Interventie - 2011
Interventie - Module 2 - Hfst. 1. Het manipuleren - pagina 0
Interventie - Module 2 Optilling en manipulatie Hoofdstuk 1 - Het manipuleren
2011
pag nr
Draaien van het slachtoffer Afnemen van de valhelm Halskraag Vacuümspalken Vacuümmatras
1 2 2 4 5 7 7
Hoofdstuk 2 - De draagberrie
1
Algemeen
1
Toebehoren
2 2 2 2 2
Inleiding Technieken
Riemen Deken Beschermplastic Statief voor infuus
Algemeen Gebruik van de schragen Plaatsen van een draagberrie op schragen
3 4 4 5
Hoofdstuk 3 - Het optillen
1
Algemeen
1
Tiltechnieken De brugmethode De zweefmethode Schepdraagberrie
2 2 2 3
Een draagberrie conditioneren
Een slachtoffer verbedden
4
Een slachtoffer overbrengen van een standaarddraagberrie naar een ziekenwagendraagberrie
4
Hoofdstuk 4 - Vervoer per draagberrie
1
Algemeen
1 2 3 4
Taak van de ploegleden Taak van de ploegleider Optillen en neerzetten
Vastmaken van een slachtoffer op de draagberrie
4
Het overschrijden van een hindernis
5
Draagberrie op moeilijk terrein
6
Interventie - 2011
Hoofdstuk 1 – Het manipuleren Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan je: de algemene regels bij manipuleren uitleggen; een valhelm op de juiste manier afnemen; een halskraag op de juiste manier aanleggen; een vacuümspalk op een correcte manier aanbrengen bij een lidmaat; een slachtoffer op de juiste wijze immobiliseren op een vacuümmatras. Na dit hoofdstuk weet je: wanneer je een valhelm moet afnemen of moet aanlaten; dat je een valhelm met 2 hulpverleners moet afnemen; dat je een halskraag altijd met 2 hulpverleners moet aanleggen; dat voor het aanleggen van een halskraag het hoofd eerst in neutrale positie gebracht moet worden. De doelstellingen in verband met het draaien van een slachtoffer vind je in de module CPR. Bijkomende info: Wie mag deze opleiding geven? Instructeur Welke vooropleiding heb je? Instapsessie De module Hulpdienst
Inleiding Technieken: Draaien van een slachtoffer Technieken: Afnemen van een valhelm Technieken: Halskraag Technieken: Vacuümspalken Technieken: Vacuümmatras
INLEIDING
Als je een slachtoffer moet verplaatsen, mag je een aantal algemene regels niet uit het oog verliezen. De manier waarop je een slachtoffer verplaatst, is afhankelijk van de situatie. In het referentiewerk ‘HELP !’ in het hoofdstuk ‘Geavanceerde hulpverlening’, eerste thema ‘een slachtoffer verplaatsen’ vind je deze aandachtspunten uitgelegd. Een voorbeeld bij deze aandachtspunten: Een slachtoffer heeft een breuk opgelopen aan de ruggengraat, maar is niet geraakt aan het ruggenmerg. Bij een verkeerde manipulatie kan je echter wel het ruggenmerg raken. Daarom moet je regelmatig het slachtoffer immobiliseren zodat letsels niet kunnen verergeren tijdens manipulatie en vervoer. Immobilisatie is het onbeweeglijk maken of houden van het lichaam. Vandaar de noodzaak om de hulpverleners te trainen in het optillen en manipuleren van slachtoffers. Het optillen komt aan de orde in het volgende hoofdstuk.
Interventie - Module 2 - Hfst. 1. Het manipuleren - pagina 1
1 2 3 4 6 6
Interventie - 2011
TECHNIEKEN
Draaien van een slachtoffer Soms moet je een slachtoffer van de buik op de rug draaien. Een slachtoffer van de buik op de rug draaien gebeurt liefst met twee of zelfs drie ploegleden. Houd steeds rekening met mogelijke wervelletsels.
Draaien met één hulpverlener Ook als je alleen bent, bestaat er een techniek om het slachtoffer te draaien. Deze methode gebruik je enkel als de vitale functies bedreigd zijn. Ter illustratie vind je hier de foto’s van de techniek van het draaien van een slachtoffer door een hulpverlener.
