Literatuur
Achterberg PW, Kramers PGN. Een gezonde start? Sterfte rond de geboorte in Nederland: trends en oorzaken vanuit internationaal perspectief. Bilthoven: RIVM, 2001. Alkema FMJ, Blom MM, Kootte M (red). Dementeren: ziekte en zorg. Assen: Van Gorcum, 2001. Anthony S, Amelink-Verburg MP e.a. (2006). Etniciteit van zwangere beı¨nvloedt plaats van bevalling. Leiden: TNO-PG, Preventie en Zorg, 2006. Arah, O. Performance Reexamined. Concepts, content and practice of measuring health system performance (thesis). Amsterdam: UvA, 2005. Arcares. Ee´n brede branche voor verpleging, verzorging en thuiszorg (persbericht). Utrecht: Arcares, 11/17-52006. Baan CA, Hutten JH, Rijken PM. Afstemming in de zorg. Een achtergrondstudie naar de zorg voor mensen met een chronische aandoening. Bilthoven/Utrecht: RIVM/NIVEL, 2003. Bakker PJM, Windt JH. Samenwerking in het ziekenhuis. Kantelen van professionals lijkt succesvol. Tijdschrift voor Ziekenverzorging TvZ 2005; 115: 11, 28-31. Banning C. Private keuzes gaan consumptie van zorg bepalen. NRC, 29-12-2005. Beek S van, Nispen R van, Wagner C. Verantwoorde zorg en kwaliteit van leven bij bewoners in verpleeg- en verzorgingshuizen. Utrecht: NIVEL, 2005. Berg MJ van den, Kolthof ED e.a. De werkbelasting van huisartsen. In: Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Utrecht/ Nijmegen: NIVEL/WOK, 2004. Boerakker I, Friele RD e.a. Paramedische zorg. In: Brancherapporten VWS. Den Haag: VWS. http:// brancherapporten.minvws.nl > de VWS sectoren\cure\feiten en cijfers\paramedische zorg, mei 2005. Bogie. Goede resultaten heup-knie-programma. Opnameduur verkort, weinig complicaties en heropnamen. Medisch Contact 2005; 60,12: 496498.
Boot JM, Knapen HJM. De Nederlandse gezondheidszorg. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2005. Braspenning JCC, Schellevis MG. Tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Kwaliteit huisartsenzorg belicht. Utrecht/Nijmegen: NIVEL/WOK, 2004. Brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer. Zorgzwaartebekostiging intramuraal. September 2005. Brussel GHA, Buster MCA. OGGZ-monitor Amsterdam. Amsterdam: GG&GD Amsterdam, 2002. Buijssen H, Adriaansen M. Hulpverlening aan mantelzorgers. Amsterdam: Baarn, 2005 CBO. Decubitus. Tweede herziening. Utrecht: CBO, 2002. CBO. Factsheet CVA-ketenzorg. Utrecht: CBO, 2004. CBS, Centraal Bureau voor de Statistiek. http://statline.cbs.nl/statweb > - Mens en maatschappij Bevolking - Sterfte en doodsoorzaken - Overlevingstafels naar geslacht, (2001-10-30). CBS. Gezondheid en zorg in cijfers. Voorburg/Heerlen: CBS, 2005. CBS. Zorguitgaven stijgen steeds minder (persbericht). Voorburg/Heerlen: CBS, 06-06-2006. Consumentenbond. Goede diabeteszorg is altijd dichtbij. Consumentengids 2006;51,3:64-67. Diabetestelefoon voorkomt ziekenhuisbezoek. Diabetestelefoon bestaat 10 jaar. Eindhovens Dagblad, 10-11-2005. Didden R, Duker P e.a. Gedragsanalyse en -therapie bij mensen met een verstandelijke beperking. Maarssen: Elsevier, 2003. Dijk P van. Geneeswijzen in Nederland. Deventer: Ankh Hermes, 2003. Dooper M. Gezondheidswinst tegen aanvaardbare kosten. PrePost 2005; 7,22:6-8. Dunning, A.J. Kiezen en delen. Advies in hoofdzaken van de Commssie keuzen in de zorg. Den Haag: Albani, 1991. Enzlin M. Veilige woonomgeving in psychiatrisch verpleeghuis. MedNet Magazine 2005; 28,18: 25.
