PERSONEELSBELEIDSPLAN
VPCBO Zuidoost Groningen
1
INHOUDSOPGAVE PERSONEELSBELEIDSPLAN VPCBO ZUIDOOST GRONINGEN
1. Inleiding
vaststelling:
2. Sociale afspraken 2.1 Gedragscode 2.2 Interne communicatie 2.3 Sociaal jaarverslag 2.4 Roken op school 2.5 Doelgroepen 2.6 Klachtenregeling 2.7 Besluitvorming 2.8 Lief en leed
sept. 02 nov. 03 febr. 00 febr. 00 sept. 99 sept. 99 sept. 02 nov. 03
3. Begeleiding 3.1 Nieuwe personeelsleden 3.2 Collegiale consultatie 3.3 Vrijwillige mobiliteit 3.4 Scholing 3.5 Loopbaanbeleid 3.6 Teamvorming 3.7 Exit-interview
febr. 00 sept. 02 febr. 00 febr. 00 sept. 02 sept. 02 sept. 02
CAO P.O.
4. Rechtspositioneel beleid 4.1 Werktijdenregeling 4.2 Seniorenbeleid 4.3 Beloningsdifferentiatie 4.4 Dienstreizen 4.5 Collectieve contracten
sept. 01 sept. 02 sept. 02 nov. 03 sept. 02
CAO P.O. CAO P.O. CAO P.O.
5. Competenties, functies en taken 5.1 Bekwaamheidseisen leraar 5.2 Competenties leraar 5.3 Taak- en functiedifferentiatie 5.4 Taaktoedeling en taakomvang 5.5 Taakbelasting 5.6 Directiestatuut 5.7 Onderwijsondersteunend personeel
regelgeving:
CAO P.O. CAO P.O. Tabakswet CAO P.O. CAO P.O.
CAO P.O. CAO P.O. CAO P.O.
Wet BIO sept. 02 nov. 03 sept. 99 sept. 99 nov. 03 nov. 03
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
CAO P.O. CAO P.O. CAO P.O. WPO CAO P.O.
2
6. Werving en selectie van personeel 6.1 Werving- en selectiebeleid 6.2 Sollicitatiecode 6.3 Invalleerkrachten 6.4 Deeltijdbeleid 6.5 Aanstellingskeuring
sept. 01 sept. 99 sept. 01 sept. 02 sept. 01
CAO P.O. CAO P.O. CAO P.O. CAO P.O. Wet op MK
7. Bestuursaanstelling 7.1 Afvloeiingsregeling 7.2 Afvloeiingslijst
sept. 99 sept. 99
CAO P.O. CAO P.O.
sept. 99
CAO P.O. CAO P.O.
9. Personeelsformatiebeleid 9 Bestuursformatieplan
sept. 02
CAO P.O.
10. Arbeidsomstandigheden 10.1 Arbo-beleid 10.2 Activiteiten bestuur 10.3 Activiteiten school 10.4 Persoonlijk welzijn 10.5 Ziekteverzuimprocedures
sept. 01 sept. 01 sept. 01 sept. 01 sept. 01
Arbo-wet Arbo-wet Arbo-wet Arbo-wet Arbo-wet
8. Functioneren en beoordelen 8.1 Functioneringsgesprekken 8.2 Beoordeling
afkortingen: RPBO CAO. P.O. Circulaire WPO Wet BIO Wet MK
Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel Collectieve Arbeids Overeenkomst Primair Onderwijs 2002-2004 Circulaire van het Ministerie van O. C. en W. Wet op het Primair Onderwijs Wet op de Beroepen In het Onderwijs Wet op de Medische Keuringen
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
3
JAARPLANNING VAN ACTIVITEITEN PERSONEELSBELEID:
10.
3.5
9.1
Arbo-beleid: op iedere school opstellen plan van aanpak
september-oktober
Loopbaangesprekken: op elke school met personeelsleden die hun POP afronden
september-november
Bestuursformatieplan: opstellen
januari–april
Formulier inventarisatie van wensen en deskundigheden: op bestuursniveau het verspreiden van het loopbaanformulier met wensen van ieder personeelslid per 1 augustus
januari
3.6/2.1 Teamvorming / gedragscode op elke school agenderen voor de teamvergadering
8.1
2.3
4.1
3.4
Functioneringsgesprekken: op elke school voeren met alle personeelsleden
februari–april
Sociaal jaarverslag: op bestuursniveau opstellen over het afgelopen jaar
maart
Werktijden: op elke school vaststellen jaarplanning van activiteiten volgend schooljaar en van de werktijden van de parttimers
maart-april
Scholing: opstellen jaarplan op school- en op bestuursniveau april–juni
5.4/5.5 Taakbeleid / taakbelasting: op elke school afgelopen jaar evalueren; keuzen maken voor groepen en taken voor het volgend schooljaar
3.2
3.3
januari
Collegiale consultatie: op schoolniveau / desgewenst op bestuursniveau planning van teamgerichte en individueel gerichte activiteiten
april–juni
mei-juni
Vrijwillige mobiliteit: op bestuursniveau opstellen van een planning van mobiliteitbevorderende activiteiten voor het volgend schooljaar mei-juni
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
4
1
INLEIDING
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
5
1
INLEIDING
Ieder bestuur ontwikkelt zelf personeelsbeleid Personeelsbeleid werd in het onderwijs in het verleden altijd op grote afstand van het bestuur en van het personeel door de minister bepaald. Regels werden neergelegd in het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel (RPBO)en veel mogelijkheden tot eigen beleid ter plaatse waren er niet. In de afgelopen jaren is deze situatie ingrijpend gewijzigd: het Formatie Budget Systeem gaf aan het bestuur de mogelijkheid om zelf prioriteiten te stellen en in de Raamovereenkomst primair onderwijs kwamen de werkgevers en werknemers in het onderwijs op landelijk niveau kaders overeen waarbinnen ieder bevoegd gezag personeelsbeleid dient te ontwikkelen. Vanaf het jaar 2001 is er een CAO voor het Primair Onderwijs; deregulering staat centraal. Binnen de kaders van deze CAO ontwikkelt elk bevoegd gezag zelf personeelsbeleid.
Integraal personeelsbeleid Integraal personeelsbeleid (IPB) houdt in dat het personeelsbeleid wordt afgestemd op de ontwikkeling van het onderwijs. Met andere woorden: bij elke onderwijskundige keuze die een school maakt, wordt direct de vraag gesteld: hebben we de daarbij behorende deskundigheid ook? Het kan hier gaan om de deskundigheid van het gehele team, maar het kan ook gaan om individueel aanwezige deskundigheid, van bijvoorbeeld een IB-er. IPB komt vooral aan de orde in de volgende onderdelen van dit personeelsbeleidsplan: 3.2 Collegiale consultatie 3.4 Scholing 3.5 Loopbaanbeleid 5.2 Competenties van de leraar 5.3 Taak- en functiedifferentiatie 5.4 Taakbeleid 6.1 Werving en selectie van personeel 8.1 Functioneringsgesprekken
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
6
Indeling van het personeelsbeleidsplan In verband met de toegankelijkheid en de leesbaarheid is het personeelsbeleidsplan in tweeën verdeeld: - deel 1: het personeelsbeleid - deel 2: de bijlagen, bestaande uit reglementen, notities, procedures e.d. In deel 1 is elk onderdeel van het personeelsbeleidsplan steeds op dezelfde wijze vormgegeven: - regels: relevante regelgeving en verwijzing naar de Wet Medezeggenschap Onderwijs - kern:
de regelgeving in het kort samengevat
- beleid:
het geformuleerde beleid van het bestuur
- verantwoordelijkheid:
welke verantwoordelijkheid ligt bij de uitvoering van het personeelsbeleid bij bestuur, (algemeen) directeur of personeel
- implementatie:
op welke wijze wordt dit onderdeel in de school ingevoerd: schriftelijk of door middel van een invoeringsprocedure, een teambespreking of een studiemiddag
- bijlage:
een nadere uitwerking van beleid, in procedure of reglement
Personeelsbeleid voor het personeel en voor het onderwijs Wie zijn werk met plezier doet, zal weinig last hebben van stress. Het bestuur van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Zuidoost Groningen hoopt en vertrouwt erop dat het ontwikkelde personeelsbeleid en de wijze waarop in de afgelopen jaren in de periode van het SBK-verband P.C. Basisonderwijs in de gemeente Stadskanaal gewerkt is aan een draagvlak, het onderwijspersoneel optimaal zal motiveren het werk in de scholen te doen en bijdraagt aan de noodzakelijke arbeidsvreugde. Op deze wijze heeft personeelsbeleid op indirecte wijze ook een zeer positieve invloed op de kwaliteit van het onderwijs.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
7
2
SOCIALE AFSPRAKEN
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
8
2.1
GEDRAGSCODE
regels Niet van toepassing.
kern Waar mensen met elkaar samenwerken kan het nuttig zijn om ongeschreven omgangsregels toch op te schrijven. In een school heb je als leraar te maken met collega's, met kinderen en met ouders. Welke houding nemen we aan? Wat kunnen we van elkaar verwachten? In een gedragscode kan een en ander worden vastgelegd, zodat bijvoorbeeld ook nieuwe collega's bekend zijn met de wijze van omgang met elkaar.
beleid De gedragscode bestaat uit drie onderdelen: - omgang met collega's - omgang met ouders - omgang met kinderen De gedragscode geeft richtlijnen voor de wijze van omgaan met elkaar onder normale omstandigheden. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin grenzen overschreden worden en van leerkrachten niet verwacht kan worden verder te communiceren. In een dergelijke situatie wordt overleg gepleegd met de directeur, de algemeen directeur of zonodig met het bestuur.
verantwoordelijkheid directeur en schoolteam: Handelen naar de afspraken en in de geest van de gedragscode en zonodig elkaar hieraan herinneren.
implementatie De gedragscode wordt in het schoolteam aan de orde gesteld.
bijlage 2.1
Gedragscode VPCBO Zuidoost Groningen
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
9
2.2
INTERNE COMMUNICATIE
regels - CAO Primair Onderwijs, artikel E2.
kern Het bestuur draagt zorg voor informatievoorziening naar het personeel. Op een vrij toegankelijke plaats in de school is bepaalde aangegeven informatie aanwezig.
beleid Het bestuur, algemeen directeur en directeuren streven een zo groot mogelijke openheid na. Geïnformeerd zijn leidt tot grotere professionaliteit en betrokkenheid. In de bijlage is de interne communicatie nader beschreven. Aan de orde worden gesteld: - de personele organisatie - informatie voor personeelsleden - communicatie tussen directeur en leerkrachten - communicatie tussen algemeen directeur en personeel - communicatie tussen algemeen directeur en directeuren - communicatie tussen algemeen directeur en specifieke groepen personeel.
verantwoordelijkheid algemeen directeur: - zorgdragen voor de informatievoorziening naar leerkrachten, directeuren en specifieke groepen personeel - zorgdragen voor adressen en telefoonnummers van belangrijke instanties (zie hfst. 2.1)
directeur: - toelichten in een vergadering van het schoolteam - zorgdragen voor het ter inzage leggen van de aangegeven informatie op een afgesproken vaste plaats in de school - uitreiken van schriftelijke informatie die is bedoeld voor het personeel
implementatie Toelichten in een vergadering van het schoolteam
bijlage 2.2
"Interne communicatie VPCBO Zuidoost Groningen”.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
10
2.3
SOCIAAL JAARVERSLAG
regels - CAO Primair Onderwijs, Statuut Sociaal Beleid.
kern Het bestuur evalueert het gevoerde personeelsbeleid en legt dit vast in een sociaal jaarverslag.
beleid Over ieder schooljaar wordt een sociaal jaarverslag opgesteld. De modelinhoudsopgave is opgenomen in de bijlage.
verantwoordelijkheid algemeen directeur: Opstellen van het sociaal jaarverslag en bespreken in het directieoverleg. Het bestuur stelt het sociaal jaarverslag vast.
implementatie Opnemen in het personeelsbeleidsplan.
bijlage 2.3
Model inhoudsopgave Sociaal Jaarverslag VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
11
2.4
AFSPRAKEN OVER ROKEN
regels - Besluit tot uitvoering van de Tabakswet / Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten - Uitleg, nr. 7, 10 maart 1999 - Uitleg, nr. 19, 6 juni 2001 - Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO), artikel 6f
kern In de ruimten in het schoolgebouw die gemeenschappelijk worden gebruikt door leerkrachten, leerlingen en ouders is het roken verboden. Het gaat hier dus om lokalen, gangen, hallen, toiletten, vergaderruimten e.d. Het rookverbod wordt aangegeven door verbodbordjes. Er zijn twee mogelijkheden: 1. of er geldt een algemeen rookverbod in het schoolgebouw. 2. of, wanneer er meer dan een personeelskamer /aparte ruimte is, is het roken in de kleinste personeelskamer of in een andere aan te wijzen ruimte toegestaan.
beleid In de scholen wordt niet gerookt, tenzij er binnen het kader van de regelgeving afspraken gemaakt kunnen worden waar alle teamleden en de MR mee instemmen. De invulling van beleid ten aanzien van het roken ligt dus op schoolniveau. Er zijn de volgende drie keuzemogelijkheden: a. een rookvrije school (24 uur per dag) b. een rookvrije school van een kwartier voor tot een kwartier na schooltijd c. roken is onder schooltijd in de pauzes toegestaan binnen de wettelijke regels; er wordt één bepaalde ruimte in de school aangewezen (niet de personeelskamer) waar roken is toegestaan, onder de voorwaarde dat niet-rokers (personeel en leerlingen) daarvan geen hinder ondervinden. Tevens wordt een besluit genomen over al dan niet roken op de speelplaats in aanwezigheid van kinderen.
verantwoordelijkheid directeur: Zorgdragen voor besluitvorming. Controle op de uitvoering van het beleid.
implementatie Presentatie van dit onderwerp door de directeur in een vergadering van het schoolteam en agenderen voor een vergadering van de MR (zonodig toelichten).
bijlage 2.4.
