j a arv e r slag • 1999 a n n u a l re p ort
brill
b e st u u r
ra a d v a n c o m m i ss a r i s s e n
Jhr. mr. h.a. van Karnebeek Prof. dr. p.j. Idenburg Dr. mr. j. Kist
inhoudsopgave
Bericht van de Raad van Commissarissen
5
Raad van Commissarissen
7
Kerncijfers
10
Grafieken
11
Verslag van de directie
12
d i re c te u r
Mr. r.j. Kasteleijn
Rapport van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill
18
Rapport van de Stichting Luchtmans
19
jaar re keni ng 19 9 9
Geconsolideerde balans per 31 december
22
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
23
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
24
Toelichting algemeen
25
Toelichting op de geconsolideerde balans
27
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening
30
Vennootschappelijke balans
31
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening
32
Toelichting op de vennootschappelijke rekening
33
Winstbestemming
35
Accountantsverklaring
36
Vermogensoverzicht 1995 t/m 1999
37
Resultatenoverzicht 1995 t/m 1999
37
annual repor t 19 9 9
koninklijke brill nv Plantijnstraat 2 po Box 9000 2300 pa Leiden the Netherlands t + 31 (0)71 53 53 500 f + 31 (0)71 53 17 532
[email protected] www.brill.nl
Report of the executive board
40
Key figures
45
Consolidated balance sheet per December 31
46
Consolidated income statement
47
Balance sheet summary 1995-1999
48
Income statement summary 1995-1999
48
b ij l a ge / a p p e n d i x
Het tweede geheugen The second memory
49
b e ri c h t v a n d e r a a d v a n c o m m i s s a r i s s e n
j a a r r e ke n i n g
De balans en de winst- en verliesrekening voor het boekjaar 1999, met de daarbij horende toelichting, hebben wij laten onderzoeken door Ernst & Young Accountants. Hun verklaring is opgenomen op pagina 36 van dit verslag. Mede op grond van deze verklaring hebben wij de jaarrekening goedgekeurd. Wij adviseren u de door de directie opgemaakte jaarrekening overeenkomstig vast te stellen. Conform de statuten houdt deze vaststelling de decharge in van de statutair directeur voor het gevoerde beleid en van de Raad van Commissarissen voor het gehouden toezicht en andere werkzaamheden, een en ander voor zover dit het boekjaar 1999 betreft. Wij stellen u een keuzedividend voor op de (certificaten van) aandelen van eur 0,42 in contanten, dan wel in (certificaten van) aandelen ten laste van de agioreserve in een nader te publiceren omwisselingsverhouding. samenstelling r aad van commissar issen
Tijdens de Algemene vergadering van Aandeelhouders van 20 mei 1999 werd afscheid genomen van de president-commissaris, mr. r . p . m . de Bok vanwege het bereiken van de wettelijke en statutaire leeftijdsgrens. De heer De Bok was sinds juli 1988 commissaris en werd kort na zijn aantreden tot president-commissaris benoemd. Wij zijn de heer De Bok zeer erkentelijk voor zijn inzet en bijdrage gedurende een reeks van jaren aan het werk van de Raad van Commissarissen. In die periode werd een ingrijpende herstructurering van de onderneming doorgevoerd en zijn belangrijke stappen in de verdere ontwikkeling van de uitgeverij gezet. De heer De Bok werd als president-commissaris opgevolgd door de heer Van Karnebeek. In verband met het aftreden van dr. mr. j . Kist als commissaris, wegens het bereiken van de wettelijke en statutaire leeftijdsgrens, tijdens de in 2001 te houden Algemene vergadering van Aandeelhouders, heeft de Gecombineerde Vergadering besloten het aantal commissarissen tijdelijk te bepalen op vier. Voor de vervulling van de aldus ontstane vacature heeft de Gecombineerde Vergadering in haar vergadering van 16 maart 2000 besloten tijdens de komende Algemene vergadering van Aaandeelhouders een bindende voordracht uit te brengen voor benoeming tot commissaris van de heer drs. ing. h . p . Spruijt De relevante gegevens van de heer Spruijt zijn bij de vennootschap verkrijgbaar. a c t i v i te i te n
De Raad van Commissarissen ontving maandelijks de noodzakelijke financiële informatie van de directie. In het verslagjaar hebben commissarissen zesmaal vergaderd met de directie, waarbij uitvoerig is overlegd over onder meer de strategische richting van de onderneming, de uitdagingen waarvoor de onderneming zich gesteld ziet op het terrein van het elektronisch uitgeven en de voorgenomen
5
raad v a n commi ssar issen
acquisitie van Vista Science Press, alsmede de daarbij horende financiële en organisatorische gevolgen voor de onderneming. Met de extern accountant vond het gebruikelijke jaarlijkse overleg plaats. Tweemaal zijn commissarissen in 1999 aanwezig geweest bij overlegvergaderingen met de Ondernemingsraad.
Jhr. mr. h.a. van Karnebeek, 1938, N e d e r l a n d e r Voorzitter van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 1999 Voorzitter van de Raad van Commissarissen UCC nv Voorzitter van de Raad van Commissarissen Schuttersveld Voorzitter van de Raad van Commissarissen Pechiney Nederland bv Lid van de Raad van Commissarissen van Campina Melkunie bv
c o rp o ra t e g o v e rn a n c e
Onder verwijzing naar hetgeen hierover eerder in onze berichten in het jaarverslag is vermeld, zijn de aanbevelingen van de Commissie Peters, voor zover passend bij de omvang van onze onderneming, geïmplementeerd.
Lid van de Raad van Commissarissen Frans Maas nv Lid van de Raad van Commissarissen Kempen & Co nv
Prof. dr. p.j. Idenburg, 1942, N e d e r l a n d e r Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 1993
a a n d e e l h o u d e rs ve r g a d e ri n g
Op 20 mei 1999 vond in Sociëteit De Witte te Den Haag de Algemene vergadering van Aandeelhouders plaats.
Decaan van de faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft H o o g l e raar aan de Technische Universiteit Delft Bestuurslid van de Ve reniging AEGON
Dr. mr. j. Kist, 1929, N e d e r l a n d e r
slot
De implementatie van de groeistrategie, de oriëntatie op het elektronisch uitgeven en de daarbijbehorende vernieuwing van de bedrijfsprocessen hebben veel aandacht en inzet gevraagd van directie en medewerkers. Wij spreken onze waardering uit voor hun bijdrage aan het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen.
Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 1990 Voormalig lid van de Raad van Bestuur van Wolters Kluwer nv Lid van de Raad van Commissarissen van Swets & Zeitlinger Holding nv Lid van de Raad van Commissarissen van het Nederlands Omroepproductiebedrijf nv Vice-voorzitter van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie te Leiden
leide n, 16 maa rt 2 000
Delegated Trustee International Bureau of Fiscal Documentation
de raad van comm issar issen
Jhr. mr. h . a . van Karnebeek Prof.dr. p . j . Idenburg Dr. mr. j . Kist
p ro f i e l v a n d e r a a d v a n c o m m i s s a r i s s e n
De raad streeft naar voldoende spreiding onder zijn leden van ervaring en kennis met betrekking tot de activiteiten van het bedrijf. Daarom streeft de raad naar een gepast ervaringsniveau in de financiële, economische, sociale, juridische en andere bedrijfskundige aspecten van het internationale bedrijfsleven in het algemeen en de uitgeverij in het bijzonder. Indien er vacatures zijn, zal de raad ervoor zorgdragen dat zodanige kandidaten voor deze positie zullen worden voorgedragen dat ook in de toekomstige samenstelling van de raad voornoemde eigenschappen voldoende zullen zijn vertegenwoordigd.
7
v e r slag • 1999 van de dire c t i e
k e rn c ij fe r s
omzet
stijging t.o.v. vorig jaar b ru t o m a r g e
stijging t.o.v. vorig jaar b e d r i j fs re s u l ta a t
stijging t.o.v. vorig jaar in % van de omzet r e s u l t a a t n a b e l a s t i n ge n
stijging t.o.v. vorig jaar in % van de omzet in % van het gemiddeld eigen vermogen in % van het gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen
1999
1998
1997
1996
1995
9.869 11,5%
8.851 11,4%
7.948 4,6%
7.596 8,2%
7.023 6,8%
6.402 6,4%
6.019 9,9%
5.478 8,6%
5.045 12,8%
4.473 8,1%
1.166 29,1% 11,8%
903 8,1% 10,2%
836 15,3% 10,5%
725 34,2% 9,5%
540 47,8% 7,7%
796 27,8% 8,1%
623 -6,9% 7,2%
670 27,7% 8,6%
523 28,2% 7,3%
408 21,6% 6,1%
12,6%
11,1%
13,8%
12,4%
10,8%
7,5%
7,1%
8,6%
7,4%
6,2%
1995
1996
1997
1998
1999
1995
omzet in miljoen euro’s
c a s h fl ow
1.265
970
905
750
631
netto-investeringen in materiële vaste activa
408
293
457
193
155
56,3%
63,5%
63,9%
61,2%
58,4%
1,70
2,11
2,25
2,16
2,01
66,0 150 2.629
61,2
60,5
59,1
59,5
145 2.326
131 2.164
129 2.024
118 1.978
40
38
36
34
33
762.106
744.871
728.654
693.328
664.904
verhouding eigen vermogen/ totaal vermogen verhouding vlottende activa/ kort vreemd vermogen
11
g r a f i e ke n
in duiz enden euro’s
1996
1997
1998
1999
bedrijfsresultaat in % van de omzet
p e rs o n e e l
gemiddelde bezetting omzet per werknemer salarissen en sociale lasten gemiddelde loonkosten per werknemer g e ge v e n s p e r a a n d e e l
aantal uitstaande aandelen eigen vermogen resultaat na belastingen stijging in % cashflow dividend stijging in % koers ultimo
8,86 1,04 24,9% 1,66 0,42 24,0% 12,10
7,96 0,84 -8,8% 1,30 0,34 0,0% 17,24
7,26 0,92 25,1% 1,24 0,34 20,5% 19,06
6,21 0,73 22,7% 1,06 0,28 19,0% 10,44
5,71 0,60 19,1% 0,93 0,24 20,0% 5,90 1995
1996
1997
1998
resultaat na belastingen in duizenden euro’s
1999
1995
1996
1997
1998
winst- en dividendontwikkeling per aandeel in euro’s
1999 winst dividend
13
ve rs lag v an de di rectie
p ro fi e l
Koninklijke Brill nv is een wetenschappelijke uitgeverij met een rijke traditie en een gevestigde naam. Brill richt zich op internationale nichemarkten, die grotendeels bestaan uit instituten, bibliotheken en wetenschappers. Afnemers bevinden zich met name in (West-)Europa, de Verenigde Staten en Japan. De producten van Brill bestaan uit encyclopedieën, naslagwerken, monografieën en tijdschriften. Hiervan wordt een toenemend aantal ook elektronisch, off line (via c d-rom) of on line (via Internet) aangeboden. s t ra te g i e
Brill positioneert zich in het topsegment van de markt voor wetenschappelijke informatieproducten van hoge kwaliteit, en wil daarin per bestreken niche een positie van betekenis innemen. Om de aantrekkelijke, voor concurrenten moeilijk toegankelijke, sterke positie in geselecteerde nichemarkten te behouden en uit te bouwen, kiest Brill voor een groeistrategie die leidt tot een substantiële groei van activiteiten en daarmee behaalde resultaten. Doelstelling is een omzetniveau van eur 20 miljoen binnen een termijn van vier jaar, met een daarbij behorend resultaat na belastingen van 10%. Brill wil deze doelstelling bereiken door autonome groei, acquisities en samenwerkingsvormen. De specialisatie van Brill ligt traditioneel in de alfawetenschappen. Gezien de beperkte omvang van nichemarkten is in de groeistrategie gekozen voor het verbreden van de bestreken uitgeefgebieden naar afgebakende terreinen van de bètawetenschappen, onder meer in de natuurwetenschappen. In het licht van deze strategie is in de loop van het verslagjaar de uitgeverij Vista Science Press (v s p) te Zeist overgenomen. De activiteiten van deze onderneming, waarvan het zwaartepunt ligt bij tijdschriftenexploitatie, dragen bij aan het streven om de verhouding tussen tijdschriften en boeken in het productenpallet van Brill meer in balans te brengen. r e l ev a n te m a r k to n t w i k ke l i n g e n