227
Literatuur
Fakiri F el, Kuru Glasgow I. Kraamzorg in allochtone gezinnen. Maarssen/Utrecht: Elsevier Gezondheidszorg De Tijdstroom/Landelijk Centrum Verpleging en Verzorging, 1999. Francke AL, Willems DL. Palliatieve zorg vandaag en morgen. Feiten, opvattingen en scenario’s. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg, 2000. Francke AL. Palliative care for terminally ill patients in the Netherlands. Dutch government policy. Den Haag: Ministerie van VWS, 2003. Franx G, Eland A, Verburg H. Transparante zorg in de GGZ: van de bomen en het bos. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid 2002; 57,11: 1036-1050. Friele RD, Ruijter C de e.a. Evaluatie Wet Klachtrecht Clie¨nten Zorgsector. Utrecht: Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg, NIVEL, 1999. Friele RD. Meer vraaggerichte zorg door zorgketens? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenningen, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2005. Geffen F van. Ketenzorg stelt de patie¨nt centraal. In: Fysiopraxis 2005; 14,3: 8-11. Gezondheidsmonitor Den Haag 2006. Gemeente Den Haag, Dienst Onderwijs Cultuur en Welzijn. Den Haag, 2006. Gibbels M. Arts wordt aandeelhouder. Positie medisch specialisten. Zorgvisie 2006; 36,3: 22-24. Goudriaan G, Vaalburg A. De vraag als maat: vraaggerichtheid vanuit gebruikersperspectief. Utrecht: NPCF, 1998. Grijpdonck MHF. Het leven boven de ziekte uittillen. Leiden: Spruyt, Van Mantgem & De Does bv, 1999. Heiligers P, Ende E van den, Hingstman L. Paramedici: kort en bondig. Utrecht: NIVEL, 2002. Herschderfer KC, Sneeuw KCA e.a. Kraamzorg in Nederland. Een landelijk onderzoek. Eindrapportage inventarisatie- en evaluatieonderzoek. Leiden: TNO divisie Jeugd, 2002. Heus M, Gijse R. Team in consult. Psychiatrische consultatie in verpleeg- en verzorgingshuizen. Zorgvisie 2006; 36, 3: 19-21. Hofhuis H, Plas E van, Ende E van den. Eindevaluatie van het programma Implementatie kwaliteitsbeleid paramedische zorg. Utrecht: NIVEL, 2004. Hoogervorst, H. Kabinetsstandpunt BOPZ. Brief aan de Tweede Kamer, 11 augustus 2004. Huisman R, Klazinga NS e.a. Beroerte, beroering en borging in de keten. Resultaten van de Edisse-studie. Den Haag: ZonMw, 2001.
Indicatiestelling kraamzorg. Landelijk indicatieprotocol kraamzorg. BTN, Z-org, KNOV. Sting, ZN, 2005. Inspectie voor de gezondheidszorg. Het resultaat telt! Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg. Den Haag: IGZ, 2004. Inspectie voor de gezondheidszorg. Basisset prestatieindicatoren ziekenhuizen. Den Haag: IGZ, 2005. Inspectie voor de gezondheidszorg. Kwaliteitsborging in verpleeghuizen en verzorgingshuizen nader bekeken. Onderzoek naar de aanwezigheid van integrale kwaliteitszorg in verpleeghuizen en verzorgingshuizen aan de hand van uitkomsten van algemeen toezicht van 1 juni 2003 tot 1 juni 2004. Den Haag: IGZ, 2005. Kerncijfers verslavingszorg 2004. Houten: Stichting IVZ, 2005. Kiers B. ZN en LOC willen toeslag voor goede verpleeghuizen. Kwaliteitstoeslag per patie¨nt en financiering naar zorgzwaarte. Zorgvisie Nieuwsbrief 2005; 3335, 26: 3. Klerk MMY de. Verstandelijke handicap samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2002. KNOV. KNOV-standpunt preconceptionele zorg. Bilthoven: KNOV, 2005. KNOV. KNOV-standpunt prenatale screening. Bilthoven: KNOV, 2004. Kramer A, Kleefstra S, Kool T. Een kwestie van samenwerking en expertise. Medische zorg voor verstandelijk gehandicapten moet krachten bundelen. Medisch Contact 2005; 60, 45: 1804-1806. Kristiansen K. Gelijke rechten voor iedere persoon met een handicap. Markant 2000; 5,6: 17-21. Krijger E. Handleiding kleinschalig groepswonen voor mensen met dementie. Inhoudelijke en praktische adviezen. Utrecht: NIZW Innovatieprogramma Wonen en Zorg, 2004. Kroef M. Alle Zweedse banden de deur uit. Klik 2006; 35,3: 18-20. Kuiper C, Heerkens Y e.a. Arbeid en gezondheid. Preventie, behandeling, en reı¨ntegratie. Een handoek voor paramedici. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2005. Kwaliteitsjaarverslag 2004 GGZ Buitenamstel. Amsterdam: GGZ Buitenamstel, 2005. Kwaliteitsjaarverslag Nije Smellinghe Ziekenhuis. Drachten: Nije Smellinghe Ziekenhuis, 2005. Laar MW van, Cruts AAN e.a. Jaarbericht Nationale Drugsmonitor 2004. Utrecht: Trimbosinstituut, 2004.
