P r even ti e e n w e tg e v i n g
Focus op beeldschermwerk 2012/1 actualisatie februari 2016
Inhoud 1 Wettelijk kader................................................................................................................................................................................................................................................................... 5 1.1 Referentie................................................................................................................................................................................................................................................................... 5 1.2 Historiek...................................................................................................................................................................................................................................................................... 1.2.1 Omzendbrief............................................................................................................................................................................................................................................. 1.2.2 Richtlijn Werken met beeldschermapparatuur............................................................................................................................................................ 1.2.3 Het KB Beeldschermwerk............................................................................................................................................................................................................... 1.2.4 Wijziging......................................................................................................................................................................................................................................................
5 5 5 6 6
2 Krachtlijnen.......................................................................................................................................................................................................................................................................... 7 2.1 Definities en toepassingsgebied............................................................................................................................................................................................................... 7 2.1.1 Wat wordt niet beschouwd als een beeldschermwerkpost................................................................................................................................ 7 2.1.2 Wat is een beeldscherm/beeldschermwerkpost.......................................................................................................................................................... 7 2.2 Verplichtingen......................................................................................................................................................................................................................................................... 7 2.2.1 Risico's analyseren.............................................................................................................................................................................................................................. 8 2.2.2 Preventiemaatregelen nemen...................................................................................................................................................................................................... 9 2.2.3 Opleiding en informatie............................................................................................................................................................................................................... 13 2.2.4 Gezondheidstoezicht organisere........................................................................................................................................................................................... 13 3 Bijkomende informatie............................................................................................................................................................................................................................................ 15 3.1 Literatuurreferenties....................................................................................................................................................................................................................................... 15 3.2 Interessante websites..................................................................................................................................................................................................................................... 15
Focus op beeldschermwerk
3
1 Wettelijk kader 1.1 Referentie De belangrijkste bepalingen inzake het werken met beeldschermen zijn terug te vinden in het KB van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur (BS van 7 september 1993). (KB Beeldschermwerk). Deze bepalingen zijn ondergebracht in Titel VI Arbeidsmiddelen van de Codex welzijn op het werk, m.n. in hoofdstuk 2 Specifieke bepalingen, afdeling 1 Beeldschermen.
1.2 Historiek De bepalingen over het werken met beeldschermen uit 1993 werden nieuw ingevoerd in de Codex welzijn op het werk. Voorheen bevatte de wetgeving over welzijn op het werk hierover geen bepalingen. Dat heeft te maken met het feit dat het werken met beeldschermen een relatief recente problematiek is. De beeldschermen deden hun intrede in het kantoorwerk in de 2de helft van de jaren 80 maar zijn daar sindsdien niet meer weg te denken. Het KB Beeldschermwerk werd wel voorafgegaan door een omzendbrief uit 1989.
1.2.1 Omzendbrief De omzendbrief betreffende het werken met beeldschermen, het eerste document dat beschikbaar was over dit thema, dateert van 14 februari 1989. De bedoeling was arbeidsgeneesheren, diensthoofden Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de werkplaats (de huidige diensten voor preventie en bescherming op het werk) en de leden van de comités Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de werkplaats (de huidige comités voor preventie, bescherming en welzijn op het werk) een leidraad te bieden voor het werken met beeldschermen. De omzendbrief bevatte onder meer een aantal ergonomische criteria voor het scherm, het meubilair en de arbeidsomgeving. Daarnaast kwamen ook het belang van een goede arbeidsorganisatie voor beeldschermwerk, een eventueel geneeskundig onderzoek, en de taken van het diensthoofd VGV (de huidige preventieadviseur) en de comitéleden aan bod.
