EURO
EVP-ED
Jaargang 10 nummer 4
14 oktober 2004
Berichten uit Europa van de CDA-delegatie
Poettering wil steviger controle op Commissie
Verder in dit blad: • Op pagina 2 informatie over een paar in het oog springende gebeurtenissen tijdens de hoorzittingen met kandidaat-leden van de nieuwe Europese Commissie • Op pagina 3 informatie over het rapport van de Europese Commissie over Turkije en de reactie daarop van rapporteur Camiel Eurlings • Op pagina 4 aandacht voor de parlementaire behandeling van de dienstenrichtlijn • Op pagina 5 een voorbeschouwing over de Achtste Orthodoxe Dialoog in Thessaloniki en aandacht voor transgene gewassen • Op pagina 6 komen het regionale beleid en het justitiebeleid van de Europese Unie aan de orde • Op pagina 7 een voorbeschouwing op de parlementaire vergadering in Den Haag van het Europees Parlement en de zogeheten Asladen. Ook op deze pagina een agenda van activiteiten van de delegatieleden in de komende periode • En natuurlijk weer een puzzel op pagina 8
Er moeten steviger afspraken komen tussen de nieuwe Europese Commissie en het Europees Parlement over de parlementaire controle. Ook moeten er waarborgen komen voor meer openbaarheid in het werk van de Europese Commissie. Dat staat in het zogenaamde tienpuntenplan dat de EVP-ED-fractie hanteert bij de lopende procedure voor goedkeuring van de nieuwe Europese Commissie. Het tienpuntenplan (zie pag 2), dat is voorgesteld door fractievoorzitter HansGert Poettering moet tot afspraken leiden nog vóór de stemming in de laatste week van oktober over de nieuwe Europese Commissie. Het was ook leidraad voor de woordvoerders van de fractie bij de hoorzittingen van de afgelopen weken met de 24 kandidaat-leden van de Europese Commissie.
Dualisme Poettering wil met deze afspraken het ‘dualistische karakter’ van de werkverhoudingen onderstrepen. “Aan de ene kant zijn beide instellingen bondgenoten in het streven de Europese Unie als een echte gemeenschap te verdedigen. Aan de andere kant is het de taak van het Europees Parlement de Commissie volledig te controleren.” Dat kan volgens hem ook goed omdat in het Europees Parlement geen sprake is van coalitieen oppositiefracties. Daarom wordt dit parlement niet gegijzeld door de coalitiefracties en kan het beter dan nationale
parlementen die controlerende taak waarmaken.
Werkprogramma Doel van die controle is “een efficiënt werkende, democratische en doorzichtige Europese Commissie”, zei de fractievoorzitter tijdens de presentatie van het plan. Om dat te bereiken, zo staat in het plan zelf, moet de Europese Commissie het eigen werkprogramma opstellen in nauw overleg met het Europees Parlement. Bovendien wordt de aanwezigheid van commissarissen verwacht in elke vergadering van het parlement of van een parlementaire commissie. Die aanwezigheid moet voorrang krijgen boven alle andere afspraken, die leden van de Europese Commissie maken. Treedt een commissaris voortijdig af dan kan diens opvolger alleen aantreden, nadat er een hoorzitting in het Europees Parlement heeft plaatsgevonden. Een commissaris draagt de volledige politieke verantwoordelijkheid voor zijn beleidsterrein en kan zich niet verschuilen achter een gebrek
Commissievoorzitter Barroso is akkoord met de tien punten van de EVP-ED-fractie. aan informatie. Directeuren-generaal moeten daarin een aansporing zien ‘hun’ commissaris officieel zo volledig mogelijk te informeren. Deze afspraak wordt noodzakelijk geacht vanwege de ervaringen vorig jaar rond de Spaanse commissaris Pedro Solbes die niet goed op de hoogte bleek te zijn van de frauduleuze gang van zaken bij het Europese bureau voor de statistiek Eurostat, waarvoor hij de primaire politieke verantwoordelijkheid droeg.
Regels terugdringen De Europese Commissie moet er verder
voor ijveren de hoeveelheid regels zoveel mogelijk terug te dringen en alleen de hoogst noodzakelijke dingen op Europees niveau te regelen. Vooruitlopend op de invoering van de nieuwe Grondwet van Europa moet het principe van de subsidiariteit al waar mogelijk worden toegepast. Ook de Europese Commissie moet overigens zoveel mogelijk opereren in overeenstemming met de nieuwe Grondwet. De benoeming van topambtenaren bij de Europese Commissie moet volgens openbare en vooraf afgesproken regels geschieden. Kern daarvan is dat deze
benoemingen op een open en doorzichtige wijze plaatsvinden. Verder wordt van de nieuwe Europese Commissie verwacht dat het duidelijk rapporteert over al datgene wat is bereikt met de administratieve hervormingen die de afgelopen jaren al hebben plaats gevonden. Ook moeten er betere procedures komen om het Europees Parlement tijdens de werkzaamheden voortdurend op de hoogte te houden van de voorbereidingen van nieuwe wetten of internationale verdragen. En nationale parlementen moeten “systematisch en onmiddellijk” worden ingelicht over nieuw ingediende wetsvoorstellen.
C O L U M N
Levend staatsrecht
Camiel Eurlings voorzitter CDA-delegatie
De vakanties zijn voorbij. Voor mij betekende dit onder andere de benoeming tot rapporteur over Turkije. Verderop in deze Euroflits leest u meer daarover.
Barroso op aandringen een lid dat in onze ogen niet goed functioneert, een andere portefeuille te geven of zelf die commissaris te ontslaan.
Maar Turkije is niet het enige onderwerp dat mijn aandacht vraagt. Op het moment dat ik dit schrijf, zitten we nog midden in de hoorzittingen van het Europees Parlement met de kandidaatleden van de nieuwe Europese Commissie. We doen dat aan de hand van een tienpuntenplan dat door de EVP-ED-fractie is vastgesteld en dat moet leiden tot een zo democratisch mogelijke verhouding tussen het bestuur (Europese Commissie) en de controleur (Europees Parlement).
Aan de andere kant zijn we in de Europese Unie een stapje verder dan in Nederland. Waar in Nederland ministers op het pluche terecht kunnen komen, zonder zelfs maar met één kamerlid kennis te hebben gemaakt, daar moeten alle beoogde leden van de Europese Commissie ten minste drie uur “op de grill”, voordat het college het groene licht krijgt van ons, leden van het Europees Parlement. En we hebben de afgelopen weken goed kunnen zien dat er dan al flink zaken gedaan kunnen worden. De hoofdlijnen voor het beleid worden getrokken en kandidaat-leden die niet goed luisteren naar de volksvertegenwoordigers, krijgen het zwaar. Het is in de Europese Unie met recht levend staatsrecht.
In Nederland zijn die verhoudingen redelijk uitgekristalliseerd. Sinds de ontwikkeling van het parlementaire stelsel dat in 1868 leidde tot de zogenaamde ‘vertrouwensregel’ is er niet meer zo heel veel veranderd. Hier in Brussel moet een dergelijk stelsel zich nog vestigen. We zijn op de goede weg, maar de mogelijkheid voor ons om een individuele commissaris naar huis te sturen, bestaat nog niet. Wel kunnen we er bij voorzitter
Met groeiende aandacht volg ik de werkzaamheden rondom de goedkeuring van de nieuwe Grondwet. Daarbij gaat het om iets minder levend staatsrecht. Alle ophef over het voorstel is misschien wat
overtrokken. Want voor 90% wordt in die grondwet op een simpeler manier vastgelegd, wat toch al in de Europese Unie was afgesproken. In beginsel zijn nu de lidstaten aan zet en het lijkt erop dat in Nederland deze zaak ook in een raadplegend referendum aan het volk wordt voorgelegd. Voorafgaande aan de procedures in de lidstaten is het Europees Parlement nu bezig een advies aan de nationale parlementen vast te stellen. Het zal een kort advies worden, waarin in zo duidelijk mogelijke bewoordingen wordt aangegeven welke voordelen er zijn verbonden aan de nieuwe Grondwet. Ik zou er nu al vast eentje willen uitpikken. Door deze grondwet krijgen de burgers in de lidstaten meer te zeggen over Europese zaken. Dat komt door de mogelijkheid onderwerpen via een burgerinitiatief op de agenda te zetten. Dat komt ook omdat de Europese ministerraden na goedkeuring van de grondwet voortaan in alle openbaarheid moeten vergaderen als het gaat om besluiten over wetsvoorstellen van de Europese Commissie. En in de derde plaats krijgen
burgers meer te zeggen door de zogeheten ‘subsidiariteitstoets’. Dat wil zeggen dat nationale parlementen een voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe wet binnen zes weken kunnen beoordelen op de vraag of hiervoor wel regels op Europees vlak nodig zijn. Kortom, uw vertegenwoordigers in Den Haag krijgen meer greep op de gang van zaken in Europa. Ook als CDA spelen we op deze ontwikkelingen in. Voorlopig tot 1 maart volgend jaar zal Eppy Boschma, beleidsmedewerkster van onze fractie in de Tweede Kamer, een deel van haar werktijd in Brussel doorbrengen. Ze zal zo proberen belangrijke Europese onderwerpen onder de aandacht van de collega’s in de Tweede Kamer te brengen. We hopen dat daardoor de samenwerking tussen onze partijgenoten in de Tweede Kamer en ons nog beter zal worden. We wensen mevrouw Boschma alle succes bij het vormgeven van deze ‘pilot Europa’, zoals we het project binnen de partij hebben genoemd.