Het afzetpatroon in de voor Brill relevante markten was in 1999 opnieuw stabiel, al waren er in de geografische spreiding van de omzet enige verschuivingen. De groei in de Verenigde Staten was aanzienlijk. In Japan trad een duidelijk herstel op in vergelijking met het vorige jaar. De afzet in (West-)Europa vertoonde, met uitzondering van Duitsland, een lichte groei. De toenemende globalisering van de afzet en handel in wetenschappelijke literatuur, gestimuleerd door de communicatie via Internet, dwingt tot herbezinning op de wijze waarop geografische markten moeten worden bediend. Dit geldt
niet alleen voor de relatie met de (boek)handelspartners, maar ook voor de wijze waarop de fysieke distributie van producten wordt ingericht. In het besef dat kwaliteit van producten en dienstverlening in toenemende mate zal moeten worden aangevuld met snelheid van distributie, is besloten de fysieke distributie van boeken in onze grootste deelmarkt, de Verenigde Staten, naar die regio over te brengen en aldaar door een externe distributeur te laten verzorgen. Daarmee verwachten wij de balans tussen prijs, kwaliteit en levertijd verder te kunnen optimaliseren. digit aal uitgeve n
De mogelijkheden die de informatietechnologie biedt, hebben een onmiskenbare weerslag op onze markten en beïnvloeden onze bedrijfsactiviteiten. Brill streeft ernaar de mogelijkheden die informatietechnologie biedt optimaal aan te wenden ten behoeve van informatieaanbod en dienstverlening aan auteurs en afnemers, en tevens ter rationalisering en verbetering van bedrijfsprocessen. Hiervoor zijn investeringen in productontwikkeling en infrastructuur noodzakelijk. Gestreefd wordt deze voor een deel in de lopende exploitatie op te vangen. In de specifieke afzetmarkten is sprake van een wisselende belangstelling voor digitale informatieproducten. Investeringsbeslissingen over informatieproducten worden per afzetmarkt genomen aan de hand van de ontwikkeling van de behoefte in die markt. De vraag naar zogenaamde on line informatie – via Internet – is vooralsnog groter naarmate de actualiteit van de informatie van belang is. Dit lijkt met name in de bètawetenschappen het geval te zijn. Om deze reden is ervoor gekozen vanaf het jaar 2000 in eerste aanleg de inhoud van tijdschriften op deze terreinen on line en tegen vergoeding aan abonnees ter beschikking te stellen. Wij maken daarbij gebruik van de door tijdschriftendistributeurs en andere wetenschappelijke uitgevers in het leven geroepen distributiekanalen via Internet. Op termijn zal Brill deelnemen aan een systeem van onderlinge verwijzing tussen verschillende wetenschappelijke tijdschriften (zogenaamde cross-reference), waarvoor binnen de wetenschappelijke uitgeverijsector al de basis is gelegd. In de alfawetenschappen ligt de nadruk op informatieproducten waarvan de inhoud meer statisch van aard is en een langere actualiteitswaarde kent. De marktbehoefte is hier meer gericht op collectievorming en compleetheid dan op actualiteit. Door middel van digitalisering en zoeksystemen kunnen zeer grote gegevensbestanden zoals encyclopedieën, naslagwerken of woordenboeken, al of niet in combinatie, voor individueel en op maat gesneden gebruik toegankelijk worden
15
gemaakt. Deze categorie informatie kan zowel off line (via c d-rom), als via Internet worden geraadpleegd. De specialisaties van Brill, die deels bestaan uit het in publicaties opnemen en interpreteren van verschillende talen en schriften (onder andere Arabisch, Hebreeuws, Grieks en Chinees), hebben door digitaal publiceren een bijzonder innovatief karakter. Deze uitgaven zijn op dit moment alleen via C D -rom te raadplegen. De grote hoeveelheid door Brill in het verleden gepubliceerd materiaal (‘content’) biedt, mede door het inhoudelijke karakter daarvan, de mogelijkheid deze informatie opnieuw digitaal te exploiteren. Nieuwe boekproducties worden daarom vanaf 1998 in digitale vorm bewaard. Bestaand materiaal van een eerdere datum, waarvoor een marktbehoefte is vastgesteld, wordt projectgewijs in digitale vorm omgezet en met behulp van software toegankelijk gemaakt. Voorbeelden van recente projecten in digitale vorm zijn de Dead Sea Scrolls Reference L i b r a r y en de Encyclopaedia of Islam, beide beschikbaar op c d-rom. In voorbereiding is de Hebrew/Aramaic Dictionary van Koehler-Baumgartner. Bij een aantal van deze projecten wordt intensief samengewerkt met partnerbedrijven die hun specifieke kennis op onderdelen inbrengen en delen in de investeringsrisico’s. De afzet van de inmiddels verschenen digitale informatieproducten voldoet aan onze verwachtingen. p ri n t i n g - o n -d e m a n d
Het in digitale vorm beschikbaar houden van boekproducties schept de mogelijkheid om, door middel van het zogeheten printing-on-demand (p o d), in kleine hoeveelheden te reproduceren en daardoor de oplagen en voorraden van boeken beter af te stemmen op het afzetpatroon. Deze wijze van reproductie van kleine oplagen maakt het mogelijk uitverkocht geraakte boektitels bij geringe navraag opnieuw aan afnemers beschikbaar te stellen. Wij verwachten dat deze (re)productietechniek een bijdrage zal leveren aan een betere beheersing van de boekenvoorraden en van de daaraan verbonden kosten.
Het succesvol inspelen op deze nieuwe marktrelatie vraagt om rationalisering en herinrichting van traditionele bedrijfsprocessen, zoals bij marketing en distributie. Hiermee is bij Brill een start gemaakt en verdere stappen in deze richting zullen in 2000 worden gezet. n i e u w e p r o d u c te n
In 1999 werd het ingezette beleid van vergroting van de tijdschriftenportefeuille voortgezet door het toevoegen van nieuwe titels. De groei van de tijdschriftenomzet werd verder gestimuleerd door de overname van Vista Science Press (v s p), uitgever van onder meer een dertigtal tijdschriften op gespecialiseerde gebieden van de natuurwetenschappen. De in 1998 verworven tijdschriften van Humanities Press in de Verenigde Staten werden verder ontwikkeld hetgeen tot een groei van de omzet leidde. In het jaar 2000 verschijnen vijf nieuwe tijdschriften bij Brill, die door overname en door samenwerking met wetenschappelijke verenigingen werden verworven. Bij de boeken verschenen in het verslagjaar enkele belangrijke naslagwerken, waaronder de driedelige Encyclopaedia of Judaism. De vierdelige Hebrew and Aramaic Lexicon of the Old Te s t a m e n t van Koehler-Baumgartner werd voltooid; een digitale versie van dit woordenboek zal in 2000 verschijnen. Voorbereidingen werden getroffen voor het in 2000 uitbrengen van het eerste deel van de vijfdelige Encyclopaedia of Quran. f i n a n c i ë l e r e s u l ta te n
In vergelijking met 1998 is de omzet in 1999 met 11,5% gestegen. De omzetgroei trad in meerdere mate op bij de tijdschriften dan bij de boeken. Mede als gevolg van de verwerving van Vista Science Press steeg het aandeel van de tijdschriftenomzet in de totale omzet tot 28%. Het zwaartepunt van het boekenuitgeefprogramma lag in het tweede halfjaar, hetgeen de afzet van deze titels door het jaar heen temperde.
communicatie met afnemers
–
– – –
Door de inzet van informatietechnologie verandert de communicatie tussen afnemer en uitgever van karakter: conventionele direct-marketing met inzet van catalogi, brochures en advertenties wordt aangevuld met, en in sommige gevallen vervangen door, informatie via de websites van verschillende bedrijfsonderdelen en van boekhandelaren de toegangsmogelijkheid via websites leidt tot versnelling van het communicatieen bestelproces, al of niet via de boekhandel belangstellingsprofielen leiden tot gerichte en persoonlijke communicatie over een specifiek productaanbod afnemers krijgen rechtstreeks toegang tot relevante administratieve en financiële informatie
De bruto-marge groeide procentueel gezien mee met de omzet, indien rekening gehouden wordt met incidentele factoren, die in 1998 de bruto-marge éénmalig positief beïnvloedden door herwaardering en herberekening van de kostprijzen. De toerekening aan de omzet van de aan afnemers doorberekende tarieven voor de verzending van boeken, en de opname van de hiermee samenhangende portokosten in de kostprijs, leidden tot met vorige jaren onvergelijkbare uitkomsten. Om die reden zijn de betreffende cijfers over vorige jaren herrekend. De brutomarge stond onder invloed van opstartkosten van nieuwe tijdschriften, en van digitaliseringskosten van thans in elektronische vorm raadpleegbare producten zoals de Encyclopaedia of Islam. Een prijsverlaging in de productiekosten had een positieve invloed op de bruto-marge.
17 v o o ru i t z i ch te n
De bedrijfskosten stegen per saldo in bescheiden mate ten opzichte van het niveau van 1998. De gemiddelde loonkosten per werknemer stegen conform de krachtens de c ao verwachte stijging.
Rekeninghoudend met verdere investeringen in de voorbereiding en introductie van digitale uitgeefprojecten, alsmede de daarbij horende (her)inrichting van de daarvoor benodigde bedrijfsprocessen, verwachten wij voor het jaar 2000 een toename van omzet en resultaten. lei de n, 16 maart 2000
De afschrijvingen stegen als gevolg van automatiseringsinvesteringen, gericht op de conversie van software, mede in verband met de millenniumovergang en de nieuwe inrichting van de managementinformatie. Tevens werd de afschrijvingstermijn voor de automatiseringsinvesteringen, gezien de snelheid waarin de ontwikkelingen op dit terrein zich voltrekken, gestandaardiseerd op drie jaar. De overige bedrijfskosten werden positief beïnvloed door het in het verslagjaar gevoerde beleid van kostenbeheersing; een element hiervan vormde de mindere inzet van tijdelijk personeel. o rg a n i s a t i e
Het personeelsbestand is, mede door de overname van Vista Science Press, in de loop van het jaar licht gegroeid. In 1999 vonden minder personeelsmutaties plaats dan in het jaar daarvoor, en werd minder gebruik gemaakt van de inzet van tijdelijk personeel. Door de ontstane krapte op de arbeidsmarkt waren enkele vacatures moeilijk te vervullen. Het gemiddeld aantal medewerkers gedurende het jaar bedroeg 66 (1998: 61,2), waarvan driekwart op fulltime basis en een kwart op parttime basis. De verhouding tussen mannen en vrouwen was 45:55. Aan het begin van het jaar vond, mede in verband met de millenniumovergang, een ingrijpende conversie van de administratieve automatiseringssystemen plaats. Daarbij werd de basis gelegd voor een verbeterd managementinformatiesysteem dat in de loop van het jaar werd ingevoerd. Voorbereidingen werden getroffen voor het in het jaar 2000 verplaatsen van Nederland naar de Verenigde Staten van de uitlevering van boeken voor de Amerikaanse markt. Hiermee wordt een verbetering en een versnelling van de dienstverlening aan de afnemers in deze omvangrijke markt beoogd. o n d e rn e m i n g s ra a d
Op constructieve wijze werd met de Ondernemingsraad overleg gevoerd. Gesproken werd onder meer over de lange-termijndoelstellingen, en de gevolgen daarvan voor de organisatie. Commissarissen woonden tweemaal overlegvergaderingen met de Ondernemingsraad bij.
