelde huisartsenwebsite bevat acht tabbladen met informatie over een groot aantal onderwerpen. Maar hoeveel patiënten nemen de tijd en hebben de vaardigheden om de hele website te bekijken? Praktijkanimatie is een animatievideo, waarin de belangrijkste wetenswaardigheden van de huisartspraktijk worden gepresenteerd, zodat de patiënt direct op de hoogte is. En dat is niet alleen handig voor de patiënt, maar ook voor de huisarts, omdat die informatie dan in ieder geval door de patiënt is gezien en hopelijk verwerkt. Veel huisartsen hebben ook nog een informatie-aanbod in de wachtkamer van de praktijk. Praktijkanimatie is ook geschikt om in de wachtkamer getoond te worden, waarmee het een dubbelfunctie heeft. Praktijkanimatie is voor de huisarts eenvoudig up-todate te houden en aan te passen. Een voorbeeld is te zien op: www. zorganimaties.nl/praktijkanimatie 11
huisartsenservice
e i t c e l Se DOOR Esther Schulting
MEDISCHE TIPS & TRUCS
AMSTERDAM IN STIJL Als je niet in de hoofdstad woont ben je al snel de weg kwijt na het verlaten van het Centraal Station. De ‘9 straatjes’, waar dan? En voor je het weet beland je in de Kalverstraat en dat is nu net wat je niet wilt. Monique van den Heuvel – zelf al vele jaren woonachtig in de stad - deelt in dit boek haar favoriete adresjes; de verborgen plekken in de zijstraten van Amsterdam. Van hippe winkeltjes tot eettentjes met de lekkerste koffie, vintage winkeltjes en gezellige hotelletjes. Twee van onze favorieten: Coffee & Coconuts. Een creatieve plek gesitueerd in een oude bioscoop uit de jaren ‘20, waar je een lekker drankje kunt drinken en je ogen uitkijkt met al het moois om je heen. En de dag afsluiten in Noord bij Pllek, gelegen aan het IJ. Lekker (veelal biologisch) eten met het haardvuur aan, terwijl je uitkijkt over Amsterdam. ISBN: 9789021559216
2. Welkomanimatie Iedere patiënt gaat ooit eerst naar een zorgverlener of zorginstelling. Het welkom heten van een patiënt door een zorgverlener of zorginstelling - samen hier zorgaanbieder genoemd - kan helpen bij de waardering voor de zorgaanbieder en een bijdrage leveren aan het respect van de patiënt voor de zorgaanbieder, daarnaast is het respectvol naar de patiënt. Met de Welkomanimatie is het een kleine moeite om de patiënt welkom te heten. En dit geldt misschien nog wel extra voor de patiënt uit een ander land, met een andere cultuur, met andere gewoonten en vooral ook met een andere taal. De Welkomanimatie kan dan in de ‘vreemde’ taal worden ingestart. Dit is niet alleen gastvrij, het is essentiële informatie voor de patiënt over de zorgaanbieder. Dit helpt de zorgaanbieder weer omdat de patiënt op de gewenste
manier omgaat met, en gebruik maakt van de faciliteiten. Welkomanimatie is een animatievideo, waarin de zorgverlener of een vertegenwoordiger van de zorginstelling de patiënt welkom heet en informeert over een aantal basale wetenswaardigheden van de zorgaanbieder. Welkomanimatie is voor de zorgaanbieder eenvoudig up-to-date te houden en aan te passen. Een voorbeeld is te zien op www. zorganimaties.nl/welkomanimatie. KOSTEN Een Praktijkanimatie kent eenmalige kosten: startkosten van € 150,00 en € 100,00 per module van 1 minuut. In deze kosten zijn tevens de eerste drie maanden abonnement inbegrepen. Praktijkinformatie is dynamisch en kan ieder moment veranderen. Indien de huisarts na drie maanden een abonnement afsluit, dan kunnen
12
huisartsenservice
deze wijzigingen blijvend worden doorgeven op de website, waarna de Praktijkanimatie wordt aangepast. Een abonnement kost € 12,50 per maand per module, waarmee de Praktijkanimatie steeds up to date blijft. Het is mogelijk de Praktijkanimatie te laten sponsoren. Daardoor kunnen de kosten met 20-64% afnemen. Mocht u interesse hebben in onze producten, meer willen weten of heeft u een specifieke behoefte op dit gebied, neemt u dan contact met ons op via:
[email protected] AANBIEDING Zorganimaties biedt in samenwerking met HuisartsenService de eerste 30 praktijken de animaties met grote introductiekortingen aan: De eerste tien betalen 10% van de normale eenmalige kosten, de tweede tien 25% en de derde tien betalen 50% van de normale eenmalige kosten.
DE GROENE KOOKACADEMIE Wil je (beter) leren koken met natuurlijke producten, dan ben je bij De Groene Kookacademie (100% EKO gecertificeerd) aan het juiste adres. Je kunt er cursussen volgen en workshops. De laatste tijd bijvoorbeeld zijn ‘vergeten groenten’ weer volop te krijgen, maar hoe bereid je deze? Of ben je al een topper in de keuken maar zoek je wat verdieping, laat je dan inspireren door de opleiding ‘De Natuurkeuken’ bijvoorbeeld. Ook leuk; op de website staat een keur aan (h)eerlijke recepten. Wij beginnen alvast met de pompoenmuffins! www.groenekookacademie.nl
PLAATJES DRAAIEN De feestdagen draaien vooral om gezelligheid en samen zijn. En wat leuker dan lekker ouderwets plaatjes draaien! Helemaal met deze van Crosley genaamd ‘Bermuda’, een platenspeler en meubel in één. De ‘Bermuda’ heeft een aux-ingang, snaaraandrijving, twee afspeelsnelheden, een diamanten naald en stereo speakers en je koopt ‘m in de stijlvolle kleur Vintage Red. O.a. via www.gadgethouse.nl € 249,95 (vandaag besteld, morgen in huis, mits op voorraad)
13
huisartsenservice
DOOR Edgar Kruize
INTERVIEW
Hans de Groot ALLERGOLOOG
“De huisarts moet vinger aan de pols blijven houden bij sublinguale immunotherapie”
E
r is steeds meer bewijs dat immunotherapie zowel veilig als effectief is voor patiënten met allergische rhinitis en allergische conjunctivis, waarbij traditionele medicatie als een neusspray of antihistaminetabletten niet het gewenste resultaat geeft. Sublinguale immunotherapie is bij uitstek iets wat een huisarts voor zijn rekening kan nemen, maar het is zaak de patiënt daarin goed te diagnosticeren, begeleiden en monitoren. De impact die allergie heeft op het leven van patiënten wordt steeds meer erkend. Waar allergieën, die kort door de bocht in de categorie ‘hooikoorts’ vallen, in het verleden werden weggezet als ‘welvaartsproblemen’, is anno 2015 inmiddels onomstotelijk bewezen dat deze klachten van zeer grote impact kunnen zijn op de kwaliteit van leven van een patiënt. In ernstige gevallen, zo blijkt uit onderzoek, is de impact net zo ingrijpend als allergische astma. “Waarbij het toch op zijn minst opvallend te noemen is dat mensen bij de term allergische astma een patiënt direct serieus nemen en er een zorgtraject klaar staat, terwijl men bij hooikoorts redeneert dat men maar een antihistaminepilletje moet nemen en moet doorbijten tot het seizoen voorbij is.” Dr. Hans de
14
huisartsenservice
Groot, als allergoloog verbonden aan de Reinier de Graaf Groep, Delft, vindt het onbegrijpelijk dat dit lange tijd de gang van zaken is geweest. Temeer daar de impact van allergie op de maatschappij enorm is. “Dat is ook een reden om bij voorkeur de term allergische rhinitis te hanteren, dit is een veel bredere aandoening dan slechts een seizoensgebonden probleem. Het is een hardnekkige fabel dat dergelijke klachten zich in een korte afgebakende periode in het jaar voordoen. Nog los van huisstofmijtallergie, dat het hele jaar impact heeft, geldt voor een allergie voor pollen dat het maar net afhankelijk is waar de patiënt overgevoelig voor is. Dit omdat deze gespreid over het jaar in de lucht aanwezig zijn. In het slechtste geval kan een patiënt indien voor boompollen en graspollen overgevoelig, van december als de pollen van de els in de lucht komen, tot september als er nog grassen in bloei staan last hebben. Dat is dus het overgrote deel van het jaar. Er is in Amerika onderzoek gedaan en daar blijkt dat hooikoorts en andere allergische aandoeningen van luchtwegen en ogen de grootste negatieve impact hebben op de productiviteit van de werkende populatie. Men heeft neusklachten zoals verstopte neus, slaapt slecht of niet, kan zich daardoor slecht concentreren overdag, et cetera.”
