intensiveren van de samenwerking, gericht op de toekomst JAARVERSLAG 2015
Een greep uit de successen in 2015
Schuivende panelen Voor u ligt het jaarverslag 2015 van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Twente. In dit jaarverslag wordt een aantal van onze resultaten in 2015 uitgelicht. Het verslag gaat vooral over de centrale activiteiten die vanuit de RUD zijn ondernomen; de partners schrijven als bevoegd gezag een eigen jaarverslag over de Wabo-taken.
Doorbouwen en werken aan groei met schuivende panelen.
Het afgelopen jaar is door alle medewerkers hard gewerkt aan een intensivering van de samenwerking. 2015 is ook het jaar waarin duidelijk is geworden dat de vorm waarin wij de afgelopen jaren hebben samengewerkt, eindig is: vanaf 1 januari 2018 is het wettelijk niet meer toegestaan om vanuit een netwerkconstructie te werken.
Doorbouwen terwijl intussen in de omgeving alle panelen aan het verschuiven zijn, is een uitdaging. Bij elke stap hebben we ons voortdurend afgevraagd: biedt deze bouwsteen straks in de nieuwe situatie ook nog een toegevoegde waarde? Voor een enkel onderwerp is de ambitie aangepast aan het nieuwe toekomstbeeld.
De structuur mag dan gaan veranderen, de missie waartoe wij op aarde zijn, blijft onverkort gehandhaafd! De stappen die we hebben gezet in 2015 hebben een toegevoegde waarde voor datgene waarvoor we zijn opgericht: het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving in Twente.
In de nieuwe context is het verbreden van het takenpakket met bouw- en RO-taken bijvoorbeeld niet verstandig. De geplande pilots op het gebied van deze uitbreiding van taken naar Wabo-breed hebben echter wel plaatsgevonden: het uitwisselen van kennis en expertise door professionals in Twente heeft immers altijd toegevoegde waarde. De RUD stimuleert de regionale samenwerking. In 2015 is het aantal platforms waarin de medewerkers elkaar kunnen treffen met 5 vermeerderd. Hiernaast hebben we een vlootschouw gedaan van alle medewerkers die werkzaamheden verrichten voor de RUD en heeft er middels een zorgvuldige inzetprocedure een herverdeling van de werkvoorraad plaatsgevonden op basis van de wensen en capaciteiten van de medewerkers. Met als bijkomend voordeel dat medewerkers nu zelf ook inzicht hebben waar ze staan in de ontwikkeling naar de voorwaarden van de landelijke set aan kwaliteitscriteria. Zo kunnen medewerkers trots zijn op wat ze al bereikt hebben en gericht doorgroeien. Want goed zijn is beter willen worden! (
Resultaten 2015 De oprichting van de RUD’s heeft tot doel gehad om de kwaliteit van de uitvoering te borgen en vakmanschap te laten groeien. We willen groeien naar een professionele organisatie met slagkracht. In onze netwerk-RUD zijn de medewerkers in dienst bij de afzonderlijke organisaties en is de directeur verantwoordelijk voor de inzet van de medewerkers op taken. Om dat in de netwerkorganisatie goed te kunnen doen, zijn de partners en de RUD onderling afhankelijk. Lees verder op pag. 4
Kennispunt Agrarisch IPPC3 Twente In het bedrijfsplan voor de netwerk RUD Twente is vastgelegd dat de vergunningverlening-, toezicht- en handhavingstaken (VTH) op grond van de milieuregels bij agrarische IPPC bedrijven ondergebracht dient te worden bij een kennispunt. De gemeente Hof van Twente fungeert als gastheer voor dit kennispunt. Lees verder op pag. 11
Kennispunt brandveiligheid Het kennispunt brandveiligheid is in Twente ondergebracht
binnen brandweer Twente, welke onderdeel uitmaakt van Veiligheidsregio Twente. Binnen brandweer Twente is alle brandweerzorg in Twente ondergebracht, waaronder alle 31 kazernes. De aanwezigheid van het kennispunt Brandveiligheid binnen de brandweer heeft als groot voordeel dat gebruik kan worden gemaakt van niet alleen de kennis over het voorkomen, beperken en beheersen van onveilige situaties, maar ook de kennis van het daadwerkelijke optreden bij incidenten. Andersom is de aanwezigheid
3 2015 / RUD JAARVERSLAG
van het kennispunt van belang voor de informatievoorziening voor het optreden bij incidenten. Lees verder op pag. 13
Kennispunt Externe Veiligheid Externe veiligheid gaat over de risico’s voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke stoffen zijn bijvoorbeeld vuurwerk, lpg of munitie. Het vervoer van die stoffen kan over weg, water en spoor of door buisleidingen gaan. Lees verder op pag. 14
4 2015 / RUD JAARVERSLAG
PDC
Resultaten 2015 Personeelsontwikkeling De oprichting van de RUD’s heeft tot doel gehad om de kwaliteit van de uitvoering te borgen en vakmanschap te laten groeien. We willen groeien naar een professionele organisatie met slagkracht. In onze netwerk-RUD zijn de medewerkers in dienst bij de afzonderlijke organisaties en is de directeur verantwoordelijk voor de inzet van de medewerkers op taken. Om dat in de netwerkorganisatie goed te kunnen doen, zijn de partners en de RUD onderling afhankelijk.
Clusteren van werk De eerste stap naar bundeling van kennis en kunde is gemaakt bij de oprichting en invulling van de kennispunten. In 2015 hebben wij een belangrijke vervolgstap gezet door het bundelen en herverdelen van de regionale werkvoorraad, waardoor medewerkers op bepaalde werksoorten zijn gedeeld. Door het bij elkaar brengen van werkvoorraad is er geen sprake meer van versnippering in werkzaamheden. Hierdoor kunnen medewerkers van de RUD zich waar nodig concentreren op een specialisme.
