Interne instructie Arbeidsinspectie
Beeldschermwerk
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag 2.2 Indicatie beeldschermwerk 2.3 Inspectie 2.4 Handhaving 3. ACHTERGRONDINFORMATIE 3.1 Nadere informatie
vastgesteld 10 mei 2001
1. INLEIDING In de Arboregelgeving zijn diverse artikelen opgenomen die specifiek betrekking hebben op beeldschermwerk en de inrichting van de arbeidsplaats daarbij. Deze interne instructie geeft aanwijzingen voor het kunnen vaststellen van mogelijke knelpunten tijdens een inspectie gericht op het werken met beeldschermen. Tevens wordt aangegeven voor welke van deze knelpunten de inspecteur handhavend kan optreden.
2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag Voor de aanpak van problemen op het terrein van beeldschermwerk zijn de volgende artikelen en beleidsregels van belang: Arbeidsomstandighedenwet 1998 inventarisatie en evaluatie van risico’s; opmaken RI&E • artikel 5, lid 1 inventarisatie en evaluatie van risico’s; opmaken PvA • artikel 5, lid 3 voorlichting en onderricht • artikel 8 Arbeidsomstandighedenbesluit afmetingen en luchtvolume van ruimten; bewegingsruimte op de • artikel 3.19 arbeidsplaats inventarisatie en evaluatie (beeldschermwerk) • artikel 5.9 dagindeling van de arbeid (beeldschermwerk) • artikel 5.10 maatregelen met betrekking tot de bescherming van de ogen en • artikel 5.11 het gezichtsvermogen van de werknemers voorschriften voor de inrichting van werkplekken • artikel 5.12 Arbeidsomstandighedenregeling apparatuur en meubilair (beeldschermarbeid) • artikel 5.1 inrichting van de werkplek (beeldschermarbeid) • artikel 5.2 programmatuur (beeldschermarbeid) • artikel 5.3 Beleidsregels Arbowetgeving afmetingen van arbeidsplaatsen in kantoren • beleidsregel 3.19 bescherming van ogen en gezichtsvermogen bij beeldschermwerk • beleidsregel 5.11 beeldschermarbeid; apparatuur en meubilair • beleidsregel 5.1 2.2 Indicatie beeldschermwerk Als iemand gewoonlijk twee uur of langer op een dag aan een PC werkt, verricht hij of zij beeldschermwerk in de zin van de Arbowet 1998. In dat geval kunnen dan tijdens een inspectie mogelijke knelpunten worden vastgesteld met behulp van de volgende vragenlijst.
1
vragenlijst knelpunteninventarisatie beeldschermwerk 1. Is er een pauze (van minimaal 10 minuten) of ander werk mogelijk na 2 uur beeldschermwerk? (naleving van artikel 5.10 Arbobesluit)
2. Is er aandacht besteed aan functie-inhoud en werkdruk? 2.1 Zijn moeilijke en makkelijke beeldschermtaken af te wisselen? 2.2 Kan een werknemer (deels) zelf werktempo, -volgorde en -methode kiezen en het werken 2.3
onder hoge werkdruk of met een hoog werktempo vermijden? Krijgen werknemers voldoende en snel hulp bij technische problemen?
3. Is er voorlichting en onderricht gegeven? (naleving van artikel 8 Arbowet) 3.1 Wordt er voorlichting en instructies gegeven aan de beeldschermwerkers? 3.2 Weten betrokken werknemers wat RSI is en hoe ze dit kunnen voorkomen? 3.3 Zijn de werknemers op de hoogte van de mogelijkheid tot een (P)AGO? 4. Is er aandacht besteed aan beeldscherm en werkplek ergonomie conform beleidsregel 5.1 Arboregeling (naleving van artikel 5.12 Arbobesluit; bij meer dan 5 tekortkomingen is hiervan sprake) 4.1 Is er een stoel aanwezig die voldoet aan NEN 1812; 4.2 Is de hoogte van het werkblad op de kantoorwerkplek tussen de 74 - 76 cm of in hoogte instelbaar; 4.3 Is de hoogte van het werkblad op de grafische werkplek tussen de 62 - 82 cm of in hoogte instelbaar; 4.4 Is de hoogte van het werkblad in de regelkamer tussen de 72 - 76 cm of in hoogte instelbaar; 4.5 Is de vrije voetruimte bij de kantoorwerkplek minimaal 80 cm; 4.6 Is de vrije voetruimte bij de grafische werkplek minimaal 70 cm; 4.7 Is de vrije voetruimte bij de regelkamerwerkplek minimaal 60 cm; 4.8 Is de dikte van het werkblad 5 cm of minder; 4.9 Is de werktafel minimaal 80 cm diep en 120 cm breed; 4.10 Is er, indien nodig, een voetensteun; 4.11 Is er, indien nodig, een documenthouder; 4.12 Is de kijkafstand tot het beeldscherm minimaal 50 cm; 4.13 Zijn de tekens op het beeldscherm goed te lezen; 4.14 Is er voldoende verlichting op de werkplek; 4.15 Is er op het scherm geen hinderlijke reflectie waarneembaar?
5. Is er aandacht voor de werkplekafmeting? (naleving van artikel 3.19 Arbobesluit) 5.1 Voldoen de afmetingen van de werkplek aan de beleidsregel 3.19? 6. Wordt er aandacht besteed aan medische aspecten? (naleving van artikel 5.11 Arbobesluit) 6.1 Worden beeldschermwerkers in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig 6.2
oogonderzoek te ondergaan? Worden er beeldschermbrillen verstrekt indien dit conform beleidsregel 5.11 Arbobesluit noodzakelijk is?
