1
Koen Bauters
Michaël Vandamme
NOTARIUS 1 2013
DOSSIER
Interview Annemie Turtelboom & Hélène Casman
Hervorming van het erfrecht “Antwoord op de maatschappelijke noden”
Is het erfrecht aan hervorming toe? De federale regering is alvast de mening toegedaan. Op zich raakt het regeerakkoord van ruim één jaar geleden met amper één zinnetje de kwestie aan. Het erfrecht zal worden “gemoderniseerd”, klonk het in de bijna 200 pagina’s tellende regeerverklaring. Hierbij dient te worden “rekening gehouden met de maatschappelijke noden”. Meer dan dat ene zinnetje had Minister van Justitie Annemie Turtelboom niet nodig om er haar schouders onder te zetten.
â
1
NOTARIUS 1 2013 Verdere info op http://annemieturtelboom.be/2013/01/15/ministervan-justitie-annemie-turtelboom-moderniseert-het-erfrecht/
â
“We zijn niet zomaar in het luchtledige begonnen”, legt Hélène Casman uit. “Binnen de Senaat was al heel wat parlementair werk verricht. In eerste instantie ging ik rond de tafel zitten met Martine Taelman, voorzitter van de Werkgroep “Erfrecht”, destijds opgericht in de schoot van de Commissie Justitie. “Deze bestaande teksten vormden de basis van wat je als de eerste fase van de hervorming kan beschouwen.”
wet zijn geworden? “De wet roept een nieuw begrip van ‘onwaardigheid om te erven’ in het leven”, antwoordt Hélène Casman. “Hieraan wordt de onwaardigheid om onderhoudsgeld van de nalatenschap te vorderen, net als een onwaardigheid om huwelijksvoordelen te verkrijgen. In se betekent dit dat oude begrippen worden geactualiseerd. Er wordt ook meer duidelijkheid geschapen.” Duidelijkheid, het is een argument dat wel vaker in dit gesprek zal vallen.
“Al bij al is het vrij snel gegaan”, pikt Annemie Turtelboom in. “Hélène ging in februari 2012 aan de slag. Tegen november waren de hervormingen van de eerste fase al door de voltallige Senaat goedgekeurd en kon het geheel richting Kamer vertrekken. Ook daar verliep de stemming vrij snel, met als gevolg dat alles reeds in januari van dit jaar in het Belgisch Staatsblad is kunnen verschijnen. En inmiddels dus van kracht is!”
“Een andere belangrijke nieuwigheid is de uitbreiding van de mogelijkheid tot plaatsvervulling”, vervolgt Hélèné Casman. “In het verleden was het zo dat kinderen de plaats van hun vader of moeder in de nalatenschap van bijvoorbeeld een grootouder enkel kon innemen, op voorwaarde dat die vader of moeder op het moment van het openvallen reeds overleden waren. Sinds eind januari is hier dus verandering in gekomen. Plaatsvervulling is inmiddels ook mogelijk bij onwaardigheid, maar ook – en dat zal in de praktijk belangrijker blijken – bij verwerping.
‘Onwaardigheid om te erven’ Wat zijn nu de belangrijkste krachtlijnen van de hervorming die – het weze herhaald – reeds
1
NOTARIUS 1 2013
Niet onbelangrijk bij dit alles: notarissen werden bij de totstandkoming van deze wet nauw betrokken. Tijdens de parlementaire voorbereiding werd voortdurend overleg gepleegd, onder meer via het juridisch department van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. Dit overleg blijft trouwens een constante in de bewerkstelliging van de overige fasen van de hervorming.” Volgende fase “Ook de tweede fase valt uiteen in enkele bijzondere aandachtspunten”, legt Hélène Casman uit. “Een eerste punt bestaat erin een beter regeling in te voeren voor levensverzekeringen. Centraal probleem is dat een aantal artikelen van die wet, met name 124, 127 en 128, ongrondwettelijk zijn bevonden. Voor artikel 124 heeft de wet van 10 december 2012 al een oplossing gevonden. Voor de artikelen 127 en 128 hebben we een tekst in de maak.
“Tijdens de parlementaire voorbereiding werd voortdurend overleg gepleegd, onder meer via het juridisch department van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. Dit overleg blijft trouwens een constante in de bewerkstelliging van de overige fasen van de hervorming.”
