Jaarbericht 2012 Palliatief netwerk Zuidoost Groningen Samenstelling- 31-12 2012 - Zorgbelang Groningen, vacature - TSN/Thuiszorg Groningen, Annemiek van Mierlo - Huisartsen, vacature - Stichting St. Maartenhuis, Trijnko Pelgrim, Josephine Plas, - Stichting Oosterlengte, Janneke van de Meulen - Ommelander ziekenhuisgroep locatie st. Lucas, Frits Haarmans - Zorggroep Meander, Anja vd Meulen - Stichting Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg Oost Groningen, Jaap Halff - Stichting Blanckenbörg, Henny Snoek, - Refaja Ziekenhuis, Marian Pinkster - BCM, Coba van de Laan - Buurtzorgteams, Neeltje Pruim - Rzijn, Elly van de Ven - Tinten/Welstand, Henny Luppes Missie en doelstelling De missie van het netwerk palliatieve zorg Zuidoost Groningen is het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor de palliatieve patiënt, zowel op het organisatorische, professionele als relationele vlak door het optimaliseren van de samenwerking met betrekking tot palliatieve zorg in de gemeenten Oldambt, Menterwolde, Bellingwedde, Stadskanaal, Vlagtwedde, Pekela en Veendam. In het werkgebied wonen 151.513 inwoners (bron 1-1-2012 provincie Groningen) De samenwerking t.a.v. de palliatieve zorg in regio Zuidoost Groningen heeft een formele status gekregen door de ondertekening van een convenant op 11 april 2012 door de bestuurders van de betrokken organisaties. Het betreft een samenvoeging van de bestuurlijke netwerkverbanden van Groningen zuid en Groningen Oost, deze waren geformaliseerd in juni 2007 Voortgang van de werkzaamheden De rapportage volgt de indeling van de werkplannen 2012 van netwerk Groningen Zuid en netwerk Groningen Oost: A. Beleid en organisatie ---A1 - beleid ---A2 - bestuurlijk kader ---A3 - organisatie ---A4 - communicatie
1
B. Processen --- B.1- de inhoud, overdracht en continuïteit van zorg, de afstemming, samenhang en coördinatie in het zorgaanbod --- B.2-scholing en deskundigheidsbevordering --- B.3-de consultatie –en adviesstructuur --- B.4-afstemming van vraag en aanbod Beleid en organisatie A.1. beleid: Het netwerk heeft het management/bestuurlijk niveau van betrokken partijen geïnformeerd over de resultaten van het netwerk in 2011 (jaarbericht) en de voorgenomen activiteiten in 2012 (werkplan). A.2. Bestuurlijk kader: De bestuurlijke samenstelling van het netwerk is dit jaar herijkt. Veel aandacht is in het verslagjaar besteed aan de praktische uitwerkingen van de samenvoeging van de netwerken palliatieve zorg Zuid en Oost Groningen. Het besluit tot samenvoeging is medio 2011 genomen en 11 april 2012 geeffectueerd door de ondertekening van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst en de vaststelling van een huishoudelijk reglement. Met deze bestuurlijke opschaling kunnen meer ondersteunende en coördinerende uren ingezet worden t.b.v. van werkgroepen die het uitgezette beleid uitvoeren ( bv. scholingsactiviteiten.) Ook voor de organisaties die in beide netwerken participeren, kunnen uren dan efficiënter ingezet worden t.b.v. de interne verbeterslagen t.a.v. de palliatieve zorg. De beide voorzitters hebben samen met de netwerkcoördinator de verdere uitwerking voorbereid. De stuurgroep Palliatieve zorg Zuidoost Groningen ( met daarin de vertegenwoordiging van het management van de betrokken organisaties) hebben 3 werkgroepen ingesteld (( scholing, publiciteit/ publieksvoorlichting en de werkgroep inhoudelijke afstemming en processen). In het bestuurlijk verband zijn nu 14 partners betrokken. In de 3 werkgroepen zijn 18 medewerkers uit de aangesloten organisaties betrokken. Samen met hun vertegenwoordiger in het bestuurlijk overleg vormen de medewerkers uit de werkgroepen de interne coördinatiegroep binnen de eigen organisatie. Deze interne coördinatiegroepen zijn verantwoordelijk voor de intern communicatie en borging van afspraken—dit samen met de aandachtsvelders uit de organisaties. Deze structuur werkt nu al deels voor Zorggroep Meander, TSN/thuiszorg Groningen, St Oosterlengte en de Buurtzorgteams. De overige organisaties zijn nog doende dit