“Roken is nu bijna overal verboden”, pag. 13 uit Uitleg nr. 7 van 10 maart 1999.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
12
2.5
DOELGROEPEN
regels - Wet op het Primair Onderwijs, artikel 30 - Wet Stimulering Arbeidsdeelname Minderheden (SAMEN) - Wet Arbeid Gehandicapte Werknemers (WAGW)
kern Er worden een drietal doelgroepen aangegeven: vrouwen, allochtonen en minderarbeidsgeschikten. De gestelde regels worden achtereenvolgens nader toegelicht: vrouwen: Het gaat hier om het loopbaanperspectief van vrouwen, met name om een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding. Artikel 30 van de Wet op het Primair Onderwijs geeft aan dat als sprake is van ondervertegenwoordiging van vrouwen in de directiefuncties er eens in de vier jaar een Document Evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding wordt opgesteld. Dit onderdeel is uitgewerkt in bijlage 2.5. allochtonen: Het gaat hier om de arbeidsmarktpositie in het onderwijs van allochtonen (Wet SAMEN). Werkgevers in Nederland dienen de deelname van allochtonen aan het arbeidsproces te bevorderen op grond van de Wet SAMEN. Voor scholen met 35 of meer personeelsleden dient een jaarverslag opgesteld te worden en verzonden aan het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening (RBA). Dit is voor het bestuur niet aan de orde.
minder-arbeidsgeschikten: De WAGW geeft aan dat het de taak is van werkgevers, organisaties van werkgevers en organisaties van werknemers om, voorzover dat redelijkerwijs in hun vermogen ligt, gelijke kansen van gehandicapte en niet-gehandicapte werknemers bij deelname aan het arbeidsproces te bevorderen en de nodige voorzieningen te treffen gericht op het behoud, het herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van de werknemers. Er is geen verplichting tot het opstellen of deponeren van een jaarverslag.
beleid Bevordering van deelname aan het arbeidsproces van allochtonen en minderarbeidsgeschikten, zoals is aangegeven in de Wet SAMEN en in de WAGW.
verantwoordelijkheid Bestuur en sollicitatiecommissies: Toepassing van het beleid.
implementatie Opname in het personeelsbeleidsplan.
bijlage 2.5.1. Document Evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
13
2.6
KLACHTENREGELING
regels - Wet Primair Onderwijs, artikel 14
kern Ouders en personeelsleden kunnen bij een klachtencommissie een klacht indienen over gedragingen en beslissingen van het bestuur of personeel, dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen door het bestuur of het personeel. Een klacht kan onder meer betrekking hebben op: seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten op school, discriminerend gedrag, misbruik maken van functie of bevoegdheden, kindermishandeling, sponsoring, onderwijsbeleid of het beleid van het bestuur. Het bestuur dient een klachtenregeling vast te stellen en een klachtencommissie in te stellen. Een klacht in het kader van deze regeling zal in het algemeen eerst worden ingediend wanneer overleg in de school of met het bestuur voor de klager niet tot een aanvaardbare oplossing heeft geleid.
beleid De modelklachtenregeling die landelijk is ontwikkeld door de Besturenraad PCO, andere besturenorganisaties en de gezamenlijke onderwijsvakorganisaties is overgenomen en vastgesteld. Het bestuur heeft zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs, ingesteld door de Besturenraad PCO. Op grond hiervan heeft het bestuur tenminste één contactpersoon op bestuursniveau en een vertrouwenspersoon voor alle scholen van het bestuur aangesteld. In bijlage 2.6.2 is het niveau indiening klachten opgenomen. Ingeval van (mogelijk) seksueel misbruik geldt de verplichting tot aangifte. In verband hiermee is bijlage 2.6.3 opgenomen.
verantwoordelijkheid bestuur: - Benoemen, schorsen en ontslaan van contactpersonen en vertrouwenspersoon. Bij de benoeming wordt de betrokkene voldoende geïnformeerd.
directeur: - Een korte beschrijving van de klachtenregeling, naam en adres van de contactpersoon en van de vertrouwenspersoon en naam en adres van de landelijke klachtencommissie jaarlijks opnemen in de schoolgids.
implementatie Schriftelijke informatieverschaffing aan alle personeelsleden.
bijlagen 2.6.1 2.6.2 2.6.3
Klachtenregeling primair onderwijs Klachtenprocedure SCOD Aangifteplicht bij vermoeden seksueel geweld.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
14
2.7
BESLUITVORMING TEAMVERGADERING
regels Niet van toepassing.
kern Verantwoorde besluitvorming vindt plaats als sprake is van een correcte procedure en wanneer voor het te nemen besluit draagvlak bestaat.
beleid In de bijlage worden enkele afspraken betreffende besluitvorming in het schoolteam aangegeven. Essentieel hierbij is dat ieders mening serieus wordt genomen en dat in kwesties van wezenlijk belang, zoals bijvoorbeeld de aanschaf van een nieuwe taalmethode, bij verschil van mening niet direct een stemming bepalend is maar dat actief wordt gezocht naar een draagvlak voor een oplossing.
verantwoordelijkheid directeur en schoolteam: De besluitvormingsprocedure in acht nemen en zonodig elkaar hieraan herinneren.
implementatie De besluitvormingsprocedure wordt in het schoolteam aan de orde gesteld.
bijlage 2.7
Besluitvorming teamvergadering VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
15
2.8
LIEF EN LEED
regels Niet van toepassing
kern Bij gebeurtenissen van lief en leed van personeel in de werksituatie of in de persoonlijke situatie wordt door of namens het bestuur meeleven getoond. Gelet op het aantal scholen en op de omvang van het personeelsbestand is het wenselijk hierover op bestuursniveau afspraken vast te leggen.
beleid In de bijlage "Lief en leed regeling" wordt een overzicht van relevante situaties gegeven van toepassing op het personeel, de bestuursleden en de schoolcommissieleden. Het bestuur bekostigt binnen deze regeling alle uitgaven in het kader van lief en leed; overschrijdingen komen ten laste van de eigen middelen van de school. De uitvoering ligt in de meeste gevallen bij de schoolcommissie.
verantwoordelijkheid - In de bijlage "Lief en leed regeling" is aangegeven wie per situatie welke verantwoordelijkheid draagt. - Declaraties en begrotingen worden ingediend bij de algemeen directeur. algemeen directeur: - Toetst namens het bestuur de declaraties en begrotingen aan deze regeling. - Draagt zorg voor uitbetaling van declaraties.
implementatie Opnemen in het personeelsbeleidsplan.
bijlage 2.8
"Lief en leed regeling VPCBO Zuidoost Groningen".
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
16
3
BEGELEIDING
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
17
3.1
BEGELEIDING NIEUWE PERSONEELSLEDEN
regels - CAO Primair Onderwijs, artikel C8 - Instroomtoets Participatiefonds
kern Het bestuur stelt een regeling op ten behoeve van de introductie en begeleiding van beginnende personeelsleden. Aan de omzetting van een tijdelijk dienstverband (voor bepaalde tijd) naar een vast dienstverband (voor onbepaalde tijd) gaat een beoordeling vooraf gebaseerd op de uitkomsten van het begeleidingstraject. Ingeval van niet-verlenging van een tijdelijk dienstverband verlangt het Participatiefonds, alvorens wachtgeld wordt uitgekeerd, van het bestuur een overzicht van de begeleiding, evaluaties en van gevoerde functionerings- en beoordelingsgesprekken.
beleid Het bestuur heeft het beleidsplan "Begeleiding van nieuwe personeelsleden" vastgesteld. Hierin worden de volgende situaties onderscheiden: - introductie van nieuwe personeelsleden in de school - begeleiding van de invalleerkracht - begeleiding voor beginnende leerkrachten - begeleiding van de beginnende directeur
verantwoordelijkheid directeur: - aan nieuwe personeelsleden een exemplaar van "Begeleiding van nieuwe personeelsleden" uitreiken en met hen doorspreken. - zorgdragen voor introductie en begeleiding van nieuwe personeelsleden. - aanwijzing van een mentor. - beoordeling nieuwe personeelsleden opstellen en deze toelichten; het beoordelingsformulier aan de algemeen directeur toezenden. algemeen directeur: - begeleiding van nieuw aangestelde directeuren
implementatie Aan nieuwe personeelsleden een exemplaar van "Begeleiding van nieuwe personeelsleden bij de VPCBO Zuidoost Groningen" uitreiken en met hen doorspreken.
bijlagen 3.1
Begeleiding van nieuwe personeelsleden bij de VPCBO Zuidoost-Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
18
3.2
COLLEGIALE CONSULTATIE
regels - WPO, artikel 8, lid 1.
kern In artikel 8, lid 1 van de Wet op het Primair Onderwijs is aangegeven dat het onderwijs zodanig wordt ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelings-proces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang van de leerlingen. Dit betekent dat het onderwijs in de verschillende groepen op elkaar moet aansluiten en dat overleg, samenwerking en de ontwikkeling binnen het schoolteam noodzakelijk is. Collegiale consultatie is in een lerende organisatie een verzamelbegrip voor: leren van en met elkaar op basis van gelijkwaardigheid. Het past bij het bereiken van een verbetering en ontwikkeling van de kwaliteit van personeelsleden en bij samenwerking en teamvorming.
beleid Een team doet aan collegiale consultatie. Collegiale consultatie is geen doel, maar een middel. Men overlegt en leert van en aan elkaar om zo de eigen ontwikkeling, de ontwikkeling van het team en de kwaliteit van het onderwijs steeds verder te verbeteren. In de bijlage is een en ander nader uitgewerkt.
verantwoordelijkheid directeur: - uitvoering van het beleid. - jaarlijkse evaluatie en planning van activiteiten. - aanwijzen van een teamlid dat collegiale consultatie coördineert.
personeelslid: - participatie bij collegiale consultatie.
implementatie - studieochtend op 23 januari 2002. - zie bijlage, hoofdstuk 3: Mogelijke opzet voor een planning van implementatieactiviteiten. - ieder personeelslid ontvangt een exemplaar van dit beleid met bijlage.
bijlage 3.2
Collegiale consultatie bij de VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
19
3.3
VRIJWILLIGE MOBILITEIT
regels - CAO Primair Onderwijs, artikel C12.
kern In het persoonlijk ontwikkelingsplan worden ook afspraken gemaakt over de toekomstige inzetbaarheid, scholing en doorstroming naar andere interne of externe functies.
beleid Het bestuur heeft het “Mobiliteitsplan van de VPCBO Zuidoost Groningen” opgesteld, dat bestaat uit de volgende onderdelen: - het belang voor het individuele personeelslid - het belang van de scholen - de afstemming van de belangen van personeel en scholen - maatregelen ter stimulering van mobiliteit - onvrijwillige mobiliteit - coördinatie van mobiliteit - procedures - activiteiten in het kader van vrijwillige mobiliteit voor het volgend schooljaar
verantwoordelijkheid personeelslid: - Een regelmatige bezinning op de keuze voor vrijwillige mobiliteit binnen de school (intern), of naar een andere school van het bestuur, binnen dezelfde functie (horizontaal) of naar een andere functie (verticaal). Deze keuze meedelen tijdens het functioneringsgesprek / loopbaangesprek.
