INTERNATIONAAL ERFRECHT
Nalatenschap over de grenzen Dit gedeelte van de site gaat over het erfrecht in internationaal verband. De belangrijkste regels van het hiermee samenhangende Haags Erfrechtverdrag 1989 worden in dit onderdeel uiteengezet. Van bijzonder belang is de regeling van de rechtskeuze. Deze informatie is met name bestemd voor buitenlanders die in Nederland wonen en voor Nederlanders die in het buitenland wonen maar wel bezittingen in Nederland hebben. Ook voor degene die in Nederland woont en bezittingen in het buitenland heeft is het raadzaam om zich met betrekking tot de vererving van zijn nalatenschap te laten adviseren door de (kandidaat-)notaris.
ERFRECHT IN NEDERLAND EN IN HET BUITENLAND Nederlands erfrecht Het erfrecht komt aan de orde bij uw overlijden. Degene die is overleden wordt de erflater genoemd. Alle bezittingen en schulden die de erflater heeft (de nalatenschap), gaan over op zijn of haar erfgenamen. U kunt zelf in een testament afwijken van het wettelijk erfrecht. Wanneer u geen testament heeft gemaakt, wijst de wet uw erfgenamen aan. De wet verdeelt in het laatste geval de mogelijke erfgenamen in vier groepen. Erfgenamen volgens de wet zijn altijd bloedverwanten. Ook de echtgenoot en de geregistreerd partner zijn erfgenamen volgens de wet, hoewel zij geen bloedverwanten zijn. Pas als in één groep geen erfgenaam aanwezig is, komen personen uit de daaropvolgende groep als erfgenaam in aanmerking. Niet-bloedverwanten, zoals zwagers, schoonzusters, schoonouders, schoonzoons of schoondochters kunnen nooit erfgenaam volgens de wet zijn. Echtgenoten en geregistreerde partners zijn wel erfgenaam volgens de wet. Zij behoren tot de eerste groep. N.B.: partners die samenwonen, ook al hebben zij een notariële samenlevingsovereenkomst, zijn geen geregistreerd partners zoals hiervoor bedoeld en zijn dus niet elkaars erfgenamen volgens de wet. Zij moeten een testament maken om elkaar tot erfgenaam te benoemen. Op 1 januari 2003 is het erfrecht in Nederland ingrijpend veranderd. Zo is onder meer de positie van de achterblijvende echtgenoot (of geregistreerd partner) aanzienlijk verbeterd, doordat deze automatisch de enige gerechtigde wordt tot de nalatenschap. De kinderen krijgen een vordering in geld ter grootte van hun erfdeel, die pas opeisbaar is bij het overlijden van de echtgenoot/ geregistreerd partner. Dit wordt de wettelijke verdeling genoemd. Iedereen die zestien jaar en ouder is, kan van de wettelijke regels van erfrecht afwijken door een testament te maken. Op die manier is het mogelijk de partner met wie u samenwoont, uw schoonkinderen, vrienden, een stichting met een goed doel, of wie u maar wilt tot erfgenaam te benoemen. U kunt verder bijvoorbeeld uw echtgenoot of geregistreerde partner door middel van een testament een groter gedeelte van uw nalatenschap nalaten dan het gedeelte dat hij/zij op grond van het wettelijk erfrecht zou krijgen.
De wet geeft bepaalde erfgenamen het recht op tenminste een vast bedrag uit de nalatenschap. Dit noemt men de legitieme portie. Uw kinderen hebben recht op zo’n legitieme portie, en als zij zouden zijn overleden, uw kleinkinderen. Zij worden legitimarissen genoemd. Uw echtgenoot, uw geregistreerde partner of de partner met wie u niet geregistreerd samenwoont heeft geen recht op zo’n legitieme portie. Als u legitimarissen heeft en u zou uw legitimarissen bij testament onterven, kunnen zij na uw overlijden aanspraak maken op een bedrag in geld. Dit bedrag hoeft niet in alle gevallen direct te worden uitgekeerd. Als zij in uw testament berusten, erven uw legitimarissen niets. Afgezien van een enkele uitzondering worden testamenten in Nederland gemaakt ten overstaan van een notaris. Het wijzigen van een testament is op ieder moment mogelijk door het maken van een nieuw testament. Elke wijziging of herroeping van een bestaand testament moet ook door de notaris worden geregeld. Het verscheuren van een afschrift van een bestaand testament heeft geen betekenis. Het testament blijft gewoon geldig. Een erfgenaam is iemand die de hele erfenis of een aandeel in de erfenis krijgt en daardoor gerechtigd is in alle bezittingen maar ook aansprakelijk is voor de schulden die deel uitmaken van de nalatenschap. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor een erflater een bepaald goed of een vastgestelde som geld aan iemand na te laten. Dit noemt men een legaat. De erfgenamen moeten het legaat aan de gerechtigde afgeven.
