DEEL 1
ONTSPANNEN ZITTEN BIJ BEELDSCHERMWERK
introductie personal computer
| |1980 | | | | 1985 | | | |1990 | | onderzoeken naar principes van zitten
Wetenschappelijke onderzoeksresultaten / Axia® Smart Chair / deel 1 t/m 4 / versie 1.6 / 2013 / DOC-174-NL
1
ONTSPANNEN ZITTEN BIJ BEELDSCHERMWERK Deze serie van vier documenten beschrijft de wetenschappelijke basis en voorgeschiedenis van de Axia Smart Chair. Deel 1 van de serie gaat in op biomechanische aspecten bij zitten. Met hulp van deze inzichten is in 1997 de Axia beeldschermstoel ontwikkeld. Deel 2 geeft inzicht in nut en noodzaak voor het ontwikkelen van een slimme stoel. Deel 3 en 4 tonen, op basis van onafhankelijk TU Delft onderzoek, de werking van de Axia Smart Chair in de praktijk aan. De stoel kan houdingen en bewegingen detecteren en daarover feedback geven aan de gebruiker. Gebruikers van de stoel zijn zich bewuster van hun zithoudingen en gaan beter zitten. Dat is een belangrijke bijdrage aan gezonder werken.
2
NOODZAAK VOOR EEN SLIMME STOEL
3
HERKENNEN VAN HOUDINGEN DOOR DE AXIA SMART CHAIR
4
DE AXIA SMART CHAIR IN DE PRAKTIJK
ontspannen zitten bij beeldschermwerk
ONTSPANNEN ZITTEN BIJ BEELDSCHERMWERK. Het werk op kantoor is continu in beweging. De opkomst van de PC in de jaren 90 heeft gezorgd voor een enorme toename van zittend werk achter een beeldscherm. De verdere ontwikkeling van ICT systemen en techniek heeft het mogelijk gemaakt om onafhankelijk van plaats en tijd te werken. Wat daarbij echter niet is veranderd, is het grote aandeel van zittend werk gedurende de dag. Ondanks het ogenschijnlijk lichte werk is er toch sprake van veel klachten. Met name in rug, nek, schouders en armen, maar ook aan de ogen. (NEA, 2009). Een goed ingerichte werkplek die voldoet aan de laatste ergonomische inzichten is daarom erg belangrijk. De stoel waarop men zit is daarin een essentiële schakel. Waarom zouden we eigenlijk gaan zitten? Er zijn enkele belangrijke voordelen aan een zittende houding. Het zorgt voor de stabiliteit die nodig is bij taken waar precisie en scherp zicht belangrijk zijn. Het kost minder energie dan staan. En het verlaagt de belasting op enkels, knieën en benen. (Chaffin, 2006) ONDERZOEK In de jaren 80 en 90 is op de Technische Universiteit Delft (TUD) en de Erasmus Universiteit Rotterdam (EMC) wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de achterliggende principes van zitten. Om te komen tot een goede ondersteuning die zorgt voor ontspannen zitten, moet worden voldaan aan een aantal biomechanische 1 criteria (Snijders, 1990). Uitgangspunten daarbij zijn: • Een ontspannen zithouding met minimale statische spierbelasting 2 , • Het voorkomen van houdingsverval (bijvoorbeeld onderuitgezakt zitten) • Eenvoudig kunnen wisselen van houding tussen verschillende activiteiten. • Verschillende activiteiten op een juiste manier steunen.
Biomechanica is de studie van de effecten van krachten, uitgeoefend op en in het menselijk lichaam. Statische spierbelasting is het aanhoudend aanspannen van de spieren zonder dat er sprake is van beweging. Doorbloeding is beperkt. Afvalstoffen kunnen zich ophopen. Dit kan discomfort of zelfs pijn geven.
1 2
3
ontspannen zitten bij beeldschermwerk
Resultaten Snijders (1990) beschrijft welke ondersteuning een stoel moet bieden om met een ontspannen rug en nek te kunnen zitten bij beeldschermwerk. De rugsteun ondersteunt de natuurlijke krommingen van de rug. De juiste hoek van de steun in de bovenrug zorgt voor een juiste kijklijn. Een passende ondersteuning in de onderrug op de bekkenrand voorkomt dat men met een bolle rug gaat zitten. Armsteunen dragen het gewicht van hoofd en armen, samen ruim 20% van het lichaamsgewicht. De handen kunnen daardoor ontspannen het toetsenbord en/of de muis bedienen. Op een ergonomische beeldschermwerkplek staan de voeten stabiel op de ondergrond en is het beeldscherm zo geplaatst dat een prettige kijklijn mogelijk is. De samenhang van de genoemde vijf werkvlakken is te zien in figuur 1.1.