verder te ordenen. De vertegenwoordigers vanuit Zorgbelang vonden de bestuurlijke samenvoeging het juiste moment om hun functie neer te leggen en Zorgbelang gevraagd een nieuwe vertegenwoordiger te zoeken. POP ( Provinciaal Overleg Palliatieve zorg) Het netwerk participeerde in persoon van Henny Snoek in het provinciale overleg, waarin de Groningse netwerken, Zorgbelang Groningen, IKNO, UMCG en Zorgkantoor bijeen komen. Doel van dit provinciaal overleg is te komen tot afstemming, uitwisseling van ervaring en verdere samenwerking. Dit jaar is het POP 5 maal bijeengekomen. Een extra overleg was nodig voor afstemming over het indienen van een subsidieaanvraag bij Zon Mw. De vergaderlocatie voor het POP werd aangeboden door Zorgbelang Groningen. Belangrijke gesprekspunten waren: Toetredingscriteria: Het participeren in netwerken, betekent dat organisaties twee verschillende belangen moeten gaan afwegen (1) het organisatiebelang (wat heb ik als organisatie aan het netwerk) en (2) het collectief belang (wat kunnen en willen we als netwerk bereiken). De afweging van deze belangen is essentieel voor het goed functioneren van het netwerk. Voor organisaties die ook willen aanschuiven zijn dan ook
2
toetredingscriteria opgesteld waaraan men moet voldoen alvorens te kunnen toetreden. Deze criteria worden vanaf febr. 2012 gehanteerd door alle Groningse netwerken. De ontwikkeling van het palliatief consultatieteam Groningen. In het verslagjaar is het voorstel gekomen van specialisten van de Ommelander ziekenhuisgroep, Martiniziekenhuis en UMCG om een Gronings consultatieteam voor palliatieve zorg op te zetten. De visie en uitgangspunten zijn op een breed overleg ( vertegenwoordigingen van ziekenhuizen, huisartsen, specialisten ouderen geneeskunde, netwerken palliatieve zorg) onderschreven. Het Provinciaal Palliatief Team Groningen wil dat voor alle patiënten in de provincie die in de palliatieve fase zijn er een proactief palliatief zorgplan is, opgesteld door de hoofdbehandelaar (indien nodig met hulp van het consultatieteam), waardoor onder- en overbehandeling voorkomen kan worden, ongeacht de verblijfplaats van de patiënt. Daarnaast streeft het team naar het vergroten van de kennis en vaardigheden van alle betrokken zorgverleners. Door het oprichten van één provinciaal consultteam, waarin deskundigen uit de eerste en de tweede lijn samenwerken, verdwijnt de versnippering in de consultatie en wordt voorzien in een continue brede bereikbaarheid van deskundigheid. Het team zal 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar zijn. De consulten zullen later, na de afhandeling van de acute hulpvraag, in een multidisciplinair overleg besproken worden. Hierdoor zal zelfreflectie op de gegeven adviezen plaatsvinden en zullen de gegeven adviezen vanzelfsprekend aan de richtlijnen getoetst worden. Er vindt registratie van de consulten plaats, waardoor trends in de consultvragen en regionale verschillen onderzocht kunnen worden. Het vergroten van kennis en vaardigheden van zorgverleners zal enerzijds gebeuren door de gegeven adviezen en anderzijds door het verzorgen van naen bijscholingen. Een belangrijk aspect hierbij is proactieve zorgplanning. Op 11 september zijn er 5 werkgroepen ( pr, beheer, ICT en een inhoudelijke werkgroep voor consultatie en een werkgroep voor proactieve zorgplanning) gevormd. Een stuurgroep zorgt voor de samenhang van deze werkgroepen. Het is de bedoeling dat de eerste uitwerkingen in januari 2013 besproken kunnen worden in het veld. Ten behoeve van het deel aspect proactieve zorgplanning is een subsidie aangevraagd en verkregen in het kader van ZON Mw verbeterprogramma palliatieve zorg. De Groningse werken bleken bereid deze aanvraag te ondersteunen ( en d eigen aanvraag voor STEM te laten vervallen) toen UMCG kon verzekeren dat binnen een 10-tal hagro’s een grote bereidheid is deze verbeterslag op deze manier te maken ( proactieve zorgplanning). De verwachting van de netwerken is daarbij dat dit leidt tot actieve participatie van de medische keten in de netwerken.