Interventie - Module 2 - Hfst. 1. Het manipuleren - pagina 2
Interventie - 2011
Draaien met drie hulpverleners Deze methode wordt enkel gebruikt als de vitale functies bedreigd zijn. Hou steeds rekening met mogelijke wervelletsels. Een slachtoffer van de buik op de rug draaien gebeurt liefst met drie hulpverleners. – De ploegleider houdt het hoofd vast, de andere ploegleden plaatsen zich langs het slachtoffer en nemen hem vast aan schouder, bekken en benen.
– Op bevel van de ploegleider draaien allen tegelijkertijd het slachtoffer.
De ploegleider houdt het hoofd in één lijn met de romp van het slachtoffer. Iedereen let erop dat het slachtoffer zachtjes wordt neergelegd. –
Interventie - Module 2 - Hfst. 1. Het manipuleren - pagina 3
Interventie - 2011
Afnemen van een valhelm Deze techniek staat beschreven in het referentiewerk ‘HELP!’ hoofdstuk ‘extra technieken’, thema ‘immobilisatie van het hoofd’. Soms kan je niet anders dan de stormband door te knippen. Gebruik hiervoor je ambulancierschaar. Als de helm niet moet worden afgenomen, moet je het hoofd zeer zorgvuldig immobiliseren!
Interventie - Module 2 - Hfst. 1. Het manipuleren - pagina 4
Interventie - 2011
Halskraag De halskraag geeft steun aan de hals en halswervels. Omdat letsels aan de halswervels niet kunnen worden gevoeld bij onderzoek, en omdat ze heel ernstig zijn (volledige verlamming van het slachtoffer) wordt de halskraag niet enkel aangelegd bij pijn of klachten, maar in alle omstandigheden waarin je een dergelijk letsel kan vermoeden:
alle verkeersslachtoffers bij een ernstig ongeval; alle (brom)fietsers, motorrijders en voetgangers die weggeslingerd of gevallen zijn; alle personen die gevallen zijn van een ladder, trap of stelling; elk slachtoffer van een ernstige val; elk slachtoffer met een ernstig letsel aan het hoofd, na slag of val; elk slachtoffer dat bewusteloos is ten gevolge van een trauma.
Bij het minste vermoeden op letsels of bij nekpijn leg je onmiddellijk een halskraag aan! Als er nog geen halskraag beschikbaar is, houd je het hoofd en de hals van het slachtoffer onbeweeglijk met alle mogelijke middelen: je handen, een opgerolde deken, het hoofd tussen de knieën klemmen, … In de Hulpdienst wordt de Stifneck Select® gebruikt. Bepalen van de juiste maat Belangrijk is dat het hoofd van het slachtoffer in een ‘neutrale’ positie wordt gehouden gedurende de hele manipulatie. Dit houdt in dat het hoofd van het slachtoffer in het verlengde van zijn wervelkolom komt te liggen en dat de ooglijn van het slachtoffer ten opzichte van zijn wervelkolom een hoek van 90° beschrijft. Eén hulpverlener zorgt hiervoor. Neem de kledij weg aan de hals of effen ze. De andere hulpverlener bepaalt nu de juiste maat door met de vingers de afstand te meten van de binnenkant van de schouder tot de onderkant van de kin. Deze hulpverlener legt de zo gemeten afstand uit op de zijkant van de kraag en meet zo de afstand tussen de maataanduiding en de harde onderkant van de kraag (het schuimrubber wordt niet meegeteld). De goede maat is de maataanduiding het kortste bij de bovenste vinger (tall, regular, short, noneck).
Interventie - Module 2 - Hfst. 1. Het manipuleren - pagina 5
Interventie - 2011
Vergrendelen en voorvormen Vergrendel beide zijden van de halskraag door de drukknoppen in te drukken. Hou de kraag vast en vorm hem voor. Dit houdt in dat je de kraag voorzichtig in een cilindervorm wordt gebracht zodat hij makkelijker kan worden aangebracht. Aanbrengen bij een zittend slachtoffer De eerste hulpverlener houdt nog steeds het hoofd in neutrale positie. De tweede hulpverlener brengt de kraag eerst ter hoogte van de kin aan door hem van beneden naar boven op de borst te schuiven (naar de kin toe). Zorg dat de kraag de kin goed ondersteunt. Breng de achterzijde van de halskraag naar voren en span de klittenband aan zodat de kraag op zijn plaats blijft zitten en voldoende steun biedt. Zorg dat het hoofd van het slachtoffer en de kraag goed zitten. De kin moet ten minste tot aan het kinstuk komen. Als dat niet het geval is, moet de kraag wat vaster aangespannen worden. Dreigt dit aanspannen de hals van het slachtoffer te rekken, dan moet een kleinere maat gebruikt worden. De eerste hulpverlener houdt het hoofd in neutrale positie tot de tweede hulpverlener het sein geeft dat het hoofd mag worden losgelaten. Beide hulpverleners zorgen ervoor dat hun handen niet tussen de kraag komen te zitten en dat er geen oorringen of haren van het slachtoffer gekneld zitten. Aanbrengen bij een liggend slachtoffer De eerste hulpverlener houdt nog steeds het hoofd in neutrale positie. De tweede hulpverlener brengt de kraag aan. Hij plooit eerst de klittenband om zodat deze niet vuil kan worden. Hij schuift daarna de achterzijde van de halskraag onder het hoofd van het slachtoffer.