Inzetprocedure In 2015 heeft de RUD een grondig proces doorlopen om de juiste mensen in te zetten op de juiste taken. Hierna heeft de Informatie- Coördinatie en Sturingseenheid (ICS) eerst geïnventariseerd welke taken er zijn en welke medewerkers deze taken kunnen uitvoeren. De basis van het proces was de werkvoorraad van de partners. Afhankelijk van het specialistische karakter kunnen werkzaamheden binnen de gemeente zelf, door collega’s van een andere gemeente of door een kennispunt worden uitgevoerd. Na inventarisatie van de aanwezige capaciteit en kwaliteit hebben we de werkvoorraad gematcht met de medewerkers.
5 2015 / RUD JAARVERSLAG
volgende 4 elementen: opleiding, werkervaring, aanvullende kennis en frequentie. Deze basiselementen spelen een grote rol bij de inzet van medewerkers op de verschillende deskundigheidsniveaus.
traject. De volgende stap is het ontwikkelen van een Strategisch Opleidingsplan. Ook hiervoor hebben we de basis gelegd in 2015: het inventariseren van de opleidingsbehoeften, zodat in 2016 een match gemaakt kan worden met het aanbod aan opleidingen.
In 2014 is de opleiding, kennis en werkervaring door de medewerkers al in beeld gebracht door middel van een Ervaringsprofiel (EVP)2 voor iedere medewerker onder begeleiding van het bureau Libereaux. Frequentie wordt onder meer in beeld gebracht door het aantal vlieguren dat een medewerker kan besteden aan een bepaalde werksoort. Door werkzaamheden te clusteren en werkvoorraad te herverdelen, is de inzet gericht op het toegroeien naar een verdere specialisering. Dit betekent dat voor alle categorieën werk de randvoorwaarden geschapen worden om medewerkers zoveel mogelijk aan de vlieguren te kunnen laten voldoen.
Verdieping en optimalisatie PDC
Zorgvuldige procedure Naast de elementen werkvoorraad en kwaliteit, heeft ook de wens van de medewerker een grote rol gespeeld in de procedure. Deze wens is door de leidinggevende bij de medewerkers opgehaald en op het profielformulier aangegeven. Het eindresultaat is dat 160 medewerkers voor de werk planning van 2016 zijn ingezet op de voor hen van toepassing zijnde werksoorten.
Ontwikkeling medewerkers
In 2015 heeft de ICS in samenwerking met de kennispunten en de werkgroepen vergunningverlening en toezicht een vervolg stap gezet qua verbetering/optimalisatie van hun bestaande producten en diensten. Het resultaat daarvan is de Productenen dienstencatalogus 4.0 (hierna: PDC 4.0). De nieuwe PDC levert een eenduidig en gedragen beeld van de te leveren producten. Hiernaast zijn de processen op hoofdlijnen gehar moniseerd en beschreven. Dit betekent dat er in 2015 weer een stap is gezet in de kwaliteitsverbetering in de uitvoering van de BTP+ taken binnen beide RUD’s in Overijssel. De PDC 4.0 sluit nu ook beter aan op de behoefte van de partners, waardoor de onderlinge uitwisseling van producten en diensten nog beter kan verlopen in 2016. Om de overzichtelijkheid en de toegankelijkheid van de PDC 4.0 te verbeteren is de opbouw ervan grondig onder handen genomen. Daarnaast hebben we gekeken naar de verwachtingen en de wensen van de opdrachtgever en opdrachtnemer qua uitwisseling van een product en is het minimum vastgesteld met betrekking tot bijvoorbeeld doorlooptijden en activiteiten.
Sturen op kwaliteit
De RUD is een lerende organisatie. Medewerkers zijn samen met hun werkgever verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling en carrière, waarbij de RUD ontwikkelingsmogelijkheden wil faciliteren en perspectief wil bieden. In de kwaliteitscriteria en de komende wet VTH zijn ontwikkelen, leren en bijhouden van kennis belangrijke pijlers. Aangezien vakmanschap niet alleen kennis, maar ook werkervaring behelst heeft de RUD Twente ervoor gekozen om dit te (laten) valideren via het EVP/EVC
Het fundament van kwaliteit is het afleveren van een zo goed mogelijk product. Leidend hierbij is het vakmanschap van de medewerkers. In de kwaliteitscriteria 2.11 staat beschreven wat er nodig is voor dit vakmanschap. De criteria beschrijven de
1 De Kwaliteitscriteria 2.1 zijn na de Commissie Mans opgesteld door praktijkdeskundigen en bestuurlijk vastgesteld door IPO, VNG en I&M. Deze kwaliteitscriteria maken inzichtelijk welke kwaliteit burgers, bedrijven en instellingen, maar ook overheden onderling en opdrachtgevers mogen verwachten bij de uitvoering of de invulling van de VTH-taken.
Dat heeft in 2015 geresulteerd tot de volgende verbeteringen: Nieuwe opzet verdiepingsbladen a. Nieuwe opbouw/index voor de PDC 4.0 b. Nieuwe opzet voor de verdiepingsbladen
De PDC is een uitgebreid excelbestand waarin alle producten en diensten die door de RUD’s in Overijssel worden uitgevoerd beschreven staan in zogenaamde productbladen. Denk daarbij aan de omschrijving van een advies, een vergunning of een controle in de verschillende branches of werksoorten Op deze manier is het bij de uitwisseling van werkzaamheden duidelijk wat er geleverd moet worden en welke uren er aan een taak worden toeberekend. NIEUW in deze versie is een betere omschrijving van de deelproducten en de beschrijving van de processtappen.