77˚
δ
93˚
γ
β
10˚
Figuur 1.1: Vijf vlakken zijn van belang voor een optimale zithouding bij beeldschermwerk. De rugondersteuning bestaat uit de rughoek (δ) die de kijkrichting bepaalt en de bekkenhoek (hier γ genoemd) die door de bekkensteun wordt bereikt. De zitting is achterover gekanteld (hoek β). De hoek tussen rugleuning en zitting is in dit plaatje ongeveer 93 graden en valt perfect in het door Goossens aanbevolen gebied voor het voorkomen van afschuifkrachten (zie ook figuur 1.3).
Een goede rugsteun is dus belangrijk. Door een slecht (ingestelde) hoek tussen rugsteun en zitting kunnen afschuifkrachten ontstaan. Dat geeft discomfort op het zitvlak of het leidt tot houdingsverval. Deze afschuifkrachten kunnen worden voorkomen door de zithoek naar achteren te kantelen. 4
ontspannen zitten bij beeldschermwerk
Fz = Fzwaartekracht Fr = Frug Ft = Ftuberositas (zitbeenderen)
Fz
Fry
Fw = Fwrijving
Fz
Fr
Fry
Frx
Ft
Fr
S
Frx
Fty
Ft
Fw
Fty
Ftx
Fw=Frx
Fw=0
Ftx=Frx
Figuur 1.2: Bewerkt uit Frankel et all (1997). Bij een vlakke zitting (links), moet de kracht Ft, die nodig is voor het evenwicht, worden samengesteld uit Fw en Fty. De kracht Fw zorgt voor afschuiving op het zitvlak. Als de wrijvingskracht niet groot genoeg is (bv. op een gladde zitting) kan iemand gaan glijden over de zitting en dus onderuit zakken. Bij een voldoende gekantelde zitting (rechts), wordt Ft volledig als loodrechte kracht op de zitting tot stand gebracht. Er is dan geen wrijvingskracht op de zitting (Fw is niet nodig). Daardoor is er geen afschuiving op het zitvlak. Voorwaarde voor evenwicht is wel dat de zitting zo gekanteld is, dat de krachten Fr, Fz en Ft snijden in 1 punt (S).
Uit onderzoek van Goossens (1994) blijkt dat het nodig is de zitting meer achterover te kantelen als de rugleuning verder naar achter neigt. Hij pleit voor een vaste hoek van 90 tot 95 graden tussen zithoek en rugleuning omdat de schuifkrachten dan acceptabel blijven bij elke rughoek (Zie figuur 1.3). Om dit te toe te passen in een dynamische stoel, die ondersteuning biedt bij verschillende activiteiten, is een kantelmechanisme in de stoel noodzakelijk.
Zithoek β (graden)
20
Gemeten
Berekend
15
10
5
0 70
72
74
76
78
80
82
84
86
Rughoek δ (graden) Figuur 1.3: Aangepast uit Goossens (1994). Hoeken van de zitting (β) en rugsteun (δ) die tijdens zitten geen afschuifkrachten veroorzaken op de zitting. De lijn vertegenwoordigt de combinaties tussen de hoeken die zijn voorspeld door een biomechanische model. De cirkels met de spreidingsbalken tonen het gemiddelde en 95% betrouwbaarheidsinterval voor de gemeten hoeken bij gezonde proefpersonen. De markering op de lijn komt overeen met de hoeken die in de zithouding van figuur 1.1 gelden.
3
Afschuifkrachten ontstaan als een belasting uitgeoefend wordt evenwijdig aan het oppervlak van de structuur.
5
ontspannen zitten bij beeldschermwerk
Conclusie: De onderzoeken leiden tot een aantal conclusies. 1. Om een ontspannen ondersteuning te bieden tijdens beeldschermwerk moet een stoel voldoen aan de volgende voorwaarden: • Goede rugsteun voor een ontspannen zithouding en juiste kijklijn; • Achterwaarts gekantelde zitting ter voorkoming van afschuifkrachten; • Een vaste hoek tussen rugsteun en zitting van 90-95 graden bij dynamisch zitten; • Stabiele steun voor de armen. 2. Als aan deze punten wordt voldaan, zorgt de stoel er voor dat iemand in een biomechanisch optimale houding kan zitten. Dit noemen we de “basishouding”4 voor beeldschermwerk. 3. Deze basishouding in combinatie met voldoende afwisseling in taken en zithoudingen zorgt voor een optimaal zitcomfort tijdens kantoorwerk. Daarmee wordt de kans op lichamelijk klachten verminderd. In de vervolgdelen van deze reeks wordt beschreven hoe een slimme stoel er voor kan zorgen dat de gebruiker vaker in deze basishouding zit, terwijl er toch voldoende afwisseling is. Referenties: Chaffin, D.B., Andersson, G.B., & Martin, B.J. (2006). Guidelines for Work in Sitting Postures. In Occupational Biomechanics (4th ed., pp 207-226). New Jersey, USA: John Wiley & Sons. Snijders, C.J. (1990). Ontwerp criteria voor meubilair: Vuistregels op basis van biomechanische principes. Rotterdam: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Vakgroep Biomedische Natuurkunde en Technologie. Frankel, V.H., Nordin, M., & Snijders, C.J. (1997). Zitten op stoelen: werkvlakken en houdingsverval. In Biomechanica van het skeletsysteem (Snijders C.J., vertaling, 2e ed.). Lochem: De Tijdstroom. (Oorspronkelijke uitgave 1984). Goossens, R.H.M. (1994). Biomechanics of Body Support. Proefschrift, Delft University of Technology, Delft. TNO (mei 2010). Nationale Enquete Arbeidsomstandigheden 2009: Methodologie en globale resultaten. Verkregen van www.tno.nl/downloads/rapport_nea_20091.pdf.
