Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij
DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen
Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen
Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M Pasta.
T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 E
[email protected] www.dlvplant.nl
In opdracht van
Cultuurgroep laanbomen Gefinancierd door
Productschap Tuinbouw Uitgevoerd door
DLV Plant Onderzoek / boomkwekerij Ing. Jeroen van der Meij Ing. Gerrit Schalk Auteur
Ing. Jeroen van der Meij Projectnummer
PT 14074 Versie
20111004 DEF
Dit document is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag derhalve worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLV Plant. De merkrechten op de benaming DLV komen toe aan DLV Plant B.V.. Alle rechten dienaangaande worden voorbehouden. DLV Plant B.V. is niet aansprakelijk voor schade bij toepassing of gebruik van gegevens uit deze uitgave.
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
Inhoudsopgave SAMENVATTING
4
1
INLEIDING EN DOEL
5
2
MATERIAAL EN METHODEN
6
2.1 Proefopzet 2.1.1 proeffactoren 2.1.2 Gewas (uitgangsmateriaal) 2.1.3 Behandelingen 2.1.4 Inzet en toepassingswijze 2.1.5 Herhalingen en experimentele eenheden
6 6 7 7 7 8
2.2 Infectiemateriaal 2.2.1 Praktijkisolaat 2.2.2 Nectria Galligena (Vruchtboomkanker) 2.2.3 Wondkanker (Fusarium)
9 9 9 9
2.3 Waarnemingen 2.3.1 Start: 2.3.2 Tussenwaarneming 2.3.3 Eindwaarneming:
10 10 10 11
2.4
12
3
Verwerking
RESULTATEN
13
3.1
Diagnostiek
13
3.2
Tussenwaarneming (indicatief)
13
3.3 Preventieve behandelingen 3.3.1 Intensiteit van de aantasting 3.3.2 Aantastingfrequentie
14 14 14
3.4 Curatieve behandelingen. 3.4.1 Intensiteit van de aantasting 3.4.2 Aantastingsfreqentie
15 15 17
4
DISCUSSIE
18
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
19
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
2
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
BIJLAGE 1
PROEFSCHEMA
20
BIJLAGE 2
STATISTIEKEN
21
I Totaal aantal experimentele eenheden II Frequenties III Totaalresultaat per data IV Histogram (verdeling) preventieve behandeling V Histogram (verdeling) Curatieve behandeling VI Berekening variatie coëfficiënt VII ANOVA VIII LSD (Least Significant Difference) Bonferroni
BIJLAGE 3:
DIAGNOSTIEK
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
21 21 22 23 23 24 24 24
26
3
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
Samenvatting In april 2010 is DLV Plant een onderzoek gestart naar producten die een alternatief kunnen zijn voor de uit productie genomen Topsin M pasta. Het onderzoek bestond uit twee delen. In eerste instantie is er een inventarisatie uitgevoerd waarbij diverse fabrikanten benaderd zijn. Daarbij is de vraag gesteld of er mogelijk een alternatief voor de Topsin M pasta bestond, danwel in ontwikkeling was. Vervolgens zijn uit deze inventarisatie enkele producten en combinaties geselecteerd die in een praktijkonderzoek zijn beproefd. De behandelingen bestonden naast een onbehandeld en een standaard object behandeld met Topsin M pasta uit drie alternatieven met een werkzame stof (Scomrid aeresol, Spirit en de combinatie spirit + een biologische pasta) en twee producten van biologische oorsprong (ECOstyle snoeibalsem & LacBalsam). Op het proefperceel is het gewas Malus (sierappel) begin september 2010 gesnoeid en zijn de snoeiwonden behandeld met de experimentele middelen. In principe zijn er twee proeven uitgevoerd. De proefobjecten zijn voor en na de specifieke behandelingen kunstmatig geïnfecteerd met plantpathogene wondkanker. Halverwege de proef is er een steekproef uitgevoerd (ongeveer een kwart van de bomen) waarbij indicatief de effecten van de behandelingen bekeken is. Tijdens deze waarnemingsronde werd goed duidelijk dat de infectie van de snoeiwonden geslaagd was. De onbehandelde objecten vertoonden allen symptomen van vruchtboomkanker. Tijdens de eindwaarnemingen werd duidelijk dat de intensiteit van de aantasting bij de onbehandelde gewassen relatief laag was. Er zijn geen snoeiwonden waargenomen die zwaar aangetast waren door vruchtboomkanker. Dat geeft aan dat de druk van vruchtboomkanker iet hoog geweest is. Ondanks dat zijn er wel duidelijke verschillen ontstaan de preventieve behandelingen. In alle toepassingen bieden de pastaformuleringen de beste bescherming tegen infecties van wondkanker. Zowel LacBalsam, ECOstyle snoeibalsen als LacBalsam + Spirit beschermen de wond beter dan de spuitbehandelingen met Spirit en Scomrid aerosol. Bij deze laatste twee is de infectie van wondkanker vergelijkbaar als de onbehandelde controle. Bij de curatieve behandelingen was het effect van de standaard behandeling met Topsin M pasta is het grootst, maar verschilt niet significant van de behandelingen met de overige pasta formuleringen. De eindconclusie van de proef was dat het afsmeren van snoeiwonden een goede bijdrage levert in de preventie tegen de ontwikkeling van vruchtboomkanker, maar dat geen van de onderzochte alternatieven voor de Topsin M pasta een goede vervanger van het product is. De conclusies van dit onderzoek zijn gebaseerd op een lichte aantasting van vruchtboomkanker. Het is geen garantie dat deze resultaten behaald kunnen worden als er een zeer hoge infectiedruk is. Het combineren van een pasta en een gewasbeschermingsmiddel die in één werkgang toegepast kan worden is in de toekomst het onderzoeken waard.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
4
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
1
Inleiding en doel