Index Branches/ deskundigheidsgebieden
Index
Hoofdproduct A
Verdieping
Hoofdproducten
Deelproduct A Product omschrijving
Hoofdproduct A Milieu/Bouw/ RUD plustaken & C-V-T-S
Deelproduct B Hoofdproduct B
Product omschrijving
2 EVC staat voor het ‘Erkennen van Verworven Competenties’ of het ‘ErVaringsCertificaat’. EVC is een landelijk erkende methode waarbij (werk)ervaring afgezet wordt tegen een erkende opleidingsstandaard op mbo- of hbo-niveau. Het ErVaringsProfiel of EVP is een zelfstandig instrument waarbij, evenals bij EVC, uitgegaan wordt van opgedane (werk)ervaring. Bij EVP wordt de richting van een reguliere opleidingsstandaard echter losgelaten. In plaats daarvan wordt gekeken naar de kerncompetenties van de kandidaat
6 2015 / RUD JAARVERSLAG
7 2015 / RUD JAARVERSLAG
Managementinformatie en uitwisselingstools Om uit te kunnen wisselen tussen 14 partners is het belangrijk om de basisregistraties goed op orde te hebben en om goede softwareprogramma’s te ontwikkelen die de verschillende gegevens bij elkaar kunnen brengen en verrijken. Een van de speerpunten voor 2015 was het vereenvoudigen van deze tools. Voor het inventariseren van de werkvoorraad voor 2015 is een vereenvoudiging van de Inventarisatietool ontworpen. Hierdoor kan de ICS op een gebruikersvriendelijke manier de u benodigde gegevens en overzichten uitvragen. Op basis van de aldus opgehaalde gegevens en de uren die zijn vastgelegd in de PDC kan de verwachte werkvoorraad per kalenderjaar worden vastgesteld.
Primaire processen harmoniseren De werkgroepen die ook meegewerkt hebben aan de PDC ontwikkelingen, hebben ook een verbeterslag gemaakt in de checklists en formats die worden gebruikt bij controles en
Input Tijd Kennis Methoden (w.o. kengetallen) Geld
Proces
Vergunningverlening
Toezicht
Handhaving
...
Harmonisatie van de primaire processen
vergunningverlening. Dit is een eerste stap in de harmonisatie van de primaire processen.
Uniforme registratie Om partners (gemeenten) binnen de RUD Twente te ontlasten van tijdrovende uitvragen naar managementinformatie en beter te kunnen voorzien van adequate centrale over zichten van deze informatie, heeft de ICS samen met de applicatiebeheerders van de partners gewerkt aan een uniforme registratie van de PDC-producten in het informatiesysteem Squit XO.
Actualisatie bedrijvenbestanden Elk bevoegd gezag heeft een overzicht van alle bestaande bedrijven en inrichtingen, welke zijn ingedeeld in categorieën op basis van de vigerende wet- en regelgeving. Vanuit deze indeling kan de prioritering, controlefrequentie en benodigde capaciteit worden vastgesteld. Omdat wet- en
Throughput
Beleid
Strategie
Protocol
Output Resultaten Aantallen Scores Kosten Afwijkingen
Outcome Omgevingseffecten Beleving Tevredenheid Incidenten
regelgeving voortdurend verandert en er ook regelmatig nieuwe bedrijven bijkomen en andere bedrijven verdwijnen of wijzigen, is een regelmatige herijking en optimalisatie van het bedrijvenbestand heel belangrijk. Het bedrijvenbestand is een belangrijke bron voor de planning en organisatie van de RUD-taken; het bedrijvenbestand is dus de basis waarop wij onze taken en diensten afstemmen. De partners hebben in het eerste kwartaal van 2015 veel tijd geïnvesteerd in het aanpassen van hun bedrijvenbestanden naar de juiste klasseindeling o.b.v. de kwaliteitscriteria n.a.v. de 3e tranche wijzigingen vanuit het activiteitenbesluit. Hier is een dusdanige slag in gemaakt dat we in 2016 een goede kwaliteitsslag denken te kunnen maken nu we de klasse indelingen van de individuele partners beter met elkaar kunnen vergelijken en de klasse indeling zelf kunnen herleiden.
“Het bedrijvenbestand is een belangrijke bron voor de planning en organisatie van de RUD-taken” Verkenning mogelijkheden gelijke inrichting ICT bij alle partners Een goede informatievoorziening is een randvoorwaarde voor een succesvolle organisatie. In het bedrijfsplan van 2012 staat de ambitie om binnen de RUD te komen tot een systeem waarbij alle partners de Wabo-processen, de gegevens en de informatie op eenzelfde manier kunnen registreren en hetzelfde niveau van informatievoorziening hebben. In Twente is er de keuze gemaakt om alle partners binnen de RUD te laten overgaan naar Squit XO en dit systeem vervolgens uniform in te richten en te gebruiken. Hiertoe is ondersteuning geboden aan de partners die nog geen Squit XO hadden (Almelo en Hellendoorn) en heeft de ICS samen met de applicatiebeheerders een inventarisatie gedaan naar inrichting en gebruik van Squit XO. Een van de uitkomsten uit deze verkenning is dat in het kader van de afhandeling
Per 1 januari 2015 is het werkproces voor de uitwisseling van de opdrachten veranderd in die zin dat alle opdrachten lopen via de ICS. Het proces hebben we vereenvoudigd, zodat er wat kortere lijntjes in het proces zijn ontstaan. De ICS heeft een actueel overzicht van alle opdrachten die lopen (de uitwisseling). Vanuit de ICS kan een actueel overzicht richting alle kennispunten worden verstuurd. Dit gaat in 2016 van start. De mogelijkheden hiervoor zijn in 2015 opgestart en in gang gezet. Het aantal opdrachten voor Toezicht is ten opzichte van 2015 verdubbeld. Het aantal opdrachten voor vakinhoudelijke toets is t.o.v. 2015 met 39% toegenomen en voor specialisme met 34%.