Buitenlands erfrecht Ieder land heeft zijn eigen regels van erfrecht. Vaak verschillen deze van de Nederlandse regels. In andere landen heeft de langstlevende echtgeno(o)t(e) soms een legitieme portie. Er zijn ook landen waarvan het erfrecht geen legitieme portie kent, zelfs niet voor de kinderen. Volgens het recht van zo'n land is iedereen vrij te bepalen wie zijn erfgenaam is. Kinderen kunnen dus worden onterfd volgens dat recht. In alle landen bestaan er wettelijke bepalingen voor het geval er geen testament is gemaakt. Die wettelijke bepalingen wijken meestal af van de Nederlandse wettelijke bepalingen over het erfrecht. In (vrijwel) alle landen is het mogelijk om van die wettelijke bepalingen af te wijken door het maken van een testament.
Nalatenschap met internationale aspecten U kunt met buitenlands (dat wil zeggen niet het Nederlandse) erfrecht te maken krijgen • wanneer u in Nederland woont en uw bezittingen, of een deel daarvan (bijvoorbeeld een bankrekening of een vakantiehuis) in het buitenland zijn gelegen; • wanneer u een buitenlandse (dat wil zeggen een niet-Nederlandse) nationaliteit heeft en in Nederland woont; • wanneer u de Nederlandse of een buitenlandse nationaliteit heeft en bezittingen in Nederland heeft, maar niet in Nederland woont. Het is niet vanzelfsprekend dat wanneer u in Nederland woont het Nederlandse erfrecht op uw nalatenschap wordt toegepast. Het is ook niet vanzelfsprekend dat op uw bezittingen die in het buitenland zijn het aldaar geldende erfrecht op die bezittingen van toepassing is. Ook wanneer u als Nederlander (of niet-Nederlander) in het buitenland woont, maar wel bezittingen in Nederland heeft, is het niet vanzelfsprekend dat het Nederlandse erfrecht op de bezittingen in Nederland van toepassing is. Of uw nalatenschap vererft volgens Nederlands erfrecht of volgens het erfrecht van een ander land, wordt bepaald door de regels van het internationaal privaatrecht.
Internationaal privaatrecht Ieder land heeft zijn eigen regels van internationaal privaatrecht. In Nederland passen de autoriteiten (rechters, notarissen e.d.) de regels van het Nederlandse internationaal privaatrecht toe (en dat ongeacht uw eigen nationaliteit), maar bijvoorbeeld in België en Frankrijk worden regels van het Belgisch respectievelijk Frans internationaal privaatrecht toegepast (en dat ongeacht uw nationaliteit). Wanneer u in zowel Nederland als Frankrijk bezittingen heeft, zullen de Nederlandse autoriteiten op uw bezittingen de regels van Nederlands internationaal privaatrecht toepassen en de Franse autoriteiten op uw bezittingen de regels van Frans internationaal privaatrecht. Die regels verschillen van elkaar. Toepassing van verschillende regels van internationaal privaatrecht kan tot verschillende, soms tegenstrijdige, resultaten leiden. Om dat te voorkomen sluiten landen verdragen met elkaar waarin regels van internationaal privaatrecht worden vastgelegd. De landen die partij zijn bij zo'n verdrag passen dan dezelfde regels van internationaal privaatrecht toe. Voor het internationaal privaatrecht met betrekking tot het erfrecht bestaat er zo'n verdrag: het Haags Erfrechtverdrag 1989. De regels van dit verdrag zijn in Nederland met ingang van 1 oktober 1996 in werking getreden. Daarnaast is op die datum nog een wet in werking getreden: de Wet Conflictenrecht Erfopvolging. Deze wet geeft een nadere uitwerking voor Nederland van de regels van het verdrag van 1989. De verdragsregels zijn tot nog toe alleen in Nederland van kracht, omdat Nederland het enige land is dat die regels in zijn wetgeving heeft opgenomen. Deze zijn verder in geen ander land van kracht. Let wel: deze regels zijn ook niet van kracht voor de Nederlandse Antillen en Aruba.