De tien punten van de EVP-ED-fractie op een rij Voordat de EVP-ED-fractie de nieuwe Europese Commissie kan goedkeuren, wil de fractie een akkoord sluiten met de Commissie om de Europese Unie transparanter te maken en de positie van het parle-
ten op de effecten voor het bedrijfsleven. De bedoeling is de administratieve lastendruk te verminderen en minder en makkelijker uitvoerbare regels te maken.
ment als controleur van de Commissie te versterken. Deze afspraak geeft het Europees Parlement meer macht dan het parlement volgens de letter van de wet zou hebben. Dit is overigens ook bij het Nederlandse parlement het geval. Dit soort afspraken wordt ook wel ‘ongeschreven recht’ genoemd. De volgende tien punten moeten in de overeenkomst worden afgesproken.
2. Aanwezigheid van de Commissarissen bij elke plenaire vergadering van het parlement of commissievergaderingen.
1. Ontwikkeling van een politiek werkprogramma (‘regeerakkoord’, noot red.) in samenwerking met het Europees Parlement.
3. Bij tussentijds aftreden kan de opvolger enkel aantreden nadat er een hoorzitting in het Parlement heeft plaatsgevonden.
4. Waar juridisch mogelijk moet de Europese Commissie al handelen volgens de ontwerptekst van de Europese grondwet, met name op het gebied van subsidiariteit. 5. De Europese Commissie moet bij de invoering van Europese wetten goed let-
8. De nieuwe Europese Commissie moet verslag uitbrengen over de stand van zaken met betrekking tot de hervormingen die al zijn ingezet door de Europese Commissie-Prodi.
6. Commissarissen dragen de volledige politieke verantwoordelijkheid voor hun beleidsterreinen. De hoogste ambtenaren hebben de plicht de Commissaris te informeren, maar dit ontslaat de Commissaris niet van hun politieke verantwoordelijkheid.
9. De Europese Commissie moet ervoor zorgen dat het Europees Parlement eerder en beter wordt geïnformeerd over het verloop van onderhandelingen van internationale verdragen en bij wetgevingstrajecten.
7. De Europese Commissie maakt een gedragscode over de wijze waarop hoge ambtenaren voortaan worden benoemd, zodat de benoeming voortaan meer transparant geschiedt.
10. Niet alleen het Europees Parlement maar voortaan ook nationale parlementen moeten systematisch en snel worden geïnformeerd over nieuwe wetsontwerpen.
Groen licht voor ‘scheidsrechter’ Neelie Kroes Neelie Kroes, de Nederlandse kandidaat voor de nieuwe Europese Commissie, werd dinsdag 28 september gehoord door de economische en monetaire commissie van het Europees Parlement. Ze heeft een overtuigend beeld geschetst van de aanpak die haar voor ogen staat op het zware terrein van mededinging. Haar dossierkennis moet ze nog wel verbeteren maar gezien haar brede ervaring zal dat geen punt zijn. Bij de stemmingen eind oktober over de nieuwe Europese Commissie kan ze rekenen op de steun van de EVP-ED-fractie. Neelie Kroes pareerde krachtig de aantijgingen van Paul van Buitenen en van de SP, waarin zij werd beschuldigd van onder meer vriendjespolitiek en betrokkenheid bij een smeergeldaffaire. Ik heb aangekondigd dat wij haar zullen beoordelen op haar daden en feiten. Wanneer er geen bewijzen overlegd kunnen worden, kunnen er niet zomaar allerlei beschuldigingen worden geuit.
Scheidsrechter In de hoorzitting benadrukte Kroes keer op keer haar onafhankelijkheid en neutraliteit. Zij vergeleek haar rol met die van een scheidsrechter tijdens een voetbalwedstrijd. Deze moet volgens haar over onpartijdigheid beschikken bij het toepassen van de regels en moet tegelijkertijd wel het hele spel en alle regels van binnen en buiten kennen. Haar brede ervaring in zowel het bedrijfsleven, als de
politiek en de wetenschap, zal Kroes zeker van pas komen. Overigens heeft zij alle banden met het bedrijfsleven verbroken en verklaarde dat ook na haar aftreden als commissaris niet opnieuw meer te zullen doen. Wanneer zij in de komende vijf jaar beslissingen zal moeten nemen die op een of ander manier een relatie hebben met één van de bedrijven waar haar naam mee verbonden is geweest, dan zal Kroes afstand nemen van zo´n dossier en dit overdragen aan een collega.
Mededingingsbeleid In de hoorzitting heb ik Kroes gevraagd welke initiatieven zij zal nemen op het gebied van het midden- en kleinbedrijf. De focus in het mededingingsbeleid lijkt te vaak gericht op de in het oog springende grote ondernemingen. Ik heb dit punt aan de orde gesteld omdat naar
mijn mening de rol van het midden- en kleinbedrijf in Europa onderschat wordt. Het gaat om 99% van de bedrijven in Europa en zorgt maar liefst voor tweederde van de werkgelegenheid. Kroes deelde mijn standpunt ten aanzien van het belang van het MKB. Ook wees zij op de mogelijkheid om bijvoorbeeld onderzoek, innovatie en werkgelegenheid in speciale gebieden te stimuleren. Europese staatssteunregels moeten daar ruimte voor bieden. Kroes toonde zich een echte Europeaan en benadrukte meer dan eens het belang van effectieve mededinging voor het bereiken van de Lissabon-doelstellingen. Bij het beoordelen van dossiers moeten ook aspecten als milieu, werkgelegenheid en arbeidsomstandigheden meetellen. Tegelijkertijd benadrukte zij dat de Europese Unie zeker niet altijd het aangewezen niveau is voor mededingingsza-
Bij de hoorzitting ging het er soms pittig aan toe ken. Vaak kan dit beter nationaal, bijvoorbeeld door de nationale mededingingsautoriteiten, of op mondiaal niveau aangepakt worden.
onredelijk, onder andere doordat de socialistische voorzitter van de vergadering duidelijk partijdig was. Corien Wortmann
Partijdig In vergelijking met de hoorzittingen van andere kandidaat-commissarissen, werd Neelie Kroes zeer stevig aan de tand gevoeld. Dat mag, want het gaat per slot van rekening om een zware post binnen de commissie. Het was echter soms ook
Echt examen nieuwe commissarissen De hoorzittingen voor de nieuwe leden van de Europese Commissie zijn geworden tot een echt examen. Presentatie en vakkennis zijn doorslaggevend.
De nieuwe Commissaris voor de begroting, Dalia Grybauskaite uit Litouwen, kwam goed beslagen ter ijs.
2
Dalia Grybauskaite, Litouwen De nieuwe Commissaris voor de begroting, Dalia Grybauskaite uit Litouwen, kwam goed beslagen ten ijs. Ze wist van de hoed en de rand en toonde overtuigend aan dat begrotingspolitiek volledig samenvalt met de Europese politieke ambities. Ambities kosten namelijk geld... Toch ontspoorde ze eenmaal fors door te stellen dat het landbouwdeel van de begroting veel te groot is. Geconfronteerd met het gegeven dat alle landbouw en visserij als enige sectoren Europees worden gefinancierd, bleef het ijzig stil. Voor het overige bleek zij een aanwinst.
