Intro: TOPOI Trefdag Conflicthantering op maat van het individu. Diversiteit als uitgangspunt.
Fanny Matheusen
Menu • • • • • •
TOPOI: what’s in a word? Per invalshoek: enkele aanknopingspunten Hoe ziet dat er uit in deze casus?: analyse Tool: interventie Gouden raad van tante Kaat TOPOI: Hoe kan je het inzetten in jouw praktijk?
Elke communicatie is IC communicatie • … maar ook ‘gewone’ communicatie: handelingsbekwaamheid van de HVer=basis • Grondhouding=presentie, er-zijn, ont-moeten • Culturele factoren zijn steeds van belang. Focus op etniciteit=zorg • Extra dimensie in communicatie met migranten: erbij horen² (inhoud en relatie!)
Identiteit: een veelkleurig, veelvormig en
Meervoudige, dynamische identiteiten mozaïek Leeftijd Cliënt
Sexuele voorkeur
Partner
Vader/ moeder
Etniciteit
Religie
Kleur Kleur
Gender
Sociaal Economische positie
Persoonlijkheden A
Unieke personen
B
C
‘Ik ben zoals geen ander’
Sociale systemen: groepen, culturen, sociale identiteiten
Culturen
Menselijke natuur Mensheid
Met dezelfde basisbehoeften, basisemoties en basiscompetenties
‘Ik ben als sommige mensen’
‘Ik ben als alle mensen’ 5
IC Communicatie en bemiddelen
6
Casus Gesprek op het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg met een Congolese vader over zijn zoon. Volgens de consulente moet de zoon in het pleeggezin blijven omdat er wordt getwijfeld aan de opvoedkundige capaciteiten van de vader. Hij zou fysiek straffen en dat is verboden volgens de Belgische wet. De vader wil zijn zoon terug thuis. Het gesprek wordt een welles-nietes gesprek waarbij beide partijen elkaar proberen te overtuigen van hun visie. Zelf ben ik aanwezig als tolk/bemiddelaar. Ik krijg de beide partijen niet op elkaar afgestemd en ze zijn in woede uit elkaar gegaan. Het dossier is nu naar de jeugdrechtbank.
TOPOI: sleutels voor interculturele communicatie
Rode Draad: het TOPOI-model ■Taal: Betekenissen van ieders verbale en non-verbale taal Verstaanbaarheid ■Ordening: De zienswijze en logica van eenieder
Waarheid ■Personen: Identiteit en betrekking: wie is eenieder voor elkaar en voor zichzelf? Hoe is de onderlinge relatie?
Juistheid ■Organisatie: Functionele kader: hoe is het georganiseerd en hoe zijn de machtsverhoudingen ■Inzet: Motieven of beweegredenen van eenieder Waarachtigheid 9
Het unieke aan TOPOI? • Multiperspectiviteit: Mijn aandeel Het aandeel van de ander De invloed van sociale representaties (men)
• De O van organisatie in een communicatiemodel • Analyse én interventiekaders
TAAL
Aanknopingspunten • Dagdagelijkse verwarringen: misverstanden verbaal en non-verbaal • Direct en indirect taalgebruik • Kennis van NL taal of minder taalvaardig zijn in een vaak verbale setting • Vakjargon • Meerwaarde van meertaligheid
12
TAAL in deze casus • In wiens taal wordt er gesproken? • Zijn beide aanwezigen vaardig in het werken met een tolk? • In hoeverre is het woord pleeggezin en het concept pleegzorg duidelijk? • Welke non-verbale taal is waarneembaar? Hoe wordt dit geïnterpreteerd? Hoe zie je ‘woede’, hoe zie je ‘overtuigen’?
T-tool: Een toegankelijk gesprek • • • • •
Weinig info tegelijkertijd Kort en duidelijk spreken Laat pauzes Gebruik dagelijkse woorden, vermijd jargon Vermijd woordgrapjes, beeldspraak, dubbele ontkenningen • Spreek correct NL • Laat cliënten in eigen woorden vertellen. Tijd!
ORDENING • Eenieder heeft een eigen kijk op (lezing van) de werkelijkheid • Eenieder handelt vanuit een eigen logica • De invloed van de sociale omgeving op iemands kijk en logica
15
Aanknopingspunten • Autonomie-gedreven modellen in opvoeding, onderwijs, hulpverlening • Seculier • Hiërarchische structuur • Hoe omgaan met angst en onzekerheidsvermijding? De dominante waarden en normen worden nooit in vraag gesteld. Zij zijn de impliciete norm bij het tolereren van verschil (=de afwijking).
ORDENING in deze casus • (Hoe) mag/moet je een kind straffen? • “It takes a village to raise a child.” Waar is het opvoedingsnetwerk van deze vader? • Wat is goed voor een kind?: thuis versus hulpverlening • Perspectief van de gemeenschap op wat er aan de hand is? • Wat is er gemeenschappelijk? Mogelijkheden tot herkaderen?