1.2.2 Richtlijn Werken met beeldschermapparatuur De kaderrichtlijn 89/391/EEG van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB van 29 juni 1989) legt de basisprincipes vast inzake veiligheid en gezondheid op het werk. Om uitvoering te geven aan deze kaderrichtlijn zijn een aantal bijzondere richtlijnen verschenen die de verschillende aspecten van veiligheid en gezondheid op het werk behandelen zoals arbeidsmiddelen, arbeidsplaatsen, beeldschermwerk, chemische en biologische risico's, persoonlijke bescherming, ... Richtlijn 90/270/EEG van 29 mei 1990 minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (PB 21 juni 1990) is de vijfde bijzondere richtlijn gebaseerd op de kaderrichtlijn 89/391/EEG. De omschrijving die de richtlijn geeft aan beeldschermwerk is vrij ruim en wordt bij de omzetting van de richtlijn door de Belgische wetgever overgenomen. De bepalingen behelzen niet enkel het beeldscherm zelf maar ook de volledige beeldschermwerkpost met alle randapparatuur, meubilair en de onmiddellijke omgeving worden beoogd. Volgens de richtlijn moet de werkgever een analyse maken van de werkplekken en op basis daarvan passende maatregelen nemen. De werknemers moeten de nodige informatie krijgen en ook een medisch onderzoek is voorzien. De bijlagen bevatten minimumvoorschriften voor de gebruikte apparatuur, voor de omgeving en voor de interface computer-mens. De richtlijn voorziet dat alle nieuwe beeldschermwerkposten, d.w.z. deze die in gebruik werden genomen na 31 december 1992, aan de minimumvoorschriften voldoen. Voor de bestaande beeldschermwerkposten was er een overgangsperiode van vier jaar. Focus op beeldschermwerk
5
1.2.3 Het KB Beeldschermwerk Het KB van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur gebaseerd op de Europese richtlijn 90/270/ EEG, verscheen op 7 september 1993 in het Belgisch Staatsblad. Het KB handelt enkel over het gebruik van beeldschermen op de werkplek. Het op de markt brengen van beeldschermapparatuur is geregeld door (economische) regelgeving. In dit verband kan onder meer verwezen worden naar het KB Op de markt brengen van elektrisch materieel (23 maart 1977, BS van 31 maart 1977) dat bepaalt welke veiligheidsgaranties bepaalde elektrische machines, apparaten en leidingen moeten bieden en naar het KB Elektromagnetische compatibiliteit (28 februari 2007, BS van 14 maart 2007). Het KB Beeldschermwerk volgt de teksten van de Europese richtlijn. Het KB maakt deel uit van de Codex welzijn op het werk en vormt afdeling 1 Beeldschermen, hoofdstuk 2 Specifieke bepalingen van Titel VI Arbeidsmiddelen. Net zoals de richtlijn voorziet ook het KB Beeldschermwerk in een overgangstermijn voor oudere beeldschermwerkposten. De termijn vanuit de richtlijn wordt daarbij overgenomen. Werkgevers hadden tot 31 december 1996 de tijd om oudere beeldschermwerkposten in regel te stellen met de minimumvoorschriften. Tabel 1 - Structuur en inhoud van het KB Beeldschermwerk (Codex, titel VI, hfst 2, afdeling 1) Artikel 1-2 3 4 5 6 7 bijlage
Inhoud Toepassingsgebied Definitie Risicoanalyse – preventiemaatregelen Informatie en opleiding Overgangsmaatregelen voor oudere beeldschermwerkposten Gezondheidstoezicht Minimumvoorschriften
1.2.4 Wijziging Het KB van 24 april 2014, verschenen in het Staatsblad van 23 mei 2014, voerde aanpassingen door aan een aantal bepalingen van het KB beeldschermwerk. De bepalingen in verband met de risicoanalyse en de preventiemaatregelen, beschreven in artikel 4 van het KB beeldschermwerk, zijn aangepast en vervangen door een nieuwe tekst. De gezondheidsbeoordeling van de beeldschermwerknemers moet niet langer systematisch gebeuren. Deze bepalingen zijn in werking getreden op 1 januari 2016.
6
Focus op beeldschermwerk
2 Krachtlijnen Het KB Beeldscherm verplicht de werkgever om alle nodige maatregelen te nemen om de werknemers te beschermen. De keuze van de preventiemaatregelen berust op een risicoanalyse.