EURO
Joe Borg, Malta De nieuwe visserijcommissaris Joe Borg komt uit Malta. De grens is daar honderd procent de Middellandse Zee, dus de betrokkenheid is goed. Maar de Oostzee is wat anders dan de Mediterrane. De verhouding met Rusland speelt een rol, extreme vervuiling ook. Om nog maar te zwijgen over de gecompliceerde situatie van de Noordzee en de Atlantische Oceaan. Wat moet Brussel doen en wat kan in de toekomst door regionale commissies, bijvoorbeeld rond de Noordzee, worden geregeld. Kan Borg stevig onderhandelen over overeenkomsten met Noorwegen en andere landen? Hoewel Borg liet merken betrokken te zijn, zal nog moeten blijken of dat genoeg is voor onderhandelingen. Voorlopig krijgt hij het voordeel van de twijfel.
structuur wel wat op Nederland lijkt. Mariann Fisher Boel toonde betrokkenheid met het Europese platteland. Tegelijkertijd toonde ze zich economisch wel erg liberaal en was niet erg sterk in het geven van een toekomstvisie voor de Europese land- en tuinbouw. Of ze bereid is de gemaakte afspraken bij de tussentijdse landbouwhervorming na te komen liet ze te veel in het midden. Dat gebeurde overigens met kennelijke instemming van linkse en liberale collega’s. Ik zal er vanuit het CDA als een bok op de havenkist op gaan zitten om al te veel liberale ‘laat-maar-waaien’ landbouwpolitiek te dwarsbomen. Albert Jan Maat
Mariann Fisher Boel, Denemarken De kandidaat voor de belangrijke post van landbouw komt uit Denemarken. Een land dat qua marktdenken en landbouw-
Jaargang 10 nummer 4
Europese Commissie:
Onderhandelingen met Turkije over lidmaatschap kunnen van start De hervormingen in Turkije gaan sinds het aantreden van de regering-Erdogan zo snel, dat het land nu voldoende voldoet aan de politieke eisen met betrekking tot democratie, rechtsstaat en mensenrechten. Maar er moet nog veel gebeuren. Onderhandelingen over lidmaatschap kunnen van start gaan, maar worden zeker niet voor 2014 afgerond. Intussen moet wel ieder jaar de voortgang worden gemeten. Het tempo van de onderhandelingen wordt mede bepaald door de snelheid waarmee het land toegroeit naar Europese standaarden. Dát is de strekking van het rapport dat de Europese Commissie op woensdag 6 oktober heeft gepresenteerd. Er werd lang uitgezien naar het rapport, dat al bij voorbaat politiek omstreden was. Vooral in de kring van de EVP-ED-fractie werd het standpunt kritisch ontvangen.
Onderhandelingsproces Fractievoorzitter Hans-Gert Poettering liet in een reactie weten dat een Europese Unie met Turkije “een andere Europese Unie is”, dan een Unie zonder Turkije. Dat komt omdat Turkije “tot ver in Azië reikt, een hoog en groeiend inwonersaantal heeft en een geheel andere levensstandaard kent”. Erkend moet ook worden dat het in de praktijk nog steeds niet goed zit met de mensenrechten in het land. Poettering wil daarom druk uitoefenen op de regeringsleiders om in december te kiezen voor drie alternatieven waarop het onderhandelingsproces zou kunnen uitlopen: lidmaatschap, geen lidmaatschap of vormen van bijzonder partnerschap. De fractievoorzitter maakte duidelijk het niet eens te zijn met de suggestie van Turkse zijde dat de hervormingen wel eens teruggedraaid zouden kunnen worden, wanneer een uiteindelijk lidmaatschap niet vast komt te staan. Dat zou “chantage van het onderhandelingsproces” zijn, meent hij. Hij voegde eraan toe de Turkse regering veel succes te blijven wensen met de hervormingen. “Ik hoop zeer dat ze die weg blijven bewandelen”, aldus Poettering.
Geen blanco cheque Voorzitter Prodi van de Europese
Commissie zei in een reactie dat het aan de regeringsleiders is een beslissing te nemen. “Maar als we gaan onderhandelen, moeten we daarin goede trouw vertonen. Ze zijn gericht op lidmaatschap. We geven geen blanco cheque voor het eindresultaat, maar proberen wel de onderhandelingen met succes te bekronen”, zei hij. En commissaris Verheugen meldde dat er al veel is verbeterd ten aanzien van de mensenrechten in Turkije. “De christelijke kerken in het land hebben mij met nadruk gevraagd om de resterende problemen niet te zien als een obstakel. Een positief signaal zien zij juist als de kans voor het wegnemen van ook die laatste problemen op weg naar een echte vrijheid van godsdienst in het land.”
Start onderhandelingen Het rapport van de Europese Commissie ligt, samen met het rapport van Camiel Eurlings, aan de basis van de beslissing die de regeringsleiders op 17 december zullen nemen over de start van de onderhandelingen. Er tekent zich in die kring wel steun af voor de opvattingen van de Europese Commissie. Maar de Nederlandse minister Bot (buitenlandse zaken) liet al direct namens het huidige voorzitterschap weten dat er geen grote haast zal worden gemaakt. Bovendien denkt hij dat Turkije niet “bij voorbaat” kan rekenen op een succesvolle afronding.
Drie trajecten Ook de Europese Commissie voorspelt in het rapport van vorige week woensdag dat de onderhandelingen lang zullen
duren en moeizaam zullen verlopen. Ze zullen ook op belangrijke punten verschillen van die met de andere kandidaat-lidstaten, waarmee nu en in de afgelopen jaren is onderhandeld over lidmaatschap. Daarom wordt een aanpak voorgesteld langs drie afzonderlijke trajecten. Het eerste traject betreft de ondersteuning van de Europese Unie bij het proces van hervormingen in Turkije. Het moet blijken of die hervormingen duurzaam en onomkeerbaar zullen zijn. Vandaar het voorstel om ieder jaar dit proces tegen het licht te houden. Gaat het mis dan zullen de meer technische onderhandelingen over de bekende 31 hoofdstukken van de Europese wetgeving worden afgebroken, stelt de Commissie voor. Die meer technische onderhandelingen vormen het tweede traject van de voorgestelde aanpak. De Commissie beveelt aan duidelijke doelstellingen te formuleren waaraan Turkije moet voldoen, voordat een hoofdstuk kan worden afgesloten. Het gaat daarbij niet alleen om de wetgeving zelf, maar ook om een bevredigende wijze van uitvoering in het dagelijkse politieke en maatschappelijke leven. De Commissie verwacht “lange overgangstermijnen” en in het geval van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en van de Europese steun aan arme regio’s zullen “speciale voorzieningen” nodig zijn. Dat zal onder meer gelden voor het vrije verkeer van werknemers. Vanwege de ingrijpende financiële gevolgen van toetreding van Turkije tot de Europese Unie zullen de onderhandelingen zeker niet eerder afgerond kunnen worden dan nadat binnen de Unie overeenstemming is bereikt over de financiële
Het hart van modern Istanbul de Istiklal Caddesi met winkels, fastfood en cafe’s en het luxe Turkse Vakko warenhuis. Foto ANP, Juan Vrijdag. meerjarencijfers voor de jaren vanaf 2014. De Europese Unie beveelt verder aan in een derde traject “de politieke en culturele dialoog” tussen de bevolkingen van de EU-lidstaten en van Turkije te versterken. Maatschappelijke organisaties zouden de
belangrijkste rol moeten spelen in deze dialoog. Maar de Europese Unie moet bereid zijn die dialoog te stimuleren. De Commissie zal op een later moment voorstellen indienen voor het opzetten van zo’n dialoog, zo staat in het voorstel.
Turkije moet zelf vertrouwen burgers Europa winnen Met de presentatie van het Commissierapport over het wel of niet beginnen van toetredingsonderhandelingen met Turkije, beginnen ook mijn werkzaamheden als rapporteur namens het Europees Parlement. Het is mijn taak een oordeel te geven over het gepresenteerde rapport van de Europese Commissie. Dat rapport moet kunnen steunen op een meerderheid in het Europees Parlement.
Ik vind dat Turkije alleen lid kan worden van de EU als het een echt Europees land is geworden. Waar de politiek de baas is over het leger en niet andersom. Met dezelfde kwaliteit van mensenrechten, scheiding van kerk en staat, en met culturele vrijheden zoals die in bij voorbeeld België, Nederland, Zweden of Spanje bestaan. Ook ben ik van mening dat de Europese Unie niet een Unie mag zijn, die over de hoofden van de bevolking heen beslissingen neemt. In het verleden zijn veel te vaak besluiten genomen waar de bevolking enkel kennis van kon nemen. Het is in dit opzicht niet verwonderlijk dat op dit moment het draagvlak onder de burgers voor uitbreiding van de Unie heel klein is. Turkije zal zelf het vertrouwen moeten winnen van de burgers van Europa. Dat
Jaargang 10 nummer 4
kan wanneer het land zichzelf zodanig hervormt, dat er een samenleving ontstaat, die naadloos aansluit bij de waardengemeenschap Europa. Het land heeft al een enorme prestatie geleverd. Alle lof voor de talrijke wetten die al zijn aangepast en ook de mensenrechtensituatie is sterk verbeterd. Het gaat er nu om die nieuwe wetten ook om te zetten in nieuwe praktijken. En dat gaat lastiger. Human Rights Watch rapporteerde in het afgelopen half jaar nog 600 gevallen van martelingen in politiecellen. Weliswaar wordt er niet meer “systematisch” gemarteld en is het bij wet verboden, maar dat is voor die 600 individuele mensen een schrale troost. De toegebrachte pijn en verwondingen waren er bij hen niet minder om. Dit soort praktijken horen gewoonweg niet thuis in een lidstaat van de Europese Unie.