De tweede hulpverlener brengt vervolgens het kinstuk van de halskraag tot onder de kin van het slachtoffer. Zorg dat de kraag de kin goed ondersteunt. Span de klittenband aan zodat de kraag op zijn plaats blijft zitten en voldoende steun biedt. Zorg dat het hoofd van het slachtoffer en de kraag goed zitten. De kin moet ten minste tot aan het kinstuk komen. Als dat niet het geval is, moet de kraag wat vaster aangespannen worden. Dreigt dit aanspannen de hals van het slachtoffer te rekken, dan moet een kleinere maat gebruikt worden. De eerste hulpverlener houdt het hoofd in neutrale positie tot de tweede hulpverlener het sein geeft dat het hoofd mag worden losgelaten. Interventie - Module 2 - Hfst. 1. Het manipuleren - pagina 6
Interventie - 2011
Beide hulpverleners zorgen ervoor dat de handen niet tussen de kraag komen te zitten en dat er geen oorringen of haren van het slachtoffer gekneld zitten.
Vacuümspalken Deze techniek staat beschreven in het referentiewerk ‘HELP!’ hoofdstuk ‘Extra technieken’, thema ‘immobilisatie van de ledematen en het lichaam’.
Vacuümmatras Deze techniek staat beschreven in het referentiewerk ‘HELP!’ hoofdstuk ‘Extra technieken’, thema ‘immobilisatie van de ledematen en het lichaam’. Als het slachtoffer met de schepdraagberrie op de vacuümmatras gelegd wordt, wordt het slachtoffer niet vastgemaakt.
Het hoofdstuk HET MANIPULEREN is een uitgave en ontwikkeling van Rode Kruis-Vlaanderen, Hulpdienst. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Interventie - Module 2 - Hfst. 1. Het manipuleren - pagina 7
Interventie - 2011
Hoofdstuk 2 – De draagberrie Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan je: alle standaardmateriaal dat wordt gebruikt bij draagberrievervoer opnoemen; de functie van het standaardmateriaal dat wordt gebruikt bij draagberrievervoer beschrijven; de draagberrie en zijn toebehoren op de juiste wijze gebruiken; een draagberrie op een correcte wijze onderhouden; een draagberrie op een correcte wijze openplooien en dichtvouwen met 2 ploegleden; alleen een draagberrie op een correcte wijze openplooien en dichtvouwen; de draagberrie op een correcte wijze conditioneren; de draagberrie op de juiste manier op de schragen plaatsen. Bijkomende info: Wie mag deze opleiding geven? Instructeur Welke vooropleiding heb je? Instapsessie De module Hulpdienst
Algemeen Toebehoren Een draagberrie conditioneren ALGEMEEN
In de hulpverlening komt het vaak voor dat een slachtoffer (SO) zich niet meer zelfstandig kan voortbewegen. Een aangewezen middel om een slachtoffer comfortabel en medisch verantwoord te vervoeren is een draagberrie. Hulpverleners moeten zich hieromtrent een aantal technieken eigen maken.
In het referentiewerk ‘HELP!’ hoofdstuk ‘een slachtoffer verplaatsen’, thema ‘vervoer met een draagberrie’, vind je de lesinhoud. In dit hoofdstuk worden enkele belangrijke aanvullingen op het referentiewerk ‘HELP !’ gedaan.
Interventie - Module 2 - Hfst. 2. De draagberrie - pagina 1
1 2 3
Interventie - 2011
TOEBEHOREN
Riemen
Deken
Beschermplastic
Statief voor infuus
Om het slachtoffer op de draagberrie vast te maken, worden er minimum 2 regelbare riemen gebruikt.