Resultaten inzetplanning Toezicht
Vakinhoudelijke toets
Gepland
Specialisme
Uitgewisseld
Verschil
Aantal opdrachten 2015
1.964 4.539
220 10.115
7.909 5.508
-2.206 -2.935
109 721
6.181 -673
Totaal
20.835
Totaal
15.381
Totaal
-5.814
Het verschil van -2.206 uur Toezicht kunnen we, ondanks navraag bij onze partners, helaas niet herleiden. Oorzaken van dit verschil kunnen zitten in o.a.: - Herprioritering - Vergunningsfase loopt nog - Geen registratie bij ICS - Herindeling in klasse Het verschil voor vakinhoudelijke toets en specialisme zijn mogelijk te wijden aan het minder binnenkomen van aanvragen. De verwachting was hoger dan de daadwerkelijk binnengekomen aanvragen/opdrachten.
* Het aantal opdrachten vakinhoudelijke toets is excl. Opdrachten Casemanagement.
8 2015 / RUD JAARVERSLAG
van omgevingsvergunningen bij alle partners het wettelijke gedeelte nagenoeg uniform was ingericht in Squit XO. Op het vlak van organisatorische randprocessen bleek er vaak wel een verschil te zijn in de inrichting van Squit XO. Dit wordt veroorzaakt doordat alle partners organisatorisch anders zijn ingericht. Ook de rol- en taakverdeling onder medewerkers die hetzelfde werk uitvoeren voor de RUD is per partner niet hetzelfde. Ook dit leidt tot een andere inrichting. Op het gebied van toezicht valt er nog winst te behalen in de omgang met de zaaktypen binnen Squit XO. De applicatiebeheerders hebben in 2015 veel aandacht besteed aan het opzoeken van elkaar. De directeur van de RUD Twente heeft een budget ter beschikking gesteld om onderlinge uitwisseling van kennis te stimuleren. Deze kennis maakt al onderdeel uit van onze RUD, waardoor dit niet ingehuurd hoeft te worden. Het delen van deze kennis kan in 2016 nog meer worden opgepakt, waardoor we het netwerk zo goed mogelijk kunnen blijven ondersteunen vanuit de ICT kant. Een netwerkorganisatie stelt andere eisen aan informatievoorziening dan een lijnorganisatie. Dit project is een van de speerpunten die is aangepast nu de staatssecretaris heeft bepaald dat wij per 1 januari 2018 geen netwerkorganisatie meer kunnen zijn. Alle inzichten en uitkomsten die tot nu toe zijn opgehaald, staan klaar voor gebruik in onze nieuwe organisatie.
Pilotprojecten Wabo Het bestuur van de RUD Twente heeft bij de oprichting van het netwerk de intentie uitgesproken om de RUD Twente door te ontwikkelen van BTP+ naar Wabo-breed. Tot nog toe zijn onze taken gericht op de milieutaken. Het streven was om dit naar Wabo-breed uit te laten groeien met taken op het gebied van Bouwen en RO. Wat inhoudt dat ons werkgebied zich zou gaan verbreden. De directeur van de RUD Twente heeft in het kader hiervan aan het bestuur voorgesteld om voor 3 thema’s te onderzoeken
9 2015 / RUD JAARVERSLAG
of doorontwikkeling daadwerkelijk meerwaarde biedt en tot verbetering van kwaliteit leidt. In 2015 is de RUD aan de slag gegaan met 3 pilots. Het gaat om de volgende thema’s: - Constructieve Veiligheid - Juridische expertise - Monumentenzorg Drie werkgroepen zijn in 2015 met deze thema’s aan de slag gegaan. De inzet daarbij was gericht op het tot stand brengen van een efficiënte samenwerking in RUD-verband. De professionals die aan de pilots deelnamen waren zonder uitzondering uitermate positief. We lichten hier de resultaten van 1 van deze werkgroepen eruit; namelijk die van constructieve veiligheid. (
veranderingen maken het nodig dat medewerkers kennis bijhouden. Ontwikkeling en opleiding kan centraal in het kennis platform in beeld worden gebracht en op een doelmatige manier worden georganiseerd en zo nodig ingekocht. De experts met kennis op landelijk niveau kunnen hiervoor ook worden uitgenodigd. Op het gebied van constructieve veiligheid hebben de constructeurs een goede samenwerking gevonden en is men inmiddels bezig aan een bepaling van een gezamenlijk minimum niveau van uitvoering op basis van het Bouwbesluit 2012. En de vorming van een ontwikkeltraject daar naartoe. De gedachte is dat alle aangesloten gemeenten het minimale niveau overnemen in hun uitvoeringsprogramma’s. Het aan de partners beschikbaar stellen van een werkwijze en ondersteunende instrumenten/tooling voor een uitwisseling van werkvoorraad, capaciteit en expertise is niet geconcretiseerd in verband met de externe ontwikkelingen rond de huidige Gemeenschappelijke Regeling (GR).
Effecten voor de samenleving
“Constructieve veiligheid is een zaak van veel betrokkenen”
Constructieve veiligheid
De werkgroep heeft geconcludeerd dat een provinciebrede samenwerking rondom het thema constructieve veiligheid een grote toegevoegde waarde kan hebben. Het aantal constructeurs dat binnen de Overijsselse gemeenten werkzaam is, is beperkt. Het is daarom van groot belang dat zij binnen een kennisplatform hun kennis delen met vakgenoten, inclusief de bouwkundigen en bouwplantoetsers. Van belang daarbij is dat sommige constructeurs zich binnen het vakgebied op bepaalde onderdelen hebben gespecialiseerd. Door een intensivering van de samenwerking komt die specialistische kennis beschikbaar voor alle gemeenten. De beoogde samenwerking behelst het vaststellen van een groeipad naar een minimum uitvoeringsniveau en het uitwisselen van medewerkers (capaciteit), werkzaamheden (werkvoorraad) en kennis. Wet- en regelgeving is constant in beweging. Deze
De deelnemers aan de werkgroep Constructieve Veiligheid signaleren gezamenlijk dat een effectieve bundeling van kennis en expertise van groot belang is voor de kwaliteit en veiligheid in zowel bestaande- als nieuwbouw. De overheid dient als bevoegd gezag het voortouw te nemen in het proces en de burger geen schijnveiligheid te bieden. De verwachte kwaliteit moet ook waar gemaakt worden.