Mocht op 17 december de Europese Raad ondanks deze achterstanden toch besluiten de toetredingsonderhandelingen te starten, dan ben ik van mening dat allereerst zeker moet worden gesteld dat Turkije voldoet aan de Europese normen voor democratie, rechtstaat en mensenrechten voordat over andere technische zaken wordt gesproken. Je mag niet beginnen met het onderhandelen over bijvoorbeeld de waterkwaliteit in Anatolië of de invoering van APK-keuringen als er nog martelingen plaatsvinden. Het is essentieel dat de Europese burgers achter het besluit tot toetreding van Turkije staan. Dit kan alleen als Turkije zelf laat zien een land te zijn naar Europese waarden en normen. Het moet bij wijze van spreken even gemakkelijk zijn een kerk in Turkije te bouwen als een moskee in Nederland. Dit is niet alleen
EURO
Taximplein, Istanbul. Foto ANP Juan Vrijdag. van belang voor het draagvlak in de huidige EU-lidstaten, maar ook in belang van de Turkse bevolking zelf. Europa is een waardengemeenschap en ik zal in lijn met mijn voorganger Arie Oostlander vast blijven houden aan de principes van respect voor de mensenrechten, democratie en rechtstaat. Als het Turkije lukt aansluiting te vinden, is
dit een groot compliment voor het land zelf en ook goed voor de huidige 25 EUlidstaten. Als dit Turkije niet lukt, moet de EU geen knikkende knieën krijgen en helder durven te zijn door te zeggen dat lidmaatschap er niet inzit. Camiel Eurlings is rapporteur van het Europees Parlement over Turkije.
3
Vrije diensten in zicht De Europese Unie staat aan de vooravond van mogelijk één van de meest onbekende, maar mogelijk ook één van de belangrijkste wetgevingsinitiatieven van dit moment: de dienstenrichtlijn. De dienstensector beslaat ongeveer de helft van alle economische activiteiten en is dus uiterst belangrijk. Hieronder vallen verwarmingsinstallateurs, maar ook architecten, schoonheidsspecialisten en hotelmanagers, om maar enkele beroepen te noemen. Ongeveer 70% van het bruto nationaal product van de EU wordt verdiend in de dienstensector.
regels voor gelden. Denk hierbij aan diensten van algemeen belang, verkoop op afstand, financiële diensten (hypotheken) en verzekeringen. Inmiddels heeft ook de Tweede Kamer zich gebogen over de dienstenrichtlijn. Minister Brinkhorst wil een aantal extra uitzonderingen aanbrengen. Zo wil de minister onderwijs, milieuregels, het publieke omroepstelsel, het collectieve beheer van auteursrechten, geldtransporten en deurwaarders buiten de werking van de richtlijn houden.
Notaris
Een Nederlandse schoorsteenveger moet eerst als ‘gezel’ in Duitsland hebben gewerkt alvorens Duitse schoorstenen te mogen vegen. Foto: ANP.
In principe zijn alle controles aan de binnengrenzen van de 25 lidstaten opgeheven. De 25 lidstaten vormen één grote interne markt van 450 miljoen consumenten die in veel lidstaten ook nog met dezelfde munteenheid betalen. De interne markt is in de tachtiger jaren opgezet als antwoord op de recessie in Europa. Het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal geeft Europa als geheel, dus ons allen voordelen. De interne markt zorgt voor meer werkgelegenheid, hogere verdiensten, lagere prijzen in de winkel en een grotere diversiteit aan producten. Het vrije verkeer voor mensen, goederen en kapitaal is op dit moment grotendeels gerealiseerd. De dienstensector loopt hierbij sterk achter. Vorig jaar wees een onderzoek van de Europese Commissie uit dat er zo´n 92 barrières bestaan die een vrij verkeer van diensten hinderen in de EU. Dit betreft bijvoorbeeld nationale regelingen die voorschrijven dat dienstverleners een kantoor moeten hebben in de lidstaat, waar zij hun dienst leveren. Het pakket maatregelen dat nu in de steigers staat, probeert de dienstensector volledig te laten meeprofiteren van de schaalvoordelen van de interne markt van 25 landen en 450 miljoen inwoners.
eigenlijk alleen nog terug in het notariaat, waar men pas notaris kan worden, nadat men een aantal jaren kandidaat-notaris is geweest. Omdat dit systeem in Duitsland breed wordt toegepast, wordt de hele dienstenmarkt afgeschermd. Een Nederlandse slager mag bijvoorbeeld pas in Duitsland werken of een winkel openen, nadat hij een tijd in Duitsland “gezel” is geweest. Het is duidelijk dat dit soort regels verstikkend werkt. Een volgend voorbeeld betreft het andere buurland van Nederland. Het Zweedse concern IKEA is overal in Nederland te vinden, maar niet overal in België. Alleen rondom Antwerpen en Brussel komt men IKEA-vestigingen tegen. De reden is dat de gemeente een vestigingsvergunning kan weigeren wanneer er naar het oordeel van de lokale middenstand geen economische noodzaak is voor nog een meubelwinkel in de regio. Dit soort van belemmerende nationale regels wordt voortaan verboden. In het ontwerp voor een Europese kaderwet staat, dat nationale wetgeving nagekeken moet worden op artikelen die in strijd zijn met de richtlijn. Zo moeten bijvoorbeeld te zware vergunningvereisten (zie het voorbeeld van IKEA) worden ingetrokken.
Land van oorsprong
Ria Oomen-Ruijten: “Naar die controle en dat toezicht moeten we nog eens goed kijken. Ik vraag me echt af of de oorsprongslidstaat de controleverplichting wel kan vervullen in een ander land. Daarmee wil ik overigens niet pleiten voor enkel toezicht in de ontvangende lidstaat. Ervaringen van kleine aannemers leren mij dat de voorwaarden die worden gesteld, de formulieren die worden vereist en de hele bureaucratische rompslomp eromheen, het werken over de grens frustreren. Voor wat betreft de arbeidsomstandigheden (arbo), milieuregels en sociale zekerheid gelden echter de regels van het land van vestiging. In dit voorbeeld gelden dus de Duitse arboregels en het Duitse minimumloon in de Duitse vestiging van de Nederlandse slager.” Ze voegt eraan toe: “Het Nederlands voorzitterschap heeft terecht ook een aantal beperkingen geformuleerd op sociaal terrein. We moeten een ‘race-tothe-bottom’ voorkomen, waarbij we uiteindelijk allen verliezers zijn. Om sociale dumping te voorkomen gelden de sociale voorwaarden van het land waarin gewerkt wordt. Een Letse gasfitter krijgt in Nederland het Nederlandse minimumloon uitbetaald en moet werken volgens de arbeidsomstandigheden en milieunormen die in Nederland (en Europa) zijn opgelegd.”
Bert Doorn vindt het reëel dat bijvoorbeeld beroepsgroepen met een semioverheidkarakter zoals advocaten, notarissen en deurwaarders buiten deze regels moeten vallen. “Een Nederlandse notaris heeft in zijn opleiding weinig kennis meegekregen over de juridische valkuilen van het erfrecht in Polen. Dan is het niet logisch hem de bevoegdheid te geven in Polen naar Pools recht testamenten op te stellen. Maar de lijst met uitzonderingen mag ook weer niet te groot worden. Als ieder land veel uitzonderingen wil, verandert er uiteindelijk niets en is het effect van de hele exercitie nihil. In dat geval kunnen we er beter mee ophouden. Ik roep daarom de Tweede Kamer op terughoudend te zijn.” Ria Oomen-Ruijten: “Volledig mee eens: je moet terughoudend zijn met nieuwe belemmeringen op de markt. Ik zie overigens dat onze Franse en Duitse collega’s heel kritisch zijn, men speelt de kaart van sociale dumping ter bescherming van de eigen markt. Bij mij geen angsthazerij. Maar ik zal mij wel inzetten voor een sociale omkadering om ongewenste effecten te voorkomen.” Op dit moment buigen de Raad van Ministers en het Europees Parlement zich over de conceptversie van de richtlijn. Alvorens zich uit te spreken over de plannen organiseert het Europees Parlement in november nog een hoorzitting over de te verwachten effecten van de komende richtlijn. Ook in de Tweede Kamer begint men nu aan de meningsvorming. De Tweede Kamer stuurt de Nederlandse minister aan in de Raad van Ministers. De dienstenrichtlijn wordt pas van kracht wanneer het Europees Parlement en de Raad van Ministers het onderling eens zijn geworden over een definitieve tekst.
