JAARVERSLAG
STICHTING EVANGELIE EN SAMENLEVING 2012
VOORWOORD DIENSTBAARHEID AAN DE SAMENLEVING VANUIT DE KERK De Rooms Katholieke Kerk die met een alles overziend oog alles van commentaar voorzag en overal in de samenleving wel een woord kon meespreken, die Kerk is voorbij. De invloed van geloof en godsdienst in het hele maatschappelijk leven is veranderd. Van een positie die werd ingegeven door macht en aanzien is deze, onder invloed van een reeks factoren, veranderd in een van dienstbaarheid en betrokkenheid. De openbaring van een reeks schandalen uit het verleden, alsook het verlies van vele leden, maakt dat de Kerk in deze tijd bescheidenheid past. Maar dat mag niet betekenen dat de Kerk van nu de slachtofferrol mag aannemen en zich gaat terugtrekken uit de maatschappelijke ontwikkelingen. Er zijn groepen gelovigen binnen de RK. Kerk die de toekomst van de Kerk zien als een kleine beweging die door terugtrekkende bewegingen met trouwe volgelingen wil komen tot kleine, selecte kerkgemeenschappen. De sociale leer van de RK. Kerk spreekt echter heel uitdrukkelijk uit dat de gemeenschap van gelovigen zich niet moet terugplooien op zichzelf en ze zich niet verre zou moeten houden van de samenleving. Integendeel: het geloof roept mensen op verantwoordelijkheid te nemen voor de samenleving. Dit komt op allerlei gebied tot uiting: in het gezin, de gezondheidszorg, de opvang van daklozen, in het bezoeken van gevangenen, in de politiek, het onderwijs, in ontwikkelingssamenwerking, in sport en recreatie. De Boodschap van Jezus richt de aandacht van de Kerk en de gelovigen op de wereld om hen heen. Door het geloof in de maatschappij te laten doorwerken, wil de Kerk een beschaving van liefde bevorderen. Daarbij wil ze samenwerken met alle mensen van goede wil, gelovig of niet gelovig. We moeten in samenwerking met alle mensen van goede wil, verantwoordelijkheid dragen voor het gemeenschappelijk welzijn met respect voor de waardigheid van elke mens. Kenmerkend voor het katholieke sociale denken over de goede samenleving is de eigen verantwoordelijkheid van mensen. De overheid kan dat niet van ons overnemen; zij moet de betrokkenheid van de burgers mogelijk maken en beschermen. De samenleving wordt van onderop opgebouwd. Hogere instanties moeten niet iets doen wat door lagere instanties kan worden gedaan. De Kerk moet bijzonder oog hebben voor mensen en groepen in de samenleving die in nood zijn en hulp nodig hebben. Die uit zich in daadwerkelijke solidariteit met de zwakkeren en kwetsbaren in onze samenleving. De gelovige mensen moeten zich onbescheiden blijven bemoeien met onrecht in de samenleving en kritisch naar zichzelf blijven kijken. Dat zal onrust met zich meebrengen want je staat namelijk in de belangstelling als je zaken aankaart die de politiek niet bespreekbaar maakt. Zaken als natuurvernietiging, uitholling van de zorg, sexuele en andere uitbuiting, mismanagement door multinationals en banken, armoedeproblematiek, arbeidsmoeilijkheden en huisvestingsproblemen. Als niemand er echt iets van zegt dan is dat een taak voor de Kerk. We hebben daarin in Limburg een lange traditie. Rond 1900 deden zich in Limburg al grensoverschrijdende invloeden gelden op het vlak van cultuur, godsdienst en sociale verhoudingen. 1
De priester van het bisdom Limburg Dr. Poels, wist hoe dringend noodzakelijk de katholieke brug naar de moderne tijd was. Geen zich terugtrekkende Kerk maar een Kerk die zich ook verantwoordelijk wist voor sociale zorg in de samenleving. Hij gaf zijn eigen antwoord op de sociaal-culturele verschillen in Limburg door het concept van de standsorganisaties tussen welke aan harmonie werd gebouwd. De door Poels in het leven geroepen ‘aalmoezeniers van sociale werken’ bemerkten in 1964 dat een andere wijze van werken nodig geworden was en nog voor het tweede Vaticaans Concilie de universele vergadering van de bisschoppen 1962/1965 gaven zij de betrokkenheid bij de samenleving al op een nieuwe wijze gestalte. Het Vaticaans Concilie benadrukte met het conciliedocument ‘Gaudium et spes’ hun aanpak. De opnieuw verwoorde sociale leer van de Kerk was helemaal hun legitimatie. De huidige groep aalmoezeniers van sociale werken, wil vanuit de legitimatie van de sociale leer en vanuit de opdracht van de bisschop van Roermond die de RK. Kerk in Limburg vertegenwoordigt, blijven werken aan een betere samenleving door met de provinciale overheid in Limburg en met andere maatschappelijke welzijnsorganisaties dienstbaar te zijn aan allen die op sociaal en maatschappelijk terrein hulp, zorg en aandacht nodig hebben. Binnen de landelijke RK.Kerk zijn er meerdere groepen en organisaties actief met welke de Dienst Kerk en Samenleving van Limburg waarbinnen de aalmoezeniers van sociale werken werkzaam zijn, contacten heeft. • de Bisschoppelijke Commissie Justitia et Pax Nederland • het Katholiek Netwerk (KN) en Verband Katholiek Maatschappelijke Organisaties (VKMO), • Pax Christi Nederland • de Landelijke Instelling voor het rooms-katholiek Arbeidspastoraat in Nederland (LIAN), die interkerkelijk samenwerken in de Dienst in de Industriële Samenleving vanwege de Kerken (DISK) • de hoofdaalmoezenier van het justitiepastoraat • Diakens Vereniging Nederland • Cordaid Nederland • Diaconale Alliantie • Vincentius Vereniging Nederland • Landelijk Katholiek Diaconaal Beraad (LKDB).