IKNL: (Integraal Kanker Centrum Nederland): Na de fusie en reorganisatie kent de landelijke organisatie IKNL nu 3 afdelingen t.w. netwerken, kennis en kwaliteit en registratie en onderzoek. De afdeling netwerken omvat zowel de oncologische netwerken/zorg als de palliatieve netwerken en heeft adviseurs. Eind september is er overleg geweest tussen IKNL en de Netwerkcoordinator Hierbij is afgesproken dat IKNL alleen bij het Provinciaal Overleg Palliatieve zorg aanwezig is. Uiteraard kunnen organisaties uit Zuid individueel een beroep blijven doen op Jolanda van Hoeve, de adviseur voor deze regio. Uitgebreid is gesproken met de huisartsconsulent van IKN ( Karel Schuit)l over de aard van de consultvragen 146 consultvragen Voor het overgrote deel betrof het (farmaceutische) vragen van huisartsen t.b.v. patiënten met kanker in de terminale fase. Vaak werd echter ook de organisatie van zorg als knelpunt aangegeven. Aandachtspunten zijn dan ook. Duidelijk hebben wie hoofdbehandelaar is. Duidelijk hebben wat de taak van de hoofdbehandelaar is. Goede communicatie tussen hoofdbehandelaars en andere betrokkenen, korte lijnen. ( gewenst dat specialist zelf de betrokken huisarts belt ) De transmurale verpleegkundige overdracht zou hierbij meer kracht moeten hebben. Een daadwerkelijk uitvoeren van de LESA richtlijn palliatieve zorg –zou veel problemen kunnen voorkomen. ( De huisarts moet na de markering van de aanvang van palliatieve zorgfase contact met patiënt/familie en de thuiszorgorganisatie opnemen—om het palliatief beleid te bespreken –daarin past ook de momenten van
3
communicatie.) Bij ontslag van een palliatieve patiënt—kan vanuit het ziekenhuis een afspraak met tussen patiënt en huisarts gemaakt die binnen twee dagen na ontslag plaats moet vinden. Zorgbelang: 4 maal per jaar vindt er overleg plaats met de vertegenwoordigers van Zorgbelang in de Groningse netwerken. Helaas is er sinds het voorjaar een vacature in netwerk palliatieve zorg Noord Groningen en ook in december lieten de vertegenwoordigers uit zuid en oost weten te willen stoppen, Zorgbelang is op zoek naar nieuwe vertegenwoordigers in de netwerken Noord en zuidoost Groningen. Afstemming hospice bedden. In het provinciaal overleg is de bezetting van de hospicebedden in bezetting in 2012 besproken. Opvallend is dat er meer ligdagen beschikbaar zijn, maar dat het aantal opnames daalt en daarmee minder opnames verdeeld worden over meer bedden. Dit is ondermeer verklaarbaar door de grote verbeterslagen in de thuiszorg ( betere nachtzorg, meer kwaliteit en goede samenwerking met de VPTZ thuis. Verder kan geconcludeerd worden dat het zorgaanbod bijna overal voldoende gedifferentieerd is en aansluit bij de zorgvraag. De ontwikkeling van een high care hospice in Uithuizen en een bijna thuis huis in Stadskanaal sluiten dan ook niet aan bij de zorgvraag zoals deze nu bekend is. Functie begeleiding naar de WMO. Door de val van het kabinet, de nieuwe verkiezingen en de vorming van het nieuwe kabinet heeft de overheveling van de functie begeleiding naar de WMO vertraging opgelopen. Als verder gewerkt wordt aan deze overheveling zal er op aangedrongen worden, op zowel landelijk als gemeentelijk niveau, dat bij het ontwikkelen van het beleid en de concrete uitwerking van de functie begeleiding in de WMO er rekening gehouden wordt met het specifieke en bijzondere van de functie begeleiding in de palliatieve zorg. Landelijke ontwikkelingen Zowel het Rapport Blijham, het Witboek, en de voorstellen tot uitwerking zijn uitgebreid besproken. De uitwerkingsvoorstellen sluiten nauw aan bij wat binnen de netwerken gaande is. ( versterking eerste lijn, transmurale overdrachten, positie van cliënten en