Administratieve lasten Vanuit de CDA-delegatie zijn twee leden sterk betrokken bij dit dossier. Bert Doorn let vooral op het aspect van de vereenvoudiging van regelgeving en Ria Oomen-Ruijten behartigt de sociale component. Bert Doorn: “Nederland en ook de EU hebben talloze regels gemaakt waarvan men vooraf niet weet welke administratieve lasten deze veroorzaken voor het bedrijfsleven. Samen met het Nederlandse voorzitterschap zijn we bezig om deze problematiek aan te pakken. Daar hoort ook bij de verlaging van de administratieve lasten in de dienstensector.” Twee voorbeelden: in Duitsland zijn heel veel beroepen georganiseerd volgens het oude gildensysteem van “gezel” en “meester”. In Nederland zien we dit
4
Het pakket van maatregelen vereenvoudigt verder de administratieve procedures door uit te gaan van het ‘land-vanoorsprong-beginsel’ voor de vergunningen. Bert Doorn: “Een Europees diploma geeft heel veel problemen. Dan moeten onder meer opleidingen worden geharmoniseerd en eisen gestandaardiseerd. We willen bijvoorbeeld absoluut geen Europees slagersvakdiploma dat geldig is in de hele EU. We kiezen voor wederkerigheid. Als men in Nederland bevoegd is schoorstenen te vegen, mag men dat ook in Duitsland doen. Dat betekent dus vrij verkeer van diensten, waarbij degene die de diensten verleent, onderworpen is aan de eisen van de lidstaat van oorsprong. Uiteraard is het zo dat bij de controle en toezicht er goede samenwerking moet komen tussen de lidstaten.”
EURO
Nederland De Europese Unie heeft veel voordeel bij een interne dienstenmarkt, maar Nederland wel in het bijzonder. Nederland zelf heeft een vrij open economie. Dit betekent dat de vestigingsproblemen in Nederland niet zo groot zijn voor buitenlanders. Andersom echter wel. Bert Doorn: “Vooral het Nederlandse middenen kleinbedrijf zou sterk kunnen profiteren van deze nieuwe wetgeving.” “En” , voegt Ria Oomen-Ruijten toe, “met name in grensregio’s zijn er veel kansen voor ons MKB, ik weet hoe zeer procedures bij de buren nu dat werken vaak belemmeren”. De richtlijn zal niet voor alle diensten gelden. Enkele vormen van dienstverlening zijn uitgezonderd omdat daar al aparte
Jaargang 10 nummer 4
Orthodoxe dialoog over rol kerk in samenleving Op 21 en 22 oktober vindt in Thessaloniki alweer de Achtste Orthodoxe dialoog plaats tussen de EVP-ED-fractie en vertegenwoordigers van de orthodoxe, protestantse en rooms-katholieke kerken. Het belang van deze dialogen is voor de EVP-ED-fractie groot. Na de uitbreiding van de Europese Unie met bijvoorbeeld Roemenië zal het aantal orthodoxe gelovigen in de EU boven de vijftig miljoen liggen. De invloed van de orthodoxe kerken neemt ook in de ‘oude’ lidstaten van de EU toe. In Nederland staan meer dan dertig orthodoxe kerken, verdeeld over dertien parochies. De laatste kerk is een half jaar geleden in Rotterdam gewijd. In dit opzicht is het belangrijk om elkaar te leren kennen, zodat meer inzicht wordt verkregen in de achtergronden van de orthodoxie en relevante onderwerpen zoals de verhouding tussen kerk en staat.
van de Russisch-orthodoxe kerk, Anthony Llyin, een vlammend betoog tegen de oprichting van nieuwe roomskatholieke bisdommen in de Oekraïne. Zijn argument was dat de Russischorthodoxe kerk een monopoliepositie had. Deze opmerking kreeg veel kritiek. Veel van zijn collega´s vonden dat gelovigen een individuele verantwoordelijkheid hebben en dat zij vrij moeten zijn in het kiezen van hun eigen overtuiging. Dit laatste is ook in de slotverklaring terechtgekomen.
Resultaten Christenen in Turkije De orthodoxe kerken vinden de bijeenkomsten waardevol omdat het hen in staat stelt, de Europese Unie niet alleen als economisch blok, maar vooral als een waardegemeenschap te leren kennen. De dialogen worden geleid door Wim van Velzen, vice-voorzitter van de EVP partijorganisatie en leveren vaak concrete resultaten op. Zo kwam in 2001 door de aanwezigheid van de katholieke bisschop van Banja Luka de vraag aan de orde, waarom de Servische orthodoxe kerk toentertijd zowel de etnische zuivering als het vernielen van rooms-katholieke kerken en moskeeën heeft goedgekeurd. Voor het eerst heeft toen de Servische kerk hiervan openlijk afstand genomen. De laatste jaren neemt ook de Russische orthodoxe kerk deel aan de besprekingen. Dit is een goede zaak omdat daarmee deze kerk uit haar isolement komt. Een ander gevolg is dat de discussie over bijvoorbeeld de positie van staatskerk, die de orthodoxen in veel landen nog hebben, van de grond is gekomen. Zo hield in 2003 de vertegenwoordiger
Vorig jaar vond de dialoog plaats in Istanbul, oftewel Constantinopel. Constantinopel is het ‘Rome’ van de orthodoxe kerk, want in deze hoofdstad van het voormalige Oost-Romeinse Rijk zetelt oecumenische patriarch Bartholomeus I. De orthodoxe kerk is ontstaan in 1054 bij het grote schisma tussen het oostelijke en het westelijke deel van de christenheid van het Romeinse Rijk. De oecumenische patriarch heeft de eerste plaats (primus inter pares) onder de oosterse patriarchen. Groot probleem voor patriarch Bartholomeus I is de positie van christenen als minderheidsgroep in Turkije. Heet hangijzer is de positie van het Turkse seminarie Halki waar generaties lang orthodoxe priesters zijn opgeleid. In 1971 is deze opleiding door de Turkse overheid gesloten. Heropening is nu al meer dan 30 jaar een eis van de patriarch omdat het essentieel is voor de opleiding van priesters. Enkele maanden na de orthodoxe dialoog en stille diplomatie werd afgelopen zomer in de Turkse media druk gespeculeerd over een eventuele heropening. Uiteindelijk is het door
Oecumenische patriarch Bartholomeus I wordt welkom geheten door Wim van Velzen. massale druk van Turkse nationalistische groeperingen er nog niet van gekomen, maar de heropening is wel weer nadrukkelijk op de Turkse politieke agenda gezet.
Verzoening en samenwerking In Thessaloniki zal het vooral gaan over het thema verzoening en samenwerking. Naast diverse kerkelijke leiders zullen ook een aantal regeringsleiders aan de besprekingen deelnemen: premier Konstantinos Karamanlis (Griekenland), premier Vojslav Kostunica (ServiëMontenegro), premier Ivo Sanader (Kroatië) alsmede leiders van diverse politieke partijen uit Bosnië-Herzegovina. Van kerkelijke zijde nemen orthodoxe, katholieke en protestante geestelijk lei-
ders deel aan de besprekingen, evenals Mufti Mustaf Ceric van BosniëHerzegovina.
Meer informatie over de Orthodoxe dialogen kunt u vinden onder de knop van ‘politics and religion’ van de website van de EVP-ED-fractie: www.epp-ed.org.
Voor veel orthodoxe kerken is een grote maatschappelijke rol geen traditie. Generaliserend kan met stellen dat in de communistische tijd de kerken gedwongen waren zich vooral te richten op het zielenheil van de individuele gelovigen en zich afzijdig moesten houden van grote maatschappelijke vraagstukken. Momenteel is een kentering waar te nemen in deze houding. De komende dialoog in Thessaloniki heeft tot doel dit proces te versterken. Men wil nu aan de hand van voorbeelden tot een dieper inzicht komen over de rol die kerken kunnen spelen bij het tot stand brengen van multi-etnische en democratische samenlevingen.
Geef regio’s stem in besluit transgene gewassen Meer en meer regio’s in de EU keren zich tegen de teelt van transgene gewassen. Dat is terecht zolang er geen duidelijkheid bestaat over de risico’s en gevolgen van ‘besmetting’ van gangbare gewassen met transgene gewassen. Tot die duidelijkheid er is moeten de lidstaten geen teelt van transgene gewassen toestaan. Toch heeft de Europese Commissie besloten het moratorium op de teelt van transgene gewassen op te heffen. Dit moratorium bestond al sinds 1999. Buiten de vraag of de Europese Commissie zich er niet met een Jantje van Leiden vanaf maakt, kan gevreesd worden voor gevolgen voor de traditionele landbouw in Europa. Transgene gewassen kunnen nu overal in de EU worden geteeld, maar de gevolgen ervan voor de gangbare landbouw zijn nog niet in kaart gebracht. Meer en meer Europese regio’s (provincies en deelstaten) vinden daarom dat zij, op grond van het subsidiariteitsprincipe, een stem moeten hebben in de teelt van transgene gewassen. Beslissingen moeten in de Europese Unie immers op het best daartoe uitgeruste niveau worden genomen.
