v
l
l
l
v
v
e
e
l
ja ar b er ic h t l
la nd el ijk e
v
e
ve re ni gi ng va n ee rs te lij ns ps yc ho lo ge n 2
0
1
1
l
v
e
v
e
v
e
l
v
e
l
v
e
l
v
e
cijfers
e
v
v
e
e
Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen Osdorper Ban 7A, 1068 LD Amsterdam Tel: 020-6673956 Fax: 020-6675320 Email:
[email protected] / www.lve.nl 21 of meer 2120 of meer t/m 13 t/m 2013 21 of meer consulten consulten 13 consulten t/m 20 consulten 2% consulten 9% 2% consulten 9% 2% 9% 9 t/m 12 9 t/m 12 9 t/m 12 consulten consulten 17% consulten 17% 17%
13 t/m 20 consulten 9%
Gezin Gezin Anders Paar Anders 2% Paar Gezin 2% 1% 7% Paar7% 2% 1% 7%
21 of meer consulten 2%
9 t/m 12 consulten 17%
1 t/m 8 1 t/m 8 1 consulten t/m 8 consulten 72% consulten 72% 72%
Paar 7%
Gezin 2%
Anders 1%
Individueel Individueel 90% Individueel 90% 90% Individueel 90%
1 t/m 8 consulten Aantal 72% consulten
Aantal consulten Aantal consulten Aantal consulten gem. 7.0 gem. 7,0gem. 7,0 gem. 7,0
25%
20%
9,7% 9,7% 10% 9,7%
10% 5% 0%
2,9%
5%
Cliëntsysteem WO OnbekendOnbekend WO Geen of LO 6%of LO Onbekend 10% Geen WO 6% 10% 7% Geen of 7%LO WO10% Onbekend 6% 6% Geen of LO 7% 10% 7%
14,4%
14,4% 14,4%
15%
%
Cliëntsys Cliëntsysteem Cliëntsysteem
20,4%
20%
15%
Cliëntsysteem
Aantal consulten gem. 7,0
23,0% 22,6% 23,0% 22,6% 23,0% 20,4% 22,6% 20,4% 25% 23,0% 22,6% 20,4%
2,9%
Anders 1%
14,4%
HBOHBO HBO 25%25% 25%
9,7%
5,3% 5,3%
0% 0 t/m 10 11 t/m 21 t/m 31 t/m 41 t/m jaar 20 40 jaar4150 jaar 11 t/m 21jaar t/m30 jaar 31 t/m t/m
5,3% 5,3% 1,8% 1,8%
1,8%
HBO 25%
1,8%
51 t/m 61 t/m 71 jaar 60 jaar jaar t/m en ouder 51 t/m 70 61 71
t/m 10 21 t/m 31 t/m 41 t/m 51 t/m 61 t/m 71 jaar jaar m 10 011 t/m Leeftijd cliënten jaar 20 jaar31 40 30 jaar41 50 40 jaar51 60 50 jaar61 70 60 jaar71en70 jaar en ouder 10 11 20 t/m t/mjaar t/mjaar t/mjaar t/mjaar t/m jaar Leeftijd cliënten aar jaar21 30 jaar ouder 20 jaar 30 jaar 40 jaar 50 jaar 60 jaar 70 jaar en ouder Leeftijd cliënten
Leeftijd cliënten Leeftijd cliënten
Behandelduur gem. 21 weken
HAVO en VWO 11%
HAVO en VWO HAVO en VWO HAVO en11% VWO 11% 11%
MAVO en V(M)BO 16%
MBO 26%
MAVO enMAVO en MAVO en V(M)BO V(M)BO 16% V(M)BO 16% 16%
MBO MBO 26% MBO 26% Opleiding cliënt 26%
Opleiding cliënt
Opleiding Opleiding cliënt c Opleiding cliënt
Werksituatie cliënt
steem
cliënt
Jaarbericht 2011 Grafieken Een selectie uit de LVE-jaargegevens Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen
Osdorper Ban 7A
1068 LD Amsterdam
020-6673956 Fax 020-6 E-mail:
[email protected] / www.lv
Jaarbericht 2011 Tabel Inwoners per FTE ELP
Grafiek 10
Provincie
Initiatief hulpvraag
Initiatief hulpvraag 2012-06-27
Resultaat hulpverlening
Aantal inwoners 2011
Aantal ELP (lid LVE)
Inwoners per fte ELP
Groningen
580747
36
23.046
Friesland
647279
30
30.823
Drenthe
490698
23
30.478
Overijssel
1137578
46
35.329
Flevoland
395466
24
23.540
Gelderland
2009901
139
20.657
Utrecht
1236975
93
19.001
Noord-Holland
2708466
184
21.028
Zuid-Holland
3550881
138
36.759
Zeeland
12
45.400
Noord-Brabant
2463555
381363
134
26.264
Limburg
1122993
42
38.197
Gemiddeld aantal consulten Jaarbericht 2011 LVE
Vergoeding kosten
Rots in de branding 2011 is een heftig jaar voor eerstelijnspsychologen. Begin 2011 hoopt de LVE nog dat de focus dit jaar zal liggen op aandacht voor de mentale gezondheid en op deelname aan sociale netwerken. Helaas nemen de bezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg al snel de overhand. Ook staat 2011 in het teken van de grillige en weinig transparante spelregels van de zorgmarkt. Concurrentie in de eerstelijns geestelijke gezondheidszorg rukt op, met andere regels en een andere financiering. Wat dat betekent voor de eerstelijnspsycholoog als rots in de branding en voor de LVE? U leest het in dit jaarbericht.
J a a rb eri cht LVE p a g 01
In dit jaarbericht 1
Ontwikkelingen in 2011
pag 8
2
Beleid en resultaten
pag 21
3
Onderzoek
pag 27
4
Opvallende cijfers in 2011
pag 31
5
Dit is de LVE
pag 41
6.
