05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 35
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Interviewen in de aanwezigheid van een derde persoon Een methodologische gevalsstudie Hennie Boeije
Inleiding Het interview is een vaak gebruikte methode van dataverzameling in kwalitatief onderzoek. Interviews worden toegepast om deelgenoot te worden van de ervaringen van anderen, om de opvattingen en opinies van anderen te leren kennen en om gebeurtenissen mee te maken via de beschrijvingen van andere mensen. In verband met de wetenschappelijke kwaliteit (geldigheid en betrouwbaarheid) zijn er niet alleen regels voor de rol van de interviewer en de geïnterviewde (Maso, 1987) maar ook voor de situatie waarin het interview wordt afgenomen. In het algemeen wordt geadviseerd om te zorgen voor een rustige omgeving met weinig storingen en geen anderen die meeluisteren (Weiss, 1994; Rubin & Rubin, 1995; Baarda, De Goede & van der Meer-Middelburg, 1996; Emans, 2003; Leydesdorff, 2004). Achter dit laatste gaat de vrees schuil dat geïnterviewden hun antwoorden zouden kunnen veranderen als gevolg van de aanwezigheid van een andere persoon. De aanwezigheid van een meeluisterende (en/of meepratende) derde is echter niet altijd te voorkomen. Vooral wanneer het interview wordt gehouden in de ‘natuurlijke’ omgeving van de respondent; heeft de onderzoeker/interviewer daar weinig controle over. Het komt in de praktijk dan ook regelmatig voor dat er een onvoorziene derde persoon aanwezig is. Eerdere studies hebben laten zien dat dit in onderzoek met gestandaardiseerde vragenlijsten bij 25 tot 50 procent van de interviews het geval is (Hofhuis, 1995; Welkenhuysen-Gybels & Billiet, 2000; Zipp & Toth, 2002). Dit ondanks de instructie aan de interviewers om derde aanwezigen te vermijden. Het is echter de vraag of in al deze gevallen daardoor de antwoorden van de respondent ernstig beïnvloed zijn. Of de geïnterviewde zijn antwoorden verandert, hangt af van de gevoeligheid van de geïnterviewde voor beïnvloeding van derde aanwezigen, de aard van de gestelde vragen, de relatie van de derde aanwezige tot de geïnterviewde en de mate waarin de derde persoon zich met het interview bemoeit (Hofhuis, 1995). Derde aanwezigen kunnen kennis aandragen, bijvoorbeeld als de derde persoon zich een voorval beter herinnert, het geheugen opfrist en het gegeven antwoord corrigeert. Door de aanwezigheid van een derde kan de geïnterviewde ook gemotiveerd zijn om het antwoord dat hij wilde geven op een vraag te verzwijgen, te overdrijven of af te zwakken. In dit geval spreken we van motivatiebeïnvloeding (Hofhuis, 1995). De overwegingen om op een bepaalde manier te antwoorden hangen samen met het beeld van zichzelf, dat de geïnterviewde bij de interviewer en bij de derde aanwezige wil oproepen. We noemen dit ook wel zelfpresentatie. De invloed van de aanwezigheid van derden
Er zijn diverse studies gedaan naar de invloed van aanwezige derden op de in het betreffende onderzoek verkregen gegevens. Hofhuis (1995) verwachtte op basis van haar theorie, dat werklozen een minder rooskleurige situatie zouden schetsen in het bijzijn van hun partner
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
35
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 36
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
dan wanneer die partner afwezig zou zijn. Immers, partners zijn in staat om het beeld dat wordt geschetst af te zwakken en zo nodig als leugendetector op te treden. Deze verwachting wordt door haar onderzoek niet ondersteund. Echtgenoten hielden zich in het onderzoek van Hofhuis (1995) altijd op de vlakte bij vragen over hun partner en hun relatie, ongeacht de aanwezigheid van de partner. Smith (1997) en Pollner & Adams (1997) vinden hetzelfde resultaat, terwijl Aquilino (1993) vindt dat geïnterviewden een gunstiger beeld geven van hun huwelijk als de partners aanwezig zijn. Verschillende studies wijzen uit dat de antwoorden van gezinsleden die in elkaars aanwezigheid worden geïnterviewd, meer op elkaar lijken (’t Hart, 1974; Reuband, 1992; Hofhuis, 1995; Zipp & Toth, 2002). Er is kortom geen eensluidend beeld te schetsen van het effect van de aanwezigheid van andere personen op de antwoorden die de geïnterviewde geeft. De aanwezigheid van een derde persoon hoeft niet op toeval te berusten. In een aantal gevallen zullen derde personen er doelgericht voor kiezen om bij het interview aanwezig te zijn. Ze willen bijvoorbeeld voorkomen dat er foute informatie over hen wordt gegeven, dat er in hun afwezigheid over hen wordt gesproken of ze willen de geïnterviewde beschermen. Zeker als derden doelbewust aanwezig zijn bij een interview, is te verwachten dat dit leidt tot vertekening van de gegevens die in het onderzoek worden verkregen. Onderzoek naar beïnvloeding van de onderzoeksgegevens door derde personen wordt meestal uitgevoerd met behulp van onderzoeksmateriaal, dat niet is verzameld met als hoofddoel de invloed van de aanwezigheid van derden te onderzoeken. Het onderzoek naar het verschijnsel van derde personen kent dikwijls de opzet van twee parallelle surveys met gestandaardiseerde vragenlijsten. In het ene geval wordt de vragenlijst mondeling afgenomen en in het andere geval wordt deze door de respondent zelf ingevuld, al dan niet in het bijzijn van de enquêteur. Bij de mondelinge afname kunnen er anderen zijn die meeluisteren. Als er nu (op aggregaatniveau) verschil gevonden wordt tussen de antwoordpatronen in de mondelinge en de schriftelijke survey, dan kan de aanwezigheid van de meeluisterende derde een verklarende factor zijn voor dat verschil. In dit soort onderzoek weet men vaak niet precies wat er zich heeft afgespeeld tijdens de dataverzameling. Er wordt meestal niet nadrukkelijk genoteerd wanneer de derde persoon binnenkomt, wat diens bezigheden zijn, wat de relatie is tussen de derde persoon en de geïnterviewde, of de antwoorden zijn te horen voor de derde persoon en of er communicatie is tussen beiden. Naar de oorzaken waardoor de uitkomsten van verschillende onderzoeken uiteenlopen, wordt dus vaak gegist. Het onderzoek van Hofhuis (1995) vormt hierop een uitzondering. Zij gebruikte weliswaar bestaand onderzoeksmateriaal, maar bij de afname van de vragenlijsten was informatie genoteerd over de aanwezigheid van derde personen. Vraagstelling