228
Introductie in de gezondheidszorg
Land H van ’t, Ruijter, C de e.a. Waarom is besloten tot herpositionering van de GGZ? In: Brancherapporten VWS. Den Haag: VWS, 2005. http://brancherapporten.minvws.nl > de VWS-sectoren\GGZ-MZ, 17 mei 2005. Landelijke Vereniging Wijkverpleegkundigen. Wijkverpleegkundige Standaard Decubitus. Utrecht: LVW, 2004. LEVV. Factsheet verpleegkundigen en verzorgenden in verpleeg- en verzorgingshuizen. Utrecht: LEVV, 2005. Lienden H van. Werken met een budget. Een leerboek voor de gezondheidszorg. (3e herziene druk). Maarssen: Elsevier, 2003. Limburg LCM. Voor welke gezondheidsproblemen wordt thuiszorg gebruikt? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. http://www.nationaalkompas. nl >Zorg\Verpleging en verzorging\Thuiszorg, 23 september 2005. Lindert H van, Droomers M, Wester GP. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk: een kwestie van verschil. Verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid en zorggebruik. Utrecht: NIVEL, 2004. Lintel Hekkert MT te. Verborgen zorgen. Kinderen die opgroeien met een chronisch zieke ouder. Utrecht: NIZW, 2004. Lucht F van der. Uitgaven per sector. In: Brancherapporten VWS. http://brancherapporten.minvws.nl > de sectoren naast elkaar, mei 2005. Lutge Schipholt I. Innovatie moet verpleeghuis redden. Managers zetten in op kleinschalig wonen. Medisch Contact 2005; 60, 10: 396. Luyendijk W. Warm eten belangrijker dan douchen. Hoogleraar Hamers hekelt eenzijdige medische inspectie in verpleeghuizen. NRC, 30-01-2006. Luyendijk W. Met lege po’s plassen minder bewoners in bed. Verpleeghuizen trekken ten strijde tegen de collectieve onmacht om zorg op feiten te baseren. NRC, 25-2-2006. LVW. Wijkverpleegkundige standaard decubitus. Utrecht, LVW, 2004. Maassen H. Geneeskunde is te weinig gericht op de patie¨nt. Gesprek met Barbara Starfield. Medisch Contact 2005; 60, 5: 186-188. Maseland A. Het nieuwe uniform van de diabetesverpleegkundige. Taakverschuivingen in de zorg. Nursing/TvV 2005; nummer 12, special diabetes, 10-13. Medisch Contact. Alkmaarse patie¨nten beter af met nurse practitioner. Medisch Contact 2004; 59, 39: 1503.
Medisch Contact. Geluk en pijn meten in het verpleeghuis. Medisch Contact 2004; 59, 50: 1995. Meerveld J, Schumacher J, Krijger E de. Landelijk Dementie programma. Utrecht: NIZW, 2004. Meijer S e.a. Evaluatie versterking eerstelijns GGZ. Eerste interimrappportage. Utrecht: NIVEL, 2002. Melis B. Twee weten meer dan een. Het ortho-fysio combispreekuur. Fysiopraxis, 2005; 14, 2:30-33. Menzis. Diabetes-ketenzorg volgens de zorgstandaard. Menzis zorginkoop diabetes mellitus type 2. Menzis, 2005. Meulen-Arts S van der, Francke AL. Wat is thuiszorg? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2005. Mistiaen P, Hasselt TJ van, Francke AL. Monitor palliatieve zorg. Utrecht: NIVEL, 2005. Muijsenbergh M van den. Ziek en geen papieren. Gezondheidszorg voor mensen zonder geldige verblijfspapieren. Utrecht: Pharos, 2004. Nieboer A, Pepels R, Kool T. Stroke services gespiegeld. Rotterdam/Utrecht: iBMG/Prismant, 2005. NIVEL. Kwaliteitsbeleid beroepsorganisaties alternatieve behandel- en geneeswijzen in 2000. Utrecht: NIVEL, 2000. NIVEL. Praktijkondersteuning bespaart de huisarts niet veel tijd (persbericht). Utrecht: NIVEL, 10-5-2004. NMa. NMa ziet mogelijkheden voor zorgmakelaars (nieuwsbericht, 2-3-2006). www.nmanet.nl NVAVG. De huisarts en de AVG: samenwerking in de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap. Utrecht: NVAG, 2005. NVVA. Tripartiete en multidisciplinaire richtlijn samenwerking en logistiek rondom decubitus (Salode). Utrecht: NVVA, 2003. Oers JAM van. Volksgezondheids Toekomst Verkenning. Gezondheid op koers? Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2002. Oudshoorn GJ, Mintjens J, Gemert HMA van. Verbeterde doorstroom van CVA-patie¨nten. Tijdsch voor Ziekenverpleging TvZ 2005; 115, 444:42-45. Pepels R, Linden B van der, Huijsman R. Vooral doen! Handreiking voor succesvolle implementatie van transmurale zorg. Assen: Van Gorcum, 2004. Plass AM. Ook Nederlanders gebaat bij voorlichtingsboekje: Geruststelling vermindert huisartsenbezoek. Persbericht VUMC. Amsterdam: VUMC, 2005. Poel P van de. Extramuralisering GGZ ontbeert vaart. Zorgvisie Nieuwsbrief 2005; 35, 48:3. Pool, AC, Pool-Tromp C, Veltman-van Vugt F e.a. Met het oog op de toekomst. Beroepscompetenties van hbo-verpleegkundigen. Utrecht: NIZW, 2001.