2.1 Definities en toepassingsgebied 2.1.1 Wat wordt niet beschouwd als een beeldschermwerkpost Zijn geen beeldschermwerkposten: 1. bestuurdersplaatsen op voertuigen of machines, bv. besturingssystemen, displays op machines; 2. computersystemen in transportmiddelen (vaartuigen, luchtvaartuigen); 3. computersystemen bestemd voor gebruik door het publiek, bv. geldautomaten; 4. draagbare systemen, indien zij niet permanent gebruikt worden op de werkpost; 5. rekenmachines, kassa’s voorzien van een klein beeldscherm dat nodig is voor het onmiddellijke gebruik van die apparatuur, bv. winkelkassa’s, zakagenda’s, ...; 6. conventionele schrijfmachines met leesvenster. KB Beeldschermwerk, art. 2
2.1.2 Wat is een beeldscherm/beeldschermwerkpost Een beeldscherm is een alfanumeriek of grafisch scherm, ongeacht het gebruikte afbeeldingsprocedé. Een beeldschermwerkpost is het geheel dat bestaat uit beeldschermapparatuur, in voorkomend geval voorzien van een toetsenbord of voorziening voor gegevensinvoer of de interface mens/machine bepalende programmatuur, facultatieve accessoires, nevenapparatuur met inbegrip van de schijveneenheid, een telefoon, een modem, een printer, een documenthouder, een stoel, en een werktafel of werkvlak, alsmede de onmiddellijke werkomgeving. KB Beeldschermwerk, art. 3 Door de invulling die het KB Beeldschermwerk geeft aan "beeldschermen" en aan "beeldschermwerkpost", is het toepassingsgebied zeer ruim. Dat betekent dat ook beeldschermwerk in een productieomgeving en draagbare computers (zie kader 1) onder de regelgeving vallen. Kader 1 – Een laptop (draagbare computer) is een beeldschermwerkpost - als de werknemer gewoonlijk en gedurende een aanzienlijk deel van zijn normale werktijd gebruikmaakt van de laptop; - als de laptop integraal deel uitmaakt van de werkpost: zonder zou de werknemer zijn dagdagelijkse taken niet op een efficiënte manier kunnen uitvoeren; - indien de laptop op een vaste werkpost wordt geïnstalleerd (of bij de werknemer thuis als het gaat om een telewerker) en in de plaats van een gescheiden systeem van beeldschermapparatuur gebruikt wordt.
2.2 Verplichtingen Het KB Beeldschermwerk legt verschillende verplichtingen op aan de werkgever: - risico’s analyseren (2.2.1) - preventiemaatregelen nemen (2.2.2) - werknemers informeren en opleiden (2.2.3) - gezondheidstoezicht organiseren (2.2.4). Focus op beeldschermwerk
7
2.2.1 Risico's analyseren De uitvoering van een risicoanalyse is de belangrijkste verplichting. De werkgever moet een analyse van de beeldschermwerkposten uitvoeren om risico’s die voortvloeien uit het werken met een beeldscherm te evalueren. KB Beeldschermwerk, art. 4 De analyse kadert in de algemene preventieopdracht van het dynamisch risicobeheersingssysteem (Codex, titel I, hoofdstuk 3, Algemene principes betreffende het welzijnsbeleid, art. 3-8). De analyse moet verplicht uitgevoerd worden om de vijf jaar, zowel op het niveau van een groep van beeldschermwerkposten als op het niveau van het individu. Deze risicoanalyse betreft zowel de apparatuur, de programmatuur (interface mens/computer), als de omgevingsvoorwaarden zoals lawaai en verlichting. In een bijlage aan het KB staan minimumvoorschriften (gebruiksvoorwaarden) met betrekking tot apparatuur, omgeving en interface mens-computer. Deze kunnen dienen als leidraad bij de risicoanalyse (zie kader 4). De risicoanalyse start met een inventaris van de beeldschermwerkposten. Deze inventaris kan gebeuren in functie van de plaats (gebouw per gebouw, lokaal per lokaal, bureau per bureau, …), in functie van een groep (dienst per dienst, groep per groep, functie per functie, …) of volgens andere criteria. Het is de bedoeling dat dit op een systematische manier gebeurt. Beeldschermwerkposten kunnen zich ook buiten de kantoorruimten bevinden. Het toepassingsgebied van het KB Beeldschermwerk is immers zeer ruim. Ook beeldschermwerkplekken in magazijnen, in de productie, in winkels, ... vergen een analyse. Denk ook aan nieuwe arbeidsvormen zoals telewerk, mobiele werkers, landschapskantoren. Bij het maken van de risicoanalyse voor beeldschermwerk is het belangrijk om alle aspecten onder de loep te nemen en aandacht te hebben voor de wisselwerking tussen de verschillende factoren. Aspecten zoals het klimaat in de werkruimte, het werkvlak, de organisatie van de taken, enz. hebben een impact op de gezondheid (mentaal, musculoskeletaal, ogen) en dus ook op de werknemers en op de wijze waarop deze functioneren. Figuur 1 geeft een visuele voorstelling van een dergelijke systeembenadering. Figuur 1 - Systeembenadering werken aan beeldschermen