In ons onderzoek naar mensen met multiple sclerose (MS) en hun partners, was een deel van de onderzoeksvragen gericht op de relatie tussen de partners en hoe deze was veranderd door de ziekte en door de mantelzorg (Boeije et al., 1999). In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van kwalitatieve interviews. We waren geïnteresseerd in het perspectief dat elk van de partners had op de situatie en stelden onder meer vragen over de partner en over de relatie tussen de zieke en diens partner. Geïnterviewden zouden bij deze onderwerpen gemotiveerd kun-
36
Interviewen in de aanwezigheid van een derde persoon
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 37
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
nen zijn om hun antwoorden aan te passen als hun partner bij het interview aanwezig was. Dat was de reden dat we elk van de partners apart wilden spreken. We liepen aan tegen het boven geschetste probleem dat sommige partners toch bij elkaars interview aanwezig bleven, ondanks dat de interviewers meermalen hadden gevraagd om het interview in afzondering te doen. Maar hoe erg is dat nou eigenlijk? Deze situatie is aangewend om op zoek te gaan naar de variatie die zich in een onderzoek kan voordoen met betrekking tot de aanwezigheid van derde personen en de reacties daarop. Dit onderzoek is te beschouwen als een methodologische gevalsstudie. De volgende onderzoeksvragen komen aan bod: 1 Welke variatie doet zich voor in de aanwezigheid van partners in het interview en welke redenen kunnen partners hebben om bij het interview te willen zijn? 2 Tot welke reacties in de beantwoording van de vragen leidt dit bij de geïnterviewden en waarom? 3 Tot welke conclusie leidt dit over de kwaliteit van de verkregen gegevens en over de aanwezigheid van derden voor de interviewpraktijk? Ook in het hier gerapporteerde onderzoek wordt gebruik gemaakt van bestaand onderzoeksmateriaal. De interviewsituaties die in deze bijdrage worden beschreven, zijn spontaan in de praktijk van het onderzoek naar mensen met MS en hun partners, ontstaan. Voordeel van de wijze van dataverzameling is dat de interviewers er met hun neus bovenop zaten als er een derde persoon, in dit geval de partner, binnenkwam en bij welke vraag dat was. Ook is genoteerd of partner en geïnterviewde met elkaar spraken of niet. Eveneens is genoteerd of de geïnterviewde de stijl van antwoorden of het verhaal veranderde als de ander erbij was. Door het gebruik van kwalitatieve interviews, weten we ook veel over de context van het paar, zoals hoe ze vinden dat de ander met de ziekte en de zorg omgaat en hoe ze aankijken tegen de veranderingen in hun leven. Dit biedt een interpretatiekader om het gedrag van beiden beter te begrijpen. De hier gepresenteerde analyse heeft nadrukkelijk een explorerend karakter om meer zicht te krijgen op het vraagstuk van de aanwezige derden.
De onderzoeksmethode In dit artikel maak ik gebruik van de ervaringen die zijn opgedaan in een studie naar paren waarvan een van de partners MS heeft gekregen. Allen zijn woonachtig in Nederland en België. MS is een ernstige neurologische ziekte met een onvoorspelbaar verloop die bij de betrokkene tot talrijke en variabele beperkingen kan leiden. Er is geen genezing van MS mogelijk (Zwanikken, 1997). De partner geeft vaak mantelzorg aan de zieke bestaande uit intensieve lichamelijke hulp en sociale steun. Deze situatie kan jarenlang voortbestaan. Het verlenen van dit soort mantelzorg blijkt een belangrijke bedreiging te zijn voor de partnerrelatie (Kuyper, 1993; Parker, 1993; Thompson & Pitts, 1992). Onderzoeksopzet
In deze studie werden interviews afgenomen met 20 personen die MS hadden en met hun 20 partners die mantelzorg verleenden. De toegang tot deze mensen werd verkregen door vijf thuiszorgorganisaties en door verwijzingen van de leden van de begeleidingscommissie.
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
37
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 38
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Drieëntwintig mensen met MS wilden participeren in het onderzoek. Drie van hen bleken geen hulp te krijgen van de partner en zij zijn niet in de studie betrokken. Het project is geïntroduceerd als een onderzoek naar de ervaringen van mensen met MS en van hun partners en naar hoe ze het thuis redden. Potentiële participanten werd verteld dat ze een interview konden verwachten in conversatiestijl, omdat de onderzoekers waren geïnteresseerd in wat zij over het onderwerp te melden hadden. Nadat mensen hadden toegezegd te willen meewerken, gaf degene die hen had geworven hun telefoonnummer door aan de onderzoeker die hen opbelde om een afspraak te maken. In dit telefoongesprek werd expliciet gevraagd om de zieke en de mantelzorger apart te spreken, en in de meeste gevallen resulteerde dit in twee afspraken achter elkaar. Met uitzondering van twee families, werden beide partners op dezelfde dag geïnterviewd. Ondanks deze uniforme introductie waarin de wens werd geuit om de partners na elkaar te spreken, resulteerde dit in vele verschillende interviewsituaties (tabel 1). Tabel 1 Interviewsituaties betreffende de aanwezigheid van de partner geïnterviewde
persoon met MS
mantelzorger
beide partners
aanwezigheid van de partner
frequenties
interviews betrokken in
(N=41)*
de analyse**
nee
13
2, 4, 9, 20
aan het begin
2
loopt heen en weer
2
11, 13
de hele tijd
2
15, 17
aan het eind
1
nee
17
2, 4, 11, 13, 17, 20
de hele tijd
2
9, 15
aan het eind
1 1
2
* Een paar (familie 2) werd twee keer geïnterviewd: een keer individueel en een keer samen wat resulteerde in 41 interviews waarbij 20 paren waren betrokken. ** De getallen zijn de codes van de families. In de meeste gevallen (30 van de 41 interviews), waren mantelzorger en zieke bereid om apart te worden geïnterviewd. Eén paar werd twee keer geïnterviewd: een keer samen (een interview) en een keer apart (twee interviews) wat resulteerde in een totaal van 41 interviews waarbij 20 paren waren betrokken (tabel 1). Sommige participanten, over het algemeen de mantelzorgers, waren alleen aanwezig aan het begin of aan het eind van een interview, en soms liepen ze heen en weer. Twee mantelzorgers woonden het gehele interview met hun partner bij, en twee zieke personen waren bij het gehele interview met hun mantelzorger. Slechts in
38
Interviewen in de aanwezigheid van een derde persoon
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 39
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
één geval werden beide partners geïnterviewd in elkaars aanwezigheid. Mannen waren vaker aanwezig bij het interview met hun vrouwen (vijf mannelijke mantelzorgers en een zieke man) dan vrouwen aanwezig waren bij het interview met hun man (twee vrouwelijke mantelzorgers en twee zieke vrouwen). De steekproef