15
huisartsenservice
KENNIS Dat laatste vraagt dus om een serieuze behandeling, een taak die volgens De Groot prima bij de huisarts neergelegd kan worden. “Hier is zelfs studie naar gedaan, de huisarts is in deze zeker de aangewezen partij om dit traject met een patiënt in te gaan. Voor de echt zware gevallen, is een specialist uiteraard aan te raden, maar het overgrote deel van patiënten met hooikoorts kan door de huisarts worden gezien of behandeld. Wel geldt hierbij uiteraard dat de huisarts weet waar hij of zij het over heeft, weet wanneer iemand bijvoorbeeld voor grassen een allergie heeft ontwikkeld of voor boompollen. Het is dus zaak goed naar de patiënt te luisteren, om zo de oorzaak van de klacht te achterhalen. Maar zelfs dan, helpt medicatie niet altijd en dan is het een moment om verder te kijken.” LAGERE DREMPEL Voor patiënten met hardnekkige klachten, kan immunotherapie worden overwogen. Er is steeds meer bewijs dat subcutane immunotherapie (SCIT) en sublinguale immunotherapie (SLIT) effectieve en veilige behandelingen zijn waar patiënten met allergische rhinitis en allergische conjunctivis veel baat bij kunnen hebben. Samen met huisarts Reinout van Bentvelt van huisartsenpraktijk Kwintrum in Kwintsheul
TEKST Esther Schulting
heeft Hans de Groot recent een nascholingsartikel gepubliceerd in Huisarts & Wetenschap over deze behandelmethoden. De Groot geeft aan dat bij uitstek een SLIT perfect binnen de huisartsenpraktijk ingesteld kan worden. “Voorop gesteld, dit is een behandeling die kan worden overwogen bij patiënten waarbij de traditionele medicatie bewezen niet effectief is en waarbij de klachten aanhouden, of bij patiënten die om wat voor reden deze standaard medicatie niet kunnen of willen gebruiken. Een SCIT-behandeling werkt middels onderhuidse injecties. De indicatiestelling en de instelling daarvan zijn voorbehouden aan een specialist. Een SLIT behandeling echter, waarbij wordt gewerkt met oraal in te nemen smelttabletten, kan door de huisarts worden ingesteld. Ik ben er van overtuigd dat veel patiënten hierbij gebaat kunnen zijn, omdat er een lagere drempel is om naar de huisarts te gaan. Er kleven echter ook risico’s aan het feit dat men niet meer op vaste momenten naar een specialist hoeft.” THERAPIETROUW De reden dat er alleen voor patiënten met hardnekkige klachten voor immunotherapie gekozen wordt, is omdat de behandeling behoorlijk intensief en ook kostbaar is. In het geval van SCIT geldt een instelperiode van enkele maanden, waarbij het allergeen in toenemende mate wordt toegediend. Als de meest effectieve dosis is bereikt, start de onderhoudsperiode en dit is een proces dat jaren kan duren. De Groot: “De instelfase valt bij voorkeur buiten het seizoen van allergie. Het probleem is vaak dat patiënten pas naar de zorgverlener komen op het moment dat zij ernstige klachten hebben. Eer zij het traject van immunotherapie in gaan, zijn de daadwerkelijke klachten er doorgaans niet meer, dus op dat vlak is er een kans op uitval. Feit is wel dat men voor injecties steeds weer terug moet komen, wat uiteindelijk
“Het is een hardnekkige fabel dat hooikoortsklachten zich in een korte afgebakende periode in het jaar voordoen” maakt dat er bij SCIT-behandeling uiteindelijk een vrij hoge therapietrouw te realiseren is, ook al kunnen de klachten van de patiënt pas laat in dit behandeltraject af beginnen te nemen. In het geval van een SLIT-behandeling kan dit impact hebben op de therapietrouw.” UITVAL Voor een SLIT-behandeling komen met name patiënten in aanmerking die last hebben van graspollenallergie. Naar verwachting komen binnen afzienbare tijd ook SLIT-tabletten voor huisstofmijtallergie op de markt. Een probleem is hierbij dat het uitblijven van direct resultaat van directe invloed is op de therapietrouw. De patiënt hoeft voor een SLIT-behandeling niet elke keer naar de huisarts, maar moet zelf het medicijn tot zich nemen. “Uiteraard moet de kuur wel onder begeleiding van de huisarts starten, om eventuele bijwerkingen op de tabletten te ondervangen. Daarna is het echter aan de patiënt zelf om met strakke regelmaat de tabletten elke dag voor 3 jaar in te nemen. Zeker in de periodes van het jaar dat de klachten er niet zijn, merk je dat patiënten af en toe een tablet vergeten, de urgentie niet meer zien en gaandeweg afhaken. Na het eerste jaar vertoont gemiddeld nog maar 60 procent therapietrouw, in het tweede jaar is dit gedaald tot slechts 30 procent en na drie jaar is het minder dan
16
huisartsenservice
18 procent dat de immunotherapie heeft afgemaakt. Die enorme uitval maakt dat deze patiënten last blijven houden en er tegelijkertijd een enorme verspilling heeft plaatsgevonden.” PATIËNTONDERSTEUNING Op dat vlak ligt met name voor de huisarts een enorme uitdaging. Er zijn vanuit de industrie verschillende therapieondersteunende programma’s beschikbaar, maar belangrijker is dat een huisartsenpraktijk zelf ook vinger aan de pols houdt, zo stelt De Groot. “Het menselijk contact in deze is zeer belangrijk, temeer daar het hier een langdurig proces betreft. Patiënten moeten er van bewust zijn dat het voor hun eigen bestwil is dat ze de immunotherapie afmaken, ook al zullen de effecten wellicht in eerste instantie niet snel genoeg tonen. Zeker bij een SLIT is het van belang dat men goed begeleid wordt. Er is steeds meer bewijs dat immunotherapie zowel veilig als effectief is voor patiënten waarbij traditionele medicatie als een neusspray of antihistaminetabletten niet het gewenste resultaat geeft. Als een patiënt de behandeling echter niet afmaakt, dan zullen de klachten aan blijven houden en zijn er voor niets kosten gemaakt. Laat de patiënt daarom regelmatig terugkomen om zijn ervaringen te delen, vraag naar eventuele bijwerkingen of tevredenheid over de behandeling en vraag uiteraard naar de gewenste inname en of de patiënt zich hier aan heeft gehouden. Alleen op deze manier zal het nut van therapietrouw worden ingezien, de uitval uiteindelijk gaan verminderen en de patiënt een effectieve behandeling voor zijn hooikoorts krijgen.” Het nascholingsartikel Immunotherapie Voor De Huisarts van Hans de Groot en Reinout van Bentvelt is in september 2015 verschenen in Huisarts & Wetenschap. Het artikel is online terug te vinden: http://www. henw.org/archief/id6370-immunotherapie-voor-de-huisarts.html
HUISARTS IN BEELD
In de rubriek ‘Huisarts In Beeld’ belicht HuisartsenService ditmaal Else van Krieken, werkzaam in Het Anker, Maassluis. Hoe ziet de samenstelling van uw praktijk er uit? “Huisartsenpraktijk Het Anker is een huisartsengroep met een team van drie vrouwelijke huisartsen, een tweetal huisartsen in opleiding, doktersassistenten, spreekuurondersteuner huisarts (SOH), praktijkondersteuners (POH) voor geestelijke gezondheidszorg en chronische ziekten (zoals HVZ, DM2, COPD/Astma) en een praktijkverpleegkundige voor de ouderenzorg. Tevens is er samenwerking binnen het lokaal GGZ-netwerk en binnen het sociaal domein met senioren welzijnszorg Maassluis.” Het Anker noemt haar kernkwaliteiten ‘daadkrachtig’ en ‘innovatief ’. Waaruit blijkt dit? “We zien de zorg aan patiënten als teamwork. Op deze manier versterken we elkaar om zorgvernieuwing in onze praktijkvoering te realiseren. Innovaties hierbinnen betreffen onder ander het teamleren. Voor complexe ouderenzorgvraagstukken maken we gebruik van het multidisciplinair overleg, waarbij patiënt en diens mantelzorger ook betrokken worden, om maatwerk te realiseren. Tevens proberen we de praktijkvoering LEAN te maken. Door onze werkprocessen binnen de praktijk te verbeteren, hoeven patiënten minder lang te wachten. De huisartsenzorg is dynamisch en steeds in ontwikkeling. Welke innovaties hebben voor Het Anker veel impact gehad? “Wij hebben door een in 2013 gestarte samenwerking met senioren welzijnszorg Maassluis, de zorg voor onze kwetsbare ouderen, die steeds langer zelfstandig thuis wonen, kunnen verbeteren. Door opeenstapeling van factoren neemt de zorgzwaarte in de thuissituatie toe. Signalen van eenzaamheid, stemmingsklachten, een klein of afwezig sociaal netwerk en een verhoogd valrisico, bereiken ons soms veel te laat. Ook de overbelasting van mantelzorgers is een groeiend probleem. Hiertoe is het ‘welzijn op recept’ bedacht; een verwijzing door de huisarts naar welzijnszorg. Zo kunnen we in een eerder stadium potentiële gezondheidsrisico’s in kaart brengen en hun persoonlijk functioneren verbeteren.” Zorgverband is eveneens een op ouderen gerichte innovatie, nietwaar? “Zorgverband is een middel om de communicatie tussen patiënt, diens thuiszorg, diens mantelzorger en diens behandelaren in onderlinge samenhang te optimaliseren. Wij doen dit sinds dit jaar, in samenwerking met onze Zorgorganisatie Eerste Lijn (ZEL.nl).