Mr. r . j . Kasteleijn d i re c te u r
r a p p o r t v a n d e s t i c h t i n g a d m i n i s t r a t i e ka n t o o r k o n i n k l ij k e b r i l l
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 18 van de Voorwaarden van Administratie voor de gewone aandelen op naam Koninklijke Brill nv d.d. 29 juli 1997 brengen wij onderstaand rapport uit. Gedurende het verslagjaar 1999 hebben wij uitsluitend werkzaamheden verricht die verband hielden met de administratie van aandelen op naam waartegenover certificaten aan toonder zijn uitgegeven. Per 31 december 1999 zijn in administratie genomen 762.106 aandelen op naam, à f 2,50 nominale waarde. Van 743.385 aandelen zijn certificaten aan toonder uitgegeven in cf-vorm voor een gelijk nominaal bedrag in de coupures van 1 x f 2,50, 10 x f 2,50, 100 x f 2,50 en 1.000 x f 2,50. Met leedwezen namen wij in augustus 1999 kennis van het tengevolge van een ernstige ziekte overlijden van onze voorzitter, ir. h.p.h. Crijns. Wij verliezen in de heer Crijns een kundig en betrokken bestuurder. In de vacature die is ontstaan door het overlijden van de heer Crijns is met ingang van 23 februari 2000 voorzien door de benoeming van de heer dr. j.c.m. Hovers.
r a p p o r t v a n d e s t i ch t i n g l u c h t m a n s
De Stichting Luchtmans heeft tot doel het verwerven van cumulatief preferente aandelen in het aandelenkapitaal van de vennootschap en het beheren daarvan, daaronder met name ook begrepen het uitoefenen van het, aan die cumulatief preferente aandelen verbonden, stemrecht. De Stichting Luchtmans is in het bezit van een optie om in geval van (dreiging van) overname van de vennootschap evenveel cumulatief preferente aandelen te nemen als overeenkomt met 100% van de (certificaten van) aandelen die zijn geplaatst op het tijdstip van de uitoefening van de optie. Bij uitoefening van de optie behoeft slechts 25% te worden volgestort. De uitoefenkoers is gelijk aan de nominale waarde. Met de Stichting Luchtmans is door de vennootschap overeengekomen dat de optie slechts tot 50% van het geplaatste kapitaal kan worden uitgeoefend indien en zolang de (certificaten van) aandelen zijn genoteerd op de Amsterdam Exchanges n . v . Het bestuur van de Stichting Luchtmans bestaat uit drie bestuursleden b, te weten de heer l. de Visser (voorzitter), de heer mr. j . h. Koningsveld en de heer prof. dr. g . h . m . Posthumus Meyjes, en twee bestuursleden a, te weten de heer dr. mr. j. Kist (vice-voorzitter) en de heer mr. r . j . Kasteleijn (secretaris/penningmeester).
Het bestuur is thans samengesteld uit de heren: Mr. w . f . c . Stevens, bestuurslid b, voorzitter Dr. j . c . m . Hovers, bestuurslid b Prof. dr. p . j. Idenburg, bestuurslid a
Bestuursleden b zijn onafhankelijk van de vennootschap in de zin van Bijlage x van het Fondsenreglement van de Amsterdam Exchanges n . v . leiden, ma art 2000
Het Bestuur De werkzaamheden verbonden aan de administratie van de aandelen, waaronder begrepen de financiële afhandeling van het dividend als gevolmachtigde van de vennootschap, worden verricht door de administrateur van de Stichting: n.v. Algemeen Nederlands Trustkantoor ant te Amsterdam. leiden, ma art 2 000
Het Bestuur o n a f h a n ke l ij k h e i d s ve rk l a ri n g
De Directie van Koninklijke Brill nv en het Bestuur van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill verklaren hiermede, dat naar hun gezamenlijk oordeel voldaan is aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill gestelde eisen als bedoeld in bijlage x bij het Fondsenreglement van Amsterdam Exchanges n.v. lei de n, maart 2000
Directie Koninklijke Brill nv Bestuur van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill
o n a f h a n ke l ij k h e i d s ve rk l a ri n g
De Directie van Koninklijke Brill nv en het Bestuur van de Stichting Luchtmans verklaren hiermee dat naar hun gezamenlijk oordeel is voldaan aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Luchtmans gestelde eisen als bedoeld in Bijlage x van het Fondsenreglement van de Amsterdam Exchanges n . v . Leid en, maar t 2000
Directie Koninklijke Brill nv Bestuur van de Stichting Luchtmans
19
j a a r re ke n i n g • 1999
geconsolideerde balans per 31 december 19 9 9
g e c o n s o l i d e e r d e w i n s t e n v e rl i e s re k e n i n g o v e r 1 9 9 9
23
in dui zenden euro’s
v o o r b e s t e m m i n g r e s u l ta a t ; i n d u i z e n d e n e u r o ’ s
1999
1998
1999
activa
1998
kostprijs van de omzet
9.869 -3.467
8.851 -2.832
b ru t o m a r g e
6.402
6.019
omzet
va st e a cti v a
materiële vaste activa immateriële vaste activa
1.448 2.040
1.505 640
3.488
2.145
p e r s o n e e l s ko s t e n afschrijvingen overige bedrijfskosten
-2.629 -469 -2.138
-2.326 -347 -2.443
vlottende activ a
voorraden en fonds in voorbereiding vorderingen liquide middelen
t o ta a l a ct i v a
2.656 4.527 1.328
2.153 3.304 1.739
-5.236
-5.116
b e d r i j fs re s u l ta a t
1.166
903
8.511
7.196
financiële baten en lasten
19
41
11.999
9.341
r e s u l t a a t u i t g e w o n e b e d r i j fs u i to e fe n i n g v o o r b e l a s t i n ge n
1.185
944
belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
-389
-321
r e s u l t a a t n a b e l a s t i n ge n
796
623
passiva g r o e p s ve rm o ge n
6.754
5.933
v o o rz i e n i n ge n
226
0
ko r tl o p e n d e s ch u l d e n
5.019
3.408
to t a a l p a s si v a
11.999
9.341
g e c o n s o l i d e e r d k a s st ro o m o v e r z i c h t
toelichting algemeen
in duizen den euro’s
1999 1.739
l i qu i d e m i d d e l e n p e r 1 j a n u a r i
h e rr u b ri c e ri n g
1998
De verzendkosten van boeken komen vanaf 1999 ten laste van de kostprijs van de omzet. Eerder werden deze kosten ten laste van de bedrijfskosten gebracht onder aftrek van de aan de klant doorberekende verzendkosten. De aan de klant doorberekende verzendkosten komen ten gunste van de omzet. De cijfers over 1998 en eerdere jaren zijn dienovereenkomstig aangepast.
1.587
o p e r a t i o n e l e k a s st ro m e n
resultaat na belastingen afschrijvingen mutatie voorziening
796 469 226
623 347 -59
1.492
911
Met ingang van 1999 is de jaarrekening opgesteld in euro’s. Ter wille van de vergelijkbaarheid zijn de cijfers van 1998 en de kerncijfers vanaf 1995 omgerekend in euro’s tegen fixatiekoers.
i nv e st e ri n g s ka s st ro m e n
(des-)investeringen materiële vaste activa en immateriële vaste activa (des-)investeringen vlottende activa e np a s s i v a ,e x c l u s i e f l i q u i d em i d d e l e n overige investeringsstromen
-1.812
-796
-114 0
14 0
-1.926
grondslagen voor consolidatie -782
f i n a n c i e ri n g s ka s st ro m e n
d i v i d e n d u i t ke r i n g overige mutaties eigen vermogen
-9 33
-1 24
23 l i qu id e m i d d e l e n p e r 31 d e cem b er
1.328
e u ro
23
1.739
Geconsolideerd worden de financiële gegevens van Koninklijke Brill nv en deelnemingen waarin Koninklijke Brill nv beslissende invloed uitoefent op het bestuur en het financiële beleid. g r o n d s l a g e n v a n v a l u t a o m r e ke n i n g
Vorderingen, schulden en verplichtingen in vreemde valuta zijn omgere ke n d tegen de koers per balansdatum, behoudens voor zover het koersrisico is afgedekt. In die gevallen vindt waardering plaats tegen de overeengekomen (termijn)koersen. De uit de omrekening voortvloeiende koersverschillen worden opgenomen in de winst- en verliesre ke n i n g . g r o n d s l a g e n v a n w a a rd e ri n g
m a te r i ë l e v a s t e a c t i v a
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met een lineaire afschrijving gebaseerd op de verwachte economische levensduur. i m m a te ri ë l e v a s t e a c t i v a
Uitgeefrechten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Afschrijving op uitgeefrechten vindt plaats indien blijkt dat er sprake is van een duurzame waardedaling. Van goodwill is sprake als er bij een acquisitie een verschil is tussen enerzijds de verkrijgingsprijs en anderzijds de netto-vermogenswaarde van de verkregen activa, onder aftrek van aanwezige vorderingen. Goodwill wordt geactiveerd en afgeschreven over een periode van 20 jaar. Overige immateriële activa (merkenrechten) worden lineair afgeschreven over een periode van 10 jaar. f i n a n c i ë l e v a st e a c t i v a
Onder de financiële vaste activa worden de deelnemingen verantwoord. Deze worden gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.
25
toelichting op de geconsolideerde bal an s
v o o rr a d e n
m a te r ië l e v a s t e a c t iv a
De voorraden gereed product en het fonds in voorbereiding worden gewaardeerd tegen kostprijs. De voorraden grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen i n ko o p p r i j s . v o rd e ri n ge n
De vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. o v e ri g e a c t i v a e n p a s s i v a
Alle overige posten in de balans worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
27
in duiz enden euro’ s
g e b o u w e n e n t e rr e i n e n
a n d e r e v a st e a c t i v a
t o ta a l
1999
1998
1999
1998
1999
1998
aanschafwaarde op 1 januari bij: investeringen af: desinvesteringen aanschafwaarde op 31 december
1.671 25 0 1.696
1.671 0 0 1.671
2.093 384 0 2.477
1.800 339 -45 2.093
3.765 408 0 4.173
3.471 339 -45 3.765
afschrijvingen op 1 januari bij: afschrijvingen in boekjaar af: afschrijvingen desinvesteringen afschrijvingen op 31 december
-1.056 -49 0 -1.105
-1.008 -48 0 -1.056
-1.204 -416 0 -1.620
-926 -298 20 -1.204
-2.260 -465 0 -2.725
-1.934 -346 20 -2.260
boekwaarde op 31 december
591
615
857
889
1.448
1.505
g r o n d s l a g e n v a n r e s u l ta a t b e p a l i n g
Onder omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten aan derden onder aftrek van korting en van over de omzet geheven belastingen. De omzet wordt toegerekend aan het jaar waarin de levering heeft plaatsgevonden. Tot de kostprijs van de omzet behoren de mutaties in de vooraad gereed product, de kosten van grond- en hulpstoffen, de kosten van uitbesteed werk, royalties en de kosten van de bure a u re d a c t e u ren. De kosten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen van waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. De afschrijvingen geschieden lineair op basis van de verwachte economische levensduur. Op aanschaffingen in de loop van het verslagjaar wordt naar rato van het tijdsverloop afgeschreven. De belastingen worden berekend op basis van het verantwoorde resultaat, rekeninghoudend met fiscaal vrijgestelde posten en geheel of gedeeltelijk niet-aftrekbare kosten.