Elke situatie waarbij de partner aanwezig is bij het interview van de ander, wordt beschouwd als een case of geval. Van de elf interviews waarbij de partner aanwezig was, waren er vier niet zo interessant voor de onderzoeksvragen die in deze bijdrage centraal staan. Dit waren gevallen waarbij de partner slechts voor een korte tijd aanwezig was aan het begin of aan het eind van het interview en met duidelijke redenen. Zo had de Multiple Sclerose Vereniging Nederland (MSVN) haar leden gewaarschuwd alert te zijn op personen die probeerden onder valse voorwendselen toegang te krijgen tot de woning. De aanwezige partners gingen in het begin na wat voor vlees ze in de kuip hadden. De andere zeven interviews waarbij de partner als derde persoon aanwezig was, werden nauwkeurig bestudeerd. Ik ging ervan uit dat de gevallen waarbij de partner als derde persoon aanwezig was bij het interview, me het meest konden leren over de vraagstelling. Om na te gaan of er grote verschillen zijn met paren die wel apart geïnterviewd worden, zijn er ook twee paren bij de studie betrokken waarvan de partners apart zijn geïnterviewd. Dit leverde in totaal vier interviews op. Deze paren werden strategisch gekozen: familie 4, waarbij beide partners gelijke opinies ventileerden over de meeste onderwerpen en positief over elkaar spraken; en familie 20, waarin beide partners heel verschillend aankeken tegen veel onderwerpen en teleurgesteld waren in het verloop van hun relatie sinds de aandoening MS zijn intrede had gedaan. In totaal werden zeventien interviews die betrekking hadden op acht verschillende families, gebruikt voor de analyse. De acht participanten met MS die in deze analyse zijn betrokken, vier vrouwen en vier mannen, varieerden in leeftijd van 43 tot 69 jaar met een gemiddelde leeftijd van 55 jaar. Ze hadden gemiddeld 14 jaar geleden te horen gekregen dat ze MS hadden. Allen hadden een rolstoel nodig, op twee mensen na die kleine afstandjes in huis konden lopen. Geen van hen had betaald werk buitenshuis, een van hen deed vrijwilligerswerk. Vier van hen waren gestopt met werken vanwege MS. Degene die het kortst was gehuwd, was 24 jaar geleden getrouwd; degene die het langst was gehuwd 50 jaar geleden. De mantelzorgers in deze families, vier mannen en vier vrouwen, varieerden in leeftijd van 47 tot 75 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 58 jaar. Zij waren allen erg druk met de zorgverlening doordat zij lange dagen maakten en veel verschillende taken verrichtten. Zeven van hen hadden geen betaald werk buitenshuis en een van hen had een parttime baan. Drie van hen waren gestopt met werken, omdat ze het niet meer konden combineren met de zorg thuis. Vier van de mantelzorgers rapporteerden lichamelijke en/of psychische problemen. Alle families kregen hulp van de wijkverpleging en zes van gezinsverzorging. We hebben in de steekproef te maken met gezinnen die vanwege de gevolgen van een ernstige chronische ziekte, zwaar belast zijn.
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
39
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 40
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
De dataverzameling
De interviews werden uitgevoerd door twee vrouwelijke interviewers van begin dertig. Een interviewer [HB], een sociologe, deed de interviews met de eerste vijf paren. De overige drie werden door een interviewer gedaan die was opgeleid als verpleegkundige en socioloog. De tweede interviewer had de eerste interviews gelezen, gebruikte dezelfde topiclijst en de interviews werden met elkaar besproken met het doel om de interviews op zoveel mogelijk gelijke wijze uit te voeren. Alle interviews vonden plaats bij de participanten thuis, ze werden alle opgenomen en uitgetypt. Gemiddeld duurde een interview 45 minuten (range: 30 minuten tot 1,5 uur). Direct na het interview werd een zogenaamde contact summary sheet gemaakt (Miles & Huberman, 1984), waarop de belangrijkste thema’s van het interview werden opgeschreven, alsook sociale en demografische data, reflecties op de rol van de interviewer en opvallende zaken van de interviewsituatie. Wanneer de partner de kamer binnenkwam of juist verliet gedurende het interview of wanneer er enige communicatie tussen de partners was, werd dit ofwel in het transcript van het interview dan wel op de contact summary sheet vermeld. De transcripties werden vergeleken met de originele cassettebandjes. De informatie over derde personen uit aantekeningen, geluidsbanden en de contact summary sheets werd zo nauwkeurig mogelijk samengevoegd. Analyse
De analyse van de gevallen richtte zich op het gedrag van de derde personen en op de beantwoording van de vragen door de geïnterviewden. De analyse bestond uit twee activiteiten, namelijk fragmenteren en het maken van een gevals- of familiebeschrijving (Dey, 1993; Boeije, 2005). De eerste activiteit, fragmenteren, bestond uit het zeer nauwkeurig kennis nemen van het gedrag van de betrokken partners gedurende het interview. Was de partner de gehele tijd aanwezig of slechts voor een deel van het interview? Wat deed hij of zij? Zei de geïnterviewde iets over de aanwezigheid van de derde persoon? Wie praatte er met wie en over wat (was er communicatie tussen de partners of werd het gericht aan het adres van de interviewer?). Was er in de interviews overeenstemming of verschil van inzicht en mening tussen de beide partners? Fragmenteren bestond ook uit het coderen van de gehele interviews met codes die betrekking hadden op het omgaan met de ziekte en de zorg, de gevolgen van de ziekte voor hun leven, hun onderlinge verhouding, de hulpverlening en het beeld van de toekomst. Het programma Winmax werd gebruikt om dit coderen te ondersteunen (Kuckartz, 1998). De gevalsbeschrijving kwam tot stand door de diverse informatiebronnen met elkaar te verbinden, dat wil zeggen het vergelijken van de informatie van de zieke met dat van de gezonde partner en met dat van het waargenomen gedrag tijdens de interviews met beiden. Hiervoor was het nodig om een zogenaamde interpretatieve analyse van de interviews te doen, wat inhoudt dat er wordt nagedacht over wat de uitspraken en het waargenomen gedrag kunnen betekenen en waar de eventuele onderlinge interacties voor kunnen staan. Voorwaarde om dit te kunnen doen, was dat er zicht werd verkregen op de onderlinge relaties in een gezin (Boeije, 2002).