Juni 2013 Wim van Meijgaarden sss Hoofdaalmoezenier
2
INHOUD Voorwoord
blz. 1
Deelverslagen 1. Wim van Meijgaarden sss
blz. 5
2. Lic. Alexander de Graaf Woutering
blz. 7
3. Drs. Marielle Beusmans
blz. 10
4. Drs. Jo Beckers
blz. 14
5. Drs. Hub Vossen blz. 17
Samenstelling van het team blz. 24
3
DEELVERSLAGEN 1. WIM VAN MEIJGAARDEN sss Daar waar de stafmedewerkers/aalmoezeniers een dienstverband hebben van 0.8 tot 1fte, is de hoofdaalmoezenier voor 0.3fte vrijgesteld voor zijn taak. Het zijn veelal structurele werkzaamheden. 1. De hoofdaalmoezenier geeft leiding aan de Dienst Kerk en Samenleving door welke de aalmoezeniers van sociale werken zijn ingeschaard in de organisatie van het Bisdom van Roermond. Hij overlegt tweewekelijks met de aalmoezeniers en samen bepalen zij het beleid van werken en samen evalueren zij. Hij zit hun vergaderingen voor. 2. Om de belangen van de aalmoezeniers en de mensen met en voor wie zij werken in het bisdom te behartigen, maakt hij deel uit van de Staf van de bisschop van Roermond. Daarbinnen heeft hij de portefeuille ‘Kerk en Samenleving’. Als zodanig is hij de aanspreekbare voor de zaken en kwesties die de betrokkenheid met de samenleving betreffen. Hij maakt om diezelfde reden deel uit van de Priesterraad, de Dekensvergadering en de Diocesane Pastorale Raad. 3. De hoofdaalmoezenier en zijn medewerk (st)ers zijn voor de bisschop van Roermond de directe gesprekspartner voor samenlevingsvraagstukken. 4. Het bezoeken van landelijke en diocesane bijeenkomsten betreffende het maatschappelijke, charitatieve en dienstverlenende werk van de christelijke kerken (ook oecumenisch) hoort bij het werk van de aalmoezeniers en de hoofdaalmoezenier. Het versterkt hun netwerk en vergroot hun mogelijkheden tot ondersteuning. 5. Van het Algemeen Bestuur LWV Limburgse Werkgeversvereniging is de hoofdaalmoezenier adviserend lid. Hij bezoekt de vergaderingen, adviseert en helpt bij het organiseren van de jaarlijkse ‘retraite voor werkgevers’ in het kader van de bezinning op hun leiderschapskwaliteiten, die hij ook meemaakt. Hij heeft zo nodig contact met de voorzitter en de secretaris. 6. Hij onderhoudt contacten met de instanties voor wie en met welke de andere aalmoezeniers werken, voor zover zij dat nodig achten. 7. Hij zit de vergaderingen van de ‘Stichting Evangelie en Samenleving’ enkele keren per jaar voor. 8. Hij onderhoudt, mede met het bestuur van de stichting Evangelie en Samenleving en een vertegenwoordiger van de aalmoezeniers de kontakten met de Provincie Limburg, en andere ondersteunende stichtingen. 9. Hij geeft, op verzoek, lezingen over het werk van de aalmoezeniers. Dat waren het afgelopen werkjaar het dekenaat Maastricht, de interne theologische opleiding van het bisdom in 5
Rolduc, de dekenaten Lommel en Peer in België, de parochie Meerssen en de commissie ‘solidariteit’ van de Paters van het heilig Sacrament. 10. Hij tracht het werk van de aalmoezeniers te bevorderen door te overleggen met individuele dekens en individuele parochiebesturen.
6
2. Lic. Alexander de Graaf Woutering Gedurende het jaar 2012 was ik werkzaam als deken van het dekenaat Horst, dat sedert 1 mei samen valt met de gemeentes Horst aan de Maas en Peel en Maas en als pastoor van een negental parochies met 8 kerkgebouwen. Het dekenaat Helden werd samengevoegd met het oude moederdekenaat Horst waardoor het territorium en het aantal parochies verdubbelde; territoriaal is Horst het grootste dekenaat van Limburg geworden. De integratie van de geledingen van het opgeheven dekenaat in de Horster structuren vergde veel tijd. De kerksluiting en het proces van herbestemming van de Horster St. Norbertuskerk nam eveneens veel tijd in beslag vanwege de verwevenheid van zakelijke met emotionele kanten. Daarnaast diende ook de diaconie goed ter hand genomen te worden. In het voorbije jaar ontwikkelde het project DiaconieNU zich goed op het terrein van kleinschalige maar zeer diverse vormen van steun en hulpverlening. Een enthousiaste, grotendeels jonge ploeg vrijwilligers ontplooide en ontplooit activiteiten welke onder meer gericht zijn op en het versterken van maatschappelijke cohesie. Dienend en bindend leiderschap is daarbij onmisbaar, alsook vorming en overdracht van kennis en vaardigheden, opdat duurzaamheid kan ontstaan in alle facetten van het dienstwerk. De parochies van het dekenaat hebben middels presentaties kennis genomen van de activiteiten van DiaconieNu en sluiten in toenemende mate hierbij aan met vrijwilligers en doorverwijzing hetgeen eveneens bindende werkingen heeft over de grenzen van traditionele parochies heen. De publicatie van de Horster werkwijze –diaconaal en vanuit het subsidiariteitprincipe- in het theologisch tijdschrift ‘Communio’ mondde uit in presentaties voor de Diocesane Pastorale Raad, de diocesane Dekensvergadering alsook voor relevante gremia in de dekenaten Venlo en Venray. Ik raakte betrokken bij de commissie tot herziening van het diocesaan dekenaatsreglement. Deze commissie poogt het reglement aan te passen waardoor het dekenaat meer bestuurs- en servicelaag kan zijn voor de afzonderlijke parochies. Bij pastoors wekt dit onrust daar men vreest dat autonomie ingeleverd moet worden. De teruggang van het aantal pastores, vrijwilligers, kerkgangers en financiën maakt aanpassingen echter meer noodzakelijk dan ooit. In de volle breedte van het dekenaat wordt gezocht naar mogelijkheden om te komen tot aanpassingen van de veel te grote kerkgebouwen aan de nieuwe ontwikkelingen. Bovendien worden initiatieven ontplooid om de kerkgebouwen anders te gebruiken; cultuur, diaconie en gemeenschapsbindende activiteiten. Er is overleg met gemeentes, provincie en bisdom. Bij deze werkzaamheden heb ik de Venrayse accenten uit mijn vorige aalmoezeniersperiode als uitgangspunt genomen, vanuit de overtuiging dat een goed functionerende lokale diaconale kerk met een warme, menselijke uitstraling door nabijheid werkelijk een zegen kan zijn voor het geheel van de samenleving ter plaatse; geloof inspireert mensen duurzaam o.a. tot verantwoordelijkheid en burgerzin, goed functionerende gelovigen verwezenlijken de Sociale Leer van de Kerk ten bate van het geheel van de samenleving. De samenwerkingsverbanden binnen het Horster dekenaat dienden opnieuw leven te worden ingeblazen, echter herstructurering is nooit een doel op zich, daar dit een louter administratieve 7
benadering of oplossing zou zijn van bijvoorbeeld het toenemende priestertekort. De herstructurering dient uiteraard tot revitalisering van de geloofsgemeenschappen, hetgeen een voortdurend proces inhoudt en gelijke tred dient te houden met de herstructurering. Zowel voor menig priester als voor veel actieve vrijwilligers blijkt het moeilijk om te werken aan vormen van revitalisering waarbinnen de leek méér en de priester minder zichtbaar wordt. Dit vraagt een omslag van denken over de Kerk die niet langer een klerikale aangelegenheid hoort te zijn, maar veeleer de geloofsgemeenschap waarbinnen leken en geestelijken elk hun taak hebben, zodat de revitalisering welke uit de herstructurering voortkomt niet een noodzakelijk kwaad lijkt van het priestertekort maar juist een opnieuw zuiver beleven van hoe de geloofsgemeenschap harmonieus leeft vanuit de bronnen van haar ontstaan en Bestaan. Het is een boeiende uitdaging om deze cultuuromslag mee te mogen voltrekken op dit nieuwe niveau en om opnieuw vorm proberen te geven in de concreetheid van het alledaagse parochieleven in een deel van NoordLimburg. Als docent Sociale Leer van de Kerk aan de priesteropleiding Groot seminarie Rolduc en het Theologisch Instituut Rolduc alsook als stagepastoor van aanstormende geestelijken heb ik de gelegenheid een nieuwe generatie clerus voor deze materie van nieuwe werkwijzen gevoelig te maken.