4
Basishouding: de biomechanisch minst belastende werkhouding
6
DEEL 2
NOODZAAK VOOR EEN SLIMME STOEL
Onderzoeken naar principes van zitten
| | 1995 | | | | 2000 | | | | 2005 | De eertste AXIA® OFFICE
Wetenschappelijke onderzoeksresultaten / Axia® Smart Chair / deel 1 t/m 4 / versie 1.6 / 2013 / DOC-174-NL
1
ONTSPANNEN ZITTEN BIJ BEELDSCHERMWERK
2
NOODZAAK VOOR EEN SLIMME STOEL Deze serie van vier documenten beschrijft de wetenschappelijke basis en voorgeschiedenis van de Axia Smart Chair. Deel 1 van de serie gaat in op biomechanische aspecten bij zitten. Met hulp van deze inzichten is in 1997 de Axia beeldschermstoel ontwikkeld. Deel 2 geeft inzicht in nut en noodzaak voor het ontwikkelen van een slimme stoel. Deel 3 en 4 tonen, op basis van onafhankelijk TU Delft onderzoek, de werking van de Axia Smart Chair in de praktijk aan. De stoel kan houdingen en bewegingen detecteren en daarover feedback geven aan de gebruiker. Gebruikers van de stoel zijn zich bewuster van hun zithoudingen en gaan beter zitten. Dat is een belangrijke bijdrage aan gezonder werken.
3
HERKENNEN VAN HOUDINGEN DOOR DE AXIA SMART CHAIR
4
DE AXIA SMART CHAIR IN DE PRAKTIJK
noodzaak voor een slimme stoel
NOODZAAK VOOR EEN SLIMME STOEL In deel 1 van de serie zijn de belangrijkste kenmerken van een goede kantoorstoel uitgelegd. Helaas is een goede stoel nog geen garantie voor goed zitten. Het blijkt dat de kantoorwerkers vaak geen goed beeld hebben van de eigen zithoudingen bij verschillende taken (Nederlof, 2002). Ook vinden ze het vaak lastig om hun kantoorstoel goed te gebruiken. Zo werd aangetoond in een studie (Vink, 2007) dat 69% van de gebruikers nooit zijn stoel instelt. Instructie en training zijn noodzakelijk. Dat zorgt voor meer comfort en een grotere effectiviteit op de werkplek (Robertson, 2009). Naast instructies die gebruikers beter in staat stellen goed te zitten,is gezocht naar een oplossing in de stoel zelf. Een kantoorstoel die op een slimme manier de gebruiker kan helpen. Dit deel toont aan waarom een slimme stoel nodig is en beschrijft de eerste stappen in de ontwikkeling van de Axia Smart Chair. Onderzoek In de periode 2004– 2007 is er wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het nut, de noodzaak en de haalbaarheid van een “slimme stoel”. Dit onderzoek is uitgevoerd door TNO in samenwerking met Achmea, Essent en BMA Ergonomics. Onderzoeken vonden plaats zowel in het laboratorium als in de praktijk. Als eerste is onderzocht wat de gevolgen zijn van de verschillende houdingen die men kan onderscheiden tijdens het zitten. Van deze houdingen is vastgesteld welke mate van discomfort1 optreedt als men ze langere tijd aanneemt. Daarnaast zijn de effecten van deze houdingen en van bewegen op productiviteit onderzocht (Commissaris, 2006; Bronkhorst, 2007). TNO heeft in een apart projectdeel onderzoek gedaan naar het gebruik van tactoren (trillers) als vorm van terugkoppeling (feedback) die geschikt kan zijn om de gebruiker te bewegen tot beter zitgedrag (Bronkhorst, 2007). Het onderzoek naar feedback met een tactiel signaal behoorde niet tot de directe project-uitkomsten. BMA heeft het principe later op eigen inzicht toegepast in de verdere ontwikkeling van de Axia Smart Chair.2
1 Discomfort is hier een fysieke ervaring uitgedrukt in dimensies zoals direct vs. later, lokaal vs. algemeen, objectief vs. subjectief. Comfort is de afwezigheid van discomfort, maar wordt ook bepaald door andere ervaringen zoals esthetiek, geur, verwachting. (Vink, 2004) 2 Er zijn door BMA experimenten gedaan met trilmotoren in de zitting van de kantoorstoel. Deze geven trillingen die de gebruiker kan voelen (tactiel signaal).