40
Interviewen in de aanwezigheid van een derde persoon
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 41
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Gevalsbeschrijvingen Familie 9
In familie 9, ging de gezonde partner na binnenkomst van de interviewer boodschappen doen. Ik interviewde eerst de vrouw die vanwege MS op bed lag in de huiskamer. Toen we het interview hadden afgerond kwam haar man thuis, die in dezelfde kamer werd geïnterviewd zittend aan de eettafel. Dit was de enige comfortabele plaats in het appartement. (Andere) redenen waarom het interview met de man plaatsvond in de aanwezigheid van diens vrouw, zijn gissingen. Zijn vrouw luisterde naar wat er werd gezegd, maar ze beperkte zich tot een incidentele bevestiging van wat hij te zeggen had. Hij maakte opmerkingen als ‘Je hebt waarschijnlijk net van haar gehoord dat...’ en ‘Ze zal je wel verteld hebben van...’. In het interview met de man (M) prees hij zijn vrouw (V) door te zeggen dat ze bijzonder goed met haar ziekte omging. De vrouw prees haar man door te vertellen hoe blij ze was dat hij voor haar wilde zorgen: M: Ik heb nu een deeltijdbaan. Als ze op een gegeven moment helemaal immobiel wordt, van alles niet meer kan bewegen, als dat de keus zou zijn, dan zou ik wel weer naar huis komen. Zolang we het zo met de familie en kennissen en met de thuiszorg kunnen regelen, dan regelen we het zo. Als het zover zou zijn dat dat niet meer kan, dan zou ik voor haar gewoon weer naar huis toe komen, dan zou ik wel weer thuis gaan zitten. I: Dan zou u uw hele baan weer opzeggen? M: Ja, waar ze tegen opziet is uiteindelijk verpleegd te moeten worden in een verpleeghuis. We doen ons best om een opname in het verpleeghuis te voorkomen. Als het niet meer lukt met mijn werk, dan kom ik weer thuis om bij haar te zijn. V: Dat is lief. M: Weet je, ze wil niet in een verpleeghuis wonen. En dat zou ik eerlijk gezegd ook niet willen. Als ik kan helpen om dat te voorkomen, doe ik wat er nodig is. Dat komt ook door haar houding. Op een gegeven moment heeft ze zich er, op een voor mij nog steeds onbegrijpelijke manier, min of meer bij neergelegd dat het niet meer gaat, en ze heeft daar ogenschijnlijk vrede mee. I: Ja. M: Dat maakt het natuurlijk voor ons hier een stuk makkelijker. Ik kan mij heel goed voorstellen dat iemand in zo’n situatie de hele dag gaat liggen chagrijnen en sterker nog, dat kan ik me eerlijk gezegd nog beter voorstellen. Maar gelukkig is het niet zo, en dat maakt het allemaal voor ons een stuk eenvoudiger. Ja, het maakt het inderdaad allemaal een stuk dragelijker.
Beide partners beschrijven de situatie in overeenkomstige termen (conformiteit). Het delen van elkaars mening en het eens zijn over zaken, tonen een harmonieus beeld naar buiten (vergelijk de bevindingen van bijvoorbeeld ’t Hart, 1974). In aanwezigheid van zijn vrouw schetst de man een positief beeld van zijn vrouw. Door de opmerkingen over de wijze waarop zijn vrouw met de ziekte omgaat, geeft de man te kennen dat ze een vriendelijke en sterke persoon is. Door de informatie die hij geeft over zijn eigen inbreng, bewerkstelligt hij dat anderen hem als een aardige persoon kunnen zien die wat over heeft voor een ander. De vrouw geeft ook een goed beeld van haar man door te wijzen op zijn integriteit en zijn huma-
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
41
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 42
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
ne inborst. In het interview met haar alleen, toonde ze ook dankbaarheid naar haar familieleden en haar echtgenoot, maar iets minder expliciet. Familie 13
Bij familie 13, komt de mantelzorger twee keer binnengelopen om koffie aan te bieden, in de kamer waar zijn vrouw wordt geïnterviewd. Een kwartier na aanvang van het interview vraagt zijn vrouw hem om weg te gaan. Ze motiveert dit verzoek met de reden dat het beter is voor de studie. In dit gezin bestaat een geheim. De vrouw vertelt de interviewer dat haar man een relatie heeft gehad. Hij noemt dit onderwerp niet in het interview met hem later op de dag. De buitenechtelijke relatie is belangrijk volgens de vrouw om te begrijpen wat er zich in hun gezin heeft afgespeeld als gevolg van MS. De vrouw verwoordt dit als volgt: V: Er komt een periode dat je uiteen gaat, uit elkaar groeit. Ik had mijn wereld, hij had zijn wereld. Mijn wereld was meer MS dan wat anders, zijn wereld was een andere partner. En dan op een dag barst de bom. Hij zei: ‘Jouw wereld met MS, dat is mijn wereld niet.’ Ja, dat kon ik aanvaarden. En ik zei: ‘Ja, maar jouw wereld met die andere partner, dat is ook mijn wereld niet.’ Op die manier. I: En toen? V: Toen hebben we alle twee wat veranderd. Het was voor mij een uitlaatklep, en een goede uitlaatklep, en voor hem was er een andere uitlaatklep. Maar het was weer bij elkaar komen of niet. Het was alles of niks, ja. Toen hebben we nagedacht wat ga ik doen? Rationeel en alles op een rij zetten.
