Inventarisatie behoefte KWIN Boomkwekerij R. Schreuder
Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bomen maart 2004
PPO 311115
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
2
© 2004 Boskoop, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave.
PPO projectnummer 311115
Dit is een vertrouwelijk document, uitsluitend bedoeld voor intern gebruik binnen PPO dan wel met toestemming door derden. Niets uit dit document mag worden gebruikt, vermenigvuldigd of verspreid voor extern gebruik.
Projectnummer: 311115
Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bomen Adres
:
Tel. Fax E-mail Internet
: : : :
Rijneveld 158, 2771 XV Boskoop Postbus 118, 2770 AC Boskoop 0172 236700 0172 236710
[email protected] www.ppo.wur.nl
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
3
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
4
Inhoudsopgave pagina
1
INLEIDING .................................................................................................................................... 7
2
GEVOERDE GESPREKKEN ............................................................................................................. 9 2.1 Sectorvertegenwoordiging...................................................................................................... 9 2.2 Accountants en adviesbureau’s ............................................................................................. 10 2.3 Banken ............................................................................................................................... 10 2.4 Onderzoek .......................................................................................................................... 10 2.5 Taxateurs............................................................................................................................ 10 2.6 Kwekers.............................................................................................................................. 11 2.7 Overig................................................................................................................................. 11
3
VERANDERINGEN........................................................................................................................ 13
4
KWIN 2005 ................................................................................................................................ 15 4.1 Economische gegevens boomteeltsector .............................................................................. 15 4.2 Regelingen en subsidies ....................................................................................................... 15 4.3 Grond ................................................................................................................................. 15 4.4 Arbeid................................................................................................................................. 16 4.5 Duurzame productiemiddelen................................................................................................ 16 4.6 Teeltmateriaal ..................................................................................................................... 16 4.7 Algemene kosten ................................................................................................................. 17 4.8 Financiering, premies en belastingen ..................................................................................... 17 4.9 Saldoberekeningen .............................................................................................................. 17 4.10 Uit te voeren saldoberekeningen ........................................................................................... 18
BIJLAGE 1 GEHOUDEN INTERVIEWS.................................................................................................... 19 BIJLAGE 2 SALDOBEREKENINGEN ...................................................................................................... 21
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
5
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
6
1
Inleiding
De KWIN wordt gebruikt als naslagwerk en als hulp bij het berekenen van reële kostprijzen. Het product is daarmee van grote waarde voor vele partijen. Niet alleen telers maken gebruik van het naslagwerk maar ook bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappijen, adviesbureau’s, boekhoudbureau’s, boomkwekerij opleidingen, banken, gemeenten, provincies, accountants en taxateurs. De laatste uitgave van de Kwantitatieve Informatie (KWIN) Boomkwekerij dateert van 1998 en is daardoor verouderd. Verschillende gebruikers van de KWIN kengetallen binnen de boomkwekerij sector hebben er bij de sectorcommissie van het Productschap Tuinbouw en bij PPO op aangedrongen de KWIN te actualiseren. Voor het doel waarvoor de KWIN gebruikt wordt is het van belang dat de gegevens goed zijn en onafhankelijk zijn vastgesteld. Wanneer met onjuiste kencijfers saldoberekeningen worden gemaakt kan dit leiden tot inkomstenderving bij producenten en handelaren in boomkwekerijproducten door onjuiste inschatting van specifieke situaties. De onafhankelijkheid van de gegevens maakt dat bij bijv. geschillen en schadeberekeningen geen discussie over de gehanteerde kengetallen kan ontstaan. Alvorens de KWIN Boomkwekerij te actualiseren is het de vraag of de opzet en inhoud van de KWIN 1998 nog voldoet aan de wensen en eisen van de gebruikers. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is een inventarisatie uitgevoerd bij de afnemers van de KWIN 1998. Gevraagd is naar het gebruiksdoel van de KWIN en of de inhoud, afgezien de actualiteit van de gegevens, nog voldoet gezien dit gebruiksdoel. Ook is gevraagd naar ontbrekende en overbodige onderwerpen in de KWIN 1998 gezien de huidige situatie. In deze publicatie wordt het resultaat van deze inventarisatie weergegeven met als eindresultaat een voorstel voor de inhoud van KWIN Boomkwekerij 2005.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
7
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
8
2
Gevoerde gesprekken
De inventarisatie is gehouden onder de afnemers en gebruikers van de KWIN Boomkwekerij van de afgelopen jaren. Het gevaar bij het houden van interviews is dat de persoonlijke mening en ervaring een grote rol kan spelen in de beeldvorming. Om dit te voorkomen zijn de interviews zoveel mogelijk gebundeld verwerkt. Bij deze bundeling is uitgegaan van doel/gebruikersgroep. Het algemene oordeel over de inhoud van de KWIN Boomkwekerij 1998 als naslagwerk is goed. Wel wordt de actualiteit gemist. Dit wordt ondervangen door met name de opbrengstprijzen zelf bij te houden. De saldoberekeningen worden vaak gebruikt als kapstok om zelf berekeningen mee uit te voeren en aan te passen naar de eigen situatie.