9
noodzaak voor een slimme stoel
Resultaten Bij de onderzoeken van TNO uit 2007 is gebruik gemaakt van de zogenaamde “LEO”-lijst (Lokaal Ervaren Ongemak, Grinten en Smit, 1992, zie figuur 2.1). Als iemand regelmatig en langdurig waarden boven de 2 aangeeft is dat een indicatie voor toekomstige klachten in het lichaamsgebied waar die klachten gerapporteerd worden (Hamberg, 2008). Schaal 10 = uitermate veel last (bijna maximaal) 9= 8= 7 = zeer veel last 6= 5 = veel last 4 = tamelijk veel last 3 = nogal wat last 2 = enige last 1 = zeer weinig last 0,5 = uitermate weinig last (net waarneembaar) 0 = geen enkele last
E C
D
B
A
A:
bovenbenen
A
B:
rug
C:
linkerschouder
D:
rechterschouder
E:
nek
Figuur 2.1: Voor het vaststellen van discomfort is de LEO (Lokaal Ervaren Ongemak) lijst gebruikt: deelnemers geven voor verschillende lichaamsregio’s de mate van discomfort op een schaal aan.
Een groot aantal proefpersonen heeft gewerkt in verschillende vooraf opgelegde houdingen. Daarbij hebben ze elke 5 minuten aangegeven hoeveel lichamelijk ongemak ervaren werd. Figuur 2.2 toont de werkhoudingen die werden opgelegd.
Figuur 2.2: Een 4-tal proefpersonen in opgelegde houdingen. Van links naar rechts: ergonomisch optimale houding (basishouding), puntje van de stoel, gierennek, asymmetrisch.
10
noodzaak voor een slimme stoel
Uit deze onderzoeken is gebleken dat ongunstige zithoudingen (zoals bv de gierennek-houding) sneller leiden tot discomfort dan gunstige zithoudingen. In figuur 2.3 is de mate van discomfort zichtbaar per lichaamsregio voor verschillende werkhoudingen . Bij de ongunstige houdingen is er gemiddeld al na 10 minuten sprake van LEO-scores boven de 2. Bij een goed ondersteunde houding ligt dat rond de 25 minuten.
Figuur 2.3 Gemiddelde duur voor het optreden van discomfort boven de waarde 2 op de LEO-lijst bij verschillende gunstige en ongunstige zithoudingen.
Bij veldonderzoeken in het E-seat project (Bronkhorst, 2007) bleek het zitten in de houdingen gierennek, asymmetrisch of midden op de stoel, meer discomfort te geven dan de houdingen optimaal, vrij statisch en vrij dynamisch3. Bij een telefooncentrale taak blijkt het dynamische gebruik van de stoel het meest gunstig. (zie figuur 2.4).
Figuur 2.4 Dosis ongemak per zithouding, weergegeven ten opzichte van de optimale (TNO) houding (= 100%). De verschillende kleuren geven het aandeel van elke regio aan (n=10). 3 Optimaal is de zithouding volgens ergonomische richtlijnen. In de vrije houdingen mocht men wel bewegen op de stoel. Vrij statisch betekent dat de stoel zelf niet kan bewegen. Vrij dynamisch betekent dat de stoel in de beweegstand staat.