VOOR WIE GELDEN DE VERDRAGSREGELS? Bij de toepassing van de regels van het Haags Erfrechtverdrag 1989 is de overlijdensdatum van de erflater van doorslaggevende betekenis. Als de overlijdensdatum op of na 1 oktober 1996 valt, gelden altijd de regels van het verdrag van 1989. Voor deze gevallen is deze informatie van belang. Indien de overlijdensdatum vóór 1 oktober 1996 viel, gelden de regels van het verdrag niet. Uw notaris kan u informeren welke regels dan wel van toepassing zijn. De regels van het Haags Erfrechtverdrag 1989 geven aan welk recht (het Nederlandse recht of het recht van een ander land) van toepassing is op de vererving van een nalatenschap die op of na 1 oktober 1996 is opengevallen of zal openvallen, zowel in het geval dat u een testament heeft gemaakt als in het geval dat u dat niet heeft gedaan. Het verdrag is op een aantal zaken niet van toepassing. Het verdrag geeft niet aan welke formaliteiten in acht moeten worden genomen voor het opstellen van een testament (daarvoor bestaat een ander verdrag). Het verdrag geeft ook niet aan of u bekwaam bent om een testament te maken. Het verdrag regelt evenmin vragen die rijzen over de gevolgen van een huwelijk voor uw vermogen en het vermogen van uw echtgenoot. Het verdrag is ook niet van toepassing op zogenaamde trusts, op pensioenregelingen, verzekeringsovereenkomsten, of op verblijvingsbedingen waarbij de eigendom van de ene mede-eigenaar op de andere kan overgaan. Daarnaast geeft de Wet Conflictenrecht Erfopvolging aan dat uw nalatenschap volgens Nederlands recht moet worden vereffend wanneer uw laatste verblijfplaats in Nederland lag.
Onder vereffening wordt iets anders verstaan dan vererving. De vererving geeft aan wie uw erfgenamen zijn. Met vereffening wordt onder meer bedoeld hoe uw erfgenamen uw nalatenschap kunnen aanvaarden of verwerpen, hoe zij in uw testament kunnen berusten en wanneer zij voor schulden die u had, aansprakelijk zijn.
DE HOOFDREGELS VAN HET VERDRAG Algemeen Vóór alles geldt dat het recht van toepassing is dat u zelf heeft gekozen. Het verdrag geeft u de mogelijkheid van een rechtskeuze (zie hierna onder: Recht in eigen hand). Als u geen rechtskeuze heeft gemaakt of als uw rechtskeuze ongeldig blijkt te zijn, dan bepalen de regels van het verdrag welk recht van toepassing is op uw nalatenschap. Het verdrag kent drie hoofdregels. Wanneer welke regel wordt gebruikt, wordt hierna besproken. Maar eerst nog het volgende. In de regels van het verdrag wordt de term "gewone verblijfplaats" gebruikt. Uw gewone verblijfplaats is niet helemaal hetzelfde als de plaats waar u woont. De feitelijke omstandigheden bepalen waar u uw gewone verblijfplaats heeft. Een belangrijk aspect hierbij is de bedoeling van uw verblijf. Een vakantie of een verblijf voor korte duur in het buitenland, bijvoorbeeld voor werk of studie, maakt niet dat u daar uw gewone verblijfplaats heeft. Een Nederlandse man woont en werkt in Rotterdam. Hij wordt door zijn bedrijf voor 6 maanden overgeplaatst naar New York, waar zijn bedrijf óók een kantoor heeft. Zijn vriendin blijft in Den Haag wonen. De man houdt zijn huis in Rotterdam aan. Hij woont in New York maar Rotterdam blijft zijn gewone verblijfplaats. Na dit half jaar wordt de man aangeboden voor onbepaalde tijd te blijven werken op het kantoor in New York. Hij accepteert dit aanbod. Zijn vriendin zegt haar baan op en vestigt zich ook in New York. Zij zeggen ieder de huur op. New York is dan de gewone verblijfplaats van de man. Ook voor de vriendin wordt New York haar gewone verblijfplaats. Hoofdregel 1 De eerste hoofdregel is geschreven voor de situatie waarin u de nationaliteit heeft van het land waar u uw gewone verblijfplaats heeft. Wanneer u op het moment van uw overlijden uw gewone verblijfplaats heeft in het land van uw nationaliteit, dan is het recht van het land van uw gewone verblijfplaats , dat dan óók uw nationale recht is, van toepassing. Het maakt niet uit of u nog een andere nationaliteit heeft. Ook is niet van belang hoe lang u in dit land woonde. Een Turkse man woont tien jaar in Nederland als hij in zijn woonplaats Deventer komt te overlijden. Drie jaar eerder is hij tot Nederlander genaturaliseerd. Hij behield de Turkse nationaliteit. Hij heeft ten aanzien van de vererving van zijn nalatenschap geen rechtskeuze uitgebracht. Welk recht is op de vererving van zijn nalatenschap van toepassing? In Nederland wordt op de vererving van zijn nalatenschap het Nederlandse recht toegepast. Hij had immers zijn laatste gewone verblijfplaats in Nederland en hij had, behalve de Turkse, ook de Nederlandse nationaliteit. (Let op: mocht deze man ook vermogen (bezittingen en schulden) in Turkije hebben, dan zullen de Turkse autoriteiten andere regels toepassen en kunnen zij tot een andere conclusie komen).