Het Bedrijfsleven Via de studieclub Noord-Limburg van het LWV verneem ik in ontspannen sfeer veel noodzakelijke wetenswaardigheden aangaande maatschappelijke en economisch relevante themata. De leden dragen doorgaans zelf deze themata aan. Men blijkt in dit gremium sensibel ten aanzien van mijn eigen interesseveld, te weten ethische implicaties van louter economisch denken en handelen, zoals men breed onderkent de noodzaak van maatschappelijk verantwoord ondernemen, kennisoverdracht en duurzaamheid in meest brede zin. Drie maal verzorgde ik in de sfeer van Kerstmis een sessie, gedurende welke ik de leden en hun partners liet kennis maken met de Sociale Leer van de Kerk en de toepassingen ervan, alsook liet ik hen kennis maken met moderne vormen van diaconie in stedelijke situaties waar ook ondernemers actief in kunnen zijn, hetgeen meteen herkend en opgepakt bleek te worden. In discussies lieten de werkgevers diverse malen het achterste van hun tong zien inzake vrijwilligerswerk, hun eigen idealen en gedrevenheid ten aanzien van de studieclub, het LWV en hun eigen functioneren in de lokale gemeenschap. Over de bedrijfsvoering van een dekenaat anno 2012 hield ik een presentatie.
Provinciaal Als diocesaan geestelijke adviseur woon ik zo veel mogelijk de hoofdbestuursvergaderingen bij van de Limburgse Katholieke Vrouwenbeweging. De LKV streeft naar volwaardig participeren in de maatschappij van haar leden en belangstellende niet-leden die nauwelijks betaalde arbeid verrichten maar wel zeer actief zijn in het vrijwilligerswerk. De LKV tracht te voorkomen dat haar leden in een isolement komen door het organiseren van activiteiten die saamhorigheid, zelfvertrouwen en ontplooiing stimuleren. Lidmaatschap is een vorm van maatschappelijke participatie.
8
Fondswerving en toenadering tot andere vrouwenorganisaties met behoud van eigen identiteit komen daarbij dan ook op mijn pad. De commissie ‘Identiteit’ ondersteunt de vereniging middels studiedagen en spiritueel-liturgische sessies omtrent de betekenis en de beleving van de letter K, die voor ‘katholiek’ maar derhalve ook voor kwaliteit, inhoud en diepgang staat. Op dat gebied gaf ik enkele studiedagen opdat een meer bewust beleven van de K blijft leiden tot maatschappelijk engagement. Dit vertaalt zich in de grote hoeveelheid vrijwilligerswerk dat vanuit het LKV verricht wordt in eigen thuisfront van dorp of stad. Overdracht van kennis, ontwikkeling van vaardigheden, dienend en bindend leiderschap komt men dan ook op alle fronten van de vereniging tegen. Via jubilea van lokale afdelingen maakte ik veelvuldig kennis aan de basis. Het toenemend priestertekort is hieraan debet, maar geeft wel de mogelijkheid de afdelingen te begeleiden in zelfwerkzaamheid op liturgisch en spiritueel gebied. Bovendien ving ik zaken op die het hoofdbestuur soms leken te ontgaan doordat men ter plaatse niet slagvaardig was in communicatie. Computercursussen, alleengaanden, bijscholing van bestuursleden staan eveneens hoog op de agenda van het provinciaal bestuur, dat mijns inziens goed weet in te spelen op de behoeften van de achterban, mede dank zij de administratieve medewerkster van het kantoor te Sittard. Activiteiten die tot doel hebben leden meer en gezonder te laten bewegen mogen bezien worden in het licht van duurzaamheid; maatschappelijke stages voor middelbare scholieren in deze vrijwilligersorganisatie vol projecten zonder winstoogmerk ontwikkelen bij jonge mensen enige notie van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Diversen Enkele activiteiten vermeld ik kort; zij behoren niet direct tot het strikte aalmoezenierswerk, maar komen er niet zelden uit voort of vergemakkelijken juist mijn reguliere bezigheden. Zo ging ik naar enkele symposia en studiebijeenkomsten, nam ik deel aan ad hoc-werkgroepen, neem ik deel aan besturen van stichtingen met culturele of financiele oogmerken en koester ik relaties vanuit mijn famille met kringen in en rond de Koninklijke Marine -een technisch zeer hoogwaardig bedrijf met een heel eigen ‘werknemerscultuur’’- en met leden van de Johannieter Orde die zich inzetten op terreinen van diaconie en zelf erg interessante relatiebestanden onderhouden waar men veel van kan leren. Als trait d’union tussen enkele jonge bewogen marine-officieren en enige jongeren die hun inspiratie putten uit hun lidmaatschap van de Jongerenvereniging van de Johannieter en Maltezer Orde leverde ik wederom een bescheiden bijdrage aan de directe en kostenloze levering van medicijnen en hulpgoederen voor een particulier project in de Derde Wereld.
9
3. Drs. Marielle Beusmans In mijn eerste werkjaar (2011) bij de dienst Kerk en Samenleving stond kennismaking centraal. Kennismaking met het bisdom Roermond en de Limburgse samenleving en het werkveld -LLTB en de vrouwenorganisaties ZijActief en KVG- dat mij was toevertrouwd. In 2012 kon ik mijn opgedane basiskennis en ervaringen verdiepen door onder andere deel uit te maken van commissies voor beleidsontwikkelingen. Dialoog, openheid en opbouwen van draagvlak stond centraal in dit proces. Ik leerde dat ‘doelrationaliteit’ van het handelen binnen deze organisaties hoog is. Kwaliteitseisen wegen zwaar in een belangenbehartigingsorganisatie en vrouwenorganisaties die volop in de samenleving van nu staan en voortdurend antwoorden zoeken op veranderingen die zich op hun terrein voordoen. Mijn rol en positie zie ik als leggen van verbindingen, bemiddeling en vertegenwoordiging. Daarbij ligt het accent op het grensoverschrijdende missionaire aspect en op terugkoppeling naar de zendende instantie.
Beleidsplannen
In de nieuwe beleidsplannen van ZijActief en KVG Limburg en de beleidsnotities van de commissie Identiteit en Ledenzorg bij de LLTB wordt gesproken over positionering en de identiteit. De thema’s ‘duurzaamheid, kennisintensiteit en bindend leiderschap’ zijn daarin nauw met elkaar verweven. De vrouwenorganisaties ZijActief en KVG willen zich aanpassen aan de eisen van de nieuwe tijd om zo een duurzame toekomst tegemoet te zien. Om daarin te slagen is vernieuwing de rode draad. Ook de commissie Identiteit en Ledenzorg is zich bewust van de veranderingen van deze tijd. Dit heeft gevolgen voor ondernemerschap, het dagelijks handelen van boeren/ ondernemers en de werkgroep ontwikkelingssamenwerking. Veel leden van de LLTB laten hun kracht zien in hoge kennisintensiteit. Met hoogwaardige producten, innovatieve productiemethoden en efficiënte distributietechnieken weten Limburgse ondernemers hun positie op Europese en mondiale markten te handhaven of zelfs te versterken. Sommige ondernemers kunnen die complexe en veeleisende omgeving niet aan en krijgen te maken met grote financiële en/of sociaal-emotionele problemen. Bij bindend leiderschap in vrouwenorganisaties ZijActief en KVG denk ik aan zeer uiteenlopende kwaliteiten die verwacht worden van haar leiders om zelfsturing en aansturing van afdelingen in balans te houden. Leden hebben behoefte aan een inspirerend en ondernemende leider, die een eigen koers bepaalt in overeenstemming met de visie en strategie van de organisatie en in staat is de leden met elkaar en aan de organisatie te binden.