Jaargang 10 nummer 4
Besmet Volgens studies blijken veel gewassen niet te kunnen worden geteeld, zonder dat er kruisbestuiving optreedt. In Canada is onlangs een boer veroordeeld om aan Monsanto, producent van transgene gewassen, een schadevergoeding te betalen van $ 300.000 omdat hij gepatenteerde planten wederrechtelijk zou hebben gebruikt. Zijn oogst was echter gewoon besmet vanuit een nabijgelegen perceel met transgene gewassen. Uit een Europese studie blijkt bovendien dat conventionele boeren hun kosten, afhankelijk van het gewas, met 1 tot 41 procent zien stijgen door de beschermende maatregelen die ze moeten nemen tegen mogelijk kruisbestuiving.
Transgeenvrije regio’s
Verbod
resolutie aangenomen waarin het de Europese Commissie vraagt om aan de lidstaten de mogelijkheid te geven in geografisch beperkte gebieden de teelt van transgene gewassen te verbieden. Zolang er geen bindende regels zijn over de coëxistentie (naast elkaar telen van transgene en traditionele gewassen), vindt het EP dat de EU-lidstaten niet moeten instemmen met de teelt van nieuwe genetisch gemodificeerde gewassen. Daarbij komt ook het transregionale en transnationale aspect kijken: het Europees Parlement vroeg de Europese Commissie dan ook om een onderzoek te doen naar de grensoverschrijdende coëxistentie. Het is belangrijk dat grote voorzorg in acht wordt genomen, voordat transgene gewassen ergens worden geteeld. Centraal in deze discussie staat het burgerlijke aansprakelijkheidsprincipe: wat gebeurt er als een boer zijn oogst niet meer kan verkopen omdat er ’besmetting’ is opgetreden vanuit een nabijgelegen perceel met transgene gewassen? Het principe dat de vervuiler betaalt, zou hierbij volgens het Europees Parlement moeten worden aangewend.
Het EP heeft in december vorig jaar een
Tot nu toe hebben de Europese lidstaten
De belangenvereniging van de Europese regio’s (VRE) heeft besloten het initiatief om te komen tot transgeenvrije regio’s te ondersteunen. Zij werkt daarbij samen met Friends of the Earth Europe. Volgens de VRE hebben sinds 1999 tientallen regio’s in Europa zich transgeenvrij verklaard. Het voortouw hierbij is genomen door regio’s zoals Toscane, Oberösterreich, Limousin, Aquitanië en Wales. Deze regio’s willen allereerst hun traditionele en biologische landbouw beschermen en ook de eigen producten behoeden tegen risico’s van ’besmetting’ met transgene gewassen. De regio’s in kwestie en de VRE zijn niet tegen transgene gewassen, maar ijveren vóór een duidelijk Europees wettelijk kader om het naast elkaar bestaan van transgene gewassen met niet-transgene juist te kunnen garanderen. Dit is ook het standpunt van het Europees Parlement, dat eerder al akkoord ging met het toelaten van transgene gewassen onder strenge voorwaarden.
EURO
de aansprakelijkheid niet of op verschillende manieren geregeld. Naast de aansprakelijkheid willen de regio’s – terecht – dat er ook duidelijke regels komen om kruisbesmetting te voorkomen. Het gaat dan bijvoorbeeld over de minimumafstand tussen transgene en conventionele gewassen.
Inbreng provincie ontbreekt Samen met de regio’s vraagt het Europees Parlement om wetenschappelijk onderbouwde Europese wetgeving op het vlak van het naast elkaar telen van transgene en conventionele gewassen. Hierbij moeten ook de Europese regio’s de mogelijkheid geboden worden om een inbreng te leveren in alle besluitvorming voor het toelaten van de teelt van transgene gewassen. Het valt op dat in dit debat de inbreng van de Nederlandse provincies nog ontbreekt. Dit is een bewerking van een artikel van Lambert van Nistelrooij en Albert Jan Maat dat eerder is verschenen in het Agrarisch Dagblad.
5
Nieuwe agenda voor Europees justitiebeleid Het uitwisselen van informatie, daar draait het de komende jaren om in de debatten over versteviging van het Europese justitiebeleid. Vooral de diensten die met wetshandhaving te maken hebben, zijn nog niet erg geneigd hun informatie te delen met collega’s uit andere lidstaten. Dat geldt zowel voor de veiligheidsdiensten als voor de politie.
Nu al blijkt dat het echt wat begint te worden met die grensoverschrijdende samenwerking op het terrein van justitie. Maar minister Donner waarschuwde in Scheveningen wel voor de problemen die nog steeds bestaan met de uitwisseling van informatie. Dat is merkwaardig, want inmiddels zijn in Den Haag zowel de Europese politiedienst Europol als de organisatie Eurojust van de openbare ministeries uit de 25 lidstaten gevestigd. Binnen deze instellingen kan snel en efficiënt aan deze uitwisseling van informatie worden gewerkt. En als dat gebeurt dan kunnen er mooie resultaten worden geboekt. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat bij Europol tussen Frankrijk en Spanje het eerste zogenaamde Joint Intelligence Team is opgericht. De recente arrestaties van de top van de Baskische afscheidingsbeweging ETA zullen daar ongetwijfeld mede zijn voorbereid.
Huiver
betrokken nationale diensten blijven ontkennen dat deze Europese instellingen ook “gewoon van ons” zijn. De minister kondigde verder aan dat in de komende tweede meerjarenagenda ook nadrukkelijk aandacht komt voor het familierecht. Daarbij gaat het nog niet om een zeer gevoelig liggende zaak als het homohuwelijk, dat alleen in Nederland en België mogelijk is en wellicht binnenkort ook in Spanje. Op Europees niveau ligt dat echter heel erg omstreden. Wel is afgesproken dat er wordt gewerkt aan harmonisatie van het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht. Heel belangrijk op die meerjarenagenda wordt het voorstel tot wederzijdse erkenning van rechterlijke uitspraken. Dat voornemen bestaat als sinds de Top van Tampere. Het gevolg ervan zal zijn dat het helemaal niet meer uitmaakt in welke lidstaat een vonnis in een bepaald geschil wordt gewezen. Die zal dan in de hele Europese Unie rechtstreeks geldig zijn.
Maar toch, zo waarschuwde minister Donner, moeten de 25 lidstaten hun huiver voor deze samenwerking nu eens overboord zetten. Met andere woorden: de minister wil dat Europol en Eurojust ruimere mogelijkheden krijgen om nog beter met elkaar te gaan samenwerken. Hij gaf toe dat deze instellingen zelf daar wel mee om kunnen gaan. Maar het effect daarvan is te laag, wanneer de
Minister Donner (justitie) ontving eind september zijn collega’s uit de 25 Europese lidstaten in het Kurhaus in Scheveningen. Daar werd twee dagen intensief gesproken over de nieuwe meerjarenagenda voor het Europese justitiebeleid. Die meerjarenagenda heeft al een codenaam: Tampere II. Dat komt omdat het eerste vijfjaren-beleidsplan voor dit beleidsterrein in oktober 1999 is opgesteld door de regeringsleiders op een speciale top in deze Finse stad. Intussen zijn veel van de voornemens uit die zogenaamde ‘Tampere-agenda’ uitgevoerd. Dat ging niet zonder slag of stoot. De terroristische aanslagen op 11 september 2001 in New York en Washington waren aanleiding voor de regeringsleiders hun ministers van justitie nog eens op te dragen echt werk te maken van de samenwerking ten aanzien
van de bestrijding van het terrorisme en andere vormen van ernstige grensoverschrijdende misdaden als mensenhandel en witwassen van crimineel verkregen geld. Ook kwam onder die druk uiteindelijk het Europese arrestatiebevel tot stand.
Meerjarenagenda De Europese Unie is nu toe aan een nieuwe meerjarenagenda. Het is aan minister Donner om de zaken voor te bereiden. Na het informele overleg in Scheveningen doet hij eind deze maand zijn collega’s concretere voorstellen daarvoor. De aanbevelingen van de 25 ministers van justitie staan vervolgens op 5 november op de agenda van de eerste bijeenkomst van de regeringsleiders tijdens het Nederlandse voorzitterschap.