2.1
Sectorvertegenwoordiging
In de boomkwekerijsector wordt zowel door de teelt als door de handel gebruik gemaakt van het boekje “Kwaliteitsomschrijving en indicatieve kostprijzen boomkwekerij gewassen”. Dit boekje wordt samengesteld door de ECB (Economische Commissie Boomkwekerij). De kostprijzen komen tot stand door middel van overleg tussen de producenten en de exporteurs/handelaren. Vanuit het perspectief van de telers gezien geven de indicatieve kostprijzen inzicht in welke prijs zij voor hun producten reëel zijn om te vragen. Door de wijze van samenstelling van de inhoud wordt het boekje door beide partijen geaccepteerd. Aangegeven wordt dat het gedeelte met de indicatieve kostprijzen op bezwaren van de NMA stuit. Het vooraf afspreken van indicatie prijzen door brancheverenigingen zijn mededingingsbeperkend en valt onder artikel 6 van de Mededingingswet. Bij navraag gaf de NMA aan dat calculatieschema’s met historische prijzen wel zijn toegestaan. Zoals in de “Richtsnoeren” van de NMA staat, mag in calculatieschema’s worden aangegeven welke posten van belang zijn. Ook een publicatie als de KWIN waarin gemiddelde prestatie-indicatoren zijn verwerkt (zoals duur van arbeid) zijn in beginsel niet mededingingsbeperkend. Een ondernemer kan zo zien hoe hij ten opzichte van het landelijk gemiddelde presteert en waar hij zijn prestatie kan verbeteren (bijvoorbeeld waar hij efficiëntievoordelen kan behalen). Indien in het calculatieschema staat aangegeven dat bijvoorbeeld arbeid voor X% meegenomen moet worden in de eindprijs van het product en dit product de branchebrede norm is geworden (waar een ieder zijn eindprijs op baseert), kan dit mededingingsbeperkend zijn. Immers, een onderneming moet zelf bepalen hoe zijn eindprijs tot stand komt. De KWIN Boomkwekerij kan dienen als hulpmiddel en referentie bij het berekenen van reële kostprijzen. Om het wegvallen van het kostprijzenboekje te ondervangen wordt door de sector gedacht om per gewasgroep een aantal kapstokgewassen te kiezen en deze als voorbeeld te gebruiken. Door deze kapstokartikelen te vergelijken met het geteelde artikel kan vervolgens voor andere soorten en cultivars een kostprijs worden berekend. Deze opzet komt goed overeen met de opzet zoals in de KWIN 1998 aanwezig is. Het is wel de vraag of de clustering zoals die nu aanwezig is voldoende mate van detail geeft. Voorgesteld wordt om te beginnen met de huidige opzet en deze na 1 jaar te evalueren. Indien er behoefte is aan meer specifieke saldoberekeningen dan kunnen die in een supplement later worden toegevoegd. In de saldoberekeningen zal meer aandacht besteed moeten worden aan verschillende teeltwijzen. De in omvang groeiende akkerbouwmatige teelt wijkt wat mechanisatie en teeltduur af van de traditionele teeltwijze zoals deze zijn weergegeven in de saldo berekeningen. Het ontbreken van zomerbloemen wordt door een aantal kwekers genoemd als een gemis. De gewassen die worden gesneden als zomerbloem of snijheester vallen qua teelt onder de boom- en vaste plantenteelt. Het valt te overwegen om uit kostenoverwegingen deze groep op te nemen in de KWIN Boom- en Vaste plantenteelt. Organisatorisch vallen deze producten bij het productschap onder de bloemisterij.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
9
2.2
Accountants en adviesbureaus
Op accountantskantoren wordt de KWIN veelvuldig gebruikt voor het opstellen van begrotingen. De normdragers voor zowel de totale kosten als de opbrengsten worden gebruikt. De KWIN wordt daarmee echt als naslagwerk gebruikt. Om zicht te krijgen op de actuele prijzen en opbrengsten worden vaak zelf bestanden bijgehouden met de gegevens van cliënten. De opbouw van de KWIN is goed en ook de gewasgroepen zijn goed gekozen. De KWIN wordt ook gebruikt bij het berekenen van verlies aan inkomen ten gevolge van arbeidsongeschiktheid. De huidige opzet voldoet goed aan de eisen die bij deze berekeningen gesteld worden. Wel worden de actuele marktprijzen elders vandaan gehaald.