11
noodzaak voor een slimme stoel
Met betrekking tot variatie tijdens het werk is aangetoond dat regelmatig bewegen zorgt voor minder discomfort (Commissaris e.a., 2006). Overmatig bewegen zorgt echter voor een lagere productiviteit (Commissaris e.a. 2006). Daarin is het dus zoeken naar een goede middenweg. Onderzoek naar tactiele feedback bij piloten (van Erp, 2005) heeft het idee versterkt dat dit principe in een slimme kantoorstoel toe te passen is. BMA heeft het idee vervolgens naar eigen inzicht toegepast in een aantal prototypes tijdens de ontwikkeling van de Axia Smart Chair (zie deel 3 en 4 van deze reeks). In onderzoek met gebruikers heeft BMA vastgesteld dat men terugkoppeling met trillers minder indringend vindt dan een visueel signaal (bv via het beeldscherm) of een auditief signaal (geluid). Conclusies Op basis van de onderzoeken kan een aantal conclusies getrokken worden: 1. Het is mogelijk duidelijk onderscheid te maken tussen de effecten van gunstige en ongunstige houdingen. Gunstige houdingen geven minder discomfort en dragen bij aan een goede productiviteit. 2. Langdurig in ongunstige houdingen werken moet worden voorkomen. Als richtlijn kan een maximum van 10 tot 15 minuten worden aangehouden 3. Ook gunstige houdingen moeten niet te lang achtereen worden ingenomen. Als richtlijn kan men 20 tot 30 minuten aanhouden. 4. Regelmatige variatie in lichaamshoudingen is dus belangrijk, maar teveel variatie zorgt voor een lagere productiviteit. 5. Kantoorwerkers zijn slecht in staat om het eigen zitgedrag in te schatten. 6. Voor het beïnvloeden van gedrag is tactiele feedback heel geschikt. Referenties: TNO (2007,november). Bouwstenen voor de ontwikkeling van een E-Seat: Praktijkonderzoek bij Essent en Achmea, resultaten van onderzoek naar de effecten van zithouding op werkprestatie en lichamelijk ongemak (TNO rapport: R071076/031-11304). Hoofddorp: Bronkhorst, R.E., ea. TNO (2006, januari). Een wetenschappelijke onderbouwing voor een E-seat (TNO rapport: 018-40407.01.02). Hoofddorp: Commissaris, D., ea.
|
Hamberg-van Reenen, H. (2008). Physical capacity and work related musculoskeletal symptoms. Proefschrift, Vrije Universiteit, Amsterdam. Nederlof, E.A.L., Goossens, R.H.M., & Molenbroek, J.F.M. (2002). Ergonomische interventie op de individuele kantoorstoel. Afstudeerrapport, Technische Universiteit Delft, Delft. Robertson, M.M., ea. (2009). The Effects of an Office Ergonomics Training and Chair Intervention on Worker Knowledge, Behavior, and Musculoskeletal Risk. Applied Ergonomics, Vol. 40 (1), 124-135, 2009. Vink, P. (Ed.) (2004). Comfort and Design; Principles and Good Practice. Boca Raton, Florida, USA: CRC Press. Vink, P., Porca-Seder, R., Page de Poso, A., & Krause, F. (2007, October). Office chairs are often not adjusted by end-users. Proceedings of the Human Factors and Ergonomics Society (HFES), 51st Annual Meeting, Baltimore, USA.
12
DEEL 3
HERKENNEN VAN HOUDINGEN DOOR DE AXIA SMART CHAIR
Live
1Hr
Live
INTRODUCTIE AXIA® SMART CHAIR
| | |2010 | | | | 2015 | | | | 2020
Wetenschappelijke onderzoeksresultaten / Axia® Smart Chair / deel 1 t/m 4 / versie 1.6 / 2013 / DOC-174-NL
1
ONTSPANNEN ZITTEN BIJ BEELDSCHERMWERK
2
NOODZAAK VOOR EEN SLIMME STOEL
3
HERKENNEN VAN HOUDINGEN DOOR DE AXIA SMART CHAIR Deze serie van vier documenten beschrijft de wetenschappelijke basis en voorgeschiedenis van de Axia Smart Chair. Deel 1 van de serie gaat in op biomechanische aspecten bij zitten. Met hulp van deze inzichten is in 1997 de Axia beeldschermstoel ontwikkeld. Deel 2 geeft inzicht in nut en noodzaak voor het ontwikkelen van een slimme stoel. Deel 3 en 4 tonen, op basis van onafhankelijk TU Delft onderzoek, de werking van de Axia Smart Chair in de praktijk aan. De stoel kan houdingen en bewegingen detecteren en daarover feedback geven aan de gebruiker. Gebruikers van de stoel zijn zich bewuster van hun zithoudingen en gaan beter zitten. Dat is een belangrijke bijdrage aan gezonder werken.