Het lijkt aannemelijk, al weten we dat niet zeker, dat de man bang was dat zijn vrouw dit zou vertellen aan de interviewer, terwijl hij het liever zou verzwijgen. Met andere woorden, het is goed mogelijk dat hij door aanwezig te zijn, probeerde te voorkomen dat zijn vrouw deze affaire zou betrekken in haar antwoorden op de vragen. Ze zou daarmee een negatieve indruk van hem kunnen overbrengen op de interviewer. Overigens praten beiden in tamelijk positieve termen over elkaar en over hun relatie. Beiden geven aan dat de problemen grotendeels achter de rug zijn. Familie 11
Bij familie 11 loopt de mannelijke mantelzorger vier keer heen en weer: twee keer met koffie, een keer om de telefoon aan te nemen en een keer om iets te pakken. Daarbij komt hij binnen gehoorsafstand van het interview met zijn vrouw. Als haar man in de buurt is, spreekt de vrouw zachter en antwoordt ze vaag op de vragen die haar worden gesteld. Dit maakt de interviewer oncomfortabel omdat het de interviewrelatie hindert. Er is geen concentratie voor het gesprek als zodanig en de aandacht is gericht op de plaats waar de man zich ophoudt. De interviewer wil geen persoonlijke vragen meer stellen. Op een gegeven moment kijkt de vrouw naar buiten en ziet dat haar man in de tuin loopt. Op dat moment vertelt ze de interviewer over het in haar ogen kwalijke gedrag van haar man. Ze vertrouwt de interviewer toe dat haar man het niet kan uitstaan dat zij altijd zo’n sterke figuur is geweest en dat ze een ondernemende vrouw was. Ze maakt hem zwart door te beschrijven dat hij niet met haar gedrag overweg kan en dat hij haar soms in de kou laat staan als ze hulp nodig heeft.
42
Interviewen in de aanwezigheid van een derde persoon
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 43
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Het is mogelijk dat de reden dat de man aanwezig was, is dat hij heeft geprobeerd te voorkomen dat zijn vrouw een negatieve impressie van hem zou geven aan de interviewer. Die inschatting van hem was juist, want ze sprak zich alleen uit als hij niet in de buurt was. In het interview met de man geeft hij aan, dat hij het heel zwaar heeft met de kritiek die hij altijd heeft te verduren van zijn vrouw. Wat hij doet is voor haar nooit goed genoeg. Hij gaat door met het geven van zorg omdat hij het ziet als zijn plicht. Geen van de partners lijkt het bezwaarlijk te vinden om de problemen in hun huwelijk aan te roeren. Familie 17
Bij familie 17 brengt de vrouwelijke mantelzorger koffie in de huiskamer terwijl het interview met haar man plaatsvindt. Ze schuift aan. In het begin luistert ze vol aandacht, zonder wat te zeggen. Later interrumpeert ze vaker, in het bijzonder om erop te wijzen dat haar man totaal afhankelijk is van hulp van haar en niets meer zelf kan doen. Als er een gast arriveert voor de man, vraagt de interviewer om het interview met haar te vervolgen in de keuken. Vanaf dat moment kritiseert ze haar man en vertelt ze hoe hij haar de baas is. Opnieuw is dit een voorbeeld van een interview waarin de problemen in het huwelijk niet onder stoelen of banken worden gestoken. Het volgende fragment komt uit het interview met de vrouw alleen: I: Hoe ziet u uw rol als mantelzorger? V: Het is erg moeilijk, maar dat heeft te maken met de leeftijd. Ik ben tweeënzestig nu, en dat is niet hetzelfde dan als je veertig bent. Hij weegt inmiddels negentig kilo. Kijk, nu ben jij hier, en nou durft hij dat niet en zegt hij niets. Maar als er niemand anders is, dan is het: geef me een sigaret, geef me dit, doe dat, haal dat voor me. En soms als ik moe ben en ik zeg tegen hem zit nu eens even rustig in je stoel, maar na tien minuten begint het weer opnieuw: heb je een koekje voor me, ik wil mijn medicatie, ik moet naar het toilet. Hij was altijd iemand die ... en ja, hij kan helemaal niets meer. Hij is opstandig en hij reageert het op mij af. I: Hoe gaat u daar mee om? V: Nou, soms praat ik met mijn schoonzus. Ze komt regelmatig langs en dan doe ik haar haar. Ze zegt tegen me, hij is nog geen twee minuten op en hij heeft al zijn sigaretten nodig, zijn koffie, zijn sinaasappelsap. En je kan hem niet alleen laten met zijn sigaret, vanwege zijn handen. Ze zegt tegen me, je hebt geen eens vijf minuten voor mij.
Het is onduidelijk waarom mevrouw 17 niet weg wilde gaan bij het interview met haar man. Het is mogelijk dat ze graag wilde dat hij een goede indruk van haar zou geven door de interviewer te wijzen op alle hulp en steun die ze hem biedt. Maar het ligt meer voor de hand dat ze aanwezig wilde zijn om hem te kunnen tegenspreken, wanneer hij een beeld van zichzelf zou schetsen als een prettig en aangenaam mens om mee om te gaan. Met andere woorden, dan had zij kunnen optreden als een leugendetector (Hofhuis, 1995). Als hij erin zou slagen om op de interviewer over te komen als een prettige man, dan zouden al haar problemen en haar inspanningen, die voornamelijk te maken hebben met haar relatie, zijn genegeerd en miskend. We weten niet of zijn antwoorden anders zouden zijn geweest als ze er niet bij was geweest.
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
43
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 44
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Familie 2
Bij aankomst bij het huis van familie 2, vraagt de interviewer of zij kan starten met het interviewen van de man die ziek is. Na een aantal minuten met hem te hebben doorgebracht in de huiskamer, komt mevrouw 2 de kamer binnen met koffie. Ze trekt er een stoel bij en doet mee aan het gesprek. Na een paar minuten, verschuift het gespreksonderwerp van koetjes en kalfjes naar het onderwerp van onderzoek en de cassetterecorder wordt aangezet. Mevrouw 2 neemt het interview van haar man over, en alhoewel de interviewer hem veel aandacht geeft, oogcontact maakt en reageert op zijn antwoorden, slaagt ze er niet in om de controle over het gesprek terug te krijgen. Daarom besluit zij om het gesprek dan maar met z’n drieën voort te zetten. Het volgende fragment illustreert de manier waarop de man en vrouw reageren op elkaar in het gezamenlijke interview: M: Ik word er zo moe van om altijd over mijn ziekte te praten. Dus ik denk, houd er nou eens over op en laat me gewoon ziek zijn. Er zijn zoveel mensen die zoveel van me weten. Ik word er gek van. V: Ja, ik ben het daar dus niet mee eens. We praten er nooit over, want jij wilt er niet over praten. Ik heb het nodig om er over te praten, hij misschien niet. Hij maakt alleen maar grappen. Dat vindt hij leuk. M: Weet je, net als met de huisarts. Die komt een keer per maand. We hebben een goede relatie met hem en ik vind het fijn als hij langskomt. V: Hij behandelt hem als een vriend. Maar dan weer, hij praat niet over zijn ziekte. M: Hij ook niet. Want in mijn geval kan hij toch niets doen. Ik vind het prettig als hij over andere dingen praat en niet ... Of ik zeg tegen hem, ‘Heb je anabole steroïden bij je?’ Dan lachen we en ik zeg, ‘Waarom kan ik geen steroïden krijgen? Alle atleten gebruiken ze.’ Ja, natuurlijk maken we maar een lolletje. V: Dat kan mij zo boos maken. Soms vraagt de huisarts ‘Hoe voel je je vandaag?’ ‘Oh, het gaat goed.’ En het gaat helemaal niet goed! En dan denk ik doe je mond open, zeg nou eens een keer hoe je je voelt. M: Ik wil niet klagen. Ik ben geen klager.