En 2012?
pag 45
J a a rb eri cht LVE p a g 02
Hans Kamsma over 2011 De zorg inzichtelijk maken. Van te declareren inspanning naar transparantie en aantoonbare resultaten. Wij denken dat eerstelijnspsychologen dat al doen. Het bewijs hiervoor heeft u in handen. Maar we waken ervoor dat het registreren van werkzaamheden verwordt tot een goedkoop scoren op effect. Daarvoor is de zorg die we leveren te complex en bijzonder. We willen echter wel ons werk meten, zeker als dat waarde toevoegt aan de behandeling. In 2011 voert de LVE daarom met het NIVEL een pilot uit om het LVE-Codeboek te completeren met een vorm van uitkomstmeting, een ROM. Daarmee zetten we weer een nieuwe stap naar een optimaal kwaliteitssysteem. In 2011 werken we gestaag door aan het wetenschappelijke fundament. Het resultaat is niet alleen een vorderende theorievorming. Cursussen voor eerstelijnspsychologen en een nog helderder visitekaartje van wat we nu eigenlijk doen, zijn ook belangrijke uitvloeisels. 2011 is het jaar waarin de vereniging zich herschikt. Na de eerste golf van herregistraties wordt duidelijk wie er
J a a rb eri cht LVE p a g 03
doorgaat als geregistreerd eerstelijnspsycholoog, onze LVE-eerstelijnspsycholoog (ELP)®, en wie niet. We stellen vast dat het niet meer van deze tijd is om alleen een vereniging van zulke eerstelijnspsychologen te zijn. In de zorg komt het accent steeds meer op de geleverde zorg te liggen en steeds minder op wie die zorg levert. De LVE had al in haar missie staan om te ijveren voor de eerstelijnspsychologische zorg. Dat hebben we weer naar voren gehaald. Onder meer door de vereniging open te stellen voor alle gezondheidszorgpsychologen (GZ-psychologen) en anderen die in ons veld werken en met ons kwaliteitsbeleid mee willen doen. Want kwaliteit leveren is en blijft ons doel. 2012 werpt zijn schaduw vooruit. In 2011 wordt duidelijk dat er nog meer bezuinigingen volgen. En dat die binnen de geestelijke gezondheidszorg de eerstelijnspsychologische zorg in het bijzonder hard zullen treffen. Toch werken we in 2011 aan de verdere toekomst en bemoeien we ons stevig met het beleidsdebat.
J a a rb eri cht LVE p a g 04
Ook in het veld zien we veranderingen. Eerstelijnspsychologen gaan zich lokaal organiseren: in de vorm van een coöperatieve zorggroep of in de vorm van een zorggroep met eigen zorgprogramma’s. Daarmee staan we samen sterk. Niet alleen samen als (eerstelijns)psychologen onder elkaar, maar juist ook samen met andere disciplines in de eerste lijn. Dat laatste gebeurt ook op bestuurlijk niveau. Verschillende beroepsverenigingen in de eerstelijnszorg vinden elkaar in een steeds actiever eerstelijnsoverleg, waar de LVE vanaf het begin bij betrokken is. Samen zorgen voor de beste eerstelijnszorg, dat is het ambitieuze motto. Op enige afstand van het politieke debat over financiering en regelgeving zijn het uiteindelijk wel de beroepsbeoefenaren die het vak uitoefenen. En ja, daarin nemen we onze verantwoordelijkheid. Hans Kamsma, voorzitter LVE
J a a rb eri cht LVE p a g 05
Kenmerkend voor eerstelijnspsychologen t
Specialist in eerstelijns generalistische diagnostiek
en behandeling.
t
Expert in veel voorkomende (niet complexe) psychische
stoornissen. t
Verplichte bij- en nascholing, intervisie en registreren
van behandeldata.
t
Op de eerstelijnspraktijk toegesneden kwaliteitseisen
vanuit de beroepsvereniging.
t
Eigen klachtenregeling met mogelijkheid voor mediation.
t
Lokale, regionale en nationale samenwerking binnen
de eerste lijn.
Kenmerkend voor de eerstelijnspsychologische behandeling t t
De klacht van de cliënt staat centraal, niet een stoornis. Kwalitatief kortdurende behandeling.
t
Cliënt en diens omgeving is actief betrokken bij
de behandeling.
t
Persoonlijke, professionele aanpak en transparante
registratie. t t
Integrale diagnostiek en behandeling (dynamisch). Uitgebreide diagnostiek op verzoek van huisarts.
J a a rb eri cht LVE p a g 06
J a a rb eri cht LVE p a g 07
1
Ontwikkelingen in 2011
Samenwerking staat voor de Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen (LVE) centraal in 2011. De LVE richt zich zowel op het verbeteren van de samenwerking met haar primaire partners in de dagelijkse praktijk als op de samenwerking met collega beroepsverenigingen. Pact van Garderen Op uitnodiging van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) schuift de LVE in 2011 aan bij een nieuw regulier overleg van landelijke eerstelijnsorganisaties. Naast de LHV en de LVE maken de KNGF (fysiotherapeuten), de KNOV (verloskundigen), de NMT (tandartsen) en KNMP (apothekers) in eerste instantie deel uit van het overleg. Doel: versterking van de eerste lijn door gezamenlijk standpunten in te nemen en uit te dragen over beleidsonderwerpen die ieders domein overstijgen, over de strategie en de financiering in de eerste lijn. Zo wordt gezamenlijk opgetrokken naar de Miljoenennota, worden de mogelijkheden van een gezamenlijke verzekeringsmonitor verkend (de LHV en de LVE hebben die al) en er wordt gewerkt aan een intentieverklaring over hoe de
J a a rb eri cht LVE p a g 08
organisaties de eerstelijns gezondheidszorg zelf zien. Dit laatste mondt uit in het Pact van Garderen dat begin 2012 verschijnt. Inmiddels bestaat het overleg uit meer landelijke beroepsorganisaties. 3PO Vanaf begin 2011 steken de LVE, het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten en psychologen (NVVP) de koppen bijeen. Deze samenwerking neemt vaste vorm aan na de landelijke manifestatie tegen de bezuinigingen in de GGZ in juni 2011. Snel na de manifestatie willen enkele partijen afspraken maken voor de gehele GGZ voor de langere termijn. Na hier lucht van te hebben gekregen, melden LVE, NIP en NVVP zich later in dat traject aan. Onder de noemer 3PO schuiven ze bij dit overleg aan. Het 3PO overlegt intensief, stelt speerpunten op, onderneemt gezamenlijke acties en schrijft brieven naar de Tweede Kamer en het ministerie van VWS.
J a a rb eri cht LVE p a g 09
LOVE en meer In 2011 overlegt de LVE geregeld met collega-organisaties in min of meer gestructureerd verband, zoals het Landelijk Overleg Eerstelijns Organisaties (LOVE), waaraan inmiddels ruim twintig landelijke organisaties deelnemen, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), het College voor Zorgverzekeringen (CvZ) en verschillende adviescommissies. Ketenzorgprojecten In het land starten verschillende ketenzorgprojecten waar eerstelijnspsychologen nauw bij betrokken zijn. Deze ketenzorg wil zorg en ondersteuning in de buurt organiseren over de schotten van gezondheidszorg en welzijn heen. Waar mogelijk geeft de LVE haar visie op ontwikkelingen en situaties. In Noord-Holland-Noord levert de LVE een actieve bijdrage aan de totstandkoming van een multidisciplinaire ketenzorg psychische en sociale problematiek (Vicino).