Bron: BAuA, Bildschirmarbeit in der Produktion. Sicher, gesund und produktiv gestalten!, 2011 8
Focus op beeldschermwerk
Deze analyse kan indien nodig aangevuld worden met een bevraging van de werknemers (of een ander instrument) dat peilt naar de werkomstandigheden en/of eventuele gezondheidsproblemen gerelateerd aan het werken met een beeldscherm. Deze bevraging wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de arbeidsgeneesheer. De collectieve resultaten van de bevraging worden door de arbeidsgeneesheer overgemaakt aan de werkgever. De werkgever legt de resultaten ook voor aan het Comité PBW binnen de 2 maanden. Indien uit de resultaten van deze bevraging blijkt dat er mogelijk problemen voor de gezondheid zijn, dan kan een aangepaste gezondheidsbeoordeling volgen (zie 2.2.4).
2.2.2 Preventiemaatregelen nemen Op grond van deze analyse neemt de werkgever maatregelen om de vastgestelde risico’s te voorkomen. Allereerst moet getracht worden de vastgestelde risico's zoveel mogelijk te elimineren. Net zoals voor de risicoanalyse zijn ook hier de minimumvoorschriften uit de bijlage van het KB een belangrijke leidraad. Tenslotte moeten alle beeldschermwerkposten voldoen aan deze eisen. Organisatorische maatregelen Om de risicofactoren die te maken hebben met beeldschermwerk te beheersen, zijn organisatorische maatregelen erg belangrijk. De wetgever heeft dit benadrukt door expliciet een bepaling op te nemen die verwijst naar de organisatie van de dagelijkse werktijd. Deze bepaling zegt dat het aan de werkgever is om de maatregelen vast te stellen die nodig zijn om de activiteit van de werknemer zodanig te organiseren dat de dagelijkse werktijd met een beeldscherm op gezette tijden wordt onderbroken door rustpauzes of andersoortige activiteiten, waardoor de belasting van het werken met een beeldscherm wordt verlicht. KB Beeldschermwerk, art. 4 De werkgever neemt, op basis van de resultaten van de analyse, de passende maatregelen om de vastgestelde risico’s te voorkomen of te verhelpen, rekening houdend met de samenvoeging of de combinatie van de gevolgen ervan. Hij stelt de maatregelen vast om de belasting van het werken met een beeldscherm te verlichten (onderbreking door rustpauzes of andersoortige activiteiten). Om de symptomen van visuele belasting en fysieke vermoeidheid tegen te gaan, kan de activiteit van de werknemer zo georganiseerd worden dat het beeldschermwerk regelmatig onderbroken wordt. Deze onderbreking kan bestaan uit ander werk. Secretariaatswerk houdt bijvoorbeeld reeds een reeks andere activiteiten in zoals telefoneren, archiveren, kopiëren, ... Indien geen andere taken voorhanden zijn, moet het beeldschermwerk onderbroken worden door pauzes. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn voor activiteiten die een permanente gegevensinvoer vereisen. Noch de duur van de maximumbeeldschermtijd noch die van de pauzes is vastgelegd, maar ze moeten zodanig zijn dat de belasting bij beeldschermwerk voor de werknemer wordt verlicht en er geen visuele vermoeidheid optreedt. Ook de aard van de pauzes is niet bepaald in de wetgeving. Pauzes zijn belangrijk om de mentale inspanning te onderbreken en om spieren en pezen de kans te geven te herstellen van continue statische inspanningen. Dat betekent daarom niet dat een pauze gelijk staat met "rustperiode". Pauze betekent in deze context ook het werk afwisselen met een andere taak of bewegingsoefeningen achter het scherm. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen micropauzes (korte pauzes aan de werkplek zelf) en macropauzes waarbij de werknemer gestimuleerd wordt recht te staan en wat rond te bewegen om de statische inspanning te doorbreken (zie kader 2).