10
Beleidsplannen van ZijActief en KVG Vernieuwing In het werkjaar 2012 kwam het proces van visievorming binnen de vrouwenorganisaties ZijActief en KVG Limburg tot een voltooiing. Tijdens de jaarvergaderingen in het najaar van 2012 hebben beide vrouwenorganisaties trots het nieuwe beleidsplan voor de komende vier jaar aan haar leden gepresenteerd. Het beleidsplan is met groot enthousiasme ontvangen. Er is bij de tot stand koming van deze beleidsplannen veel geluisterd naar wat er leeft aan de basis. Het afgelopen jaar werden bevindingen teruggekoppeld tijdens speciale bijeenkomsten en indien nodig aangescherpt. Het was duidelijk dat er een koerswijziging nodig als als deze vrouwenorganisaties ook de komende jaren een belangrijke rol willen vervullen voor haar leden en in de samenleving. Het schrijven van deze beleidsplannen is een belangrijk bewustwordingsproces geweest, zowel voor de provinciale besturen alsook voor haar leden.
Verbindingen Opvallend in beide beleidsplannen is de wens om ruimte te creëren voor nieuwe verbindingen. Enerzijds vindt dat binnen ieders eigen organisatie plaats. Beide vrouwenorganisaties realiseren zich dat de organisatiestructuur van lokale afdelingen vernieuwd dient te worden. Meer open en dynamisch. Hierdoor kunnen nieuwe verbindingen ontstaan. Dit vraagt een andere vorm van leiderschap. Leiderschap dat bindend is naar binnen en een open en dynamische uitstraling heeft naar buiten. Anderzijds wordt steeds meer gezocht naar samenwerken met andere vrouwen- en maatschapelijke organisaties. Samenwerken levert vele voordelen op. De eerste stappen in deze richting zijn inspirerend en zullen zeker leiden tot gezamenlijke projecten. Deze samenwerking vindt allereerst binnen de provincie Limburg plaats. Daarnaast zijn er ook samenwerkingsverbanden en netwerken op landelijk niveau en over landsgrenzen heen.
Talentontwikkeling Beide organisaties zijn een inspiratiebron voor vrouwen om hun dromen en ambities waar te maken. Op interactieve wijze worden vrouwen geïnspireerd en uitgedaagd om hun talent te ontdekken dan wel verder te ontwikkelen. De vrouwenorganisaties realiseren zich welke belangrijke rol zij spelen in dit proces door haar leden een gevarieerd aanbod van activiteiten en lezingen te bieden. Zo wordt kennis en ervaring gedeeld.
Beleidsnotities voor Identiteit en Ledenzorg Op koers In 2012 waren er binnen de commissie Identiteit en Ledenzorg regelmatig discussies over de veranderende tekenen des tijds. Deze veranderingen hebben gevolgen voor haar activiteiten. In de beleidsnotitie ‘Op koers’ heeft de commissie Identiteit en Ledenzorg het LLTB bestuur geïnformeerd over haar missie en visie. Vanuit de commissie Identiteit en Ledenzorg zijn de volgende deelnotities geschreven.
11
Ledenzorg Veranderingen in het ondernemerschap leiden er toe dat LLTB leden andere ledenzorg nodig hebben dan een decennium geleden. In het verleden hadden leden vooral behoefte aan sociaal-emotionele begeleiding. Tegenwoordig wordt een vertrouwenspersoon ingezet bij probleemsituaties veroorzaakt door een financieel probleem. Advies op financieel gebied is allereerst nodig. In tweede instantie wordt sociaal-emotionele begeleiding geboden om de spanningen in het gezin en op persoonlijke vlak weg te nemen.
Commissie Ontwikkelingssamenwerking De commissie Ontwikkelingssamenwerking heeft het afgelopen jaar gebruikt om zich te bezinnen op haar rol en inzet voor boerenorganisaties in ontwikkelingslanden voor de komende jaren. Bij dit proces werd ook Agriterra -een landbouwontwikkelingsorganisatie gericht op het buitenland- betrokken. Voor de LLTB is internationale uitwisseling synoniem voor werken aan duurzaamheid. Zij wil met haar landbouwkennis en ervaringen om te werken vanuit een coöperatie gedachtegoed, boerenorganisaties elders ondersteunen in hun maatschappelijk ondernemersschap. Door globalisering is er veel veranderd. Dit betekent voor de LLTB dat er minder mogelijkheden zijn om een ‘van boer tot boer’ project op te pakken. Er is meer behoefte om Agripoolers –deskundigen- voor een korte en gerichte missie uit te zenden.
Ethiek
In het dagelijks handelen van ondernemers spelen normen en waarden een vanzelfsprekende rol. Ondernemers hebben aandacht voor waarden als welzijn, duurzaamheid, autonomie en rechtvaardigheid. Regelmatig moeten ondernemers hun positie bepalen in discussies over bevoegdheden en verantwoordelijkheden. In een notitie heeft de commissie Identiteit en Ledenzorg een eerste stap gezet om samen met vakgroepen ethische kwesties op een professionele manier met haar leden te bespreken.
Zingeving
Vrouwenorganisaties van nu staan open voor vrouwen met verschillende levensovertuigingen. Spiritualiteit, zingeving en verdieping komt veelvuldig in hun programma’s terug. Hierbij is een ontwikkeling -die zich ook elders in de geseculariseerde samenleving voltrekt- zichtbaar. Zingeving en spiritualiteit is steeds minder verbonden aan een katholieke (kerkelijke) geloofsovertuiging. Bronnen van verschillende levensovertuigingen worden geraadpleegd en gebruikt. In het jaar 2012 is er veel samen gevierd bij ZijActief. Soms op een meer traditionele manier tijdens een jubileumviering, Mei-viering of een bedevaart naar Kevelaar. De openingsviering bij Dagen voor Alleengaanden en de Algemene LedenVergadering zijn meditatief van opzet.