Dit fragment laat zien dat de vrouw, die de derde aanwezige in het interview is, haar man kritiseert op zijn gedrag. Ze wijst op zijn humor en spot, en ze beschrijft zijn gedrag als inadequaat. Het belemmert haar om serieus over de ziekte te praten met hem en met anderen, zoals de huisarts. Op een ander moment tijdens het interview, geeft ze aan dat hij doorgaat met taken waartoe hij niet langer in staat is, zoals de financiële administratie. Hij wil het niet overdragen, omdat hij het niet beschouwt als een taak voor vrouwen. Zo nu en dan verdedigt de man zich tegen de aantijgingen van zijn vrouw, door bijvoorbeeld op te merken dat hij geen klager is. Maar over het algemeen, is een uitwisseling zoals boven beschreven schaars. De vrouw domineert het gesprek en de man beperkt zichzelf tot het geven van korte antwoorden en het bevestigen of tegenspreken van zijn vrouw. Sporadisch maakt hij in het interview gebruik van zijn humor en hij maakt grappen.
44
Interviewen in de aanwezigheid van een derde persoon
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 45
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Een jaar later stemt het gezin erin toe nog een keer te worden geïnterviewd door de tweede interviewer. Daardoor wordt het gezamenlijke interview aangevuld met twee gesprekken met hen afzonderlijk. Dit biedt de mogelijkheid om de interviews te vergelijken. De boodschap die ze overbrengen is hetzelfde in het gezamenlijke interview als in de afzonderlijke interviews. Ook in de aparte interviews benadrukken ze dat ze totaal verschillend omgaan met de ziekte en dat hun gesprekken erover dikwijls eindigen in ruzie. De manier waarop ze zichzelf presenteren in het gesprek blijft ook min of meer gelijk. Mevrouw 2 beklaagt zich over het gedrag van haar man en meneer 2 verdedigt zich. Hij lijkt er daarbij vanuit te gaan dat de interviewer al een ongunstig beeld van hem heeft, waartegen hij zich probeert te beschermen. Hij doet uitspraken als: ik was een gezellige collega, ik was op feestjes een echte gangmaker en ik had een goede baan. Net als in het gezamenlijke interview houdt hij zijn antwoorden kort. Familie 15
Terwijl de heer 15 wordt geïnterviewd over zijn leven met MS, zit zijn vrouw erbij in dezelfde kamer. Op geen enkel moment intervenieert ze in het gesprek. In het interview benadrukt de man zijn hulpeloosheid en zijn afhankelijkheid veroorzaakt door MS. Hij verontschuldigt zich dat zijn vrouw nu de tuin moet onderhouden, iets waarvan hij vindt dat een man dat behoort te doen als hij gezond is. Aan het begin van het interview met mevrouw 15 vertelt zij de interviewer, dat haar man voor lange tijd niet zo open heeft gesproken. Het lijkt alsof ze het interview heeft gebruikt om zich te informeren over de gevoelens en gedachten van haar man. Het interview met haar wordt in dezelfde kamer gehouden en haar man blijft in zijn stoel zitten. Ze vindt dit geen probleem, want ze geeft te kennen dat hij het toch niet kan horen wat er wordt gezegd. Ze vertelt de interviewer dat haar man zich soms niet bewust is van wat er om hem heen gebeurt. Hij is dan in een eigen wereldje en ze kan aan hem zien dat dat nu het geval is. (‘Veel van de tijd trekt hij zich terug, dan hoort hij niets, dat doet hij nu en ik kan dat zien gewoon door naar hem te kijken.’) De interviewer vindt dit verrassend, omdat ze bijna een uur met hem heeft gesproken zonder op te merken dat hij moe was of afwezig. De heer 15 intervenieert op geen enkele manier in het interview met zijn vrouw en het is onduidelijk of hij inderdaad niet luistert, zoals zijn vrouw beweert. Mevrouw 15 geeft een beschrijving van zichzelf als een zorgzaam iemand die anderen graag helpt en die haar man verdedigt waar nodig. Ze bevestigt het beeld dat de man van zichzelf heeft gegeven, namelijk dat van een stille persoon met een verlegen inborst. Door zichzelf als een zorgend iemand af te beelden, complementeert ze het beeld dat de man heeft gegeven als iemand die zorg nodig heeft. Het is niet met zekerheid te zeggen of ze beiden hetzelfde hadden verteld, als ze niet in elkaars gezelschap zouden zijn geïnterviewd. Familie 4
Wanneer de interviewer arriveert bij het huis van gezin 4, hebben ze net gegeten. Alleen meneer 4 en de interviewer blijven in de kamer achter; zijn vrouw en twee volwassen kinderen verlaten de ruimte. De heer 4 vertelt vrijelijk over het begin van de ziekte, zijn manier om ermee om te gaan en het effect dat zijn ziekte heeft op alle gezinsleden, in het bijzonder op zijn vrouw. Hij
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
45
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 46
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
beschrijft zijn vrouw als een liefhebbende en zorgzame persoon die heel veel moeite heeft met zijn aandoening en zijn beperkingen. Zelf beschrijft hij zich nadrukkelijk als de vader in het huishouden en de adviseur. Rollen die volgens hem door alle gezinsleden worden geaccepteerd. De heer 4 zet zichzelf nadrukkelijk neer als iemand die zich door zijn ziekte niet uit het veld heeft laten slaan. Hij vermeldt dat hij zelf voor het grootste deel zijn hulpverlening organiseert, om zijn vrouw te ontlasten. Hij heeft een persoonsgebonden budget, zodat hij de mensen die hem helpen zo nu en dan ook kan belonen. Hij presenteert zichzelf ook als iemand die oplet hoe het met anderen gaat. Zo heeft hij het in de gaten als het zijn vrouw te veel wordt en ze er even tussenuit moet. Om haar te sparen offert hij zichzelf soms ook op, door naar een dagcentrum te gaan waar hij het niet zo naar zijn zin heeft, maar waardoor hij wel zijn vrouw een tijd rust geeft. Al met al is hij trots op zijn gezinsleden en op het feit dat hij en zijn vrouw dichter naar elkaar zijn toegegroeid. Na het interview met de man, start het interview met zijn vrouw. Zij maakt een bescheiden indruk en vertelt veel over de lichamelijke klachten en over de psychische problemen die ze heeft met de ziekte van haar man. Ze is mantelzorger omdat ze van hem houdt en omdat het bij een huwelijk hoort dat je elkaar niet in de steek laat als het slechter gaat. Ondanks alle problemen blijft ze zorg geven, omdat haar man haar nodig heeft en omdat ze samen een sterke relatie hebben. Na het interview met de vrouw, ontstaat er tijdens de koffie een conversatie met beiden van nog een half uur. Ze delen elkaars ervaringen, vullen elkaar aan en vertellen anekdotes en voorvallen, in het bijzonder met mensen in winkels, restaurants en met andere mensen met MS. Familie 20