Ketentoezicht en informatiegestuurde handhaving Efficiënt en effectief toezicht vraagt om onderbouwde keuzes. Doen we de juiste dingen? Vallen we de goedwillenden minder lastig, waardoor bedrijven en/of activiteiten die écht risicovol zijn en aandacht nodig hebben krijgen waar ze “recht” op hebben? Houden we daarbij rekening met alle (milieu) risico’s of kijken we alleen naar ons eigen werkveld? Met (proactieve) analyse van gedeelde informatie ontstaan er kansen om samen de beste keuzes te maken.
In 2015 hebben we concrete stappen gezet in de door ontwikkeling van risico- en informatiegestuurde handhaving. Door informatie te verzamelen, te delen, te veredelen en te analyseren hebben we een aantal casussen op kunnen pakken die anders wellicht niet in beeld waren geweest. Dat komt enerzijds door het feit dat we niet altijd over de juiste informatie beschikten en anderzijds door dat we hoofdzakelijk werken met een “statische” planning. Wat inhoudt dat wanneer een bedrijf of activiteit al is gecontroleerd, er verder in het jaar minder aandacht voor het bedrijf en haar activiteiten is. Dit brengt het risico met zich mee dat bepaalde signalen
Constructieve veiligheid is een zaak van veel betrokkenen. De keten is lang, de communicatie vaak gebrekkig en de verantwoordelijkheid diffuus. Dat terwijl het bij constructieve veiligheid vooral om de samenhang van het geheel gaat. Leveranciers van de deelproducten zetten allemaal hun eigen ‘deelconstructeurs’ in. Uit onderzoek blijkt, dat het ontbreken van voldoende regie over de samenhang van alle deelconstructies tot veiligheidsproblemen en zelfs instortingen leidt. Nu vult de overheid de rol in die de markt laat liggen. Onder invloed van marktwerking en deregulering komt in ons land de verantwoordelijkheid steeds meer bij de vergunninghouder te liggen. De vergunninghouder moet dan wel de diverse betrokken partijen in zijn bouw aansturen. Naast het besef speelt hier ook de financiële investeringen een rol.
niet worden gezien of opgepakt . Want wat je niet weet, zie je niet. Door de huidige informatieuitwisseling met onze externe partners zijn dit jaar enkele niet-nalevers nader onderzocht. Het is een kleine stap in de goede richting. Wij hebben de ambitie om deze richting verder te willen ontwikkelen en uit te bouwen.
Barrièremodel Informatiegestuurde handhaving vraagt ook om verandering van werkprocessen en gedrag. Om die veranderingen te steunen en de samenwerking te versterken hebben we
samen met onze Gelderse partners in 2015 een barrièremodel ontwikkeld ten behoeve van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de keten van de co-vergisting. Als basis voor dit barrièremodel is gebruik gemaakt van de eerder gemaakte tactische analyse co-vergisting. Het gehele proces (keten) is in kaart gebracht en per onderdeel is aangegeven welke partner een mogelijkheid heeft om in te grijpen. Het doel van het barrièremodel is om overtredingen en misdrijven binnen de keten van het co-vergistingsproces zoveel mogelijk vóóraf tegen te houden.
Barrièremodel Kartonnen kokervloer stadhuis gemeente Almelo
Een barrièremodel is een manier om te bepalen welke barrières veiligheidspartners kunnen opwerpen tegen criminele activiteiten. Het gehele criminele proces wordt in kaart gebracht en per onderdeel wordt gekeken wie een mogelijkheid heeft om in te grijpen.
10 2015 / RUD JAARVERSLAG
11 2015 / RUD JAARVERSLAG
Grondstromen
Met grondstromen wordt bedoeld: het ontgraven, bestemmen, opslaan, vervoeren en storten van grond. Voor deze handelingen met grond gelden wettelijke regels om te voorkomen dat de bodem (verder) verontreinigd raakt.
Het model visualiseert de werkwijze binnen het covergistingsproces. Omdat het barrièremodel niet is gericht op de afzonderlijke delicten, maar een heel proces in kaart brengt, komen er partijen in beeld die bewust of onbewust hun medewerking verlenen. De maatregelen in het barrièremodel gaan deze facilitering tegen.Het model helpt betrokken organisaties om per productiefase te beoordelen wie de beste kaarten heeft om een barrière op te werpen. Maar het geeft hen ook handvatten om partners te informeren en aan te spreken op hun rol. Het model is beschikbaar via www. barrieremodellen.nl.
KETEN
Co-vergisting
Is een proces waarbij ‘groene’ energie wordt opgewekt uit het vergisten van minimaal 50% dierlijke mest en maximaal 50% van een ander organisch product. In een co-vergister mogen, naast mest, alleen specifieke organische producten worden verwerkt.