17
Multimorbiditeit met toenemende verminderde zelfredzaamheid maakt dat samenwerking en multidisciplinaire zorg in samenhang met snelle communicatie onderling steeds belangrijker wordt. Zorgverband, met daarbinnen een digitaal gedeeld zorgleefbehandelplan en gedeelde diagnostische instrumenten, maakt dit mogelijk. Het zorgt voor snelle onderlinge communicatie en daardoor goede zorgafstemming. De patiënt en mantelzorger kunnen hierbinnen ook een actieve rol spelen en zelf de regie houden.” Het werk van ZEL.nl gaat breder, wat is uw functie daarbinnen? “De Zorgorganisatie Eerste Lijn in Naaldwijk is er voor alle eerstelijnszorgverleners in de regio Delft Westland Oostland (DWO) en Nieuwe Waterweg Noord (NWN). ZEL helpt ons verbindingen te leggen tussen alle eerstelijnszorgverleners, gemeenten, ziekenhuizen en de verpleging en verzorging. Dit om op lokaal niveau samenwerking te realiseren. Binnen ZEL werken diverse huisartsen om vanuit hun expertise regionale doelstellingen te vertalen naar eenvoudige of handzame werkwijzen voor op de werkvloer van huisartspraktijken en binnen hun zorgnetwerk. Ik ben kaderhuisarts Beleid & Beheer, met expertise in de ouderenzorg en vervul mijn functie binnen ZEL als medisch adviseur/projectleider. Door mijn ervaringen in te zetten kan ik mijn steentje bijdragen om persoonsgerichte zorg en multidisciplinaire samenwerking binnen huisartspraktijken regionaal gerealiseerd te krijgen. Ik vind het leuk om landelijke en regionale ontwikkelingen naar onze huisartspraktijken te vertalen.” Wat zijn recente ontwikkelingen die daar uit zijn voortgekomen? “Momenteel heeft ons projectteam onder leiding van mij en beleidsmedewerker Antoinette Smallegange samen met de VVT’s in onze regio het eerstelijns adviesconsult Specialist Ouderengeneeskundige (SO) voor de huisarts ontwikkeld. Dit is per 1 november van start gegaan in de regio NWN. De Frankelandgroep, Zonnehuisgroep Vlaardingen en Argos zorggroep, onder begeleiding van ZEL, hebben de handen ineen geslagen en er zijn samenwerkingsafspraken gemaakt omtrent het adviesconsult Specialist Ouderengeneeskunde. Het doel van de consultatie is de huisarts te helpen om complexe meervoudige zorgproblematiek van kwetsbare 75-plussers nader in kaart te brengen, de zorgbehoefte te diagnosticeren en een advies te geven voor verdere begeleiding binnen de eerste lijn. De huisarts blijft hoofdbehandelaar.”
huisartsenservice
X COLUMN
TEKST Frans-Joseph Sinjorgo
De innovatieve kracht van King Kong! Met de gedachte dat het thema innovatie een kolfje naar mijn hand is begon ik aan mijn columnistische bijdrage voor HuisartsenService. Zonder de waarheid geweld aan te willen doen, rechtte ik de rug en scherpte de pen. Met de werktitel ‘de aanhouder wint’, stroomden de woorden als een soort van bevrijding op het papier.
handen dan ook wijselijk in mijn zakken. Wanneer je de media leest, word ik in mijn denken gesterkt dat er toch echt iets goed mis is met de innovatiekracht van Nederland. Een greep van recent gelezen en gehoorde uitspraken. ‘Nederland zakt naar een achtste plaats op de innovatieladder’, ‘Geld voor innovatie vloeit uit Nederland weg’, ‘Nederland is goed in uitvinden, maar slecht in innoveren’,’ Angst grote bedrijven, remt innovatie’. Snapt u wat ik bedoel? Het opgelegde enthousiasme vanuit Den Haag krijgt in de praktijk totaal geen gehoor! Innovatie is het fundament onder onze economie. Er worden miljoenen euro’s in onze zogeheten kenniseconomie geïnvesteerd, maar de kwaliteit van ons onderwijs en het daaraan gekoppelde potentiële innovatieve vermogen staat nog steeds onder dat van België.
“Bouw bruggen en werk samen. Innoveren doe je nooit alleen!”
Na acht jaar mijn ziel en zaligheid in het innovatieve concept ‘drug rediscovery’ te hebben gestoken, was ik immers trots en opgelucht, dat afgelopen zomer alle betrokken autoriteiten mij eindelijk de kans gaven om in samenwerking met het veld goede oude medicijnen door te ontwikkelen naar nieuwe registreerbare toepassingen. De euforie van het moment werkte echter verraderlijk. Zonder dat ik het goed besefte, bleek na lezing van mijn kritisch bedoelde column, dat ik mijzelf tot een onderdeel van het systeem had gepromoveerd. Een systeem waarin onafhankelijke niet samenwerkende eilanden elkaar constant lopen te corrigeren en verbeteren waardoor er uiteindelijk niets tot weinig gebeurt! De berusting dat alles in de zorg lang duurt spatte van het papier af. Wanhopig deed ik mijn best om, zonder iemand voor het hoofd te stoten, verklaringen te vinden waarom hoog gespannen verwachtingen rond innovaties in de zorg, nooit lopen zoals ze zouden moeten lopen. Traditioneel houden wij namelijk binnen de zorg iedereen de hand boven het hoofd, laat staan dat wij met een beschuldigende vinger ergens naar durven te wijzen. Mijn moeder zei altijd ‘wanneer je met 1 vinger naar een ander wijst, dan wijzen er drie vingers naar jezelf!’ Om deze reden, houd ik mijn
18
Zonder leuk te willen zijn, ben ik dan ook van mening dat zodra het over innovatie gaat, wij in Nederland een koddig op zijn eigen borst rammelend resusaapje zijn, die denkt dat hij King Kong heet en op Skull eiland woont. Toen Kong van zijn eiland af kwam en contact kreeg met de mensheid kon de imaginaire creatie als antiheld tot leven komen. Zo werkt het ook met innovatie. Bouw bruggen, zet de eilandcultuur in de zorg aan de kant en werk samen. Innoveren doe je namelijk nooit alleen! Frans-Joseph Sinjorgo (24-01-‘59) treedt regelmatig op als dagvoorzitter tijdens diverse eerstelijnszorgbijeenkomsten en congressen. Momenteel is hij ook actief op het terrein van drug rediscovery.