Topsin M Pasta werd gedurende het jaar op vrijwel iedere laanboom kwekerij gebruikt als wond afdekmiddel na snoei van takken of ter bestrijding van (vruchtboom)kanker. Ook in de fruitteelt en in het openbaar groen is dit product voor dezelfde doeleinden gebruikt. Tijdens het rooien en transporteren van planten ontstaat er takbreuk. Bomen worden meestal gebonden en ook hierbij kan er stambeschadiging ontstaan. In de praktijk worden in de verzendhal bij het opbinden of bundelen van bomen gebroken takken weggesnoeid en de ontstane wond afgesmeerd. De verzendhal of koelcel worden vaak goed vochtig gehouden om de kwaliteit van de bomen de behouden. Deze omstandigheden zijn ideaal voor veroorzakers van (vruchtboom)kanker. Bij aankomst bij groenvoorziener of fruitteler vindt dezelfde werkzaamheid plaats. Takken die gebroken zijn werden glad afgeknipt en afgesmeerd met Topsin M pasta. Vanaf voorjaar 2010 waren er geen vergelijkbare alternatieven voor het afdekken van snoeiwonden en de bestrijding van (wond) kanker. Hierdoor kunnen gewassen sneller aangetast worden door diverse pathogenen. Bij laanbomen zal dit probleem vooral ontstaan bij de gewassen Lijsterbes, Linde, Kastanje, Esdoorn en Malus. In april 2010 is DLV Plant een onderzoek gestart naar producten die een alternatief kunnen zijn voor Topsin M pasta. Het onderzoek bestond uit twee delen. In eerste instantie is er een inventarisatie uitgevoerde waarbij diverse fabrikanten benaderd zijn. Daarbij is de vraag gesteld of er mogelijk een alternatief voor de Topsin M pasta in het productengamma bestond, danwel in ontwikkeling was. Vervolgens zijn uit deze inventarisatie enkele producten en combinaties geselecteerd die in een praktijkonderzoek beproefd zijn. Criteria voor de selectie waren dat het net als de Topsin M een pastaformulering betreft en het binnen afzienbare termijn beschikbaar is voor toepassing in boomkwekerijgewassen. De resultaten van de inventarisatie waren hoopgevend. Er was een goede selectie van acht mogelijke alternatieven gemaakt die in een proef onderzocht konden worden. Helaas zijn drie producten in pasta-formulering op het laatste moment teruggetrokken uit het onderzoek omdat het traject van toelating voor de boomkwekerij niet uitgevoerd kon worden door de fabrikant. Uiteindelijk is er in samenspraak met de begeleidingscommissie van het onderzoek een nieuwe selectie gemaakt die in seizoen 2010-2011 beproefd is. De begeleidingscommissie bestond uit een aantal telers en gebruikers van de toenmalig verkrijgbare Topsin M pasta. Er zijn vijf mogelijke alternatieven onderzocht in een vergelijkende proef met een standaard behandelde en onbehandelde gewassen. Hierbij waren twee producten van biologische oorsprong. De standaard behandeling bestond uit de Topsin M pasta. Het doel van de proef was bekijken welke alternatieven de effectiviteit van de Topsin M pasta konden evenaren.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
5
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
2
Materiaal en methoden 2.1 Proefopzet
2.1.1 proeffactoren Voortvloeiend uit de inventarisatie naar alternatieven voor de Topsin M pasta zijn enkele producten in seizoen 2010-2011 getest op een praktijkbedrijf. Op het proefperceel is het gewas Malus (sierappel) begin september 2010 gesnoeid en zijn de snoeiwonden behandeld met de experimentele middelen. In principe zijn er twee proeven uitgevoerd. De proefobjecten zijn voor de behandelingen kunstmatig geïnfecteerd met plantpathogene boomkankers, op deze manier is de curatieve werking bekeken. Daarnaast is de andere helft eerst behandeld en toen kunstmatig geïnfecteerd, en zo de preventieve werking bekeken. De behandelingen zijn vergeleken met onbehandelde objecten en een standaard behandeling met Topsin M pasta. Om het effect van de behandelingen goed te beproeven zijn de gewassen zoals gebruikelijk is in de praktijk begin 2011 op de zogenaamde ‘kuilhoek’ geplaatst en zijn in de loop van 2011 beoordeeld. In onderstaande tabellen zijn de proeffactoren weergegeven. Proeffactor Gewas
Aantal niveaus 1
beschrijving Malus ‘Rudolph’
Behandelingen & codering
7
1 2 3 4 5 6 7
Onbehandeld Topsin M Lac Balsam snoeibalsem Spirit Spirit + Lac balsam Scomrid aerosol
Inzet
1
Preventief
Herhaling
10
Clusters van 7 bomen verdeeld over 70 experimentele proefeenheden.
Tabel 2.1: Proeffactoren en bijbehorende niveaus preventieve behandeling.
Proeffactor Gewas
Aantal niveaus 1
beschrijving Idem als tabel 2.1
Behandelingen & codering
7
Idem als tabel 2.1
Inzet
1
Curatief
Herhaling
11
Clusters van 7 bomen verdeeld over 77 experimentele proefeenheden.
Tabel 2.2: Proeffactoren en bijbehorende niveaus curatieve behandeling. DLV Plant 2011, 20111004 DEF
6
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
2.1.2 Gewas (uitgangsmateriaal) Soort: : Malus ‘Rudolph’ Plantmaat : variërend lengte 150-175, 175 – 200, 200 / dikte 8-10 en 10-12 Plant-, oppot-, zaaidatum : Voorjaar 2008 gepoot, zomer geoculeerd. Ziekten / plagen : Het gewas is van nature matig gevoelig voor vruchtboomkanker. Het gewas was ten tijde van uitvoering niet zichtbaar aangeatst door een plantpathogene boomkanker. 2.1.3 Behandelingen De snoeiwonden zijn preventief en curatief behandeld met onderstaande producten.
1 2 3 4 5 6
Product Onbehandeld Topsin M Lac Balsam snoeibalsem Spirit (0,35%) Spirit (0,35%) + Lac balsam
7 Scomrid aerosol
Werkzame stof x thiofanaat-methyl x x tebuconazool, folpet
formulering x pasta pasta pasta s.c.
toepassingswijze geen behandeling toegepast wond afsmeren met kwast wond afsmeren met kwast wond afsmeren met kwast spuiten met 1000 l/ ha
tebuconazool, folpet
s.c. aeresol spuitbus
spuiten +/+ afsmeren
imazali
kort spuiten op wond
Tabel 2.3: Proeffactor ‘behandelingen’ met behandelingscode, productnaam, werkzame stof, formulering en toepassingswijze. Behandeling 3 en 4 betreffen producten van natuurlijke oorsprong, zonder werkzame stof.