mantelzorg). Publieksvoorlichting: De Groningse netwerken hebben in 2012 gezamenlijk de organisatie van de cafés Doodgewoon opgepakt. Ook dit jaar bleken de avonden ( 6 avonden op 4 verschillende locaties ) een succes. De resultaten waren zo positief dat besloten is deze activiteit ook in 2013 te continueren op 3 locaties. De publiciteit, flyers, posters en persberichten zijn weer gezamenlijk opgepakt A.3. Organisatie: De netwerken Groningen zuid en Groningen oost zijn beiden nog een maal samengekomen en hebben ondermeer het jaarbericht over 2011 nog vastgesteld. Het nieuwe bestuurlijke netwerk is 4 maal bijeen gekomen om de voortgang van activiteiten te bespreken en de benodigde besluiten te nemen zodat de werkgroepen scholing, inhoudelijke samenhang en ontwikkeling en de werkgroep publiciteit en publieksvoorlichting uit konden voeren. De vergaderfaciliteiten voor het bestuurlijk overleg werden aangeboden door Zorggroep meander. De werkgroepen werden gastvrij ontvangen bij Refaja, Welstad, Oosterlengte en de Ommelander ziekenhuisgroep locatie st Lucas. Het duovoorzitterschap en de netwerkcoördinator waren verantwoordelijk voor het voorbereiden en afhandelen van vergaderingen, bewaken en stimuleren van de voortgang van de werkzaamheden. De werkplannen van beide voormalige netwerken zuid en oost Groningen voor 2012 werden hierbij als leidraad gebruikt. Verder werden de voornemens voor 2013 vastgelegd in een nieuw werkplan wat met begroting bij VWS is ingediend
4
Via de subsidieregeling van VWS was het mogelijk uren t.b.v. de netwerkcoördinatie en ondersteuning in te zetten. Deze uren werden ingevuld door Wil Hoek. Daarmee was ondermeer de voorbereiding en verslaglegging van de netwerkvergaderingen, werkgroepen en scholingen gewaarborgd. Daarnaast voorzag de subsidieregeling van VWS ook in de vergoeding van organisatiekosten van Netwerkactiviteiten (t.b.v. pr, scholingsactiviteiten en de kosten voor het café Doodgewoon) A.4. Communicatie: De werkzaamheden van het netwerk zijn alleen dan effectief als er een goede terugkoppeling plaats kan vinden binnen de aangesloten organisaties—alleen dan kunnen afgesproken werkwijzen daadwerkelijk ingevoerd worden. Het aspect borging is dan ook speerpunt geworden. Afgesproken is dat elke organisatie gaat werken met aandachtsvelders palliatieve zorg. Dit zijn medewerkers binnen de organisatie die als taak krijgen als vraagbaak te dienen voor hun collega’s op de werkvloer en kennis over de palliatieve zorg ook actief uit te dragen. Belangrijk daarbij is dat management en leidinggevenden deze inspanningen actief ondersteunen en stimuleren. Dit gebeurt niet overal in voldoende mate. De werkgroep publiciteit en publieksvoorlichting heeft de opdracht om een pr. activiteitenplan 2012 op te zetten uitgevoerd. Uitgevoerde onderdelen in dit plan waren de ontwikkeling en bijstelling van de pr materiaal ( er is een nieuwe sociale kaart ontwikkeld en wijd verspreid), de website Zuidoost Groningen is in de plaats gekomen van de websites van de voormalige netwerken Groningen zuid en oost, de organisatie en publiciteit rond café Doodgewoon in Stadskanaal en Winschoten is opgepakt zoals afgesproken en er is aandacht besteed aan de IDPZ. Verder heeft de werkgroep pr in kaart gebracht wie in welke organisatie eerste aanspreekpunt is voor het verspreiden van informatie over palliatieve zorg. Daarnaast wordt via een vragenlijst geïnventariseerd of de ontwikkelde folders en werkwijze bij aandachtsvelders bekend is en of zij deze ook actief verspreiden. Belangrijk in de werkgroep is de inbreng, kennis en ervaringen vanuit van de ouderenadviseur en het steunpunt mantelzorg. Het netwerk heeft een eigen website www.netwerkpalliatievezorg.nl/zuidoostgroningen