De heer en mevrouw 20 hebben er geen moeite mee om apart te worden geïnterviewd. Mevrouw 20 vertelt de interviewer dat ze er erg veel moeite mee heeft, dat ze niet meer weg kan en geen leuke dingen meer kan doen. Ze heeft mensen pas verteld dat ze ziek was, toen ze het echt niet meer kon verbergen. Als ze thuis is, voelt ze zich verdrietig en eenzaam, maar als ze met anderen is doet ze vrolijk en opgeruimd. Ze wil hen niet lastig vallen met haar moeilijkheden, want dat schrikt hen af. Ze vertelt dat haar man is opgegroeid in een harde familie, waar voor ziekte en zwakheid geen plaats was. Hij zegt haar vaak dat ze niet zo moet klagen en wijst haar op de dingen die ze nog wel kan. Ze maakt duidelijk dat haar man haar niet begrijpt en geen steun voor haar is. De heer 20 beargumenteert dat zijn vrouw haar ziekte nooit heeft geaccepteerd en dat ze niet in staat is om te genieten van de dingen die ze wel kan doen. Hij zegt dat ze plezierig is als ze weg is van thuis, maar als ze thuis is, is ze zeer onaangenaam om mee om te gaan. Wat hij ook doet, het is nooit goed genoeg voor haar. Ze klaagt over alles. Hij beschuldigt haar ervan ook zijn leven miserabel te maken en hij heeft er veel moeite mee dat ze nooit haar dankbaarheid jegens hem toont. Desalniettemin gaat hij wel door met haar te verzorgen.
Discussie Ondanks het feit dat aan participanten expliciet werd gevraagd om hen apart te interviewen, deden zich in de praktijk verschillende situaties voor waarbij de partner als derde persoon aanwezig was bij het interview. Dit komt overeen met de resultaten van andere studies
46
Interviewen in de aanwezigheid van een derde persoon
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 47
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
(Pollner & Adams, 1997; Welkenhuysen-Gybels & Billiet, 2000; Zipp & Toth, 2002). In dit onderzoek was het zinvol om niet alleen het gedrag van de geïnterviewde, maar ook het gedrag van de derde aanwezige onder de loep te nemen. De wil van de partners om aanwezig te zijn, lijkt in een aantal gevallen te maken te hebben met hun inschatting van wat de geïnterviewde zou zeggen zodra ze de kamer zouden verlaten. Het kwalitatieve karakter van het onderzoek voorzag in gedetailleerde en relevante informatie over de situatie van het paar en zorgde voor de achtergrond om het gedrag van beiden tijdens het interviewen te begrijpen. De eerste onderzoeksvraag richt zich op de variatie die zich voordoet in de aanwezigheid van partners en op de reden die ze mogelijk hebben om aanwezig te willen zijn. In grote lijnen zijn er twee varianten: ofwel de partner loopt heen en weer en komt daarbij elke keer binnen gehoorsafstand van het interview of de partner is gedurende het gehele interview aanwezig. In dat laatste geval zijn er drie opties: iemand kan zich op geen enkele manier in het interview mengen, zich beperken tot enkele opmerkingen of trachten het gesprek te domineren. Zelfpresentatie lijkt een belangrijke reden om aanwezig te willen zijn. Door aanwezig te zijn, kunnen ze voorkomen dat de geïnterviewden hen ongunstig afschilderen, bijvoorbeeld door geheimen prijs te geven die hen aangaan of door denigrerend over hen te spreken. Eveneens kunnen ze optreden als leugendetector mocht de geïnterviewde een te geflatteerd beeld van zichzelf geven, wat de derde persoon zou kunnen schaden. Niet iedereen die veronderstelt dat de partner kwaad over hem of haar zal spreken, zal proberen aanwezig te zijn om het te voorkomen. Dat laat de contrastcase van familie 20 zien. Aanwezige partners kunnen ook actief een rooskleurig beeld geven van de geïnterviewde (derdepresentatie) en daarmee dikwijls ook van zichzelf. Maar ook dit kunnen ze doen in een afzonderlijk interview, zoals familie 4 laat zien. Tot slot kan de derde aanwezige het interview gebruiken om zichzelf goed te presenteren, soms ten koste van de geïnterviewde. Dit onderzoek kent een aanpak die verschilt van veel andere studies naar het onderwerp van de derde aanwezigen. Ook in dit onderzoek blijft veel onzekerheid bestaan. Naar de reden dat derden aanwezig willen zijn, moeten we voor een deel gissen. Hun motieven zijn afgeleid uit hun gedrag en uit hetgeen elk van de partners zegt over de gezinssituatie. Als de geïnterviewde gaat fluisteren als de partner zo dichtbij is dat hij het gesprek kan volgen, is het aannemelijk dat de geïnterviewde dit doet als reactie hierop. Maar het is niet zeker. Derde personen weten niet altijd van zichzelf met welke motivatie ze aanwezig willen zijn, waar ze bijvoorbeeld bang voor zijn, of ze zullen dat misschien niet toegeven (Schutz, 1998). Voor een deel blijven hun motieven verborgen en zijn er verschillende interpretaties van hun gedrag mogelijk. Deze bijdrage heeft nadrukkelijk een explorerend karakter om meer zicht te krijgen op het vraagstuk van de aanwezige derden. De tweede onderzoeksvraag gaat in op de beantwoording van de interviewvragen door de respondent als de derde persoon, in casu de partner, aanwezig is. In een aantal gevallen vermeden geïnterviewden veel over zichzelf, de partner of de relatie prijs te geven zolang de derde persoon aanwezig was. Als de persoon de kamer verlaat, spreken zij openlijk over deze onderwerpen en sommigen kritiseren hun partner zonder terughoudendheid. Anderen schetsen een positief beeld van zichzelf in het interview en gaan er blijkbaar vanuit dat de derde persoon niet zal optreden als mogelijke leugendetector om hen te corrigeren en terug te fluiten. Eén geïnterviewde verdedigt zich tegen de ongunstige informatie die de partner