Focus op beeldschermwerk
9
Kader 2 - Pauzes als organisatorische maatregel in het kader van beeldschermwerk Door pauzes gaat de normale bloedcirculatie naar de spieren zich herstellen, de niet-actieve spieren tijdens het werk worden geactiveerd en de langdurig statisch actieve spieren tijdens het werk kunnen zich ontspannen. - De pauzes hebben niet alleen een gunstig effect op de fysieke belasting maar ook op de mentale belasting. - Korte, maar frequente pauzes zijn doeltreffender dan een lange, occasionele pauze. - De pauzes moeten ingevuld worden met een verandering van activiteit of ontspanningsoefeningen. - Pauzes mogen niet beschouwd worden als enige zaligmakende oplossingen; ze hebben enkel een effect indien ook de beeldschermwerkpost en de taken aangepast zijn. Praktische aanbevelingen: - elk uur een pauze van 5 minuten; - om de 2 uur een pauze van een kwartier; - wachttijden waarbij men nog naar het scherm kijkt, zijn geen pauze; - aanbevolen activiteiten tijdens een pauze: rechtstaan, wandelen, iets drinken, mentaal ontspannen door te praten of te denken aan andere zaken dan het werk; - enkele stretch- en/of bewegingsoefeningen inlassen. Bron: Sobane, beeldschermwerk Technische maatregelen De bijlage van het KB bevat de minimumvoorschriften (gebruiksvoorwaarden) met betrekking tot de apparatuur, de omgeving en de interface computer/mens (zie kader 4). Er moet rekening gehouden worden met deze minimumvoorschriften voor zover de betrokken onderdelen op de werkpost voorhanden zijn en de intrinsieke eisen of kenmerken van de taken dit niet beletten. Zo zullen bijvoorbeeld heel wat eisen betreffende apparatuur niet van toepassing zijn op controlekamers. Denken we maar aan de bepaling betreffende de kantelbaarheid van een beeldscherm of de bepaling dat beeldscherm en toetsenbord geen geheel mogen vormen. Vermits het minimumeisen betreft, zijn alternatieve oplossingen die een gelijkwaardige of betere bescherming van de veiligheid en de gezondheid garanderen, toegelaten. De richtlijn en het KB dateren uit het begin van de jaren '90. Sindsdien heeft vooral de apparatuur grondige wijzigingen doorgemaakt. De technologie voor de schermen is met name een heel stuk verbeterd waardoor de resolutie er een stuk op vooruit is gegaan. De minimumvoorschriften zijn echter gebaseerd op basisprincipes van de ergonomie en die blijven van toepassing. Het gebruik van 'nieuwe' apparatuur zoals de tablet of laptop computer is hiervan een goed voorbeeld. Deze types van computer raken algemeen ingeburgerd, ook op de werkplek. Om de risico's te beheersen die gepaard gaan bij het gebruik van deze computers, zijn preventiemaatregelen gebaseerd op de minimumvoorschriften uit het KB noodzakelijk. Kader 3 - Basisprincipes voor de opstelling van een beeldscherm - Zet het beeldscherm recht voor jou zodat je het hoofd niet moet draaien. - Zorg voor een oog-schermafstand van 50 à 70 cm. - Zet je scherm zodanig dat het midden zich ongeveer 15 tot 20° onder de horizontale kijklijn bevindt. - De ruimte achter je scherm is bij voorkeur 2 meter diep. - Zorg dat er geen zonlicht in het scherm kan weerkaatsen. Vermijd reflecties door het scherm loodrecht op het raam te plaatsen of gebruik zonnewering. Over beeldschermen en beeldschermwerkposten zijn heel wat normen voorhanden. Deze normen bieden een houvast om de minimumvoorschriften uit het KB te interpreteren en in te vullen. Vooral de ISO-normen reeks 9241 biedt een uitgebreide reeks aan normen die eisen opsommen voor de verschillende onderdelen van de apparatuur, de presentatie van de informatie en de omgeving. Meer informatie over deze normenreeks in kader 5. 10
