energie voor de toekomst
samenwerking loont
samenwerking loont
thematitel
energie voor de toekomst
3
Energie voor de toekomst is een initiatief van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude en de Omgevingsdienst West-Holland.
www.odwh.nl/energievoordetoekomst
Scan de QR-Code voor de digitale versie
inhoud
BEDRIJVEN
Voorwoord: Duurzaamheid, een economische kans
4
Introductie: Met elkaar het volgende zetje geven
6
BESTAANDE WONINGEN
Energiebesparing in huis
8
Zonnepanelen worden goedkoper
16
Regionale aanpak woningeigenaren werkt
18
CO2-monitor Alle informatie binnen handbereik
20
Goede score voor Energieservicepunt
22
Kansen enorm voor woningcorporaties
24
Voorlichting is essentieel
26
Resultaten
28
Branchegerichte aanpak werkt het beste
30
Dagafdekking koelmeubelen, samen een geweldige prestatie geleverd
36
Met achterblijvers aan de slag
38
Bloembollensector en duurzame energie
42
Duurzaamheid is altijd onze uitgangspositie 46 Nacht van de Nacht
48
Tien tips voor energiezuinige verlichting en voorkomen lichthinder
50
Resultaten
52
DUURZAME ENERGIEPRODUCTIE
Grootschalige initiatieven sorteren effect
54
We laten zien dat afvalscheiding loont
62
Biomassa geschikt voor allerlei toepassingen 64 Resultaten
66
DUURZAME OVERHEID
DUURZAME MOBILITEIT
Samenwerking van regionale gemeentenetwerken
68
Schone en duurzame vervoermiddelen in opmars
102
Licht in ’t Zicht gaat over wat kan, niet over wat moet
76
We zijn op een rijdende trein gesprongen
110
Gemeentelijke gebouwen op weg naar klimaatneutraal
We geloven in groengas
112
78
ICT-project bij gemeente Katwijk, leerzaam en leuk
We staan op de drempel van enorme veranderingen
114
80
Resultaten
84
Elektrische scooter is een zuinig, stil en schoon alternatief
116
Resultaten
118
Slotbijeenkomst: Samenwerken is het sleutelwoord
120
Colofon
123
NIEUWBOUW
Gemeenten en woonwijken aan de slag met duurzame gebiedsontwikkeling
86
Regionale energievisie, werk samen om duurzame energiekansen optimaal te benutten!
94
Hoge duurzaamheidsambities en participatie gaan bij ons samen
98
Resultaten
100
Derk Eskes
directeur Omgevingsdienst West-Holland
Duurzaamheid, een economische kans
4 voorwoord
Met gepaste trots presenteer ik met deze uitgave de resultaten van vier jaar samenwerken aan klimaatprojecten. Het regionale Klimaatprogramma, dat liep van 2008 tot 2012 en bekend staat als Energie voor de toekomst, was ambitieus en veelomvattend. Door de unieke bundeling van overheid, bedrijven en inwoners zijn in de regio veel resultaten bereikt om CO2-uitstoot te verminderen. Resultaten die de komende jaren de basis
vormen om nog meer energiebesparing en duurzame energie te realiseren. De ambitie van het Klimaatprogramma is onverminderd van kracht: veertig procent CO2-reductie in 2030. De projecten die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, hebben in belangrijke mate de randvoorwaarden gecreëerd voor gemeenten om die ambitie verder te realiseren. We hebben handvatten ontwikkeld, die gemeenten de komende jaren kunnen inzetten. Denk aan duurzame onderhoudsplanningen voor gemeentelijke gebouwen, handleidingen voor het plaatsen van oplaadpunten voor elektrisch vervoer en een Regionale Energievisie die gemeenten kunnen gebruiken bij de uitwerking van hun structuurvisies.
In de regio zien we vele mooie voorbeelden, zoals Heineken en AKZO die op eigen initiatief werken aan windmolens op hun terrein. Maar ook inwoners die gezamenlijk plannen uitwerken om hun woning energiezuinig te
maken. De rol van de lokale overheid verandert daarbij van dirigerend naar faciliterend. We merken dat de tijdsgeest rijp is om grote stappen te zetten. Het is aan u om projecten tot bloei te laten komen. Dat is een uitdaging. Gemeenten kunnen de opbrengst van de afgelopen jaren verzilveren door samen te werken in de regio. De Omgevingsdienst West-Holland staat ook de komende jaren voor u klaar om u daarbij te ondersteunen met kennis en kunde. Ik wens u veel succes bij het realiseren van uw duurzame ambitie.