huisartsenservice
e i t c e l Se DOOR Esther Schulting
MEDISCHE TIPS & TRUCS
SNOT WAS NOG NOOIT ZO HYGIËNISCH! Hier moesten wij toch hartelijk om lachen. Een neus als zeepdispenser, je verzint het niet! Leuk om in het toilet van uw zorgcentrum te hangen, als knipoog naar de bacillen en bacteriën waar u deze winter weer druk mee bent. Extra leuk als u hem vult met groene zeep. Hij is makkelijk op te hangen en hervulbaar. www.coolgift.com € 14,95
BIOGRAFIE GERT JAKOBS Het levensverhaal van de oud-wielrenner die als talentvolle amateur ongenaakbaar was maar zich bij de profs moest schikken in een knechtrol. Na gedwongen afscheid kwam hij letterlijk in een zwart gat terecht, waarbij hij aan de amfetamine verslaafd raakte, drie huwelijken zag stranden en al zijn geld kwijtraakte. Maar Jakobs had doorzettingsvermogen en krabbelde er bovenop. Nu geeft hij lezingen en is hij wieleranalyticus op TV. Intrigerend tot de laatste bladzijde. O.a. te koop via www.gertjakobs.nl
a selectie Uit-Agendvo orbehoud)
TINEKE SCHOUTEN 27 februari Schouwburg, Almere
JOHN CLEESE 1 mei De Oosterpoort, Groningen
VRIENDEN VAN AMSTEL LIVE 21 – 30 januari Ahoy’, Rotterdam
GUUS MEEUWIS 7, 8 maart Paard, Den Haag
UB40 7 mei Heineken Music Hall, Amsterdam
TOTO 14 februari De Oosterpoort, Groningen
MUSE 7 – 10 maart Ziggo Dome, Amsterdam
ROD STEWART 14 mei Ziggo Dome
CHEZ BROOD/BART CHABOT 20 februari Schouwburg, Almere
A-HA 31 maart Heineken Music Hall, Amsterdam
BRYAN ADAMS 24 mei Ziggo Dome
ENNIO MORRICONE 21 februari Ziggo Dome, Amsterdam
BOUDEWIJN DE GROOT 2 april De Oosterpoort, Groningen
DOE MAAR 14, 15 juni Ziggo Dome
(data onder
19
huisartsenservice
X ACHTERGROND
DOOR Edgar Kruize
Het vak van diabetespatiënt De transitiefase waarin de diabeteszorg zich bevindt, lijkt zich steeds verder uit te kristalliseren tot een situatie waarbij niet langer meer enkel de gemeten waarden op de bloedglucosemeter centraal staan, maar juist de persoon achter de waarden. Roche Diabetes Care voorziet de komende jaren de definitieve omslag. “Mensen met diabetes hebben maar één ‘job to be done’, dat is het vak van diabetespatiënt leren. Ofwel, leren omgaan met bloedglucosewaarden en daar hun leefstijl op aanpassen. Dat is een puzzel waar de meeste patiënten twee tot drie jaar over doen om die op te lossen.” Directeur Jan Joost Meijs van zorggroep De Roerdomp in Nieuwegein was daar enige tijd geleden heel helder over tijdens zijn Presentatie NieuweZorg. “Kijkend naar de uitdaging waar we nu voor staan op het gebied van chronische zorg; dan denk ik dat we toe moeten naar een andere patiëntsegmentering. ‘Welke hulp moet je bieden om het ‘vak van patiënt met diabetes’ te leren?’ ‘Wat levert, wat je doet, op buiten de eerste lijn?’ Het zijn vraagstukken waar meerdere stakeholders zich binnen de diabeteszorg op dagelijkse basis mee bezighouden. Integrale zorg is daarbij een door velen gehanteerd sleutelwoord, dat vraagt echter om
andere financieringsvormen. De stappen daartoe worden langzaam maar zeker wel gezet.” TANDENPOETSEN “De manier waarop Meijs de diabeteszorg omschrijft, is heel erg kenmerkend. ‘Het vak van patiënt met diabetes’ is niet alleen een metafoor, het is een werkelijkheid waarmee patiënten meer dan ooit zelf regie kunnen houden”, aldus Pieter Mackaaij, Market Access Manager bij Roche Diabetes Care. Bij een vak, hoort in feite een ‘vakopleiding’ en daar horen richtlijnen bij over de manier van werken. “Recent sprak ik een kinderarts en die vergeleek het met tandenpoetsen. Als een kind in het eerste jaar zelf tandenpoetsen, niet goed aanleert dat er minimaal twee minuten moet worden gepoetst, zal deze het de rest van zijn leven hoogstwaarschijnlijk nooit meer goed doen. Voor diabetes geldt hetzelfde. Patiënten die niet goed leren met hun ziekte om te gaan, zullen hun leven lang een zorg blijven, met alle kosten van dien.” MEETBARE KWALITEIT Roche Diabetes Care heeft hiertoe diverse therapieondersteunende programma’s ontwikkeld, afhankelijk van het profiel en de behoefte van de patiënt. De therapieondersteunende programma’s zorgen ervoor dat de 20
huisartsenservice
kennis van de patiënt wordt vergroot, zodat zelfmanagement wordt verhoogd en de diabetestherapie wordt geoptimaliseerd. De programma’s zijn in een pilotsetting in de tweedelijnszorg uitvoerig getest en met de hieruit voortkomende ervaringen, zijn ze dusdanig doorontwikkeld dat deze ook binnen de eerstelijnszorg van grote toegevoegde waarde kunnen zijn. “Diabetes is wiskunde, vandaar dat het zo belangrijk is dat patiënten ‘het vak’ leren. Zorgverzekeraars hebben tot op heden vooral gelet op kostenbesparende maatregelen en bepaalde meetbare kwaliteitsindicatoren. Dat betekent dat men enerzijds heeft gelet op de prijs van teststrips die bij bloedglucosemetingen worden gebruikt. Anderzijds zijn de eisen die aan de bloedglucosemeters worden gesteld steeds strenger geworden. Zo is op bloedglucosemeters bijvoorbeeld de normering ISO 15197:2003 verplicht, maar sommige verzekeraars verlangen nu de 2013-normering van deze ISO-standaard Deze stelt een nauwkeurigere standaard voor, maar is nog niet geharmoniseerd. Uiteraard voldoet Roche Diabetes Care aan alle gestelde kwaliteitseisen. Daarnaast hechten we er veel belang aan dat er ook wordt gekeken naar andere aspecten die belangrijk zijn bij zelfmanagement.”
“Door iemand actief te leren met zijn gezondheidsbepaling om te gaan, wordt hij ook zelfredzamer” BEWUST OMGAAN Dat laatste op diverse gebieden, zo geeft Pieter Mackaaij aan. Enerzijds uiteraard de medische interpretatie van de data. “Als iemand bijvoorbeeld een gemiddelde bloedglucosewaarde van 7 mmol/L heeft, kan dat óf betekenen dat deze persoon continu rond die waarde schommelt, of juist in het meest extreme geval tussen de waarden 1 mmol/L en 13 mmol/L heen en weer schommelt. In dat laatste geval heeft zo’n patiënt uiteraard een enorm risicoprofiel. In de toekomst zal die medische waarde in het hele zorgproces steeds belangrijker gaan worden. De uitdaging zit in het zo goed mogelijk omschrijven van de uitkomstdefinitie en in de registratie van de data. Aan de andere kant is er de patiënt die heel bewust moet omgaan met de meetmomenten en zich hierop goed moet voorbereiden. Wederom ‘het leren van het vak’ is essentieel.” EFFECTEN REALISEREN In de therapieondersteunende programma’s is die leercurve ingebouwd, zodat de patiënt consistent met zijn of haar meetmomenten omgaat en ook goed op de hoogte is van de stappen die genomen moeten worden voor een meting. “Als iemand bijvoorbeeld voorafgaand aan de meting een stuk fruit eet zoals een sinaasappel of een kiwi en ver-
volgens de handen niet wast, kan dit een afwijking in de meetresultaten van wel 50 procent betekenen. Hoe nauwkeurig de bloedglucosemeter dan ook is, op zo’n moment is de meting niet bruikbaar. Dit kan zorgen veroorzaken bij de patiënt, die als gevolg daarvan een beroep doet op de zorgverlener. Door iemand actief te leren met zijn gezondheidsbepaling om te gaan, wordt hij op de lange duur ook zelfredzamer. De waarden zijn niet meer abstract, men begint het effect te realiseren en te relateren aan een bepaalde situatie en kan de juiste inschatting maken van de te nemen handeling. Dit kan op termijn een significante gezondheidswinst opleveren. Voor zowel mensen met diabetes als de zorgverleners”. DIALOOG IS GAANDE Het traject dat hiertoe ingezet dient te worden is gaande en er worden steeds concretere stappen gezet. Roche Diabetes Care voert actief overleg met de diverse zorgverzekeraars en Pieter Mackaaij omschrijft dit als ‘uiterst zinvolle gesprekken’. “Zorgverzekeraars willen kwaliteit. Dat staat voorop en terecht uiteraard. Echter, we merken dat de definitie van wát die kwaliteit nu precies is, begint te veranderen. In het verleden keek men puur naar het verbruik en de kosten van teststrips en de kwaliteit van de bloedglucosemeters. 21
huisartsenservice
Inmiddels komt men tot het inzicht dat met enkel scherp inkopen de hogere zorgkosten op bredere schaal niet ondervangen kunnen worden. De kosten aan de inkoopkant zijn weliswaar gedaald, maar dit effect betrekt zich op de korte termijn. De verwachting is dan ook dat deze aan de andere kant van het zorgveld omhoog zullen gaan. Er wordt daarom gekeken naar manieren om alle aspecten te beïnvloeden en educatie, dan wel therapieondersteuning, bij de patiënt hieraan te laten bijdragen. Ik ben er van overtuigd dat binnen nu en twee jaar meerdere initiatieven zullen zijn ontplooid die een grote bijdrage zullen leveren in het efficiënter en effectiever inrichten van de zorg rondom mensen met diabetes. Dit kan ook resulteren in een nieuwe manier van zorginkoop en de rol van hulpmiddelen in dit proces. Hier zullen meerdere stakeholders een bijdrage aan leveren. Denk hierbij aan mensen met diabetes, zorgverleners, zorgverzekeraars, producenten van medicijnen of van medische hulpmiddelen. Laten we daarom vooral de dialoog met elkaar aan blijven gaan. Ik ben er van overtuigd dat dit zal bijdragen aan een verbetering van de zorg voor mensen met diabetes op een duurzame, efficiënte en effectieve manier.”