De afschrijvingen, die worden toegepast, zijn gebaseerd op een vast percentage van de verkrijgingsprijs per groep van activa volgens onderstaand overzicht: t e r re i n e n gebouwen andere bedrijfsmiddelen
0% 2, 4 en 5% 10, 20, 25 en 33%
De vrije verkoopwaarde van de gebouwen en terreinen bedraagt volgens een taxatie in 1997 eur 1,1 mln. De actuele waarde van de andere vaste bedrijfsmiddelen wijkt niet belangrijk af van de boekwaarde.
i m m a te ri ë l e v a st e a c t i v a u i t ge e f re ch te n
o v e ri g e i m m a t t e ri ë l e activa
goodwill
t o ta a l
1999
1998
1999
1998
1999
1998
1999
1998
aanschafwaarde op 1 januari bij: investeringen af: desinvesteringen aanschafwaarde op 31 december
632 1.341 0 1.973
168 464 0 632
0 60 0 60
0 0 0 0
10 4 0 14
8 2 0 10
642 1.405 0 2.047
176 466 0 642
afschrijvingen op 1 januari bij: afschrijvingen in boekjaar af: afschrijvingen desinvesteringen afschrijvingen op 31 december
0 0 0 0
0 0 0 0
0 -2 0 -2
0 0 0 0
-3 -2 0 -5
-1 -1 0 -2
-3 -4 0 -7
-1 -1 0 -2
boekwaarde op 31 december
1.973
632
58
0
9
8
2.040
640
29
ko rt lopende schulden
v o o rr a d e n e n o n d e r h a n d e n w e r k
1999
1998
gereed product fonds in voorbereiding grond- en hulpstoffen
2.018 632 6
1.644 503 6
totaal voorraden en onderhanden werk
2.656
2.153
v o o r u i t g e f a c t u re e rde omzet (tijdschriftabonnementen 2000) h a n d e l s c re d i t e u re n belastingen en premies sociale verzekeringen overige schulden overlopende passiva totaal kortlopende schulden
v o rd e ri n ge n
1999
1998
2.622 1.278
1.682 894
381 601 137
73 605 154
5.019
3.408
In deze post is de vooruitfacturering van de tijdschriften voor 2000 begrepen. De gemiddelde betalingstermijn bedroeg in 1999: 82 dagen (1998: 86 dagen).
h a n d e l s d e b i t e u re n overige vorderingen totaal vorderingen
1999
1998
3.676 851
2.743 561
4.527
3.304
n i et u i t d e b a l a n s b l i j ke n d e v e rp l i ch t i n ge n
t e rm ij n t ra n s a c t i e s
De onderneming heeft ultimo 1999 ter indekking van de financiële risico’s inzake de us dollar in 1999 termijntransacties lopen ter waarde usd 1,4 mln. b o d e m o n d e rz o e k
Uit een in 1996 in opdracht van de vennootschap uitgevoerd bodemonderzoek is gebleken dat op een gedeelte van het bedrijfsterrein in Leiden sprake is van bodemverontreiniging.
l i qu i d e m i d d e l e n
De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
g r o e p s ve rm o ge n
stand op 1 januari 1999 bij: resultaat boekjaar bij: overige mutaties
5.933
796 25 821 6.754
stand op 31 december 1999
v o o rz i e n i n ge n
stand op 1 januari 1999 bij:reorganisatievoorziening vsp bij:voorziening latente vennootschapsbelasting bij: pensioenvoorziening stand op 31 december 1999
0
91 124 11 226 226
t o e l i c h t i n g o p d e g e c o n s o l i d e e r d e w i n s t - e n v e rl i e s re ke n i n g
v e n n o o t s ch a p p e l ij ke b a l a n s p e r 3 1 d e c e m b e r 1 9 9 9
31
v o o r b e s t e m m i n g r e s u l ta a t ; i n d u i z e n d e n e u r o ’ s
o m z e t e n k o st p r i j s n a a r p r o d u c t , a a n g e p a s t v o o r h e r r u b ri c e ri n g b o e ke n
t ij d s ch ri f t e n
1999
t o ta a l
1999
1998
1999
1998
1999
1998
omzet kostprijs van de omzet
7.093 -2.501
6.726 -2.122
2.776 -966
2.125 -710
9.869 -3.467
8.851 -2832
bruto marge
4.591
4.604
1.810
1.415
6.402
6.019
Met ingang van het boekjaar 1998 heeft er een wijziging plaatsgevonden in de waarderingsgrondslag van de voorraden gereed product en fonds in voorbereiding. De afschrijvingsmethodiek ten aanzien van de voorraad gereed produkt is aangepast aan het verloop van het verkooppatroon. Dit heeft in het boekjaar 1998 geleid tot een positief effect op de bruto marge van eur 200 duizend.
1998
activa v a st e a c t i v a
materiële vaste activa immateriële vaste activa financiële vaste activa
1.402 802 1.267
1.503 640 1
3.471
2.144
vlottende activa
voorraden en fonds in voorbereiding v o rd e r i n g e n liquide middelen
2.369 3.926 760
to taal activa
2.140 3.336 1.729
7.055
7.205
10.526
9.349
passiva
p e rs o n e e l s ko s t e n
1999
1998
lonen en salarissen pensioenlasten overige sociale lasten
2.193 3 433
1.957 0 368
totaal personeelskosten
2.629
2.326
e i ge n v e rm o ge n
geplaatst kapitaal agioreserve algemene reserve resultaat boekjaar
8.64 396 4.698 796
845 406 4.059 648
6.754 p e rs o n e e l s b e s t a n d
Bij de vennootschap waren in 1999 gemiddeld 66,0 werknemers in dienst (1998: 61,2), allen werkzaam in de uitgeverij.
k o rt l o p e n d e s c h u l d e n
schulden bij groepsmaatschappijen overige kortlopende schulden
bezoldiging van de commissarissen
De bezolding van de commissarissen bedroeg eur 32.823. (1998: eur 37.210 bij vier commissarissen).
5.958
t o ta a l p a s s i v a
159 3.613
0 3.391
3.772
3.391
10.526
9.350
v e n n o o t s ch a p p e l ij ke w i n s t - e n v e rl i e s re k e n i n g o v e r 1 9 9 9
t o e l i c h t i n g o p d e v e n n o o t s ch a p p e l ij ke r e ke n i n g
in duizenden euro’s
33
in dui zenden euro’ s
De waarderingsgrondslagen zijn gelijk aan die van de geconsolideerde jaarrekening. 1999
1998 m a te r i ë l e v a s t e a c t i v a
kostprijs van de omzet
9.240 -3.148
8.790 -2.806
b ru t o m a r g e
6.092
5.984
omzet
p e r s o n e e l s ko s t e n afschrijvingen overige bedrijfskosten
-2.304 -465 -2.151
-2.326 -347 -2.384 -4.920
-5.056
b e d r i j fs re s u l ta a t
1.172
928
financiële baten en lasten
9
41
r e s u l t a a t u i t g e w o n e b e d r i j fs u i to e fe n i n g v o o r b e l a s t i n ge n
1.181
969
belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
-388
-321
r e s u l t a a t u i t g e w o n e b e d r i j fs u i to e fe n i n g n a b e la s t i n ge n
resultaat deelnemingen belasting resultaat deelnemingen
r e s u l t a a t n a b e la s t i n ge n
gebouw e n en te rreinen
4 -1
t o ta a l
1999
1998
1999
1998
1999
1998
aanschafwaarde op 1 januari bij: investeringen af: desinvesteringen aanschafwaarde op 31 december
1.671 25 0 1.696
1.671 0 0 1.671
2.091 336 0 2.427
1.797 339 -45 2.091
3.762 361 0 4.123
3.468 339 -45 3.762
afschrijvingen op 1 januari bij: afschrijvingen in boekjaar af: afschrijvingen desinvesteringen afschrijvingen op 31 december
-1.056 -49 0 -1.105
-1.008 -48 0 -1.056
-1.203 -413 0 -1.616
-926 -297 20 -1.203
-2.259 -4625 0 -2.721
-1.934 -345 20 -2.259
boekwaarde op 31 december
591
615
811
888
1.402
1.503
i m m a te ri ë l e v a s t e a c t i v a u i t ge e f re ch te n
793
a n d e r e v a st e a c t i v a
o v e ri g e i m m a t . activa
goodwill
t o ta a l
648 -25 0
3
-25
796
623
1999
1998
1999
1998
1999
1998
1999
1998
aanschafwaarde op 1 januari bij: investeringen af: desinvesteringen aanschafwaarde op 31 december
632 106 0 738
168 464 0 632
0 60 0 60
0 0 0 0
10 0 0 10
8 2 0 10
642 166 0 808
176 466 0 642
afschrijvingen op 1 januari bij: afschrijvingen in boekjaar af: afschrijvingen desinvesteringen afschrijvingen op 31 december
0 0 0 0
0 0 0 0
0 -1 0 -1
0 0 0 0
-3 -2 0 -5
-1 -1 0 -2
-3 -3 0 -6
-1 -1 0 -2
boekwaarde op 31 december
738
632
59
0
5
8
802
640
1999
1998
stand per 1 januari
1
0
verwerving deelneming herwaardering vanwege vermogensmutaties deelnemingen
1.263
55
3
-54
stand per 31 december
1.267
1
f i n a n c i ë l e v a st e a c t i v a
In 1999 waren er deelnemingen in: Brill Academic Publishers, Inc. Boston, usa Humanities Press, Inc. Boston, usa Vista Science Press bv Zeist, Nederland
100% 100% 100%
35
w i n st b e s t e m m i n g
e i ge n v e rm o ge n
s t a t u ta i re w i n s t b e s t e m m i n g s re ge l i n g
1999
1998
845 17 2 864 137
827 13 5 845 154
762.106
744.871
geplaatst kapitaal op 1 januari stockdividend uitoefenen stockopties geplaatst kapitaal op 31 december aantal gewone aandelen van elk nominaal f 2,50 (eur 1,13) op 31 december
In het kader van een personeelsoptieplan staan stockopties uit. In 1999 zijn 1600 optierechten uitgeoefend. In 2000 kunnen nog 2275 optierechten worden uitgeoefend. Daarna eindigt het personeelsoptieplan.
De winstbestemming vindt plaats overeenkomstig artikel 25 van de statuten. Daarin is bepaald dat de winst als volgt wordt verdeeld: a uitkering van dividend over het op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag. b de Gecombineerde Vergadering bepaalt welk bedrag na aftrek van de onder a genoemde uitkering wordt gere s e r v e e rd . c de Raad van Commissarissen stelt het tantième van de directeur vast. d de Raad van Commissarissen stelt in overleg met de directeur de gratificaties van het overig personeel vast. e het bedrag dat resteert na uitkering van het dividend op de cumulatief preferente aandelen, de reserveringen, tantièmes en gratificaties, staat ter beschikking van de Algemene vergadering van Aandeelhouders voor uitkering aan de houders van gewone aandelen.
a g i o re s e r v e v o o rs t e l w i n s t ve r d e li n g b o e k j a a r 1 9 9 9
stand 1 januari 1999 bij: uitoefenen optierechten af: uitkering stockdividend
406 7 -17 -10
stand 31 december 1999
Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt voorgesteld het dividend vast te stellen op eur 0,42 per (certificaat van) aandeel van f 2,50, uit te ke re n als keuze-dividend in contanten dan wel in (certificaten van) aandelen ten laste van de agioreserve.
396
In 1999 is de agioreserve belast vanwege het omzetten van stockdividend in 15.430 (certificaten van) aandelen.