Focus op beeldschermwerk
Kader 4 - Minimumvoorschriften uit het KB Beeldschermwerk Apparatuur Beeldscherm - De tekens op het beeldscherm moeten voldoende scherp, duidelijk van vorm en voldoende groot zijn, met voldoende afstand tussen de tekens en de regels. - Het beeld op het scherm moet stabiel zijn, zonder flikkering of andere vormen van onstabiliteit. - De luminantie van en/of het contrast tussen de tekens en de achtergrond moeten/moet door de gebruiker van beeldschermterminals gemakkelijk kunnen worden bijgesteld en gemakkelijk aan de omgevingsomstandigheden kunnen worden aangepast. - Het beeldscherm moet vrij en gemakkelijk verstelbaar en kantelbaar zijn om aan de behoeften van de gebruiker te kunnen worden aangepast. Er kan van een afzonderlijke voet voor het beeldscherm of van een instelbare tafel gebruik worden gemaakt. - Het beeldscherm moet vrij zijn van glans en spiegelingen die de gebruiker kunnen hinderen. Toetsenbord - Het toetsenbord moet hellend kunnen worden geplaatst en mag geen geheel vormen met het beeldscherm, ten einde voor de gebruiker een comfortabele houding mogelijk te maken die geen vermoeidheid in armen of handen veroorzaakt. - Er moet vóór het toetsenbord voldoende ruimte zijn om steun te bieden voor handen en armen van de gebruiker. - Het toetsenbord moet een mat oppervlak hebben om reflecties te voorkomen. De indeling van het toetsenbord en de vorm van de toetsen moeten zodanig zijn dat het gebruik van het toetsenbord wordt vergemakkelijkt. De symbolen op de toetsen moeten voldoende contrastrijk en vanuit de normale werkhouding voldoende leesbaar zijn. Werktafel of werkvlak - De werktafel of het werkvlak moet een reflectiearm oppervlak hebben, voldoende groot zijn en een flexibele opstelling van beeldscherm, toetsenbord, documenten en accessoires mogelijk maken. - De documentenhouder moet stabiel en regelbaar zijn en zodanig zijn geplaatst dat oncomfortabele hoofd- en oogbewegingen tot een minimum worden beperkt. - Er moet voldoende ruimte zijn om een comfortabele houding mogelijk te maken. Stoel - De werkstoel moet stabiel zijn, de gebruiker bewegingsvrijheid geven en hem een comfortabele werkhouding verschaffen. De zitting moet in de hoogte verstelbaar zijn. De hoogte en de hellingshoek van de rugleuning moeten verstelbaar zijn. Desgewenst moet een voetensteun worden aangebracht.
Omgeving Ruimte - De werkpost moet, wat afmetingen en inrichting betreft, voldoende plaats bieden om veranderingen van houding en werkbewegingen mogelijk te maken. Verlichting - De algemene en/of gerichte verlichting (werklampen) moeten zorgen voor voldoende verlichting en een passend contrast tussen beeldscherm en omgeving, rekening houdende met de aard van het werk en de visuele behoeften van de gebruiker. - Mogelijke verblinding en hinderlijke reflecties op het scherm of op alle andere apparaten moeten vermeden worden door de inrichting van de ruimten en de werkposten te coördineren met de situering en de technische kenmerken van de kunstmatige lichtbronnen.