J a a rb eri cht LVE p a g 10
KennisKring Eerstelijnspsychologen Ook op praktische wijze geeft de LVE gestalte aan samenwerking. In 2011 start de LVE een KennisKring Eerstelijnspsychologen waarin expliciete aandacht is voor de communicatie met huisartsen. Naast de goede contacten met de Landelijke Huisartsen Vereniging en het Nederlands Huisartsen Genootschap zoekt de LVE dit jaar actief contact met de praktijkondersteuner van de huisarts die de GGZ als aandachtsgebied heeft. Dit blijkt lastig: de functie bestaat uit verschillende soorten professionals met verschillende achtergronden, die nog nauwelijks als één groep naar buiten treden. Marktwerking in de zorg De politiek stuurt aan op concurrentie in de zorg. Hierdoor zouden de kosten dalen en zou de kwaliteit omhoog gaan. Om de kwaliteit hoog te houden, heeft de eerstelijnspsycholoog die lid is van de LVE echter geen concurrerende zorgmarkt nodig. Die heeft immers al sinds jaar en dag zijn herregistratie en een eigen kwaliteitszorgsysteem, verplichte scholing en intervisie en dataverzameling voor wetenschappelijk onderzoek en trends in de zorg. Als con-
J a a rb eri cht LVE p a g 11
current krijgt de eerstelijnspsycholoog in 2011 nog sterker te maken met ‘voorwaarts geïntegreerde instellingen’. Dat is een nieuwe term voor tweedelijns GGZ-instellingen die zich vestigen in de eerstelijns GGZ met een ‘light’-versie van specialistische hulp en met vooralsnog tweedelijns geld. Het onderscheid tussen eerstelijns, generalistische diagnostiek en behandeling, en tweedelijns, specialistische diagnostiek en behandeling, wordt in dit proces sterk onderbelicht en blijft diffuus. Dit betekent enerzijds een sterke neiging tot medicalisering, waarin een klacht al snel in een diagnose wordt vertaald, en anderzijds een trend richting geprotocolleerd werken, omdat men met name met verpleegkundigen werkt (gemiddeld één GZ-psycholoog op de vier tot vijf verpleegkundigen). De LVE vreest dat de transparantie voor de cliënt er sterk op achteruit gaat. De cliënt wordt behandeld maar weet niet goed welke bevoegdheden en bekwaamheden de behandelaar heeft. Mede op verzoek van zorgverzekeraars publiceert de LVE voor haar leden een standpunt als richtlijn over hoe te handelen bij de inzet van andere hulpverleners dan (eerstelijns)psychologen.
J a a rb eri cht LVE p a g 12
Bezuinigingen In 2011 besluit het kabinet om het aantal zittingen in de eerstelijnspsychologische zorg te verlagen van acht naar vijf. Ook de eigen bijdrage moet omhoog: van tien naar twintig euro per zitting. De LVE overlegt frequent over alternatieven met het ministerie van VWS, samen met het NIP en de NVO. In juni is een grote demonstratie van alle GGZ-organisaties en patiëntenorganisaties op het Malieveld in Den Haag tegen het regeringsbeleid. Waarom wel een eigen bijdrage voor de GGZ en niet bij een somatische aandoening? Waarom wordt er alleen gekeken naar de kosten van de GGZ en niet naar de baten? Helaas zonder resultaat, de regering stelt het beleid niet bij. Wat het overheidsbeleid ook is of zal worden, de eerstelijnspsychologische hulp laat met een gemiddeld aantal sessies binnen een range van twaalf al jaren hetzelfde beeld zien. Er zijn geen opvallende verschillen voor en nadat de eerstelijnspsychologische hulp in 2008 is opgenomen in de zorgverzekeringswet. Het gemiddeld aantal sessies bij een eerstelijnspsycholoog is al jaren redelijk stabiel. Dat betekent volgens de LVE dat de professionele inschatting van de eerstelijnspsycholoog betrouwbaar en stabiel is.
J a a rb eri cht LVE p a g 13
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Gemiddeld aantal sessies 7,6 7,2 7,0 6,8 7,0 7,0 7,1
Daarbij komt dat de kwaliteitseisen die aan de geregistreerde eerstelijnspsycholoog worden gesteld ook zonder overheidsbemoeienis hoog zijn en borg staan voor een blijvende, constante kwaliteit en dito resultaten. Gevolgen? De eerstelijnspsychologische hulp functioneert naar ieders wens, maar toch behandelt de tweedelijns GGZ cliënten die goedkoper in de eerste lijn behandeld zouden kunnen worden. Hiervoor wordt een aantal stimuleringsmaatregelen getroffen waarmee een ongelijk speelveld wordt gecreëerd. Gevolg: duurdere voorwaarts geïntegreerde tweedelijns organisaties verdringen met grote overmacht de kleine persoonlijke eerstelijnspsychologenpraktijken. Deze instellingen in de eerste lijn zijn weliswaar goedkoper dan de gemiddelde tweedelijns instelling, maar zeker niet goedkoper dan de efficiënte praktijken van eerstelijnspsychologen! Zo wordt het kind met het badwater weggegooid… Huisartsen hebben een grote voorkeur voor eerstelijnspsy-
J a a rb eri cht LVE p a g 14
chologenpraktijken waarbij men weet naar wie de cliënt wordt gestuurd. De zorgorganisatie maakt het echter financieel aantrekkelijk om in zee te gaan met deze voorwaarts geïntegreerde instellingen of zelfs te werken met diagnostische centra die de zorg vooral duurder maken. Wat wil de LVE? Natuurlijk wil de LVE haar steentje bijdragen aan het beheersbaar maken en houden van de gezondheidszorg en van de GGZ in het bijzonder. Voorop staat dat de eerstelijnspsychologische hulp laagdrempelig en toegankelijk blijft en dat de kwaliteit van de hulp maximaal wordt gegarandeerd. De LVE stimuleert lokale en regionale samenwerking en een wijkgerichte aanpak, evenals transparantie over de behandeling en totale kosten. De LVE stelt uit overwegingen van doelmatigheid en doeltreffendheid voor om twaalf zittingen in 24 maanden (i.p.v. acht zittingen per twaalf maanden) te vergoeden. Ook wordt voorgesteld om de beleidsregel eerstelijnspsychologische zorg te verruimen om laagfrequente behandeling aan chronische patiënten met psychische problemen te bieden. Zo kan ook deze patiëntencategorie deskun-
J a a rb eri cht LVE p a g 15