Ketenprojecten zijn projecten waarbij meerdere partijen zijn betrokken. Denk hierbij aan de externe partners zoals de politie, brandweer en dergelijke. Bepaalde onderwerpen lenen zich voor een dergelijke integrale aanpak. Denk hierbij aan asbestverwijdering, co-vergisting en grondstromen. Ketenprojecten draaien op deze gegevens: informatie, kennis, het delen daarvan en zijn een duidelijk zichtbaar resultaat van risico- en informatiegestuurde handhaving. In 2015 is de balans opgemaakt van het ketenproject ‘grondstromen’. De eigen toezichtsresultaten zijn verrijkt met externe informatiebronnen waardoor we een completer beeld hebben gekregen van het naleefgedrag in de keten van grondstromen. Dit heeft geleid tot een advies voor nader onderzoek bij een aantal bedrijven. Om het zicht en toezicht op grondstromen te verbeteren is er in 2015 overgegaan tot de aanschaf van een digitaal systeem, Partijregistratie.nl. Op basis van de verkregen informatie kan o.a. geanalyseerd worden welke partijen het volume van het bodemkwaliteitsbewijs overschrijden, welke transporten verdacht zijn en welke actoren hierbij betrokken zijn. Eind 2015 heeft een evaluatie van dit systeem plaatsgevonden. De resultaten daarvan worden gebruikt voor de verbetering van dit registratiesysteem. Een bruikbare stap richting informatiegestuurde handhaving. (
12 2015 / RUD JAARVERSLAG
13 2015 / RUD JAARVERSLAG
Kennispunt Agrarisch IPPC3 Twente In het bedrijfsplan voor de netwerk RUD Twente is vastgelegd dat de vergunningverlening-, toezicht- en handhavingstaken (VTH) op grond van de milieuregels bij agrarische IPPC bedrijven ondergebracht dient te worden bij een kennispunt. De gemeente Hof van Twente fungeert als gastheer voor dit kennispunt.
Het kennispunt is in 2013 gestart. Aan de hand van de door de partners opgegeven werkvoorraad VTH is de workload voor het kennispunt bepaald. Het kennispunt wordt bemenst door 9 enthousiaste collega’s, 5 vergunningverleners en 4 toezichthouders. Binnen het gebied van RUD Twente zijn circa 160 agrarische IPPC bedrijven gevestigd. In het kennispunt zijn voor zowel vergunningverlening als voor Toezicht/Handhaving werkafspraken gemaakt. Deze zorgen voor een uniforme werkwijze, het actueel houden van de formats en het inspelen op wijzigingen in de regelgeving en procedures. Tijdens de overleggen worden ervaringen gedeeld en kennis uitgewisseld. De frequent wijzigende regelgeving zorgt voor een verzwaring in de taken van de vergunningverlener en toezichthouder. Het wordt door de agrariërs ervaren als de zoveelste wijziging in een kort tijdsbestek. Van de kennispuntmedewerkers wordt verwacht deze wijzigingen helder en gemotiveerd te kunnen uitleggen aan de ondernemers. Het vereist actuele kennis en goede communicatieve vaardigheden van de kennispuntmedewerkers. Hiervoor is periodiek training nodig. Inmiddels zijn de toezichthouders van het kennispunt uitgerust met een multigasmeter. Met deze meter kan de goede werking van luchtwassers worden geverifieerd. Tevens kan deze meter de toezichthouder waarschuwen voor gezondheid bedreigende gassen. Het meten wordt in vele
Agrarisch IPPC Toezicht Vakinhoudelijke toets
Gepland 1.428 3.163
Uitgewisseld 1.194 3.247
Verschil -234 84
- K anttekening bij de uren van agrarisch IPPC, dit zijn de totale uren, dus uren in eigen huis en uren uitwisseling. Het KP dient alle opdrachten in bij de ICS.
gevallen als positief ervaren door de ondernemers, zij hebben veelal zelf onvoldoende inzicht in de werking van de systemen en de eventuele gevaren die kunnen optreden. Men ervaart een grotere diepgang van de controles met name betrekking hebbend op groenlabel- en luchtwassystemen. RESULTATEN 2015:
Vergunningverlening (vakinhoudelijke toets) Aan de hand van de door de partners opgegeven werkvoorraad voor vergunningverlening zijn in 2015 3.163 uren begroot. De daadwerkelijke workload in 2015 bedroeg overeenkomstig de RUD kentallen 2.553 uren. Het plannen van te verwachten aantallen procedures is een lastige zaak. De inschatting gebeurd op basis van het gemiddelde van het aantal aanvragen in voorgaande jaren en de wijziging in wet- en regelgeving. Daarnaast spelen andere factoren zoals de economie een rol in het aantal aanvragen. Er zijn in 2015 42 procedures gestart, hiervan zijn er 20 afgerond. Hiervoor waren 974 geregistreerde uren benodigd. De overige 22 procedures lopen door in 2016.
Gelet op de lange doorlooptijden van de aanvragen zijn er in 2015 ook procedures van voorgaande jaren afgerond.
Toezicht en handhaving De begrote werkvoorraad op het gebied van toezicht en handhaving is in 2015 begroot op 1.600 uren. De daadwerkelijke workload bedroeg echter ca. 1.350 uren. Door de toezichthouders zijn voor de partnergemeenten 19 bedrijfsinspecties uitgevoerd. Hiermee zijn ca 350 uren gemoeid. Binnen de eigen gemeenten zijn door de toezichthouders 62 inspecties uitgevoerd. Hiervoor waren ca. 1.000 uren benodigd. Wij verwachten dat het verschil in de begrote uren en de werkelijke uren op termijn kleiner is als meer ervaring is opgedaan in het plannen van het werk in relatie tot de daarvoor benodigde uren. Het kennispunt Agrarisch IPPC werkt graag samen met andere taakvelden en staat open voor feedback om de uitvoering van de werk zaamheden op een adequaat kwaliteitsniveau te houden. (
3 De IPPC-richtlijn staat voor Integrated Pollution Prevention and Control, geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging. Ze maakt deel uit van het Europese milieurecht. Ze bestaat uit een set regels om industriële installaties te controleren. Het doel van de richtlijn is het minimaliseren van de vervuiling afkomstig van verschillende industriële en agrarische bronnen.