Naast het zorgaanbod wordt via deze site relevante informatie over palliatieve zorg in de regio opgenomen. Afgesproken, maar nog niet uitgevoerd is dat de participerende zorgaanbieders op de eigen website een link maken met de website van het netwerk palliatieve zorg Zuidoost Groningen. De nieuwe website en haar voorlopers heeft in het verslagjaar 810 bezoekers gehad, een stijging van 20 %. Het netwerk heeft in het verslagjaar 12 publieksavonden georganiseerd onder de naam Café Doodgewoon. Met de organisatie van het Café Doodgewoon is er periodiek een informele ontmoetingsplek, waar onderling ervaringen uitgewisseld kunnen worden, maar ook aandacht is voor informatieverstrekking en verder verdieping in thema’s rond het levens einde. De activiteiten van de Cafés Doodgewoon zijn bedoeld voor een breed publiek—geïnteresseerde burgers, mantelzorgers, vrijwilligers, patiënten, maar ook mensen die zelf werkzaam zijn in de zorg. Op de avonden werd aandacht besteed aan de onderwerpen “Wat kan de dokter voor u doen”, “ Een goede dood”, “ wat doet palliatieve zorg met jezelf als hulpverlener”, “ Sterven op je Eigen Manier" en het thema “Heeft de hulpverlener wel genoeg tijd”. De eerste bijeenkomst werd de film Slotakkoord getoond. De eerste caféavond werd een film vertoond. Gemiddeld waren er op de avonden 30 bezoekers. De avonden werden in het verpleeghuis Old Wolde in Winschoten en het Refaja ziekenhuis in Stadskanaal georganiseerd en de deelnemers in het netwerk hadden om de beurt de taak van gastheer/vrouw op zich genomen. De avonden werden publicitair ondersteund door posters, jaarkalenders en maandelijkse persberichten. In het verslagjaar is de tweede landelijke de brochure Pal voor U uitgegeven.
5
Op 3 november hebben de Groningse netwerken zich samen gepresenteerd op de Beurs “Licht op het Sterven”, in de Martinikerk in Groningen. Ca 700 bezoekers bezochten deze beurs. T.b.v. deze gezamenlijk presentaties waren per netwerk folders ontwikkeld over palliatieve zorg in het ziekenhuis, thuis, hospices en zorg- en verpleeghuizen. Daarnaast heeft Martiniziekenhuis de achterwanden ontwikkeld ( de gebiedsindeling van de Groningse netwerken, met daarop het palliatief zorgaanbod gepositioneerd.
B.1- de inhoud, overdracht en continuïteit van zorg, de afstemming, samenhang en coördinatie in het zorgaanbod De zorgmogelijkheden m.b.t. palliatieve zorg zijn geplaatst op de website van het netwerk. Dit zorgaanbod is tevens gelinkt aan het programma kies beter. Het zorgaanbod is weer herijkt en veranderingen zijn verwerkt. De werkgroep Inhoudelijke ontwikkeling en samenhang heeft als taak inhoudelijke verbeterpunten/invoering nieuwe werkwijzen af te stemmen en te ondersteunen. De werkgroep ( 8 deelnemers ) wordt gevormd door Inhoudelijke deskundigen uit thuiszorg, en zorggroepen. ( helaas ontbreekt nog de input uit de ziekenhuizen) Deze deskundigen hebben zicht op de ontwikkelingen in de eigen organisaties en zodanig gezag /positie dat men veranderingen binnen de eigen organisaties kunnen aanjagen. Eerste aandachtspunten waren: het bewaken van de stand van zaken t.a.v. de afgesproken interne verbeterpunten, de invoering van het zorgpad stervensfase, nazorg en klanttevredenheid. Afgesproken was dat alle betrokken organisaties ook intern de verbeterpunten t.a.v. de coördinatie en kwaliteit van palliatieve zorg in kaart zou brengen en zouden aanpakken. Elke organisatie had als speerpunt de rol en taken van aandachtsvelders te borgen binnen de organisatie. Duidelijk is dat de scholing van aandachtsvelders de start is gebleken van een complex proces van borging van de rol en taken van aandachtsvelders. Ervaringen leren dat voor daadwerkelijke borging—dus dat