Indien de Algemene Vergadering van Aandeelhouders dit voorstel aanvaardt, wordt de winst over 1999 ad eur 796 duizend als volgt verdeeld: in du izend en eu ro ’s
Dividend (certificaten van) gewone aandelen Reservering Algemene Reserve
a l ge m e n e r e s e r v e
stand 1 januari 1999 bij: uitoefenen optierechten af: uitkering stockdividend
4.059 648 -9 639
stand 31 december 1999
lei de n, 16 maart 2000
Het Bestuur de raad van comm issar issen
Jhr. mr. h . a . van Karnebeek Prof.dr. p . j . Idenburg Dr. mr. j . Kist d i re c te u r
Mr. r.j. Kasteleijn
4.698
320 476 796
a c c o u n ta n t s ve rk l a r i n g
v e rm o ge n s o v e r z i c h t 1 9 9 5 t / m 1 9 9 9
37
i n du iz end en e u ro’ s
o p d ra ch t
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 1999 van Koninklijke Brill nv te Leiden gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder vera n t w o o rd e l i j kheid van de directie van de vennootschap. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstre k ke n . w e rk z a a m h e d e n
Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de directie van de vennootschap daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
1999
1998
1997
1996
1995
v a st e a c t i v a
3.488
2.145
1.696
1.272
1.137
voorraden en fonds in voorbereiding v o rd e r i n g e n liquide middelen kortlopende schulden
2.656 4.527 1.328 -5.019
2.153 3.304 1.739 -3.408
1.816 3.174 1.587 -2.928
1.626 3.032 1.372 -2.788
1.647 3.742 265 -2.808
w e rk ka p i ta a l
3.492
3.788
3.649
3.242
2.846
totale investering
6.980
5.933
5.345
4.514
3.983
e i ge n v e rm o ge n
6.754
5.933
5.287
4.469
3.954
voorzieningen
226
0
58
45
29
totale financiering
6.980
5.933
5.345
4.514
3.983
r e s u l ta te n o v e rz i c h t 1 9 9 5 t / m 1 9 9 9
o o rd e e l
Wij zijn van oordeel dat deze jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 1999 en van het resultaat over 1999 in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 bw2. ’ s - G ravenh age, 16 maa rt 2 000
g e c o r r i ge e rd v o o r h e r r u b ri c e r i n g , i n d u i z en d e n e u r o ’ s
1999
1998
1997
1996
1995
kosten van de omzet
9.869 -3.467
8.851 -2.832
7.948 -2.470
7.596 -2.551
7.023 -2.550
b ru t o m a r g e
6.402
6.019
5.478
5.045
4.473
personeelskosten afschrijving overige bedrijfskosten totale bedrijfskosten
-2.629 -469 -2.138 -5.236
-2.326 -347 -2.443 -5.116
-2.164 -236 -2.242 -4.642
-2.024 -226 -2.071 -4.320
-1.978 -222 -1.732 -3.933
b e d r i j fs re s u l ta a t
1.166
903
836
725
540
financiële baten en lasten resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
19
41
29
19
21
1.185
944
865
744
561
belastingen resultaat gewone bedrijfsuitoefening
-389
-321
-195
-221
-88
resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
796
623
670
523
473
buitengewone baten en lasten
0
0
0
0
-64
r e s u l t a a t n a b e l a s t i n ge n
796
623
670
523
408
omzet
Ernst & Young Accountants
a n n u a l re p ort • 1999
brill
41
r e p o rt o f t h e e x e c u t i v e b o a r d
g e n e ra l
Koninklijke Brill is a publisher with a rich tradition and well-established name in scientific and research circles. It focuses on international niche markets, specifically institutes, libraries and academics. Its customers are largely located in Western Europe, the United States and Japan. Brill’s product range comprises encyclopedias, reference works, monographs and journals, a growing number of which are now also available electronically, either offline (via cd-rom) or on line (via the Internet). s t ra te g y
Brill has established a position at the top end of the market for high-quality scientific information products and its aim is to establish a significant position in each individual market niche. In order to retain and expand its strong, attractive position in the selected niche markets, with their high-entry thresholds for competitors, Brill’s strategy is to focus on achieving substantial growth in activities and the result they generate. Its objective is to achieve sales of eur 20 million within a period of four years and a result after tax of 10% of turnover. It is seeking to achieve this objective via a combination of organic growth, acquisitions and alliances. Brill has traditionally specialized in the humanities. In view, however, of the limited size of the niche markets the company has chosen as part of its growth strategy to seek to extend its scope to cover selected areas of the scientific world, particularly the natural sciences. Against this background the company acquired the publishers Vista Science Press (vsp), Zeist, The Netherlands, during the course of the year under review. This company’s activities, which mainly comprise journals, will help to achieve a greater balance between journals and books in Brill’s product range. r e l ev a n t m a r k e t d e v e l o p m e n t s
Sales patterns in Brill’s main markets again remained stable in 1999, although there were some shifts in the geographical spread of turnover. Growth in the United States was considerable, whilst sales in Japan showed clear signs of recovery in comparison with the previous year. With the exception of Germany, modest rises in sales were recorded in Western Europe. The increasing globalization of sales and trading in the scientific publishing segment, which is being boosted by Internet communications, is forcing a reassessment of our approach to geographical markets. This not only applies to relationships with business partners, but also to the way in which products are physically distributed. Since the quality of our products and services will increasingly need to be supplemented by speed of distribution, we have now decided to transfer physical distribution of books for our largest individual market, the United States, to that region, where we will use an external distributor. We see this as a way of optimizing the balance between price, quality and supply times.
digital publishing
The opportunities created by information technology are having a huge impact on our markets and, therefore, our business activities. Brill’s objective is to make optimum use of the opportunities provided by information technology in order to improve the products and services it provides to authors and customers, and also to rationalize and improve operating processes. This will require investments in product development and infrastructure. Partially these will be financed from current revenues. We have observed in our specific sales markets that interest in digital information products can be somewhat erratic. Investment decisions on information products are, therefore, taken for each market separately on the basis of changing requirements in the specific market. At present, the more up-to-date the information needs to be, the greater the need for on line information via the Internet, particularly in the case of the hard sciences. We have decided, therefore, that from the year 2000 onwards journals in these areas should in the first instance be available on line to fee-paying subscribers. We will be doing this via the Internet distribution channels established by distributors of journals and other academic publishers. In due course Brill will participate in a mutual cross-referencing system that is being set up between various academic journals by publishers in this sector. The focus in the humanities segment is on information products where the contents are of a more static nature and remain relevant for a longer period of time. Demand in this market segment is driven more by the desire to add to or complete a collection than by a need to remain up-to-date. Digitization and search systems can make large volumes of data such as encyclopedias, reference works and dictionaries or combinations of these accessible for individual and customized use. This category of information can be accessed both off line via cd-rom and on line via the Internet. Digital publishing gives a particular innovative edge to the areas in which Brill specializes, such as the inclusion in publications and provision of interpretations of various languages and alphabets (including Arabic, Hebrew, Greek and Chinese). These types of publications are currently only available via cd-rom. Given the contents of the mass of information published by Brill in the past, it is now possible to use this information again in digital form. New book productions from 1998 onwards are, therefore, being stored digitally. Material predating 1998 for which there is proven market demand is being converted into digital form on a project basis, using special software to make it accessible. Examples of recent projects in digital form are the Dead Sea Scrolls Reference Library and the Encyclopaedia of Islam, both of which are available on cd-rom. The KoehlerBaumgartner Hebrew/Aramaic Dictionary is in the process of being digitized. A number of these projects involve extensive cooperation with other companies prepared to contribute their specialized knowledge and share the investment
43
risks. Sales of the digital information products released to date have been in line with our expectations. p ri n t i n g o n d e m a n d
Storing book productions in digital form makes it economically feasible to reproduce them in small runs. This is referred to as ‘printing on demand’ (pod) and enables book printings and inventories to be more precisely tailored to sales volumes. Reproducing small inventories in this way makes it possible for books that have been sold out to be made available again even in the event of only modest demand. We expect these techniques to help to improve our management of book inventories and the related costs.
four-volume Hebrew and Aramaic Lexicon of the Old Te s t a m e n t was also completed, and a digital version of this dictionary will become available in 2000. Preparations are underway for publishing the first part of the five-volume Encyclopaedia of Quran in 2000. f inancial results
Sales in 1999 increased by 11.5% in comparison with 1998. The growth in sales was more marked in the journals segment than in the books segment. The acquisition of Vista Science Press was one of the reasons for journals’ share of total sales rising to 28%. The main focus of the book-publishing program was in the second half of the year, which meant sales of these titles being somewhat lower over the year as a whole.
com mun i c ati on wi t h cu st o m e r s
–
– – –
The nature of communications between customers and publishers is being changed by the use of information technology: conventional direct marketing using catalogues, brochures and advertising is being supplemented and sometimes replaced by information on the websites of various business units and booksellers; website access is accelerating the communication and ordering processes, whether via booksellers or otherwise; interest-profiling is resulting in targeted, personal communications on specific product ranges; customers can now access relevant administrative and financial information directly. Responding effectively to these changes in the market requires rationalization and restructuring of traditional operating processes such as marketing and distribution. Brill has made a start in this respect and will be continuing in this direction in 2000.
n ew p r o d u c t s
The policy of expanding our journals portfolio saw the addition of three new titles in 1999. The acquisition of Vista Science Press (vsp), a specialist publisher whose products include more than thrirty journals in specialized areas of the natural sciences, gave an added boost to growth in sales of journals. The journals acquired in 1998 from Humanities Press in the us continued to develop and recorded growth in sales.
The gross margin grew in percentage terms in line with sales, after making allowance for the fact that new cost calculation and inventory valuation methods had a one-off positive impact on the gross margin in 1998. The decision that charges levied on customers for book shipments should be allocated to sales, with the related mailing costs being included in the cost of sales, means that this year’s figures are not comparable with those of previous years. The relevant figures for the previous years have, therefore, been restated. The start-up costs of new journals and the costs involved in digitizing products such as the Encyclopaedia of Islam, that are now available in electronic form, put pressure on the gross margin. Lower production costs had, however, a positive impact on the gross margin. Net operating costs were slightly higher than in 1998. Average wage and salary costs per employee rose in line with the forecasts based on the Collective Labor Agreement. Automation investments, specifically the software conversion required to ensure a smooth transition to the year 2000 and the restructuring of the management information systems, resulted in a rise in the amortization charge. In view of the rapid pace of developments in this field, it was decided to set a standard amortization period of 3 years for automation investments. The policy of achieving more effective management of costs, one element of which was the decision to use fewer temporary staff, had a positive impact on other operating costs. o rg a n i z a t i o n
Five new journals are to be published by Brill during 2000. These have all been acquired by Brill or are the result of alliances entered into with scientific associations. During the year under review a number of major reference works were published, including the three-volume Encyclopaedia of Judaism. Koehler-Baumgartner’s
Employee numbers rose slightly during the course of 1999, partly because of the acquisition of Vista Science Press. There were fewer staff changes in 1999 than in 1998, and fewer temporary staff were used. The current tightness in the employment market meant that a number of vacancies were hard to fill. The average number of employees in 1999 was 66 (1998: 61.2), of which threequarters were employed on a full-time basis and one-quarter on a part-time basis. The male/female ratio was 45:55.
k e y f i g u re s
A major conversion of our automated administrative systems was completed in early 1999, with one of the objectives of this being to ensure millenniumcompliance. This conversion laid the foundations for the improved management information system introduced during the course of the year.
sales
increase relative to preceding year gross marg i n
Preparations were made to relocate the distribution of books intended for the American market from the Netherlands to the United States in 2000. The purpose of this is to ensure that customers in this vast market receive better and faster service. wo rk s co unci l
Consultations with the Works Council were conducted in a constructive manner and covered issues such as the company’s long-term objectives and the consequences of these for the organization. Members of the Supervisory Board attended two of the consultative meetings.