1 standaarddeken.
Om het slachtoffer en de deken te beschermen tegen regen en stof.
Als je een slachtoffer met een infuus hebt, kan je de fles of het zakje aan een speciaal statief dat op de draagspalken wordt vastgeschroefd, hangen.
Interventie - Module 2 - Hfst. 2. De draagberrie - pagina 2
Interventie - 2011
EEN DRAAGBERRIE CONDITIONEREN
De techniek van conditioneren wordt minder toegepast als vroeger. Ter verduidelijking van de tekst in het referentiewerk ‘HELP !’ tonen we je hier met een paar foto’s de aangeleerde techniek. Plastic en deken diagonaal op de berrie:
Plooien van deken (en plastic):
Vouwen tot worst:
Interventie - Module 2 - Hfst. 2. De draagberrie - pagina 3
Interventie - 2011
Plaats voor toebehoren op omgekeerde draagberrie op schragen:
Algemeen Het verzorgen van een slachtoffer dat op een draagberrie op de grond ligt, is niet praktisch. Daarom worden er schragen gebruikt om de draagberrie op te zetten. De gestandaardiseerde schragen van de Hulpdienst hebben het voordeel dat ze niet enkel dienen om draagberries op te plaatsen, maar samen met het deksel van een standaardkoffer ook een bijzettafeltje kunnen vormen. Het spreekt voor zich dat dit slechts kleine tafeltjes zijn, waarop je niet de volledige inhoud van een standaardkoffer kan uitstallen. Niets belet echter om andere tafels te gebruiken of met behulp van planken of houten borden grotere tafels te improviseren op de standaardschragen.
Gebruik van de schragen Twee nylontouwen of kettinkjes houden de beide dwarsliggers van de schragen vast op een vaste afstand van elkaar. Je maakt deze zo vast dat de dwarsliggers op 35 cm van elkaar staan. Het is belangrijk deze afstand te respecteren. Bij kleinere afstand komt de stabiliteit van de draagberrie in het gedrang; bij grotere afstand komt het slachtoffer met zijn rug op de binnenste dwarsligger terech. Dit is niet alleen pijnlijk en oncomfortabel, maar bij het neerzetten van de draagberrie op de schragen kan het zelfs bijkomende verwondingen veroorzaken; de afstand tussen de dwarsliggers bepaalt ook de hoogte van de schraag. Het is logisch dat schragen van verschillende hoogte problemen opleveren om draagberries op te zetten.
Interventie - Module 2 - Hfst. 2. De draagberrie - pagina 4
Interventie - 2011
Plaatsen van een draagberrie op schragen Vooraleer een draagberrie op schragen te zetten, ga je na of de schragen op de goede afstand van elkaar staan zodat de voetjes van de berrie tussen de schragen passen. Beide schragen staan aan de buitenzijde van de voetjes van de draagberrie; zet de schragen niet verder uit elkaar want dan vermindert de stabiliteit van het geheel en komen bij het neerzetten van de berrie de handen van de drager tussen de schraag en de berrie; om te vermijden dat de schragen door de dragers worden verschoven of omgestoten alvorens de berrie wordt neergezet, plaats je je eerst met de berrie naast de schragen; hef de berrie hoger en stap dan zijwaarts tot de berrie boven de schragen komt; zet daarna de draagberrie neer.
Het hoofdstuk DE DRAAGBERRIE’ is een uitgave en ontwikkeling van Rode Kruis-Vlaanderen, Hulpdienst. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Interventie - Module 2 - Hfst. 2. De draagberrie - pagina 5
Interventie - 2011
Hoofdstuk 3 – Het optillen Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan je: de brugmethode gebruiken om een slachtoffer op de draagberrie te leggen; de zweefmethode gebruiken om een slachtoffer op de draagberrie te leggen; de schepdraagberrie op de juiste en verantwoorde manier gebruiken om een slachtoffer te tillen, vast te maken en te verplaatsen; een slachtoffer op een correcte manier overbrengen van een standaarddraagberrie naar een ziekenwagenberrie en omgekeerd. Bijkomende info: Wie mag deze opleiding geven? Instructeur Welke vooropleiding heb je? Instapsessie De module Hulpdienst
Algemeen Tiltechnieken Een slachtoffer verbedden
ALGEMEEN
Je hebt de draagberrie klaargemaakt voor transport van je slachtoffer. Om je slachtoffer op een medisch verantwoorde wijze op de draagberrie te leggen, zal je een van de volgende optillingstechnieken moeten gebruiken. Deze technieken zijn: Brugmethode Zweefmethode Schepdraagberrie In dit hoofdstuk leren we je ook meer over het overbrengen van een slachtoffer van een draagberrie naar bijvoorbeeld een ziekenwagendraagberrie.