2.3
Banken
Ook bij banken wordt de KWIN veelvuldig gebruikt. De globale kostprijzen worden als leidraad bij begroten gebruikt. De actuele prijzen worden zelf bijgehouden. Ook voor afschrijvingen en investeringen wordt de KWIN als naslagwerk geraadpleegd. De inzet van arbeid zou beter weergegeven kunnen worden. De KWIN is nu gedateerd maar de opbouw van de kosten en de kosten an sich geven toch nog steeds een goede indicatie. De halfjaar struikjes rozen nemen in betekenis af. De containerteelt van rozen wordt in de KWIN 1998 gemist. Er is behoefte aan uitbreiding van informatie aangaande mechanisatie en robotisering en (rol)containers.
2.4
Onderzoek
Voor economisch onderzoek in de boomkwekerij wordt de KWIN gebruikt als referentie. Het ontbreken van actuele gegevens wordt momenteel gezien als een gemis. Een aantal teelten heeft de afgelopen jaren een sterke ontwikkeling doorgemaakt. De inhoud van de saldoberekeningen moet daarom voor een aantal groepen worden herzien. Bij vaste planten is er ook sprake geweest van grote veranderingen in assortiment. Wat betreft het machinepark is er behoefte aan meer informatie. In het algemeen is er meer vraag naar informatie met betrekking tot de vervangingswaarde van duurzame productie middelen als grond en gebouwen. Ook wordt er meer aandacht gevraagd op het gebied van robotisering en hulpmaterialen. De gedetailleerde saldoberekeningen zijn over het algemeen goed. Het berekende gemiddelde over een aantal gewassen is soms wel discutabel. Wellicht is het beter een bandbreedte aan te geven of een specifiek gewas aan te geven welke als voorbeeld dient. De inzet van arbeid kan gespecificeerd in taaktijden worden aangegeven en daarna mogen de kosten worden aangegeven uitgaande van de CAO lonen. De regelingen voor investeringsaftrek (MIA, FARBO, VAMIL, EIA, Milieu Investeringsaftrek) behoeven een update en indien nodig uitgebreid. Hierover kan contact met SENTER en belastingdienst worden opgenomen. De suggestie wordt gedaan een voorbeeld op te nemen om te laten zien hoe deze regelingen werken. De ontwikkelingen in de rozen en sierheesterteelt komen in de KWIN 1998 te weinig aan bod. Er is behoefte aan standaard saldoberekeningen voor de rozen containerteelt en de in bloei getrokken sierheesters (ook containerteelt). Het ontbreken van de vruchtbomen wordt aangemerkt als gemis.
2.5
Taxateurs
Deze doelgroep gebruikt KWIN voor de taxatie. De saldi zijn volgens de taxateurs in de KWIN zeer goed uitgewerkt. Deze doelgroep kan goed met de KWIN uit de voeten. De KWIN wordt vooral gebruikt als indicatie en onderbouwing van aannames. Voor de prijzen wordt het indicatieve kostprijzenboekje gebruikt of uitgegaan van eigen bijgehouden gegevens. Ervaringen vanuit de waterschade in 1998 was dat veel gewassen ondergewaardeerd waren.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
10
2.6
Kwekers
Kwekers en kwekers in wording gebruiken de KWIN vaak om een bedrijfsplan op te stellen. De opbrengstprijzen worden niet realistisch geacht. Aandacht wordt gevraagd voor mogelijke regionale verschillen in (opbrengst)prijzen. De pot- en containerteelt ontbreekt deels evenals en de mechanisatie aspecten. De teeltwijze kan per regio verschillen. Zou er onderscheid gemaakt kunnen worden tussen een kleinschalige teelt met veel handwerk en een akkerbouwmatige teelt waarin veel is gemechaniseerd? De beoordeling van een teelt wordt beschouwd als zeer arbitrair. Wat voor de ene gemakkelijk is, is voor een ander juist moeilijk en evenzo vaak ook omgekeerd. De %-ages uitval en onverkoopbaar zijn belangrijke kengetallen die het succes van een teelt deels bepalen. In de praktijk is hier vaak sprake van een grote spreiding. Wel is de KWIN een goede leidraad om de eigen teelt goed mee te vergelijken. De meegeleverde diskette met een rekenschema in Lotus wordt als erg verouderd gezien en wordt nauwelijks gebruikt.