dige, goedkope en doeltreffende zorg dicht bij huis krijgen. De eerstelijnspsychologie heeft immers al meer dan dertig jaar ervaring in de eerstelijns generalistische diagnostiek en behandeling en loopt voorop als het gaat om onderzoek en ervaringsgegevens op dit terrein. Het allerbelangrijkst is echter het ‘gelijke speelveld’ dat nu ontbreekt. De LVE is niet bang voor gezonde concurrentie en is ervan overtuigd dat de eerstelijnspsycholoog – als eerstelijns specialist – de GGZ veel te bieden heeft. Echter, met valse concurrentie op basis van ondoorzichtige afspraken en ongelijke regels kan geen sprake meer zijn van gelijkwaardige marktposities. Wat en hoe verzekerd? In 2011 vraagt de regering de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) om advies over de vormgeving van een toekomstbestendige GGZ. Eind 2011 ligt het uitgebreide advies op tafel. Kern: de NZa onderscheidt als eerstelijns GGZ twee hoofdfuncties. Ten eerste de GGZ-basiszorg, dat is de triage/screening, probleemverkenning en diagnostiek vóór een eventuele verwijzing op grond van een GGZ-ziekte. Onder GGZ-basiszorg valt ook behandeling van psychische klach-
J a a rb eri cht LVE p a g 16
ten zonder dat een stoornis is vastgesteld. Ten tweede de generalistische GGZ, dat is dan de (aanvullende) diagnostiek en generalistische behandeling van cliënten met een lichte tot matig ernstige, niet-complexe GGZ-ziekte. Om de groei van de uitgaven in de zorg af te remmen, besluit de regering tevens om de behandeling van aanpassingsstoornissen door eerstelijnspsychologen niet meer te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering. In dit kader adviseert het College van Zorgverzekeringen (CvZ) een strak medisch model, waarin alleen die aandoeningen worden vergoed die én tot de GGZ-ziektes (DSMIV) worden gerekend én een hoge ziektelast veroorzaken. Wat vindt de LVE? De LVE reageert uitgebreid op de adviezen. De adviezen van de NZa leiden tot meer kosten en oncontroleerbare monopoliesituaties met mogelijkheden voor verlengde armconstructies die niet voor vrijgevestigden gelden. De LVE wijst er ook op dat verschuiven van cliënten van de tweede naar de eerste lijn niet moet betekenen dat de wijze van behandelen, de organisatie en bekostiging meeverhuizen. Dat lost niets op.
J a a rb eri cht LVE p a g 17
De LVE vreest dat de adviezen van het CvZ juist leiden tot een toename van de kosten. Mensen krijgen geen adequate behandeling meer, of zullen vaker met klachten blijven doorlopen als deze niet meer vergoed worden binnen de eerstelijnszorg. Er zal ook eerder naar medicijnen worden gegrepen. Bij overspannenheid en burnout is al lang bekend dat juist snel en effectief ingrijpen met een psychologische behandeling veel ellende kan voorkomen. Maar het kan nog gekker. Het wrange effect gaat zich voordoen dat iemand met een spinnenfobie die verder prima functioneert naar een eerstelijnspsycholoog kan gaan – of zelfs naar een specialist - en de behandeling al of niet volledig vergoed krijgt. Terwijl iemand met een forse burn-out die vervolgens snackend en drinkend niet meer van de bank komt, in onmin met zijn partner en de buren leeft, voortaan alleen onder de steun van de huisarts en/ of praktijkondersteuner-GGZ valt. Pas als de klachten na langere tijd niet overgaan en er een depressie of wellicht een ongedifferentieerde somatoforme stoornis kan worden vastgesteld, komt de psycholoog in beeld. Er is dan al sprake van veel persoonlijke en economische schade met een verslechterde prognose.
J a a rb eri cht LVE p a g 18
Bijkomend effect van het advies van het CvZ is ook dat het vooraf moeten stellen van dichtgetimmerde diagnoses de kosten opdrijft. Er moet immers eerst een diagnose worden gesteld voordat de behandeling kan starten. Zoiets als een verplichte MRI-scan voor iedereen in de eerste lijn, zeg de huisarts, om vervolgens een (eerstelijns) behandeling te doen met paracetamol. De LVE heeft in haar reactie duidelijk gemaakt dat een beoordeling zinvoller is langs dimensies als ziektelast, functioneren, inhoudelijke indicatie voor psychologische behandeling, risicotaxatie op recidive en het risico van verergeren. Juist bij psychische klachten werkt het effectief om de hulpvraag centraal te stellen en niet de stoornis en om meteen met de behandeling te beginnen. Heel veel psychische klachten zijn met een vrij eenvoudige eerstelijnspsychologische behandeling tegen relatief geringe kosten te verhelpen.
J a a rb eri cht LVE p a g 19
J a a rb eri cht LVE p a g 20
2
Beleid en resultaten
Toon leiderschap! Dat is de boodschap voor eerstelijnspsychologen op het LVE-congres op 29 maart 2011. Tijdens het congres looft de LVE een prijs uit voor de aantrekkelijkste website van een eerstelijnspsychologiepraktijk. De winnende site: www.psychologenpraktijkvandepol.nl. Met deze prijs wil de LVE alle eerstelijnspsychologen stimuleren om de website uitnodigend, informatief en toegankelijk te maken. Beleidsprogramma 2011-2015 Voorjaar 2011 verschijnt een publieksversie van het LVEbeleidsprogramma 2011-2015. Hierin staan de drie doelen waar de LVE concreet aan gaat werken: 1
Zorgen dat de eerstelijnspsychologische zorg
centraal komt te staan in de eerstelijns GGZ.
2
Eerstelijnspsychologen begeleiden bij het realise-
ren van een solide en kwalitatief sterke praktijk.
3
Een erkende en gedegen opleiding voor
eerstelijnspsychologen. Naast de factsheet die de LVE publiceert over de eerstelijnspsychologische zorg, de eerstelijnspsychologen en de LVE, geeft dit een uitstekend overzicht van het beleid.
J a a rb eri cht LVE p a g 21
LVE-beleidsdag Wat is de beste organisatievorm om de belangen van eerstelijnspsychologen te behartigen? De jaarlijkse LVEbeleidsmiddag op 7 oktober 2011 staat in het teken van het lidmaatschap van de LVE, de veranderingen en de gevolgen. Aan het eind van de dag kiezen de deelnemers voor een vereniging die hét aanspreekpunt is voor de eerstelijnspsychologie en de hulpverleners die in dat werkveld werkzaam zijn. Voortaan kunnen naast ge(her) registreerde eerstelijnspsychologen ook GZ-psychologen, GZ-psychologen in opleiding, net afgestudeerde psychologen (basispsychologen) en studenten lid worden van de LVE. Iedereen wordt geacht zich te houden aan het kwaliteitsbeleid van de vereniging. Hieronder valt de individuele registratie van cliëntgegevens met het LVE-Codeboek, het intervisiebeleid van de LVE, het permanente (na)scholingsbeleid van de LVE en de eisen aan de praktijkvoering zoals verwoord in het LVE-Kwaliteitshandboek.