14 2015 / RUD JAARVERSLAG
15 2015 / RUD JAARVERSLAG
Kennispunt brandveiligheid: veelzijdig in (brand)veiligheid Het kennispunt brandveiligheid is in Twente ondergebracht binnen brandweer Twente, welke onderdeel uitmaakt van Veiligheidsregio Twente. Binnen brandweer Twente is alle brandweerzorg4 in Twente ondergebracht, waaronder alle 31 kazernes. De aanwezigheid van het kennispunt Brandveiligheid binnen de brandweer heeft als groot voordeel dat gebruik kan worden gemaakt van niet alleen de kennis over het voorkomen, beperken en beheersen van onveilige situaties, maar ook de kennis van het daadwerkelijke optreden bij incidenten. Andersom is de aanwezigheid van het kennispunt van belang voor de informatievoorziening voor het optreden bij incidenten.
Met de regionalisering van de brandweerzorg heeft Brandweer Twente de voorlichting aan burgers en bedrijven (Brandveilig Leven) als één van haar speerpunten benoemd, om zodoende meer nadruk op het voorkomen en beperken van brand te leggen. Ook is het inrichten en prioriteren van de taken van de brandweer op basis van (het analyseren van) informatie een speerpunt. Daarmee maakt het kennispunt Brandveiligheid deel uit van een organisatie die meer doet op het gebied van brandveiligheid dan alleen het basistakenpakket van de RUD. Dat komt enerzijds door taken die zijn vastgelegd in wet- en regelgeving en anderzijds doordat Brandweer Twente veel taken op het gebied van (brand) veiligheid uitvoert voor de bevoegde gezagen; de gemeenten in Twente.
Enkele taken van ons zijn: - Adviseren bij de vestiging van een nieuw bedrijf met gevaarlijke stoffen. - Adviseren bij een bestemmingsplan langs een spoorweg voor vervoer van gevaarlijke stoffen. - Inspecteren en handhaven bij bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken en vallen onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (Brzo). - Adviseren bij gebouwen op het gebied van brandveiligheid, bij evenementen en in de ruimtelijke ordening op bluswatervoorziening en bereikbaarheid.
Samenwerking met kennispunt Externe Veiligheid In 2015 is de verbinding gezocht met producten van het kennispunt Externe Veiligheid. Bij veel plannen en vergunningen waar externe veiligheid een rol speelt zal een gemeente tegelijkertijd van het kennispunt Externe Veiligheid als de brandweer een advies nodig hebben. Om te voorkomen dat zaken uit elkaar lopen, hebben de beide kennispunten de producten naast elkaar gelegd en gekeken waar relaties liggen. Deze zoektocht moet uiteindelijk uitmonden in een structurele afstemming op het moment dat producten bij één van de twee kennispunten worden aangevraagd.
Samenwerking veiligheidsregio’s in Oost-Nederland Binnen het werkveld van omgevingsveiligheid is er sprake van veel specialistische onderwerpen, met name op het gebied van milieu en externe veiligheid. Om de robuustheid van de dienstverlening te vergroten wordt de samenwerking opgezocht met de veiligheidsregio’s in heel Oost-Nederland. Het gaat om de vijf veiligheidsregio’s die binnen Gelderland en Overijssel actief zijn, te weten Gelderland-Midden, Gelderland-Zuid, Noord- en Oost-Gelderland, IJsselland en Twente. Voor Brzo is er al meerdere jaren sprake van een intensieve samenwerking, waarbij inspecteurs ook in andere regio’s op bezoek gaan bij bedrijven. Inmiddels hebben de vijf veiligheidsregio’s ook voor omgevingsveiligheid een samenwerkingsconvenant opgesteld. Met het convenant wordt geprobeerd te komen tot verdere uniformiteit, kennisdeling en samenwerking op het gebied van omgevingsveiligheid tussen de vijf betrokken regio’s. (
Afgegeven adviezen in 2015 Evenementen
1225 149 181 861 32
Veilig bouwen Ruimtenlijke veiligheid Kennispunttaak binnen Ruimtenlijke veiligheid
4 Onder brandweerzorg valt het geheel van voorkomen, beperken en bestrijden van brand en het beperken en bestrijden van ongevallen die een gevaar voor mens en dier kunnen opleveren.
16 2015 / RUD JAARVERSLAG
17 2015 / RUD JAARVERSLAG
Kennispunt Externe Veiligheid Externe veiligheid gaat over de risico’s voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke stoffen zijn bijvoorbeeld vuurwerk, lpg of munitie. Het vervoer van die stoffen kan over weg, water en spoor of door buisleidingen gaan.
In het kennispunt wordt robuustheid gecreëerd door kennis te clusteren, minimaal op het niveau dat voor de kwaliteitscriteria vereist is. Zo wordt een specialisme gebundeld op taken waardoor de RUD als geheel voldoet aan de landelijke eisen. Het kennispunt coördineert de uitvoering van taken, zorgt dat deskundigen elkaar versterken en vanuit eenheid werken. De werkzaamheden waarvoor het kennispunt wordt ingeschakeld vereist hoog specialistische kennis van het vakgebied. Daar komt bij dat een onjuiste interpretatie van de externe veiligheidsaspecten grote gevolgen kan hebben voor de maatschappij. Denk hierbij aan de vuurwerkramp in Enschede of de brand in Moerdijk. Door kennis te bundelen bij worden risico’s op een juiste wijze beoordeeld en de partners van kwalitatieve adviezen voorzien. Het kennispunt voert werkzaamheden uit voor de beide RUD’s in Overijssel en de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. De 9 medewerkers van het kennispunt zijn afkomstig uit alle 3 geledingen. Het kennispunt heeft het afgelopen jaar flink aan de weg getimmerd. Hieronder de belangrijkste activiteiten van het afgelopen jaar:
Advisering in algemene zin Evenals voorgaande jaren is het kennispunt door de diverse partners benaderd voor de specialistische advisering op het gebied van Externe Veiligheid. Dit betref zowel maatwerkopdrachten als PDC-producten.