229
Literatuur
Poppes P, Vlaskamp C. Opgedeeld en opgeteld. Ouders over kinderen met ernstige meervoudige beperkingen. Rotterdam: Lemniscaat, 2001. Prins C, Boonzajer Flaes S. Kerncijfers uit de GGZ 2002-2003. Utrecht: GGZ Nederland, 2003. Raad voor de Volksgezondheid en zorg. Mensen met een beperking in Nederland. De AWBZ in perspectief. Den Haag: Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, 2005. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Naar een meer vraaggerichte zorg. Zoetermeer: Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, 1998. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Zinnige en duurzame zorg. Den Haag: Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, 2006. Revalidatie Nederland. Basisset prestatie-indicatoren revalidatie. Utrecht: Revalidatie Nederland, 2005. Rutten ALB. Alternatieve geneeswijzen en de evaluatie van de Wet BIG. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2003; 8: 539-541. RVD. Kabinet wil geen aanpassingen stelsel AWBZ (persbericht). Den Haag: RVD; ministerie van VWS, 9-6-2006. Santen H van. Dodelijke angsten in de nacht. Geriater Kees Kalisvaart over het voorkomen van delier. NRC, 15-12-2005. Santen H van. Verwarring van oudere patie¨nten te verhelpen. NRC, 15-12-2005. Savornin Loman J de, Rijkschroeff R. Evaluatie medezeggenschap clie¨nten zorgsector (WMCZ). Den Haag: Zorgonderzoek Nederland, 2000. Schee E van der. Beschikbaarheid en dienstverlening van tandartsen onder druk? Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2003; 110, 5: 181-184. Schellevis FG. Nog altijd poortwachter. Rol en positie van huisarts opnieuw in kaart gebracht. Medisch Contact 2004; 59, 49:622-66625. Scherpenisse AMC, Verbeek G. Introductie in de gezondheidszorg. (3e herziene druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2002. Schrijvers G, Oudendijk N e.a. Moderne patie¨ntenzorg in Nederland. Van kennis naar actie. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg, 2003. Schuurmans M. Pleidooi voor aanpassing Wet BIG. Nieuw centraal orgaan voor beroepen en opleidingen. NAPA nieuwsbrief 2005; december. SFK. Data en feiten 2005. Stichting Farmaceutische Kengetallen, 2005. Shell. Hier werk je veilig, of je werkt hier niet. Sneller Beter. De patie¨ntveiligheid in de zorg: Eindrapportage Shell Nederland. Rotterdam: Shell Nederland, 2004.
Sluijs EM e.a. De WKCZ-klachtenbehandeling in ziekenhuizen: verwachtingen en ervaringen van clie¨nten. Utrecht: NIVEL, 2004. Sluijs EM, Wagner C. Gebruik van kwaliteitssystemen in instellingen voor gehandicaptenzorg. Utrecht: NIVEL, 2000. Smorenburg S, Legemaate J. Goed omgaan met klachten. Nieuwe richtlijn stimuleert contact tussen klager en aangeklaagde. Medisch Contact 2005; 59, 49: 1955-1957. Standpunt artsen voor niet-conventionele geneeskunde inzake evaluatie Wet BIG. Juni 2003. www.abng.nl STECR Platform Reı¨ntegratie. Taken en deskundigheid van preventiemedewerkers. STECR Leidraad. Hoofddorp: STECR, 2005. Struijs JN, Westert GP, Baan CA. Effectevaluatie van transmurale diabeteszorg in Nederland. Bilthoven: RIVM, 2004. Struijs AJ. Informele zorg. Het aandeel van mantelzorgers en vrijwilligers in langdurige zorg. Zoetermeer: RVZ, 2006. Tacken M, Verheij R e.a. LINH-monitoring griepvaccinatiecampagne 2004. Utrecht: NIVEL, 2005. Tan B, Jaarsma T. Hartfalenzorgprogramma’s in Nederland in 2003. Cordiaal 2005; 26, 111: 4-7. Timmermans J, Boer A de, Iedema J. De mantelval. Over dreigende overbelasting van de mantelzorger. Den Haag: SCP, 2005. Veenvliet M, Nijeboer L. Indicatiestelling kraamzorg. Landelijk indicatieprotocol kraamzorg. BTN, Z-org, KNOV, Sting, Zorgverzekeraars Nederland, 2005. Verbogt, S. Hoofdstukken gezondheidsrecht. Groningen/ Houten: Wolters-Noordhoff, 2005 (tiende druk). Verheij RA, Jabaaij L, Abrahamse H e.a. Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg. Feiten en cijfers over huisartsenzorg in Nederland. Utrecht: LINH, 2004. www.nivel.nl, update augustus 2005. Verkaik R, Francke A e.a. Voorkom somberheid bij geheugenproblemen. Handboeken voor hulpverlener en mantelzorger. Utrecht: NIVEL, 2005. Verkleij H, Verheij RA. Zorg in grote steden. Utrecht: Bohn Stafleu van Loghum, 2003. Visscher A e.a. De rol van de huisarts inzake geestelijke gezondheidszorg. Nijmegen: WOK, 2003. Visser F. Witte KE. In: Brancherapporten VWS. Den Haag: VWS, 2005. www.brancherapporten. minvws.nl > de vws-sectoren\preventie\feiten en cijfers\settingsgerichte preventie\werkplek. Vlieger A, Putte EM van de, Hoeksma H. Het gebruik van complementaire en alternatieve geneeswijzen door kinderen op een polikliniek voor kindergeneeskunde en de redenen van de
230
Introductie in de gezondheidszorg
ouders daarvoor. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2006; 150, 11:625-630. VNO-NCW. Renderend gezondheidsbeleid. Praktijk handreiking voor ondernemingen. Den Haag: VNO-NCW, 2001. VNO-NCW, AWVN, FME-CWM. Ondernemers en arbodienstverlening. De praktische gevolgen van nieuwe wetgeving. Den Haag: VNO-NCW, 2005. Vriezen JA, Bond M de e.a. Landelijke Eerstelijns Afspraak Decubitus. Huisarts en Wetenschap 2004; 47, 13: 652-654. Vumc. Ook Nederlanders gebaat bij voorlichtingsboekje: geruststelling vermindert huisartsbezoek (persbericht). Amstelveen: Vumc, 13-9-2005. VWS. MWO-AWBZ. Nieuwe financie¨le impuls voor zorgsteunpunt (nieuwsbericht 19-12-2005). www.minvws.nl/dossier. VWS. Wet marktordening gezondheidszorg aangenomen (persbericht). Den Haag: Ministerie van VWS, 6-6-2006. Westert GP, Verkleij H (red). Zorgbalans. De prestaties van de Nederlandse gezondheidszorg in 2004. Bilthoven/Houten: RIVM/Bohn Stafleu van Loghum, 2006.