2.1.4 Inzet en toepassingswijze De proefbehandelingen zijn uitgevoerd na de snoeiwerkzaamheden op het proefveld. Middels onderstand stroomschema is aangegeven welke toepassingswijze er gehanteerd is van de verschillende behandelingen. 1. Gewas voor de start van de proef.
2. De helft van het aantal bomen is gesnoeid. De andere helft is gesnoeid na uitvoering van de preventieve behandelingen en kunstmatige infectie om kruisbesmetting te voorkomen.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
7
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
3. Na de snoei van het gewas zijn de behandelingen uitgevoerd. V.l.n.r.behandelingen met Topsin M pasta, Ecostyle snoeibalsem, LacBalsam en Scomrid. De spuitbehandelingen met Spirit laat geen zichtbare ‘beschermlaag’ achter. De behandeling met Spirit en LacBalsam is kort na elkaar uitgevoerd. Het nog vochtig zijn van de wond van het spuiten is geen belemmering bij het aanbrengen van de LacBalsam.
4. Na uitvoering van de preventieve behandelingen zijn de overige gewassen gesnoeid. Vervolgens zijn alle snoeiwonden geïnfecteerd met een sporensuspensie. Dit is gebeurd door met een plantensproeier alle snoeiwonden goed vochtig te maken.
5. Ongeveer 15 minuten na infectie van de gewassen zijn de curatieve behandelingen uitgevoerd. De sporensuspensie is licht aangedroogd, maar de wonden waren nog licht vochtig tijdens de uitvoering. Alle bomen zijn gelabeld.
Tabel 2.4: schema proefbehandelingen.
2.1.5 Herhalingen en experimentele eenheden Ten tijde van uitvoering van de eerste proefhandelingen stonden de gewassen in een enkele en dubbele rij gerangschikt over een lengte van +/- 80 meter. Elke boom is beschouwd als een experimentele eenheid waarbij de snoeiwonden met één product behandeld zijn. Volgens loting zijn de behandelingen geward verdeeld over de gewassen, waarbij er een evenwichtige verdeling gemaakt is tussen de verschillende plantmaten. Zie bijlage 1 voor het proefschema in een overzicht. DLV Plant 2011, 20111004 DEF
8
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
2.2 Infectiemateriaal 2.2.1 Praktijkisolaat Het infectiemateriaal is tijdens seizoen 2010 verzameld van praktijkbedrijven. Er zijn diverse monsters genomen van gewassen die geïnfecteerd waren met een parasitaire boomkanker. Na analyse van het infectiemateriaal bleek dat er twee soorten boomkaker geïdentificeerd konden worden. Beide aantastingen zijn op een natuurlijke gast vermeerderd en de sporen zijn vervolgens in een ruime hoeveelheid water gebracht. waarmee de proefobjecten zijn geïnfecteerd. 2.2.2 Nectria Galligena (Vruchtboomkanker)
Afbeelding 2.1: Praktijkisolaat
Afbeelding 2.2: Symptomen Nectria volgens literatuur.
2.2.3 Wondkanker (Fusarium)
Afbeelding 2.3: Praktijkisolaat
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
Afbeelding 2.4: Fusarium sporen van praktijkisolaat.
9
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
2.3 Waarnemingen 2.3.1 Start: Controle op uniformiteit. Controle op aanwezigheid ziekten en plagen (o.a. vruchtboomkanker) Overige opvallende zaken Er zijn drie waarnemingsdata aangehouden. Tijdens de start van de proef is het gewas gecontroleerd op uniformiteit. Te kleine bomen zijn uitgeselecteerd. Daarnaast is bekeken of het gewas al geïnfecteerd was met een eventuele besmetting van een (wond)kanker of andere infectie. 2.3.2 Tussenwaarneming Afbeelding 2.5: Bij de start van de proefbehandelingen is bij elke boom een klein rood lint rondom de stam aangebracht. Vanaf dat lint zijn de eerstvolgende vijf snoeiwonden gecontroleerd op infectie. Tijdens de eindwaarnemingen van dit onderzoek zijn wederom dezelfde wonden gecontroleerd.
Tijdens de zogenaamde tussenwaarnemingen is het gewas gecontroleerd op aantasting van (vruchtboom)kanker. Steekproefsgewijs is ongeveer een kwart van alle objecten gecontroleerd op infectie van de snoeiwonden. Zonder nadere inspectie van de snoeiwond is er een visuele waarneming uitgevoerd waarbij de mogelijke ontwikkeling van vruchtboomkanker bekeken is, maar met name bij de onbehandelde objecten om een indruk te krijgen van de mate van infectie. Er is voor deze beoordeling een klassenindeling gemaakt bestaande uit drie klassen:
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
10
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
1. Wond is (vrijwel zeker)
2. Wond is niet aangetast. De
3. Twijfelgeval. Ondanks
aangetast. Er zijn duidelijke
beschermlaag van de
scheurtjes in de beschermlaar
scheuren in de eventueel
behandeling houdt zich goed en
lijkt de wond zicht goed te
aanwezige beschermlaag
er zijn verdachte
herstellen.
zichtbaar en de wond ‘wijkt’ in
infectieopeningen zichtbaar.
meer of mindere mate. Tabel 2.5: Waarnemingscriteria tussenwaarneming.
2.3.3 Eindwaarneming: Zoals bij de tussenwaarneming beschreven staat is elke boom voorzien van een lint. Bij de eindbeoordeling zijn er vijf wonden van elke boom gecontroleerd op aanwezigheid van (vruchtboom)kanker. Er is voor deze beoordeling een klassenindeling gemaakt bestaande uit vier klassen:
1. Wond is niet aangetast
2. Wond is licht
3. Wond is matig
3. Wond is zwaar
door een
aangetast. Dit kan na
aangetast. Dit is zeer
aangetast. De
(vruchtboom)kanker.
verplanten of ongunstige
ongunstig voor de
gesteldheid van het
omstandigheden voor
eindkwaliteit van het
gehele gewas lijdt en het
het gewas uitgroeien tot
gewas en commercieel
gewas dient afgevoerd te
een wondkanker.
onaanvaardbaar.
worden om verdere verspreiding te voorkomen.
Tabel 2.6: Waarnemingscriteria eindwaarneming.