directeur: - vrijwillige mobiliteit op positieve wijze aan de orde stellen tijdens het functioneringsgesprek / loopbaangesprek. - opstellen van het schoolprofiel personeel: samenstelling schoolteam en aanwezige en afwezige deskundigheid.
werkgroep personeel: - coördinatie van vrijwillige mobiliteit. - jaarlijkse bezinning op activiteiten in het kader van bewustwording en van maatregelen tot bevordering van vrijwillige mobiliteit, conform het gestelde in het mobiliteitsplan.
implementatie - studiemiddag voor het personeel. - agenderen in functionerings- en loopbaangesprekken. - jaarlijks organiseren van activiteiten ter bevordering van mobiliteit.
bijlage 3.3
Mobiliteitsplan VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
20
3.4
SCHOLING
regels - CAO Primair Onderwijs, artikelen C11, C12 en C13 - RPBO, artikel I - P 86, m.b.t. RDDF-ers - Regeling schoolbudget
kern Het bestuur stelt scholingsbeleid vast dat tenminste de volgende onderdelen bevat: - de met scholing beoogde doelen - de planning van scholingsactiviteiten - een verantwoording voor de in te zetten gelden - de ruimte voor scholing op eigen initiatief van de werknemer. Scholingsopdrachten komen voor rekening van het bestuur. Scholingsafspraken zijn een onderdeel van het persoonlijk ontwikkelingsplan.
beleid Het bestuur heeft een scholingsplan opgesteld dat, rekening houdend met de gestelde regels, uit de volgende drie onderdelen bestaat:
A. Meerjarengedeelte 1. 2. 3. 4. 5.
Doelstellingen scholing Doelgroepen en criteria voor scholing Meerjarenplanning van scholingsactiviteiten Financiële meerjarenverantwoording Jaarlijkse procedure tot vaststelling van de scholingsactiviteiten
B. Jaarlijks vast te stellen gedeelte; schooljaar .... - .... : 1. 2. 3. 3.
Bovenschoolse doelgroepen Scholingsactiviteiten voor het schooljaar Financiële verantwoording en faciliteiten Evaluatie scholingsactiviteiten in het voorafgaand jaar
C. Scholingsoverzichten; jaarlijks bij te stellen: 1. 2. 3.
Per school Per bovenschoolse doelgroep Individueel
verantwoordelijkheid directeur: -
jaarlijks het scholingsplan van de school opstellen aan de hand van het meerjaren scholingsbeleid van het schoolplan. de besteding van het scholingsbudget per school. implementatie van de gevolgde scholing en meten van de resultaten.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
21
algemeen directeur: -
jaarlijks bezien welke scholing voor bovenschoolse doelgroepen en RDDF-ers gewenst is. financieel beheer bovenschools scholingsbudget.
implementatie Opnemen in het personeelsbeleidsplan.
bijlage 3.4 Scholingsbeleid VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
22
3.5
LOOPBAANBELEID
regels - CAO Primair Onderwijs, artikel C12
kern In het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) vindt wederzijds afstemming plaats tussen de wensen van de werknemer met betrekking tot zijn professionele ontwikkeling en de ontwikkelingsdoelen van de school of van het bestuur.
beleid Het bestuur heeft het "Loopbaanbeleid VPCBO Zuidoost Groningen" vastgesteld aan de hand van de volgende doelstellingen: - bevorderen van ontplooiing en ontwikkeling van het personeel. ("talentmanagement") - bezinnen op het persoonlijk functioneren in het licht van het competentiemodel. - stimuleren van het personeelslid: voor welke taken en functies is men geschikt en welke scholing en begeleiding zijn daarbij gewenst. - signaleren van belemmerende factoren (persoonlijk of in de schoolsituatie) - welzijn bespreekbaar maken. (Arbo-beleid) - beoordelen (in eerste instantie door de betrokkene zelf) staat in dienst van de persoonlijke ontwikkeling: gericht op positieve ontwikkeling, signalerend bij stilstaande of negatieve ontwikkeling. - opzetten van integraal loopbaanbeleid voor personeelsleden en directeuren.
verantwoordelijkheid directeur: Met ieder personeelslid eens per vier jaar of eerder een loopbaangesprek voeren en in overleg het door het personeelslid opgestelde persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) vaststellen. Na vier jaar of eerder met de betrokkene gezamenlijk het POP evalueren, beoordelen en de inzetbaarheid bepalen voor het verrichten van taken en functies bij het bestuur.
algemeen directeur: Met de directeuren eens per vier jaar of eerder een loopbaangesprek voeren en in overleg het door de directeur opgestelde persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) vaststellen. Na vier jaar of eerder gezamenlijk het POP evalueren.
implementatie - studiebijeenkomst voor alle personeelsleden over loopbaanbeleid op 23 januari 2002; hierbij zijn ook uit het personeelsbeleidsplan betrokken: hfst. 5.2 competenties en hfst. 5.3 taak- en functiedifferentiatie. - als de loopbaandossiers zijn samengesteld meldt de directeur dit aan het personeel; ieder personeelslid heeft te allen tijde het recht op inzage in zijn/haar loopbaandossier.
bijlage 3.5
Loopbaanbeleid VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
23
3.6
TEAMVORMING
regels Niet van toepassing.
kern Onderzoeken hebben uitgewezen dat verstoorde verhoudingen de kwaliteit van het onderwijs in de weg staan en leiden tot een verhoogd risico op ziekteverzuim en burnout. Teamvorming en conflictpreventie zijn daarom van belang voor ieder individueel personeelslid en voor het schoolteam.
beleid Een drietal elementen zijn uit preventief oogpunt van belang:
1. Bewust werken aan teamvorming Een team ontstaat niet vanzelf. In de bijlage 3.6 zijn zes teamsuccesfactoren nader uitgewerkt: - open communicatie - wederzijds respect - gezamenlijke visie en doelstellingen - initiatief - gezamenlijke verantwoordelijkheid - flexibiliteit.
2. Mensen moeten zich kunnen ontplooien Hier liggen in het personeelsbeleidsplan raakvlakken met: 3.1 begeleiding nieuwe leerkrachten 3.3 vrijwillige mobiliteit 3.4 scholing 3.5 loopbaanbeleid 5.2 competenties 5.3 taak- en functiedifferentiatie 5.4 taakbeleid
3. Er moeten duidelijke afspraken, regels en procedures zijn Hier liggen in het personeelsbeleidsplan raakvlakken met: 2.1 gedragscode 2.2 informatievoorziening 2.4 roken op school 2.6 klachtenregeling 2.7 besluitvorming 4 rechtspositioneel beleid 7 bestuursaanstelling 8.1 functioneringsgesprekken 9 personeelsformatiebeleid 10 arbo-beleid 11 medezeggenschap
verantwoordelijkheid directeur: - teamvorming bespreekbaar maken. - bevordering van de ontplooiing van personeelsleden. - de vaststelling van afspraken, regels en procedures.
personeelslid / schoolteam: Bewust werken aan teamvorming.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
24
implementatie De teamsuccesfactoren worden in het schoolteam aan de orde gesteld.
bijlage 3.6
Zes teamsuccesfactoren.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
25
3.7
EXIT INTERVIEW
regels: Niet van toepassing
kern: Aan de benoeming van een leraar wordt bij de sollicitatieprocedure veel tijd en zorg besteed; er worden verschillende formele gesprekken gevoerd. Wanneer een leraar vertrekt naar een school van een ander bestuur, of het onderwijs verlaat, kan een zogenaamd exit-interview plaatsvinden. De werkgever en de werknemer sluiten, zoals ook aan het begin, door middel van een gesprek gezamenlijk het dienstverband af. Een tweede aspect van het exit-interview is het evaluatieve element, waar het bestuur van kan leren; ook kan de werkgever aan de werknemer suggesties meegeven. Het gesprek heeft uiteraard niet als doel het vertrekkende personeelslid op andere gedachten te brengen.
beleid: Een exit-interview vindt plaats wanneer dit van twee zijden wenselijk wordt geacht. Gesprekspunten zijn bijvoorbeeld: - Hoe heeft men het werken op de school/scholen ervaren? (ouders, leerlingen, team, directie, (bege)leiding, scholing, leermiddelen, e.d.) - Welke suggesties tot verbetering heeft men? - Hoe heeft men het bestuur / personeelsbeleid ervaren? - Wat vindt men het sterkste punt binnen de school/het bestuur op onderwijskundig gebied, en wat het zwakste? - Wat vindt men het sterkste punt binnen de school/het bestuur op personeelsgebied, en wat het zwakste? - Aan welke ervaring(en) heeft men de fijnste herinneringen en aan welke de minst fijne? - Wat had men t.a.v. het eigen functioneren achteraf liever anders gezien? - Welke suggesties heeft het vertrekkende personeelslid voor de school/het bestuur? - Welke suggesties heeft de werkgever voor het vertrekkende personeelslid? Van het exit-interview wordt geen verslag gemaakt.
verantwoordelijkheid: algemeen directeur: Voert exit-interview met directeuren.
directeur: Voert exit-interview met leraren.
implementatie: Opnemen in het personeelsbeleidsplan.
bijlage: Geen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
26
4
RECHTSPOSITIONEEL BELEID
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
27
4.1
WERKTIJDENREGELING
regels - Arbeidstijdenwet 1995 - CAO Primair Onderwijs, artikel C4 - Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO), artikel 8d
kern Arbeidstijdenwet 1995 a. een werknemer mag per dag maximaal 10 uren werken. (incl. incidenteel overwerk: 12 uren) b. een werknemer mag maximaal 45 uren werken per week. (incl. incidenteel overwerk: 54 uren) c. op dagen dat een personeelslid meer dan 5,5 uur werkelijke uren werkt, bestaat er recht op een pauze van tenminste een half uur aaneengesloten.
CAO Primair Onderwijs, artikel C4, lid 3: "De werkgever stelt na verkregen instemming van het personeelsdeel van de GMR, een werkreglement vast. Dit bevat in ieder geval een arbeids- en rusttijdenregeling.”
beleid Het bestuur heeft, rekening houdend met de regelgeving, zijn beleid in een werktijdenregeling vastgesteld. Het uitgangspunt hierbij is dat personeelsleden zo vroegtijdig mogelijk (voor het begin van een nieuw schooljaar) en zoveel mogelijk in overleg (vaststelling in teamvergadering) op de hoogte zijn van een (jaar)planning van activiteiten in en rond de school zodat de werktijden in feite voor het begin van een schooljaar al bekend zijn. Vanzelfsprekend heeft het onderwijsbelang hierbij prioriteit; daarnaast spant het bestuur zich in om rekening te houden met de belangen en wensen van het individuele personeelslid. Er bestaan uiteraard geen rechten om als parttimer ieder schooljaar steeds op dezelfde dagen en dagdelen te werken; het bestuur houdt bij het inroosteren zoveel mogelijk rekening met de wensen die een parttimer te kennen geeft, binnen de gestelde kaders van artikel C4 van de CAO Primair Onderwijs.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
28
verantwoordelijkheid directeur: - bij het begin van een schooljaar van ieder personeelslid aan de hand van de werktijdfactor de normjaartaak berekenen: lesgevende taken, niet-lesgevende taken. (lesverwante taken en schooltaken) en deskundigheidsbevordering. - voor het begin van een schooljaar met het team een jaarplanning van activiteiten opstellen - voor het begin van een schooljaar met iedere parttimer overleg voeren over de dagen waarop hij/zij de werkzaamheden verricht - voor het begin van het schooljaar met ieder personeelslid overleg voeren over de invulling van de werktijdfactor (BAPO/compensatiedagen).
implementatie De werktijdenregeling wordt door de directeur aan de orde gesteld in een teamvergadering.
bijlage 4.1 Werktijdenregeling VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
29
4.2
SENIORENBELEID
regels - Ministerie van O C en W, BAPO-verlofregeling - CAO Primair Onderwijs, artikel C6, lid 2
kern Voor personeelsleden in de leeftijdscategorie van 52 tot 65 jaar bestaat een recht op verkorting van de werkweek (BAPO-verlof). De werknemer levert aan zijn BAPO een eigen bijdrage in de regeling van 35%. De werkgever houdt rekening met de belastbaarheid van senioren.
beleid Seniorenbeleid start niet wanneer het einde van de loopbaan in het zicht komt. Wanneer personeelsleden tijdens hun werkzaamheden zich voortdurend hebben ontwikkeld en de kansen tot mobiliteit hebben benut, is de kans groot dat de noodzakelijke flexibiliteit bewaard is gebleven. Dit is ook een belangrijke doelstelling van het personeelsbeleid. De minister van OC&W geeft naast de BAPO-regeling het bestuur geen financiële kaders om een adequaat seniorenbeleid te kunnen voeren. Dit betekent automatisch dat wanneer senioren voor bepaalde taken zouden worden ontzien, dit ten laste komt van het overig personeel. Omdat op dit moment de gemiddelde leeftijd van het personeel in het basisonderwijs tussen 40 en 45 jaar ligt is het vinden van oplossingen niet eenvoudig. Desalniettemin is het bestuur van mening dat in scholen uiteraard gezocht dient te worden naar oplossingen daar waar senioren aangeven in hun werk knelpunten te ervaren. Dit geldt met name ook voor senior-directeuren: de combinatie van het directeurschap met de eindverantwoordelijkheid voor een groep wordt in de regel als zwaar ervaren.