2.7
Overig
In het onderwijs wordt de KWIN vooral door leerlingen gebruikt. De KWIN Boomkwekerij is daarbij 1 van de KWIN’s die geraadpleegd worden. Gemeenten en provincies gebruiken de KWIN om een idee te krijgen hoe een teelt in elkaar steekt en wat een teelt kost. Voor definitieve calculaties worden specialisten ingehuurd.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
11
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
12
3
Veranderingen
Uit de inventarisatie komt een aantal wensen tot verandering naar voren. Het meest genoemde manco van de KWIN 1998 is de actualiteit van de prijzen. Dit wordt voor een belangrijk deel opgelost door de actualisatie. Continuïteit van prijsactualiteit kan worden gewaarborgd door jaarlijks de actuele prijzen als supplement uit te brengen. Belangrijk onderdeel van de KWIN vormen de saldoberekeningen. Door het mogelijk wegvallen van de “indicatieve kostprijzen” heeft de sector behoefte aan onafhankelijke gegevens ter indicatie van reële kostprijzen. De gedachte dat het aantal saldoberekeningen dat in KWIN 2005 wordt opgenomen kleiner zou kunnen zijn dan die in de KWIN 1998 wordt door de sector verworpen. Er is behoefte aan meer saldoberekeningen. Concreet genoemd daarbij is het ontbreken van de rozen containerteelt. In de KWIN 1998 wordt wel aandacht gegeven aan de sierheesters in containers. De ontwikkeling in deze deelsector is verder gegaan tot het in bloei trekken van sierheesters. In de nieuwe KWIN wordt aan deze ontwikkeling gevolg gegeven door de meerkosten van het forceren van de bloei aan te geven bij de deelsectoren die het betreft. De zomerbloemen en snijheester zullen in de KWIN Boom- en vaste plantenteelt niet worden meegenomen. De saldi van de vruchtbomenteelt zullen weer worden opgenomen. Aandacht voor onderscheid tussen traditionele teeltwijze en akkerbouwmatige teelt is gewenst. Om inzicht te krijgen in de spreiding van de teelt over Nederland wordt voorgesteld per CBS-landbouwgebied het areaal per gewasgroep weer te geven. Het economisch belang van de sector wordt in een aantal tabellen aangegeven. Toegevoegd kan worden het aandeel van de Nederlandse productie in de EU-markt. De subsidieregelingen zijn sterk aan veranderingen onderhevig. Het is daarom onmogelijk een goede kwantitatieve beschrijving van de regelingen in de KWIN op te nemen. Wel kunnen de bestaande regelingen beschreven worden. Met een verwijzing naar een internetsite wordt de lezer gewezen op de meest actuele gegevens over de regelingen. Het gaat hierbij over welke specifieke investeringen in aanmerking komen voor subsidies en wat de omvang van de subsidie kan zijn. Wat betreft de kosten van grond voldoet de huidige opzet goed. Wat nog wel ontbreekt is de waardering van de eigen grond. Hiervoor kunnen diverse berekeningsmethoden worden aangegeven. Voorbeeld hiervan is waardering op basis van historische aanschafwaarde. Doordat de systematiek in de CAO iets is gewijzigd zullen de tabellen voor de loonkosten conform de lopende CAO worden opgezet. Verschillende gebruikers hebben aangegeven moeite te hebben om de kosten van specifieke machines en werktuigen in de KWIN 1998 te vinden. Dit komt voornamelijk doordat de kosten van de duurzame productie middelen in één grote tabel zijn opgenomen. Door deze tabel te splitsen in een aantal tabellen per onderwerp en binnen de machines en werktuigen een duidelijke onderverdeling te maken kan aan dit bezwaar tegemoet worden gekomen. De ontwikkeling van plastic kassen en plastic tunnels zal in de nieuwe KWIN terug te vinden zijn. Ook wordt aandacht besteed aan de robotisering in de teelt. De opmerking over de vindbaarheid van duurzame productie middelen geldt ook voor het teeltmateriaal. Ook hiervoor geldt dat een duidelijke opsplitsing van de tabellen het probleem van vindbaarheid kan oplossen. In tegenstelling tot de KWIN 1998 worden ook onkruidbestrijding- en gewasbeschermingsmiddelen opgenomen. De algemene kosten worden in de KWIN 1998 alleen benoemd en niet gekwantificeerd. Er zijn voldoende gegevens voorhanden om deze in de nieuwe KWIN wel te kwantificeren. Zo kunnen de waterschapslasten, onroerendgoedbelasting, de kosten van milieuvergunning, energie, vakheffing en verzekeringen weergegeven worden. Ook voor de overige kosten zoals bedrijfskleding en abonnementen zijn normen aan te geven. Naast uitbreiding van de saldoberekeningen met de rozencontainerteelt worden ook saldi van de groenbemesters bladrammenas en gele mosterd opgenomen. Voor Tagetes is al een saldo opgenomen. De hierboven aangegeven wijzigingen leiden tot een andere inhoud en opzet van de KWIN Boomkwekerij. In het volgende hoofdstuk wordt de inhoud van de KWIN Boomkwekerij 2005 aangegeven.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
13
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
14
4
KWIN 2005
In dit hoofdstuk wordt de inhoud van de herziene KWIN besproken.