2
Toelichting op de vragenlijst Ad 1. Beeldschermwerk dient na elke twee uur achtereen werken te worden onderbroken door andersoortig werk of een pauze. In de praktijk wordt 10 minuten als ondergrens aangehouden., zoals aangegeven in de memorie van toelichting op artikel 5.10 van het Arbobesluit. Ad 2. Hier worden met name de afwisseling van de taken en de regelmogelijkheden binnen een functie bedoeld. Ad 3. Beeldschermwerkers dienen preventief voorlichting en instructies te krijgen over het werken met beeldschermen, de opstelling en de mogelijke kans op gezondheidsschade. Ad 4.1. Een doelmatige zitgelegenheid is bij beeldschermwerk vereist (bijvoorbeeld met een ‘NEN 1812’stoel). Van belang zijn: • een stervormig onderstel op 5 wielen of glijders • een in hoogte- en diepte verstelbare, gestoffeerde zitting • in hoogte, door de werknemer, verstelbare armsteunen. • (zo nodig) een aangepaste stoel bij handicap, rugklachten of uitzonderlijke lichaamsmaten. • bij een slechte stoel: handhaving op basis van de artikelen 7.4 en 7.5, lid 1, Arbobesluit. Ad 4.2 t/m 4.9. De werktafel draagt bij aan de doelmatige zitgelegenheid (een ontspannen en comfortabele werkhouding): • voldoende beenruimte (minimaal 60 cm breed en 60 cm diep); • voldoende bereikbaarheid van invoermiddelen (toetsenbord, muis e.d.); • gunstige positie van het beeldscherm. Ad 4.10. Bij een werktafel met een vaste hoogte, dient een voetensteun beschikbaar te zijn voor werknemers met relatief korte onderbenen. Het staat de werknemers overigens vrij om er al dan niet gebruik van te maken. Ad 4.11. Een documenthouder dient ervoor een document in de buurt van het scherm te plaatsen, zodat het aantal hoofdbewegingen wordt beperkt. Ad 4.12. De kijkafstand is de afstand van de ogen tot het hart van het beeldscherm. Die bevint zich idealiter recht voor de werknemer en iets onder ooghoogte. Ad 4.13. Het beeldscherm moet donkere tekens kunnen weergeven op een heldere achtergrond.
3
Ad 4.14 en 4.15. Het verlichtingsniveau bij beeldschermwerk moet voldoende zijn, zonder dat het tegelijkertijd hinder veroorzaakt door bijvoorbeeld hinderlijke reflecties. Ad 5. Bij het beoordelen of de afmetingen van de beeldschermwerkplek voldoen aan art. 3.19 Arbobesluit en de beleidsregel 3.19, dient nagegaan te worden wat de taken zijn die op of aan de beeldschermwerkplek worden uitgevoerd. Ad 6.1. Het gaat om een eerstelijns oogonderzoek dat door de Arbo-dienst kan worden verricht. Indien nodig wordt doorverwezen naar een oogarts. Ad 6.2. Een beeldschermbril is een bril die ten minste geschikt is voor een leesafstand van circa 50 tot 70 centimeter, de meest gebruikelijke leesafstanden bij beeldschermwerk. Doorsnee leesbrillen zijn ongeschikt omdat ze op een leesafstand van 30 tot 50 centimeter berekend zijn. 2.3 Inspectie Tijdens een inspectie (actief of reactief) gericht op beeldschermwerk moet de inspecteur: • met behulp van de vragenlijst nagaan in hoeverre op beeldschermwerkplekken overtredingen voorkomen en welke voorzieningen eventueel ontbreken. • in geval van overtredingen vervolgens vaststellen of er in de RI&E en plan van aanpak (PvA) aandacht wordt besteed aan beeldschermwerk. 2.4 Handhaving Voor geconstateerde overtredingen m.b.t. beeldschermwerk wordt als volgt volgens het reguliere handhavingsbeleid opgetreden: • niet of onvoldoende geven van voorlichting en onderricht: een eis op basis van artikel 27 Arbowet, ter naleving van artikel 8 Arbowet. Met redenen omkleed wordt aangegeven waarom onvoldoende voorlichting en onderricht is gegeven en wanneer dit volgens de AI wel voldoende is. • gebrekkige inrichting van beeldschermwerkplekken: een waarschuwing ter naleving van de bepalingen en regels gebaseerd op artikel 5.12 Arbobesluit • onvoldoende werkplekafmetingen: een waarschuwing ter naleving van artikel 3.19 Arbobesluit • onvoldoende aandacht voor de medische aspecten: een waarschuwing ter naleving van artikel 5.11 Arbobesluit en bijbehorende andere bepalingen en regels. Als tevens blijkt dat risico’s van beeldschermwerk niet of onvolledig in de RI&E zijn opgenomen, dan wordt een waarschuwing gegeven ter naleving van artikel 5.9 Arbobesluit.
3. ACHTERGRONDINFORMATIE 3.1 Nadere informatie Nadere informatie over de beeldschermergonomie is te vinden in: 4
Arbo-informatieblad: Arboprof
AI-2 Werken met beeldschermen AI-7 Kantoren. CD-ROM of on-line databank Samsom (1999)
www.rsi.pagina.nl
5