De volgende beleidsmaatregelen zijn in het kader van seniorenbeleid geformuleerd: 1. Senioren worden gestimuleerd gebruik te maken van de BAPO-regeling. 2. In functioneringsgesprekken wordt met senioren de belastbaarheid (en mogelijke knelpunten in het werk) aan de orde gesteld. Zonodig en indien organisatorisch mogelijk kan een verschuiving van schooltaken plaatsvinden. 3. Er wordt bij voorrang rekening gehouden met de voorkeur van senioren voor de inzet in school voor bepaalde groepen of taken, mits bij hem/haar sprake is van voldoende deskundigheid voor de betreffende groepen en taken. 4. Opzet van een stresspreventieprogramma / intervisiegroep(en) voor seniorleraren. Zonodig het aanbieden van begeleiding door een deskundige. 5. Bij de verdeling van groepen en schooltaken wordt voorkomen dat de directeur de eindverantwoordelijkheid voor een groep draagt.
verantwoordelijkheid directeur: Uitvoering van de aangegeven beleidsmaatregelen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
30
implementatie 50+Leraren en andere belangstellenden worden regelmatig geïnformeerd over het seniorenbeleid.
bijlage Geen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
31
4.3
BELONINGSDIFFERENTIATIE
regels - Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel, artikel I-P81 - CAO Primair Onderwijs, artikel C15
kern Het bestuur kan beleid vaststellen met het oog op het toekennen van een toelage (een bedrag per maand) voor een bepaalde periode of van een gratificatie (eenmalig bedrag). De toelage en gratificatie tellen niet mee voor de pensioenopbouw. Wanneer het bestuur toepassing geeft aan beloningsdifferentiatie dient het daarvoor beleidsregels vast te stellen na overleg met de onderwijsvakorganisaties in het DGO. Het bestuur kan voorwaarden verbinden aan de toekenning van een toelage. De toelage wordt door het bestuur ingetrokken indien de gronden waarop de toelage werd toegekend, niet meer aanwezig zijn. De toekenning moet plaatsvinden uit de eigen middelen van het bestuur die ook afkomstig kunnen zijn uit verzilvering.
beleid In afwachting van landelijke ontwikkelingen stelt het bestuur vooralsnog geen beleid vast met betrekking tot het toekennen van toelagen of gratificaties. In de komende jaren zal, rekening houdend met de landelijke ontwikkelingen en met de haalbaarheid, worden bezien of beleid kan worden vastgesteld.
bijlage Geen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
32
4.4
DIENSTREIZEN
regels - Rechtspositiebesluit, artikel I-J 14 - Regeling vergoeding van reis- en verblijfkosten bij dienstreizen voor onderwijspersoneel.
kern De omschrijving van een dienstreis is als volgt: Een dienstreis is een reis die door een personeelslid wordt gemaakt in het kader van zijn taakuitoefening (lesverwante taken, schooltaken of deskundigheidsbevordering) naar een plaats buiten de plaats waar de school staat. Bij het maken van een dienstreis komt men, binnen de kaders van dit beleid, in aanmerking voor een reiskostenvergoeding. Onder een dienstreis wordt niet het woon-werkverkeer verstaan: hiervoor geldt een andere regeling op grond van het Rechtspositie Besluit Onderwijspersoneel (RPBO).
beleid De vergoeding van dienstreizen wordt bekostigd uit een drietal verschillende te onderscheiden budgetten:
1. Budget voor scholing Op schoolniveau beheerd door de directeur. Bedoeld voor bijvoorbeeld: - het volgen van cursussen, - studiebijeenkomsten - netwerkbijeenkomsten
2. Budget van de school Beheerd door de directeur. Bedoeld voor bijvoorbeeld: - bezoek Arbo-arts - bezoek aan ziekenhuis - bezoek aan schoolsportwedstrijden - bezoek aan inspectie
- bezoek aan een andere school - bezoek aan OBD - i.v.m. schoolkamp
3. Budget van het bestuur Beheerd door de algemeen directeur. Bedoeld voor bijvoorbeeld: - bezoek van directieoverleg - bezoek van onderwijstentoonstelling
- bezoek van bovenschoolse werkgroep - representatie van het bestuur
Een personeelslid vraagt aan de directeur vooraf toestemming voor het maken van een dienstreis in situaties die niet bij de voorbeelden hierboven zijn aangegeven. De directeur vraagt in twijfelgevallen om toestemming aan de algemeen directeur.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
33
De minister van O C en W heeft in een regeling aangegeven voor welke vergoedingsbedragen men in het onderwijs in aanmerking komt bij het maken van dienstreizen. De belangrijkste elementen uit de regeling zijn: a. Een dienstreis is een reis die door een personeelslid wordt gemaakt in het kader van zijn taakuitoefening (lesverwante taken, schooltaken of deskundigheidsbevordering) naar een plaats buiten de plaats waar de school staat. b. In de regel wordt per openbaar vervoer gereisd, behalve wanneer dit niet op doelmatige wijze kan plaatsvinden. c. De afstand wordt gerekend vanaf de school tot de plaats waar de activiteit is, tenzij de afstand van af de woning van de betrokkene korter is. In dat geval wordt de afstand van de woning tot de activiteit gerekend. d. Per auto wordt zo mogelijk met meer mensen samen gereisd. Bij een reis per trein met meer mensen wordt bezien welk vervoersbewijs het voordeligst is. e. De reiskosten per auto worden vergoed op basis van het maximaal belastingvrij bedrag per km. f. Wanneer een personeelslid in een bepaalde periode regelmatig per trein reist, kan na overleg worden bezien of de aanschaf van een N.S.-kortingskaart wordt vergoed.
verantwoordelijkheid directeur: Controle op de reiskostendeclaraties van de personeelsleden.
bestuur: Controle op en uitbetaling van de reiskostendeclaraties van de directeuren en personeelsleden.
implementatie De directeur licht de regeling toe in een teamvergadering.
bijlage Geen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
34
4.5
COLLECTIEVE CONTRACTEN
regels Niet van toepassing.
kern Het bestuur wil personeelsleden particulier de mogelijkheid bieden in financieel opzicht te profiteren van afgesloten collectieve contracten.
beleid Personeelsleden kunnen desgewenst deelnemen aan de volgende collectieve contracten:
door het bestuur via het salaris, ZKOO of vakantiegeld te verrekenen: -
PC-privéproject fietsproject spaarloonregeling invaliditeitspensioen aanvullingsplan
overige contracten:
aanbieders:
- ziektekostenverzekering
(Univé, Het Groene Land/Achmea, RZG/Amicon/Geové) (Univé, Het Groene Land/Achmea) (Univé, Het Groene Land/Achmea) (Univé, Het Groene Land/Achmea) (Univé, Het Groene Land/Achmea) (Univé) (Univé).
-
W.A.-verzekering auto-, caravan- en motorverzekering inboedel- en opstalverzekering gezinsongevallenverzekering doorlopende reisverzekering uitgebreide rechtshulpverzekering
verantwoordelijkheid personeelslid: . informatie opvragen bij het bestuursbureau en zich desgewenst aanmelden.
bestuursbureau: . op aanvraag personeelsleden informatiemateriaal toezenden.
implementatie Schriftelijke informatievoorziening.
bijlage 4.5
Aanvraagformulier informatie over collectieve contracten.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
35
5
COMPETENTIES, TAKEN EN FUNCTIES
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
36
5.2
COMPETENTIES LERAAR BASISONDERWIJS
regels - CAO Primair Onderwijs, artikel C12
kern In het persoonlijk ontwikkeling vindt wederzijds afstemming plaats tussen de wensen van de werknemer met betrekking tot zijn professionele ontwikkeling en de ontwikkelingsdoelen van de organisatie. Deze ontwikkelingsdoelen zijn vertaald in competenties voor de leraar.
beleid Om de aspecten van de bekwaamheid nader te kunnen benoemen wordt gebruik gemaakt van het door adviesbureau Berenschot en de Landelijke Pedagogische Centra gezamenlijk ontwikkelde competentiemodel. Het bestuur hanteert de 10 competenties zoals die door het KPC nader zijn toegespitst op het basisonderwijs. Aan de hand van het competentiemodel kan ieder personeelslid zijn deskundigheid in beeld brengen. In het kader van het loopbaanbeleid kunnen competenties verder worden ontwikkeld tot het ervaren niveau, dan wel het excellent niveau. Het competentiemodel kan richting geven bij de verdeling van de groepen en de taken in de school.
verantwoordelijkheid directeur: Bij loopbaangesprekken en functioneringsgesprekken het competentiemodel hanteren als middel om samen met het personeelslid de ontwikkeling bespreekbaar te maken en verdere ontplooiingsmogelijkheden te bezien. Bij de verdeling van lesgebonden en niet-lesgebonden taken in de school onder meer de competenties als referentiekader betrekken.
personeelslid: Het competentiemodel hanteren als middel om de eigen ontwikkeling als leraar basisonderwijs in beeld te brengen.
implementatie Zie hoofdstuk 3.5: Loopbaanbeleid.
bijlage 5.2
De competenties behorende bij competentieprofiel leraar. (KPC-groep)
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
37
5.3
TAAK- EN FUNCTIEDIFFERENTIATIE
regels - CAO Primair Onderwijs, artikelen C2 - Rechtspositiebesluit Onderwijs Personeel (RPBO). - Brochure Ministerie van O C en W, 1 maart 2002
kern Naar aanleiding van onderwijskundige en organisatorische overwegingen kan het bestuur overgaan tot taakdifferentiatie binnen bestaande functies; hierbij wordt rekening gehouden met de onderwijskundige ontwikkeling van de school en met de deskundigheden en wensen van de personeelsleden. Op 1 maart 2002 zijn door het Ministerie van OC&W twee nieuwe functies voor het basisonderwijs geïntroduceerd: senior-leraar en de lerarenondersteuner. Taakdifferentiatie geeft meer flexibiliteit dan functiedifferentiatie. Op grond van de opgedane ervaringen met taakdifferentiatie kan het bestuur desgewenst overgaan tot het creëren van nieuwe functies (nieuwe benoeming). Bij een nieuwe functie worden een functieomschrijving en een functiewaardering vastgesteld.
beleid Binnen het bestuur worden de volgende onderwijsfuncties onderscheiden: - groepsleraar - adjunct-directeur - directeur - algemeen directeur Vooralsnog worden geen nieuwe onderwijsfuncties overwogen. Bij taakdifferentiatie worden de volgende typen van specifieke taken onderscheiden: - onderwijskundige / organisatorische schooltaken, bijvoorbeeld IB-er. - vakcoördinatie/ specialisatie: d.w.z. - bijhouden van de ontwikkelingen op dit vakgebied / inkomende post / artikelen uit tijdschriften - (mede) opstelling van dit onderdeel in het schoolplan - coaching van collega's - bij bijvoorbeeld de expressievakken kan dit tevens leiden tot het geven van lessen in een aantal groepen - bovenschoolse specifieke taken, bijvoorbeeld coördinator ICT. Voor het verrichten van specifieke taken is een bepaalde opleiding, scholing, dan wel ervaring vereist; deze taken blijven in principe bij eenzelfde personeelslid. Men kan een specifieke taak op één school of op meerdere scholen verrichten.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
38
Er dienen in dit kader op iedere school en op bestuursniveau een aantal beleidsbeslissingen te worden genomen: - welke specifieke taken worden per school / op bestuursniveau onderscheiden? (zie bijlage 5.3: voorbeeldlijst) - het vaststellen van taakomschrijvingen en het gewenste deskundigheidsniveau - welke leraren hebben voldoende deskundigheid om deze taken te kunnen verrichten en welke scholing is gewenst? - op welke wijze kunnen onderlinge contacten / netwerken / samenwerking tussen leraren die dezelfde specifieke taken verrichten (doelgroep) worden geoptimaliseerd of gestart? - ten aanzien van welke taken is ten behoeve van welke scholen een bovenschoolse inzet gewenst?