4.1
Economische gegevens boomkwekerijsector
In dit hoofdstuk worden algemene sectorgegevens weergegeven. Het gaat daarbij om ontwikkelingen in oppervlakte, economische kengetallen van het boomkwekerijbedrijf en de export. Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel
4.2
Ontwikkeling in areaal per gewasgroep en procentuele groei van het areaal (1990-2003). Ontwikkeling in aantal bedrijven per gewasgroep en procentuele groei van het aantal bedrijven (1990-2003). Ontwikkeling in gemiddelde oppervlakte (ha) boomkwekerij per bedrijf per gewasgroep en procentuele groei van de bedrijven (1990-2003). Het areaal (ha) per gewasgroep per CBS-landbouwgebied (2003) Areaal (ha) boomkwekerij, areaal bedrijven gespecialiseerd en niet gespecialiseerd. Gemiddelde bedrijfsresultaten boomkwekerij in Nederland Schema voor basisbegrippen SBE, NGE en BSS Gemiddelde SBE en NGE per gewasgroep Export (mln euro) per seizoen per land Aandeel Nederlandse productie in de EU-markt (200.) Export (mln euro) per seizoen vanuit regio Import en export van boomkwekerijproducten
Regelingen en subsidies
De paragrafen in dit hoofdstuk lichten enkele (subsidie-)regelingen toe. Voor een juiste toelichting wordt verder contact met SENTER opgenomen. Omdat deze regelingen sterk aan veranderingen onderhevig zijn zal per regeling worden verwezen naar een internet adres waar actuele informatie over de betreffende regeling te vinden zal zijn. Het gaat daarbij om de volgende regelingen: Tabel VAMIL Tabel EIA Tabel FARBO Tabel BTW Gas en Olie Tabel Borgstellingsfonds
4.3
Grond
De kosten die met grond te maken hebben, komen in dit hoofdstuk aan de orde. Naast koopprijzen gaat het daarbij ook om waardering van de grond. Tabel Prijzen van verhandelde grond Tabel Pachtprijzen Tabel Regionale pachtnormen Tabel Waardering van grond
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
15
4.4
Arbeid
Gebaseerd op CAO Open Teelten Boomkwekerij Tabel Maandlonen in euro voor vaste medewerkers met overbruggingsmogelijkheid boomkwekerijproducten Tabel Maandlonen in euro voor vaste medewerkers zonder overbruggingsmogelijkheid en losse medewerkers Tabel Wekelijkse vakantiebon in euro voor losse werknemers Tabel Wekelijkse vakantiebon in euro voor vaste werknemers met overbruggingsmogelijkheid
4.5
Duurzame productiemiddelen
Bedrijfsgebouwen zoals standaardbedrijfsruimte, kassen, containerveld, plastictunnels, klimaatinstallaties, drainage, erfverharding, beregening, machines en werktuigen. Van deze productiemiddelen worden de vervangingswaarde en jaarlijkse kosten, bestaande uit afschrijving en onderhoud (in %-ages van de vervangingswaarde), aangegeven. Ook de eventuele restwaarde wordt vermeld. Als verandering ten opzichte van de KWIN 1998 wordt voorgesteld om vanwege de traceerbaarheid de duurzame productiemiddelen in aparte tabellen weer te geven in plaats van in 1 grote tabel. Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel
4.6
Bedrijfsgebouwen Kassen Plastic kas en plastic tunnels Overige opstanden Klimaat installaties Koelinstallaties Drainage Erfverharding en paden Containerveld Beregeningsapparatuur en watervoorziening Machines en werktuigen Transport Grondbewerking Bemesting Plantmachines Potmachines Gewasbeschermingsapparatuur Mechanische onkruidbestrijding Gewasverzorging Rooiapparatuur Overgewaswagens
Teeltmateriaal
Van de veel gebruikte hulpmiddelen en grondstoffen worden indien van toepassing maten, eenheid en prijzen (exclusief btw) weergegeven. Ook bij deze kosten categorie wordt voorgesteld om vanwege de traceerbaarheid de duurzame productiemiddelen in aparte tabellen weer te geven in plaats van in 1 grote tabel. Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel
Potten en containers Tonkin stokken Gaaslappen Kunstmeststoffen volle grond Kunstmeststoffen pot- en containerteelt
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
16
Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel
4.7
Organische mest Onkruidbestrijding Gewasbescherming Grond Overige grond- en hulpstoffen
Algemene kosten
Naast de kosten voor duurzame productiemiddelen als grond en gebouwen en de direct aan de teelt toe te rekenen kosten heeft een bedrijf ook te maken met algemene kosten, met name de bedrijfsgebonden kosten. Deze tabellen zijn t.o.v. KWIN 1998 geheel nieuw. Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel Tabel
4.8
Waterschapslasten per regio Onroerend goed belasting Milieuvergunningen Energie Overige algemene kosten Vakheffing Verzekeringen
Financiering, premies en belastingen
Bij de aankoop van onroerende zaken heeft de ondernemer te maken met o.a. makelaar, notaris en overdrachtsbelastingen. Bij het financieren van onroerende goederen komen hier ook nog taxatiekosten en eventuele kosten van de hypotheekakte bij. Andere kosten waar een ondernemer mee te maken heeft zijn premieheffingen en bedrijfsgebonden belastingen. Tabel Tabel Tabel Tabel
4.9
Aankoop roerende zaken Kosten financiering Premieheffing en uitkeringen Vermogensbelasting
Berekeningen saldo en arbeidsbehoefte
Aansluitend op de algemene kengetallen wordt een groot aantal saldo- en arbeidsberekeningen van diverse teelten binnen de gewasgroepen weergegeven. Uitgangspunt hierbij is dat per gewasgroep een herkenbare specifieke teelt wordt genomen als referentie. Om de vertaalslag naar andere teelten binnen de gewasgroep te kunnen maken worden van een aantal andere teelten de prijzen weergegeven. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het kwaliteitsboekje. Bij de keuze van de referentiegewassen speelt uniformiteit een bepalende rol. Het saldo is de opbrengst min de toegerekende kosten. Toegerekende kosten zijn kosten die direct aan de betreffende teelt toe te rekenen zijn en evenredig met de oppervlakte variëren. Het zijn bijvoorbeeld kosten voor uitgangsmateriaal, meststoffen, gewasbescherming, potten etc. De niet-toegerekende kosten zijn de kosten van de duurzame productiemiddelen, zoals afschrijving, onderhoud van gebouwen en machines, arbeid en algemene bedrijfskosten. Door het opstellen van saldoberekeningen voor verschillende teelten kunnen deze onderling vergeleken worden op economisch rendement. De saldi van alle teelten op een bedrijf vormen het bedrijfssaldo. Als dit totaal saldo hoger is dan de niet-toegerekende kosten is de bedrijfsexploitatie winstgevend. Als eerste worden de algemene uitgangspunten uitgelegd: 1. Uitgangspunten opbrengsten 2. Uitgangspunten toegerekende kosten
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
17
3. Saldo 4. Arbeid 5. Opbrengstprijzen 6. Overige opmerkingen 7. Per gewasgroep blad met de algemene uitgangspunten Ad 1. De opbrengst wordt bepaald door beteelde oppervlakte, plantafstand, aantal planten, uitval, onverkoopbaar en prijs. Uit de inventarisatie blijkt dat er regionale verschillen zijn. Waar mogelijk worden deze regionale verschillen aangegeven. De makers zijn daarbij afhankelijk van de gegevens die vanuit de praktijk worden aangeleverd. Ad 2. De toegerekende kosten worden gebaseerd op “Goede Landbouw Praktijk”. Dit betekent telen volgens de huidige adviezen. Ad 3. Saldo wordt berekend per 100 m2 en per arbeidsuur. Ad 4. De arbeidsuren worden onderverdeeld in de belangrijkste handelingen per teeltjaar. Ook is een verdeling van de arbeid over het jaar weergegeven. Als bron voor de arbeidsuren wordt Agrowerk gebruikt. Dit is een programma dat A&F (voorheen IMAG) gebruikt om taaktijden te berekenen. Ad 5. Per gewasgroep wordt voor een aantal representatieve teelten gemiddelde prijzen weergegeven. Ad 6. Aangegeven wordt welke kosten niet in de saldoberekening zijn meegenomen maar die wel een belangrijke rol spelen bij het bepalen van de kostprijs van een product. Ad 7. Voorafgaand aan de saldoberekeningen van een gewasgroep worden de algemene uitgangspunten behorend bij deze groep aangegeven.