4
DE AXIA SMART CHAIR IN DE PRAKTIJK
herkennen van houdingen door de axia® smart chair
HERKEnnen van HOUDINGEN door de AXIA SMART CHAIR In deel 1 van deze serie is de biomechanische basis van het zitten beschreven en onderbouwd. Dit resulteerde in een aantal kenmerken waaraan een bureaustoel moet voldoen. Vervolgens is in deel 2 ingegaan op het gedrag van de gebruiker. Er is duidelijk verschil aangetoond in de effecten van gunstige houdingen ten opzichte van een aantal ongunstige houdingen. Het blijkt zinvol te corrigeren op ongunstige houdingen voor beter comfort en voor betere prestaties. In het onderzoek is ook geconcludeerd dat het zitgedrag van mensen goed is bij te sturen met een tactiele feedback. Deze wetenschappelijke conclusies zijn de basis geweest voor de ontwikkeling van de Axia Smart Chair. Die stoel kan zithoudingen meten en feedback geven bij slecht zitgedrag. Het belangrijkste doel hiervan is de gebruiker bewuster te maken van zijn zitgedrag, waardoor hij gezonder kan werken. Het is noodzakelijk dat het meetsysteem de zithoudingen correct weergeeft. De kwaliteit van het systeem is onafhankelijk onderzocht. Onderzoek In 2011 is er op de Technische Universiteit Delft (TUD) (Netten & Goossens, 2011) een onderzoek gedaan naar de validiteit1 en betrouwbaarheid van de Axia Smart Chair. De centrale vraag daarbij was: Kan de Axia Smart Chair de gunstige basishouding onderscheiden van de ongunstige houdingen? Dit onderzoek is uitgevoerd met een aantal prototypes van de Axia Smart Chair. In totaal 10 gezonde proefpersonen hebben in een kantoorsetting 1 uur houdingen opgelegd gekregen en 1 uur hun eigen werk gedaan. De werkzaamheden zijn vastgelegd op video (zie figuur 3.1) Om de validiteit van de houdingbepaling van de Smart Chair te bepalen, wordt de uitspraak van het Smart Chair systeem vergeleken met de werkelijke houding die de proefpersonen, op aangeven van de onderzoekers, aannemen. De resultaten van deze test, uitgedrukt in sensitiviteit2 en specificiteit3, geven de mate van validiteit van Smart Chair weer (Vandenbroucke, 1999).
Figuur 3.1 Opstelling meting Proefpersonen De validiteit of geldigheid van een test is de mate waarin de test meet wat hij zou moeten meten. Sensitiviteit = Het percentage van de observaties dat de in werkelijkheid aangenomen basishouding ook als basishouding herkent wordt door de Smart Chair 3 Specificiteit = Het percentage van de observaties dat de in werkelijkheid aangenomen ongunstige houding ook als ongunstige houding herkent wordt door de Smart Chair. Deze termen worden toegepast in o.a. de medische wetenschap bij diagnostische testen om de validiteit van een diagnostische test te bepalen. 1 2
15
herkennen van houdingen door de axia® smart chair
A
B
C
D
E
F
G
H
Figuur 3.2 houdingen die de Axia Smart Chair onderscheidt: A=Niet zitten, B=Basishouding, C=Links, D=Rechts, E=Slecht contact met onderrug, F=Slecht contact met bovenrug, G=Puntje van de stoel, H= Onderuitgezakt.
Resultaten De resultaten van het onderzoek zijn samengevat in figuur 3.3. Hierin is te zien dat de Smart Chair in 91% van de observaties de basishouding herkent, terwijl deze ook door de proefpersoon wordt ingenomen. In 93% van de observaties herkent de Smart Chair correct de afwijkende houdingen. Verkeerde classificaties die worden gemaakt, kunnen voor een groot deel worden verklaard door de grensgebieden tussen verschillende houdingen.
Basis houding Ongunstige houding
Smart Chair
Figuur 3.3 Validiteit van de Axia Smart Chair. Mate van overeenstemming in testresultaten geeft een sensitiviteit van 91% en een specificiteit van 93%
Werkelijkheid Basis houding
Ongunstige houding
91% 93% 16
herkennen van houdingen door de axia® smart chair
Typische zitdata Een impressie van de meetgegevens van een proefpersoon die 1 uur werkt in vrije houdingen is te zien in figuur 3.4. Hier is goed te zien dat een gebruiker regelmatig wisselt van houding. Zithoudingen zoals gezien door de Smart Chair (per minuut)
Basishouding Puntje van de stoel Slecht contact bovenrug Slecht contact onderrug Rechts Links Onderuit Niet zitten 10
20
30
40
50
60
Tijd (minuten) Figuur 3.4 Houdingen die zijn waargenomen door de Smart Chair (gemiddeld per minuut)
Conclusies Op basis van dit onderzoek kan een aantal conclusies getrokken worden: 1. De Axia Smart Chair kan zeer goed de basishouding onderscheiden van afwijkende houdingen. De validiteit en betrouwbaarheid zijn hoog. 2. De Axia Smart Chair is daarnaast in staat gebleken goed inzicht te geven in het totale zitgedrag van de gebruiker. Hierdoor kan het systeem worden ingezet om de gebruiker bewuster te maken hoe deze beter kan zitten. Referenties Vandenbroucke, J.P., Hofman A. (1999). Grondslagen der Epidemiologie (6e druk). Maarssen: Elsevier/Bunge. Netten, M.P., & Goossens, R.H.M. (2011) Validatie Kalibratieprocedure Smart Chair – Lab/ Office tests. Delft: Delft University of Technology, Industrial Design.