Hoofdregel 2 De tweede hoofdregel is geschreven voor de situatie waarin uw gewone verblijfplaats niet overeenkomt met het land waar u de nationaliteit van heeft. Wanneer u op het moment van overlijden vijf jaar of langer uw verblijfplaats heeft in een land waar u niet de nationaliteit van heeft, dan is het recht van het land waar u uw laatste gewone verblijfsplaats had van toepassing. De laatste gewone verblijfplaats gaat i dit geval vóór de nationaliteit. Een Zwitserse man woont acht jaar in Nederland als hij komt te overlijden. Hij heeft ten aanzien van de vererving van zijn nalatenschap geen rechtskeuze uitgebracht. Welk recht is op de vererving van zijn nalatenschap van toepassing? In Nederland is het Nederlandse recht van toepassing op de vererving van zijn nalatenschap. Hij had weliswaar de Zwitserse nationaliteit, maar had langer dan vijf jaar zijn laatste gewone verblijfplaats in Nederland. (Let op: zou deze man ook vermogen in Zwitserland hebben, dan zullen de Zwitserse autoriteiten andere regels toepassen en kunnen zij tot een andere conclusie komen). Hoofdregel 3 De derde hoofdregel geldt in het geval dat u niet de nationaliteit heeft van het land waar u uw gewone verblijfplaats heeft. Het verschil met hoofdregel 2 is de duur van uw gewone verblijfplaats. Wanneer u op het moment van overlijden minder dan vijf jaar heeft gewoond in een land waar u niet de nationaliteit van heeft, dan is het recht van het land waar u de nationaliteit van heeft van toepassing. In dit geval gaat de nationaliteit dus vóór de laatste gewone verblijfplaats. Een Franse vrouw, gehuwd met een Nederlandse man, komt na de huwelijkssluiting in Parijs in Nederland wonen. Vier jaar later komt zij door een ongeval te overlijden. Zij heeft ten aanzien van de vererving van haar nalatenschap geen rechtskeuze uitgebracht. Welk recht is op de vererving van haar nalatenschap van toepassing? In Nederland is het Franse recht van toepassing op de vererving van haar nalatenschap. Zij had immers nog geen vijf jaar haar gewone verblijfplaats in Nederland en had alleen de Franse nationaliteit. (Let op: zou de vrouw nog vermogen in Frankrijk hebben, dan zullen de Franse autoriteiten andere regels toepassen en kunnen zij tot een andere conclusie komen). Stel dat deze vrouw op het moment van overlijden ook de Nederlandse nationaliteit had. In dat geval wordt hoofdregel 1 toegepast: de vrouw had haar gewone verblijfplaats in Nederland en zij had ook de Nederlandse nationaliteit. Het Nederlandse recht is dus van toepassing op de vererving van haar nalatenschap. (Let op: zou de vrouw nog vermogen in Frankrijk hebben, dan zullen de Franse autoriteiten andere regels toepassen en kunnen zij tot een andere conclusie komen). Een Nederlandse man verhuist na zijn pensionering met zijn Nederlandse vrouw naar Spanje. De man behoudt bepaalde bezittingen (flat, bankrekening) in Nederland. Nadat de man drie jaar in Spanje heeft gewoond, komt hij in zijn woonplaats Marbella te overlijden. Hij heeft ten aanzien van de vererving van zijn nalatenschap geen rechtskeuze uitgebracht. Welk recht is op de vererving van zijn nalatenschap van toepassing? In Nederland is op de vererving van zijn hier gelegen bezittingen het Nederlandse recht van toepassing. Hij had immers nog geen vijf jaar zijn gewone verblijfplaats in Spanje en had alleen de Nederlandse nationaliteit. (Let op: ten aanzien van het vermogen van de man in Spanje zullen de Spaanse autoriteiten andere regels toepassen en kunnen zij tot een andere conclusie komen). Stel dat deze man op het moment van overlijden reeds negen jaar in Spanje woonde. Dan wordt hoofdregel 2 toegepast: de man had weliswaar de Nederlandse
nationaliteit, maar had langer dan vijf jaar zijn gewone verblijfplaats in Spanje. In Nederland wordt dan het Spaanse recht op de vererving van de nalatenschap toegepast. (Let op: ten aanzien van het vermogen van de man in Spanje zullen de Spaanse autoriteiten andere regels toepassen en kunnen zij tot een andere conclusie komen). Uitzonderingen Wanneer er geen rechtskeuze is uitgebracht wijzen de hiervoor besproken hoofdregels het recht aan dat van toepassing is op de vererving van de nalatenschap. Op hoofdregel 1 wordt geen uitzondering gemaakt. Op de hoofdregels 2 en 3 wordt soms een uitzondering gemaakt. Die uitzondering doet zich voor wanneer u een nauwere band heeft met een ander land dan het land dat de hoofdregel aanwijst. Zo'n nauwere band kan bijvoorbeeld economisch, maatschappelijk of emotioneel zijn. Die band moet wel heel sterk zijn. Bij elke nalatenschap moeten de concrete omstandigheden beoordeeld worden, om na te gaan of de hoofdregel danwel de uitzondering toegepast moet worden. Geen geval is hetzelfde. Uitzondering op hoofdregel 2 Hoofdregel 2 wijst het recht van het land van de gewone