OPINIE X
DOOR Wolter Paans
Om tot adoptie te komen, gaat een innovatie gewoonlijk eerst door een diep dal Voor huisartsen en verpleegkundig specialisten is innoveren op technologisch vlak een noodzaak. Diagnostische mogelijkheden op basis van bijvoorbeeld sensortechnologie zullen een grotere plaats innemen in de huisartsenpraktijk in de nabije toekomst. Het hangt van verschillende factoren af, althans volgens de alom bekende theorie van Rogers, of dat u geneigd bent een bepaalde zorgtechnologische-, diagnostische- behandel-, of medicatie-innovatie snel of wat langzamer te adopteren. Rogers’ theorie is algemeen als herkenbaar aanvaard, maar eigenlijk maar slechts beperkt wetenschappelijk onderbouwd, zeker als het gaat om de transpositie naar de medische discipline.
nooit, of slechts als allerlaatsten iets met de innovatie gaan doen. Het is in ieder geval niet de groep om zwaar op in te zetten als je een innovatief idee aan de man wilt brengen. Volgens Rogers volgt de adoptie van een innovatie de helling en de daling zoals iedereen die zal herkennen in een normaalverdeling; een klassieke cumulatieve frequentiepolygoon. (Zie figuur 1).
zaam kunnen zijn bij het verspreiden van een innovatie:
1) Innovators: dit is een relatief kleine groep snelle beslissers; diegenen die er op gebrand zijn voorop te lopen als het gaat om DIFFUSION OF INNOVATIONS nieuwe ontwikkelingen. Een korte inleiding in Rogers’ inno2) Pioniers (early adopters): dit is vatie-theorie uit 1962: Diffussion of een iets grotere groep van mensen innovations. Rogers onderscheidde die op basis van meer rationele vier elementen die van belang zijn keuze tot het adopteren van om een nieuw idee te verspreiden: nieuwe ideeën komen. 3) De groep van ‘voorlopers’ (early 1) De kracht en de importantie van majority): ook zij zijn, weliswaar de innovatie zelf. wat later, beïnvloedbaar te over- 2) Zorgvuldig gekozen communicatie- wegen tot aanschaf en gebruik kanalen. over te gaan. 3) De factor tijd. 4) Het sociale systeem waarvan De laatste twee groepen, ‘the late gebruik gemaakt kan worden. majority’ en ‘the laggards’, ofwel ‘achterblijvers’ komen pas in actie Als het gaat om dat laatste punt als de innovatie eigenlijk alweer op onderscheidde hij typeringen van zijn retour is. Van de ‘achterblijvers’ mensen die meer of minder behulpzal een deel zich blijven verzetten en 22
huisartsenservice
Er is sinds 1962 vaak gerefereerd aan Rogers diffusietheorie. Echter, nu is er een nieuwe hype in het beoordelen van de adoptie van innovaties: the ‘hype cycle van Gartner’. GARTNER HYPE CYCLE De Gartner hype cycle is ontwikkeld door onderzoeksbureau Gartner Research en biedt inzicht in hoe een nieuwe technologische innovatie de cyclus doorloopt van veelbelovend vernieuwend object tot acceptatie van de eindgebruiker (figuur 2). Er blijkt een wetmatigheid te zitten in het verloop van het innovatietraject, tenminste als het gaat om serieuze vernieuwingen, waarbij grote bedrijven langdurig geïnvesteerd hebben. Het verloop in het kort: Er wordt eerst een grote verwachting van de innovatie geschept bij de introductie. Dan blijken de hoge verwachtingen bijgesteld te moeten worden; een duidelijke terugval en
Figuur 1 Innovatie curve volgens Rogers (1962) Bron: http://www. davidsonwp.com/ wp-content/uploads/ 2015/08/Rogers -adoption-innovation -curve.png
desillusie van de mogelijkheden maakt zich meester van het gebruikerspubliek en de daarbij horende kritische journalistieke reflecties. Er volgt een fase van beschouwing en realisme, om vervolgens toch stap voor stap gewaardeerd te worden, vaak ondersteund door doorontwikkelprogramma’s. De Gartner hype cycle wordt geregeld gepresenteerd en verschilt inhoudelijk van jaar tot jaar. Het biedt een interessant overzicht van de in ontwikkeling zijnde mondiale innovatieprojecten en het ingeschatte stadium van adoptie door de eindgebruikers. Wij berichtten in HuisarstenService editie 2 2014 (pagina 14-15) de komst van self tracking (zelfmetingsmogelijkheden door patiënten). Zo kan men zien dat ‘wearables’, oftewel de armbandjes voor sensorische zelfmeting, ook wel Quantified Self
(QS) technieken genoemd, zich volgens de Gartners hype cycle in 2015 ‘over de top’ bevinden en dat dus verwacht kan worden dat er nu een fase aanbreekt waarin er kritische beschouwingen volgen. Over de bruikbaarheid van deze technieken zullen kritische vragen gesteld gaan worden en de aandacht neemt af. Hoe diep het dal zal zijn alvorens er een verlichtend inzicht postvat en het gebruik substantieel geadopteerd zal zijn, is moeilijk voorspelbaar. Dat doet Gartner ook eigenlijk niet. Op basis van marktonderzoek worden innovaties gevolgd. De pieken en dalen van een bepaalde innovatie worden voornamelijk retrospectief in beeld worden gebracht in een curve. Wat de waarde en de mate van bewijsvoering van dit marktonderzoek is, laat ik graag aan de kritische lezer over, die de wens heeft zich hier verder in te verdiepen.
Figuur 2. De pieken en dalen die een technologische innovatie doormaakt volgens de theorie van Gartner.
Waarom kan het toch interessant zijn als huisarts dit hype verloop van technologische innovaties op de keper te beschouwen? Enkele opties: • Om te weten welke belangrijke (technologische) innovaties er zijn en in welke fase van adoptie ze zich (volgens Gartner) bevinden. • Om kennis te nemen van de technische terminologie die gebruikt wordt om innovatieve ontwikkelingen te duiden, zodat daarop verder naar informatie gezocht kan worden. • Om met onbekende technologische gebieden in aanraking te komen en via een eigen weg en met persoonlijke interesse verder te zoeken naar informatie over een bepaald innovatief onderwerp, ten gunste van de innovatieve ontwikkelingen in de eigen praktijk. Auteur: Dr. Wolter Paans, Lector Verpleegkundige Diagnostiek, Hanzehogeschool Groningen.
Voor een overzicht van de positie van technologische innovaties op Gartner’s Hype Cycle 2015 ga naar: http:// www.gartner.com/technology/ research/methodologies/ hype-cycle.jsp http://na2.www.gartner. com/imagesrv/newsroom/ images/emerging-tech-hc. png;wa0131df2b233dcd17
Bron: http://na2.www.gartner. com/imagesrv/newsroom/ images/emerging-tech-hc. png;wa0131df2b233dcd17
23
huisartsenservice
COLUMN X
TEKST Herman Bruins
DOOR Edgar Kruize
Innovatie in de zorg en in de farmacie van deze online tools zorg op maat te leveren zijn grenzeloos.
De Nederlandse zorg staat op hoog niveau. In 2014 behaalde Nederland wederom een prachtige overwinning op de jaarlijkse Euro Health Consumer Index (EHCI) en handhaaft de koppositie. Op de voet gevolgd door Zwitserland en Noorwegen. Is innovatie nodig, het gaat toch goed? Nederlanders leven steeds langer en brengen die ook in goede gezondheid door. De levensverwachting zal tot 2050 met nog eens zes jaar stijgen. De zorgvraag zal blijven toenemen. Het gebrek aan menskracht wordt steeds duidelijker. In totaal hebben wij 425.000 extra zorgverleners nodig de komende decennia. De zorgkosten en premies zullen, zonder ingrijpen, in het jaar 2030 tenminste verdubbeld zijn.
Een efficiënt voorbeeld van verbetering van kwaliteit in de zorg, is de selectie op patiënten die meer dan twee maal per jaar een antimycoticum hebben gebruikt en inhalatiecorticosteroiden gebruiken. De patiënt wordt vervolgens gebeld en er worden instructies gegeven voor het juist inhaleren inclusief spoelinstructie en aanvullende adviezen. Het verzamelen en analyseren van grote hoeveelheden gezondheidsdata en deze efficiënt en doelmatig toepassen om een hogere kwaliteit van leven te bereiken, zal de komende jaren alleen maar toenemen. Met de verhoging van de kwaliteit van leven zullen patiënten minder levens- en arbeidsbeperkingen ervaren. Het gevolg is dat er minder kosten of verlies van inkomsten zullen optreden als gevolg van ziekten of beperkingen.