Interventie - Module 2 - Hfst. 3. Het optillen - pagina 1
1 2 4
Interventie - 2011
TILTECHNIEKEN
De brugmethode In het referentiewerk ‘HELP!’ hoofdstuk ‘Een slachtoffer verplaatsen’, thema ‘vervoer met een draagberrie’ staat deze techniek beschreven.
De zweefmethode In het referentiewerk ‘HELP!’ hoofdstuk ‘Een slachtoffer verplaatsen’, thema ‘vervoer met een draagberrie’ staat deze techniek beschreven.
Interventie - Module 2 - Hfst. 3. Het optillen - pagina 2
Interventie - 2011
Schepdraagberrie In het referentiewerk ‘HELP!’ hoofdstuk ‘Een slachtoffer verplaatsen’, thema ‘vervoer met een draagberrie’ staat deze techniek beschreven. Beschrijving: De schepdraagberrie bestaat uit twee halve kaders en zes lepelvormige vlakken. Het geheel is vervaardigd uit aluminium of kunststof. De lengte is aanpasbaar. Bij de schepdraagberrie hoort een set met drie riemen. Indicaties: De schepdraagberrie is in de eerste plaats een optilsysteem en geen vervoermiddel! Het vervoer van slachtoffers op de schepdraagberrie mag slechts uitzonderlijk gebeuren en dan enkel als het om een vervoer van korte duur gaat. De techniek om een schepdraagberrie als vervoermiddel te gebruiken in uitzonderlijke situaties wordt hier verder omschreven. Je maakt je slachtoffer vast door middel van 3 riemen. De eerste riem komt over de borst (ter hoogte van de schoudergordel, boven de tepellijn); de tweede riem komt ter hoogte van het bekken en de derde riem, rond de voeten. Hou wel steeds rekening met de aard en plaats van eventuele verwondingen van een slachtoffer. Verplaats indien nodig de riemen een paar centimeter hoger of lager. Aangezien het hier gaat over het vervoer van een slachtoffer door middel van een schepdraagberrie, zorg je er voor dat beide helften van de schepdraagberrie door middel van de riemen samen worden gehouden (zelfs indien tijdens de evacuatie de schepdraagberrie per ongeluk wordt geopend). Hiervoor ga je als volgt te werk: Hulpverlener A draait een riem rond de draagspalk van de schepdraagberrie, net onder de oksel van het slachtoffer. Hij zorgt hierbij dat het vrouwelijke deel van de sluiting op ongeveer 10 cm van de draagspalk ligt. Hierdoor ontstaat er voldoende ruimte om later de riem aan te spannen. Hulpverlener B tilt de schep op. Denk hierbij aan je eigen rug. Hulpverlener A steekt nu de riem onder de schepdraagberrie door. Hij draait de riem vervolgens rond de draagspalk aan de andere zijde van de schepdraagberrie. De riem wordt ten slotte vastgeklikt en aangespannen. Vervolgens ga je de tweede riem aanbrengen. Deze wordt op dezelfde manier aangebracht als de eerder vernoemde riem maar ter hoogte van het bekken van het slachtoffer.
Interventie - Module 2 - Hfst. 3. Het optillen - pagina 3
Interventie - 2011
De derde riem is nu aan de beurt. Deze komt ter hoogte van het onderbeen en zal de voeten van het slachtoffer ondersteunen indien de schepdraagberrie niet horizontaal blijft. Hulpverlener A draait de riem weer eerst rond de draagspalk van de schepdraagberrie ter hoogte van het onderbeen. Wederom zorgt hij er voor dat het vrouwelijke deel van de sluiting op ongeveer 10 cm van de draagspalk ligt. Hulpverlener B tilt nu de schepdraagberrie aan de voetzijde op. Hulpverlener A steekt de riem onder de schepdraagberrie door en draait hem rond de draagspalk van de schepdraagberrie aan deze zijde. Vervolgens komt de riem met een volledige draai volledig rond de voeten van het slachtoffer te liggen. Je begint deze omslag langs de onderkant van de voeten van het slachtoffer en zorgt dat de riem juist boven de hiel op de voetzool van het slachtoffer komt te liggen. De riem wordt nu (na de volledige draai rond de voeten) weer naar de eerste zijde van de schepdraagberrie gebracht, vastgeklikt en tot slot, aangespannen. Let wel, het is belangrijk dat de riemen goed zijn aangebracht. Anders kunnen ze pijnlijk gaan knellen.