Focus op beeldschermwerk
11
Verblinding of reflecties - De werkpost moet zo worden ingericht dat lichtbronnen zoals ramen en andere openingen, doorzichtige of doorschijnende wanden, alsmede helgekleurde apparaten en wanden, geen directe verblinding en geen hinderlijke reflecties op het beeldscherm veroorzaken. - De ramen moeten zijn uitgerust met een passende instelbare helderheidswering om de intensiteit van het licht dat op de werkpost valt, te verminderen. Geluid - Bij de inrichting van de werkpost moet rekening worden gehouden met het geluid dat wordt voortgebracht door de bij de werkpost(en) behorende apparatuur, teneinde vooral verstoring van de aandacht en van het gesproken woord te voorkomen. Warmte - De tot de werkpost(en) behorende apparatuur mag geen voor de werknemers hinderlijke warmte veroorzaken. Straling - Alle straling, met uitzondering van het zichtbare deel van het elektromagnetisch spectrum, moet worden verminderd tot uit het oogpunt van de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers verwaarloosbare niveaus. Vochtigheid - Er moet een toereikende vochtigheidsgraad worden gecreëerd en gehandhaafd. Programmatuur - De programmatuur moet zijn aangepast aan de te verrichten taak. - De programmatuur moet gemakkelijk kunnen worden gebruikt en moet in voorkomend geval kunnen worden aangepast aan het kennis- en ervaringsniveau van de gebruiker; er mag zonder medeweten van de werknemers geen gebruik worden gemaakt van een kwantitatief of kwalitatief controlemechanisme. - De systemen moeten de werknemers gegevens verschaffen over de werking ervan. - De systemen moeten de informatie visualiseren in een vorm en een tempo die zijn aangepast aan de operateurs. - In het bijzonder bij de verwerking van informatie door de mens moeten de beginselen van de ergonomie worden toegepast.
Kader 5 - ISO normenreeks 9241 De internationale norm ISO 9241 omvat eisen voor de ergonomie van beeldschermwerk. De norm is overgenomen door het CEN (European Committee for Standardization): EN ISO 9241. Oorspronkelijk beperkte de norm zich specifiek tot beeldschermwerk (Ergonomic requirements for office work with visual display terminals (VDTs) ). Ondertussen wordt de norm herwerkt onder een ruimere benaming m.n. Ergonomics of human-system interaction. Bovendien wordt de oorspronkelijke indeling omgezet naar een hiërarchische nummering onderverdeeld in een aantal reeksen m.n. 100 series: Software ergonomics 200 series: Human system interaction processes 300 series: Displays and display related hardware 400 series: Physical input devices - ergonomics principles *500 series: Workplace ergonomics *600 series: Environment ergonomics *700 series: Application domains - Control rooms 900 series: Tactile and haptic interactions. De hiërarchische nummering laat toe om de normen verder in te delen en logisch aan elkaar te verbinden. Een nummer op een honderdtal is een meer algemene norm dan een norm op een tiental. Een norm met een nummer dat niet eindigt op een 0, is dan het laagste niveau.
12
Focus op beeldschermwerk
Bijvoorbeeld: 9241-400: Principles and requirements for physical input devices 9241-410: Design criteria for physical input devices 9241-411: Evaluation methods for the design of physical input devices Een aantal delen van de oorspronkelijke norm zijn nog steeds geldig en bevatten specifiek eisen voor kantoorarbeid met beeldschermen. - Deel 1 Algemene inleiding: Dit deel introduceert de meerdere delen van de norm voor de ergonomische eisen voor het gebruik van beeldschermen bij kantoorarbeid. - Deel 5 Eisen voor de werkplek en de lichaamshouding: Deze norm geeft ergonomische principes voor gebruikerseisen, ontwerp en inkoop van werkplekapparatuur voor kantoortaken waarbij beeldschermen worden gebruikt. Er is algemene informatie over lichaamshoudingen, tafel- en bureaubladen, bureaustoelen en inrichting van de werkruimte. - Deel 6 Eisen aan de omgeving: Dit deel bevat basisprincipes van het ergonomische ontwerp van de werkomgeving en de werkplek, rekening houdend met de verlichting, effecten van geluid en mechanische trillingen, elektrische en magnetische velden en statische elektriciteit. * benaming onder voorbehoud; er zijn nog geen normen in deze reeks.
2.2.3 Opleiding en informatie Vóór de tewerkstelling aan een beeldschermwerkpost en ook wanneer de organisatie ervan ingrijpend wijzigt, moet de werknemer een opleiding krijgen over het gebruik. De werknemers moeten ook informatie krijgen over de veiligheid en de gezondheid met betrekking tot de beeldschermwerkpost, meer bepaald: - de maatregelen die genomen zijn in uitvoering van de evaluatie van de beeldschermwerkpost; - informatie betreffende het gezondheidstoezicht.