J a a rb eri cht LVE p a g 22
Cursussen De LVE organiseert in 2011 diverse cursussen voor eerstelijnspsychologen: t
De KennisKring: een doorlopende cursus voor eerste-
lijnspsychologen over het vak, de professionele
kwaliteiten en het praktijkhouderschap.
t
De Eerstelijnspsycholoog!: een cursus op locatie voor
de afdelingen over het beroep, het vak en de ontwik-
kelingen in het werkveld.
t
De Wetenschap van de eerstelijnspsychologie:
een achtdaagse verdiepingscursus voor eerstelijns-
psychologen. t
Themacursus ORS & LVE-Codeboek.
J a a rb eri cht LVE p a g 23
Richtlijnen Eind 2011 verschijnt in Huisarts & Wetenschap een update van de multidisciplinaire richtlijn Overspanning en Burnout, waaraan de LVE heeft meewerkt. Deze richtlijn bevat heldere afspraken over de inhoud en tijdstippen van de onderlinge afstemming tussen bedrijfsarts, huisarts en eerstelijnspsycholoog. Ook publiceert de LVE op verzoek van zorgverzekeraars en leden een standpunt als richtlijn voor haar leden over het inzetten van basispsychologen onder verantwoordelijkheid van een geregistreerde eerstelijnspsycholoog. Zorgstandaard Depressie In 2011 wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van de Zorgstandaard Depressie. Doel: een set van inhoudelijke en organisatorische afspraken met betrekking tot de zorg voor mensen met een depressie. De Zorgstandaard Depressie richt zich echter te veel op het biomedisch model en op de tweedelijns zorgorganisatie, waardoor de generalistische eerstelijns aanpak nauwelijks ruimte krijgt. Alternatieve voorstellen worden onvoldoende benut. De LVE wijst daarom, net als een aantal andere beroepsorganisaties, de huidige versie van de Zorgstandaard Depressie af.
J a a rb eri cht LVE p a g 24
Profielopleidingen In 2011 kan op drie plekken in het land een profielopleiding Eerstelijnspsycholoog worden gevolgd: in Nijmegen, Amsterdam en Utrecht. In Nijmegen liep de opleiding al, de opleidingen in Amsterdam en Utrecht zijn nieuw. Internetbehandelingen In 2011 laait de discussie over e-mental health op. De NZa past de beleidsregel per 2011 aan. Kern is dat internetbehandelingen binnen de eerstelijnspsychologische zorg mogelijk worden. Richtlijn van de LVE is vooralsnog dat een internetbehandeling een plaats moet hebben binnen de behandeling en het persoonlijk contact tussen cliënt en eerstelijnspsycholoog. Tekort Het tekort aan eerstelijnspsychologen vormt in 2011 een groot probleem. Het wordt vooral veroorzaakt door de enorme moeite die GZ-opleidelingen moeten doen om een opleidingsplek te bemachtigen. De NOS besteedt aandacht aan het probleem op Nederland 3 en Radio 1. De LVE overlegt in 2011 met de hoofdopleiders van de GZ-opleiding om de eerstelijnspsychologie een gelijkwaardige plek in de opleiding te geven. J a a rb eri cht LVE p a g 25
J a a rb eri cht LVE p a g 26
3 Onderzoek Wat is goede zorg? Het antwoord op deze vraag is in de 21ste eeuw nog steeds niet eenvoudig te geven. Alhoewel binnen de gezondheidszorg de wetenschap vaak het antwoord geeft, bepalen sociaal-maatschappelijke vraagstukken en politieke richtingen in toenemende mate ook het antwoord op deze vraag. Naast gewoon goed, moet de zorg ook vooral doelmatig zijn én beschreven kunnen worden in meetbare resultaten. Als de politiek veel invloed heeft op de randvoorwaarden voor goede zorg en de zorgverlener dwingt om concurrerend te zijn, legt dit veel druk op de eerstelijnspsycholoog. Om inzicht te krijgen in de complexiteit van goede zorg en om handvatten te bieden aan de eerstelijnspsycholoog om goede zorg vorm te geven, start de LVE in 2011 een langlopend onderzoek naar de ethische kanten van de eerstelijnspsychologische diagnostiek en behandeling. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de onderzoeksgroep Normatieve Professionalisering van de Universiteit voor Humanistiek.
J a a rb eri cht LVE p a g 27
Eerste resultaten In het eerste deel van het onderzoek zijn 109 casussen (vignetten) door eerstelijnspsychologen geschreven. Daarmee zijn zij uitgedaagd om de vraag naar goede zorg te beantwoorden. Het gaat om situaties waarbij die vraag vanuit verschillende perspectieven niet eenduidig te formuleren is. Ze bieden een scherp beeld van de eerstelijnspsychologische behandeling. Tevens maken zij helder dat goede zorg niet én door de wetenschap én op basis van sociaal politieke beleidsrichtingen én als passend binnen de gegeven normen en waarden kan worden bepaald en ervaren. Het zijn verschillende bronnen van kennis die niet zomaar inwisselbaar zijn, maar complementair in het professionele handelen. De onderzoeksresultaten zijn zowel kwalitatief als kwantitatief onderzocht en gepresenteerd in mei 2011 tijdens het International Congress on Qualitative Inquiry: A Day In Qualitative Psychology op de University of Illinois at Urbana-Champaign.
J a a rb eri cht LVE p a g 28
Dit is de eerstelijnspsycholoog De eerstelijnspsycholoog is een GZ-psycholoog (BIGgeregistreerd), gespecialiseerd in generalistische GGZ. Het kennisdomein van de eerstelijnspsycholoog is de eerstelijnspsychologie, een toepassingsgebied van de algemene wetenschap der psychologie, in het bijzonder van de GZ-psychologie. De geregistreerde eerstelijnspsycholoog werkt op basis van het wetenschappelijk paradigma van de eerstelijnspsychologie, aangevuld met extra competenties van de individuele eerstelijnspsycholoog. Eerstelijnspsychologie wordt gevoed door drie modellen en/of benaderingen: het biopsychosociale model, de community health approach en de levensloopbenadering. De eerstelijnspsycholoog kijkt niet alleen naar de stoornis van de cliënt (het biomedisch model), maar hoe de klacht samenhangt met zijn of haar verschillende levensterreinen (het biopsychosociaal model). De behandeling richt zich niet louter op symptoombestrijding, maar juist ook op de gezonde kanten van de cliënt en sociale participatie.