EEN SLACHTOFFER VERBEDDEN
Een slachtoffer overbrengen van een standaarddraagberrie naar een ziekenwagendraagberrie
Plaats de ziekenwagenberrie tegenover de standaarddraagberrie: ofwel evenwijdig, met het hoofdeinde van de ene tegenover het voeteneinde van de andere berrie; ofwel haaks, met het hoofdeinde van de ene aan het voeteneinde van de andere berrie; ofwel in elkaars verlengde, met het hoofdeinde van de ene aan het voeteneinde van de andere berrie; plooi de dekens van de ziekenwagenberrie open en klap de zijsteun, aan de zijde waar het slachtoffer ligt of zal neergelegd worden, naar beneden; de ploegleider neemt plaats aan het hoofd van het slachtoffer, ploeglid 2 neemt plaats ter hoogte van het bekken en ploeglid 3 neemt plaats ter hoogte van de benen van het slachtoffer; de ploegleden aan bekken en benen van het slachtoffer brengen hun voorarmen onder het slachtoffer; bij een bewust slachtoffer brengt de ploegleider de voorarmen onder de schouderbladen van het slachtoffer en vraagt het slachtoffer hem stevig rond de hals vast te nemen;
Interventie - Module 2 - Hfst. 3. Het optillen - pagina 4
Interventie - 2011
bij een bewusteloos slachtoffer, schuift de ploegleider een hand onder de hals en een hand onder de schouderbladen;
op het teken van de ploegleider nemen de ploegleden samen het slachtoffer op, verplaatsen ze zich naar de andere draagberrie en leggen ze het slachtoffer neer.
Deze techniek wordt nooit gebruikt bij slachtoffers met letsels aan hoofd, hals, romp of bekken!
Het hoofdstuk HET OPTILLEN is een uitgave en ontwikkeling van Rode Kruis-Vlaanderen, Hulpdienst. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Interventie - Module 2 - Hfst. 3. Het optillen - pagina 5
Interventie - 2011
Hoofdstuk 4 – Vervoer per draagberrie Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan je: bij het vervoer van een slachtoffer op een draagberrie elke taak van een ploeglid op de juiste manier uitvoeren; uitleggen waarom je op een bepaalde manier handelt; de bevelen bij het vervoer van een slachtoffer uitvoeren; een slachtoffer op de juiste manier op een draagberrie vastmaken, correct optillen en neerzetten; op een verantwoorde en correcte manier in ploeg een hindernis overschrijden als een slachtoffer op een draagberrie vervoerd wordt; op een verantwoorde en correcte manier in ploeg een slachtoffer op een draagberrie vervoeren op een moeilijk terrein. Bijkomende info: Wie mag deze opleiding geven? Instructeur Welke vooropleiding heb je? Instapsessie De module Hulpdienst
Algemeen Het overschrijden van een hindernis Draagberrie op moeilijk terrein ALGEMEEN
Door het slachtoffer per draagberrie te vervoeren, willen we een slachtoffer in de best mogelijke omstandigheden naar de plaats brengen waar het kan worden verzorgd. Iedere handeling mag slechts worden uitgevoerd als je zeker bent dat: de gekozen techniek de juiste is; elk ploeglid zijn taak kent.