Er kan voor een definitieve diagnose van aantasting pas uitsluitsel gegeven worden als de wond nader geïnspecteerd is. Daarom is bij uitvoering van de eindwaarneming DLV Plant 2011, 20111004 DEF
11
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
steekproefsgewijs de snoeiwond opengemaakt en is inwendig gekeken hoe, en in welke mate de infectie zich in de wond manifesteert. Met behulp van een mesje zijn stukken van de wond gesneden en is een definitief oordeel van de wond gegeven. Figuur 2.6: Een beginnende aantasting kan zich onder gunstige omstandigheden uitbreiden. De verkleuring geeft aan dat een infectie onder de wondschors uitdijt.
2.4 Verwerking De proefresultaten zijn statistisch verwerkt met een betrouwbaarheid van 95%.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
12
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
3
Resultaten 3.1 Diagnostiek
Na uitvoering van de eindwaarnemingen zijn 4 proefplanten (36 A1C, 27 D6P, 56 C7C, 94 C3P) naar een onderzoekslaboratorium verzonden ter diagnose. Conclusie van dat onderzoek was dat alle aantastingen veroorzaakt zijn door vruchtboomkanker (Nectria galligena). De aantasting van wondkanker veroorzaakt door Fusarium is niet aangetoond. Afbeelding 3.1: Snoeiwond van een onbehandelde proefplant. Er bestaat geen twijfel over de aanwezigheid van vruchtboomkanker. De wijkende schors en het uitlopen van zijogen op de stam zijn kenmerkend voor een door vruchtboomkanker (Nectria galligena) aangetast gewas.
3.2 Tussenwaarneming (indicatief) Halverwege de proef is er een steekproef uitgevoerd waarbij indicatief de effecten van de behandelingen bekeken is. Tijdens deze waarnemingsronde werd goed duidelijk dat de infectie van de snoeiwonden geslaagd was. De onbehandelde objecten vertoonden over het algemeen symptomen van vruchtboomkanker. Grafiek 3.1: Weergave van tussentijdse resultaten. Halverwege de proef is ongeveer 25% van de gewassen gecontroleerd waarbij duidelijke symptomen van vruchtboomkanker waargenomen zijn. De waarden aan de y-as ‘Mean GEM’ staat voor de ontwikkeling van vruchtboomkanker waarbij ‘0’=schoon/ geen aantasting, ‘1’=twijfelachtige aantasting, ‘2’=Duidelijke aantasting. DLV Plant 2011, 20111004 DEF
13
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
3.3 Preventieve behandelingen 3.3.1 Intensiteit van de aantasting Over het algemeen was de intensiteit van de aantasting relatief laag. Er zijn geen snoeiwonden waargenomen die als ‘zwaar aangetast’ opgemerkt zijn. Ondanks dat zijn er wel duidelijke verschillen ontstaan de preventieve behandelingen. In alle toepassingen bieden de pasta-formuleringen de beste bescherming tegen infecties van wondkanker. Zowel LacBalsam, ECOstyle snoeibalsen als LacBalsam + Spirit beschermen de wond beter dan de spuitbehandelingen met Spirit en Scomrid aerosol. Bij deze laatste twee is de infectie van wondkanker vergelijkbaar als de onbehandelde controle en hiervan kan dus geen werking vastgesteld worden.
Grafiek 3.2: Resultaat van de preventieve behandelen ter bescherming van wondkanker. De foutbalken op de staven geven inzicht in de betrouwbaarheid van de verschillen die ontstaan zijn. De aantastinggraad is een classificatie van de mate van aantasting. Aantasting ‘0’=schoon, ‘1’=licht aangetast, ‘2’=matig aangetast en ‘3’= zwaar aangetast. Over het algemeen was de intensiteit van de aantasting van vruchtboomkanker dus vrij laag.
3.3.2 Aantastingfrequentie De weergave van de aantastingfrequentie bied inzicht in de mate van aantasting. De frequentie geeft aan welk percentage van een bepaald object aangetast is met wondkanker. Zoals aangegeven zijn er geen zwaar aangetaste snoeiwonden waargenomen en is de intensiteit van de aantasting vrij laag. Echter, is bij de onbehandelde objecten een aantastingpercentage van 84% gehaald. De standaardbehandeling met Topsin M pasta had een aantastingpercentage van slechts 8%.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
14
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
Preventieve behandeling: frequentie van de aantatsing 100 90 80
% aantasting
70 60 50 40 30 20 10 0 Onbehandeld
Topsin M pasta
Lac Balsam
ECOstyle snoeibalsem
Spirit
Spirit+Lac Balsam
Scomrid aerosol
Behandelingen
Grafiek 3.3: Weergave van aantastingpercentage per (preventieve) behandeling.
3.4 Curatieve behandelingen. 3.4.1 Intensiteit van de aantasting De bestrijding van een infectie is in principe alleen te verwachten van de behandelingen die een werkzame stof bevatten. De werking van deze middelen valt in deze proef tegen. Scomrid aerosol en Spirit hebben een relatief hoge aantastingsgraad van wondkanker, omdat deze niet verschillen van de onbehandelde controle. Het effect van de standaard behandeling met Topsin M pasta is het grootst, maar verschilt niet significant van de behandelingen met de overige pasta formuleringen.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
15
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
Grafiek 3.4: Resultaat van de curatieve behandelen ter bestrijding van wondkanker. De foutbalken op de staven geven inzicht in de betrouwbaarheid van de verschillen die ontstaan zijn. De aantastinggraad is een classificatie van de mate van aantasting. Aantasting ‘0’=schoon, ‘1’=licht aangetast, ‘2’=matig aangetast en ‘3’= zwaar aangetast. Over het algemeen was de intensiteit van de aantasting van vruchtboomkanker dus vrij laag.