Grote uitdaging in deze oefening was het uitwerken van een regeling voor zowel individuele levensverzekeringen als groepsverzekeringen. Vooral bij groepsverzekeringen stelde zich een specifieke moeilijkheid. Soms assimileert men ze met spaarvermogen, maar soms ook met een aanvullend pensioen. Dit zullen we nu moeten trancheren. Het is onze bedoeling dit mogelijk te maken door de invoering van een pensioencompensatie na echtscheiding. Dus niet enkel een uitkering voor de behoeftige echtgenoot zoals de Echtscheidingswet van 2007 voorschrijft, maar ook een compensatie voor die echtgenoot
– in de praktijk meestal een vrouw – die een beroepscarrière heeft opgegeven om zich voor de kinderen en het gezin beschikbaar te stellen. Hierdoor kon ze natuurlijk minder aan pensioenopbouw doen. Het specifieke belang van de notaris laat zich al raden. De vraag naar compensatie kan ook bij vereffening en verdeling na echtscheiding worden gesteld, waardoor de notaris deze situatie in eerste lijn zal moeten beoordelen.” “Tweede belangrijk luik van deze tweede fase heeft betrekking op de huwelijkscontracten”, zegt Annemie Turtelboom. “Samengevat: we gaan explicieter zijn over wat nu wel en niet mag, en in het bijzonder welke regeling voor de langstlevende echtgenoot genomen kan worden. Het huwelijkscontract is het instrument om goede vermogensrechtelijke afspraken tussen echtgenoten vast te leggen. De mogelijkheden daartoe moeten worden uitgebreid, waardoor de echtgenoten zelf en op maat van hun specifieke situatie concrete afspraken kunnen maken. Wat mag men concreet van onze teksten verwachten? We gaan bevestigen in welke gevallen deze bedongen huwelijksvoordelen bestand zijn tegen vorderingen van kinderen. Ook dat zal kunnen overeengekomen worden, ook als er geen gemeenschap van goederen is, wellicht zelfs met een uitbreiding naar wettelijk samenwonenden. Dit moet het mogelijk maken onzekerheden weg te werken waar notarissen, ook op dit vlak,
1
NOTARIUS 1 2013
wel eens mee geconfronteerd worden. Per slot van rekening moeten notarissen in staat worden gesteld in alle zekerheid te adviseren. Net zoals elke burger natuurlijk recht heeft op rechtszekerheid.”
Kers op de taart “Dit is de kers op de taart van mijn carrière”, beklemtoont Hélène Casman. “Ik mag er toch prat op gaan 42 jaar ervaring in de schaal te kunnen leggen. Gedurende 36 jaar was ik professor. Twee decennia lang notaris. En daar komt nog eens 11 jaar magistratuur bij.” Was er ooit een moment van twijfel? “Géén seconde”, antwoordt ze prompt. “Het is een geweldige uitdaging om aan wetgevend werk te kunnen deelnemen. En nee, ik kende Annemie Turtelboom niet voorheen, toch niet persoonlijk. Ergens begin 2012 contacteerde ze mij. Louter omwille van mijn achtergrond. Ze schotelde me de vraag voor of ik de drijvende
kracht van een hervorming van het erfrecht wou worden? In februari 2012 ging ik
van start. Dat ik over een grote vertrouwdheid met de materie beschik, maakt me nog niet alwetend voor deze functie. Heel regelmatig pleeg ik overleg met tal van specialisten. Dit zijn zowel advocaten, magistraten, maar vooral ook notarissen. Per slot van rekening zijn zij in de categorie van de juridische beroepen het dichtst betrokken bij het erfrecht. Mijn taak bestaat erin de input te filteren, maar ook te bemiddelen. En de vrucht hiervan leg ik de minister voor.”
Quid timing? De vraag intrigeert ons, en dus werpen we ze zonder schroom voor de voeten. “Het is mijn oprechte hoop dat we deze tweede fase er tegen de zomer doorkrijgen in het parlement”, antwoordt Annemie Turtelboom rustig. “Waarom dit optimisme, vraagt u zich misschien af (lacht)? Ik geloof sterk in het evenwichtig karakter van de teksten die we aan het finaliseren zijn. Dit draait niet rond een zwaar ideologisch dispuut. Het is ook niet de bedoeling scherpe en polemische standpunten tot wet te bombarderen. Dit wel proberen, lijkt mij het ideale recept om precies niets te bereiken. Nee, we trachten op een uitgebalanceerde manier voort te bouwen op wat leeft bij de mensen. Iedereen tevreden stellen zal nooit lukken, maar het bewandelen van een gezonde middenweg ligt wel binnen bereik.” Drievuldige hervorming Geen twee zonder drie. Maar waar de duidelijkheid over fase twee al vrij groot is, is hetgeen de derde fase in petto heeft ietwat waziger. “Wellicht zal de derde stap via een wetsvoorstel worden gezet”, legt Annemie Turtelboom uit. “Ze zal ook exclusief focussen op het erfrecht.