de kennis van de aandachtsvelders op de werkvloer echt gebruikt, ingezet uitgedragen kan worden niet vanzelfsprekend gaat. Dit vraag om een duidelijke visie vanuit het management, structurele aandacht, coördinatie, sturing en zorgvuldige communicatie met alle geledingen in de organisatie. Daarnaast zijn de benodigde randvoorwaarden ( tijd en ondersteuning van de directe leidinggevende) essentieel. In de Blanckenbörg hebben de aandachtsvelders hun plaats en positie op de afdelingen gevonden en hebben duidelijke taken en aansturing—borging is goede geregeld. In de Blanckenbörg wordt gewerkt met het zorgpad wat nu opgenomen is in het elektronisch dossier. OZG st. Lucas is gestart met de werving en scholing van aandachtsvelders, en wordt er aangewerkt het beleid en aanpak t.a.v. palliatieve zorg in te harmoniseren met de gang van zaken in de locatie delfzicht. Daarbij past ook het werken met het ZS. TSN/ TZG. De aandachtsvelders worden inhoudelijke ondersteund door de 3 palliatieve verpleegkundigen. De borging en ondersteuning is moeizaam verlopen, evenals de invoering van het ZS ( de invoering is gestopt). Dit alles is het gevolg van reorganisaties waardoor medewerkers veranderen van werkplek en werkwijze. St. Oosterlengte. De managers van verpleeghuis, thuiszorg en zorgcentra ( 3 personen) stemmen de borgingsafspraken met elkaar af. Belangrijk is hierbij dat ook de direct leidinggevende van de aandachtsvelders goed geïnformeerd worden. De thuiszorg en zorgcentra moeten nog een inhaalslag maken. De praktische aansturing en ondersteuning wordt ingevuld door de kwaliteitsmedewerker. Bij het intern overleg wordt nu ook de input van de deelnemers aan de werkgroepen pr en inhoudelijke zorg en samenhang betrokken Zgmeander heeft nu een intern stuurgroep, bestaande uit de vertegenwoordiger in de stuurgroep van het netwerk en de deelnemers in de werkgroepen. . Er is wel een bijeenkomst geweest, maar hoe e.e.a nu precies gaat intern is onduidelijk. De Buurtzorgteams hebben een vertegenwoordiger in de werkgroep en koppelen terug. De teams moeten ook intern goed een aantal protocollen en werkwijzen op elkaar afstemmen
6
De borging is pas gerealiseerd als er een coördinatiepunt is in de organisatie die de aandachtsvelders actief ondersteunt en aanstuurt, maar ook opdrachten geeft –met daarbij een tijdspad. Daarmee is ook de structuur gerealiseerd om bv instellingsbreed een protocol zoals het zorgpad in te voeren. De werkgroep heeft zich geboden over de vraag van verbetering van overdracht ( dit n.a.v. in gebrachte casuïstiek). Ook hierbij de kernvraag –wat zal er gebeuren met de adviezen van deze werkgroep binnen d e organisaties B.2-scholing en deskundigheidsbevordering De werkgroep scholing/deskundigheidsbevordering heeft in het verslagjaar aandacht besteed aan de vraag van vervolgscholing voor de aandachtsvelders. De werkgroep scholing van het netwerk organiseert complementair aan de activiteiten van de “eigen” organisatie vervolgscholingen. Om dit goed te kunnen doen moet de werkgroep scholing gevoed worden door de coördinatoren van de aandachtsvelders ( deze weten precies waar de knelpunten bij de aandachtsvelders liggen). De werkgroep scholing wordt dan ook deels gevormd door de coördinatoren van de aandachtsvelders. Een belangrijk punt voor de werkgroep scholing is dat de borging en ondersteuning van aandachtsvelders binnen de organisaties. Daarbij is zeker de ondersteuning van de directe leidinggevende essentieel. Het blijkt dat leidinggevende vaak niet goed geïnformeerd zijn over de rol en taak van aandachtsvelders en daarom ook niet effectief gebruik maken van de kennis en expertise. In het verslag jaar zijn i.s.m. de andere Groningse netwerken 4 