Wiegers TA, Wieren S van. Verloskundige zorg samengevat. Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2005. www.nationaalkompas.nl > zorg\curatieve zorg\verloskundige zorg. Windt W van der, Calsbeek H, Talma H e.a. Feiten over verpleegkundige en verzorgende beroepen in Nederland in 2004. Utrecht/Maarssen: LEVV/Elsevier Gezondheidszorg, 2004. Winkel EGJ, Kwartel AJJ van der, Barnhard MC. Kerngegevens. In: Brancherapporten VWS. Den Haag: VWS, 2005.
De VWS-sectoren\Care\Gehandicaptenzorg\Feiten en cijfers\Verstandelijke beperkingen. Woittiez I, Crone (red). Zorg voor verstandelijk gehandicapten. Ontwikkelingen in de vraag. Den Haag: SCP, 2005. WVC. Nota 2000. Over de ontwikkeling van gezondheidsbeleid: feiten, beschouwingen en beleidsvoornemens. Tweede Kamer vergaderjaar 1985-19, 1-2. Rijswijk: Ministerie van WVC, 1986. Z-org. Gemengde gevoelens in thuiszorg over uitkomsten benchmark. Z-org, 2005.
Begrippen
De begrippenlijst begint met een cluster van begrippen rondom protocollen en richtlijnen. Omdat ze veel verwantschap met elkaar hebben, worden ze hier in samenhang met elkaar besproken. We hopen dat overeenkomsten en verschillen daardoor duidelijk worden. De omschrijvingen van de begrippen binnen de cluster zijn overgenomen uit Franx, G., Eland, A. & Verburg, H. Transparante zorg in de GGZ: van de bomen en het bos. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 2002, 57, 11, 1036-1050. Cluster begrippen rondom protocollen en richtlijnen Stepped care Beschrijft wat, wanneer. Anders gezegd: stepped care geeft een advies over de volgorde of de complexiteit of intensiteit van de zorg. Richtlijn Beschrijft wat, wanneer en waarom. Een richtlijn is een handvat, een advies. Een richtlijn is meestal wetenschappelijk onderbouwd, of anders op grond van praktijkervaringen opgesteld en wordt meestal landelijk vastgesteld. Protocol Beschrijft wat, wanneer en hoe. Een protocol is een voorschrift, onderbouwd door richtlijnen, wetgeving, beleid en ervaringen. Meestal per instelling. Zorgprogramma Beschrijft wat, wanneer, waarom, hoe, door wie en met wie. Een zorgprogramma is een
afspraak in een regio tussen instellingen, professionals en clie¨nten. Diseasemanagement Gaat nog een stap verder dan een zorgprogramma. Bij de afspraken wordt meegewogen welke zorg wordt geleverd, met welk resultaat, tegen welke kosten. Accreditatie Een formele uitspraak van een gezaghebbende instantie dat een instelling of persoon volgens Europese normen op het gebied van onafhankelijkheid, deskundigheid en betrouwbaarheid competent is om bepaalde taken uit te voeren. Bemoeizorg Ambulante zorg voor mensen die niet meer bereikbaar zijn voor geı¨nstitutionaliseerde zorg; bijvoorbeeld ambulante hulp voor schizofrene patie¨nten (omschrijving NIZW thesaurus). Benchmarken Leren van elkaar door prestaties te vergelijken en ervaringen te benutten. Care Deel (sector) van de gezondheidszorg dat vooral verpleging en verzorging biedt. Care is gericht op kwaliteit van leven met zo mogelijk behoud van gezondheid en beperken van de gevolgen van ziekte. Care maakt gebruik van wat iemand wel kan, bevordert de autonomie en voorkomt en beperkt zoveel mogelijk de afhankelijkheid.
232
Introductie in de gezondheidszorg
Certificering Een vorm van externe kwaliteitsbeoordeling door een onafhankelijke instantie aan de hand van duidelijke normen of eisen.
Gezondheidsbescherming Interventies die erop gericht zijn de blootstelling aan schadelijke invloeden in het milieu te verminderen.
Cure Deel (sector) van de gezondheidszorg dat gericht is op genezing of (gedeeltelijk) herstel van de gezondheid.
Gezondheidsbevordering Interventies die gericht zijn op gezondheidsgedrag (leefstijlfactoren) en (on)gezonde factoren in de omgeving. Omvat onder meer gezondheidsvoorlichting.