J a a rb eri cht LVE p a g 29
J a a rb eri cht LVE p a g 30
4
Opvallende cijfers in 2011
In 2011 maken naar schatting 10.000 mensen minder gebruik van een eerstelijnspsycholoog, lid van de LVE, dan in 2010 (2010: 91.000). Zou het regeringsbeleid hier een rol bij spelen? Gestaag helpt de eerstelijnspsycholoog steeds vaker kinderen, jeugd en ouderen. In 2011 is dertien procent van de cliënten jonger dan 21 jaar (in 2009: tien procent) en vijf procent is gepensioneerd. Andere cijfers over het soort cliënten en hun achtergrond zijn vrij stabiel en vergelijkbaar met voorgaande jaren. Aanmelding Het aantal aanmeldingen via de huisarts vertoont tot en met 2009 een lichte stijging. Vanaf 2010 zien we echter een lichte daling. Toch komen ook in 2011 de meeste cliënten via de huisarts terecht bij een eerstelijnspsycholoog: 62 procent. Bijna 29 procent komt op eigen initiatief. Eigen initiatief betekent dat deze cliënten zelf het initiatief hebben genomen tot een eerste gesprek met een eerstelijnspsycholoog.
J a a rb eri cht LVE p a g 31
Initiatief hulpvraag (%) 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 27,8 29,1 29,6 27,6 27,7 29,0 28,8 eigen initiatief huisarts 60,3 59,1 60,3 62,5 63,7 62,4 62,1 collega/ELP 1,8 1,9 1,6 1,3 1,3 1,2 1,2 2e lijns GGZ 1,0 1,0 0,9 0,8 0,7 0,7 1,0 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 3e lijns GGZ
De meeste van deze cliënten gaan daarna langs de huisarts voor een verwijsbriefje. Individuele hulpverlening is met negentig procent veruit het meest gevraagd. Zeven procent komt samen met de partner, twee procent komt met het hele gezin. De wens is dat méér mensen uit de tweede lijn in de eerstelijns GGZ behandeld moeten gaan worden. Ook wordt gestreefd naar terugverwijzen van de tweede naar de eerstelijns GGZ na uitbehandeling aldaar. Uit de cijfers blijkt dat het aantal verwijzingen vanuit de tweede lijn nog steeds zeer minimaal is, in 2011 slechts één procent. Daarentegen zien we al wel een lichte stijging van het aantal aanmeldingen op initiatief van dezelfde tweedelijns GGZ. Dit betreft cliënten die vanuit de tweedelijns GGZ naar de eerste lijn worden doorverwezen. Gaat het in 2009 en 2010 nog om 0,7 procent, in 2011 is dat 1,0 procent. Uit de data van de LVE kan helaas nog niet worden afgeleid of het hier gaat om cliënten die in de tweede lijn zijn uitbe-
J a a rb eri cht LVE p a g 32
handeld of om cliënten die ten onrechte daar naartoe zijn verwezen voor behandeling. Zeven consulten Cliënten van eerstelijnspsychologen krijgen in 2011 maximaal acht sessies vergoed uit de basisverzekering. Vrijwel alle aanvullende verzekeringen vergoeden nog eens vier extra zittingen. Al enkele jaren is te zien dat acht sessies nog steeds voldoende zijn voor bijna driekwart van de cliënten. Met twaalf sessies is zo’n negentig procent van de cliënten geholpen. Elf procent van de cliënten heeft dertien of meer consulten nodig. Het gemiddeld aantal consulten, binnen de twaalf maximaal, ligt nog steeds op zeven. Los van welk overheidsbeleid dan ook lijkt dit een zeer constante factor. Er zit echter wel wat verschil per problematiek. Zo zijn er voor stemmingsklachten (waaronder depressie) gemiddeld iets meer sessies nodig (7,9), terwijl voor interpersoonlijke problemen juist minder sessies nodig zijn (gemiddeld 6,6). Wat voor hulp? Tachtig procent van de cliënten volgt een complete behandeling van de eerstelijnspsycholoog, inclusief diagnose.
J a a rb eri cht LVE p a g 33
Ruim zeven procent heeft alleen een diagnose en bijpassend advies nodig en kan zelf verder. Nog eens acht procent maakt gebruik van kortdurende crisishulp. Vijf procent voert alleen een oriënterend gesprek met de psycholoog. Qua behandeling wordt binnen de eerstelijnspsychologische aanpak de gedragstherapeutische en cognitieve behandeling het vaakst ingezet, gevolgd door een mix aan behandelmethodieken, zoals een combinatie van gedragstherapeutische en psychodynamische of systeemtherapeutische aanpak. Een kleine zestig procent van alle mensen die in 2011 een eerstelijnspsycholoog bezoekt, ondergaat een diagnostische test of vult een vragenlijst in (in 2010: ruim de helft). Achttien procent gebruikt medicatie. Nog steeds driekwart direct geholpen Ruim 72 procent van de cliënten sluit de behandeling normaal en naar tevredenheid af. De drop-out ligt in 2011 op vijftien procent. Belangrijkste redenen om voortijdig te stoppen: afname van klachten en onvoldoende motivatie. De gemiddelde behandelduur is 19,5 week. Dat is weer net als in 2009 en korter dan de 21 weken van 2010. Het aantal cliënten dat op reguliere wijze de behandeling beëindigt
J a a rb eri cht LVE p a g 34
stijgt met 2,5 procent. In 2010 wordt zeventig procent van alle behandelingen op reguliere wijze afgesloten (in gezamenlijk overleg), in 2011 is dat ruim 72 procent. Dit werpt mogelijk ook enig licht op de therapietrouw, de cliënten maken de ingezette behandeling in ieder geval af. DSM IV en GAF-score Eerstelijnspsychologen zijn volgens de wet BIG bevoegd en bekwaam om een diagnose te stellen. In het LVEcodeboek classificeren zij volgens de DSM IV. Op alle vier de assen van DSM IV wordt gescoord. Op de voor eerstelijnspsychologen belangrijkste as 1 en as 4 levert dat in 2011 het volgende beeld op voor de cliënten van wie de behandeling is afgesloten: 85 procent van de cliënten heeft een klinische stoornis (as 1), weer iets meer dan voorgaande jaren. Bij een kleine tachtig procent van de cliënten is ook sprake van psychosociale of omgevingsproblemen (as 4). Dat is dan ook in overeenstemming met het eerstelijnskarakter van de hulp. De Global Assessment of Functioning score (de GAFscore) is onderdeel van de DSM-IV. Hiermee wordt het psychisch, sociaal en beroepsmatig functioneren van een cliënt gemeten. Over het algemeen kan gesteld worden
J a a rb eri cht LVE p a g 35
dat, hoe lager de GAF beginscore, des te meer sessies er nodig zijn. Ditzelfde geldt voor de aanwezigheid van nevendiagnoses. Er is sprake van gemiddeld 5,8 behandelsessies als er geen aandoening op as 1 is vastgesteld door de eerstelijnspsycholoog. Daarentegen is sprake van gemiddeld 8,1 sessies bij depressies. Bij een angststoornis gaat het gemiddeld om 7,7 sessies. Binnen het politieke en beleidsdebat wordt vaak gesuggereerd dat men voor elk wissewasje bij de (eerstelijns) psycholoog in behandeling komt. In termen van de GAFscore zou het dan moeten gaan om een score van 81 - 90 punten, zijnde ‘minimale symptomen’. Uit de cijfers blijkt evenwel overduidelijk dat de GAF-score van cliënten bij aanvang gemiddeld 62,75 punten bedraagt. De eindscore bedraagt gemiddeld 77,86 punten. Dit betekent dat cliënten gemiddeld ruim vijftien punten omhoog gaan.