12
In deze meditatieve vieringen wordt geluisterd naar hedendaagse liederen met teksten die aansluiten bij het thema. Toerusting op het gebied van zingeving vond dit jaar voor het eerst plaats op provinciaal niveau rond het thema ‘kerstmis’. Een goed bezochte workshop met verschillende onderdelen heeft leden toegerust om in december zelfstandig een kerstviering/bijeenkomst te leiden. Bij KVG Limburg is tijdens de Raad voor Afgevaardigden altijd ruimte gereserveerd voor een korte bezinning die aansluit bij het thema van de dag. Ook bij de LLTB is ruim aandacht voor Zingeving. Een keer in de zes weken schrijf ik een column in het weekblad Nieuwe Oogst. Zeer gewaardeerd zijn de oogstdankvieringen. Een belangrijke en oude traditie om in september op een boerenlocatie te danken voor de oogst. Deze vieringen worden zeer goed bezocht door leden. Zij stellen het op prijs dat hun werk en leven zo centraal staat in deze vieringen. Naast toepasselijke teksten en muziek speelt daarbij ook de symbolische bloemschikkingen en locatie een belangrijke rol. Na afloop is er gelegenheid voor ontmoeting en netwerken waar bijna iedereen aan deelneemt.
Bindend leiderschap
Leiderschap heeft te maken met de mogelijkheden om mensen te mobiliseren, te binden, te bezielen, te inspireren. Veranderingen in de samenleving en individualisering van leden maken het noodzakelijk dat er anders leiding gegeven wordt. Leden willen gehoord, erkend en herkend worden. Ze zijn zelfbewuster en mondiger geworden. Organisaties zullen meer in dialoog (aandachtig luisteren, open vragen stellen, focussen op overeenkomsten en positieve intenties) en minder op basis van vaardigheden moeten werken. Daardoor ontstaat een andere cultuur. De overgang naar deze andere vorm van sturing is een uitdagend proces voor alle betrokkenen en geeft veel inspiratie. Met de nieuwe beleidsplannen bij ZijActief en KVG is een belangrijke stap gezet in de richting van bindend leiderschap op provinciaal niveau.
13
4. Drs. Jo Beckers Uitgangspunten • • •
Steun aan de zwakken Versterken van sociale cohesie: solidariteit Stimuleren van duurzaamheid: kennisintensiteit; maatschappelijk verantwoord ondernemen; dienend en bindend leiderschap
KBO • •
Nog steeds zorg om landelijke Unie KBO. Keerpunt ten goede: nieuwe directie. Samenhang lijkt geborgd door te verwachten terugkeer KBO Brabant, zij het onder voorwaarden. • Participatie als adviseur in Bondsbestuur. Zorg om goede balans in aandacht voor landelijke continuïteit en eigen provinciale bond. • Aangedrongen op rondgang langs regiobesturen door voorzitter en directeur tbv. beleidsontwikkeling. • Provinciaal brainstormen over beleid 2014-2016. Aantoonbare versterking draagvlak en betrokkenheid. • Participatie in Werkgroep Educatie en Zingeving. • Nog steeds wennen aan nieuwe opzet en samenstelling. Van bestuurscommissie naar werkgroep. • Opzet van activiteitenprogramma en aanbevelingen voor beleid: • Aandacht voor ouderen en homoseksualiteit. • Begeleiding project Omgaan met Verlies. • Nadenken over vervolgactiviteiten ook in relatie tot parochie en sterven/uitvaart. • Ontwikkelen van gespreksronde ‘Identiteit KBO’ - de betekenis en invulling van de ‘K’. • Werkgroep vieringen: • Toenemende waardering, vraag en afname Advent/Kerstviering ook buiten de provincie. • Ontwikkelen van aanbod Vasten/Goede Week en aanbod bij Sterven en Uitvaart.
Zorgpastores • • •
De geestelijke verzorging en de positie van geestelijk verzorgers staat zwaar onder druk. Geestelijk verzorgers zijn onvoldoende in staat geestelijke verzorging te profileren en het effect van hun werk aan te tonen. Aanbod van meer structurele begeleiding aan gevers. en aan zorgcentra wordt afgeweerd. 14
• • •
ABL • • • • • •
Daarbij wordt het Vademecum van de Kerkprovincie gezien als dictaat. Dat belemmert verdere contacten. Afzonderlijke en persoonlijke begeleidingscontacten blijven en vragen om intensivering.
Gebruikersonderzoek onder beperkte groep van afnemers/contacten. Positieve waardering voor de activiteiten van ABL in het onderwijs. Positieve waardering voor inzet van ABL. Te weinig bereidheid tot afname van diensten. Te zwakke basis voor voortbestaan op eigen kracht. Besluit tot opheffing genomen in mei 2012.
Boeddhistische Zendende Instantie •
• • • • • • •
•
De Instantie verleent zending namens de Boeddhistische Unie Nederland aan (academisch opgeleide) geestelijk verzorgers bij Justitie. Zending in de Zorgsector en bij Defensie zijn in voorbereiding. Bestuurslidmaatschap sinds januari 2012. Op voordracht vanuit de boeddhistische wereld en met instemming van de bisschop van Roermond. Invulling van kwaliteitszetel Interreligieuze Dialoog. Regulier bestuurlijk overleg. Regulier overleg met Hoofd GV Dienst Justitiële Inrichtingen. Vanuit de BZi voorzitter van de Curriculumcommissie Opleiding Boeddhistisch Geestelijke Verzorging aan de VU te Amsterdam. Daarin zijn vertegenwoordigd de belangrijkste boeddhistische stromingen in Nederland, de Faculteit Godgeleerdheid van de VU en de Leerstoelhouder Boeddhistisch filosofie in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities. Taak: advies bij de verdere uitbouw en invulling van het bachelor en masterprogramma.
Project Ouderenpastoraat Venlo • • • •
Afrondende fase (einde november 2012). Formuleren van bevindingen en aanbevelingen naar het dekenaat. Integratie van het project in federatievorming stadsparochie. Welwillendheid en waarderen van de relevantie van het project zijn inmiddels een feit.
Dekenaat Venlo •
Begeleiding van federatieproces van acht stadsparochies naar één samendragend geheel, bestaande uit acht parochieplatforms met één centraal federatiebestuur en één pastoraal team. 15
• •
Ontwikkelen van op elkaar aansluitende trajecten voor : • kerkbestuurders • pastores • afzonderlijke pastoraatsgroepen • diaconale groepen • en missionaire groepen. Geregeld overleg met kernbestuur: deken, vice-voorzitter federatiebestuur i.o. en secretaris/pastoraal ondersteuner.
Observaties • •
• • •
•
•
Van identiteitsgebonden organisaties die te weinig binding hebben met hun doelgroep en achterban versmalt en verdampt het draagvlak. Zie ABL. Om draagvlak te creëren en te versterken dienen contacten direct en langs korte lijnen te verlopen om mensen persoonlijk aan te kunnen spreken op hun zienswijze, hun motivatie en hun bereidwilligheid. Dat is vast te stellen bij organisaties als KBO : voorzitter en directeur bezoeken alle regio’s. Het Ouderenpastoraat, daar waar pastores én deelnemers en vrijwilligers zich werkelijk engageerden. In het Federatieproces in Venlo, waar kerkbestuurders en andere vrijwilligers van pastoraatsgroepen, diaconale groepen en missionaire groepen zich persoonlijk weten aangesproken en duidelijkheid geboden wordt over hun taken, verantwoordelijkheden én mogelijkheden !! Dat vraagt om midden ín het proces te gaan staan, verantwoordelijkheid te nemen, mensen persoonlijk aan te spreken en te ondersteunen en SAMEN de schouders eronder te zetten. Dat betekent: present zijn, observerend, participerend én sturend.