verantwoordelijkheid directeur: Gelet op de onderwijskundige ontwikkelingen en het profiel van het personeel van de school/scholen keuzen maken inzake taakdifferentiatie en mogelijk functiedifferentiatie.
algemeen directeur: Inventariseren weke taak- en functiedifferentiatie op de scholen wenselijk wordt geacht. Bezien of het gewenst is bovenschoolse taken en functies te creëren.
implementatie - naar aanleiding van de studiebijeenkomst met alle personeelsleden op 23 januari 2002 is een voorbeeldlijst met specifieke taken opgesteld. - in ieder schoolteam de aangegeven keuzen met betrekking tot taakdifferentiatie aan de orde stellen. - in ieder schoolteam aan de hand van de kaders een taakomschrijving vaststellen voor de ICT-er, IB-er en RT-er. - in het directeurenoverleg gezamenlijk keuzen maken inzake taakdifferentiatie, welke bovenschoolse inzet gewenst is. - personeelsleden in de gelegenheid stellen een keuze te maken voor een specifieke taak. - in overleg bezien welke scholing van de onderscheiden doelgroepen gewenst is.
bijlagen 5.3
Voorbeeldlijst van specifieke taken.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
39
5.4
TAAKBELEID
regels - CAO Primair Onderwijs, artikelen C6 en E1 - Uitleg, Gele Katern 12b, 12 mei 1998 - Wet Medezeggenschap Onderwijs, artikel 8g
kern De werkgever formuleert in overleg met de GMR taakbeleid, met inachtneming van de normjaartaak. Over onderdelen van de concrete taakinhoud en over wijziging daarvan voert de werkgever overleg met de werknemer. De werkzaamheden moeten redelijkerwijs aan de werknemer binnen zijn functie kunnen worden opgedragen. De normjaartaak van ieder onderwijspersoneelslid bestaat uit een drietal onderdelen: a. lessentaken (56%) b. niet-lessentaken (34%) - lesgebonden taken (+ 24%) - schooltaken (+ 10%) c. deskundigheidsbevordering (10%)
beleid Het bestuur heeft de kaders voor taakbeleid vastgesteld, rekening houdend met de belangen van de scholen en met de normjaartaak van personeelsleden (bijlage 5.4).
verantwoordelijkheid algemeen directeur: - jaarlijks de normjaartaak van ieder personeelslid vaststellen en beschikbaar stellen. - jaarlijks in het functioneringsgesprek met de directeuren het taakbeleid en en de taakbelasting van de directeur aan de orde stellen.
directeur: Uitvoering van het taakbeleid in de school: - afspraken maken over de lesgebonden taken en de deskundigheidsbevordering binnen de kaders van het taakbeleid. - de vaststelling, omschrijving en kwantificering van de schooltaken. - in functioneringsgesprekken de taakomvang, de belastbaarheid en de besteding van de uren deskundigheidsbevordering aan de orde stellen, mede aan de hand van de werktijdenregistratie.
personeelsleden: - de uitvoering van de toebedeelde taken. - signaleren van knelpunten bij de uitvoering van taakbeleid en bespreekbaar maken.
implementatie Jaarlijks bij de verdeling van groepen en taken.
bijlage 5.4
Taakbeleid VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
40
5.5
TAAKBELASTING
regels - CAO Primair Onderwijs, artikelen C4 en C6. - Wet Medezeggenschap Onderwijs, artikel 8g.
kern In het taakbeleid wordt rekening gehouden met de belastbaarheid en ervaring van beginnende personeelsleden, senioren en minder-arbeidsgeschikten. Hierover worden schriftelijke afspraken gemaakt. Voor alle werknemers wordt gelet op een zo evenredig mogelijke spreiding van werkzaamheden over het jaar. Voor de inzetbaarheid van deeltijders wordt het schema gehanteerd, dat is aangegeven in artikel C4 van de CAO Primair onderwijs.
beleid Het geformuleerde taakbelastingsbeleid bevat actiepunten gericht op twee doelgroepen: - individueel gericht. - schoolteamgericht.
individueel gericht: 1. Voor ieder personeelslid wordt jaarlijks de normjaartaak vastgesteld aan de hand van de werktijdfactor en het taakbeleid. 2. Op iedere school beziet de directeur in het kader van de in de CAO aangegeven doelgroepen: beginnende personeelsleden, senioren en minderarbeidsgeschikten, in overleg met het betrokken personeelslid, op welke wijze rekening kan worden gehouden met de taakbelasting. Dit geldt ook ten aanzien van personeelsleden die in een bepaald schooljaar een bijzonder grote of zware groep hebben. 3. Bij de jaarlijkse verdeling van de groepen en taken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de deskundigheid, de belangstelling en de interne mobiliteit van personeelsleden. Zoveel mogelijk wordt voorkomen dat men taken moet verrichten die een extra belasting vormen omdat sprake is van een geringe deskundigheid: dit leidt tot stressvorming. 4. Ieder personeelslid bewaakt zijn uren en legt deze vast in het formulier werktijdenregistratie. Eens per 13 weken beziet de directeur of personeelsleden structureel te veel uren werken; met hen worden gesprekken gevoerd om tot oplossingen te komen. 5. Met parttimers worden voor het begin van ieder schooljaar afspraken gemaakt over de keuze voor de werkdagen en over de overige inzetbaarheid. Ook worden afspraken gemaakt over de opname van dagen/dagdelen i.v.m. BAPO en ADV.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
41
schoolteamgericht: 1. Er wordt bij het begin van ieder schooljaar een jaarplanning van activiteiten door ieder schoolteam vastgesteld (bijlage 5.5.1). Op deze wijze kan een spreiding van activiteiten worden bewerkstelligd en kennen personeelsleden ruim tevoren hun werktijden. Zie ook hoofdstuk 4.1 van het personeelsbeleid: Werktijdenregeling. 2. In de drukste schoolmaanden (december en juni) worden geen/weinig andere activiteiten gepland. 3. Alle deelnemers aan schoolteamvergaderingen zijn verantwoordelijk voor een efficiënt verloop en zijn kritisch op de inhoud en omvang van vergaderingen: bij welke besluitvorming dient het gehele team betrokken te zijn? bij welke kan met (schriftelijke) mededelingen worden volstaan? 4. Iedere school is zeer kritisch op het aantal en de omvang van de schooltaken; - probeer op terreinen waar weinig deskundigheid aanwezig is samen te werken met een andere school of maak gebruik van een bovenschools specialist. - bezie de mogelijkheden van ondersteuning door ouders. 5. Bij langdurige ziekte bepaalt de directeur in overleg welke schooltaken van het afwezige personeelslid worden overgenomen door de vervanger en welke worden verdeeld over de overige personeelsleden (uit 10% marge).
verantwoordelijkheid directeur: - De directeur ziet toe op de taakbelasting van de individuele personeelsleden in het kader van taakbeleid, begeleiding van nieuwe personeelsleden, seniorenbeleid en ziekteverzuimbeleid. - In functioneringsgesprekken stelt de directeur genoemde zaken aan de orde. algemeen directeur: - In functioneringsgesprekken met de directeuren wordt de taakbelasting aan de orde gesteld. - Bij problemen, langdurige ziekte en reïntegratie van personeelsleden wordt begeleiding geboden in overleg met de ARBO-arts.
implementatie Jaarlijks bij de verdeling van groepen en taken.
bijlage 5.5
Jaarkalender van activiteiten.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
42
5.6
DIRECTIESTATUUT
regels - Wet op het Primair Onderwijs, artikel 31 - Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel (RPBO) bijlage Q1: Taakkarakteristiek directiefuncties basisonderwijs - Wet op de Medezeggenschap in het Onderwijs (WMO), artikel 7k.
kern Het bestuur dient een directiestatuut vast te stellen waarin de taken en bevoegdheden zijn aangegeven die door het bestuur aan de algemeen directeur en de directeuren zijn gemandateerd. Een exemplaar van het directiestatuut wordt aan de inspectie gezonden.
beleid Er is een directiestatuut (bijlage 5.6.) vastgesteld waarin een overzicht wordt gegeven van de taken en bevoegdheden van het bestuur en van de door het bestuur aan de algemeen directeur gemandateerde taken. Tevens zijn de coördinerende taken op gebied van onderwijs, personeelsbeleid, en financieel en materieel beleid van de algemeen directeur vermeld. Ook de verschillende vormen van overleg zijn in het directiestatuut geregeld: overleg tussen het bestuur en de algemeen directeur, tussen de algemeen directeur en de directeuren in het directieoverleg en tussen de algemeen directeur en de individuele directeur. In het directiestatuut is bij de verdeling van taken en verantwoordelijkheden steeds de beleidscyclus: beleidsvoorbereiding, -bepaling, -uitvoering en -evaluatie als uitgangspunt genomen.
verantwoordelijkheid bestuur, algemeen directeur en directeuren: - Uitvoering van het gestelde in het directiestatuut. - Tweejaarlijkse evaluatie.
implementatie Overleg tussen bestuur en algemeen directeur en in het directieoverleg over de gevolgen van de invoering van het directiestatuut. Tweejaarlijks wordt het directiestatuut geëvalueerd en zonodig bijgesteld. Bij deze evaluatie betrekt het bestuur de algemeen directeur en het directieoverleg.
bijlage 5.6
Directiestatuut VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
43
5.7
FUNCTIES EN TAKEN ONDERWIJSONDERSTEUNEND PERSONEEL
regels - Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel (RPBO), artikel I-S 202 / I-S 105.
kern Voor het basisonderwijs is in artikel I-S 202 van het RPBO één normfunctie specifiek voor onderwijsondersteunend personeel weergegeven: de onderwijsassistent. In artikel I-S 105 worden enkele bijzonderheden van de functievervulling vermeld: - de werkzaamheden vinden in principe binnen schoolgebouw en terrein plaats. - voor het begin van het schooljaar wordt in overleg met de betrokkenen de werktijd per dag (doorgaans maximaal 8 uur) en een werktijdenregeling opgesteld, waarvan in overleg incidenteel kan worden afgeweken.
beleid Drie onderwijsondersteunende functies worden aan de orde gesteld:
1. Schoolschoonmaker. Met het oog op de vaststelling van de taakomschrijving van de schoonmaker, in eigen dienst dan wel via een contract met een schoonmaakbedrijf. De frequentietabel schoonmaak bekostiging primair onderwijs 2001 is opgenomen in bijlage 5.7.1. Aan de hand van deze tabel wordt op schoolniveau, rekening houdend met het gebouw, de taakomschrijving van de schoolschoonmaker vastgesteld.
2. Conciërge. Met het oog op de vaststelling van de taakomschrijving de conciërge in eigen dienst, dan wel via een andere organisatie “ingeleend”. Een model taakomschrijving is opgenomen in bijlage 5.7.2. Aan de hand van deze taakomschrijving wordt, rekening houdend met de situatie in de school en met de deskundigheid van de conciërge, de taakomschrijving vastgesteld.