increase relative to preceding year operating result
increase relative to preceding year as % of sales r e s u lt a f t e r t a x
increase relative to preceding year as % of sales as % of average stockholders’ equity as % of average total capital employed c a s h fl ow
outlook for 2000
Despite the need for additional investments in the preparation and introduction of digital publishing projects and in the establishment and restructuring of the relevant operating processes we expect to achieve an increase in both sales and the results in 2000. leide n, Ma rch 16 2000
r.j. Kasteleijn m a n a g i n g d i r e c to r
45
in thousands of euro s
investments in tangible fixed assets ratio of stockholders’ equity/ total assets ratio of current assets/ current liabilities
1999
1998
1997
1996
1995
9.869 11,5%
8.851 11,4%
7.948 4,6%
7.596 8,2%
7.023 6,8%
6.402 6,4%
6.019 9,9%
5.478 8,6%
5.045 12,8%
4.473 8,1%
1.166 29,1% 11,8%
903 8,1% 10,2%
836 15,3% 10,5%
725 34,2% 9,5%
540 47,8% 7,7%
796 27,8% 8,1% 12,6%
623 -6,9% 7,2% 11,1%
670 27,7% 8,6% 13,8%
523 28,2% 7,3% 12,4%
408 21,6% 6,1% 10,8%
7,5%
7,1%
8,6%
7,4%
6,2%
970 293
905 457
750 193
631 155
56,3%
63,5%
63,9%
61,2%
58,4%
1,70
2,11
2,25
2,16
2,01
66,0 150 2.629 40
61,2
60,5
59,1
59,5
145 2.326 38
131 2.164 36
129 2.024 34
118 1.978 33
762.106
744.871
728.654
693.328
664.904
1.265 408
p e rs o n n e l
average number of employees sales per employee salaries and social security charges average labor cost per employee f igures per share
the number of ordinary s h a re s in issue was stockholders’ equity result aftere tax increase relative to preceding year cash flow dividend increase relative to preceding year year-end quoted price
8,86 1,04 24,9% 1,66 0,42 24,0% 12,10
7,96 0,84 -8,8% 1,30 0,34 0,0% 17,24
7,26 0,92 25,1% 1,24 0,34 20,5% 19,06
6,21 0,73 22,7% 1,06 0,28 19,0% 10,44
5,71 0,60 19,1% 0,93 0,24 20,0% 5,90
consolidated ba lanc e s hee t pe r de cember 31, 19 9 9
consolidated i nc ome shee t for 1999
47
i n t housands of euro s
b e fo r e a p p r o p r i a t i o n o f r e s u l t; i n t h o u s a n d s o f e u r o s
1999
1998
1999
cost of sales
9.869 -3.467
8.851 -2.832
gross marg i n
6.402
6.019
sales
a s s et s
1998
f i xe d a s s e t s
tangible fixed assets intangible fixed assets
1.448 2.040
1.505 640
3.488
2.145
personnel costs d e p re c i a t i o n other operating expenses
-2.629 -469 -2.138
-2.326 -347 -2.443
c u rr e n t a s s e t s
inventories and work in process receivables cash on hand and in banks
to tal asset s
2.656 4.527 1.328
2.153 3.304 1.739
8.511
7.196
11.999
9.341
-5.236
-5.116
operating result
1.166
903
financial income
19
41
result on ordinar y a c t i v i t i e s b e f o re t a x
1.185
944
taxation on result on o rd i n a r y activities
-389
-321
result on ordinar y activities af ter t a x
796
623
liabilities g r o u p c a p it a l
6.754
5.933
p ro v i s i o n s
226
0
c u rr e n t l i a b i l i t i e s
5.019
3.408
to ta l li ab ili ti e s
11.999
9.341
b a la n c e s h ee t su m m ar y 19 9 5 - 19 9 9
in tho u sa n d s o f e ur o s
1999
1998
1997
1996
1995
f i xe d a s s e t s
3.488
2.145
1.696
1.272
1.137
inventories and work in process accounts receivable cash on hand and in banks current liabilities
2.656 4.527 1.328 -5.019
2.153 3.304 1.739 -3.408
1.816 3.174 1.587 -2.928
1.626 3.032 1.372 -2.788
1.647 3.742 265 -2.808
w o rk i n g c a p i t a l
3.492
3.788
3.649
3.242
2.846
total investment
6.980
5.933
5.345
4.514
3.983
s t o ck h o l d e r s ’ e q u i t y
6.754
5.933
5.287
4.469
3.954
long-term liabilities
226
0
58
45
29
total finance
6.980
5.933
5.345
4.514
3.983
i ncome s t a teme nt summa r y 1995-1999
in t h ou s and s of e u ro s
1999
1998
1997
1996
1995
cost of sales
9.869 -3.467
8.851 -2.832
7.948 -2.470
7.596 -2.551
7.023 -2.550
gross marg i n
6.402
6.019
5.478
5.045
4.473
personnel costs d e p re c i a t i o n other operating expenses operating expenses
-2.629 -469 -2.138 -5.236
-2.326 -347 -2.443 -5.116
-2.164 -236 -2.242 -4.642
-2.024 -226 -2.071 -4.320
-1.978 -222 -1.732 -3.933
operating result
1.166
903
836
725
540
financial income/expenses
19
41
29
19
21
result on ordinary activities before tax
1.185
944
865
744
561
taxation on result on ordinary activities
-389
-321
-195
-221
-88
result on ordinary activities after tax
796
623
670
523
473
e x t ra o rdinary income/expenses
0
0
0
0
-64
result af ter ta x
796
623
670
523
408
sales
f c j kete l a a r hoogleraa r archiefwetenschap aan de Universiteit Leiden en de Universite it van Amsterdam
HET T WEEDE GEHEUGEN Het archief vormt ons tweede ge h e u ge n , waarop we te ru g vallen wanneer het menselijke geheugen onvoldoende is als bewijs of voor de herinnering. De vorming van dat tweede geheugen is het onderwerp van dit essay. Volgende jaarve rs l a gen zullen ingaan op het nut van archieven, het behoud, het zoeken en vinden, weggooien of bewaren van wat de samenleving – en ieder mens – archiveert. Ook dit keer wordt een histo ri s ch feit in zijn archiefcontext geplaatst: het 85e l u st rum van de Leidse Un i ve rs i te i t .
THE SECOND MEMORY Archives are our second memory. Future annual reports will enlarge on the use of archives, their preservation, searching, ret ri eving, and selecting the documents s o ci ety is archiving as a second memory. This essay also places this year’s commemoration of 425 years Leiden University in its archival context.
1 Een 35 meter lange rol
van aaneengenaaide stukken in een proces tussen het kapittel van Oud-Munster te Utrecht en de ambachtsheren van Rilland over het recht om de pastoor te benoemen, 1338-1351.
All muniments filed in this 14th-century lawsuit were joined forming a roll of 35 meters.
2
schepping, bewerking en overdracht van informatie zijn de fundamentele bronnen van productiviteit en macht geworden
3
De manier waarop we met informatie omgaan wijzigt zich door technologische veranderingen. Nu zijn dat de computer, Internet en mobiele telefoons. Ze veranderen de manier waarop mensen omgaan met informatie en communicatie, dus met elkaar. De geschiedenis kent meer van deze veranderingen in informatie-
WE LEVEN IN EEN INFORMATIEMAATSCHAPPIJ
technologie en -cultuur. Drie belangrijke waren:
die afhanke l ijk is van info r m a tie in allerlei vo r m .
de mechanisering van het kantoor In Nederland
De acti vi te i ten van pers o n e n, bedrij ve n, ve re n i g-
gebeurde dat rond de Eerste Werel doorlog onder
i n ge n, ove rh e i d s i n sta n ties draaien op info r m a ti e (hoe laat ve rt rekt de tre i n ?, b ij hoeveel gr a d e n gaat de machine aan?, wat is het aantal leden?,
4
invloed van scientific management en de effic i e ncy-beweging. In 1913 schafte de Nederlandsche Bank een adresseermachine aan. Het CBS gebruikte in 1916 als eerste Hollerith-apparatuur. Dit soort machines werd gekoppeld aan boek-
wat is de norm voor ge l u i d s h i n d e r ?), maar sch e p-
houdmachines. In de kantoren, waar men al wel
p en ook info r m a tie die we va st l e g gen en in het
met schrijfmachines werkte, werd ook dicteer5
apparatuur geïntroduceerd.
archief opslaan om later nog eens te ge b ru i ken.
information culture
de uitvinding van de boekdrukk unst en de
Dat was vro e ger niet anders: elke samenleving is in wezen een info r m a ti e m a a t s ch a p p ij. Maar wat de huidige info r m a ti s e ri n g s m a a t s ch a p p ij ke nm e rk t, is dat schepping, bewe rking en ove rd ra ch t van info r m a tie de fundamentele bronnen va n p ro d u cti vi teit en macht zijn gewo rd e n .
50
The way in which we treat information changes in accordance with advances in technology. Today, the computer, Internet and mobile phone come to mind. However, history has seen many more such changes in information technology and information culture, such as the creation of the Greek alphabet in around 730 BC. The Greeks copied it from the Phoenicians, who derived their alphabet from Ugarit
verbreiding van papier. In Europa werden in de 15e eeuw voor het eerst boeken gedrukt. de schepping van het griekse al fabet circa
730 v.Chr. De Grieken namen het alfabet over v a n de Foeni ciërs, die het op hun beurt afle i d d e n uit het schrift stelsel van Ugarit. Dat bestond al rond 1400 v.Chr. Het stelsel gaat wellicht terug op nog oudere inscripties, uit 1800-1900 v.Chr., die gevonden werden in Egypte. Hun bestaan werd in november 1999 bekendgemaakt.
51
9 De stad Utrecht en het kapittel van Sint Marie beëindigden in 1196 een
Ouder dan het alfabet is het schrift. Rond 3500
geschil. Op een blad perkament werd de transactie tweemaal geschreven. Iedere partij kreeg er één. Mocht er een geschil over de echtheid ontstaan, dan konden beide stukken tegenelkaar worden gelegd zodat de doorsneden formule ‘In nomine sancte et individue Trinitatis amen’ weer leesbaar werd. Zo heeft het perkament zelf een sacrale kracht van bewijs, meer nog dan de eraan gehechte zegels of de in het stuk vermelde getuigen (onder wie de ‘consules civitatis’ of raden van de stad: de oudste vermelding in de noordelijke Nederlanden van een gemeenteraad!).
v.Chr. begon men in Egypte en Mesopotamië t e k e n s in vochtige klei te griffen om informatie vast te leggen voor later. Het oudste schrift diende dus niet om informatie uit te wisselen. Boekhouding was er eerder dan het brieven schrijven.
The text of the transaction (1196) was written twice on a sheet of parchment, which then was cut into two documents for both parties. When put together the formula in the middle became readable again, proving the authenticity of the two records. The parchment itself was thus a sacred piece of evidence.
Communicatie ging nog heel lang mondeling. Je hebt er geen extern medium en geen technologie voor nodig. In een orale cultuur put de mens uit zijn geheugen. Zo ging het aanvankelijk in het oude Griekenland. De orale cultuur maakte daar plaats voor een schriftelijke. Na de Romeinse tijd werd het schrift echter weer verdrongen door oral iteit. Informatie en communicatie in de vroeg-West-Europese cultuur gingen vervolgens nog zo’n drieënhalve eeuw mondeling. Toen hervond Europa in de Karolingis che tijd het schrift. De verschriftel ijking verliep geleidelijk. Nog heel lang gebruikte men het schrift als steun voor het in mondelinge overlevering getrainde geheugen. In een orale cultuur hadden symbolische handelingen en voorwerpen een functie als steun voor het geheugen
1 0 Wetten worden niet meer voorgelezen, maar gepubliceerd in het Staatsblad en op Internet
en als herinnering of als bewijs van een formele
Royal acts are no longer read aloud in public, but the Queen still addresses every law: ‘Greetings to all who shall see or hear these presents!’
handeling. Zo werd bij de overdracht van een stuk land een halm of plagge pl echtig en voor 6 De heilige Hieronymus, ca. 1430
iedereen zichtbaar overgereikt. Wij kennen
Saint Jerome, ca. 1430
zoiets nog in het doorknippen van een lint bij de opening van een tentoonstelling, de hand-
script (circa 1400 BC). The latter may, in turn, go back to inscriptions dating from 1800-1900 BC. This discovery, published as recently as November 1999, was made in Egypt. The first scripts were not intended for exchange of information, but rather for recording information for later use. The writing of accounts came before letter writing. For centuries, communication was
slag op de vee- en kaasmarkt, het wisselen van ringen bij een huwelijk. In de middeleeuwen werd aanvankelijk ook een geschrift of het zegel eraan beschouwd als een ‘memory retaining object’. Pas gaandeweg, met de uitbreiding van het ‘perkamenten woord’, krijgt het geschrift de functie van optekening als bewijs. Dan is de door de Engelse historicus Michael Clanchy beschreven ontwikkeling ‘from memory
7 Overhandiging van een twijg (als symbool van het overgedragen
perceel land) maakt de overdracht voor iedereen zichtbaar.
to written record’ begonnen. Begonnen, maar
By transferring a branch the transfer of ownership is made visible.
Mondelinge afkondiging van een wet wordt nog
niet voltooid. Tot in onze eeuw toe behielden we
steeds verondersteld in de aanhef van iedere wet
kenmerken van een cultuur gericht op geheugen
waarin de koningin zich richt tot ‘ Allen, die deze
en op oraliteit. Een CD-speler ‘leest’ het ROM:
zullen zien of horen lezen, saluut!’ De wet wordt
Read Only Memory. Het geheugen wordt net als een boek ‘gelezen’.
niet meer voorgelezen, maar in het Staatsblad en op Internet gepubliceerd. Het originele, door de koningin ondertekende wetsexemplaar wordt
8 Het zegel aan de oorkonde
verbeeldt de koning zelf.
The king is pictured in his seal.
52
opgeborgen in het archief. Eerst bij het Kabinet der Koningin, vervolgens in het Algemeen Rijksarchief, het nationaal geheugen.
53
1 1 Het grootzegel
van koningin Beatrix.
The seal of Queen Beatrix.
1 2 Onderwijs in de vorm van commentaar op de tekst
bepaalt de structuur en de opmaak van het boek: 13e-eeuwse glossen op het Organon van Aristoteles, gedoceerd aan de Theologische faculteit in Parijs.
Structure and layout of the book were determined by the teaching mode: commentating and disputing Aristoteles’ Organon.
wijze van vastlegging De wijze van schriftelijke vastlegging bepaalt niet alleen de vorm, maar ook de inhoud van het geschrift. Zo waren de oudste schrifttekens op kleitabletten net voldoende om tellingen van vee en graan vast te leggen: de boekhouding.
chiefly spoken. In a culture that is mainly oral, information is stored by the human memory. This was the case in ancient Greece, but also in Western Europe, after Roman culture and Roman script had been superseded by a vernacular, oral tradition. After some three and a half centuries, during the Carolingian period, Europe regained its script. Gradually, literacy came. For a long time the written word was regarded merely as a support for a memory trained in processing information orally. A symbolic object can also serve to support or trigger the memory, or serve as evidence. At first, a document and its seal were considered to be memory retaining objects, just as a book could serve as a ‘book of memory’, aiding memory through the lay-out and decoration of its pages. Only gradually did documents become records, or provide evidence of events. That is when archives became our second memory.