verblijfplaats aan, wanneer u vijf jaar of langer in dat land uw gewone verblijfplaats had en u niet de nationaliteit van dat land had. Als uitzondering op deze hoofdregel geldt toch het nationale recht, wanneer u nauwere banden had met het land waar u de nationaliteit van had. Deze uitzondering wordt alleen in bijzondere omstandigheden toegepast. Een Nederlandse vrouw (25 jaar) wordt voor haar werk bij een Nederlandse bank tijdelijk voor vier jaar uitgezonden naar Portugal. Haar vriend blijft in Nederland wonen. Zij gaat iedere maand een lang weekend naar Nederland. Samen kopen zij een huis in Nederland. Haar contract in Portugal wordt met drie jaar verlengd. Naar verwachting zal zij daarna voorgoed naar Nederland komen. Zij werkt zes jaar in Portugal als zij plotseling komt te overlijden. Zij heeft ten aanzien van de vererving van haar nalatenschap geen rechtskeuze gemaakt. Welk recht is van toepassing op de vererving van haar nalatenschap? In Nederland zal volgens hoofdregel 2 het Portugese recht van toepassing zijn, omdat de vrouw langer dan vijf jaar in Portugal haar gewone verblijfplaats had. In dit geval zijn er uitzonderlijke omstandigheden aan te geven. De vrouw was jong en haar overlijden was niet te voorzien, zij zou voor een tijdelijke periode in Portugal blijven, zij had een sociaal leven in Nederland en was van plan naar Nederland terug te keren. Volgens de uitzondering is in dit geval het Nederlandse recht van toepassing, omdat de vrouw nauwere banden had met Nederland dan met Portugal. (Let op: zou de vrouw vermogen in Portugal hebben, dan zullen de Portugese autoriteiten van andere regels uitgaan en kunnen tot een andere conclusie komen). Stel dat deze vrouw nauwere banden met Spanje had: zij had een Spaanse vriend, was regelmatig in Spanje, bezat met hem daar een flat en een bankrekening. Is Spaans recht vanwege haar nauwere banden met Spanje van toepassing? Neen, in dit geval is de uitzondering niet van toepassing. De vrouw heeft immers niet de Spaanse nationaliteit. De uitzondering geldt alleen voor het nationale recht. In zo'n geval is hoofdregel 2 van toepassing en is dus het Portugese erfrecht van toepassing. Er is geen plaats voor de uitzondering. (Let op: zou de vrouw vermogen in Spanje hebben, dan zullen de Spaanse autoriteiten van andere regels uitgaan en kunnen tot een andere conclusie komen).
Uitzondering op hoofdregel 3 Hoofdregel 3 wijst het nationale recht aan wanneer u op het moment van overlijden minder dan vijf jaar uw gewone verblijfplaats in een bepaald land had, terwijl u niet de nationaliteit van dat land had. Wanneer u echter nauwere banden had met een ander land, dan wordt als uitzondering het recht van dat andere land toegepast. Een Luxemburgse vrouw, geboren in België, woont twee jaar in Nederland als zij komt te overlijden. Zij heeft ten aanzien van de vererving van haar nalatenschap geen rechtskeuze gemaakt. Welk recht is van toepassing op de vererving van haar nalatenschap? In Nederland is volgens hoofdregel 3 het Luxemburgse erfrecht van toepassing, omdat zij minder dan vijf jaar in Nederland woonde. Zij had echter nauwere banden met België: tot aan haar verhuizing woonde zij in België, zij was met een Belg gehuwd, zij had nog bezittingen in België, haar kinderen en kleinkinderen woonden in België en zij ging regelmatig naar België. Omdat zij deze nauwere banden met België had, wordt als uitzondering het Belgische recht toegepast, ook al had zij niet haar laatste gewone verblijfplaats in België en had zij niet de Belgische nationaliteit. (Let op: zou de vrouw vermogen in België hebben, dan zullen de Belgische autoriteiten van andere regels uitgaan en kunnen tot een andere conclusie komen). Een Nederlandse man emigreert met zijn gezin naar Canada. In Nederland houdt hij met zijn broer nog land aan voor het geval de emigratie niet lukt. Hij begint in Canada een boerenbedrijf. Omdat dit al snel een succes wordt en het gezin goed aardt in Canada, vraagt de man na 3 jaar de Canadese nationaliteit aan. Dan komt hij plotseling te overlijden. De Canadese nationaliteit was wel aangevraagd, maar nog niet verkregen. Hij heeft ten aanzien van de vererving van zijn nalatenschap geen rechtskeuze gemaakt. Welk recht is op de vererving van zijn nalatenschap van toepassing? In Nederland is volgens hoofdregel 3 het Nederlandse erfrecht van toepassing, omdat hij minder dan vijf jaar zijn gewone verblijfplaats in Canada had. De uitzondering wordt echter toegepast omdat de man nauwere banden had met Canada: hij woonde en werkte in Canada, had de Canadese nationaliteit aangevraagd en was niet van plan naar Nederland terug te keren. (Let op: zou de man vermogen in Canada hebben, dan zullen de Canadese autoriteiten van andere regels uitgaan en kunnen tot een andere conclusie komen).