Zaken die we zeker willen veranderen zijn de afschaffing van de reserve van de ouders, de uitbreiding van het beschikbaar deel van de nalatenschap, waardoor de reserve van de kinderen herleid wordt tot een kleiner deel van de nalatenschap. Ook de afschaffing van de thans bestaande regel van de reserve in natura, staat op het menu. Hieraan vasthouden is niet meer van deze tijd. Kinderen moeten ook genoegen nemen met de tegenwaarde van hun reserve, in geld omgezet, in schijven of ineens, of omgezet in een inkomen, al naargelang. Daardoor verschaft men de ouders ruimere mogelijkheden om hun nalatenschap te laten overgaan, weliswaar mét de voorzorgsmaatregelen die ze gewenst achten ten voordele van zorgenkinderen, een kind met een mentale handicap of een drugsverslaafd kind bijvoorbeeld. Door dit alles krijgen ouders ook meer ruimte om hun kleinkinderen of stiefkinderen in hun nalatenschap te betrekken. Voor zover ze dit zouden willen natuurlijk.” “Wat de regeling voor de zorgenkinderen betreft hadden we al eerder contact met de Koning Boudewijnstichting”, aldus Hélène Casman. “Maar wat graag doen we beroep op hun expertise ter zake. Het heeft te maken met consistentie. We streven geen grote omwenteling na, wel een aanpassing aan de maatschappelijke noden, precies zoals in het regeerakkoord opgenomen. Dit wil zeggen dat je met delicate onderwerpen ook erg voorzichtig moet omspringen.”
1
NOTARIUS 1 2013 Verdere info op http://annemieturtelboom.be/2013/01/15/ministervan-justitie-annemie-turtelboom-moderniseert-het-erfrecht/
Afrekenen met Napoleon “Deze hervorming beantwoordt aan een brede maatschappelijke vraag”, legt Annemie Turtelboom uit. “Tal van evoluties hebben een bijsturing van het erfrecht in de hand gewerkt. Misschien wel de belangrijkste factor is de gewijzigde kijk op het gezin. Het Napoleontisch erfrecht ging uit van één soort familie en één soort vermogen, het onroerende, dat dan ook meestal van vorige generaties was geërfd en dus zoveel mogelijk naar de volgende generatie doorgegeven moest worden. Dit is achterhaald. Het gezinsgebeuren is complexer geworden. Er zijn meer scheidingen, maar ook heel veel nieuw samengestelde gezinnen. Hun vermogen bouwen de mensen meestal zelf op. Aan de erfrechtelijke behoeften die uit deze nieuwe affectieve banden ontstaan biedt het huidig juridisch kader een onvoldoende antwoord. Het thema leeft onder de bevolking, zoveel staat vast. Nadat de hervorming formeel aangekondigd is geweest, zijn hier ettelijke mails binnengelopen. En wat opvalt: 90% hiervan waren positief. Dit of dat punt moet gewijzigd worden, het is hoog tijd, dat was vaak de teneur.”
“Als iedereen akkoord is, waarom zouden er dan geen geldige afspraken kunnen gemaakt worden over de overgang van een nalatenschap?”
“Ook in de lijn die we inzake de reserve in natura volgen, merk je dit streven naar een evenwichtige oplossing”, pikt Annemie Turtelboom in. “Want ook al zijn er heel wat omstandigheden waarin deze regeling niet meer te verantwoorden valt, is een resoluut afschaffen een brug te ver.”
iedereen vooraf zeer gedegen ingelicht moet worden.
Erfovereenkomsten niet verbieden “Een andere verandering die ik u al kan verklappen is een grondige herziening van het verbod op erfovereenkomsten”, besluit Annemie Turtelboom. “Als iedereen akkoord is, waarom zouden er dan geen geldige afspraken kunnen gemaakt worden over de overgang van een nalatenschap? Uiteraard zal hierbij de nodige omzichtigheid aan de dag worden gelegd.
Ook – en zeker – de oudere moeder die niet gemanipuleerd mag worden of de kinderen aan wie de autoritaire ouder misschien niet alles heeft uitgelegd. Erfovereenkomsten van enige omvang en met indringende gevolgen moeten voor een notaris worden ondertekend.
Er zal ingebouwd worden dat dit niet ongecontroleerd kan gebeuren. Dat er evenmin druk kan worden uitgeoefend en dat
Hierin is de rol van notarissen fundamenteel: zij moeten erover waken dat iedereen goed op de hoogte is van de draagwijdte van afspraken die hen worden voorgesteld.
Notarissen moeten ook hun advies- en informatieplicht ten volle waarnemen. Het zal u niet verbazen dat het notariaat heel nauw betrokken is en blijft bij het schrijven van de teksten voor dit onderdeel van de hervorming.”