“Als basis voor de innovatie moet de productiviteit omhoog”
Als basis voor de innovatie moet de productiviteit dus omhoog. Gezondheidswinst tegen aanvaardbare kosten. Voor de apotheken betekent innovatie om preventie en advies op een hoger niveau te krijgen maar tevens om minder fouten te maken, betere kwaliteit van zorg te leveren, leefstijl- en managementprojecten op te zetten en verspilling tegengaan. In de praktijk maken apotheken steeds meer gebruik van online farmaceutische analysetools waarbij er doelmatigheids- en kwaliteitscriteria worden gebruikt om groepen patiënten te selecteren. De mogelijkheid om met behulp
24
De apotheek is een spin in het web voor het verzamelen en deskundig analyseren van data. De vele directe contactmomenten met de patiënt maken deze informatie nog waardevoller. Het is aan de apotheker om deze meerwaarde in te zien, verstandig te gebruiken en onze positie als deskundig zorgverlener tot boven topniveau te krijgen. De heer Herman Bruins is apotheker in Hillegersberg te Rotterdam
huisartsenservice
INTERVIEW
Thys van der Molen “Te veel onnodige fouten bij inhalatorgebruik”
H
et overgrote deel van de gebruikers van een inhalator maakt fouten bij het gebruik van dit medische hulpmiddel. Het is professor Thys van der Molen, hoogleraar Huisartsengeneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, een doorn in het oog. “Goede uitleg is essentieel. Daar wordt nu veel te weinig tijd voor vrijgemaakt.” De cijfers zijn dan ook zorgelijk. Een onderzoek naar het gebruik van inhalatiemedicatie bij astmapatiënten toonde aan dat maar liefst 70 procent van de gebruikers één of meer essentiële fouten maakt. Een aantal van zo’n 30 procent maakt zelfs meer dan twee essentiële fouten. Deze cijfers hebben er in 2014 toe geleid dat de website www.inhalatorgebruik.nl is gelanceerd. Dit initiatief van de Longalliantie Nederland is er een die heel uitgebreid is en per inhalator duidelijk de protocollen uiteen zet over het gebruik. “Die site is goed, absoluut”, zo stelt Van der Molen. “Onderzoek heeft uitgewezen dat patiënten die het voor hen toepasselijke filmpje hebben gezien, hier ook daadwerkelijk iets van opsteken en hun inhalator vaker correct gaan gebruiken. Het grote probleem op dit moment is echter dat het overgrote deel van de gebruikers niet op het internet op zoek gaat naar een instructie. Niet eens omdat ze niet
geïnteresseerd zijn, maar puur omdat men denkt dat zij de inhalator reeds op een correcte manier gebruiken. Men weet helemaal niet dat ze iets verkeerd doen en daar zit een probleem.” ESSENTIËLE ZAKEN Dat laatste komt vooral omdat de patiënt een instructie krijgt bij de apotheker. Eentje die echter in de meeste gevallen niet afdoende blijkt. “Er worden jaarlijks miljoenen verspild aan medicijnen die door verkeerde inname niet het juiste effect hebben. Een van de meest gemaakte fouten is dat een patiënt voor het inhale-
“Een goede uitleg geven is enorm moeilijk, dat kan niet iedereen” 25
huisartsenservice
ren niet genoeg uitademt. Bij een reguliere in- en uitademing gebruikt een gemiddeld mens slechts zo’n 15 procent van de longcapaciteit. Door voor het gebruik van een inhalator eerst heel diep uit te ademen, wordt die capaciteit tot 80 procent verhoogd. Dat maakt dat het medicijn veel beter wordt opgenomen en terecht komt op de juiste bestemming. Ook de adem even inhouden na de inhalatie is een veel vergeten maar heel belangrijke handeling. Dit zijn essentiële zaken die nog los staan van de daadwerkelijke inhalator. Op dat vlak doet zich een tweede probleem voor. Er zijn zo veel inhalators op de markt, dat het onmogelijk wordt voor een apotheker om bij allen de exacte werking te kennen en daar de juiste instructie bij te geven. Toch is dat geen excuus om het dan maar met een halfslachtige instructie te doen en de patiënt aan zijn lot over te laten.” ONVERANTWOORD GEDRAG Bij de zorg van patiënten met een probleem aan de luchtwegen, zijn diverse partijen betrokken. Huisartsen, longartsen, longverpleegkundigen, POH’ers, apothekers. Ieder heeft binnen het zorgtraject zijn eigen taak. “Het is aan de huisarts om het juiste medicijn voor te schrijven. De manier waarop de patiënt dit tot zich neemt, wordt veelal bepaald door de zorgverzekeraar, die aangeeft bij de apothekers welke inhalatoren zij hierbij mogen
“We zien met de opkomst van intuïtieve inhalators heel vaak dat er vrijwel helemaal geen uitleg meer is” verstrekken. Ik ben er voor om ook de huisarts te laten bepalen welke inhalator voor de betreffende patiënt het meest geschikt is. Deze kent de patiënt het beste, weet of deze in staat is om krachtig adem te halen of juist niet, et cetera. Zorgverzekeraars kijken doorgaans niet naar het soort patiënt, maar vooral naar de kosten van de inhalator, hetgeen begrijpelijk is. Maar ik vind dat ook uitermate onverantwoordelijk. De kans dat patiënten hierdoor hun medicatie niet goed binnen krijgen is enorm en dat maakt dat de besparing in kosten zichzelf allesbehalve terugbetaalt.” BETERE UITLEG Toch is er - zelfs met het gebruik van inhalators die wellicht niet de meest optimale zijn voor de patiënt – veel zorgwinst te behalen als er veel meer aandacht komt voor de uitleg. Uitleg waar de apotheker voor verantwoordelijk is, maar die hiervoor niet de tijd (en soms kennis, in het geval van nieuwe inhalators) heeft om deze goed te geven. “Idealiter zou er een zeer beperkt aanbod aan inhalatiemateriaal zijn”, aldus Van der Molen. “Drie à vier producten zouden perfect zijn, daar je dan zeker weet dat iedereen daarbij de beste uitleg kan geven, zonder dat er steeds weer nieuwe producten op de markt komen die weer een andere uitleg behoeven. Deze situatie is echter een onhaalbare utopie. Wel 26
huisartsenservice
wil ik er op hameren dat de uitleg gewoonweg beter moet. Wij doen daar onderzoek naar en zien dat een écht effectieve uitleg aan een patiënt zo’n veertig minuten duurt. Dat is de tijd waarin iemand goed leert hoe met een inhalator overweg te kunnen. De realiteit is natuurlijk dat een gemiddelde apotheker die tijd niet heeft. Enerzijds omdat er geen vergoeding tegenover staat die recht doet aan een tijdsinvestering van 40 minuten per patiënt. Anderzijds ook niet omdat men in een apotheek andere patiënten – die de pech hebben na een patiënt te zijn binnengekomen die zo’n uitgebreide instructie krijgt - niet zo lang kan laten wachten. We zien met de opkomst van intuïtieve inhalators echter ook heel vaak dat er vrijwel helemaal geen uitleg meer is en de vraag ‘denkt u dat u weet hoe het werkt’ volstaat. Dat is een uiterst onwenselijke situatie.” GESPREK AANGAAN Van der Molen ziet op laatstgenoemd vlak ook veel miscommunicatie ontstaan. Een apotheek die vindt dat een patiënt een goede uitleg heeft gekregen, een patiënt die van mening is dat deze uitleg helemaal niet zo goed was. Hij ziet in een ideale situatie een hechtere samenwerking tussen huisartsen en apothekers voor zich, waarbij uitleg, herhaling van die uitleg en toetsing bij de patiënt essentiële onderdelen zijn. “Zoals gemeld 27
huisartsenservice
denkt een groot deel van de patiënten dat ze het al goed doen. Die zullen dus nooit op internet gaan zoeken naar een juiste methode, maar komen ook niet meer terug met klachten over het gebruik. Het kan dus van groot belang zijn om die patiënten, of dit nu bij de apotheek of bij de huisarts is, bij elk herhaalbezoek voor te laten doen hoe zij inhaleren en hen bij verkeerd gebruik daar op te wijzen. Ook moet vaker gecontroleerd worden of de inhalator überhaupt wel geschikt is voor de betreffende patiënt, of dat deze bijvoorbeeld bij verschillende medicijnen met verschillende inhalators werkt. Daar ligt een taak voor de eerstelijnszorg in de breedte. Wat de ultieme constructie daarbinnen is en wie welke verantwoordelijkheden heeft of neemt, daar zullen de diverse partijen met elkaar over in overleg moeten. Feit is dat de diverse fabrikanten momenteel steeds simpeler te gebruiken inhalators op de markt brengen, maar dat juist bij dat ‘makkelijke gebruik’ de kans op fouten hoog is omdat het zichzelf lijkt te wijzen. Een goede uitleg geven is dan ook enorm moeilijk, dat kan niet iedereen. Zelf kan ik het ook niet, dat geef ik ruiterlijk toe. Ik wil dan ook alle betrokken partijen oproepen om het gesprek met elkaar aan te gaan en goed naar de eigen rol in het traject te kijken, om er gezamenlijk voor te zorgen dat het inhalatorgebruik in Nederland vele malen beter wordt.”