RECHT IN EIGEN HAND Rechtskeuze Maakt u een rechtskeuze in een testament, dan bent u er zeker van welk erfrecht op uw nalatenschap van toepassing zal zijn. U sluit daarmee uit dat het onduidelijk is door welk recht uw nalatenschap wordt beheerst. Een rechtskeuze is vooral van belang voor een nalatenschap met een internationaal karakter. Het gekozen recht is in beginsel van toepassing op uw gehele nalatenschap. Een waarschuwing is op zijn plaats. Een in Nederland gemaakte rechtskeuze heeft niet altijd effect in andere landen. Het is van groot belang dat u zich laat adviseren, wanneer u in een ander land dan Nederland bezittingen heeft. De (kandidaat-)notaris kan voor u nagaan of het verstandig is een rechtskeuze uit te brengen en zo ja, voor welk recht.
Waaruit kiezen? Het verdrag staat het niet toe voor elk willekeurig recht te kiezen. U mag alleen een keuze uitbrengen voor het recht van een land waarmee u een band heeft. Een rechtskeuze heeft alleen gevolg, wanneer u deze heeft uitgebracht voor: • het recht van het land waarvan u de nationaliteit heeft op het moment dat u de rechtskeuze doet; • het recht van het land waarvan u de nationaliteit heeft op het moment van overlijden; • het recht van het land waar u uw gewone verblijfplaats heeft op het moment dat u de rechtskeuze doet; • het recht van het land waar u uw gewone verblijfplaats heeft op het moment van overlijden. Het is voldoende wanneer aan één van deze vier vereisten is voldaan. Een Oostenrijkse man woont gedurende drie jaar in Nederland en wil een testament maken in Nederland. Hij is getrouwd met een Nederlandse vrouw en het echtpaar wil in Nederland blijven wonen. Kan hij ten aanzien van de vererving van zijn nalatenschap een rechtskeuze uitbrengen voor het Nederlandse recht? Relevant is dat de man zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft ten tijde van het uitbrengen van de rechtskeuze. Niet relevant is dat de man pas drie jaar zijn gewone verblijfplaats in Nederland had. Deze man kan daarom een rechtskeuze voor het Nederlandse recht uitbrengen. Stel het echtpaar gaat toch later in Oostenrijk wonen en houdt een flat in Nederland aan. De man overlijdt in Oostenrijk. Is de gemaakte rechtskeuze dan geldig? De rechtskeuze wordt in Nederland als geldig beschouwd, wanneer de man op het moment van het maken van de rechtskeuze zijn gewone verblijfplaats in Nederland had. Het is dus niet relevant dat de man later naar Oostenrijk is verhuisd. De rechtskeuze blijft geldig. (Let op: zou de man ook vermogen in Oostenrijk bezitten, dan passen de Oostenrijkse autoriteiten andere regels toe en kunnen zij tot een andere conclusie komen). Een Nederlandse vrouw woont in Nederland. Later verhuist deze vrouw naar de Verenigde Staten en trouwt daar met een Amerikaan. Tijdens een vakantie in Nederland gaat zij naar een notaris en maakt daar een testament met daarin een rechtskeuze voor het Nederlandse recht. Na enkele jaren verkrijgt zij vrijwillig door naturalisatie de Amerikaanse nationaliteit, waardoor zij de Nederlandse nationaliteit verliest. Zij overlijdt in de Verenigde Staten. De vrouw had een bankrekening in Nederland aangehouden. Het laatste testament wat zij gemaakt had, blijkt het testament in Nederland te zijn. Is de rechtskeuze in dit testament geldig? De rechtskeuze in het testament is geldig, omdat de vrouw op het moment van het maken van de rechtskeuze de Nederlandse nationaliteit had. Niet van belang is dat de vrouw op het moment van overlijden niet meer de Nederlandse nationaliteit bezat. De rechtskeuze blijft geldig.(Let op: zou de vrouw ook vermogen in de Verenigde Staten bezitten, dan passen de Amerikaanse autoriteiten andere regels toe en kunnen zij te aanzien van de rechtsgeldigheid van de rechtskeuze tot een andere conclusie komen).
Hoe brengt u de rechtskeuze uit? De rechtskeuze kan onderdeel uitmaken van een testament. De rechtskeuze en het testament worden dan in één akte opgenomen. Een rechtskeuze kunt u ook in een afzonderlijke akte laten vastleggen. Daarvoor gelden dan wel de vormvoorschriften van het testament. Nederland kent speciale regels van internationaal privaatrecht voor de vorm van testamenten. Deze regels staan in het Haags Testamentsvormenverdrag van 1961. Dit verdrag is een ander verdrag dan het Haags Erfrechtverdrag 1989.