Grafiek 3.5: Ter referentie zijn beide behandelingstoepassingen in één grafiek geplaatst. Er zijn geen verschillen tussen de verschillende behandelingstoepassingen gerealiseerd.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
16
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
3.4.2 Aantastingsfreqentie Evenals bij de preventieve behandelingen is het percentage van de aantasting per object hoog. Curatieve behandeling: Frequentie van de aantasting 100 90 80
Aantastingspercentage
70 60
Curatief
50
Preventief (referentie)
40 30 20 10 0 Onbehandeld
Topsin M pasta
Lac Balsam
ECOstyle snoeibalsem
Spirit
Spirit+Lac Balsam
Scomrid aerosol
Behandeling
Grafiek 3.6: Weergave van aantastingpercentage per curatieve behandeling. De groene staven zijn ter referentie en komen overeen met grafiek 3.3
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
17
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
4
Discussie
De aantasting van vruchtboomkanker heeft niet geleid tot een groot percentage uitval in de gewassen. Wel is duidelijk dat het afsmeren van snoeiwonden een positieve bijdrage levert aan de weerbaarheid tegen vruchtboomkanker. Daarbij lijkt het weinig van belang wanneer er een infectie plaatsvindt. Immers, zowel bij de preventieve als de curatieve behandelingen heeft het afsmeren van de wonden met een pasta effect. Allen verschillen van de onderhandelde en de ‘gespoten’ objecten.
De aanwezigheid van een werkzame stof ter bestijding van de wondkanker veroorzaakt door Nectria is in deze proef niet noodzakelijk gebleken. De resultaten van zowel de biologische, als de pasta’s met een werkzame stof zijn vergelijkbaar.
‘Biologische’ middelen Werkzame stof
De conclusies van dit onderzoek zijn gebaseerd op een lichte aantasting van vruchtboomkanker. Het is geen garantie Matige aantasting dat deze resultaten behaald kunnen worden als er een zeer hoge Lichte aantasting infectiedruk en ideale omstandigheden zijn voor de ontwikkeling van vruchtboomkanker. De effectiviteit van de werkzame stof thiofanaat-methyl is eerder onderzocht en het gebruik in de praktijk heeft uitgewezen dat er hele goede resultaten mee behaald zijn. Het is wellicht wat vooringenomen op basis van de resultaten van dit onderzoek aan te nemen dat met een pasta zonder werkzame stof dezelfde resultaten in de praktijk behaald kunnen worden als met de Topsin M pasta in het verleden. Zware aantasting
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
18
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
5
Conclusies en aanbevelingen Het afsmeren van snoeiwonden levert een goede bijdrage in de preventie tegen de ontwikkeling van vruchtboomkanker.
Bij een lichte infectiedruk van vruchtboomkanker en voor de aantaster ongunstige omstandigheden, is het beschermen van een open wond met een pasta een goede maatregel. Nader onderzoek kan uitwijzen of het afsmeren van wonden bij een hogere infectiedruk en gunstige omstandigheden voor vruchtboomkanker eenzelfde effect heeft. Daarnaast zijn er meerdere pathogenen, zoals meniezwam (Nectria cinnabarina) die een infectie op een snoeiwond kunnen veroorzaken. Een aandachtspunt is de wijze van aanbrengen van de wondpasta’s. Het vermoeden bestaat dat volledige afsluiting van de snoeiwond een beter effect heeft dan wanneer per abuis een stuk wond ‘overgeslagen’ is. Wellicht dat alternatieve toepassingswijze van de wondpasta’s leiden tot nog betere resultaten. Geen van de onderzochte alternatieven voor de Topsin M pasta is een goede vervanger van het product. Hoewel er goede resultaten behaald zijn met de combinatie Spirit+Lacbalsam is het praktisch geen alternatief voor de praktijk. Er zijn meerdere werkgangen nodig om zowel de werkzame stof als de pasta aan te brengen. Buiten dit bezwaar zijn er met de pasta zonder eerst te spuiten vergelijkbare resultaten behaald. Het combineren van een pasta en een gewasbeschermingsmiddel die in één werkgang toegepast kan worden is in de toekomst het onderzoeken waard. Ervaringen uit de praktijk wijzen uit dat uitsluitend toepassen van pasta’s zonder werkzame stof tot teleurstellingen kunnen leiden.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
19
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
Bijlage 1 Proefschema 36 126 140 35 146 145 125 144 143 133 139 98 83 1 124 142 137 138 141 123 136 135 38 134 3 64 82 111 9 112 97 75 81 74 76 7 73 6 72 132 5 99 4 80 41 2 69 96 20 68 131 79 67 66 95 100 121 110 109 18 65 120 130 78 71 94 16 63 119 15 108 62 14 122 61 13 60 93 129 12 59 11 128 58 34 57 33 107 117 127 92 10 56 32 55 31 54
A B A E A A A A A A A C A A B A A A A B A A A A A E A B B B C F A F F A F A F A A A A A A A E C C E A A E E C A B B B C E B A A F C C D A C B D B B D B D C A B D B A D E D E B A A C B C E C E C
1 7 7 7 6 5 6 4 3 7 6 7 6 1 5 2 4 5 1 4 3 2 3 1 3 1 5 6 2 7 6 5 4 4 6 7 3 6 2 6 5 1 4 3 6 2 6 5 6 5 5 2 4 3 4 2 2 5 4 4 2 1 4 1 1 3 2 7 7 1 3 6 7 3 5 6 4 2 3 5 3 4 2 2 6 1 5 2 5 1 1 3 7 4 6 3 5
c p c p c c p c c c c p p p p c c c c p c c c c p c p c p c p c p c c p C P C C P C P P C P C P P C C P C C P C P C C P C P C P C P P C P P C C P P C P C P C P C P C C P C P C P C P P C P C P C
2 meter
Legenda:
80 meter
118 40 21 42 84 101 43 8 147 85 22 44 45 23 17 46 102 24 86 47 87 25 103 88 77 48 39 49 19 26 70 37 114 104 50 89 105 90 27 51 91 106 28 52 113 29 53 116 115 30
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
A A C A A A B B A B D B B D C B A D B B B D A B F B A B C D E A A A C B A B D C B B D C A E C A A E
6 5 7 7 7 3 1 1 7 1 1 2 3 2 3 4 4 3 2 5 3 4 5 4 7 6 4 7 5 5 7 2 2 6 1 5 7 6 6 2 7 1 7 3 1 1 4 4 3 2