3. Onderwijsassistent. Met het oog op een eventueel te nemen besluit om binnen de vereniging deze functie open te stellen. De functiebeschrijving RPBO is opgenomen in bijlage 5.7.3. Voor ieder schooljaar wordt op schoolniveau een keuze gemaakt voor de inzet van de onderwijsassistent; vervolgens wordt mede aan de hand van de functiebeschrijving (die een algemeen kader geeft) de taakomschrijving vastgesteld.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
44
verantwoordelijkheid directeur: - Het begeleiden van nieuw aangestelde onderwijs ondersteunend personeelsleden. - Bij de aanstelling van een schoolschoonmaker en een conciërge de taakomschrijving vaststellen. - Bij de aanstelling van een onderwijsassistent jaarlijks in overleg met de onderwijsassistent en de betrokken personeelsleden de taakomschrijving vaststellen - Toezien op de uitvoering van de taakomschrijving en de werktijden van het onderwijs ondersteunend personeel; jaarlijks evalueren in het functioneringsgesprek.
implementatie Het beleid ter hand stellen aan en bespreken met elk onderwijsondersteunend personeelslid.
bijlagen 5.7.1 5.7.2 5.7.3
Frequentietabel schoonmaak, bekostiging primair onderwijs 2001 Model takenpakket conciërge Functiebeschrijving van de onderwijsassistent; bijlage S1 RPBO.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
45
6
WERVING EN SELECTIE VAN PERSONEEL
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
46
6.1
WERVINGS- EN SELECTIEBELEID
regels - CAO Primair Onderwijs, artikel C7 en Bijlage VI Benoemingsvolgorde - Wet Medezeggenschap Onderwijs, artikel 7i
kern Het bestuur dient een wervings- en selectie procedure vast te stellen. Bijlage VI van de CAO Primair Onderwijs geeft de volgende benoemingsvolgorde aan bij vacatures: 1. werknemers wiens functie in het RDDF is geplaatst. 2. eigen wachtgelders. 3. proeftijders, als bedoeld in artikel F2.2, lid 2 van de CAO. 4. - deeltijders, als bedoeld in artikel C5 van de CAO. - korttijdelijken, als bedoeld in artikel F1.1 van de CAO. 5. werknemers die ADV willen sparen ten behoeve van spaarverlof. 6. werknemers die ADV willen verzilveren. Het bevoegd gezag dient ook rekening te houden met de regelgeving die door de rijksoverheid is ontwikkeld met het oog op de arbeidsmarktpositie van minderarbeidsgeschikten en allochtonen en met het oog op het loopbaanperspectief (leidinggevende functies) van vrouwen. In hoofdstuk 2.5 van het personeelsbeleidsplan heeft het bevoegd gezag het doelgroepenbeleid geformuleerd.
beleid Bij het wervings- en selectiebeleid is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: - De kandidaat dient in voldoende mate te voldoen aan het gestelde in de profielschets; bij het opstellen van de profielschets wordt rekening gehouden met het personeelsprofiel van de school. - Met het oog op de bevordering van vrijwillige mobiliteit (zie hoofdstuk 3.3 van het personeelsbeleidsplan) worden personeelsleden die zich schriftelijk aanmelden voor vrijwillige mobiliteit als eerste op de hoogte gesteld bij het ontstaan van vacatures. - Vacaturemeldingen worden schriftelijk verspreid naar alle scholen van het bestuur. - In verband met de benoemingsverplichtingen ten aanzien van deeltijders en korttijdelijken spreken de directeuren tijdig een beoordeling uit, zodat ongewenste benoemingsverplichtingen worden voorkomen. - Aan een basisschool werken geen personeelsleden die een familierelatie hebben. Het bestuur heeft een wervings- en selectiebeleid vastgesteld, bestaande uit benoemingsprocedures en de activiteiten van de sollicitatiecommissies. Het beleid betreffende de selectie van invalleerkrachten is opgenomen in hoofdstuk 6.2.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
47
verantwoordelijkheid algemeen directeur Bewaking en evaluatie van het wervings- en selectiebeleid.
directeur: Tijdig uitspreken van een beoordeling ten aanzien van deeltijders en korttijdelijken, zodat ongewenste benoemingsverplichtingen worden voorkomen.
implementatie Opnemen in het personeelsbeleidsplan
bijlage 6.1
Wervings- en selectiebeleid VPCBO Zuidoost Groningen
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
48
6.2
SOLLICITATIECODE
regels - CAO Primair Onderwijs, bijlage V. - Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO), artikel 7i.
kern Ten behoeve van de werving en selectie van nieuw aan te stellen personeel hanteert het bestuur een sollicitatiecode. In deze code zijn de gedragsregels voor bestuur en sollicitant neergelegd. De volgende rechten van de sollicitant zijn door middel van de code gewaarborgd: - recht op kennis van de selectiecriteria. - recht op het verkrijgen van informatie. - recht op privacy. - recht op een doelmatige procedure.
beleid Het bestuur conformeert zich aan de sollicitatiecode die als bijlage V is opgenomen in de CAO Primair Onderwijs. Bij sollicitatieprocedures wordt gebruik gemaakt van de samenvatting, die als bijlage bij het beleid is opgenomen.
verantwoordelijkheid sollicitatiecommissies: - Toepassing van de sollicitatiecode bij werving en selectie. - Uitdelen van de samenvatting aan de leden van de commissie.
implementatie Opnemen in het personeelsbeleidsplan.
bijlage 6.2
Samenvatting sollicitatiecode CAO Primair Onderwijs, bijlage V.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
49
6.3
INVALLEERKRACHTEN
regels - CAO Primair Onderwijs, artikelen C 2, C10, F1 en Bijlage VI
kern Invalleerkrachten hebben recht op alle in de CAO aangegeven voorzieningen. Invalleerkrachten hebben recht op een goede introductie en op begeleiding. Met invalleerkrachten worden functioneringsgesprekken gevoerd met als doel het functioneren te optimaliseren. Na een bepaalde periode van invallen wordt een beoordelingsgesprek gevoerd. Bij de benoemingsvolgorde wordt rekening gehouden met invalleerkrachten (korttijdelijk personeel) die binnen 18 maanden in 30 weken bij hetzelfde bestuur hebben gewerkt en positief zijn beoordeeld.
beleid Het bestuur heeft het "Beleid invalleerkrachten" ontwikkeld. Hierin zijn de volgende hoofdstukken opgenomen: 1. Bestand van invalleerkrachten. 2. Kennismaking met de invalleerkracht. 3. Begeleiding van invalleerkrachten. 4. Bevordering van de betrokkenheid van invalleerkrachten bij de school. 5. Functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek. 6. Bij een positieve beoordeling.
verantwoordelijkheid algemeen directeur: -
actualisering lijst met invalleerkrachten. werving van invalleerkrachten. voorkomen van ongewenste herbenoemingsverplichtingen. signaleren van termijnen van invalwerkzaamheden na 10 weken en 20 weken. de betreffende directeur informeren dat een functioneringsgesprek, respectievelijk beoordelingsgesprek dient te worden gevoerd.
directeur: - zorgdragen voor een goede introductie en begeleiding van de invalleerkracht in de school. - bewaken van de betrokkenheid van de invalleerkracht bij de school. - voeren van functioneringsgesprekken. - voeren van beoordelingsgesprekken.
implementatie Schriftelijke informatieverstrekking van dit onderdeel van het personeelsbeleidsplan aan de invalleerkrachten die regelmatig/langdurig werkzaam zijn met zo nodig een mondelinge toelichting.
bijlage 6.3
Beleid invalleerkrachten VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
50
6.4
DEELTIJDBELEID
regels - CAO Primair Onderwijs, artikel C5. - Wet Aanpassing Arbeidsduur (WAA).
kern vermindering van uren: Rekening houdend met onderwijskundige en schoolorganisatorische belangen is arbeid in deeltijd een recht van personeelsleden. Als het bestuur een verzoek om in deeltijd te mogen werken afwijst, dient het zich daarbij te baseren op vastgesteld beleid.
vermeerdering van uren: Wanneer er geen sprake is van voorrangsbenoemingen biedt het bestuur uitbreiding van uren aan aan een personeelslid dat bij het bestuur hiertoe een verzoek heeft ingediend. Voorwaarde is dat dit personeelslid al met regelmaat (extra) vervangingswerkzaamheden heeft verricht en sprake is van een positieve beoordeling.
beleid Alle functies zijn in principe in een deeltijdbetrekking te vervullen, zij het dat de ondergrens bij een directeur ligt bij een werktijdfactor van 0,8 en bij een groepsleraar ligt bij een werktijdfactor van 0,4636 (2 dagen per week). De verdere kaders zijn beschreven in het "Deeltijdbeleid VPCBO Zuidoost Groningen", dat bestaat uit de volgende onderdelen: - raakvlakken met andere onderdelen van het personeelsbeleidsplan. - vermindering van de werktijdfactor. - uitbreiding van de werktijdfactor. - afspraken bij duobanen.
verantwoordelijkheid algemeen directeur: - beoordelen van een verzoek tot vermindering of vermeerdering van de werktijdfactor.
directeur: - beoordeling van een parttimer die extra vervangingswerkzaamheden verricht, met het oog op een mogelijk verzoek tot uitbreiding van de werktijdfactor. - advisering inzake verzoeken tot aanpassing van de werktijdfactor - toezien op en evalueren van de afspraken die gelden bij duobanen.
implementatie Opnemen in het personeelsbeleidsplan.
bijlage 6.4
Deeltijdbeleid VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
51
6.5
AANSTELLINGSKEURING
regels - Wet op de Medische Keuringen.
kern Voor 1996 bestond op grond van het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel de verplichting tot het laten plaatsvinden van een medische keuring alvorens iemand in het onderwijs kon worden aangesteld. Vanaf 1996 is ten behoeve van alle beroepsgroepen de landelijke Wet op de Medische Keuringen van toepassing. Hierin wordt bepaald dat in principe geen aanstellingskeuringen meer worden verricht, tenzij de werkgever van mening is dat aan een bepaalde functie bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld. De werkgever dient schriftelijk in zijn beleid met betrekking tot werving en selectie vast te leggen: - het doel van de keuring. - de vragen die ten aanzien van de gezondheid worden gesteld. - de onderzoeken die mogen worden verricht. Een aanstellingskeuring kan alleen aan het eind van de selectieprocedure plaatsvinden, wanneer het voornemen bestaat de kandidaat te benoemen. Wanneer een keuring een negatieve uitslag of een positieve uitslag met beperkingen heeft, heeft degene die gekeurd is recht op herkeuring. Is ook deze negatief dan volgt geen benoeming.
beleid Het bestuur is van mening dat aan twee functies bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld: 1. de functie van vakleraar gymnastiek/lichamelijke opvoeding. 2. de functie van schoolschoonmaker(maakster).
1. de functie van vakleraar gymnastiek/lichamelijke opvoeding Het doel van de aanstellingskeuring is te laten vaststellen of de geselecteerde kandidaat fysiek in staat mag worden geacht de bedoelde functie te kunnen vervullen. Het betreft hier de volgende medisch toetsbare functie-eisen: - goede fysieke conditie. - goede functionaliteit van het bewegingsapparaat. - goede coördinatie. De volgende medische onderzoeken worden verricht: - anamnese gericht op de genoemde functie-eisen. - biometrie: RR/pols. - lichamelijk onderzoek: - Cor/pulmones. - bewegingsapparaat, functie/stabiliteit van gewrichten. - oriënterend neurologisch onderzoek. - optioneel longfunctie, eventueel ECG.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
52
2. de functie van schoolschoonmaker(maakster) Het doel van de aanstellingskeuring is te laten vaststellen of de geselecteerde kandidaat fysiek in staat mag worden geacht de bedoelde functie te kunnen vervullen. Het betreft hier de volgende medisch toetsbare functie-eisen: - goede functionaliteit bewegingsapparaat - geen atopische constitutie i.v.m. natte werkzaamheden De volgende medische onderzoeken worden verricht: - anamnese gericht op bovenstaande. - lichamelijk onderzoek: - bewegingsapparaat. - oriënterend neurologisch onderzoek.
verantwoordelijkheid algemeen directeur: In de wervingsadvertentie voor de functies van vakleraar gymnastiek/lichamelijke opvoeding en van schoolschoonmaker(maakster) melding maken van de verplichting van een medische keuring. Aan de sollicitanten het beleid inzake de medische keuring ter hand stellen. Het doen plaatsvinden van het medisch onderzoek.
implementatie Het beleid inzake de medische keuring ter hand stellen aan sollicitanten.
bijlage Geen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
53
7
BESTUURSAANSTELLING
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
54
7.1
AFVLOEIINGSREGELING
regels: - Akte van benoeming. - CAO Primair Onderwijs, hoofdstuk D.