Uitvoering MEVO Met het Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel wordt een impuls gegeven aan het externe veiligheidsniveau in Overijssel. De hierin opgenomen ambities worden amen met de beide RUD’s uitgevoerd. Uit afgelopen jaar blijkt dat helaas nog niet alle partners gebruik maken van de mogelijkheden die wij kunnen bieden. Het nog niet aangehaakt zijn van alle partners betekent dat het kennispunt niet ten volle wordt benut en blijft er gereserveerd budget ongebruikt. Om het programma te promoten en onder de aandacht te brengen over de voordelen is er een folder verspreidt. De werkzaamheden die het kennispunt voor de gemeenten uitvoert, komen voor vergoeding vanuit het MEVObudget in aanmerking. Welke bedragen per gemeente zijn gemaximeerd.
Verbetering Verantwoording Groepsrisico In 2010 heeft een landelijke evaluatie plaatsgevonden van de verantwoordingsplicht groepsrisico. En heeft er in 2014 een visitatie plaatsgevonden bij alle gemeenten binnen de Provincie Overijssel. Hierbij is getoetst of externe veiligheid voldoende verankerd is in de gemeentelijke producten. Uit de evaluatie en visitatie is geconcludeerd dat de verantwoordingsplicht inclusief het advies van de veiligheidsregio in de meeste gevallen wordt meegenomen maar dat er nog wel wat verbeterpunten zijn om te kunnen voldoen aan wet- en regelgeving. In 2015 is het kennispunt gestart met de uitvoering van het MEVO-project “Verbetering Verantwoording Groepsrisico”.
In dit kader worden best practices verzameld en tools ontwikkeld. Doel is dat in 2018 externe veiligheid (aantoonbaar) is geborgd. De oriëntatiefase is inmiddels afgerond. De feitelijke uitvoering wordt in 2016 ter hand genomen.
Op deze wijze wordt geleerd van elkaar en vindt onderlinge afstemming plaats. Uiteindelijk resulteert dit in borging van de kwaliteit en uniformering van de advisering. Dit is in ieders belang.
Cursus RBM II
Externe veiligheid
RBM II is het voorgeschreven softwareprogramma waarmee inzicht wordt verkregen in de risico’s van vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, de vaarwegen en de weg. En om deze risico’s te kunnen berekenen. De medewerkers van het kennispunt zijn bijgeschoold in het gebruik van de vereiste rekenmodellen en handleidingen, waardoor de kwaliteit van de advisering toeneemt.
Aantal uren
Cursus Externe Veiligheid voor Casemanagers en Vergunningverleners Op verzoek van diverse bevoegde gezagen heeft het kennispunt in nauwe samenwerking met het kennispunt Brandveiligheid een 2-daagse cursus externe veiligheid georganiseerd. De cursus is op maat gemaakt voor casemanagers en vergunningverleners. Hierbij zijn vooral de algemene kennis en praktijksituaties aan bod gekomen. Denk hierbij aan: - Een inbreiding langs een spoorlijn - Een aanvraag van een bedrijf om 12 ton gevaarlijke stoffen op te mogen slaan - De verplaatsing van een LPG-tankstation.
Gepland 184
Uitgewisseld 229
Verschil 45
Vooruitblik voor 2016 - Verdere professionalisering van het kennispunt - Advisering aan partners (in de ruimste zin des woords) - Uitvoering MEVO-projecten (Risicokaart; Verbetering Groepsrisico) - Bijdrage aan landelijke projecten (aanpasingen PGS-en Modernisering Omgevingsveiligheid )
Samenwerken door samen te werken De leden van het kennispunt komen 1 keer per 6 weken een hele dag bij elkaar. Deze dag wordt gebruikt om te sparren over lopende zaken, casuïstiek te bespreken, ervaringen uit te wisselen en bij te praten over nieuwe wet- en regelgeving.
Staand van links naar rechts: Henk van Marle coördinator kennispunt (provincie), Marcel Groeneveld (Almelo), Henry Hiltjesdam (provincie), Debby Mulder (ODRN), Erik Lambrechts (ODRN) Zittend van links naar rechts: Hans Broshuis (provincie), Hans Bisseling (Deventer), Roy Kuipers (Enschede) Op de foto ontbreken: Mark Geurts (ODRN), Peter Oldersma (Steenwijkerland)
RUD Twente is gevestigd in Almelo Bezoekadres Twentheplein 9, 7607 GZ Almelo Postadres Postbus 5100, 7600 GC Almelo E-mail
[email protected] De informatie-, coördinatie- en sturingseenheid (ICS) bestaat uit 5 medewerkers. Hieronder tref je onze gegevens:
Cora Smelik
Herbert Pluimers
directeur
[email protected]
medewerker kwaliteit en innovatie Werkdagen ma, di, woe & do
[email protected] 06 469 388 15
Majella Schreurs directiesecretaresse Werkdagen ma, di, do & vrij
[email protected] 06 552 278 94
Edwin Lipholt informatieanalist/-makelaar
[email protected] 06 123 173 44
Kirsten de Bone coördinator Werkdagen ma, di & do
[email protected] 06 319 976 67
Voor vragen en dergelijke omtrent de planning graag je mail sturen aan
[email protected] Voor algemene vragen kun je een mail sturen aan
[email protected]
Bedrijvenbestand Verdieping en optimalisatie PDC
Successen 2015
Afronden inzetprocedure Vereenvoudigen inventarisatietool Barrièremodel Cursus Externe Veiligheid en Brandveiligheid