17
DEEL 4
DE AXIA SMART CHAIR in de praktijk
| | | | 2025 | | | |2030 | | | |
Wetenschappelijke onderzoeksresultaten / Axia® Smart Chair / deel 1 t/m 4 / versie 1.6 / 2013 / DOC-174-NL
1
ONTSPANNEN ZITTEN BIJ BEELDSCHERMWERK
2
NOODZAAK VOOR EEN SLIMME STOEL
3
HERKENNEN VAN HOUDINGEN DOOR DE AXIA SMART CHAIR
4
DE AXIA SMART CHAIR IN DE PRAKTIJK Deze serie van vier documenten beschrijft de wetenschappelijke basis en voorgeschiedenis van de Axia Smart Chair. Deel 1 van de serie gaat in op biomechanische aspecten bij zitten. Met hulp van deze inzichten is in 1997 de Axia beeldschermstoel ontwikkeld. Deel 2 geeft inzicht in nut en noodzaak voor het ontwikkelen van een slimme stoel. Deel 3 en 4 tonen, op basis van onafhankelijk TU Delft onderzoek, de werking van de Axia Smart Chair in de praktijk aan. De stoel kan houdingen en bewegingen detecteren en daarover feedback geven aan de gebruiker. Gebruikers van de stoel zijn zich bewuster van hun zithoudingen en gaan beter zitten. Dat is een belangrijke bijdrage aan gezonder werken.
axia® smart chair in de praktijk
DEEL 4 AXIA SMART CHAIR IN DE PRAKTIJK In het eerste deel van deze serie is de biomechanische basis van het zitten beschreven en onderbouwd. TNO onderzoek liet zien dat het belangrijk is de gewenste basishouding voor beeldschermwerk te kunnen onderscheiden van ongunstige houdingen. Slecht zitgedrag leidt tot lichamelijk ongemak en verminderde prestaties (zie deel 2). De uitkomsten van deze studie zijn door BMA gebruikt om de Axia Smart Chair te ontwikkelen, die houdingen kan herkennen en feedback kan geven. Testen hebben uitgewezen dat de Axia Smart Chair goed is in het herkennen en onderscheiden van houdingen (deel 3) Onderzoek Doel van het onderzoek beschreven in dit deel (Netten & Goossens, 2011) is het toetsen in de praktijk of het geven van feedback op de zithouding leidt tot beter zitgedrag. Daarbij is de referentiehouding als maat genomen voor het zitgedrag. De onderzoeksvraag was: Is er een effect op de tijd dat een proefpersoon in de ‘basishouding’ zit bij het gebruik van de Axia Smart Chair en blijft dit effect bestaan gedurende langere tijd? In deze veldstudie hebben 41 proefpersonen 8 weken lang hun dagelijkse werkzaamheden uitgevoerd op een Axia Smart Chair, terwijl die hun houdingen heeft vastgelegd. Na 2 controleweken is een zitinstructie gegeven aan iedereen (Interventie 1, figuur 4.1). Groep A kreeg direct de slimme functionaliteiten (trilsignaal + label), terwijl groep B dit pas 3 weken later kreeg (interventie 2, figuur 4.1). Veldonderzoek onderzoeksperiode ( 8 weken )
A B
controleweken
Smart Chair
2 weken
6 weken
controleweken
zitinstructie
Smart Chair
2 weken
3 weken
3 weken
interventie 1
interventie 2
Figuur 4.1 Opzet veldstudie met twee onderzoeksgroepen, in totaal 8 weken met twee interventies.
De Axia Smart Chair heeft gedurende de 8 weken de aangenomen houdingen gemeten. Om de verbetering van het zitgedrag te bepalen is gekeken naar het aandeel van de tijd dat de gebruiker in de basishouding zit. Daarnaast is het directe effect van feedback bepaald.
21
axia® smart chair in de praktijk
INDIVIDUELE Resultaten Figuur 4.2 geeft een dataset weer van een proefpersoon uit het onderzoek. Hierin is te zien dat de proefpersoon goed reageert op de zitinstructie en introductie van de Axia Smart Chair na twee controleweken. Dit effect blijft vervolgens bestaan. Zitten op het puntje van de stoel is nagenoeg geëlimineerd. Deze gebruiker gebruikt de rugsteun bovendien steeds beter.
Interventie: Zitinstructie + Smart Chair
Verhouding tussen aangenomen houdingen, genormaliseerd tot 100%
Gemeten verdeling van zithoudingen per onderzoeksweek
2 controleweken
onderzoeksweken
6 testweken
Figuur 4.2 Zitprofiel van één gebruiker uit het gebruiksonderzoek: Door de Axia smart chair geobserveerde houdingen zijn Opgeteld en gesorteerd per onderzoeksweek.