kern De CAO Primair Onderwijs biedt het bestuur de keuze uit twee modellen inzake het beleid betreffende werkgelegenheid en afvloeiing:
beleid Het bestuur kiest voor model II. Het vaststellen van een afvloeiingsregeling, omdat op dit moment de voorkeur wordt gegeven aan duidelijk vastgelegde criteria. Het bestuur hanteert hierbij: - Artikel D4 van de CAO Primair Onderwijs. - De volgende afvloeiingscriteria: - Bij noodzakelijke vermindering van personeel komt voor ontslag eerst het tijdelijk aangesteld personeel in aanmerking. - Vervolgens het personeelslid in vaste dienst met de minste diensttijd, d.w.z. de totale tijd doorgebracht in het onderwijs, ongeacht de werktijdfactor, waarbij in geval van gelijke diensttijd jongeren voor ouderen gaan. Ter vermijding van kennelijke onbillijkheden en/of wanneer het belang van de school dit naar het oordeel van het bestuur, na overleg met de betrokkenen kennelijk vordert, kan van deze afvloeiingsregeling worden afgeweken. Bij afvloeiing worden ingevolge de CAO de volgende categorieën onderscheiden: - onderwijzend personeel - onderwijsondersteunend personeel - directeur - algemeen directeur - werknemers die zijn aangesteld op projectformatie.
verantwoordelijkheid algemeen directeur: - Toepassing van de afvloeiingsregeling. - Opstellen van een afvloeiingslijst (zie hoofdstuk 7.2 van het personeelsbeleidsplan).
implementatie Opname in het personeelsbeleidsplan.
bijlage Geen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
55
7.2
AFVLOEIINGSLIJST
regels - CAO Primair Onderwijs, artikel D4.
kern Aan de hand van de afvloeiingsregeling (hoofdstuk 7.1) stelt het bestuur per categorie de integrale afvloeiingslijst op.
beleid Naar de situatie op 1 augustus wordt jaarlijks de afvloeiingslijst geactualiseerd. Deze wordt opgenomen in het bestuursformatieplan.
verantwoordelijkheid algemeen directeur: Jaarlijks de afvloeiingslijst actualiseren. De geactualiseerde afvloeiingslijst voor 1 mei jaarlijks toevoegen aan het personeelsbeleidsplan en zenden aan de scholen.
implementatie Opnemen in het personeelsbeleidsplan.
bijlage Geen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
56
8
FUNCTIONEREN EN BEOORDELEN
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
57
8.1
FUNCTIONERINGSGESPREKKEN
regels - CAO Primair Onderwijs, artikel C1. - Wet medezeggenschap Onderwijs (WMO), artikel 8d.
kern Door of namens het bevoegd gezag wordt periodiek met alle personeelsleden een functioneringsgesprek gevoerd. Het bevoegd gezag stelt daartoe een regeling vast.
beleid Het bestuur heeft de modelregeling "Functioneringsgesprekken", zoals is opgesteld door de Besturenraad PCO overgenomen en vastgesteld. Er is een model-gespreksformulier ontwikkeld met twee varianten: één bedoeld voor leraren en één voor directeuren. Voordat het functioneringsgesprek plaatsvindt, wordt in overleg de agenda vastgesteld, mede aan de hand van het modelgespreksformulier.
verantwoordelijkheid directeuren: Tenminste eenmaal per jaar een functioneringsgesprek voeren met ieder personeelslid conform het reglement.
algemeen directeur: Tenminste eenmaal per jaar met iedere directeur een functioneringsgesprek voeren conform het reglement.
implementatie - opnemen in het personeelsbeleidsplan.
bijlage 8.1.1 8.1.2 8.1.3
Functioneringsgesprekken VPCBO Zuidoost Groningen. Modelformulier functioneringsgesprek directeur - personeelslid Modelformulier functioneringsgesprek algemeen directeur – directeur.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
58
9
PERSONEELSFORMATIEBELEID
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
59
9.
BESTUURSFORMATIEPLAN
regels - CAO Primair Onderwijs, hoofdstuk B. - Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO), artikel 8b.
kern Het bestuur formuleert zijn meerjarenformatiebeleid (tenminste 4 jaren) in het jaarlijks te actualiseren bestuursformatieplan. Het bestuursformatieplan wordt, na verkregen instemming van het personeelsdeel van de GMR voor 1 mei voor het komende schooljaar door het bestuur vastgesteld, tenzij zwaarwegende redenen of omstandigheden zich daartegen verzetten. Dit laatste wordt terstond ter kennis gebracht van de GMR. Formatierekeneenheden worden besteed voor de inzet van personeel, maar kunnen ook worden verzilverd (gereserveerd) of worden overgedragen aan een ander bestuur.
beleid De algemeen directeur stelt jaarlijks een bestuursformatieplan op aan de hand van de volgende inhoudsopgave: 1. Inleiding. 2. Meerjarenformatiebeleid. 3. Formatie voor het volgend schooljaar. 4. Prognoses. Als bijlage wordt de bestuursafvloeiingslijst toegevoegd (zie hoofdstuk 7). Op elke school wordt aan de hand van het bestuursformatieplan een nadere uitwerking gemaakt m.b.t. de inzet van de formatie.
verantwoordelijkheid algemeen directeur: Opstelling van het bestuursformatieplan en toelichten aan GMR.
implementatie Opnemen in het personeelsbeleidsplan.
bijlage Geen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
60
10
ARBO-BELEID
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
61
10.1
ARBO-BELEID
regels -
ARBO-wet 1998. Besluit Bedrijfhulpverlening (BHV) 1997. CAO Primair Onderwijs, artikel C 10. Reglementen Vervangingsfonds en Participatiefonds. Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO), artikelen 6f en 15 lid 3c.
kern De Arbo-regelgeving heeft betrekking op drie aspecten: veiligheid, welzijn en bestrijding ziekteverzuim. De werkgever zorgt voor zodanige arbeidsomstandigheden, dat daarin liggende oorzaken voor verzuim wegens arbeidsongeschiktheid worden geminimaliseerd. Het bestuur voert een ziekteverzuimbeleid, gericht op het zoveel mogelijk voorkomen of beperken van ziekte van werknemers en begeleidt werknemers die door ziekte niet in staat zijn werk te verrichten. De werknemers werken in dat kader optimaal mee aan het realiseren van het in dit verband noodzakelijke ziektepreventie- en herintredingsbeleid.
beleid Het bestuur heeft rekening houdend met de regelgeving Arbo-beleid geformuleerd; ten behoeve van een goed overzicht is de volgende indeling gemaakt: - Activiteiten door het bestuur. (hfst. 10.2) - Activiteiten betreffende de school. (hfst. 10.3) - Persoonlijk welzijn. (hfst. 10.4) - Procedures bij ziekteverzuim. (hfst. 10.5)
verantwoordelijkheid algemeen directeur: - (doen) uitvoeren van de activiteiten door het bestuur, aangegeven in hoofdstuk 10.2. - bewaken en deels uitvoeren van procedures bij langdurige ziekte. - overleg met Ardyn in SMT. - opstellen van terugkeerplan, reïntegratieplan en coördinatie van de begeleiding. - namens het bestuur overleg plegen met (G)MR over het arbo-beleid.
directeur: - het arbo-beleid jaarlijks in september/oktober in het schoolteam aan de orde stellen. - m.b.t. de school uit te voeren activiteiten, zoals aangegeven in hoofdstuk 10.3. - voor functioneringsgesprek het persoonlijk welzijn agenderen (hoofdstuk 10.4). . begeleiden bij uitvoering van terugkeerplan en reïntegratieplan (hoofdstuk 10.5).
personeelslid: - meewerken aan ziektepreventie- en herintredingsbeleid.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
62
implementatie - Arbo-beleid door de directeur in een schoolteamvergadering aan de orde stellen. - Aanwijzen van BHVer(s) en een BHV-coördinator op iedere school. - Gezamenlijk overleg van de BHV-coördinator op bestuursniveau.
bijlage 10.1
Overzicht Arbo-beleid VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
63
10.2
ARBO-ACTIVITEITEN DOOR HET BESTUUR
regels Zie hoofdstuk 10.1 "Arbo-beleid".
beleid 1. De algemeen directeur is de BHV-coördinator op bestuursniveau De algemeen directeur heeft in het kader van het arbo-beleid de volgende taken: - coördinatie van de uitvoering van het Arbo-beleid op de scholen en contactpersoon voor de BHV-coördinatoren van de scholen. - opdracht verstrekken voor Risico-inventarisatie en Evaluaties (RI & E); (doen) opstellen en uitvoeren van het Plan van Aanpak o.g.v. RI & E. - organisatie van cursussen op gebied van Arbo / BHV. - contactpersoon voor externe instanties, als bijvoorbeeld de brandweer. - registratie en melding van arbeidsongevallen.
2. Ontwikkeling, bewaking uitvoering en evaluatie personeelsbeleidsplan Het arbo-beleid heeft vooral raakvlakken met de volgende onderdelen uit het personeelsbeleidsplan: taakbeleid, conflictpreventie, begeleiding, scholing, mobiliteit en loopbaanontwikkeling van het personeel. De uitvoering van deze onderdelen wordt regelmatig geëvalueerd. Het beleid wordt naar aanleiding van de uitkomsten en rekening houdend met actuele regelgeving bijgesteld.
3. Hantering van een klachtenregeling Het bestuur heeft de landelijk door de besturen- en vakorganisaties ontwikkelde klachtenregeling met betrekking tot seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten op school, discriminerend gedrag e.d. overgenomen. Conform de regeling is een vertrouwenspersoon aangesteld en is op iedere school een contactpersoon aangesteld. Het bestuur heeft zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het Christelijk onderwijs. Zie overigens hoofdstuk 2.6 "Klachtenregeling" van het personeelsbeleidsplan.
4. Aansluiting bij Arbo-dienst Het bestuur heeft een contract gesloten met Ardyn, vestiging Veendam. Het contract bevat begeleiding bij ziekte/arbeidsongeschiktheid conform een overeengekomen procedure ( zie hoofdstuk 10.5 "Ziekteverzuim" onder 2). Personeelsleden kunnen gebruik maken van het arbeidsomstandighedenspreekuur bij Ardyn, in het geval men op het gebied van ARBO-wet specifieke vragen of klachten heeft. De algemeen directeur sluit namens het bestuur het contract met de Arbo-dienst en bewaakt de kwaliteit van de uitvoering.
5. Sociaal Medisch Team (SMT) Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
64
aan het SMT nemen deel: - de contactpersoon voor het bestuur van Ardyn. - de algemeen directeur. - (op afroep) de directeur van de school waarvan personeelsleden aan de orde komen in het SMT. In het SMT wordt het volgende besproken: - opstelling van terugkeerplannen (6 weken) en reïntegratieplannen (13 weken). - personeelsleden die regelmatig ziek zijn. - problemen of conflicten in scholen. - evaluaties van vastgelegde procedures m.b.t. ziekte (zie hoofdstuk 10.5 "Ziekteverzuim"). - knelpunten of organisatorische veranderingen.
6. Onderhoudscontroles Het bestuur heeft ten behoeve van onderhoudscontroles de volgende contracten afgesloten: - cv's en warmwatertoestellen. - brandblusmiddelen. - toestellen in speellokalen. - buitenspelmateriaal: klim- en klautertoestellen. - noodverlichting.
7. Financieel beleid Arbo Het bestuur ontvangt van het Ministerie van O C & W gelden ten behoeve van aansluiting bij een Arbo-dienst. Het beleid is erop gericht dat deze middelen kostendekkend zijn. Ten behoeve van de kosten van begeleiding bij reïntegratie wordt zo mogelijk een beroep gedaan op het Vervangingsfonds: het zogenaamd aanvullend pakket en bij USZO op grond van de Wet Reïntegratie Arbeidsongeschikten (REA). Zo nodig wordt deze begeleiding uit eigen middelen bekostigd. In de ABP-wet zijn voorzieningen opgenomen ter preventie van arbeidsongeschiktheid, bijvoorbeeld een aangepaste bureaustoel.