Determinant van de gezondheid Factor die de gezondheid beı¨nvloedt. Diseasemanagement Zie het cluster aan het begin van deze begrippenlijst. Echelon Eerste echelon of eerste lijn, tweede echelon of tweede lijn. Eerstelijnsgezondheidszorg Gezondheidszorg door generalisten die dichtbij de woonplek van mensen wordt geboden en (deels) direct toegankelijk is. Extramuralisering Verschuiving van zorg binnen instellingen naar zorg aan zelfstandig wonende mensen. Dit heet ook wel vermaatschappelijking van de zorg. Facetbeleid Beleid op andere terreinen dan de gezondheidszorg (verkeer, sociale zaken en werkgelegenheid, onderwijs, huisvesting en ruimtelijke ordening) dat de gezondheid kan bevorderen. Functiedifferentiatie Het uitsplitsen van taken in een functie waardoor nieuwe functies ontstaan; ook spreiding van functies binnen de organisatie (omschrijving NIZW thesaurus). Gezondheid Vermogen om zich, al dan niet met hulp van anderen, aan te passen aan veranderende omstandigheden (omschrijving in Nota 2000. WVC, 1986).
Gezondheidstoestand In maat en getal uit te drukken gezondheid van een groep mensen. Indicator van de gezondheid of van de kwaliteit van zorg Maat waarin de gezondheid of de kwaliteit van zorg wordt uitgedrukt. Bijvoorbeeld de indicator levensverwachting als maat voor de volksgezondheid of de indicator aantal nieuwe gevallen van decubitus na opname als maat voor de kwaliteit van de zorg. Informele zorg Hulp die vrijwillig, onbetaald en niet beroepshalve wordt gegeven. Omvat zelfzorg, mantelzorg en vrijwilligerszorg. Intersectorale samenwerking Samenwerking tussen instellingen uit verschillende beleidssectoren, zoals gezondheidszorg, politie en justitie, woningbouw, onderwijs, sport, economische zaken. Keten en ketenzorg De weg die een individuele patie¨nt aflegt door de zorg, een weg door verschillende sectoren (cure, care en preventie) en instellingen. Die weg wordt als samenhangend geheel gepland en uitgevoerd (omschrijving in Volksgezondheids Toekomst Verkenning 2002, red. Van Oers). Bij ketenzorg wordt de zorg rondom een patie¨ntencategorie geordend. Er wordt een zorgprogramma of zorgtraject ontworpen dat beantwoordt aan de behoeften van deze patie¨nten in de loop van de tijd, in het verloop
233
Begrippen
van de ziekte. Bij de ordening en afstemming van activiteiten staat de patie¨nt of clie¨nt centraal. De keten (zorgketen) is een samenwerkingsverband tussen partijen (instellingen, beroepsbeoefenaren) met een gemeenschappelijk doel: zorg afgestemd op de (veranderende) behoeften van de patie¨nt. Elke partij (instelling, beroepsbeoefenaar) voert onderdelen in de keten uit. Ketenzorg is een verregaande vorm van transmurale zorg. Keten-dbc Diagnose-behandelcombinatie voor een hele keten van zorg, dus niet per onderdeel of per instelling. Klinisch pad Een multidisciplinair zorgplan op een tijdsas, dat zowel (poli)klinische als transmurale processen kan omvatten. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg betekent volgens de Nationale Raad voor de Volksgezondheid (1993) dat de beroepsbeoefenaar zijn/haar handelen systematisch expliciteert (normen stelt), evalueert (toetst) en bijstuurt (verbetert). Levensverwachting Het gemiddeld te verwachten aantal levensjaren. De gezonde levensverwachting is het verwachte aantal jaren van je leven waarin je gezond bent. Mantelzorg Informele hulp die vrijwillig en onbetaald wordt gegeven, meestal door familie. Er bestaat meestal een wederkerigheidsrelatie tussen mantelzorger en verzorgde. Het gaat bij mantelzorg om meer zorg dan gebruikelijk is in een persoonlijke relatie. Soms kan de mantelzorg worden vergoed vanuit een persoonsgebonden budget. Palliatieve zorg Actieve, totale zorg voor patie¨nten die niet meer te genezen zijn, met zowel aandacht
voor pijnbeheersing en bestrijding van andere lichamelijke klachten als aandacht voor psychologische, sociale en spirituele vragen of problemen. Het algemene doel is een zo hoog mogelijke kwaliteit van het leven, voor zowel de patie¨nt als zijn naasten (omschrijving NIZW thesaurus). Preventie Ziektepreventie is het voorkomen van ziekte door interventies voordat de ziekte aanwezig is of in een vroeg stadium (nog onopgemerkt stadium) van de ziekte. Op beleidsniveau wordt met preventie ook de sector preventie van de gezondheidszorg aangeduid. Protocol Zie het cluster aan het begin van deze begrippenlijst. Regio Geografisch gebied of het geheel van instellingen en beroepsbeoefenaren in een geografisch gebied. Regio’s voor zorg vallen niet altijd samen met bestuurlijke regio’s en regio’s voor hulpverlening na rampen. Respijtzorg Het tijdelijk overnemen van de totale zorg ter ontlasting van de mantelzorg door beroepskrachten of vrijwilligers in de vorm van thuisopvang, dagopvang, kortdurende opname enzovoort (omschrijving NIZW thesaurus). Richtlijnen Zie het cluster aan het begin van deze begrippenlijst. Sector In de gezondheidszorg spreekt men bijvoorbeeld van de curatieve sector en de caresector. In het totale overheids- of gemeentebeleid spreekt men van verschillende beleidsterreinen of sectoren, waarvan gezondheidszorg er e´e´n is. Andere sectoren zijn dan: politie en justitie, onderwijs, sport, woningbouw, arbeid.