TEKST Esther Schulting FOTOGRAFIE Jos Peters
VISIE
lopraktijk te en, huisarts met een so uiz kh oe Br er th Es t rtsenService laa mmer. Deze editie: In elke editie van Huisa van het betreffende nu a em th t he er ov n ne hij Ilpendam, haar licht sc
Innovatie
veel te innotbreekt ons aan tijd om on t he n, zij te k rlij ee rompslomp Innovatie; om zorg én administratieve en nt tië pa ge idi hu de veren, maar met n een POH-GGZ, als je Wel vind ik de invoer va t. nie g we on wo ge t da lukt rk sinds mijn praken, een hele fijne. Ik we em no nt ku ie at ov inn t geeft een flinke dat een loog in mijn praktijk, da ho yc ps n ee t me 11 20 gewoon in de tijkstart in rts en de patiënt kan isa hu als j mi or vo ing spreekuurverlicht goed. zorg wordt volledig ver el prakpraktijk terecht en de van Zorgdomein als he r oe aar ik de inv erv ie at ov inn e van verch en nis ijd chtt Qua tech d verwijst meteen de wa an iem je r ee nn wa je t en gelijk en zo tisch, omda ffende zorgvraag kan ver tre be de or vo en uiz nh bij lijkt het schillende zieke /zij naar toe gaat. Daar hij ar wa and komt en n ze kie n ka n n met welke klachten iem te we te met de patiënt same ren vo te n va e specialist prettig n klacht maken. mij voor de betreffend spoedeisendheid van ee de n va g tin at ch ins re n bete kunnen ziekenhuizen ee maken voor het online een afspraak te om id he lijk ge mo de met daarbij modern, maar ment aan de telefoon mo jke Wij zijn denk ik redelijk nli oo rs pe t He . e problen ons voorbij gaan langrijk. Voor ingewikkeld be el he s ien spreekuur laten wij aa inz jns mi van de assistente is t hun klacht dermate triage en betrokkenheid bben soms niet door da he en ns Me n. kke tre heid om online herér tijd uit l bieden we de mogelijk We matiek wil je graag mé n. zie len wil en te me ge, werkende is, dat wij hen van gemaakt door de jon ikt bru ernstig of bedreigend ge l vee jk eli red gen. Hier wordt ngen. haalrecepten aan te vra n lege medicijndoosje bre hu ak va g no ch to n me en ko populatie. Oudere mens n tolken en vertalen. e stap op het gebied va nd lge vo n ee is b he n en en voeten behoefte aa niet vergoed. Met hand rdt wo Waar ik persoonlijk een en ur du nd te et ale ar deze is ontz iek, of bijvoorbeeld genit Er is de tolktelefoon, ma psychische problemat bij ar een ma n l, aa we t er ch je da m ko ns ge en tolkende familieleden . Daarnaast heb ik welee nt na gê lfs ze atie, dic ms me so , en es ziekt handig agen, waarop eventuele klachten, is dat minder dr en nn ku h zic bij ee n. n portemonn contactpersoon staa pasje dat mensen in hu geen reanimatie en een of l we t to ng kki tre be allergieën, wensen met inaties zijn achter de ntenzorg. De griepvacc tië pa de t me zig be l le en daarnaast sigzelf voora t heeft echt een socia Op dit moment ben ik he n; ge da ke leu k oo zieke mensen, ische, maar n het jaar. Veel ernstig va d tij rug; dat zijn altijd hect e st uk dr de dit n voor kerst. patiëntenzorg is donker wordende dage de in zo nalerende functie. Qua eid mh aa nz ee hische klachten en helpen. Eind januari maar ook veel met psyc goed mogelijk te kunnen zo en ere ied om ’ en tt kijk ik naar uit; ilen bij ze naar West-Kenia. Daar ren Het is dan even ‘alle ze ild Ch for ks ec Ch al e jongen met ie van Medic benieuwd of de 12-jarig ik n ga ik weer met een miss be Zo n. zie te g ru beter kan lokinderen weer te chien is geopereerd en ss mi n, zie het is zo bijzonder de ge d ha er kt n gift van die nog nooit een do eld, met behulp van ee reg ge m he or klompvoet en spasme, vo en en ie naar Kameroen. is orthopedische scho e met een eerste miss me pen. Er zijn als het goed ril ap in ik ga t, luk t met een adoptiektijk. Als he ast ben ik zelf gestart na ar een patiënt uit mijn pra Da is. ar da rg zo ijk. Dit maakt de gezondheids t runnen van mijn prakt he t as Ik ben nieuwsgierig hoe na s, du en do daging. Genoeg te traject; ook een hele uit maar nooit saai is! dat het leven intensief,
28
huisartsenservice
29
huisartsenservice
DOOR KSYOS TeleMedisch Centrum
TeleGGZ
stimuleert digitale samenwerking Huisartsen werken sinds 2005 met lokale specialisten via KSYOS TeleMedisch Centrum. Bekende voorbeelden zijn TeleDermatologie, TeleCardiologie en TeleOogheelkunde. In 2014 introduceerde KSYOS ‘TeleGGZ’ ter ondersteuning van behandeling en begeleiding van patiënten met psychische klachten in de huisartsenpraktijk. Door de introductie van TeleGGZ kunnen nu al meer dan 1.000 huisartsen en POH’sGGZ digitale-, telefonische- of fysieke consulten aanvragen bij (lokale) GGZ-specialisten. Ruim 1.500.000 ingeschreven patiënten hebben toegang tot eMental Health programma’s, zoals ‘Stressles’, ‘Overspanning & Burn-Out’ of ‘Lekker Slapen’. Zorgverleners en patiënten zijn enthousiast over het gebruiksgemak van KSYOS TeleGGZ. Voor zorgverleners is belangrijk dat elke actie start en eindigt in het HIS. Patiënten zijn zeer te spreken over de overzichtelijke, social-media-achtige vormgeving en de extra persoonlijke toelichting door de videotherapeuten. KSYOS TELEGGZ KSYOS TeleGGZ bestaat uit vier modules die zowel los van elkaar, als in combinatie ingezet kunnen worden. KSYOS TeleIndicatie is een digitale beslisondersteuner (ism. Interapy), met als basis de Vier Dimensionale Klachten Lijst (4DKL). De huisarts en de POH-GGZ kunnen deze inzetten. KSYOS TeleBegeleiding is een interactieve online behandelomgeving (ism. Therapieland) met een ruim aanbod van eMental Health programma’s, vragenlijsten en korte
modules. Videotherapeuten nemen de patiënt stap voor stap mee door een geselecteerd programma. De POH-GGZ kan tevens de voortgang van de patiënt op afstand volgen. Indien nodig, kunnen patiënt en POH-GGZ via e-consultatie eenvoudig met elkaar overleggen. KSYOS TeleConsultatie biedt diverse mogelijkheden (digitaal, telefonisch, fysiek) voor de huisarts of POHGGZ om een lokale GGZ-specialist te consulteren. In samenwerking met de aangesloten psychologen en psychiaters, worden consulten in de regel binnen twee werkdagen beantwoord. KSYOS TeleVerwijzen is een eenvoudige manier om direct vanuit het HIS te verwijzen naar de grote of kleine GGZ-instelling in de regio. Bestanden of informatie uit eerder ingezette TeleGGZ modules kunnen eenvoudig worden toegevoegd aan de verwijsbrief. Kortom, KSYOS TeleGGZ is een complete dienst voor huisarts en POH-GGZ, inclusief geaccrediteerde nascholingen. Daarnaast wordt TeleGGZ continu doorontwikkeld op basis van feedback van zorgprofessionals en patiënten. CASUSBESCHRIJVING Sofie is een vrouw van 38 jaar die slecht slaapt en veel piekert. Na een kort consult bij de huisarts, verwijst deze haar door naar de POHGGZ. Zij kan hier snel terecht. Als voorbereiding op het consult bij de POH-GGZ stuurt de huisarts vanuit het HIS een digitale vragenlijst met daarin onder andere de 4DKL. Thuis beantwoordt Sofie binnen een beveiligde online omgeving alle vragen. Enkele dagen later komt Sofie terug 30
huisartsenservice
naar de huisartsenpraktijk voor het gesprek met de POH-GGZ. Deze diept tijdens het consult de klachten verder uit. Na afloop voegt de POHGGZ haar klinische observaties toe aan de resultaten van de vragenlijst. De beslisondersteuner vat vervolgens automatisch de resultaten van de vragenlijst en de klinische observaties samen in een overzichtelijk rapport. Hierin staat onder meer de klachtenbeschrijving, uitkomsten per verwijscriterium en bijpassend indicatieadvies. Dit rapport wordt inclusief de 4DKL-domeinscores automatisch ingeladen op de juiste plaats in het HIS. De slaapproblematiek blijkt de voornaamste klacht. Sofie wil graag samen met de POH-GGZ proberen om van haar slaapklachten af te komen en wil aanvullend op de gesprekken met de POH-GGZ het KSYOS online slaapprogramma volgen. De POH-GGZ nodigt Sofie uit voor het programma ‘Lekker Slapen’. Thuis gaat Sofie aan de slag met het programma. De POH-GGZ volgt op afstand de voortgang en Sofie en de POH-GGZ houden contact via e-consulten. Binnen het programma wordt Sofie stap voor stap begeleid door videotherapeuten (psychologen) die in korte filmpjes uitleg geven (psycho-educatie) of specifieke huiswerkopdrachten, zelfobservatie en/of vragenlijsten toelichten. Halverwege het programma besluit Sofie om haar partner uit te nodigen, zodat deze ook toegang krijgt tot een afgeschermd deel van het slaapprogramma. Hierbij ontvangt hij achtergrondinformatie over slaapproblematiek. Hij krijgt handvatten aangereikt over hoe om te gaan met iemand die
deze klachten doormaakt. Na een aantal gesprekken en e-consulten twijfelt de POH-GGZ over de voortgang en het juiste behandelplan. De POH-GGZ vraagt een telefonisch consult aan via KSYOS TeleGGZ met een psycholoog gespecialiseerd in slaapproblematiek. Deze
psycholoog belt dezelfde middag nog de POH-GGZ om het behandelplan te bespreken en rapporteert zijn conclusie in het KSYOS EPD. De POH-GGZ ontvangt het advies tevens in het HIS. De POH-GGZ gaat op basis van het advies verder met de behandeling van Sofie zonder dat de
patiënt op dat moment doorverwezen wordt naar een GGZ-instelling. Mocht dat uiteindelijk wel nodig zijn, dan kan de POH-GGZ het opgebouwde dossier binnen KSYOS in één keer toevoegen aan een digitale verwijsbrief naar de GGZ-instelling.