4.10 Uit te voeren saldoberekeningen In vergelijking met de voorgaande KWIN worden de gewasgroepen uit gebreid met rozen containerteelt. Een overzicht van de uit te voeren saldoberekeningen, 123 stuks, is in bijlage 2 weergegeven. In overleg met begeleidingscommissie zou kunnen worden vastgesteld voor welke gewassen ook saldoberekeningen met een akkerbouwmatige teelt gewenst zijn.
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
18
Bijlage 1 Gehouden interviews A&A groep Venlo. Accountants en adviseurs bureau. Dhr.W. Heussen ACCON, dhr Jansen Aelmans Agrarisch Adviesbureau Alfa Accountants, Dodewaard AOC Breda B.K.de Woudhoeve Economische Boomkwekerij Commissie (ECB); dhr Kuijf (voorzitter) Gemeente Breda. Afdeling schadeverzekeringen, dhr Van Erp Heling Partners Assen IBN Uden. dhr Heldens Kamer, van de A. Kruijer, Tj. Lintjes, taxateur Poppelaars PPO Boskoop, dhr Snoek, dhr, dhr Haenen, dhr Meijer, dhr van der Sluis, dhr van Dalfsen PPO-Fruit, Marianne Groot Provincie Noord-Brabant, dhr van Spank Rabobank Lottum. Rabobank Nederland. Dhr.T.Roest. Schalk, P Taxateur Veltmans, J Vermeerderingsbedrijf via de ING bank in Uden, Frank van den Berg Wim van den Beuken WLTO, dhr H. de Boer ZLTO, van Aalst
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
19
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
20
Bijlage 2 Saldoberekeningen naam Breedwerpig gezaaid (naaldhout) 1+0 Breedwerpig gezaaid (naaldhout) 1a1 Breedwerpig gezaaid (naaldhout) 2+0 Op rij gezaaid (loofhout) 1+0 Op rij gezaaid (loofhout) 1a1 Rozenonderstammen Verplant loofhout 1+1 Verplant loofhout 1+2 Verplant naaldhout 1+1 Verplant naaldhout 1a1 Verplant naaldhout 2+1 Verplant naaldhout 2+2 Naaldhout plug+1 Naaldhout plug+2 Beworteld stek in 0,5 liter In 1,5 liter In 2 liter In 3 liter In 5 liter Geënt, verpot in 3 liter Zaailing, gepot in 0,5 liter Plantgoed één jaar Plantgoed anderhalf jaar Tweejarige doorteelt van plantgoed Driejarige doorteelt van plantgoed Geënt leverbaar twee jaar Twee jaar doorteelt van gezaaid plantgoed Doorteelt twee jaar van tweejarig gezaaid leverbaar Gemakkelijk, beworteld stek in 0,5 liter Gemakkelijk, in 1,5 liter Gemakkelijk, in 2 liter Gemakkelijk, in 3 liter Moeilijk, beworteld stek in 0,5 liter Moeilijk, in 1,5 liter Moeilijk, in 2 liter Moeilijk, in 3 liter Moeilijk, in 5 liter Handveredeling in 0,5 liter Handveredeld in 3 liter Handveredeld in 5 liter Klimplant, moeilijk, in 1,0 liter Klimplant, moeilijk, in 1,5 liter Klimplant, moeilijk, in 2,0 liter
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
Gewascode Zbr-10.bp zbr-1a1.bp zbr-20.bp zrij-10.bp zrij-1a1.bp zros-10.bp vl-11.bp vl-12.bp vn-11.bp vn-1a1.bp vn-21.bp vn-22.bp vn-plug1.bp vn-plug2.bp s-p9.cc s-15es.cc s-17es.cc s-19es.cc s-24es.cc pg-19es.cc z-p9.cc s-011.cv s-012.cv s-0112.cv s-0113.cv p-x12.cv z-2.cv z-22.cv sg-p9.hc sg-15es.hc sg-17es.hc sg-19es.hc sm-p9.hc sm-15es.hc sm-17es.hc sm-19es.hc sm-24es.hc h-p9.hc h-19es.hc h-24es.hc km-p11.hc km-15es.hc km-17es.hc
21