P C P C P C C P C P P C C P P C C P P C P P C P C C C C P P C C P C C P C P P C P C P C P P C P P P
Nr. 1 tm 35 Herhaling (5) Code behandeling Inzet
plantmaat 8-10 A,B,C,D,E 1,2,3,4,5,6,7 preventief
Nr. 36 tm 77 Herhaling (6) Code behandeling Inzet
plantmaat 8-10 A,B,C,D,E,F 1,2,3,4,5,6,7 curatief
Nr. 78 tm 98 Herhaling (3) Code behandeling Inzet
plantmaat 10-12 A,B,C 1,2,3,4,5,6,7 preventief
Nr. 99 tm 112 Herhaling (2) Code behandeling Inzet
plantmaat 10-12 A,B 1,2,3,4,5,6,7 curatief
Nr. 113 tm 126 Herhaling (2) Code behandeling Inzet
plantmaat 200+ A,B 1,2,3,4,5,6,7 preventief
Nr. 127 tm 133 Herhaling (1) Code behandeling Inzet
plantmaat 200+ A 1,2,3,4,5,6,7 curatief
Nr. 134 tm 140 Herhaling (1) Code behandeling Inzet
plantmaat 175-200 A 1,2,3,4,5,6,7 curatief
Nr. 134 tm 140 Herhaling (1) Code behandeling Inzet
plantmaat 150-175 A 1,2,3,4,5,6,7 curatief
20
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
Bijlage 2 I
Statistieken Totaal aantal experimentele eenheden Statistics
30-5-2011 Onbehandeld
N
Topsin M pasta
N
Lac Balsam
N
ECOstyle snoeibalsem
N
Spirit
N
Spirit+Lac Balsam
N
Scomrid aerosol
N
II
Valid Missing Valid Missing Valid Missing Valid Missing Valid Missing Valid Missing Valid Missing
95 10 (nr. 8 missing, 134 dood) 105 0 95 10 (122 missing, 143 dood) 100 5 (123 dood) 100 5 (19 missing) 105 0 105 0
Frequenties 30-5-2011 Behandeling Onbehandeld
Valid
Topsin M pasta
Missing Total Valid
Lac Balsam
Valid
ECOstyle snoeibalsem
Missing Total Valid
Spirit
Missing Total Valid
Spirit+Lac Balsam
Missing Total Valid
Scomrid aerosol
Valid
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
0 1 2 Total System 0 1 2 Total 0 1 2 Total System 0 1 2 Total System 0 1 2 Total System 0 1 2 Total 0 1 2 Total
Frequency 22 62 11 95 10 105 98 3 4 105 80 12 3 95 10 105 68 26 6 100 5 105 27 65 8 100 5 105 84 16 5 105 26 70 9 105
Percent 21,0 59,0 10,5 90,5 9,5 100,0 93,3 2,9 3,8 100,0 76,2 11,4 2,9 90,5 9,5 100,0 64,8 24,8 5,7 95,2 4,8 100,0 25,7 61,9 7,6 95,2 4,8 100,0 80,0 15,2 4,8 100,0 24,8 66,7 8,6 100,0
Valid Percent 23,2 65,3 11,6 100,0
Cumulative Percent 23,2 88,4 100,0
93,3 2,9 3,8 100,0 84,2 12,6 3,2 100,0
93,3 96,2 100,0
68,0 26,0 6,0 100,0
68,0 94,0 100,0
27,0 65,0 8,0 100,0
27,0 92,0 100,0
80,0 15,2 4,8 100,0 24,8 66,7 8,6 100,0
80,0 95,2 100,0
84,2 96,8 100,0
24,8 91,4 100,0
21
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
III
Totaalresultaat per data Descriptiv e Statistics Behandeling Onbehandeld
Topsin M pasta
Lac Balsam
ECOstyle snoeibalsem
Spirit
Spirit+Lac Balsam
Scomrid aerosol
1P2C Preventief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Curatief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Preventief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Curatief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Preventief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Curatief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Preventief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Curatief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Preventief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Curatief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Preventief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Curatief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Preventief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise) Curatief 19-11-2010 30-5-2011 Valid N (listwise)
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
N 20 45 20 20 50 15 10 50 10 15 55 15 10 45 10 25 50 20 5 40 0 20 60 20 10 45 10 10 55 10 20 55 20 10 50 10 20 50 20 10 55 10
Minimum 2 0
Maximum 2 2
Mean 2,00 ,93
Std. Deviation ,000 ,495
2 0
2 2
2,00 ,84
,000 ,650
0 0
1 2
,10 ,12
,316 ,435
0 0
2 2
,67 ,09
,900 ,398
0 0
2 2
,90 ,18
,994 ,442
0 0
2 2
,80 ,20
,913 ,495
0 0
2 2
1,00 ,28
1,000 ,554
0 0
2 2
,85 ,45
,813 ,622
0 0
2 2
1,80 ,96
,632 ,638
0 0
2 1
1,80 ,69
,632 ,466
0 0
2 2
,30 ,16
,657 ,462
0 0
1 2
,20 ,34
,422 ,593
0 0
2 2
1,70 ,72
,657 ,536
0 0
2 2
1,80 ,95
,632 ,558
22
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
IV
Histogram (verdeling) preventieve behandeling 1P2C: Preventief 250
Frequency
200
150
100
50
Mean =0,47 Std. Dev. =0,614 N =330 0 -0,5
0
0,5
1
1,5
2
2,5
30-5-2011 Benadering van een normale verdeling eindresultaat.
V
Histogram (verdeling) Curatieve behandeling 1P2C: Curatief 250
Frequency
200
150
100
50
Mean =0,51 Std. Dev. =0,62 N =375 0 -0,5
0
0,5
1
1,5
2
2,5
30-5-2011 Benadering van een normale verdeling eindresultaat.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
23
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
VI
Berekening variatie coëfficiënt Case Processing Summary 1P2C Preventief Overall Excluded Total Curatief Overall Excluded Total
Count 134 216 350 166 219 385
Ratio Statistics for Behandeling / 30-5-2011
1P2C Group Preventief Overall Curatief Overall
Price Related Differential 1,069 1,073
Coefficient of Dispersion ,535 ,371
Coefficient of Variation Median Centered 59,6% 47,4%
Variatie coëfficiënt van 59,6 en 47,4 is hoog. VII
ANOVA
Analyse van factoriële verschillen bij geclassificeerde waarneming bij voorkeur uitvoeren met een toets voor ongelijke verdeling. Echter, is een bijna normaalverdeling gerealiseerd en een hoge v.c. Uitvoering van een strikte variatieanalyse ANOVA/Bonferroni lijkt daarom verantwoord. De variatie-analyse is uitgevoerd om de statistische verschillen bij de in het rapport verwerkte grafieken inzichtelijk te maken. Er zijn toetsen voor ongelijke verdeling (Kruskal-Wallis & Mann-Whitney) uitgevoerd. De factoriële verschillen komen in zowel de toetsen als de toets voor quantitatieve data (ANOVA) overeen en zijn daarom niet in de bijlage opgenomen.