GEBRUIKERS OVER KSYOS TELEGGZ “Consultatie door de psychiater biedt mij als huisarts handvatten om verder te komen in de begeleiding en behandeling van de patiënt. Met name vragen rondom diagnostiek, medicatie of vervolgbeleid worden zo snel en effectief beantwoord. Verder leer ik er als huisarts enorm veel van! Mijn zorg aan patiënten met GGZ-klachten
wordt door consultatie beter, rijker zelfs.” (Christine Weenink, kaderhuisarts-GGZ, Utrecht, over TeleGGZ Consultatie)
te werken en ze weten dat ik goed bereikbaar ben, een positief effect!” (Therese Jousma, POH-GGZ, Drachten, over TeleGGZ Begeleiding)
“Als POH-GGZ zijn de modules een ondersteuning van mijn behandelingen breed inzetbaar, het is simpel in gebruik en de informatie is goed. Mijn patiënten hebben thuis de mogelijkheid aan hun problemen
Christine Weenink
31
huisartsenservice
Therese Jousma
INTERVIEW X
DOOR Edgar Kruize
Villa Pinedo
M
et de feestdagen op komst, breekt er voor veel kinderen van gescheiden ouders een stressvolle periode aan. Zij moeten vaak kiezen waar eerste, dan wel tweede kerstdag wordt gevierd of de eindejaarsviering. De gevolgen van een scheiding kunnen tot aan stress gerelateerde gezondheidsklachten leiden, waarmee deze kinderen bij de huisarts terecht komen. Villa Pinedo biedt een platform waar jongeren met gescheiden ouders onderling kunnen delen wat er omgaat in hun hart en hoofd.
maand waarbij andere kinderen van gescheiden ouders een luisterend oor, tips of steun bieden en waar gescheiden ouders advies kunnen vragen aan ervaringsdeskundige kinderen. “Hier is een team van zo’n 75 jongeren vrijwillig actief aan de slag, allen kinderen van gescheiden ouders. Allen ervaringsdeskundigen. Hun werk is tweeledig. Enerzijds zijn ze er om lotgenoten te helpen, anderzijds zijn ze ook een kanaal dat richting volwassenen kan communiceren over de problematiek die bij scheidingen komt kijken. Niet alleen ouders, maar ook kinderrechters, docenten of jeugdzorg bijvoorbeeld.”
Vaak realiseren ouders zich niet dat de scheiding tot stress of andere gezondheidsklachten bij hun kinderen kan leiden, zo stelt Marsha Pinedo, directeur van de Stichting Villa Pinedo. Ze geeft aan dat dit zelfs enigszins begrijpbaar is. “Ouders zitten zelf ook nog in een rouwproces over de stukgelopen relatie. De manier waarop zij hier zelf mee omgaan en de manier waarop dit hun kinderen raakt, is in veel gevallen een blinde vlek.”
OPEN BRIEVEN De communicatie richting ouders loopt via meerdere kanalen. Zo zijn er op de Villa Pinedo website de open brieven ‘Aan alle gescheiden ouders van Nederland’ en ouders van eindexamenleerlingen (net zo’n stressvol moment als feestdagen) die vrij beschikbaar zijn om daarmee bewustwording te kweken. “Deze is al 150.000 keer gedownload van onze site”, zo vertelt Pinedo. “We krijgen meldingen dat deze inmiddels op dagelijkse basis wordt meegegeven door onder meer Jeugdzorg of voorgelezen in de Rechtbank. Daarnaast is er op de site ook een brief beschikbaar voor docenten van leerlingen met gescheiden ouders, want uit onderzoeken blijkt dat een scheiding een groot effect kan hebben op de schoolprestaties van een kind.” Naast de brieven, biedt Villa Pinedo een zesweekse online workshop aan voor ouders, die het scheidingsproces vanuit de ogen van de kinderen benadert. “Deze leert hoe ouders hun kinderen zo goed mogelijk door een scheiding heen kunnen helpen en wordt aangeraden door de Kin-
LOTGENOTEN HELPEN Pinedo is zelf een kind van gescheiden ouders en startte vijftien jaar geleden met de opleiding kindertherapie aan de Nederlandse Academie voor Psychotherapie. Bij het starten van een eigen praktijk als kindertherapeut, bemerkte ze dat een heel groot deel van de kinderen die in haar praktijk kwam aan een scheiding gerelateerde problemen hadden. Problemen die ze vaak niet met volwassenen delen. Dat besef heeft aan de basis gestaan van de in 2011 gestarte Stichting Villa Pinedo. Dit biedt een online platform met gemiddeld 25.000 bezoekers per
32
huisartsenservice
derombudsman.” DIEPE IMPACT Het werk van de stichting is effectief gebleken, in veel gevallen hebben de betrokken ouders hierdoor een echte wake-up call gekregen. Pinedo: “De bewustwording van de problematiek gaat veel verder dan mensen zich vaak realiseren. Een goed voorbeeld is daarbij het uiteengaan van een nieuwe relatie. Zestig procent van de nieuwe gezinnen valt uiteindelijk weer uiteen. Bij een scheiding van biologische ouders, zien de kinderen beide ouders doorgaans nog met grote regelmaat. Dit uiteraard afhankelijk van de afspraken die daar over zijn gemaakt. In het geval van een samengesteld gezin, verdwijnt de stiefouder - samen met eventuele stiefbroers of –zussen - doorgaans volledig uit het leven van een kind. Er is geen enkele regelgeving aanwezig over de omgang met kinderen in dergelijke situaties, terwijl kinderen zich ook aan nieuwe partners hechten. De impact van zo’n situatie wordt door veel volwassenen enorm onderschat.” GEDRAGSVERANDERING Het voornaamste doel van Villa Pinedo is om alle kinderen van gescheiden ouders te bereiken en hen te laten weten dat er een plek is waar zij met lotgenoten kunnen praten over wat er met hen gebeurt. Laagdrempelig en indien gewenst anoniem. Secundair zijn er de ouders, die echter steeds belangrijker worden in het totaalplaatje, omdat Villa Pinedo een gedragsverandering wil realiseren bij de ouders door hen vanuit de ogen van het kind naar hun eigen situatie te laten kijken. “Ik bespeur bij ouders vaker weerstand als zij de andere ouder vragen of zij een kind door onvoorziene om-
“Huisartsen moeten de problemen die een kind kan hebben rondom de scheiding van diens ouders serieus nemen en doortastend te werk gaan”
standigheden kunnen ophalen uit school, of als zij wellicht een kind later af kunnen zetten bij de ander. Mijn vraag aan hen is dan of ze zo reageren omdat ze geen zin hebben het kind op te halen? Of omdat ze ‘nee’ zeggen om daarmee de ander pijn te doen? Het resultaat is in alle gevallen dat het kind er de dupe van is”, aldus Pinedo, die samen met Petra Vollinga het boek Aan Alle Gescheiden Ouders, tevens onderdeel van de genoemde workshop, schreef. “Vanuit de verhalen die wij van kinderen op dagelijkse basis horen, kunnen onze jongeren ouders bewust maken van hun eigen tekortkomingen. Dat heeft de afgelopen vier jaar absoluut zijn vruchten afgeworpen.” KIND CENTRAAL De Stichting Villa Pinedo heeft inmiddels van tal van zorgorganisaties bijval gekregen, bekende namen als Mark Tuitert en Frénk van der Linden zijn ambassadeurs van Villa Pin-
edo, Linda de Mol, Cornald Maas en Ed Spruijt maken deel uit van het Comité van Aanbeveling. Marsha Pinedo hoopt dat ook meer partijen in de eerstelijnszorg serieuzer omgaan met scheidingsproblematiek. “De huisarts is vaak een eerste loket waar kinderen terecht komen als het niet helemaal goed gaat. Ze hebben slaapproblemen, stress, concentratieproblemen, noem naar op. Hoewel steeds meer huisartsen zich heel bewust zijn van de problemen die dit op de lange termijn mee kan brengen, merken we tegelijk ook dat er nog altijd veel huisartsen zijn die deze 33
huisartsenservice
klachten niet zo serieus nemen als noodzakelijk is. Andersom horen we ook heel regelmatig dat een kind tegenover een huisarts vaak een gevoel van schaamte heeft, omdat er fysiek vaak niets aan de hand is. Het kind voelt zich niet per definitie ‘ziek’ en laat dus niet het achterste van de tong zien. Ik pleit ervoor dat binnen de eerstelijnszorg deze problematiek meer aandacht krijgt. Huisartsen moeten de problemen die een kind kan hebben rondom de scheiding van diens ouders serieus nemen en doortastend te werk gaan. Het zou mooi zijn als de huisarts onze kant op zou kunnen wijzen, of ons zelf ook vindt. We geven tevens geaccrediteerde workshops voor professionals. Het belangrijkste is echter dat ouders het kind centraal stellen en handelen tijdens en na de scheiding in diens belang. Dat is hoe Villa Pinedo er zelf ook volledig in staat.” www.villapinedo.nl
HuisartsenService wenst iedereen
Fijne Feestdagen Voorspoedig 2016 en een
34
huisartsenservice