Interventie - Module 2 - Hfst. 4. Vervoer per draagberrie - pagina 1
1 5 6
Interventie - 2011
Het vervoer van slachtoffers veronderstelt: dat je slachtoffers kan vervoeren zonder bijkomende verwondingen te veroorzaken; een rationele techniek om onnodige en gevaarlijke handelingen te vermijden, tijd te winnen, ongevallen en vermoeidheid van de dragers te voorkomen; werken in ploegverband; regelmatige training. Een slachtoffer wordt zo weinig mogelijk van de ene berrie op de andere overgebracht. Gedurende de hele evacuatie blijft het op dezelfde draagberrie! Voor het vervoer per draagberrie werken vijf hulpverleners samen: een ploeg van 4 ploegleden, onder leiding van een ploegleider (Pg L). Een ploeg blijft steeds samen. Het benodigde materiaal (draagberrie, hulptas, …) wordt verdeeld over de ploegleden. Er wordt steeds een standaarddraagberrie gebruikt. Bij een oproep begeeft de ploeg zich, voor een efficiënte hulpverlening, ordelijk naar de plaats van interventie. De vier dragende ploegleden hebben geen wegwerphandschoenen aan als het hun grip op de draagberrie verminderd. Ze doen deze enkel aan indien aangewezen. Zie hier ook het hoofdstuk veiligheid. De ploegleider mag wel wegwerphandschoenen dragen als dat noodzakelijk is. Je moet met een aantal algemene aandachtspunten rekening houden. In het referentiewerk „HELP !‟ in het hoofdstuk „Geavanceerde hulpverlening‟, eerste thema „een slachtoffer verplaatsen‟ vind je deze aandachtspunten uitgelegd.
Taak van de ploegleden
Het vervoer moet zacht en zonder schokken gebeuren. Het slachtoffer mag niet voelen dat het wordt vervoerd; het mag geen enkele versnelling of ritmeverandering ondervinden. De bewegingen van de ploegleden moeten dus goed op elkaar zijn afgestemd. De armen fungeren als schokdempers. In geen geval mag je in de pas lopen (cadans); de berrie moet horizontaal blijven; de ploegleden moeten zeer voorzichtig lopen zodat ze een hindernis op tijd zien. Het slachtoffer wordt met de voeten naar voor vervoerd om de volgende redenen: o hoewel de ploeg die het slachtoffer vervoert alle voorzorgsmaatregelen genomen heeft, kan er altijd een ploeglid uitglijden en vallen. De voorste dragers lopen het meeste risico op moeilijk terrein. De draagberrie kan ook tegen een hindernis stoten. Wordt het slachtoffer met de voeten naar voor vervoerd dan is er minder kans op bijkomende verwondingen; o het toezicht op het slachtoffer: de ploegleider staat aan het hoofd van het slachtoffer en houdt het slachtoffer in het oog; o het comfort van het slachtoffer: dan ziet het slachtoffer waar het heen wordt gebracht.
Uitzondering: Wanneer je een helling op- of afgaat, wordt het slachtoffer vervoerd met het hoofd het dichtst bij de grond. Bergop vervoer je een slachtoffer dus steeds met het hoofd vooruit. Mocht de draagberrie toch vallen dan valt het hoofd van het slachtoffer van minder hoog en bestaat er minder kans op bijkomende letsels. Interventie - Module 2 - Hfst. 4. Vervoer per draagberrie - pagina 2
Interventie - 2011
Taak van de ploegleider De draagberrie wordt door 4 personen gedragen. Het vijfde ploeglid is de Pg L die het vervoer coördineert, op het slachtoffer let en oog heeft voor de toestand van het terrein. Hij helpt bij hindernissen en vervangt zo nodig een vermoeide drager. Om de eenheid van handelen te garanderen leidt de Pg L het optillen, het neerleggen op de draagberrie en het vastmaken van het slachtoffer. Elk teken van de Pg L tot een gelijktijdig handelen bestaat uit twee fases: een waarschuwing; het sein tot handelen. Eén uitzondering hierop is het bevel “Halt” dat door elk ploeglid mag worden geroepen en dat een onmiddellijke en bruuske stilstand van de ploeg tot gevolg moet hebben. Het geldt enkel voor een onmiddellijk gevaar (hindernis, put, …). Hieronder vind je de verschillende bevelen bij draagberrievervoer:
De algemene regel is dus: “Om iets te doen… doe het.” Deze manier van bevelen zorgt niet alleen voor een vlot verloop van het draagberrievervoer wanneer we met Rode Kruishulpverleners werken, ze zijn onontbeerlijk indien omstanders worden ingeschakeld die wellicht nog nooit voor een dergelijke taak stonden. Het inschakelen van mensen die geen hulpverlener zijn, kan bij rampsituaties noodzakelijk zijn.
