Is een Tak 21 nog een goede belegging? © MoneyTalk De Tak 21-beleggingsverzekeringen hebben in 2011 sterk geleden onder de eurocrisis en de terugval van de aandelenmarkten. Vooral de lage winstdeelnemingen hebben bij veel spaarders kwaad bloed gezet. Bovendien wordt een Tak 21 wel voorgesteld als een risicoloze belegging, maar er is onvoldoende transparantie over de manier waarop de verzekeraar het rendement behaalt. Moeten spaarders voortaan de voorkeur geven aan andere beleggingsverzekeringen zoals Tak 23- en Tak 26-producten? Een Tak 21-beleggingsverzekering is een levensverzekering met een kapitaalgarantie die in principe een vast rendement oplevert. Er zijn contracten met een gewaarborgde rente en contracten zonder gewaarborgde rente. Een Tak 21 met een gewaarborgde rente heeft momenteel een vaste opbrengst tussen 0,5 en 3,25 % per jaar, die eventueel wordt aangevuld met een variabele winstdeelneming. De verzekeraar kan de gewaarborgde rentevoet op elk moment eenzijdig verlagen of verhogen, afhankelijk van de Belgische tienjarige rente. Als een verzekeraar zijn gewaarborgde rente wijzigt, geldt die enkel voor nieuwe stortingen die u doet vanaf die aanpassing. Op die manier kunt u een contract met verschillende rentevoeten hebben – een deel van het kapitaal kan bijvoorbeeld een rendement van 3,25 % per jaar opleveren, een ander deel 2,50 %. De opbrengst van de Tak 21-verzekeringen zonder gewaarborgde rente – de zogenoemde 0 %-contracten – bestaat enkel uit een niet-gewaarborgde winstdeelneming. Veel van die contracten hebben in 2011 niets opgeleverd, terwijl de spaarders wel kosten hebben betaald op de premies die ze in de loop van het jaar hebben gestort. Zowel bij de 0 %-contracten als bij contracten met een gewaarborgde rente, behoudt u hoe dan ook uw kapitaalinbreng. Die kapitaalgarantie geldt wel alleen voor het ingelegde spaargeld na aftrek van de verzekeringsbelasting van 1,1 % en de instap-, de beheersen de uitstapkosten. De winstdeelneming Kenmerkend voor een Tak 21-beleggingsverzekering is dat minstens een deel van het rendement bestaat uit de winstdeelneming of de bonus die de verzekeraar mogelijk uitkeert. Het bedrag daarvan verschilt in principe van jaar tot jaar. Dat komt doordat de winstdeelneming elk jaar opnieuw wordt berekend, afhankelijk van de beleggingsprestaties en de algemene resultaten van de verzekeraar. De winstdeelneming wordt bekendgemaakt aan het begin van het jaar. Ze wordt toegekend op basis van de aanwezige reserve – de gestorte en gekapitaliseerde premies, na aftrek van de kosten – op 31 december van het voorgaande kalenderjaar. Doordat de winstdeelnemingen elk jaar opnieuw worden berekend, bieden de bonussen uit het verleden geen garantie voor de toekomst. Zoals gezegd vielen veel winstdeelnemingen in 2011 heel mager uit. Heel wat verzekeraars hebben zelfs geen bonus uitgekeerd.
Gebrek aan transparantie Het is niet altijd gemakkelijk om erachter te komen op welke manier een verzekeraar de premies van een Tak 21-beleggingsverzekering belegt. Zo’n product wordt dan wel voorgesteld als een risicoloze belegging, maar de transparantie over de manier waarop verzekeringsmaatschappijen een bepaald rendement of resultaat behalen, is veeleer beperkt. Het is belangrijk dat u zich informeert over de onderliggende beleggingen van uw Tak 21-contract. Dat kunt u doen door de financiële informatiefiche op te vragen bij uw verzekeraar of bankier. Aarzel niet om bijkomende informatie te vragen als u daarna nog vragen hebt. Als de fiche enkel vermeldt dat een bepaald percentage van de premies wordt belegd in „overheidsobligaties”, vraag dan om welke landen het precies gaat. Zo bent u er zeker van dat uw premies bijvoorbeeld niet werden belegd in Griekse overheidsobligaties. Vervroegde opnames worden belast Wie niet tevreden is met het rendement van zijn Tak 21-beleggingsverzekering en beslist zijn geld van de rekening te halen binnen de acht jaar nadat hij de polis heeft afgesloten, betaalt 21 % roerende voorheffing op een fictieve jaarlijkse interest van 4,75 %, ook al was het echte rendement veel lager. Bij veel maatschappijen kan de belegger wel één keer per jaar – meestal bij de verjaring van het contract – intern van beleggingsstrategie veranderen. Houdt u uw Tak 21-beleggingsverzekering langer dan acht jaar en één dag aan, dan betaalt u geen 21 % roerende voorheffing op de interesten. Er is ook geen roerende voorheffing verschuldigd als bij de polis een overlijdensdekking van minimaal 