Ook de manier van lezen werd zo bepaald door het medium waarop men de tekens vastlegde. Papyrus werd opgerold. Denk aan het scrollen op een computerscherm. Men kon in de rol niet bladeren, zoals in een boek. Anders dan in een rol kan men in een boek snel iets op een bepaalde plaats opslaan en de tekst vergelijken met die op een andere pagina. De gebruiksmogelijkheden van het boek veranderden niet alleen het leesgedrag, maar ook de manier waarop schrijvers hun teksten optekenden en structuur gaven. Iemand die tegenwoordig een rapport met de pen schrijft, ordent en formuleert zijn gedachten en gevoelens anders dan iemand die rapporteert per e-mail. De wetenschap dat een e-mail in enkele seconden arriveert, meteen invloed kan uitoefenen, een prompte reactie uitlokt, beïnvloedt de inhoud van het schrijven en daarmee ook de besluitvorming. Als onze voorouders over e-mail hadden beschikt, zouden hun archieven er anders hebben uitgezien. Sterker nog: door het gebruik van e-mail zouden de gebeurtenissen anders verlopen zijn. De techniek van het vastleggen en archiveren
The way in which events are re c o rd e d determines not only the form, but also the content of the document. If, for example, our ancestors had had email at their disposal, their archives would have been very different. Moreover, archived events would have taken a different course. Someone writing a report with a pen puts down his thoughts and feelings in a different way from someone writing an E-mail.
van informatie beïnvloedt de inhoud van een geschrift. Wanneer bijvoorbeeld een belastingaangifte per diskette wordt ingevuld, worden alle bedragen achter de komma door het programma verwaarl oosd. De aftrekposten zijn dus niet meer gelijk aan de werkelijke uitgaven. De archivering bepaalt dus hoe die kostenposten er uitzien. Ze zijn een fictie van de werkelijkheid.
1 3 Talmud met commentaar (1380-1400). Vaak dienden opmaak en versiering
van de pagina mede als geheugensteun: het boek als ‘book of memory’.
Annotated Talmud (1380-1400). Layout and decorations could serve as mnemonic devices.
Zo heeft het archief niet slechts met het verled e n
54
55
De techniek van archiveren heeft invloed op het heden en op de relatie met de toekomst. De foto die u van uw familie maakt, legt dat familiegroepje vast, archiveert het, maar laat het ook ontstaan.
te maken. De techniek van archiveren heeft invloed op het heden en op de relatie met de toekomst, betoogde de Franse filosoof Jacques
Archivalisering bepaalt niet alleen of en hoe handelingen worden vastgelegd in archieven. Ook in de volgende stadia van archiefverwerking
Derrida in 1995 in zijn Mal d’ archive (Archief-
en archiefgebruik speelt de sociaal en cultureel
koorts). De foto die u van uw familie maakt,
bepaalde ‘software of the mind’ een rol. Mensen
legt dat familiegroepje vast, archiveert het,
vormen, verwerken en gebruiken archieven, daar-
maar laat het ook ontstaan. Omgekeerd: de
bij bewust en onbewust beïnvloed door culturele
burgerlijke stand registreert geen kinderen
en sociale factoren. In d e ene organisatie archi-
die overlijden vóór de geboorteaangifte.
veren mensen anders dan in de andere en binnen
Voor deze instantie zijn ze dus niet geboren. Hiermee bepaalt de geboorteregistratie het leven.
één en dezelfde organisatie doen de accountants dat anders dan de juristen en die weer anders dan de ingenieurs. Niet al leen omdat de wet-
wat gaat aan archivering vooraf? Deze bewuste of onbewuste keuze om iets in
andere professionele (dus sociale en culturele)
aanmerking te laten komen voor archivering deelt dat een baby die snel overlijdt een archi-
vereisten voldoen. Daarom moet de archiefwetenschap, in samenwerking met de organisatiesociologie, de organisatieanthropologie en
valisch feit is en archiveert dit, de andere niet.
andere disciplines, ook de mensen en hun organi-
noem ik: archivalisering. De ene cultuur oor-
‘Quod non est in actis, non est in mundo’ (wat
1 4 Zakagenda van de schilder Jan Toorop waarin afspraken met te portretteren personen.
Notebook of the painter Jan Toorop with appointments with sitters for his portraits.
geving verschillend is, maar vooral omdat ze aan
satiecultuur onderzoeken, naast de sociale,
niet op schrift staat, bestaat niet), aldus een
religieuze, culturele, politieke en economische
oude rechtsspreuk. Archivalisering gaat dus
context. Door zulk onderzoek kunnen we komen
vooraf aan archivering. We moeten iets in de
tot uitspraken over een effectieve en efficiënte
wereld om ons heen met het zoeklicht van de
archiefvorming. Dat is een maatschapp elijk
archivalisering bestreken hebben, het moet
belang in onze informatiesamenleving. Maar we
als het ware archivalisch òplichten, voordat
moeten dat inzicht ook doorgeven aan toekom-
we overgaan tot het registreren, vastleggen,
stige generaties: hen niet slechts laten verstaan
opbergen - kortweg: archiveren. Door archivali-
wàt er gebeurde, maar ook w a a r o m wij het
sering te onderscheiden van archivering krijgen
tweede geheugen zo hebben gevormd.
we beter zicht op de sociale en culturele factoren, de normen en waarden die de creatie van archivalia doordringen. En dat inzicht is van het groo tste belang. In dit digitale tijdperk kunnen we ons immers niet meer de luxe veroorloven rustig af te wachten tot archieven eenmaal gevormd zijn en ze dan bewaren. We moeten al ingrijpen aan het begin van de archiefvorming die niet
For the Dutch registry office, children who died before being registered were effectively never born: in this case, life is determined by the act of registration.
The French philosopher Jacques Derrida argues in Archive Fever (1995) that archives serve not only to preserve the past: life itself and its relation to the future are determined by the archiving technique used. A photograph you take of your family forms a record of that little group, but it also occasions it. For the Dutch registry office, children who died before being registered were effectively never born: in this case, life is determined by the act of registration. To denote the conscious or unconscious choice we make when we consider something worth archiving, I have invented the term archivalisation. By distinguishing archivalisation from archiving, we gain an insight into the social and cultural factors and the standards and values that permeate through the creation of archivalia. In the following stages of records and archives management and use, the socially and culturally determined software of the mind also plays a role. People create, process and use archives, whilst being influenced consciously or unconsciously by cultural and social factors.
l a n g e r meer alleen op papier, maar in toenemende mate elektronisch geschiedt. Als we daarbij niet met de archivalisering rekening houden – wat, waarom en hoe legt men iets in de computer vast – dan worden er nauwelijks archieven gevormd en wordt dus weinig voor het nageslacht bewaard.
1 6 Technische ontwikkelingen beïnvloeden onze communicatie: de gebruiker van deze elektronische agenda (afb. 15)
moet op een speciale manier schrijven, zodat de software de informatie kan lezen en opslaan. 1 5 De elektronische agenda als verlengstuk van ons geheugen.
Technical developments influence the way in which we communicate: the user of this electronic notebook (illustration 15) has to write in a particular way, in order for the software to be able to read and store the information.
An electronic notebook extends our memory. 56
57
1575 - 2 0 0 0 , 425 JAAR LEIDSE UNIVERSITEIT The Year 2000: 425th Annive rs a ry of Leyden Un i ve rs i t y Op dinsdag 8 fe b ru a ri 1575 vond in Leiden de opening van de unive rs ite it p la ats ‘mit alle behoorlycke ende moge lycke solemniteyten ende tri u mp h e n .‘ De besluit vo rming over de sti chting van de Leidse unive rs ite it was sch i e l ijk ve rlopen. Wi llem van Oranje wilde dat de unive rs ite it vóór het begin van de vre d e s o n d e r h a n d e l i n gen met Spanje een vo l d o n gen fe it zou zijn.
1 7 Optocht (triumphe) bij de inwijding van de Universiteit Leiden op 8 februari 1575, ontworpen door Jan van Hout. Na de schutters kwam een praalwagen met een voorstelling van de Heilige Schrift, vergezeld door de vier evangelisten. Zij werden gevolgd door de zinnebeelden van de drie faculteiten: Justitia, Medicina en Minerva. Elk van hen was vergezeld van vier beroemdheden uit het wetenschapsgebied: Julianus, Papinianus, Tribonianus en Ulpianus voor de juridische faculteit, Galenus, Hippocrates, Theophrastus en Dioscorides voor de medische faculteit en Aristoteles, Plato, Cicero en Virgilius voor de letterenfaculteit. Daarna volgden de stadsmuzikanten, de stadsboden, de hoogleraren, curatoren, burgemeesters, schout en de overige magistraten.
De stad Gouda stelde zich op 22 december 1574 kandidaat, maar de keuze van Willem van Oranje voor Leiden gaf de doorslag. Vanuit Middelburg schreef de Prins op 28 december aan de Staten van Holland en Zeeland: de protestants geworden Nederlandse gewesten verdienden een eigen universiteit ‘tot een vast stuensel ende onderhoudt der vryheyt ende goede wettelicke regieringe des lants, niet alleen in zaeken der religie, maer oock in ‘tgene den gemeynen borghelicken welstandt belanght’. Op 2 januari 1575 werd de brief in de Statenvergadering voorgelezen; de afgevaardigde van de Prins meldde dat de Prins Leiden verkoos als vestigingsplaats voor de universiteit, >
Tuesday 8th February 1575 saw the celebration of the opening of Leyden University. Leyden town became strongly involved with the University from the very start. The four Burgomasters of Leyden, together with three governors, formed the board of the University. The town Clerk, Jan van Hout, acted as secretary to the board. He was a man of great organisational skills and enormous energy, which can be seen everywhere in the Leyden
De stoet werd door schutters besloten. Op drie plaatsen in de stad waren triomfbogen opgericht. In het Rapenburg lag een schip met Apollo, Neptunus en de negen Muzen.
Pageant at the inauguration of Leyden University on 8th February 1575, designed by Jan van Hout. At the front is a display portraying the Holy Scripture accompanied by the four Apostles. In the Rapenburg canal is a ship carrying Apollo, Neptune and the nine Muses.
2 1 De universiteit betrok zijn boeken o.a.
van de Leidse uitgevers Raphelengius ( Plantijn’s schoonzoon) en Elsevier.
1 8 Brief van Willem van Oranje aan de Staten van Holland en Zeeland met het voorstel tot stichting van een universiteit, 28 december 1574.
Letter from William of Orange to the States of Holland and Zeeland, proposing the founding of a university, 28 December 1574.
als ‘vast blochuys ende bewaernisse der gantscher landen ende mede eenen onverbrekelicken bandt der eenicheyt der selven niet alleen onder m’ elcanderen maer oock met alle aenpalende provincien’. De volgend e dag reeds - nadat namens Leiden in de wandelgangen nog wat druk was uitgeoefend - stemden de Staten met het voorstel in. Het door het Spaanse beleg berooide Leiden was uiterst tevreden met deze ‘recompense ende belooninge van de vromigheid ende ongehoorde volstandigheid, die de Burgeren derselver stede in hare twee belegeringen gedaan ende vertoond hebben, ende als in versoetinge van den honger, kommer ende ellende by deselve overgekomen, geleden ende gedragen.’ Zoveel haast had men dat met de feestelijke inwijding niet gewacht werd op de officiële stichtingsoorkonde. Pas half februari werd de oorkonde op last van Willem van Oranje opgemaakt. Als stadhouder van Philips II beschikte de Prins over de bevoegdheid de oorkonde op naam van de landsheer Philips II te laten opmaken en van diens
1 9 Het universiteitsgebouw op een penning ter gelegenheid van het derde eeuwfeest van de Leidse Academie, 1875.
Leiden University on a medal commemorating the tricentennial, 1875.
2 0 De Leidse universiteit, circa 1600. Rechts van de academiepoort
de winkel van de universiteitsdrukker Elsevier.