2.2.4 Gezondheidstoezicht organiseren Beeldschermwerkers zijn niet automatisch onderworpen aan het gezondheidstoezicht. Wie? Niet alle beeldschermwerkers zijn onderworpen aan het gezondheidstoezicht. Twee voorwaarden moeten gelijktijdig vervuld zijn, nl. - werknemers die “gewoonlijk en gedurende een aanzienlijk deel van de normale werktijd gebruikmaken van beeldschermapparatuur”. Uit de risicoanalyse moet blijken welke werknemers dit precies zijn. - werknemers waarbij op basis van de bevraging vastgesteld is dat er mogelijke gezondheidsproblemen zijn. Deze bevraging kan indien nodig, georganiseerd worden in het kader van de risicoanalyse (zie 2.2.1). Wat? Indien de voorwaarden van het gezondheidstoezicht vervuld zijn, dan stelt de arbeidsgeneesheer een aangepaste gezondheidsbeoordeling voor. Deze gezondheidsbeoordeling gebeurt op basis van de bepalingen van het KB Gezondheidstoezicht van 28 mei 2003, BS van 16 juni 2003. De mogelijkheden van de werknemer tot een spontane gezondheidsbeoordeling blijven uiteraard behouden. KB Beeldschermwerk, art. 7 Een beeldschermbril? Indien uit het oogonderzoek blijkt dat de werknemer een speciaal correctiemiddel nodig heeft, dat uitsluitend met het werk Focus op beeldschermwerk
13
verband houdt (een beeldschermbril dus), dan moet de werkgever de kosten van zo’n beeldschermbril op zich nemen. De beeldschermwerker komt hier enkel voor in aanmerking wanneer zijn of haar huidige bril niet voldoet. Het is dus een aangepaste bril, die speciaal afgesteld is op de afstand tussen de ogen en het beeldscherm. Bij voorkeur is dit een monofocale bril, geschikt voor de afstand tot het scherm, die toelaat om zowel het scherm te lezen als documenten. Soms kan een bifocale bril (afgesteld op zowel de lees- als de schermafstand) aangewezen zijn. Hoewel het speciale correctiemiddel (de beeldschermbril) aangekocht wordt door de werkgever en ter beschikking gesteld wordt van de werknemer, wordt het niet beschouwd als een persoonlijk beschermingsmiddel. Beeldschermwerk staat immers niet in de lijst van activiteiten en arbeidsomstandigheden waarvoor het ter beschikking stellen van PBM noodzakelijk is (Codex, Titel VII, Hoofdstuk II, Bijlage II). De bril moet dus beschouwd worden als eigendom van de werkgever, wat betekent dat de werkgever kan beslissen dat de werknemer de bril niet mag meenemen naar huis.
14
Focus op beeldschermwerk
3 Bijkomende informatie Wie meer wil weten over dit onderwerp, vindt in onderstaande referenties verwijzingen naar artikelen die verschillende aspecten van de problematiek belichten. Het lijstje met websites biedt een overzicht van sites waar u terecht kan voor praktische ondersteuning.
3.1 Literatuurreferenties - Wetgeving in de praktijk, Beeldschermen, Prevent - Beeldschermen, Sobane reeks, Federale Overheidsdienst voor Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - De Beeldschermbril, de kleine lettertjes, PreventActua, nr. 14, 2010 - Beeldschermwerk in een productie-omgeving, PreventFocus, nr. 1, 2012 - Beeldschermwerk anno 2016, PreventActua nr. 5, 2016
3.2 Interessante websites - Op de website van het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk (Bilbao) is een webfeature gewijd aan musculoskeletale aandoeningen. Ook de risico's van beeldschermwerk m.b.t. musculoskeletale aandoeningen komen hierbij aan bod. https://osha.europa.eu/en/themes/musculoskeletal-disorders
Focus op beeldschermwerk
15
Focus op beeldschermwerk is een gezamenlijke uitgave van:
en
Kolonel Begaultlaan 1A/51, B-3012 Leuven T +32 16 910 910 • F +32 16 910 901 www.prevent.be • E
[email protected] Industrielaan 5, B-8501 Heule T +32 56 36 32 00 • F +32 56 35 60 96 www.innipublishers.com • E
[email protected]
© Copyright Prevent -