130 % van de gestorte premies is inbegrepen. In de meeste contracten wordt echter niet in zo’n dekking voorzien. Belangrijk om te weten is dat de termijn van acht jaar begint te lopen op het moment dat u het contract afsluit. De looptijd gaat dus in vanaf de eerste storting en niet vanaf de datum van de bijstortingen. Het kan een goede strategie zijn om nu al een Tak 21verzekering te openen, terwijl u bijvoorbeeld pas over vijf jaar een belangrijk bedrag op de rekening wilt storten. Die bijstorting kunt u dan al binnen de drie jaar belastingvrij opvragen. Verzekeringsbelasting, instap-, uitstap- en beheerskosten Een Tak 21-verzekering brengt een aantal kosten met zich mee. Eerst en vooral is er de verzekeringbelasting van 1,1 %, die de verzekeraar inhoudt op elke premie en doorstort aan de fiscus. Vervolgens zijn er de instapkosten, die vaak afnemen in verhouding tot de geïnvesteerde bedragen. Belangrijk om te weten is dat u in bepaalde gevallen kunt onderhandelen met uw verzekeraar of bankier om die kosten te verlagen. Of die daartoe bereid is, hangt af van de omstandigheden. Staat u aangeschreven als een goede klant, dan maakt u meer kans. Daarnaast baseert uw verzekeraar of bankier zijn beslissing op het bedrag dat u inlegt. De jaarlijkse beheerskosten hebben een ietwat verdoken karakter. Ze staan niet op uw jaarlijkse afrekening, omdat ze worden berekend op de verworven reserve – bijvoorbeeld maandelijks 0,01 %.
Ten slotte worden in principe uitstapkosten aangerekend. Die worden vaak degressief afgebouwd. Zo betaalt u bij heel wat verzekeraars enkel uitstapkosten gedurende de eerste vijf jaar, bijvoorbeeld 5 % kosten in het eerste jaar, 4 % in het tweede jaar, 3 % in het derde jaar, 2 % in het vierde jaar en 1 % in het vijfde jaar. Als u slechts een deel van het bijeengespaarde kapitaal wilt opvragen – men spreekt dan van een gedeeltelijke afkoop – wordt dat soms alleen toegestaan vanaf een bepaald bedrag, bijvoorbeeld 1250 euro. Verschillen met een Tak 23-verzekering Een Tak 23 is een levensverzekering waarvan de premies worden belegd in een beleggingsfonds. Het is de verzekeringstegenhanger van de bancaire sicav of bevek. Net zoals beveks en sicavs beleggen Tak 23-verzekeringen hun activa in aandelen, obligaties, vastgoed of andere effecten. Terwijl de verzekeraar het financiële risico draagt om de rente van een Tak 21-verzekering te waarborgen, is dat bij een Tak 23 de verzekeringsnemer zelf. Het kapitaal schommelt afhankelijk van de fondsen waarin u belegt. De looptijd van het contract is onbepaald. U weet vooraf niet zeker hoeveel het u zal opbrengen en u loopt zelfs het risico dat u het kapitaal geheel of gedeeltelijk verliest. Een ander verschil met een Tak 21 is de fiscale behandeling van het rendement. De opbrengsten van een Tak 23 zijn hoe dan ook vrijgesteld van roerende voorheffing. U moet alleen rekening houden met de verzekeringsbelasting van 1,1 %. Kiezen voor Tak 21 of Tak 23? De Europese beleggingsrichtlijn (MiFID) legt financiële instellingen de verplichting op om een risicoprofiel op te stellen van cliënten aan wie ze financiële producten verkopen. Verzekeringsproducten vallen niet onder die regelgeving. Uw verzekeraar of uw bank hoeft van u dus geen beleggersprofiel op te maken als u een Tak 21- en Tak 23-contract zou willen afsluiten. Maar zonder risicoprofiel geeft u de maatschappij eigenlijk carte blanche om de premies in om het even wat te beleggen, zonder dat u daar later enig verhaal tegen hebt. Omdat Tak 23-producten hoofdzakelijk beleggen in fondsen die op de beurs noteren, stellen banken en verzekeraars vaak wel een risicoprofiel op van de cliënten die in zo’n product willen investeren. De instelling kan de premies niet meer beleggen in aandelen als uit het profiel blijkt dat de klant geen enkel risico wil nemen. Het risicoprofiel legt de verzekeraar dus spelregels en grenzen op, die er anders niet zouden zijn. De polishouder heeft op die manier een instrument in handen om de beleggingsstrategie van de maatschappij aan banden te leggen. Slechts een kwart van de premies van klanten met een defensief profiel mag doorgaans worden belegd in aandelen of aandelenfondsen. In principe wordt het kapitaal dan in financiële producten gestopt die meer zekerheid bieden. Als u een Tak 23beleggingsverzekering afsluit, kunt u er ook van bij de aanvang voor opteren dat enkel wordt geïnvesteerd in overheids- of bedrijfsobligaties met een laag risico op een wanbetaling. Ook tijdens de looptijd van de polis zijn er heel wat verschillen tussen Tak 21- en Tak 23producten. Als u een Tak 23-verzekering hebt, krijgt u vanaf het begin een volledig overzicht van alle producten waarin de premies worden belegd. Met die informatie kunt u dagelijks de totale waarde van de polis berekenen door de optelsom van de noteringen