Het Testamentsvormenverdrag geeft regels voor de vorm van testamenten. Er zijn veel verschillende mogelijkheden. Een testament is bijvoorbeeld wat de vorm betreft geldig, als het voldoet aan de vormvoorschriften van het land waar u woont op het moment dat u het testament maakte. De (kandidaat-)notaris kan u daarover nader informeren. Een rechtskeuze moet duidelijk zijn, dat wil zeggen er mogen geen misverstanden over bestaan wat u bedoelt. Gebruik dan ook niet de volgende zin: "ik kies voor het recht van mijn woonplaats". Het kan immers zijn dat u later naar een ander land verhuist. Dan is het niet duidelijk wat u heeft bedoeld. Beter is om duidelijk te verwijzen naar een bepaald recht, zoals: "ik kies voor alle goederen uit mijn nalatenschap voor de toepasselijkheid van het Nederlandse recht". Iemand met de Britse nationaliteit woont al 8 jaar in Nederland en bezit vermogen in Nederland. Hij wil een testament maken en daarin een rechtskeuze voor Nederlands recht uitbrengen. Kan hij daarvoor naar een Nederlandse notaris gaan? Hij kan bij de Nederlandse notaris een testament maken en daarin een rechtskeuze uitbrengen voor het Nederlandse recht, omdat hij op het moment van het maken van de rechtskeuze in Nederland zijn woonplaats had. (Let op: Mocht hij vermogen in Engeland bezitten, dan passen de Engelse autoriteiten andere regels dan het verdrag toe en kunnen zij wat betreft de rechtskeuze tot een andere conclusie komen).
Wijziging rechtskeuze Net zoals u een testament kunt wijzigen, kunt u ook een rechtskeuze wijzigen. Vaak is een rechtskeuze opgenomen in een testament. Wilt u de inhoud van het testament en ook de rechtskeuze wijzigen, dan kunt u het testament herroepen en een nieuw testament maken met daarin een nieuwe rechtskeuze. Indien u een testament, waarin een rechtskeuze stond, herroept zult u in uw nieuwe testament opnieuw uw rechtskeuze moeten uitbrengen. U kunt niet voor ieder recht een keuze uitbrengen. U moet wel een band met het betreffende land bezitten (zie: Waaruit kiezen?). Ook voor de wijziging van de rechtskeuze gelden de vormvoorschriften van het testament (zie: Hoe brengt u de rechtskeuze uit?). Uw notaris kan u hierover nader adviseren. U bent Nederlander en woonde tot voor kort in Zwitserland. Uw vermogen ligt in Nederland. In Zwitserland heeft u een testament met een rechtskeuze voor Zwitsers recht bij een Zwitserse notaris laten maken. Nu u weer in Nederland bent komen wonen en u van plan bent hier te blijven, wilt u het testament en de rechtskeuze wijzigen. Kan dat? Volgens het verdrag is het mogelijk een rechtskeuze te wijzigen. Dit doet u door een nieuw testament te maken met een nieuwe rechtskeuze en in dit testament het oude Zwitserse testament te herroepen. U mag voor Nederlands recht kiezen, omdat u de Nederlandse nationaliteit bezit op het moment dat u de rechtskeuze uitbrengt (en bovendien omdat u uw gewone verblijfplaats heeft in Nederland op het moment dat u de rechtskeuze uitbrengt). Het Haags Testamentsvormenverdrag staat het toe om volgens de Nederlandse voorschriften een testament te maken. U kunt dus in Nederland bij de notaris een nieuw testament met een gewijzigde rechtskeuze maken. (Let op: Mocht u vermogen in Zwitserland bezitten, dan passen de Zwitserse autoriteiten andere regels dan het verdrag toe en kunnen zij wat betreft de rechtskeuze tot een andere conclusie komen).
Wettelijke erfopvolging en rechtskeuze U kunt een rechtskeuze uitbrengen zonder dat u daarbij iemand tot erfgenaam benoemt. U kunt dan volstaan met een keuze voor het recht van een bepaald land. Uw erfgenamen zijn in dat geval de erfgenamen volgens de wet van dat land. U mag niet voor elk recht kiezen (zie: Waaruit kiezen?). Wat betreft de vorm van de rechtskeuze gelden de vormvoorschriften gesteld aan het testament (zie: Hoe brengt u de rechtskeuze uit?). U bent Duitser en woont al langer dan 5 jaar in Nederland. U wilt niet dat uw nalatenschap zal vererven volgens Nederlands recht. U wilt dat uw nalatenschap naar Duits recht vererft en dat de Duitse wet bepaalt wie uw erfgenamen zijn. Kunt u ten overstaan van een Nederlandse notaris een rechtskeuze maken, zonder dat u bepaalt wie uw erfgenamen zijn? U kunt bij de notaris een rechtskeuze voor het Duitse recht maken, omdat u op het moment van het uitbrengen van de rechtskeuze de Duitse nationaliteit bezit. Erfgenamen zullen zijn de wettelijke erfgenamen volgens Duits recht. (Let op: Heeft u ook vermogen in Duitsland, dan passen de Duitse autoriteiten andere regels dan de verdragsregels toe en kunnen zij tot een andere conclusie komen).