Regionaal beleid wordt herijkt De Europese Commissie heeft in juli voorstellen gedaan voor de bijstelling van het regionaal beleid. Subsidies uit de zogeheten cohesiefondsen richten zich vanaf 2007 op die landen en regio’s met een bruto binnenlands product dat lager is dan 75% van het gemiddelde in de gehele Europese Unie. De discussie over de voorstellen van de Commissie is nu volop gaande. Nederland valt niet onder dit op achterstanden gerichte beleid. Voor ons land is primair van belang dat er ook subsidies kunnen worden gekregen voor projecten die zich richten op innovatie, concurrentiebevordering en duurzame ontwikkeling. Daarnaast zijn de fondsen voor de plattelandsontwikkeling van groot belang. In 2005 zal in het Europees Parlement over de herijking van het regionaal beleid worden gesproken. Het gaat daarbij zowel om de spelregels als om de finan-
6
ciën in de periode 2007-2013.
Noord-Nederland De positie van het Noorden van ons land is in dat verband bijzonder. Het kabinet heeft in het kader van het achterstandsbeleid afspraken gemaakt met NoordNederland. De vraag is of na 2006 Noord-Nederland nog aanspraak maakt op Europese gelden. Daarover hebben in Nederland regering en parlement het
laatste woord. Het CDA vindt dat de gemaakte afspraken moeten worden nagekomen. Moet Noord-Nederland bij de toekenning van gelden concurreren met de rest van het land, of komen de gelden rechtstreeks voor dit landsdeel beschikbaar? Nederland bereidt zich voor op deze nieuwe agenda door het Innovatieplatform onder leiding van premier Jan Peter Balkenende. Dit platform zal voorstellen doen over de Nederlandse prioriteiten. Daarnaast heeft de staatssecretaris Karien van Gennip (Economische zaken) voorstellen gedaan voor een herziening van het regionale beleid van dit kabinet. In haar nota ‘Pieken in de delta’ heeft zij voorstellen gedaan voor een thematische en gebiedsspecifieke toespitsing van activiteiten om de perspectieven van Nederland in Europa te verbeteren. Ook op andere terreinen, zoals dat van de ruimtelijke ordening (Nota Ruimte) en ver-
EURO
keer en vervoer worden voorstellen gedaan.
Nieuwe agenda Ik heb in een debat op Radio 1 toegelicht dat, er vanaf 2007 een nieuwe agenda zal worden gevormd. Het is aan de Tweede Kamer de specifieke positie van het Noorden te bepalen. Het CDA is voorstander van het handhaven en verder ontwikkelen van regionaal beleid. Tijdens politiek overleg hierover in de Tweede Kamer op 15 september is namens de CDA-fractie door Jan Jacob van Dijk een inbreng geleverd over dit onderwerp. Intussen heeft afstemming plaatsgevonden tussen de CDA-fractie in de Tweede Kamer fractie en vertegenwoordigers uit alle provincies. Ik ben hierbij in de gelegenheid geweest om de vernieuwingen in het Europese beleid toe te lichten. Ook de CDA- gedeputeerden in de provincies
kiezen voor wijziging van de criteria. Zij zijn het ermee eens om subsidies niet te richten op wat tot nu toe een ‘achterstandgebied’ werd genoemd, maar dat geld te gebruiken voor het ‘versterken van kansrijke initiatieven’. Voor het Europees Parlement zal vooral de kwaliteit van de voorstellen een belangrijke rol spelen. Dit hoeft in mijn ogen zéker niet ten nadele te zijn van Noord-Nederland. De discussie met de Europese Commissie is inmiddels geopend via een hoorzitting waarin, ik een actieve inbreng heb geleverd. Voor nadere informatie zie mijn website: www.lambertvannistelrooij.nl Lambert van Nistelrooij
Jaargang 10 nummer 4
Den Haag ontvangt gezamenlijk ACS-EU Parlement Van 20 tot en met 25 november a.s. zal Den Haag het centrum van overleg zijn tussen leden van het Europees Parlement en parlementariërs uit Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS). Het Europees Parlement onderhoudt contacten met parlementen elders in de wereld via zogeheten ‘delegaties’. Er zijn delegaties met onder meer Turkije, de Verenigde Staten, Rusland, Zuid-Azië en Centraal Amerika. De ACS is een unieke delegatie. Het is uniek omdat parlementsleden uit de ACS-landen en leden van het Europees Parlement samen een Parlementaire Vergadering vormen die niet alleen van gedachten wisselt, maar ook gezamenlijke standpunten inneemt. Ze komt tweemaal per jaar bijeen. Eenmaal in Europa en eenmaal in één van de ACS-landen. Dit voorjaar was de bijeenkomst in Addis Abeba, Ethiopië. De komende vergadering is weer in Europa, altijd in het land dat de Raad voorzit. Vandaar dat de keuze nu op Den Haag is gevallen. Deze gezamenlijke Parlementaire Vergadering heeft weliswaar geen wetgevende bevoegdheid, maar ze is niet zonder invloed. De EU en de Verenigde Naties kijken over het algemeen vóórdat zij besluiten nemen, eerst naar de standpunten die de ACS heeft ingenomen. Daarnaast vervult de parlementaire ACSvergadering nog een andere heel belangrijke rol. In veel van de ACS-landen staat de democratie nog in de kinderschoenen. Het reilen en zeilen van een parlementair
democratisch besluitvormingsproces is voor vele ACS-parlementariërs nieuw. Thuis zijn ze er niet op deze manier mee vertrouwd. De ACS-vergaderingen geven hen een idee van de wijze van functioneren van een democratie en de rol en functie van parlementariërs daarin. Voor europarlementariërs is het ook erg belangrijk, opdat zij niet alleen óver de landen spreken, maar vooral ook mét hen.
Banden aanhalen De ACS-vergadering is een uitgelezen gelegenheid om de banden met vertegenwoordigers uit deze landen aan te halen en actuele ontwikkelingen door te spreken. Nu de bijeenkomst in Nederland is, zal onze minister van Ontwikkelingssamenwerking, Agnes van Ardenne, natuurlijk ook in de gelegenheid zijn om de prioriteiten van het Nederlands Voorzitterschap op het gebied van ontwikkelingssamenwerking nog eens extra kracht bij te zetten. Nederland heeft op het gebied van ont-
wikkelingssamenwerking altijd voorop gelopen. De ambities van het Nederlands Voorzitterschap zijn dan ook hoog. De prioriteit ligt bij grotere effectiviteit, minder bureaucratie, verdere afbouw van handelsverstorende subsidies, betere samenwerking met de VN, bestrijding van Aids en verbetering van reproductieve gezondheidszorg. Voor mijzelf worden het extra boeiende dagen. Onlangs hebben de leden van de EVP-ED-fractie uit de 25 lidstaten van de ACS-delegatie mij - net als in de commissie ontwikkelingssamenwerking gekozen tot coördinator, dat wil zeggen tot hun voorzitter. De voorzitter is aanspreekpunt van de fractie, zit de voorbereidende vergaderingen voor, zorgt dat alle collega´s aan bod komen en doet de besprekingen en onderhandelingen met de andere fracties. Deze verantwoordelijkheid deel ik met mijn Britse collega Nirj Deva. Het is eervol als mensen je in die functie kiezen. Het maakt het werk ook extra leuk omdat je meer in het hart van de politiek zit. Het geeft bovendien de gelegenheid om onze visie met extra kracht in te brengen.
Twee noodgebieden Voor de aanstaande ACS-vergadering staan er twee urgentiedebatten op het programma. Ten eerste zal er gesproken worden over de schade die de cyclonen Ivan en Jeanne in het Caribisch gebied hebben aangericht. De verwoesting is enorm, met name in Grenada, Jamaica en Haïti. Enorme overstromingen hebben
duizenden levens geëist. De Europese Commissie heeft 4,5 miljoen euro noodhulp voor de getroffen gebieden gereserveerd. In Den Haag zullen we samen met onze ACS-collega´s bespreken hoe het verder moet. Daarbij letten we vooral op Haïti, omdat dat één van de allerarmste landen ter wereld is. Het tweede urgentiedebat gaat over de situatie in de regio Darfur in Sudan. U hebt daarover vast al gehoord of gelezen. Het is een van de gruwelijkste crises sinds tijden. De burgeroorlog heeft al tienduizenden mensen het leven gekost, meer dan 200.000 mensen zijn op de vlucht geslagen naar buurland Tsjaad en één miljoen mensen zijn binnen Sudan op de vlucht of dakloos. Hulpverlening komt langzaam op gang, onder andere omdat de getroffen regio´s vaak nog niet veilig zijn voor de hulpverleners. Het Europees Parlement heeft de druk op de politieke leiders in Sudan verhoogd. Wij willen dat de EU de Afrikaanse Unie beter gaat steunen, opdat deze haar verantwoordelijkheid kan nemen als het gaat om vrede en stabiliteit op het Afrikaanse continent. Vrede en stabiliteit zijn immers een voorwaarde voor ontwikkeling.