ANOVA 30-5-2011 1P2C Preventief Between Groups Within Groups Total Curatief Between Groups Within Groups Total
Sum of Squares 40,046 84,151 124,197 33,800 109,917 143,717
df 6 323 329 6 368 374
Mean Square 6,674 ,261
F 25,618
Sig. ,000
5,633 ,299
18,860
,000
Verschillen zijn significant bij 0,05 of lager.
VIII
LSD (Least Significant Difference) Bonferroni
Verschillen zijn significant bij 0,05 of lager.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
24
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
Mult iple C omparisons D e p en de n t Va ria ble : 3 0 -5 - 20 11 Bon fer r on i Me a n D iffe re n c e ( J ) Beh an de ling ( I-J ) Std . Er r or Top s in M p as ta ,81 3 * ,10 5 L ac Ba ls a m ,75 6 * ,10 8 EC O s ty le s n o eib als em ,65 8 * ,11 1 Spir it - ,02 2 ,10 8 Spir it+L ac Ba ls a m ,77 0 * ,10 3 Sc o mr id a er o s o l ,21 3 ,10 5 Top s in M p as ta On b eh an d eld - ,81 3* ,10 5 L ac Ba ls a m - ,05 8 ,10 5 EC O s ty le s n o eib als em - ,15 5 ,10 8 Spir it - ,83 6* ,10 5 Spir it+L ac Ba ls a m - ,04 4 ,10 0 Sc o mr id a er o s o l - ,60 0* ,10 2 L ac Ba ls a m On b eh an d eld - ,75 6* ,10 8 Top s in M p as ta ,05 8 ,10 5 EC O s ty le s n o eib als em - ,09 7 ,11 1 Spir it - ,77 8* ,10 8 Spir it+L ac Ba ls a m ,01 4 ,10 3 Sc o mr id a er o s o l - ,54 2* ,10 5 EC O s ty le s n o eib als emOn b eh an d eld - ,65 8* ,11 1 Top s in M p as ta ,15 5 ,10 8 L ac Ba ls a m ,09 7 ,11 1 Spir it - ,68 1* ,11 1 Spir it+L ac Ba ls a m ,11 1 ,10 6 Sc o mr id a er o s o l - ,44 5* ,10 8 Spir it On b eh an d eld ,02 2 ,10 8 Top s in M p as ta ,83 6 * ,10 5 L ac Ba ls a m ,77 8 * ,10 8 EC O s ty le s n o eib als em ,68 1 * ,11 1 Spir it+L ac Ba ls a m ,79 2 * ,10 3 Sc o mr id a er o s o l ,23 6 ,10 5 Spir it+L ac Ba ls a m On b eh an d eld - ,77 0* ,10 3 Top s in M p as ta ,04 4 ,10 0 L ac Ba ls a m - ,01 4 ,10 3 EC O s ty le s n o eib als em - ,11 1 ,10 6 Spir it - ,79 2* ,10 3 Sc o mr id a er o s o l - ,55 6* ,10 0 Sc o mr id a er o s o l On b eh an d eld - ,21 3 ,10 5 Top s in M p as ta ,60 0 * ,10 2 L ac Ba ls a m ,54 2 * ,10 5 EC O s ty le s n o eib als em ,44 5 * ,10 8 Spir it - ,23 6 ,10 5 Spir it+L ac Ba ls a m ,55 6 * ,10 0 On b eh an d eld Top s in M p as ta ,74 9 * ,10 7 L ac Ba ls a m ,64 0 * ,10 9 EC O s ty le s n o eib als em ,39 0 * ,10 5 Spir it ,14 9 ,10 7 Spir it+L ac Ba ls a m ,50 0 * ,10 9 Sc o mr id a er o s o l - ,10 5 ,10 7 Top s in M p as ta On b eh an d eld - ,74 9* ,10 7 L ac Ba ls a m - ,10 9 ,10 7 EC O s ty le s n o eib als em - ,35 9* ,10 2 Spir it - ,60 0* ,10 4 Spir it+L ac Ba ls a m - ,24 9 ,10 7 Sc o mr id a er o s o l - ,85 5* ,10 4 L ac Ba ls a m On b eh an d eld - ,64 0* ,10 9 Top s in M p as ta ,10 9 ,10 7 EC O s ty le s n o eib als em - ,25 0 ,10 5 Spir it - ,49 1* ,10 7 Spir it+L ac Ba ls a m - ,14 0 ,10 9 Sc o mr id a er o s o l - ,74 5* ,10 7 EC O s ty le s n o eib als emOn b eh an d eld - ,39 0* ,10 5 Top s in M p as ta ,35 9 * ,10 2 L ac Ba ls a m ,25 0 ,10 5 Spir it - ,24 1 ,10 2 Spir it+L ac Ba ls a m ,11 0 ,10 5 Sc o mr id a er o s o l - ,49 5* ,10 2 Spir it On b eh an d eld - ,14 9 ,10 7 Top s in M p as ta ,60 0 * ,10 4 L ac Ba ls a m ,49 1 * ,10 7 EC O s ty le s n o eib als em ,24 1 ,10 2 Spir it+L ac Ba ls a m ,35 1 * ,10 7 Sc o mr id a er o s o l - ,25 5 ,10 4 Spir it+L ac Ba ls a m On b eh an d eld - ,50 0* ,10 9 Top s in M p as ta ,24 9 ,10 7 L ac Ba ls a m ,14 0 ,10 9 EC O s ty le s n o eib als em - ,11 0 ,10 5 Spir it - ,35 1* ,10 7 Sc o mr id a er o s o l - ,60 5* ,10 7 Sc o mr id a er o s o l On b eh an d eld ,10 5 ,10 7 Top s in M p as ta ,85 5 * ,10 4 L ac Ba ls a m ,74 5 * ,10 7 EC O s ty le s n o eib als em ,49 5 * ,10 2 Spir it ,25 5 ,10 4 Spir it+L ac Ba ls a m ,60 5 * ,10 7