Interventie - Module 2 - Hfst. 4. Vervoer per draagberrie - pagina 3
Interventie - 2011
Optillen en neerzetten Algemeen Je moet altijd, om een gewicht op te tillen of neer te zetten, door de knieën buigen en de wervelkolom zo verticaal mogelijk houden. Een gewicht tillen met gebogen rug en gestrekte benen vergt een vijfmaal grotere inspanning en kan rugletsels veroorzaken. Denk aan het hoofdstuk veiligheid (rughygiëne). Werkwijze o Elk van de 4 ploegleden gaat bij een handvat staan, de gezichten naar elkaar. Vóór het optillen buig je de benen en hou je je rug zo verticaal mogelijk, één knie op de grond en één voet plat op de grond. Je neemt het handvat met twee handen (gestrekte armen) vast. o De Pg L vraagt: “Wie is niet klaar? Om op te heffen…” Bij het bevel: “Hef op!” strek je de benen, je houdt de rug recht en je draait om in de looprichting. o Als de berrie met 2 personen moet worden opgetild, neemt één ploeglid plaats aan het hoofd van het slachtoffer, de andere aan de voeten, het gezicht in de richting van de verplaatsing. De hulpverlener aan het hoofd neemt de leiding. o Het vervoer per draagberrie door drie ploegleden is een combinatie van de bovenste twee mogelijkheden. Twee ploegleden nemen plaats aan het hoofd van het slachtoffer, de derde aan het voeteinde.
Vastmaken van een slachtoffer op de draagberrie Je maakt een slachtoffer vast op een draagberrie met de veiligheidsriemen die bij de berrie horen. Plaats van de riemen: over de borst (boven de tepellijn); over de bovenbenen. Je maakt de riemen nooit vast over een letsel!
Interventie - Module 2 - Hfst. 4. Vervoer per draagberrie - pagina 4
Interventie - 2011
HET OVERSCHRIJDEN VAN EEN HINDERNIS
Een hindernis wordt in principe niet overschreden, je loopt er rond. Deze vuistregel kan echter niet altijd worden toegepast. Voor het overschrijden van een hindernis die je niet kan omzeilen, zoals een muur, een haag, een omheining, een venstergat… ga je als volgt te werk. De ploeg zet de draagberrie neer voor de hindernis met het voeteneinde naar de hindernis toe; de Pg L onderzoekt de hindernis en gaat er als eerste over; op het teken van de Pg L heffen de ploegleden de draagberrie op; de draagberrie wordt doorgeschoven (De ploegleden die het dichtst bij de hindernis staan, blijven staan. De beide andere komen dichterbij.) tot de Pg L de draagberrie kan aannemen; de ploegleden die het verst van de hindernis staan, gaan over de hindernis. Ze zorgen dat ze met beide voeten stevig staan, zo dicht mogelijk tegen de hindernis en nemen de draagberrie vast; de draagberrie wordt verder doorgeschoven (de Pg L verplaatst zich aan het voeteneinde met de draagberrie mee); de laatste twee ploegleden gaan over de hindernis en nemen de draagberrie aan het voeteneinde over van de Pg L; iedereen heeft nu opnieuw zijn oorspronkelijke positie ingenomen.
Interventie - Module 2 - Hfst. 4. Vervoer per draagberrie - pagina 5
Interventie - 2011
DRAAGBERRIE OP MOEILIJK TERREIN
Op een oneffen of moeilijk begaanbaar terrein (kuilen, helling, modder…) verplaatst de ploeg zich niet meer met de draagberrie, maar wordt de berrie van hand tot hand doorgeschoven. Op die manier heb je vaste voet op het terrein. Er moeten ten minste twee ploegen aanwezig zijn, maar bij voorkeur meerdere. De ploegleden staan op twee rijen tegenover elkaar en vormen een keten. De Pg L stelt zich zo op dat hij steeds het toezicht kan houden op het slachtoffer en de berrie en zo nodig aanwijzingen kan geven om de berrie zo stabiel mogelijk door te geven. De ploegleden die de berrie hebben doorgegeven, begeven zich naar voor tot aan het hoofd van de keten. Startsituatie
1ste fase
2de fase
3de fase
4de fase
Als er voldoende ploegen zijn en/of als er meerdere slachtoffers moeten worden vervoerd, kan je de keten langer maken, zodat de ploegleden zich niet zo vaak moeten verplaatsen.
Het hoofdstuk VERVOER PER DRAAGBERRIE is een uitgave en ontwikkeling van Rode Kruis-Vlaanderen, Hulpdienst. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Interventie - Module 2 - Hfst. 4. Vervoer per draagberrie - pagina 6