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
47
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 48
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
verstrekt aan de interviewer. De geïnterviewde spreekt de informatie tegen of zwakt haar af. Van de andere geïnterviewden is het niet te zeggen welke invloed de aanwezigheid van de derde persoon heeft op de antwoorden die ze geven. Het effect van de derde persoon
De vraag waar het om draait is natuurlijk of de aanwezigheid van de derde persoon effect heeft op de gegevens die worden verkregen met het interview (onderzoeksvraag 3). Met andere woorden, hebben geïnterviewden hun antwoorden veranderd als gevolg van de presentie van de ander? De opzet van het onderzoek vereist dat conclusies hierover slechts zeer voorzichtig worden geformuleerd. Immers, vergelijkingen kunnen slechts in twee gevallen worden gemaakt tussen een (deels) gezamenlijk en een apart interview. In de overige gevallen was er sprake van of een apart of een gezamenlijk interview, waardoor vergelijkingen niet mogelijk zijn. De data geven een indicatie van waar we aan toe zijn. Een belangrijke consequentie van de aanwezigheid van de derde persoon, lijkt te zijn dat de geïnterviewde vermijdt om te praten over bepaalde onderwerpen, zoals het gedrag van de partner. Onmiddellijk na vertrek blijkt deze informatie wel te worden gegeven en deze blijkt dikwijls ook belangrijk te zijn voor het begrip van de gezinssituatie (vergelijk Leydesdorff, 2004). Zou de derde persoon constant aanwezig zijn, dan zou dit soort informatie systematisch voor de onderzoeker verborgen blijven. Verder komt de onderzoeker over de hele linie minder te weten over de geïnterviewde, met name wanneer de derde persoon het gesprek domineert (zie ook Hertz, 1995). In deze gevallen wordt de validiteit van de gegevens bedreigd, omdat de onderzoeker minder te weten komt en selectief over bepaalde onderwerpen minder wordt geïnformeerd. Gebaseerd op de literatuur, werd verwacht dat partners voorzichtige of rooskleurige antwoorden zouden geven op vragen over de partnerrelatie. Ook zouden ze volgens de conformiteitshypothese vaak gelijke visies ventileren op hun relatie ongeacht of de partner aanwezig is of niet (’t Hart, 1974; Reuband, 1992; Hofhuis, 1995). In onze steekproef blijkt dit heel anders uit te pakken: verscheidene paren passen hun meningen niet aan elkaar aan en ze nemen elkaar ook niet in bescherming door gunstig over elkaar te spreken. Alhoewel het kritiseren meestal zo gebeurt dat de ander het niet kan horen, gebeurt het soms zelfs in aanwezigheid van de ander. Het lijkt erop dat respondenten zich in die gevallen niet verantwoordelijk voelen voor de impressie die ze van hun partner geven en dat ze niet de behoefte voelen over te komen als een gelukkig getrouwd stel. Deze vinding hangt mogelijk samen met het onderwerp chronische ziekte en mantelzorg binnen een huwelijkse relatie. Een verklaring hiervoor is de druk op de partnerrelatie van een chronische ziekte zoals gevorderde MS. In het gezin dat zowel apart als afzonderlijk werd geïnterviewd, bleven de antwoorden in beide gevallen ongeveer gelijk. Terughoudendheid met het geven van persoonlijke informatie, wordt wel verklaard door de negatieve gevolgen die dit na het interview kan hebben voor de betrokkenen. Een verklaring voor de openheid over persoonlijke informatie, inclusief relatieproblemen, is dat het geen negatief effect heeft op de relatie na het interview. Dat is onder meer het geval als alles al is gezegd en men alles van elkaar weet. Mensen met lichamelijke beperkingen en hun partners leven soms geïsoleerd en hebben een grote behoefte om hun mening te laten horen. Mantelzorgers waren nog
48
Interviewen in de aanwezigheid van een derde persoon
05_052320_Kwalon3_boeije
01-11-2005
12:17
Pagina 49
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
meer dan de zieken geneigd om geen blad voor de mond te nemen, omdat ze vonden dat hun stem nog minder werd gehoord dan die van patiënten.
Co n c l u s i e Wat kunnen interviewers leren van de hier beschreven gevallen? De beslissing om derde personen te weren is afhankelijk van de aard van het onderzoeksonderwerp en het type vragen. Het is lastig om het effect in te schatten van een derde aanwezige op de data. Daarom is het veilig om methodologische redenen interviews te doen zonder strangers in our midst zoals Rubin en Rubin (1995) het noemen. De onderzoeker moet deelnemers aan het onderzoek al in de introductie erop wijzen dat hij beide partners graag afzonderlijk wil interviewen, en hij zal dit zo nodig keer op keer moeten herhalen gepaard met de motivatie voor het verzoek. Om de aanwezigheid van een derde persoon te vermijden, is het belangrijk om na te denken over de afspraken. Elke benadering heeft zijn eigen voor- en nadelen. Het maken van een afspraak op verschillende dagen kan voorkomen dat partners blijven rondhangen en bij het interview met de ander komen zitten, wachtend op hun beurt. Maar dit verstoort het dagritme van gezinnen twee keer. Gescheiden maar gelijktijdige interviews uitgevoerd door twee interviewers is een andere optie. Dit alternatief confronteert de onderzoeker ermee dat hij twee versies van een situatie krijgt, terwijl de verschillen daarin hem pas opvallen nadat de interviews zijn gedaan (Hertz, 1995). Voordat ze hun onderzoek uitvoeren, zouden onderzoekers de voor- en nadelen van deze varianten moeten wegen voor de participanten, de gegevens en de analyse.
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
49