NB: Het veld van Geestelijke Verzorging vraagt de komende tijd om bijzondere aandacht. Landelijk dreigen de belangen, zowel politiek als kerkelijk, op de kostenpost (overheid: zorg, justitie en defensie) en de vermeende eigen sleutelpositie (kerken) tegen elkaar uitgespeeld te worden ten koste van GV. In dit krachtenspel nemen de beroepsverenigingen GV ook weer een eigen positie in die ingegeven is door eigen belang. Dat komt een noodzakelijke bezinning op de inhoud en de versterking van de kwaliteit van de GV niet ten goede. GVers zelf zijn provinciaal en diocesaan, als groep voor ons moeilijk of niet bereikbaar. Dat vraagt om een zorgvuldige afweging van de inzet van onze resterende mogelijkheden.
16
5. Drs. Hub Vossen In het werkjaar 2012 heb ik wederom op zeer verschillende terreinen vanuit de Dienst Kerk en Samenleving mijn bijdragen mogen leveren aan de Limburgse samenleving. Rode draad in mijn werk is en blijft de opdracht die voortkomt uit de sociale encyclieken waarin uitdrukkelijk opgeroepen wordt om ‘om-niet’ betrokken te zijn bij de samenleving (Deus caritas est, 31). En om in die samenleving ‘Gods liefde’ zichtbaar te maken door de werken van barmhartigheid inhoud en vorm te geven in een daadwerkelijke betrokkenheid van onze kerk bij de samenleving. In 2012 zijn weer een aantal hoofdpunten in mijn werk te onderscheiden: • Thematiek van armoede en sociale uitsluiting • Ondersteuning van vrijwilligers en beroepskrachten • Begeleiding van parochies in processen van samenwerking en zoeken naar wegen voor de toekomst • Bestuurlijke ondersteuning • Samenwerking met andere maatschappelijke organisaties
Armoede/sociale uitsluiting
In het kader van de problematiek van armoede en sociale uitsluiting ben ik in 2012 zeer nauw betrokken geweest bij een viertal projecten, die vanuit Vincentiusverenigingen en lokale kerken in het kader van de schuldenproblematiek opgezet zijn. In 2011 heb ik vanuit onze dienst nadrukkelijk ingezet op een aantal pilotprojecten in Limburg. Deze projecten zijn in 2012 verder uitgebouwd en verbreed. In 2012 ben ik bij deze projecten m.n. betrokken bij de organisatorische, bestuurlijke en financiële (vinden van projectfinanciering) zaken. Zo is per locatie een andere en vaak specifieke inzet en betrokkenheid van mij gevraagd. Van voorzitter van de projectgroep tot adviseur/begeleider/ondersteuner van de vrijwilligers. Daarnaast heb ik in het afgelopen jaar nauw contact gehad met het SchuldHulpMaatje-project (landelijk) en ben ik op verschillende momenten ook nadrukkelijk betrokken geweest bij de verdere opbouw en uitwerking van dit landelijke project. Voorts heb ik ondersteuning geboden aan de provinciale werkgroep van de Vierde Wereldbeweging in Limburg. Samen met hen heb ik gekeken, hoe deze werkgroep haar werk beter zichtbaar kan maken in de Limburgse samenleving, dit ook in samenwerking met andere groepen die betrokken zijn bij de problematiek van armoede en sociale uitsluiting. In oktober heeft e.e.a. geleid tot een gezamenlijke invulling van de Europese dag van de armoede op 17 oktober. Zowel in Heerlen als Kerkrade zijn op deze dag activiteiten georganiseerd voor en met mensen die in de armoede leven. Opzet en doel van deze bijeenkomsten was: werken aan bewustwording. In Heerlen was er een dagvullend programma, waarin ’s ochtends een lunch met het college van Burgemeester en Wethouders. Verder was er op deze dag een programma voor en met jongeren, discussie over de participatie van mensen die buiten het arbeidsproces staan met werkgevers, instanties en betrokkenen. De dag werd afgesloten met de indrukwekkende film ‘Jozef, een rebel’. Een film over het leven en werken van Jozef Wresinski. 17
Rondom de thematiek van armoede en sociale uitsluiting wordt op vele momenten nauw samen gewerkt met ander provinciale maatschappelijke organisaties, zoals o.a. St.de Pijler, FAM!, Humanitas en Cubiss. Doel van deze samenwerking is uitdrukkelijk om krachten te bundelen en de kracht en reikwijdte van iedere organisatie optimaal mogelijk aanbod te laten komen. In de samenwerking ontdekken we ook dat lijnen verbreed en verdiept kunnen worden. Zo is o.a. een samenwerking met Cubiss tot stand gekomen waarin nu m.n. gekeken wordt in hoeverre rondom de problematiek van armoede ook niet de laaggeletterdheid een belangrijke rol speelt.
Ondersteuning en begeleiding
Op lokaal vlak zijn vele vrijwilligers en beroepskrachten (pastores) dagelijks in het weer om de diaconale opdracht vorm te geven. In mijn werk ondersteun ik deze actieve vrijwilligers en pastores in hun werk. Voor hen ben ik de netwerker, verbindingsman, die met de lokale werkers zoekt naar de grotere lijnen. Maatschappelijke verbanden bespreekbaar maakt op lokaal, regionaal en provinciaal vlak. Daarnaast zie ik het ook als een van mijn taken om de lokale werkers en vele vrijwilligers te verbinden in cursussen en toerusting. Deze werkers zijn immers de mensen die, vanuit een evangelische inspiratie het werk van kerk in de samenleving zichtbaar maken, maar ook daadwerkelijk aanwezig zijn op plekken waar mensen in de knel komen. In het afgelopen werkjaar ben ik zo betrokken geweest bij de volgende diaconale projecten die ontwikkeld worden in en vanuit parochies; a. Horst aan de Maas (DiaconieNu), b. Heel, c. Landgraaf (Harteklop), d. Heerlen (Andreasparochie), e. Diaconaal Beraad (parochies in Sittard-Geleen), f. Venlo. Het zijn kleinschalige projecten waar parochianen op een bescheiden, maar doeltreffende manier laten zien dat ‘omzien naar elkaar’ van grote waarde kan zijn voor het leefgenot van m.n. zwakkere en kwetsbare medemensen in de lokale samenleving. Binnen andere diaconale projecten wordt gericht gewerkt met een bepaalde problematiek en doelgroep. Hierbij mogen genoemd worden projecten in het kader van opvang van dak- en thuislozen in m.n. de grotere steden. Zo ben ik nauw betrokken bij de begeleiding van verschillende inloophuizen in onze provincie, t.w. in; a. Venlo (Aandachtscentrum), b. Roermond (OOR), c. Sittard (BieZefke), d. Heerlen (Open Huis), e. Maastricht. Maar ook in het wijk- en buurtpastoraat wordt uitdrukkelijk gewerkt aan een samenleving waarin duurzaamheid en sociale cohesie van bewoners voorop staat. Projecten in onze bisdom zijn o.a. te vinden in; 18