Tijdens de ACS-EU vergaderingen is Nederlands een belangrijke voertaal omdat Ramdien Sardjoe, de voorzitter van de Surinaamse Nationale Assemblée (Surinaams parlement), ook co-voorzitter is van het ACS-EU Parlement.
Maria Martens
Agenda Voortaan biedt de Euroflits een overzicht van belangrijke vergaderdata en van optredens van de individuele leden. Meer informatie staat op de portal website van de Europese Unie (www.europa.eu.int) en de website van de EVP-ED-fractie (http://www.epp-ed.org/). Voor informatie over de activiteiten van individuele leden kunt u rechtstreeks contact met hen opnemen via de contactadressen op de achterzijde van deze krant. 21-22 oktober, Thessaloniki 25-28 oktober, Straatsburg
25 oktober, Straatsburg 25 oktober, Paterswolde 29 oktober, Katwoude 5 november, Brussel 11 november, Brussel 11 november, Brussel 15-18 november, Straatsburg 15 november 20-25 november, Den Haag 22 november, Brussel 24 november, Brussel 25 november, Brussel 25-28 november, Den Haag 26 november, Amsterdam/Rotterdam 27-28 november, Brussel 29 november, Brussel 1-2 december, Brussel 6 december, Den Haag 9 december, Zuid-Oost Veluwe 13-16 december, Straatsburg 17 december, Brussel 28 december, Rotterdam
Jaargang 10 nummer 4
Achtste Dialoog met de orthodoxe kerken Plenaire vergadering Europees Parlement o.a. Eerste lezing Begroting 2005 (dinsdag 28 oktober); Albert Jan Maat zal zich in zijn inbreng inzetten voor hulp aan de landbouw en visserij in Oezbekistan Stemming over de nieuwe Europese Commissie (woensdag 27/10) Schriftelijke vraag over toetreding Turkije; Camiel Eurlings en José Ignacio Salafranca (idem) commissie buitenlandse zaken (EP), Eerste behandeling van het rapport over Turkije van Camiel Eurlings Jaarvergadering VNO/NCW Noord, 14.15 uur, met Albert Jan Maat Albert Jan Maat spreekt op de regiodag Vrouw en Bedrijf van de WLTO, Van der Valk Motel Volendam in Katwoude. 14.00 uur Europese Raad met onder meer Meerjarenplan justitie, asiel en migratie en rapport-Wim Kok met mid-term-review Lissabonproces Europees Parlement: hoorzitting over het suikerbeleid, 11.00 uur Europees Parlement: hoorzitting Dienstenrichtlijn Plenaire vergadering Europees Parlement Commissie Buitenlandse Zaken (EP) o.a. Tweede behandeling van het rapport over Turkije van Camiel Eurlings ACP-EU Gezamenlijke Parlementaire Vergadering (Ontwikkelingssamenwerking) economische en monetaire commissie (EP) Bespreking Stabiliteits- en groeipact met Corien Wortmann-Kool Commissie Vervoer en Toerisme (EP) Bespreking herziening Rijbewijsrichtlijn met Corien Wortmann-Kool Commissie Vervoer en Toerisme (EP) Bespreking voertuigcriminaliteit met Corien Wortmann-Kool Albert Jan Maat zal de landbouwconferentie Dierziekten bijwonen georganiseerd door het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie Werkbezoek Corien Wortmann-Kool aan Nationale Havenraad, havens van Amsterdam en Rotterdam, Commissie Juridische Zaken (EP) Bespreking rapport over accountantscontrole van Bert Doorn, Raad van Ministers, Vervoer, Telecommunicatie en Energie Plenaire vergadering Europees Parlement o.a. stemmingen over rapport Turkije van Camiel Eurlings VNO/NCW Europese Markt, Bert Doorn houdt een lezing om 13.00 uur Malietoren, Den Haag Albert Jan Maat zal spreken op een bijeenkomst van verschillende GLTO afdelingen op de Zuidoost Veluwe, 14.00 uur Plenaire vergadering Europees Parlement o.a. Tweede Lezing Begroting 2005 Europese Raad o.a. Besluit in de Raad over Turkije Toespraak Corien Wortmann-Kool op Binnenvaartdag in Rotterdam, de Doelen
EURO
7
Puzzel mee en win een echte EVP-ED paraplu!
E V P
Colofon Uitgegeven door de EVP-ED-fractie en de CDA-delegatie in het Europees Parlement.
Vul de antwoorden horizontaal in en lees verticaal in de groene kolom de oplossing. De meeste antwoorden kunt u in deze Euroflits vinden.
Fractievoorzitter: Hans-Gert Poettering
ZZEL D
1. Rapporteur over toetreding van Turkije 2. Samen met Maria Martens coördinator ontwikkelingssamenwerking 3. Naam van gesloten Orthodoxe seminarie in Turkije 4. Voorzitter nieuwe Europese Commissie 5. Voorzitter aftredende Europese Commissie 6. Voornaam EVP-ED-fractievoorzitter
Redactie: Eduard Slootweg
Redactie-medewerker Françoise Petit 1
Eindredactie: Koos van Houdt
2 3
Productie: De Graaf Communicatie, Enkhuizen
4
P
5
Foto’s: Tenzij anders vermeld, EVP-ED fractie, Europees Parlement, Europese Commissie, CDA
6 Oplossingen per e-mail aan:
[email protected] of via de post. Het adres is: Dr. Kuyperstraat 5, 2514 BA Den Haag onder vermelding van “Puzzel Euroflits” (links boven op de enveloppe) Onder de goede inzenders wordt een bijzondere EVP-ED paraplu verloot.
Opmaak: Herman Fuit, Den Haag
Druk: BDU Grafisch Bedrijf
Puzzel van de vorige keer Het goede antwoord was: “CEURLINGS” Heel veel personen hebben de vorige keer de puzzel goed ingestuurd, per post en e-mail. Te veel om hier te vermelden. Vanwege het hoge aantal goede antwoorden zijn uit de goede inzenders twee winnaars geloot. Dit zijn: H. Huisman, Van Looystraat 5, 3842 CA Harderwijk en mw. A.H. Zevenhuijzen-Koskamp, Holierhoek 24, 2636 EJ Schipluiden. De EVP-ED-paraplu zal worden toegestuurd. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.
G Y M N Y P O E T T D J A N P E T E
C E U R L C A M I Z E V E N G B O E D A P E S
H R I N G R A O B A R R O S O E W A N D O W S K I E L E R L A C H T
Onze adressen
Uw CDAdelegatie in het
EVP-ED-fractie Brussel LEO 3 F 142 Wiertzstraat 43 1047 Brussel
Europees
EVP-ED-fractie via Internet
Parlement:
Camiel Eurlings
Maria Martens
Albert Jan Maat
voorzitter CDA-delegatie landelijk contactpersoon website: www.camiel.com
[email protected] tel: + 32 2 284 5509 fax: + 32 2 284 9509
contactpersoon voor de Provinciale Afdelingen Gelderland en Overijssel website: www.mariamartens.nl
[email protected] tel: 026 4421602 fax: 026 4421940
vice-voorzitter CDA delegatie contactpersoon voor de Provinciale Afdelingen Drenthe, Groningen en Friesland website: www.ajmaat.nl
[email protected] tel: 050 5736470 fax: 050 5792884
www.europarl.eu.int/ppe
EVP-partij via Internet www.epp-ed.org
CDA-secretariaat via Internet www.cda.nl
Redactie-adres Eduard Slootweg Voorlichter EVP-ED-fractie LEO 3 F 142 Wiertzstraat 43 1047 Brussel
Ria Oomen-Ruijten
Lambert van Nistelrooij
Corien Wortmann-Kool
Bert Doorn
contactpersoon voor de Provinciale Afdeling Limburg website: www.oomen-euro.org
[email protected] Tel: +32 2 284 7863 Fax: +32 2 284 8963
contactpersoon voor de Provinciale Afdelingen Noord-Brabant en Zeeland website: www.lambertvannistelrooij.nl
[email protected] tel. 073 6569143 fax: idem
penningmeester CDA delegatie contactpersoon voor de Provinciale Afdelingen Utrecht en Flevoland website: www.corienwortmann.nl
[email protected] Tel: 00 32 2 284 5570 Fax: 00 32 2 284 9570
contactpersoon voor de Provinciale Afdelingen Noord-Holland en Zuid-Holland website: www.bertdoorn.nl
[email protected] tel. 070 3424816 fax. 070 3643417
8
EURO
Jaargang 10 nummer 4