van die dag te maken. Dat is veel transparanter dan de rapporten die de verzekeraars u in principe elk jaar voor een Tak 21 bezorgen. U kunt van de maatschappij wel een tussentijdse stand van een Tak 21-polis verkrijgen als u daar uitdrukkelijk om vraagt. Het rendement van een Tak 23 wordt berekend door een vergelijking te maken van de koersschommelingen over een bepaalde periode – bijvoorbeeld één jaar – vermeerderd met de gecumuleerde inkomsten (interesten of dividenden) van de producten waarin het kapitaal werd belegd. Verschillen met een Tak 26-verzekering Een Tak 26 is eigenlijk een afgeleide van een Tak 21-verzekering. Het zijn allebei beleggingen met een kapitaalgarantie. Ook de kosten zijn vergelijkbaar. Het grote voordeel van een Tak 26 is dat u de verzekeringsbelasting van 1,1 % niet hoeft te betalen. Bij een Tak 26 bent u wel altijd 21 % roerende voorheffing verschuldigd op het totale rendement. Als u op korte termijn – minder dan acht jaar – belegt, is een Tak 26 door de vrijstelling van de verzekeringbelasting zeker een waardevol alternatief voor een Tak 21. Belegt u op meer dan acht jaar, dan heeft een Tak 21 meer voordelen: de roerende voorheffing valt dan immers weg. Een voorbeeld van een Tak 26-verzekering is Nova Deposit van Federale Verzekering. Sinds 1 januari 2012 waarborgt Nova Deposit een basisrentevoet van 1 % plus 1 % getrouwheidspremie. Zowel de basisrentevoet als de getrouwheidspremie zijn gewaarborgd tot en met 31 december van het lopende jaar. Anders dan met een spaarboekje loopt u tijdens het jaar dus geen risico op een tussentijdse renteherziening. Interessant om te weten is dat er aan een Nova Deposit-rekening geen kosten zijn verbonden. Successieplanning Tak 21- en Tak 23-beleggingsverzekeringen worden vaak gebruikt door ouders die hun successie willen plannen. De ouders dragen hun kinderen eerst geld over via een handof bankgift. De kinderen investeren die schenking daarna in een Tak 21 of een Tak 23. Het is belangrijk dat de kinderen de Tak 21 of Tak 23 zelf afsluiten, en dat ze zichzelf daarbij aanduiden als begunstigden en hun ouders als verzekerden. Bij het overlijden van de ouders wordt het geld uitbetaald aan de kinderen zonder dat ze daar successierechten op hoeven te betalen, op voorwaarde dat de kinderen kunnen bewijzen dat de ouders hen ten minste drie jaar vóór het overlijden die hand- of bankgift hebben gegeven. Dat een Tak 21 een verzekeringsproduct is, betekent ook dat er kan worden geopteerd voor een bijkomende overlijdensdekking, bijvoorbeeld een uitkering van 110 % van de waarde van het contract of een uitkering van een vast kapitaal. Op die manier kan de verzekeringsnemer ervoor zorgen dat de erfgenamen de successierechten kunnen betalen. Let wel, een deel van de premie of de koopsom brengt dan geen interesten op. Een Tak 23 op maat Als u wilt beleggen in een Tak 23, staat u voor de moeilijke taak om daarover zelf zo veel mogelijk informatie in te winnen. U zult ook de evolutie van de eventuele financiële risico’s in de gaten moeten houden en er rekening mee moeten houden dat een belegging die vandaag risicoloos is mettertijd kan evolueren naar een risicovolle
belegging. Als u zich daartoe niet in staat acht, moet u zeker niet opteren voor standaardproducten, maar kiezen voor een vermogensverzekering op maat. Daarbij wordt de beleggingsstrategie permanent bijgestuurd, afhankelijk van het profiel van de cliënt en de evolutie van de financiële markten. Opteren voor een Luxemburgse verzekering is eveneens interessant, omdat de premie van de verzekeringsnemer in dat land niet op de actiefzijde van de balans mag staan, noch van de verzekeringsmaatschappij, noch van de depotbank. Bij een eventueel faillissement van de verzekeraar of de bank bevriest de Luxemburgse toezichthouder de gelden van de verzekeringsnemer. De schuldeisers en de aandeelhouders van die financiële instellingen kunnen er geen beslag op leggen. De Luxemburgse veiligheidsdriehoek werkt in het voordeel van de verzekeringsnemer, terwijl een gedupeerde in België zijn gram moet halen voor de rechtbank. De uitkomst daarvan is altijd onzeker. Werner Niemegeers en Johan Steenackers – MoneyTalk