234
Introductie in de gezondheidszorg
Sociaaleconomische status (SES) De positie die iemand heeft in de maatschappij, op grond van opleiding, inkomen en beroepsstatus. Sociale kaart Overzicht van instellingen en beroepsbeoefenaren in een regio en de zorg of diensten die zij bieden. Standaard Door een beroepsgroep ontwikkelde set van (handelings)adviezen in een bepaalde situatie. Stepped care Zie het cluster aan het begin van deze begrippenlijst. Substitutie Vervangen van een duurdere vorm van zorg door een goedkopere vorm van zorg, door de zorg op een andere plaats, door een andere persoon of op een andere manier te geven.
verantwoordelijkheid, ook al heeft ieder een eigen deelverantwoordelijkheid. Tweedelijnszorg Zorg door specialisten, meestal in of vanuit instellingen. Vermaatschappelijking van de zorg Zie extramuralisering. Vraaggerichte financiering Financiering waarbij de gebruikers van zorg, diensten of voorzieningen een budget ontvangen en dit naar eigen keuze besteden bij aanbieders naar eigen keuze. Vraaggerichte zorg Hulpverlening waarbij niet het beschikbare aanbod de oplossingsrichting bepaalt, maar waarbij de clie¨nt met zijn situatie, mogelijkheden en zorgvraag centraal staat (omschrijving NIZW thesaurus).
Taakdelegatie De arts houdt de eindverantwoordelijkheid, maar delegeert bepaalde taken aan een andere beroepsbeoefenaar, bijvoorbeeld aan de praktijkverpleegkundige.
Vraagsturing Het vergroten van de mogelijkheden om bij de financiering en organisatie van de gezondheidszorg de wensen van de zorgvrager tot hun recht te laten komen (omschrijving NIZW thesaurus).
Taakherschikking Nieuwe verdeling van taken tussen beroepsgroepen. Zo voeren anderen taken uit van de arts en hebben zelf de eindverantwoordelijkheid daarvoor. Die eindverantwoordelijkheid is essentieel om van taakherschikking te spreken. Zo kunnen ook nieuwe beroepen ontstaan, zoals een nurse practitioner en physician assistant.
Zorggroep Multidisciplinaire zorgverlening aan een bepaalde patie¨ntencategorie, bijvoorbeeld diabetespatie¨nten. Zo’n team bestaat bijvoorbeeld uit een huisarts, diabetesverpleegkundige, praktijkverpleegkundige, die¨tist, podotherapeut en internist. Bij welke organisatie deze leden van het team formeel werken, doet hierbij niet ter zake.
Transmurale zorg Zorgverleners uit verschillende instellingen, generalisten en specialisten, werken nauw met elkaar samen om de zorg aan een patie¨nt af te stemmen op zijn behoefte. Er zijn nauwe samenwerkingsafspraken tussen generalisten en specialisten en er is een gemeenschappelijke
Zorgprogramma Omschrijving van een totaalpakket van op elkaar afgestemde activiteiten en diensten dat met een bepaald doel aan een specifieke doelgroep van patie¨nten of clie¨nten met een vergelijkbare problematiek wordt aangeboden (omschrijving NIZW thesaurus).
Register
aanbodgerichte zorg 115 academische ziekenhuis 81 accreditatie 31, 92 accreditering 194 algemeen psychiatrisch ziekenhuis (APZ) 131 algemeen ziekenhuis 81 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) 209 alternatieve geneeswijzen 74 Alzheimer 139 Alzheimercafe´ 148 ambulante zorg 130 Arbeidsomstandighedenwet 178 arboverpleegkundige 181 Arbowet 178 artsen voor verstandelijk gehandicapten (AVG) 155 AWBZ-functies 210 basispakket 206 begeleid wonen 131 begeleid zelfstandig wonen 154 bemoeizorg 132, 135 benchmark 62, 93, 119 beschermende woonvorm 154 bijna-thuishuis 72, 121 buddyzorg 72 budgetfinanciering 185, 217 care 14, 183 categoraal ziekenhuis 81 Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) 211 certificering 31, 194 chronisch(e) ziek(t)e 34, 51 clie¨ntenperspectief 109, 157 clie¨ntenraden 201 collectieve preventie 163, 171 complementaire en alternatieve geneeswijzen (CAG) 74 consultatie palliatieve zorg 123 Convenant Overgewicht 168 cure 14, 183 cursussen voor mantelzorgers 148 dagbehandeling 142
dagopvang 142 dak- en thuisloze verslaafden 135 derdelijnszorg 13 determinanten van gezondheid 161, 187 diagnose-behandelcombinatie (dbc) 96, 219 die¨tiste 29 diseasemanagement 132 doktersassistent 22 dubbele diagnose 129, 135, 137 dubbelzorg, afdelingen voor 103 echelons 184 eerstelijnszorg 13 ergotherapeut 29 facetbeleid 162 farmacotherapeutisch overleg 25, 47 financieringsstelsel 205 functiedifferentiatie 59, 87 fysiotherapeut 28 geheugenpoli 141 geı¨ntegreerde GGZ-instelling 129, 132 generalist 20 generalisten 13, 127 generieke middelen 46 generieke namen 46 gezondheidsbescherming 162 gezondheidsbevordering 161 gezondheidszorgpsycholoog 127 GGD 163 GGZ-instelling 129 groepswonen 142 Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) 195 hospice 72, 121 huidtherapeut 29 huisarts 20 huisartsenpost 23 illegalen 175 in bewaring stelling 131 inclusief beleid 151 indicatoren van gezondheid 187