J a a rb eri cht LVE p a g 36
Wachttijd In beginsel dient de eerstelijnspsychologische hulp geen wachttijd te kennen. Er is in 2011 in sommige regio’s sprake van wachttijd, ondanks de lichte terugloop aan cliënten. Het capaciteitstekort aan eerstelijnspsychologen is hier debet aan. In 2010 kan een derde van de mensen die om hulp vraagt binnen een week bij de eerstelijnspsycholoog terecht. Op verzoek van de huisarts kan er een spoedafspraak gemaakt worden. Gemiddeld wachten cliënten in 2010 21 dagen op hulp, drie dagen korter dan in 2009 en hetzelfde als in 2010. Dat is nog steeds conform het LVE-beleid dat uitgaat van maximaal drie weken tussen aanmelding en eerste consult en drie weken tussen eerste consult en vervolg. Aanmeldingsklachten volwassenen 2011 1
Stemmingsklachten: depressies en angsten (31%)
2
Interpersoonlijke problemen (24%)
3
Aanpassings- en verwerkingsproblemen (19%)
4
Werk- en studieproblemen (10%)
5
Psychosomatische/somatoforme klachten (5%)
J a a rb eri cht LVE p a g 37
Bij volwassen stijgt het aantal stemmingsklachten ten opzichte van 2010 (was 27 procent). Het aantal aanpassings- en verwerkingsproblemen daalt daarentegen (was 23 procent). Psychosomatische/somatoforme klachten hebben de vijfde plek van identiteitsproblemen overgenomen. Depressie is een psychische stoornis die veel voorkomt: ruim achttien procent van alle Nederlanders krijgt ooit in zijn of haar leven te maken met deze problematiek. Opvallend is dat het aantal cliënten dat zich aanmeldt met depressieve klachten in 2011 wederom stijgt, nu tot zeventien procent tegen veertien procent in 2010. Aanmeldingsklachten jeugdigen 2011 1
Stemmingsklachten: depressies en angsten (28%)
2
Gedragsproblemen (24%)
3
Aanpassings- en verwerkingsproblemen (12%)
4
Leerproblemen (10%)
5
Gezinsproblemen (10%)
J a a rb eri cht LVE p a g 38
De jeugd laat hetzelfde beeld zien als de volwassenen. Het aantal stemmingsklachten stijgt ten opzichte van 2010 (was 25 procent) en het aantal aanpassings- en verwerkingsproblemen daalt (was zestien procent). Het percentage gezinsproblemen stijgt (was acht procent). De LVE en haar eerstelijnspsychologen hebben… t t
vakinhoudelijk en praktijkgericht beleid. een onafhankelijk beroepsregister met herregi-
stratie-eisen. t
een LVE-Codeboek voor registratie van behand-
lingen en prestaties inclusief meting van behan-
deluitkomsten (ROM).
t
een LVE-Kwaliteitshandboek als hulpmiddel bij
praktijkvoering. t
een LVE-Klachtenregeling en klachtenfunctionaris
voor laagdrempelig en vroegtijdige bemiddeling.
t
samenwerking met eerstelijnspartners zoals
huisartsen, praktijkondersteuners en fysio-
therapeuten. t
samenwerking met wetenschappelijke onder-
zoekscentra, academische en opleidingscentra.
J a a rb eri cht LVE p a g 39
J a a rb eri cht LVE p a g 40
5
Dit is de LVE
De LVE is de beroepsvereniging voor eerstelijnspsychologen, opgericht in 1997. Circa zeventig procent van alle geregistreerde eerstelijnspsychologen is aangesloten bij de LVE. De LVE ondersteunt haar leden bij het voeren van een professionele praktijk, herregistratieverplichtingen, cursussen en seminars, kwaliteitsbeleid en certificering van de praktijk. Verder overlegt de LVE namens en voor de eerstelijnspsychologen met collega-beroepsverenigingen, de politiek en zorgverzekeraars. De LVE is een professionele netwerkorganisatie met 23 regionale afdelingen. De activiteiten worden bekostigd uit de contributie van de leden. Deuren open Vanaf 1 januari 2012 kunnen ook andere psychologen in de eerstelijns gezondheidszorg lid worden van de LVE. Dat besluit de Vergadering van Afgevaardigden van de LVE unaniem in november 2011. Daarmee wordt de LVE de beroepsvereniging voor iedereen die als psycholoog werkt in de eerste lijn. De LVE wil hiermee een open en innovatieve organisatie zijn met ruimte voor differentiatie en verschillen in het aanbod van psychologen. J a a rb eri cht LVE p a g 41
Bestuur en bureau In 2011 vindt een wisseling in het bestuur van de LVE plaats. Dirk Achterbergh (huisarts) neemt afscheid en Huub Frencken wordt herbenoemd. De eerstelijnspsychologen Annemarie Schipperijn en Christiaan Scheele treden toe. Eind 2011 bestaat het bestuur uit Hans Kamsma (voorzitter, eerstelijnspsycholoog), Huub Frencken (vicevoorzitter, penningmeester, eerstelijnspsycholoog), Ella Broek (eerstelijnspsycholoog), Jan Rom (ex-directeur GGZ-instelling), Christiaan Scheele (eerstelijnspsycholoog) en Annemarie Schipperijn (eerstelijnspsycholoog). Het bureau van de LVE heeft vijf medewerkers, totaal 3,2 fte. Nieuws, nieuwsflits en nieuwsbrief In 2011 weet de pers de LVE weer goed te vinden. Zo schenkt de NOS op 4 mei 2011 in het Journaal op tv en op Radio 1 aandacht aan het tekort aan eerstelijnspsychologen. Verder verschijnen er artikelen in de Telegraaf, Trouw, het NRC, Psy en GZ-Psychologie. Ook houdt de
J a a rb eri cht LVE p a g 42
LVE haar leden zelf voortdurend op de hoogte van ontwikkelingen via digitale LVE-nieuwsflitsen en de LVEnieuwsbrief. Nieuwe LVE-klachtencommissie In 2011 stelt de LVE een nieuwe klachtencommissie aan. Het klachtenreglement wordt aangepast.