U had al een testament met een rechtskeuze U heeft reeds vóór de invoering (per 1 oktober 1996) van de regels van het Haags Erfrechtverdrag 1989 een testament gemaakt en daarin een rechtskeuze opgenomen. Is deze rechtskeuze geldig? Wanneer zo'n oude rechtskeuze (voor 1 oktober 1996 uitgebracht) voldoet aan de regels van het verdrag, dan is zo'n oude rechtskeuze nu in beginsel geldig. De (kandidaat-)notaris kan voor u nagaan of een rechtskeuze uitgebracht vóór 1 oktober 1996 inderdaad geldig is. U bezit de Deense nationaliteit en woont al 20 jaar in Nederland. U heeft in 1991 in Nederland ten overstaan van een notaris een testament gemaakt met daarin opgenomen een rechtskeuze voor Nederlands recht. Is deze rechtskeuze na inwerkingtreding van de verdragsregels geldig? Nagegaan moet worden of deze rechtskeuze voldoet aan de voorschriften uit het verdrag. U mocht voor het Nederlandse recht kiezen, omdat u op het moment van het uitbrengen van de rechtskeuze uw gewone verblijfplaats in Nederland had. De rechtskeuze is in een geldige vorm gemaakt, omdat deze is opgenomen in een testament, dat opgesteld is volgens de vormvoorschriften van de Nederlandse wet. De rechtskeuze is dus geldig. (Let op: Mocht u vermogen in Denemarken bezitten, dan passen de Deense autoriteiten andere regels dan de verdragsregels toe en kunnen zij tot een andere conclusie komen).
Rechtskeuze in het buitenland uitgebracht Het kan zijn dat u in het buitenland een rechtskeuze uitbrengt of heeft uitgebracht al dan niet in combinatie met een testament. Is deze rechtskeuze in Nederland geldig? De rechtskeuze moet voldoen aan de regels van het verdrag. U mag niet voor elk recht kiezen (zie: Waaruit kiezen?) en de rechtskeuze moet voldoen aan de vormvoorschriften die aan een testament worden gesteld (zie: Hoe brengt u de rechtskeuze uit?). Het maakt dus niet uit waar u de rechtskeuze uitbrengt. U bent Nederlander en woont in Nederland, maar verblijft in de winter altijd in Portugal. Tijdens een verblijf in Portugal gaat uw gezondheid ineens achteruit en wilt u zo snel mogelijk een testament maken. Is de rechtskeuze geldig in Nederland, wanneer u bij een Portugese notaris een testament met een rechtskeuze voor Nederlands recht maakt?
U mag een rechtskeuze voor het Nederlands recht uitbrengen, omdat u de Nederlandse nationaliteit bezit op het moment dat u de rechtskeuze maakt. Als de Portugese notaris de voorschriften voor een testament volgens de regels van het Portugese recht volgt, is ook voldaan aan het Haags Testamentsvormenverdrag. De rechtskeuze in het testament gemaakt voor een Portugese notaris, is dus geldig in Nederland. (Let op: Bezit u vermogen in Portugal, dan passen de Portugese autoriteiten andere regels dan de verdragsregels toe en kunnen zij dus tot een andere conclusie komen).
SLOTOPMERKINGEN Rechtskeuze en successierechten De vraag of erfgenamen over hun erfenis belasting (successierechten) moeten betalen, is onderworpen aan andere regels dan die van het Haags Erfrechtverdrag 1989. Kiest u in een testament voor een bepaald recht, dan wil dat niet zeggen welk land successierechten mag heffen. Het is verstandig over successierechten tijdig informatie in te winnen. De (kandidaat-)notaris kan u daarin adviseren. Erfrecht en huwelijksvermogensrecht Indien u gehuwd bent, dan kan het huwelijksvermogensrecht een grote rol spelen in de verdeling van de nalatenschap. Het kan belangrijk zijn om de rechtskeuze in een testament af te stemmen op het huwelijksvermogensrecht. De (kandidaat-)notaris kan u daarover adviseren. Toekomstmuziek De Europese Unie is bezig een Verordening te ontwerpen met regels van internationaal privaatrecht op het gebied van het erfrecht. Waar deze regels toe zullen leiden is nog onbekend. Ook is nog onbekend wanneer deze Verordening in werking zal treden. Men verwacht dat dit over een paar jaar het geval zal zijn.