a. Maastricht (St.Wijkpresentie in het Wittevrouweveld en het project van ’t Vrouweveld van de Stichting Dienst aan Kerk en Samenleving in Maastricht), b. Heerlen (St.Wijkpastoraat de Vrank), c. Het Kruispunt in Sittard. Bij al deze projecten ben ik als adviseur en begeleider nauw betrokken. Per locatie verschilt mijn inzet. Voor het ene project bestaat het alleen uit een contact met en begeleiding van de diaconale werker. Bij de meeste projecten ben ik, naast begeleiding en ondersteuning van de werker, ook nadrukkelijk betrokken bij de organisatie en als bestuursondersteuner nadrukkelijk van betekenis in het gehele project. Inzet en doel van het werk is om uitdrukkelijk te komen tot een verduurzaming van de plaatselijke diaconale projecten. Zeker gezien de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen is het ontzettend belangrijk dat de bovenvermelde organisaties ook uitdrukkelijk laten zien welke legitimiteit zij hebben in de plaatselijke context. Met de betrokken besturen en werkers ben ik ook uitdrukkelijk op pad om deze zichtbaarheid in de maatschappij te bewerkstelligen. Deze zichtbaarheid krijgt o.a. vorm in de lokale jaarverslagen waarin werkers en besturen aangeven welke impact het diaconale werk heeft in de wijk(en). Verder probeer ik de werkers en hun projecten ook zichtbaar te maken in de media. In overleg met een regionale krant wordt op gezette tijden aandacht besteed aan een van deze diaconale projecten. Verder ben ik in het afgelopen jaar ook weer uitdrukkelijk betrokken geweest bij de begeleiding en ondersteuning van diocesane pastores en vrijgestelden voor het woonwagenpastoraat. M.n. deze pastores komen in hun groeiende werk, steeds vaker in contact met sociaal-maatschappelijke problematieke van uitsluiting en armoede. Zo hebben we uitdrukkelijk oog voor de groeiende problematiek van uitsluiting van Sinti en Roma’s in onze provincie. Een groep die gezien hun sociale en maatschappelijke status steeds verder in de problemen komen. Maar ook te maken krijgen met discriminatie en uitsluiting in de samenleving. Ervaring leert dat deze diaconale projecten vaak de enige organisatie zijn, die nog direct contact hebben met mensen aan de rafelrand van onze samenleving en dat het diaconale werk zich vaak in het ‘verborgene’ afspeelt. Men werkt vanuit een evangelische inspiratie en verleent ‘om-niet’ hulp. Zodoende is deze hulp niet of nauwelijks zichtbaar voor officiële hulpverlenende instanties en bij lokale overheden. Door het zichtbaar maken van het werk laten we zien dat kerk er toe doet! Dit werk kan absoluut niet alleen ontwikkeld worden vanuit de Dienst Kerk en Samenleving, vandaar dat ik in de afgelopen jaren ook zeer nauwe contacten heb opgebouwd met andere sociaal-maatschappelijke en levensbeschouwelijke organisaties, die vaak vanuit andere invalshoek ook medespeler zijn op het sociaal-maatschappelijk veld waarop we vanuit een diaconale invalshoek als kerk in de samenleving betrokken zijn. Hierbij kan genoemd worden de Stichting de Pijler, Vincentiusverenigingen in Limburg, Humanitas Limburg, Centrum voor Levensbeschouwelijk Jeugd en Jongerenwerk (’t PGCJ), Huis voor de Zorg, Taskforce Mantelzorg Limburg, maar ook lokale welzijnsorganisaties.
19
Deze samenwerking is, zeker ook met het oog op de toekomst, van groot belang. Ieder kan vanuit zijn eigen invalshoek/domein werken aan het versterken van de Civil Society en dienstbaar zijn aan de kwetsbare medemens.
Wereld van de zorg
Ook in dit jaar zijn er op verschillende momenten nauwe kontakten geweest met zorginstellingen en geestelijk verzorgers binnen deze instellingen. Momenteel maak ik deel uit van de clientenraad van een grote zorginstelling in Parkstad. Binnen dit orgaan wordt uitdrukkelijk gekeken naar de kwaliteit van de zorgverlening. Eveneens hebben we hier ook aandacht voor aspect van geestelijke begeleiding en verzorging aan cliënten binnen de zorginstellingen. Daarnaast hebben in het afgelopen werkjaar ook weer drietal studiebijeenkomsten plaatsgevonden in samenwerking met Orbis GGZ en Mondriaan zorggroep. Studiebijeenkomsten voor pastorale vrijwilligers in parochie over hoe zij om kunnen gaan met parochianen met psychosociale problematieke. In het werkjaar 2012 hebben we zo o.a. stil gestaan bij de problematiek van dementie. Een geestelijk verzorgster uit een zorginstelling heeft enkele handvatten aangeboden hoe pastorale vrijwilligers het verschijnsel van dementie kunnen onderkennen en weten om te gaan met een dementerende binnen de parochie.
Vorming en toerusting
Om te werken aan het verstevigen van het werk is het belangrijk dat pastores en diaconale werkers (vrijwilligers) ook professioneel ondersteund worden. Pastores staan momenteel voor een enorme opgave om in groeiende parochieverbanden met vaak een grote verscheidenheid aan parochianen en maatschappelijke en sociale problemen leiding te geven en zo een ‘herder’ te zijn die dienend en bindend is voor de gehele gemeenschap. Een moeilijke opgave! Met een aantal pastores en kerkbesturen, die m.n. ook uitdrukkelijk aandacht hebben voor de diaconale dimensie van hun parochie(s), ben ik in het afgelopen jaar in gesprek geweest over de impact van hun werk in de parochie en samenleving. Voor deze pastores zijn dit gesprekken om hun pastorale en diaconale praktijk te toetsen en mogelijk nieuwe ideeën op te doen voor komende ontwikkelingen. In deze begeleidingsgesprekken staan we uitdrukkelijk stil bij de plaatselijke pastorale en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en welke betekenis e.e.a. heeft voor het werk van de pastores en pastorale vrijwilligers. Daarnaast heb ik in het afgelopen werkjaar wederom enkele cursussen voor diaconale vrijwilligers verzorgd, op het gebied van Wmo en de kerken (cursus voor parochiële vrijwilligers over Wmo), rouwbegeleiding, bezoekwerk aan zieken in parochie, maken van een sociale kaart. Verder heb ik enkele studiebijeenkomsten rondom het thema ‘armoede en sociale uitsluiting’ verzorgd en op een provinciale studiedag van de werkgroep Armoede van de Stichting Pijler een inleiding verzorgd.