cursussen voor aandachtsvelders georganiseerd. Voor locatie st Lucas van de Ommelander ziekenhuisgroep ging het hierbij om een grote inhaalslag. Aan deze cursussen konden ook medewerkers uit de andere netwerken palliatieve zorg in Groningen mee doen. Er waren 78 deelnemers en de waardering over de cursussen varieerde tussen 7.6 en 8.5. Er werden 3 gespreksgroepen spiritualiteit aangeboden. Voor twee groepen waren voldoende aanmeldingen, zodat een groep niet door kon gaan. Totaal deden 18 deelnemers mee aan deze twee groepen en was de waardering 8 en 9. Op 26 april heeft het netwerk in samenspraak met de andere Groningse netwerken een grote werkconferentie in het UMCG georganiseerd met als thema “Sterven anno 2012”. Marinus van de Berg pastor gaf een schets van het sterven vroeger en het sterven in 2012. Het STEM project Sterven op je eigen manier werd geïntroduceerd door Bert Buizert, directeur van stichting het STEM en Prof. Dr. J.P.J( Joris) Slaets lichtte toe dat het bij ouderen niet moet het niet gaan om verlenging van het leven maar om behoud van de kwaliteit van het leven C.J.W ( Carlo) Leget sprak over de kunst van."De kunst van het Sterven. Er waren 230 deelnemers en deze gaven deze bijeenkomst een waardering van 8.2. De netwerken palliatieve zorg in Groningen hebben 2 maal een nieuwsbrief uitgebracht, speciaal voor de aandachtsvelders uit de aangesloten organisatie (oplage 250). B.3-de consultatie –en adviesstructuur Consultatie- en adviesstructuur. Het voornemen om de consultatie- en adviesstructuur weer op poten te zetten is niet gerealiseerd. In het netwerk is besloten af te wachten naar de acties van het UMCG t.a.v. dit aspect. Mogelijk kan er een Groningse consultatie- en adviesstructuur opgezet worden. B.4-afstemming van vraag en aanbod Er is in 2012 geconcludeerd dat het aanbod van palliatieve zorgplekken aansluit bij de vraag aan zorg van terminale patiënten en hun naasten. Er moet opgelet worden dat er geen onderbezetting ontstaat. En heel terughoudend naar nieuwe initiatieven gekeken worden. Het hospice st. Maartenhuis ( 2 kamers) heeft in 2012 10 cliënten opgenomen. Het gaat om een totaal van 529 ligdagen en een gemiddelde lig duur van 55 dagen. Dit alles leidt tot een bezetting van 72 %. In verpleeghuis Old Wolde ( 4 kamers) zijn in 2012 21 cliënten opgenomen. Het gaat om een totaal van 1436 ligdagen en een gemiddelde lig duur van 68 dagen. Dit alles leidt
7
tot een bezetting van 78.5 %. In verpleeghuizen van Zgmeander ( Stadskanaal en Veendam 4 kamers) zijn in 2012 26 cliënten opgenomen. Het gaat om een totaal van 1286,5 ligdagen en een gemiddelde ligduur van 49.4 dagen. Dit alles leidt tot een bezetting van 88 %. De stichting VPTZ Oost Groningen (Vrijwilligers Palliatieve Terminale |Zorg ) is werkzaam binnen netwerk Oost en Zuid en heeft nu 55 geschoolde vrijwilligers. In het verslagjaar is 37 maal een beroep gedaan op deze vrijwilligers. In Vlagtwedde en Stadskanaal is de tweede groep van 11 vrijwilligers werkzaam. Deze groep valt onder het steunpunt mantelzorg van Welstad. Er zijn 16 aanvragen voor hulp binnen gekomen uit de plaatsen Vlagtwedde en Stadskanaal. De vraag van de stichting hospice i.o. Stadskanaal om toe te mogen treden tot het netwerk ( over nut en noodzaak zijn een aantal gesprekken gevoerd) is niet gehonoreerd. Partners in het netwerk zijn zorgaanbieders die een zorgaanbod voor palliatieve zorg hebben of een zorgaanbod willen ontwikkelen wat er nog niet, of onvoldoende aanwezig is. De st Hospice Stadskanaal heeft (nog) niet inzichtelijk gemaakt dat de door hen beoogde voorziening bijdraagt aan een gewenste differentiatie van zorgaanbod, wat aansluit bij zorgvragen in de regio.
W/H vastgesteld februari. 2013
8