Klimplant, gemakkelijk, beworteld stek in 0,5 liter Klimplant, gemakkelijk, in 2,0 liter Ericaceae, gemakkelijk, beworteld stek in 1,0 liter Ericaceae, gemakkelijk, beworteld stek in 0,8 liter Ericaceae, moeilijk, in 3,0 liter Ericaceae, moeilijk, in 5,0 liter Winterstek in 1,5 liter Winterstek in 3,0 liter Onderstam in 1,0 liter Van winterstek, één jaar Van winterstek, twee jaar Makkelijk, plantgoed, één jaar Moeilijk, plantgoed, één jaar Moeilijk, plantgoed, twee jaar Moeilijk, leverbaar, doorteelt van plantgoed, twee jaar Moeilijk, doorteelt van leverbaar, twee jaar Handveredeld, plandgoed, één jaar Handveredeld, plandgoed, twee jaar Geënt, leverbaar, twee jaar Geënt, leverbaar, doorteelt van plantgoed, twee jaar Ericaceae vollegrond, gemakkelijk, leverbaar, twee jaar Ericaceae vollegrond, moeilijk, plantgoed, één jaar Ericaceae vollegrond, moeilijk, leverbaar, twee jaar Ericaceae vollegrond, moeilijk, leverbaar, doorteelt éénjarig plantgoed, twee jaar Ericaceae vollegrond, moeilijk, leverbaar, doorteelt van leverbaar Tweejarige spil van oculatie Driejarige spil van oculatie Opzetter van tweejarige spil Driejarige spil van zaailing Vierjarige spil van zaailing Tweejarige spil van handveredeling Driejarige spil van handveredeling Tweejarige halfstammen Driejarige bolvorm Tweejarige afleggers, moerpollensysteem Driejarige doorteelt van tweejarige afleggers Eénjarige populier van stek Halfjaarstruikjes Tweejarig, export Tweejarig, pakkethandel Eenjarig, slapend oog Twee jaar op stam Twee jaar Pfanderstammen Gestekt P7 Gestekt P9 Gescheurd P9 Gescheurd P11 Gescheurd ES-15 Gescheurd ES-17
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
22
kg-p9.hc kg-17es.hc eg-p10r.hc eg-12es.hc em-19es.hc em-24es.hc w-15es.hc w-19es.hc p11-os.hc w-01.hv w-02.hv sg-011.hv sm-011.hv sm-012.hv sm-0112.hv sm-01122.hv h-x10.hv h-x20.hv p-x12.hv p-x112.hv eg-012.hv em-011.hv em-012.hv em-0112.hv em-01121.hv o-x20.lb o-x30.lb opz-33.lb z-3.lb z-4.lb h-x20.lb h-x30.lb Half-x20.lb Bol-x30.lb afl-2.lb afl-23.lb s-1.lb 1jr.rz 2jrexp.rz 2jrpak.rz sla.rz stam.rz ondlpfan.rz s-p7.vc s-p9.vc sc-p9.vc sc-p11.vc sc-es15.vc sc-es17.vc
Gezaaid P7 Gezaaid P9 Gescheurd, één jaar Gescheurd, twee jaar Gestekt, één jaar Weefselkweek, één jaar Gezaaid, één jaar Heesters gemakkelijk Heesters moeilijk Klimplant, moeilijk Ericaeën makkelijk Ericaeën moeilijk Heesters, geënt Coniferen, geënt Coniferen, gestekt Stekplanten per stek Stekplanten per tak Tagetes (grondontsmetting) Bladrammenas Gele mosterd Geoculeerd 2-jarig bloeiend (A-kwaliteit), 19 ES Geoculeerd 2-jarig (A-kwaliteit) op schot 19 ES Geoculeerd tweejarig (B-kwaliteit) op schot 17 ES Geoculeerd eenjarig (B-kwaliteit) op schot 17 ES Eigen wortel rozen, eenjarig potgekweekt, minimaal 13 ES Knipbomen, 2 jarig Geënt met tussenstam, 2 jarig Peer, zonder tussenstam geocculeerd 3 jarig Onderstam Eenjarige teelt, geocculeerd Stapelgoed Bloeitrekken vaste planten Bloeitrekken sierheesters Bloeitrekken rozen
© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
23
z-p7.vc z-p9.vc sc-1.vv sc-2.vv s-1.vv we-011.vv x-1xo.vv hstsg.se hstsm.se hstkm.se hsteg.se hstem.se hstp.se conp.se cons.se stekplst.se stekplta.se tagetes. bladram. mosterd. 2jrexbl-es19.Rc 2jrex-es19.Rc 2jr-es17.Rc 1jr-es17.Rc s-13ES.Rc Hknip-2.Vb Htus-2.Vb Ocpeer-3.Vb Os.VB oc.Vb st.vb . . .