20
Structureel verzorg ik jaarlijks enkele colleges aan de priesteropleiding –Rolduc, en de Kairosopleiding van het bisdom Roermond. Ook dit jaar hebben deze contactmomenten weer plaatsgevonden. In deze contactmomenten met de cursisten staat steeds de praktijk van alle dag ter discussie en de vraag hoe kan mijn pastorale en diaconale nabijheid ten dienste staan van mensen in de knel. En welke betekenis kan mijn werk hebben voor deze mensen en de gehele samenleving. Tot slot wil ik nog een tweetal Euregionale conferenties noemen waar ik vanuit de Dienst Kerk en Samenleving nauw bij betrokken ben geweest. 1. Jaarlijks wordt een in het voorjaar een Euregionale oecumenische conferentie georganiseerd vanuit de bisdommen Aken, Luik en Roermond, dit in samenwerking met de Protestantse kerken in deze regio’s. In april 2012 is deze conferentie georganiseerd in Wittem. Thema van deze bijeenkomst was; ‘hoe gaan we vanuit een kerkelijke perspectief om met de veranderende samenleving’. In de verschillende regio’s binnen dit samenwerkingsverband spelen verschillende problematieke. Op deze studiedag hebben we m.n. stil gestaan bij de problematiek van vergrijzing en ontgroening en welke gevolgen dat heeft voor het pastorale en diaconale beleid. Zeker als we deze problematiek afzetten tegen een steeds verder terugtredende overheid. 2. In juni 2012 was in Mönchengladbach een conferentie in het kader van het Euregionale samenwerkingsproject rondom de pastorale nabijheid bij HiV/Aids.
Publiciteit
In het werkjaar 2012 heb ik een bijdrage geleverd aan verschillende pastorale en diaconale (vak)tijdschriften. Daarnaast wordt maandelijks een artikel vanuit het werkveld van Kerk en Samenleving aangeleverd aan bisdomblad ‘de Sleutel’. Verder hebben in 2012 ook enkele artikelen gestaan in provinciale bladen, o.a. EnToch.
Provinciale samenwerking
In het werkjaar heb ik vanuit de dienst Kerk en Samenleving, samen met St.de Pijler, FAM! en de medewerkers van de provincie, een inhoudelijke bijdrage geleverd aan de provinciale studiedag voor Limburgs Maatschappelijke Organisaties. In deze samenwerking zijn de contacten met deze organisaties, maar ook de andere maatschappelijke organisaties verder versterkt. Zo is de dienst kerk en samenleving verleden jaar ook nadrukkelijk betrokken geweest bij de LimburgLab dag op 3 maart 2012 in Peel aan de Maas. Maar zijn we ook nadrukkelijk betrokken bij andere provinciale projecten, zoals Kracht in Limburg. Deze samenwerking vergt tijd en energie. Betekent keuzes maken in het werk, maar levert ook nieuwe inzichten en contacten op die ten dienste staan van de projecten waar we vanuit de dienst kerk en samenleving bij betrokken zijn. Zo is in het najaar van 2012 een project met de VKKL ontstaan, waarin op lokaal vlak nu nagedacht wordt over de rol van kerken in kleine kerken. We constateren dat door vergrijzing en ontgroening op veel plekken sociaal-maatschappelijk en ook kerkelijke voorzieningen verdwijnen. 21
Doel is nu om samen te kijken naar de rol en betekenis deze voorzieningen voor een lokale gemeenschap en mogelijke samenwerkingsverbanden aan te gaan. In 2013 zal e.e.a. uitmonden een project.
Tot slot
Tot slot is het goed om te noemen mijn doorgaande betrokkenheid bij een aantal landelijke en provinciale organisaties: - Pastoraat rondom rampen - Opvang van ex-gedetineerden (Exodus – Heerlen) - LKDB (landelijk Katholiek Diaconaal Beraad) - Multilateraalberaad van de Rooms katholieke Kerk op het terrein van Kerk en Samenleving - Disk/ EVA arme kant van Nederland inzake de problematiek van armoede en sociale uitsluiting - Schuldhulpmaatjesproject - Vluchtelingen en noodopvang van uitgeprocedeerde asielzoekers in de provincie Limburg - Contacten met zorginstellingen - Interreligieuze dialoog Vanuit mijn functie binnen de Dienst Kerk en Samenleving vervul ik vervolgens nog een aantal bestuurslidmaatschappen:
Bestuurslid DISK (Dienst in de Industriële Samenleving vanwege de Kerken). DISK is een landelijke organisatie die vanuit de kerken het oecumenisch arbeidspastoraat in Nederland ondersteunt, door vorming en toerusting rond arbeid, zorg en inkomen. En is vanuit de kerken actief betrokken in het maatschappelijke debat rond sociaaleconomische onderwerpen.
Bestuurslid LIAN (Landelijke Instelling voor het rooms-katholieke Arbeidspastoraat in Nederland) LIAN is een landelijke stichting vanuit de katholieke kerken in Nederland die verantwoordelijk is voor het arbeidspastoraat in de katholieke kerk van Nederland.
Bestuurslid Kerken met Stip (bestuurslid) Kerken met Stip is een landelijk oecumenisch initiatief. Zij ondersteunen lokale kerkplekken die ex-gedetineerden opvangen en ondersteunen om na hun detentie hun weg in de samenleving weer te hervinden. Kerken kunnen daarbij een warme plek zijn in de eerste opvang en begeleiding van ex-gedetineerde. In het land zijn momenteel zo’n 65 parochies/gemeenten die vanuit hun diaconale opdracht openstaan voor ex-gedetineerden. Kerken met Stip werkt nauw samen met Exodus, waar mensen gedurende een jaar, vanuit een Exodushuis, intensief begeleid worden in de terugkeer naar de samenleving. 22
Bestuurslid Kleurrijk Limburg (secretaris) De stichting heeft als doel een aantoonbare bijdrage te leveren aan een vreedzaam en rechtvaardig samenleven van burgers in Limburg van verschillende culturele en religieuze afkomst. Zo is deze stichting nauw betrokken bij een aantal plaatselijke interreligieuze en – culturele dialogen en bijeenkomst in Limburg
Bestuurslid EHBO-Limburg (geestelijk adviseur) De EHBO vereniging Limburg vertegenwoordigt 88 plaatselijke verenigingen. Binnen deze plaatselijk verenigingen worden vrijwilligers opgeleid tot vrijwillig EHBO’er, kunnen reanimatie- en BHV-opleidingen gevolgd worden. Daarnaast zijn al deze vrijwilligers ook vrijwillig inzetbaar bij de vele activiteiten in onze provincie.
Bestuurslid St.Noodopvang uitgeprocedeerde asielzoekenden (voorzitter) De Stichting Noodopvang biedt financiële en materiële ondersteuning aan (uitgeprocedeerde) asielzoekenden in m.n. de Westelijke Mijnstreek.
Bestuurslid Limburgs Diaconaal Fonds (voorzitter) Limburgs Diaconaal Fonds is voortgekomen uit het Doctor Poelsfonds en in 2012 opgericht. Doel en taak van dit diaconale fonds is tweeledig: 1. financiële steun bieden aan mensen die even extra armslag nodig hebben. 2. financiële ondersteuning bieden aan nieuwe startende diaconale initiatieven in de Limburgse samenleving
23
DE SAMENSTELLING VAN HET TEAM Wim van Meijgaarden s.s.s., hoofdaalmoezenier Markt 17a 6231 LR Meerssen Lic. Alexander de Graaf Woutering Hoofdstraat 7 5961 EX Horst Mevr. Drs. Marielle Beusmans Lozerweg 2-B 6095 AD Baexem Drs. Jo Beckers Groeneweg 35 6271 BR Gulpen Drs. Hub Vossen v.Goghstraat 3 6165 VG Geleen
24
Dienst Kerk en Samenleving Correspondentieadres: Van Goghstraat 3 6165 VG Geleen T: 06 - 24 48 84 42 E:
[email protected]