1 P2 C ( I) Beh a nd elin g Pre v en tie f On b eh an d eld
C u r atie f
9 5% C o nfide n c e Inte rv a l Sig . L ow er Bo u nd U p p er Bo u nd ,00 0 ,49 1 ,1 3 ,00 0 ,43 1 ,0 9 ,00 0 ,32 1 ,0 0 1 ,0 0 0 - ,35 ,31 ,00 0 ,46 1 ,0 8 ,89 8 - ,11 ,53 ,00 0 - 1,1 3 - ,49 1 ,0 0 0 - ,38 ,26 1 ,0 0 0 - ,49 ,18 ,00 0 - 1,1 6 - ,51 1 ,0 0 0 - ,35 ,26 ,00 0 - ,91 - ,29 ,00 0 - 1,0 9 - ,43 1 ,0 0 0 - ,26 ,38 1 ,0 0 0 - ,44 ,24 ,00 0 - 1,1 1 - ,45 1 ,0 0 0 - ,30 ,33 ,00 0 - ,86 - ,22 ,00 0 - 1,0 0 - ,32 1 ,0 0 0 - ,18 ,49 1 ,0 0 0 - ,24 ,44 ,00 0 - 1,0 2 - ,34 1 ,0 0 0 - ,21 ,44 ,00 1 - ,78 - ,11 1 ,0 0 0 - ,31 ,35 ,00 0 ,51 1 ,1 6 ,00 0 ,45 1 ,1 1 ,00 0 ,34 1 ,0 2 ,00 0 ,48 1 ,1 1 ,53 3 - ,09 ,56 ,00 0 - 1,0 8 - ,46 1 ,0 0 0 - ,26 ,35 1 ,0 0 0 - ,33 ,30 1 ,0 0 0 - ,44 ,21 ,00 0 - 1,1 1 - ,48 ,00 0 - ,86 - ,25 ,89 8 - ,53 ,11 ,00 0 ,29 ,91 ,00 0 ,22 ,86 ,00 1 ,11 ,78 ,53 3 - ,56 ,09 ,00 0 ,25 ,86 ,00 0 ,42 1 ,0 8 ,00 0 ,31 ,97 ,00 5 ,07 ,71 1 ,0 0 0 - ,18 ,48 ,00 0 ,17 ,83 1 ,0 0 0 - ,43 ,22 ,00 0 - 1,0 8 - ,42 1 ,0 0 0 - ,44 ,22 ,01 0 - ,67 - ,05 ,00 0 - ,92 - ,28 ,42 4 - ,58 ,08 ,00 0 - 1,1 7 - ,54 ,00 0 - ,97 - ,31 1 ,0 0 0 - ,22 ,44 ,36 5 - ,57 ,07 ,00 0 - ,82 - ,16 1 ,0 0 0 - ,47 ,19 ,00 0 - 1,0 7 - ,42 ,00 5 - ,71 - ,07 ,01 0 ,05 ,67 ,36 5 - ,07 ,57 ,39 3 - ,55 ,07 1 ,0 0 0 - ,21 ,43 ,00 0 - ,81 - ,18 1 ,0 0 0 - ,48 ,18 ,00 0 ,28 ,92 ,00 0 ,16 ,82 ,39 3 - ,07 ,55 ,02 3 ,02 ,68 ,31 6 - ,57 ,06 ,00 0 - ,83 - ,17 ,42 4 - ,08 ,58 1 ,0 0 0 - ,19 ,47 1 ,0 0 0 - ,43 ,21 ,02 3 - ,68 - ,02 ,00 0 - ,93 - ,28 1 ,0 0 0 - ,22 ,43 ,00 0 ,54 1 ,1 7 ,00 0 ,42 1 ,0 7 ,00 0 ,18 ,81 ,31 6 - ,06 ,57 ,00 0 ,28 ,93
*. The me an diffe re nc e is s ig nific an t at the .05 lev el.
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
25
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
Bijlage 3:
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
Diagnostiek
26
Behandeling van snoeiwonden in de boomkwekerij. Onderzoek naar alternatieven voor Topsin M pasta
Bijlage diagnoserapport
Nectria galligena Bresad. Vruchtboomkanker kent een geslachtelijke en een ongeslachtelijke vorm. De geslachtelijke vorm heet Nectria galligena. Cylindrocarpon mali is de ongeslachtelijke vorm. Het mycelium ontwikkelt zich het beste bij 14 – 15,5º C, dus in het vroege voorjaar en het najaar. Dat is een reden waarom de schimmel in warme perioden niet of moeilijk is aan te tonen. Daarnaast is het zo dat wonden, ook als ze door Nectria zijn aangetast bijna ideale groeiplaatsen zijn voor Pestalotia, Deze schimmel doet vrijwel geen schade aan de appelboom zelf maar groeit sterk op voedingsbodems die gebruikt worden voor de kweek van Nectria/Cylindrocarpon. De laatste wordt dan geheel overwoekerd. Vruchtlichamen van Nectria vormen zich niet gemakkelijk op voedingsbodems. Ook daaraan is op een door Pestalotia overwoekerde schaal Nectria niet meer te herkennen. De boompjes waaruit het monster bestond hadden meerdere deels afgedekte wonden waarin de symptomen van vruchtboomkanker goed waren te herkennen. Vruchtlichamen van Nectria zijn niet gezien. Op de wonden en op het afdekmiddel waren zwarte schimmeldraden en vruchtlichamen aanwezig van Pestalotia. De schimmeldraden koloniseren ook het door Nectria verzwakte weefsel. Dit verklaart ook de sterke overgroei door Pestalotia en waarom de Nectria op de voedingsbodems niet werd aangetroffen. PPO Lisse werkt aan een PCR voor het aantonen van Nectria galligena in symptoomloos (besmet) materiaal. Het is goed mogelijk dat straks met deze toetsmethode ondanks de besmetting door Pestalotia Nectria wel kan worden aangetoond. Naktuinbouw, 29 juni 2011 Jan Westerhof Manager Diagnostiek
DLV Plant 2011, 20111004 DEF
27