J a a rb eri cht LVE p a g 43
J a a rb eri cht LVE p a g 44
6
En in 2012?
Vol goede moed gaat de LVE in 2012 door op de ingeslagen weg: de waarde van de eerstelijnspsychologische diagnostiek en behandeling profileren ter versteviging van haar positie in de eerstelijns basis en generalistische GGZ. De eerstelijnspsycholoog is met dertig jaar ervaring niet voor niets de specialist in de eerstelijns GGZ en een betrouwbare samenwerkingspartner. Belangrijk aandachtspunt voor 2012 is om de cliënt te voorzien van transparante informatie. De LVE heeft de toegankelijkheid, óók naar de geestelijke gezondheidszorg, hoog in het vaandel. De vraag naar hulp en zorg stijgt en de middelen krimpen. Sleutelwoorden om dat te lijf te gaan zijn: samenwerking, taakverdeling en coördinatie van eerstelijns zorg in de buurt. We trekken zoveel mogelijk samen op met onze partners in de eerstelijns gezondheidszorg, zoals die elkaar hebben gevonden in het Pact van Garderen, en met de partners in de GGZ, het 3PO. Dat betekent allereerst dat de LVE samen met hen gaat voor een toegankelijke GGZ, die medicaliseren van psychische
J a a rb eri cht LVE p a g 45
klachten voorkomt, keuzevrijheid van patiënten waarborgt en steeds op een zo basaal mogelijk niveau behandelt, en waarbinnen eigen mogelijkheden en de hulpvraag van het cliëntsysteem centraal staan. Ten tweede staat de LVE voor versterking van basiszorg, eerstelijnszorg en selectief gebruik van tweedelijnszorg. Ten derde voor veilig en verantwoord professioneel handelen, waarbinnen het belang van de cliënt altijd voorop staat en de professional op basis van wetenschappelijke en praktische inzichten handelt. Ten vierde voor betaalbaarheid van de GGZ door regulatie van het zorgaanbod en eenvoudige, transparante declaratievormen. En tot slot voor effectieve en efficiënte zorg in de GGZ met de functionele driedeling met een basis-, een generalistisch deel als eerste lijn en een specialistisch deel als tweedelijns GGZ. Goede gezondheidszorg moet voldoen aan hoge eisen qua doelmatigheid en doeltreffendheid. Goede gezondheidszorg kan alleen gegeven worden door de juiste hulp, door de juiste persoon, op de juiste plek tegen redelijke kosten. Dat is waar de LVE voor staat, ook in 2012!
J a a rb eri cht LVE p a g 46
Grafiek 13
Gebaseerd op de gegevens van 52.871 cliënten van 584 eerstelijnspsychologen. Totaal aantal cliënten van eerstelijnspsychologen, lid van de LVE: circa 81.000.
Landelijke Vereniging Osdorper Ban 7A Stemmingsklachten (depressies + angsten) van Eerstelijnspsychologen 1068 LD Amsterdam Gedragsproblemen
020-6673956 Fax 020-6675320 25% E-mail:
[email protected] / www.lve.nl 25%
Aanpassings‐ en verwerkingsproblemen Jaarbericht 2010
16%
Grafieken Leerproblemen 11%van 613 psychologen Gebaseerd op de gegevens van 55.067 cliënten Inschatting totaal aantal cliënten van alle eerstelijnspsychologen ca. 90.000 Gezinsproblemen 8% Gemiddelde behandelingsduur 21 weken.
2010-06-07
Identiteitsproblemen
6%
Jaarbericht 2009 LVE
Anders
1 van 1
9% 0%
10%
20%
30%
Aanmeldingsklachten Jeugd, n= 4.373
Grafiek 14
Aanpassingsstoornissen Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen Stemmingsstoornissen
Osdorper Ban 7A
1068 LD Amsterdam
23%020-6675320 020-6673956 Fax E-mail:
[email protected] / www.lve.nl 20%
Jaarbericht 2009 Grafieken Angststoornissen 15% Gebaseerd op de gegevens van 56.288 cliënten van 650 psychologen Inschatting totaal aantal cliënten van alle eerstelijnspsychologen ca. 90.757 Andere aandoeningen, reden voor zorg 12% 2011-07-14 Jaarbericht 2010 LVE Gemiddelde behandelingsduur 21 weken. Somatoforme stoornissen
1 van 1
3% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
Aanmeldingsklachten Volwassenen, n= 48.552
Diagnose / Indicatie DSM IV as 1 (alle contacten)
Grafiek 12
2011-07-12
Jaarbericht 2010 LVE
1 van 1
Aanmeldingsklachten Jeugd, n= 4.046
2010-06-07
Jaarbericht 2009 LVE
1 van 1
Diagnose / Indicatie DSM IV as 1 (% alle contacten)
Diagnose / Indicatie DSM IV as 4 (%alle contacten)
De gemiddelde duur van de behandeling is 19,5 week.
Anders 15% 3e lijns GGZ of AGZ 4% Huisarts 7% Collega / ELP 9%
2e lijns GGZ of AGZ 64%
Doorverwijzing
Cliënt Doorverwezen 13% Contact afgebroken 15%
Afgesloten traject / behandeling 72%
Wijze beëindigen contact Reden afbreken Onbekend 27%
Klachtafname 18%
Financiële redenen 10% Ontevredenheid 6% Anders 20%
Onvoldoende motivatie 19%
LVE
Osdorper Ban 7A, 1068 LD Amsterdam
Telefoon
020 667 39 56 ma t/m do van 9.00-13.30 uur
Fax
020 667 53 20
E-mail
[email protected]
Website
www.lve.nl
Colofon © LVE, juli 2012 Tekst
LVE-bureau Tekstburo Gort
Cijfers & Grafieken Piet Feenstra, NIVEL Ontwerp
Gabriëlle van Vilsteren
Fotografie
Emilie Hudig
Drukwerk
Rotor Offsetdruk
l
l
l
l
v
v
v
v
e
l
v
e
l
v
e
l
v
e
e
e
e