Leyden University, circa 1600. To the right of the university the shop of Elsevier, the official printer to the university.
zegel te voorzien; het stuk werd geantedateerd op 6 januari, de datum waarop de Staten aan drie gecommitteerden opdracht hadden gegeven alles tot de stichting van de universiteit te ondernemen. Dit alles weten we uit de archivalia, die de neerslag vormen van het besluitvormingsproces.
60
The university bought books from publishers in Leyden, including Raphelengius (Plantijn’s son-in-law) and Elsevier.
2 2 Zoals voor het stadsarchief maakte
Jan van Hout ook voor de universiteit een toegang tot de verschillende registers.
Jan van Hout made search aids to the different registers both for the municipal archives and for the University.
Maar die archiefstukken treffen we aan op plaatsen waar men ze niet verwacht. De brief van Willem van Oranje aan de Staten van Holland en Zeeland zou in het archief van de Staten moeten zijn. Daar vindt u echter alleen de samenvatting in het resolutieboek. De originele brief is terecht gekomen in het archief van curatoren der Leidse universiteit. Waarschijnlijk is de brief meegegeven aan de door de Staten benoemde stichtingscommissie, die bestond uit jonker Johan van der Does, de Delftse burgemeester C o r n e l i s Coninck en Gerrit van Hoogeveen, de juridisch a d v i s e u r van de stad Leiden. Via hen (zij werden later curator) kan de brief in het curatorenarchief zijn gekomen. De stad Leiden was natuurlijk nauw betrokken bij de universiteit. De vier Leidse burgemeesters vormden samen met drie door de Staten benoemde curatoren het universiteitsbestuur. De stadssecretaris, Jan van Hout, fungeerde vanaf het begin ook als secretaris van curatoren, al kwam zijn officiële benoeming pas op oudjaar 1586. Jan van Hout had grote organisatorische talenten en een geweldige werkkracht. O v e r a l in de Leidse archieven vinden we er de neerslag van. Niet alleen was hij stadssecretaris vanaf 1564 tot zijn dood in 1609 (met een onderbreking van 1569-1573 toen hij verdacht van o p r o e r i c h e i t a l s balling in Emden moest verblijven) en secretaris van curatoren (tot 1596). Hij was tevens notaris, stadsdrukker, secretaris van het baljuwschap Rijnland en van de academische vierschaar. Hij was een belangrijk taalvernieuwer en dichter. Ook was hij archivaris, hij ordende en beschreef het stadsarchief.
61
2 3 Jan van Hout (1542-1609), secretaris van de stad
Leiden en van curatoren der universiteit.
Jan van Hout (1542-1609), Secretary of Leyden town and of the University board.
archives: he transformed the memory of the town. No fewer than 25 register series, including the journals of Burgomasters and of the court, the book of missives and registers of marriages and of public auctions, were created during his time in office. The changing needs of the local government prompted new means of gathering information, such as census taking and registry of land and property. To allow people to find their way through all these books and University papers, Van Hout had alphabetical registers made at his own expense. The University’s ‘second memory’ was the D a c h b o u c k, in which Jan van Hout noted down everything that happened at the University. We read that, in March 1595, the Burgomasters and governors decided to have ‘pulpita’ made for the 365 folio books in the University Library and that – at the suggestion of
2 5 Interieur van de bibliotheek in 1610. In vijftien jaar was het aantal pulpita
uitgebreid van 9 (zie afb. 24) tot 22. Op deze prent staan de folioboeken met de open zijde naar de lezenaar gekeerd, zoals in bibliotheken gebruikelijk was. In werkelijkheid echter was in de Leidse UB de rugzijde van de boeken zichtbaar
The interior of the Library in 1610. In fifteen years, the number of ‘pulpita’, a reading stand with a bookcase, had increased from 9 (see illustration 8) to 22. As was usual in libraries, the folio books in this picture stand with the open side facing the lectern. In Leyden University Library, however, the spines of the books were visible.
Het tweede geheugen van de universiteit was het D a c h b o u c k waarin Jan van Hout alles noteerde wat er aan de universiteit voorviel. Daaruit, uit de door hem bijgehouden resoluties van curatoren, uit de daarbij behorende (door Van Hout gearchiveerde) bijlagen en uit de acta van de academische Senaat krijgen we een goed beeld van het universitaire bedrijf in de eerste jaren na de oprichting. Een van de zorgen was de universiteitsbibliotheek, sinds 1587 in het Academiegebouw, maar in 1595 overgebracht naar de Begijnenkerk aan de overkant van het Rapenburg. Daar kwamen voor de 365 boeken in folio die de bibliotheek telde pulpita: open boekenkasten met lezenaars. De 188 boeken van kleiner formaat werden in gesloten kasten geborgen. In het D a c h b o u c k (20 maart 1595) lezen we dat curatoren en burgemeesters, na een bezoek aan de bibliotheek, besloten hebben meer pulpita te laten timmeren en - op voorstel van Jan van Hout - de boeken daaraan met ketenen te bevestigen. Met het oog op de groei werden er 407 kettingen van koper (ijzer zou roesten) gemaakt, ze kostten ruim 183 gulden. Tot de eerste schenkingen aan de nieuwe UB behoorden de Opera Omnia van Philips van Leyden, blijkens de inscriptie in het boek geschonken door Jan van Hout. Door dit soort aantekeningen en door uiterlijke kenmerken als de resten van een boekketting worden boeken ook tot books of memory, tot tweede geheugen van hun eigenaar
2 4 Een los blad papier, dat door zijn plaatsing onder de bijlagen bij de resoluties van curatoren betekenis krijgt. Het is het ontwerp door Jan van Hout - gemaakt in 1595 - van de systematische indeling van de universiteitsbibiliotheek: de onderwerpscategorieën werden onderscheiden door een verschillend alfabet; de boeken zelf werden gekenmerkt met de letter van de kast en het volgnummer in de kast.
A sheet of paper significant only for its place among the appendices of the governors’ resolutions. It is the plan for the systematic grouping of the book collection made by Jan van Hout in 1595. The different subject categories were distinguished by a different alphabet; the books themselves were identified by the letter of the bookcase and the serial number in the case.
Jan van Hout organiseerde de stroom aan documenten, de r e g i s t r a t u e r, zodat de stukken hun functie ter ondersteuning van het primaire proces efficiënt konden vervullen. Na het beleg van Leiden begon Jan van Hout het geheugen van de stad te reorganiseren. Liefst 25 series registers werden gevormd: de journalen van burgemeesters en van het gerecht, het missivenboek, de registraties van huwelijken, van openbare verkopingen, enzovoort. Soms kon volstaan worden met de voorheen aan een touwtje geregen cartabelen (cartabulae = kattebelletjes) voortaan in een register te schrijven. Zo waren de stukken makkelijker vindbaar en konden bewijsstukken niet verloren gaan. Andere nieuwe series kwamen tot stand door specialisatie van oudere registraties. Maar belangrijker nog was dat in nieuwe behoeften van het bestuur werd voorzien door nieuwe vormen van informatieverzameling, waaronder een volkstelling en een kadaster. En om de weg te vinden in al die boeken liet Van Hout op eigen kosten door zijn klerken t a f e l e n opten ordre van den ABC maken. Zulke alfabetische toegangen kwamen er ook voor de universiteit, zoals de in 1596 aangelegde Tafel tot des Universiteyts b o u c k e n.
Jan van Hout – these were to be fastened to the pulpits with chains. Anticipating an increase in the number of books, they had 407 brass chains (iron being prone to rusting) made at a cost of 183 guilders. Among the first gifts presented to the new University Library was the Opera Omnia by Philips van Leyden. The inscription in the book tells us that it was donated by Jan van Hout. Notes such as these, and external features such as the remains of a book chain, mean that books are also ‘books of memory’, acting as a second memory for their owner.
.
2 6 Dit handschrift (in de Leidse Universiteitsbibliotheek) heeft nog
een koperen plaatje en een 17e-eeuws kettinkje. De boeken s t o n d e n ondersteboven in de kast (daarom staat de rugtitel omgekeerd): als ze uit de kast werden gehaald lagen ze precies goed op de lezenaar.
This manuscript still has a brass plate and a 17th-century chain. The books stood upside down in the cases (which explains why the spine title is the wrong way round) so that when they were taken out, they would lie the right way up on the reading desk.
62
63
BRONNEN
H E R K O M S T V A N D E A F B E E L D IN GE N
Archief van Curatoren van de Leidse Universiteit in de UB Leiden.
1 Archiefschatten. Duizend jaar vaderlandse g e s c h i e d e n i s (Waanders Zwolle 1991) p. 19
Archief van de stad Leiden 1574-1816 in Gemeentearchief Leiden.
2 Creativ Co llection GmbH
Carruthers, M., The book of memory. A study of memory in medieval culture (Cambridge 1990). Clanchy, M.T., From memory to written record. England 1066-1307 (Oxford 1993). Hobart, M.E. - Z.S. Schiffman, Information ages. Literacy, numeracy and the computer revolution (Baltimore - London 1998). Ketelaar, F.C.J., Jan van Hout’s ‘Registratuer’, in: Nederlands Archievenblad, 84 (1980) 400-412. Ketelaar, F.C.J., Archivalisering en archivering (Alphen aan den Rijn 1998). Ketelaar, E., Archivalization and Archiving, in: Archives and manuscripts. The Journal of the Australian Society of Archivists, 27 (1999) 54-61. Koppenol, J., Leids heelal. Het Loterijspel (1596) van Jan van Hout (Hilversum 1998). Leidse universiteit 400. Stichting en eerste bloei 1575c a . 1 6 5 0 . Catalogus Rijksmuseum (Amsterdam 1975). Molhuysen, P.C., Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche universiteit, I (‘s-Gravenhage 1913). Lunsingh Scheurleer, Th.H. - G.H.M. Posthumus Meyjes (eds.), Leyden University in the seventeenth century. An exchange of learning (Leiden 1975).
3 Techniek in Nederland in de twintigste eeuw, I (Walburg Pers Zutphen 1998) p. 338 4 P. Schneiders, Nederlandse bibliotheekgeschiedenis van librije tot virtuele bibliotheek 5 The Alphabet (the Israel Museum, Jerusalem, 1981) 6 National Gallery of Ireland, Dublin. 7 - 8 E. von Künsberg, Der Sachsenspiegel. Bilder aus der Heidelberger Handschrift (Insel-Verlag Leipzig z.j.) afb. 19 en 67. 9 Het Utrechts Archief, Utrecht. 1 0 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 1 1 Groninger Archieven, Gro ningen. 1 2 - 1 3 R. Schaer, Tous les savoirs du monde (Biblio thèque nationale de France/Flammarion 1996) p. 71 en 145. 1 4 Honderd hoogtepunten uit de Koninklijke B i b l i o t h e e k (Waanders Zwolle 1994) p.107 1 5 Verpakking Palm V organizer (detail) 1 6 Gebruiksaanwijzing Palm V organizer (detail) 17, 21 Leidse universiteit 400. Stichting en eerste bloei 1575-ca. 1650. Catalogus Rijksmuseum (Amsterdam 1975) p. 37, 41. 18, 22, 23, 24, 26 Universiteitsbibliotheek Leiden.
Small, J. Penny, Wax tablets of the mind. Cognitive studies of memory and literacy in classical antiquity (London - New York 1997).
2 0 1798-1998 Koninklijke Bibliotheek. Co llectors and collections (Waanders Zwolle 1998) p. 118
Witkam, H.J., Introductie tot de dagelijkse zaken van de Leidse universiteit van 1581 tot 1596 (Leiden 1969).
2 5 Th.H. Lunsingh Scheurleer - G.H.M. Posthumus Meyjes (eds.), Leyden University in the seventeenth century. An exchange of learning (Brill Leiden 1975) p. 394
Witkam, H.J., De dagelijkse zaken van de Leidse universiteit van 1581 tot 1596, I (Leiden 1970). Witkam, H.J., De financiën van de Leidse universiteit in de 16de eeuw, I (Leiden 1979).
Uitgeverij Brill heeft geprobeerd waar mogelijk de bezitters van de rechten op gebruikt beeldmateriaal te benaderen. Mocht u desondanks menen aanspraak te kunnen maken op beeldrecht, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen.
ontwerp en opmaak Studio Anthon Beeke (Edo Visser) Amsterdam lithografie Colorset Amsterdam drukwerk Calff & Meischke Amsterdam bindwerk Meewis Amsterdam