8. Overleg met GMR en MR De GMR (beide geledingen) heeft recht van instemming omtrent de vaststelling van het gehele arbo-beleid op grond van artikel 6f van de WMO: "vaststelling of wijziging van regels op het gebied van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn". In Artikel 5 van de Arbo-wet is aangegeven dat de werkgever over de opstelling van het jaarlijkse plan van aanpak voor de school (zie hoofdstuk 10.3.3) vooraf overleg pleegt met de MR. Bij dit overleg komt in ieder geval aan de orde het al dan niet meer actueel zijn van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI & E), zie hoofdstuk 10.3.2. De werkgever zorgt ervoor dat iedere werknemer kennis kan nemen van de RI & E.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
65
Artikel 12 van de Arbo-wet stelt: "Bij de uitvoering van het arbo-beleid werken de werkgever en de werknemers samen. Bij het overleg komt in ieder geval aan de orde de risico-inventarisatie en – evaluatie en de inschakeling van Arbo-dienst en bedrijfshulpverleners". Ten aanzien van de MR geldt: "De werkgever zendt een afschrift van de risico-inventarisatie en -evaluatie". Bij een bezoek van de arbeidsinspectie aan een school wordt de MR de mogelijkheid geboden "zich met deze ambtenaar buiten tegenwoordigheid van anderen te onderhouden" en "deze tijdens een bezoek aan de school te vergezellen, behoudens voor zover deze te kennen geeft dat daartegen ......... bezwaren bestaan".
implementatie Het Arbo-beleid in een schoolteamvergadering aan de orde stellen.
bijlage Geen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
66
10.3
ARBO-ACTIVITEITEN BETREFFENDE DE SCHOOL
regels Zie hoofdstuk 10.1 "Arbo-beleid".
beleid 1. Taakomschrijving BHV-coördinator en BHVer Op iedere school heeft de directeur de taak van BHV-coördinator. Bijlage 10.3.1 bevat de taakomschrijving. Voor iedere 50 personen in de school (leerlingen en personeel) is er een bedrijfshulpverlener (BHV-er). Voor ieder gebouw is er tenminste één BHV-er. De taakomschrijving van de BHV-er is opgenomen in bijlage 10.3.2.
2. Risico-inventarisatie en evaluatie (RI & E) Van iedere school wordt een RI & E (voorheen ASV: Algemene School Verkenning) opgesteld door Ardyn. Deze wordt aangepast als gewijzigde werkomstandigheden of werkmethoden daartoe aanleiding geven. Een RI & E bevat een inventarisatie op de volgende gebieden: - gezondheid / ziekteverzuim: verzuimbegeleiding en reïntegratie, verzuimregistratie, hoogte van het ziekteverzuim, oorzaken van het ziekteverzuim en beroepsziekten. - veiligheid: melding en registratie van ongevallen, recente ongevallen, veiligheidsvoorzieningen, bedrijfshulpverlening, organisatieveranderingen, taakbelasting en tijdsdruk, begeleiding van individuen, communicatie en vergaderstructuur, leef- en werkklimaat, fysieke arbeidsomstandigheden en belangrijkste welzijnsknelpunten. - arbozorg: arbobeleid, RI & E, plan van aanpak, overleg met (G)MR, voorlichting en instructie, overleg en advies Arbo-dienst.
3. Plan van aanpak Op grond van de hierboven beschreven RI & E wordt door de BHV-coördinator van de betreffende school een concept-plan van aanpak opgesteld. Het plan van aanpak wordt voor vaststelling door het bestuur voorgelegd aan de MR. In het plan van aanpak staan de activiteiten vermeld die plaatsvinden op grond van de RI & E; ook staat aangegeven binnen welke termijn de maatregelen worden genomen. Het plan van aanpak wordt jaarlijks door het bestuur aangepast en geactualiseerd. Over de uitvoering en de aanpassing van het plan van aanpak wordt jaarlijks door het bestuur gerapporteerd en overleg gevoerd met de MR. Bijlage 10.3.3 bevat een model voor een plan van aanpak.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
67
4. Opstelling en oefening ontruimingsplan Een ontruimingsplan moet worden opgesteld wanneer de school meer dan vijf lokalen heeft, of meer dan één bouwlaag heeft. Het ontruimingsplan bevat een plattegrond met daarop aangegeven: vluchtrichtingen, vluchtwegen, blusmiddelen, alarmsignaalhoorn(s) en handbrandmelder(s). Tevens is in het ontruimingsplan een "draaiboek ontruiming" opgenomen (model in bijlage 10.3.4). In de school zijn in de gangen de vluchtwegen m.b.v. pictogrammen duidelijk aangegeven. In elk lokaal is in de klassenmap een duidelijke instructie voor leerkracht en kinderen opgenomen. Het ontruimingsplan is goedgekeurd door de brandweer en wordt tenminste eens per jaar geoefend.
5. Toezicht met het oog op de veiligheid en gezondheid van de leerlingen De school heeft een "rooster van pleinwacht" opgesteld ten behoeve van het toezicht op de veiligheid en de gezondheid van de leerlingen in de pauze en voor schooltijd. Het gaat erom de kans op ongevallen zo klein mogelijk te maken. Wanneer één leerkracht het gehele plein kan overzien is één pleinwacht per 100 leerlingen in het algemeen voldoende. Per school wordt bepaald hoe groot het aantal pleinwachten is. Bijzondere aandacht is er bij het naar binnen en buiten gaan van de leerlingen aan het begin en aan het eind van de schooltijden.
6. Registratie van ongevallen De BHV-coördinator draagt zorg voor een registratie van ongevallen en meldt deze aan de algemeen directeur. De algemeen directeur informeert de arbeidsinspectie. Bijlage 10.3.5 bevat een model voor een ongevallenregistratie.
verantwoordelijkheid algemeen directeur: - doen opstellen van een RI & E voor iedere school. - doen opstellen van en overleg voeren over een plan van aanpak voor iedere school. - doen uitvoeren van het plan van aanpak. - voeren van overleg met GMR.
directeur: -
aanwijzen van BHVer(s). vaststellen van de taakomschrijving voor de school van BHVer en BHV-coördinator. opstellen en bewaken van de uitvoering van een plan van aanpak. overleg over het plan van aanpak met de MR en met de algemeen directeur. opstellen van een rooster van pleinwacht.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
68
implementatie Arbo-beleid regelmatig in een schoolteamvergadering aan de orde stellen.
bijlagen 10.3.1 10.3.2 10.3.3 10.3.4 10.3.5
Taakomschrijving BHV-coördinator (directeur). Taakomschrijving BHVer. Model plan van aanpak (zelf in te voegen). Draaiboek ontruiming per school (zelf in te voegen). Model ongevallenregistratie (uit :Handboek Arbomeester, Vervangingsfonds).
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
69
10.4
PERSOONLIJK WELZIJN
regels Zie hoofdstuk 10.1 "Arbo-beleid"
beleid 1. Taaktoedeling en taakbelasting De hoofdstukken 5.4 en 5.5 van het personeelsbeleidsplan beschrijven het taakbeleid en taakbelastingsbeleid. Het gaat hier om een duidelijke taakomschrijving voor ieder personeelslid, een zo correct mogelijke verdeling van de schooltaken, het bieden van mogelijkheden voor personeelsleden om taken te kiezen die passen bij de persoonlijke wensen en deskundigheid en om het voorkomen van een te hoge taakbelasting, specifiek voor beginnende personeelsleden en in geval van bijzondere persoonlijke omstandigheden. De directeur ziet toe op een juiste uitvoering van het taakbeleid en het taakbelastingsbeleid ten behoeve van het personeel.
2. Mogelijkheid tot begeleiding en scholing In hoofdstuk 3.1. van het personeelsbeleidsplan is de begeleiding van nieuwe personeelsleden in de school beschreven. Ook personeel dat al langer aan de school is verbonden kan een verzoek doen tot begeleiding door de directeur, een collega of een schoolbegeleider. Ook de directeur kan aangeven dat hij begeleiding gewenst acht. Het scholingsbeleid is beschreven in hoofdstuk 3.3 van het personeelsbeleidsplan. Personeelsleden kunnen zich scholen voor extra verdieping op een bepaald gebied, in verband met nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen, voor een specifieke taak: bijvoorbeeld IB, RT of ICT of in verband met een nieuwe functie. Een van de uitgangspunten van het personeelsbeleid van het bestuur is de ontplooiing van het personeel zo veel mogelijk te bevorderen.
3. Werksfeer Een goede werksfeer is een voorwaarde voor goed functioneren. Om die reden is in het personeelsbeleidsplan het hoofdstuk 3.6 "Teamvorming" opgenomen. Ieder personeelslid vervult hier ook een signalerende rol: een open communicatie is een voorwaarde om als team optimaal te kunnen functioneren.
4. Communicatie en overlegstructuur In de schoolteamvergadering wordt overleg gevoerd over de gang van zaken in de school en over de organisatie en de inhoud van het onderwijs. In hoofdstuk 2.7 van het personeelsbeleidsplan "Besluitvorming" zijn de wijze van agendering, verslaglegging en besluitvorming vastgelegd. Belangrijk is dat alle deelnemers het gevoel hebben dat tijdens de teamvergaderingen constructief en efficiënt overleg wordt gevoerd
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
70
5. Fysieke arbeidsomstandigheden Het is van belang dat zich geen knelpunten voordoen in de werkomgeving ten aanzien van bijvoorbeeld geluidshinder, verlichting, zonwering, warmte, tocht, ventilatie, schoonmaak of sanitaire voorzieningen voor het personeel. Wanneer een personeelslid zelf last heeft van bepaalde fysieke problemen dient in overleg, (zonodig) samen met de Arbo-arts tijdens het arbeidsomstandighedenspreekuur, gezocht te worden naar oplossingen zodat arbeidsongeschiktheid kan worden voorkomen. Enkele voorbeelden van oplossingen: het niet meer verzorgen van gymnastieklessen of de aanschaf van een verstelbare bureaustoel.
6. Verhouding tot leerlingen en ouders (bestrijding agressie) Gedrag van leerlingen of ouders kan bij personeelsleden leiden tot spanning, stress of ziekte. Het is belangrijk om ongewenst gedrag te signaleren, bespreekbaar te maken en in overleg met de directeur en het team naar oplossingen te zoeken. Een goed hulpmiddel hierbij kan "De veilige school" zijn; een boekje dat in opdracht van het Ministerie van O C en W door het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS) is ontwikkeld en aan alle scholen is toegezonden. De onderdelen "omgaan met elkaar" en "omgaan met calamiteiten" bieden verschillende probleemoplossende mogelijkheden.
7. Privé-omstandigheden Omstandigheden in de privé-sfeer kunnen gevolgen hebben voor het werk op school. Het is aan het personeelslid zelf of hij/zij deze met de directeur en/of teamleden wil bespreken. Het betrokken personeelslid kan tijdelijk wat ontlast worden. Zo nodig kan in overleg met de Arbo-arts (bedrijfs)maatschappelijke hulp worden geboden.
8. Specifieke cursussen Veel personeelsleden in het onderwijs ervaren een (te) grote werkdruk. Het Vervangingsfonds/Participatiefonds heeft op dit gebied ook specifieke cursussen voor scholen en individuele personeelsleden ontwikkeld, zoals: "stresssignalering", "omgaan met stress" en "omgaan met tijd".
verantwoordelijkheid directeur: In het functioneringsgesprek het persoonlijk welzijn aan de orde stellen.
personeelslid: Bij zichzelf en in de school signaleren wanneer zaken (niet) goed gaan.
implementatie Arbo-beleid in een schoolteamvergadering aan de orde stellen.
bijlage Geen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
71
10.5
PROCEDURES BIJ ZIEKTEVERZUIM
regels - Arbo-wet 1998. - CAO P.O., artikel C 12. - Reglementen Vervangingsfonds en Participatiefonds.
beleid Het bestuur heeft een standaard ziekteverzuimprocedure vastgesteld (bijlage 10.5). Rekening houdend met de landelijke regelgeving en met het contract met Ardyn is hierin een overzicht gegeven van de verschillende stappen en van de verantwoordelijkheden van personeelslid, directeur en algemeen directeur. Wanneer sprake is van een arbeidsongeschiktheid van twee jaar en de Arbo-arts binnen zes maanden hierop volgend geen herstel verwacht gaat het bestuur, conform het gestelde door het Vervangingsfonds, over tot ontslag.
verantwoordelijkheid algemeen directeur: -
bewaking van de standaardprocedure verzuimaanpak. deelnemen aan het SMT (Sociaal Medisch Team). casemanager bij langdurige ziekte van directeuren en personeelsleden. opstelling van het Plan van aanpak tussen de 6e en 8e week ziekteverzuim.
directeur: - preventie ziekteverzuim. - persoonlijke aandacht voor zieke personeelsleden. - in relevante situaties deelnemen aan het SMT.
personeelslid: - optimale medewerking aan de reïntegratie.
implementatie Arbo-beleid aan de orde stellen in het schoolteam.
bijlage 10.5
Ziekteverzuimprocedure VPCBO Zuidoost Groningen.
Personeelsbeleidsplan VPCBO Zuidoost Groningen
72