O-Tool O-bserveer B-eschrijf I-nterpreteer O-ordeel “Oordeel niet over anderen voordat je dezelfde levensreis in zijn schoenen hebt gemaakt. “
18
PERSONEN • Het relationele aspect van de communicatie • De uitwisseling van beelden van zichzelf en van de ander • De onderlinge betrekking • De invloed van de sociale omgeving
19
Aanknopingspunten • • • • •
Contextueel werken is een pluspunt Overleg en uitwisseling ruimte geven Transparante communicatie Verschil verschil laten zijn Bewustzijn van stereotypen en vooroordelen
20
PERSONEN in deze casus • Zit hier een vader of een Congolees? • Wie is de consulente nog in de ogen van de vader? • Is de rol van tolk en bemiddelaar verzoenbaar? Duidelijk voor beide partijen? • Welk migratieverhaal speelt hier mee? • Zijn er vooroordelen in het spel? • Wie zit er niet aan tafel maar speelt wel een rol? Moeder, familie, pleeggezin, andere hulpverleningsinstanties,…
P-tool: hou rekening met effecten van stereotypering en discriminatie • Bevestiging (self-fulfilling prophecy) • Overgevoeligheid => slachtoffer-rol • Er als de dominante groep willen uitzien <=> assimilatie • In opstand komen => zich afzetten, agressie • Zelfmanifestatie of zelfverheerlijking 22
ORGANISATIE • Het functionele kader: functie, procedures, regelgeving, agenda, beschikbare tijd, ... • Machtsverhoudingen • Kennis en beelden van de instelling • Beleid van de organisatie
23
Aanknopingspunten • • • • •
Regel-rijke omgeving Evenwicht publieke-privéruimte Monochroon tijdskader Expliciteren van niet-onderhandelbaar kader Inclusieve benadering gericht op kwaliteit: doen ipv ‘het erbij doen’
ORGANISATIE in deze casus • Belgische wetgeving • Kinderrechtenverdrag • Consequentie duidelijk?: geen consensus: naar rechtbank • Mandaat van de bemiddelaar • Tijdsfactor • Macht
ORG-Tool • Functionele maatstaven ipv ideologische “Spreek over praktijken, niet over principes.” • Redelijke aanpassingen • Culturele rechten leiden tot ethische dilemma’s: ken je eigen grenzen
INZET • Alle gedrag is communicatie = invloed • Binnenkant en buitenkant: bedoelingen en effecten van de communicatie “In elk verwijt zit een verlangen.”
27
Stapstenen van erkenning • Erkenning • Miskenning • Verwerping Erkenning ≠ gelijk geven 3 manieren van erkenning geven
Aanknopingspunten • • • • •
Elk verhaal uniek laten? ‘Minder’ geven = ‘Meer’ ontvangen Met al je zintuigen communiceren Eigen inzet duiden Leerprocessen breed interpreteren
I-Tool Gevoelige zones in interculturele contacten Gids-ideeën: voorgeschreven gedragingen of aangeleerde en in het geheugen gestockeerde houdingen. Archaïsmen: modellen van vroeger gedrag, over het algemeen problematisch, die men min of meer achter zich heeft kunnen laten, op een individuele manier of via de samenleving, door collectieve vooruitgang Historische geschillen: vloeien voort uit vroegere sociale conflicten. Feiten uit de geschiedenis blijven hangen in het gedachtegoed van volkeren Verdringingen: in de eigen geschiedenis pijnlijk beleefde feiten, die bewaard worden in het onderbewuste.
INZET in deze casus • • • •
Welke droom heeft vader voor zijn zoon? Hoe ziet vader zichzelf? Inzet van de consulente? Inzet van de bemiddelaar? Gevoel tekortgeschoten te zijn?
TOPOI inzetten als • • • • •
Communicatiemodel Analyse en interventie op cases Intervisieleidraad Gespreksgids bij vooronderzoek of intake Leidraad voor inhoud vormingen
Oefeningen op TOPOI • T: taal: de familietaalboom • O: ordening: spinnen van waarden- en normen • P: personen: sociale stereotypen • O: organisatie:NOK • I: inzet: omkeringsoefening
Gouden regels in interculturele communicatie • Elke persoon is uniek • Fouten maken in de communicatie is onvermijdelijk; leer werken met de effecten van je communicatie • Zet jezelf in de spotlights: ga op zoek naar je eigen referentiekader, je eigen waarden en normen, je vooroordelen en stereotypen en ga hier bewuster mee om • De kunst van het vragen stellen • Leer door te doen: ga de dialoog aan!
Verder lezen •
Hoffman, E. (2009). Interculturele gespreksvoering. Theorie en praktijk van het TOPOImodel. Meppel: Bohn Stafleu van Loghum. • Jesurun N. (2010). Transculturele vaardigheden voor therapeuten. Bussum: Coutinho. • Matheusen, F. & Meurs, P. (2012). Interculturele competentie in de hulpverlening. In: Handboek Interculturele Competentie, Politeia. • Meurs P. & Gailly A.(eds.) (1998). Wortelen in andere aarde: migrantengezinnen en hulpverleners ontmoeten cultuurverschil. Leuven: Acco. • Moro, M.R. (2002). Enfants d’ici, venus d’ailleurs. Histoires transculturelles. Paris: Odile Jacob. • Tjin A Djie, K. (2013). Beschermjassen, transculturele hulp aan families. Assen: Van Gorcum. Meer informatie kan je vinden op: • www.pharos.nl • www.pigmentzorg.be • http://www.presentie.nl/
Bedankt voor uw aandacht! “Als je aandachtig naar een sinaasappel kijkt, ontdek je dat alles waaruit die sinaasappel bestaat de sinaasappel vormt. Niet alleen de sinaasappelpartjes, maar ook de pitten en de schil maken deel uit van de sinaasappel. Dit noemen we het universele aspect van de sinaasappel. Alles waaruit de sinaasappel bestaat, is de sinaasappel, maar desondanks blijft de schil, de schil, blijven de pitten, de pitten en de partjes, de partjes. Hetzelfde geldt voor onze aardbol. Hoewel we een wereldgemeenschap zijn geworden, blijven Fransen Fransen, Japanners Japanners, boeddhisten, boeddhisten en christenen, christenen. De schil blijft de schil, de partjes blijven de partjes. Om in harmonie samen te leven, hoeven de partjes niet in de schil te veranderen. “
Thich Nhat Hanh
[email protected] Facebook.com/goesthing www.goes-thing.be