Resultaten OP GROEPSNIVEAU Het resultaat op groepsniveau is weergegeven in figuur 4.3. Na de twee controleweken zit groep A (die alleen de zitinstructie kreeg) gemiddeld bijna twee keer zo lang in de basishouding. Groep B (die naast de zitinstructie ook een Smart Chair kreeg met label en feedback) zit bijna tweeënhalf keer zo lang in de basishouding. Als groep A vervolgens ook de Smart Chair met label en feedback krijgt, neemt deze groep gemiddeld nog vaker de basishouding aan. In basishouding op groepsniveau gedurende het onderzoek
300% Gemeten effect Smart Chair: Relatieve verbetering
Basishouding Puntje van de stoel Slecht rugcontact Rechts Links Onderuit Niet zitten
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Groep A n=17
Groep B n=24
200%
100%
0% 2 controleweken
3 testweken
3 testweken
Figuur 4.3 Resultaten veldstudie per onderzoeksgroep verdeeld over de onderzoeksperioden.
22
axia® smart chair in de praktijk
Directe invloed van Feedback Figuur 4.4 toont de resultaten van de directe invloed van feedbackop de zithoudingen van de proefpersonen uit de Smart Chair groep (B). Er is gekeken 5 minuten voor en 5 minuten na het trilsignaal. Als de proefpersoon meer in de basishouding gaat zitten na het signaal, komt het punt boven de zwarte lijn uit. Het is duidelijk dat vrijwel alle proefpersonen gemiddeld genomen meer in de basishouding gaan zitten. Statistische test op de data laat zien dat de verbetering significant is (van der Doelen, 2011). Vergelijking VOOR - NA Feedback (totaal gemiddelde per proefpersoon)
30%
r
ee
d on
m
eu
st
er
25%
n
te
zit
eu
st
r de
nd
n
ro
e nd
zit
i
m
% Tijd in basishouding NA Feedback
n
te
nd
20%
15%
10%
5%
0% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
% Tijd in basishouding VOOR Feedback
Figuur 4.4 Effect van tactiele feedback op zitgedrag van gebruikers. Percentage van de zittijd in de basishouding 5 minuten voor en na het trilsignaal (gemiddelde waarden van alle 24 proefpersonen). Alle punten boven de lijn geven een verbetering an zithouding aan.
Ervaringen van gebruikers Naast de metingen is er ook kwalitatief onderzoek gedaan naar de acceptatie van de Axia Smart Chair. Dit is gebeurd door het stellen van vragen aan alle deelnemers. Het algemene beeld dat hieruit naar voren komt, is dat gebruikers positief zijn over de Axia Smart Chair die ze gebruikt hebben. De uitleg bij de zitinstructie is volgens de gebruikers goed (gemiddelde score 6,1 op een 7-puntschaal). De feedback (trilsignaal) wordt door niemand als storend ervaren en de frequentie van feedback wordt door vrijwel iedereen gewaardeerd. Een groot deel gaf aan de Axia Smart Chair graag langer te willen gebruiken (Netten & Goossens, 2010 & 2011).
23
axia® smart chair in de praktijk
Conclusies De hier beschreven veldtest bevestigt de resultaten van eerdere pilotstudies. Op basis van dit onderzoek kan een aantal conclusies getrokken worden: 1. De Axia Smart Chair zorgt voor een aantoonbare verbetering van het zitgedrag 2. De tactiele feedback heeft direct effect. De gebruiker gaat beter zitten. 3. De acceptatie van de stoel is prima. Ook het gebruik van een tril-signaal wordt goed geaccepteerd. Deze studie toont aan dat de Axia Smart Chair ook in de praktijk een goed aanvulling kan zijn voor het gezonder werken in een kantooromgeving. Door hen directe feedback te geven gaan gebruikers aantoonbaar beter zitten en gaan ze fitter de dag door. Referenties Netten, M.P., & Goossens, R.H.M. (2010). Onderzoek naar de Smart Chair van BMA Ergonomics. Delft: Delft University of Technology, fac. Industrieel Ontwerpen, sectie Applied Ergonomics and Design. Netten, M.P., & Goossens, R.H.M. (2011). Gebruiksonderzoek 2.0 naar de Smart Chair. Delft: Delft University of Technology, fac. Industrieel Ontwerpen, sectie Applied Ergonomics and Design. Van der Doelen, L. H. M., Netten, M. P., & Goossens, R. H. M. (2011, 18-21 September). Tactile feedback to influence sitting behavior during office work. Proceedings of NES 2011 Wellbeing and Innovation Through Ergonomics, Oulu, Finland. Goossens, R. H. M., Netten, M. P., & van der Doelen, L. H. M. (2012). An office chair to influence the sitting behavior of office workers. Work: A Journal of Prevention, Assessment and Rehabilitation, 41(Supplement 1/2012), 2086-2088.
24