236
Introductie in de gezondheidszorg
indicatoren van kwaliteit –, proces 193 –, structuur 193 –, uitkomst 193 indicatoren voor kwaliteit 109 informed consent 201 informele zorg 13 instelling voor verstandelijk gehandicapten 154 integrale vroeghulp 151 integrale zorg 21 internetdokter 49 intersectorale samenwerking 162, 188 ketenzorg 115 keurmerk 194 kinderdagcentrum 153 klachten 93, 112 klachtenbehandeling 93 klachtencommissie 93, 200 klachtenprocedure 200 klachtenrichtlijn 194 klachtrecht 200 kleinschalige woonvoorziening 154 kleinschalige woonvormen 157 klinisch zorgpad 83 kosteneffectiviteit 170 kraamzorg 38 kwaliteitsindicatoren 193 Kwaliteitsregister paramedici 32 kwaliteitssysteem 194 Kwaliteitswet Zorginstellingen 110, 199 landelijk dementieprogramma (LDP) 143 leefstijl 161 leefstijlfactoren 160 levensverwachting 160 logopedist 29 lotgenoten 69 maatregelen en middelen (M&M) 146 maatschappelijk werker 127 maatschappelijke opvang 135 mantelzorg 13, 65 mantelzorger 142 mantelzorgondersteuning 69 marktwerking 19, 190, 219, 224 medicalisering 21 medicatiebewaking 47 MEE 152 mensen zonder geldige verblijfsdocumenten 174, 175 middelen en maatregelen 155 middelen en maatregelen (M&M) 131 MIP-regeling (melden incidenten patie¨ntenzorg) 112
Model van Lalonde 187 mondhygie¨niste 29, 43 multidisciplinair overleg 83 multidisciplinaire richtlijn 83 multidisciplinaire richtlijnen 133 nachtopvang 142 netwerken palliatieve zorg 121 no-claimregeling 207 nuldelijnszorg 13 nurse practitioner 86 oefentherapeut 28 onverzekerden 176 openbare gezondheidszorg 163 optometrist 30 orthoptist 29 palliatieve sedatie 124 palliatieve unit 123 palliatieve zorg 120 paramedische arbomedewerker 181 patie¨nten- en clie¨ntenorganisaties 72 patie¨ntenvertrouwenspersoon 93 patie¨ntveiligheid 191, 203 perinatale sterfte 39 persoonsgebonden budget (pgb) 212 physician assistant 86 podotherapeut 29 poliklinische bevalling 38 poortwachter 21 praktijkassistent 22 praktijkondersteuner 22 praktijkverpleegkundige 22 preconceptioneel advies 40 prenatale diagnostiek 40 prenatale screening 41 prenatale zorg 37 preventie 160 preventiebeleid 188 preventiecursussen 136 primaire preventie 160 privacybescherming 202 prive´kliniek 81, 88 procesindicator 111 psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ) 131 psychogeriatrisch verpleeghuis 142 quality adjusted life years (qaly) 170, 220 radiodiagnostisch laborant 30 radiotherapeutisch laborant 30 rechterlijke machtiging 131 regie van de zorg 56 reguliere gezondheidszorg 74 respijtzorg 69
237
Register
restitutie 208 revalidatie 97 Riagg 129 RIE, risico-inventarisatie en -evaluatie 180 risico-inventarisatie en -evaluatie 180 screening 166 secundaire preventie 160 sociaal pension 131 sociaaleconomische gezondheidsverschillen 186 sociale kaart 175 stepped care 128, 134 Steunpunt mantelzorg 70 structuurindicator 111 taakdelegatie 25 taakherschikking 26, 87 tarieven 219 terminale zorg 120 tertiaire preventie 161 thuiszorgorganisatie 58 titelbescherming 197 transferverpleegkundige 89 transmurale zorg 115 tuchtrecht 197 tweedelijnszorg 13 uitkomstindicator 111 units voor palliatieve zorg 122 verloskundige zorg 37 verslavingszorg 134 voorbehouden handelingen 198 voorschrijfgedrag 47 vraaggerichte zorg 53, 107, 115 vraaggestuurde zorg 188, 214 vraagsturing 18, 189 vrijwilligers 71 weekendopvang 142
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ) 131, 146, 155 Wet Klachtrecht Clie¨nten Zorgsector (WKCZ) 112, 200 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) 212 Wet Medezeggenschap Clie¨nten in de Zorgsector (WMCZ) 200 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) 197 Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) 201 Wet Poortwachter 179, 181 Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) 199 Wet voorzieningen gehandicapten 214 wijkverpleegkundige 56 woon-zorgcomplex (WoZoCo) 101 zelfstandig behandelcentrum 81, 88 zelfzorg 13, 64 zelfzorgmiddelen 45 Ziekenfonds 216 zorg in natura 208 zorgaanbod 184 zorggebruiker 221 zorggroep 102 zorgkantoor 212 zorgketen 116 zorgmijders 132, 135 zorgplicht 176, 214 zorgprogramma 85, 132 zorgprogramma dementie 141 zorgstelsel 184 Zorgverzekeringswet (ZVW) 206 zorgzwaarte 214 zuigelingensterfte 39