Derk Eskes
voorwoord
De wereld om ons heen is de laatste jaren sterk veranderd. Tijdens de slotbijeenkomst van Energie voor de toekomst op 15 november 2012 hebben we gezien wat de ontwikkelingen zijn rondom duurzaamheid en welke nieuwe mogelijkheden zich aandienen. Duurzaamheid in het algemeen is veranderd van een milieuvraagstuk naar een economische kans. Steeds meer bedrijven en organisaties nemen zelf het initiatief om energie te besparen of duurzame energie te realiseren. Voor sommige projecten levert dit ook werkgelegenheid op.
5
Leo Maat ambassadeur Klimaatprogramma
en wethouder milieu gemeente Leiderdorp
Met elkaar het volgende zetje geven 6 introductie
Leo Maat was als ambassadeur nauw betrokken bij het Klimaatprogramma. De wethouder kijkt tevreden terug op een periode waarin een goede basis is gelegd voor de toekomst.
Wat is de meerwaarde van de regionale samenwerking? ‘De Omgevingsdienst voerde de projecten uit en stond altijd klaar met advies. Bovendien verrichtte zij een belangrijk deel van de communicatie. Anders hadden de vijftien gemeenten allemaal zelf het wiel moeten uitvinden. Kijk naar de website van Energie voor de toekomst. Daar stonden bijzonder veel projecten waar je inspiratie uit haalt en van leert. Verder konden gemeenten en de Omgevingsdienst met elkaar projecten oppakken en promoten. De acties rondom elektrische scooters en energiebesparing zijn daar goede voorbeelden van. Daarnaast was er sprake van kennisuitwisseling. Zo hebben ambtenaren van verschillende gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de straatverlichting met elkaar om tafel gezeten.’
‘Ik was het bestuurlijke gezicht naar buiten toe. Ik ben jurylid geweest van de ondernemersprijs voor duurzaamheid in de Bollenstreek en bij de Milieubende, een actie voor de jeugd. Daarbij heb ik veel contact gezocht met collega-bestuurders om projecten gezamenlijk op te pakken.’
Is het een succesvolle periode geweest? ‘Ja, en dat terwijl wij wind tegen hebben gehad. Het valt niet mee om na te denken over projecten die pas op termijn iets opleveren, terwijl wij door het rijksbeleid zwaar meedelen in de financiële malaise. De initiatieven uit de samenleving hebben echter enorm geholpen. Vooral het bedrijfsleven speelde een sleutelrol. Denk aan
bedrijven die zich hebben verenigd in de mobilitietswerkgroep. Maar ook de koplopersrol van de Rijnland Zorggroep met haar beleid op het gebied van duurzaamheid en Heineken met hun windmolenproject en de samenwerking met lokale agrariërs zijn goede voorbeelden.’
Hoe ziet u de toekomst na het Klimaatprogramma? ‘Positief. Steeds meer mensen zien in dat grondstoffen en energie eindig zijn. We moeten omschakelen naar duurzame oplossingen. Kijk bijvoorbeeld naar de opkomst van schone mobiliteit. Dat is een revolutie qua CO2-reductie. Met elkaar hebben wij een goede basis gelegd. Nu is het belangrijk dat gemeenten de volgende stap zetten.’
introductie
Wat was uw rol als ambassadeur?
7
bestaande woningen Energiebesparing in huis
8
?!
bestaande woningen
energieservicepunt
ontzorgen
dakisolatie
zonne-energie
bestaande woningen
hr++ -glas
9
gevelisolatie vloerisolatie warmte-koude opslag
bestaande woningen, energiebesparing in huis
10 bestaande woningen
Het energiezuinig maken van woningen door het nemen van duurzame maatregelen was een belangrijk thema binnen Energie voor de toekomst. Vooral bij natuurlijke momenten zoals een verbouwing of verhuizing is het voordelig de energieprestatie van een woning te verbeteren. Het energieservicepunt kan hierbij ondersteunen met informatie en advies. Het thema bestaande bouw is verantwoordelijk voor 29 procent van de reductiedoelstelling van Energie voor de toekomst. Om deze doelstelling te halen, is het belangrijk dat woningeigenaren energiebesparende maatregelen (laten) uitvoeren. Met het Klimaatprogramma, gebaseerd op het maken van afspraken met corporaties, het ontzorgen van particulieren en het communiceren over gebruikersgedrag, is een eerste stap gezet. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen een individuele, een wijkgerichte en een thematische aanpak.
Winst was er voorafgaand aan het project vooral te behalen met energiezuinige maatregelen als isolatie en HR++-glas, (waterzijdig) inregelen van de verwarmingsinstallaties (afstemmen van warmteafgifte per ruimte op de warmtebehoefte), zonne-energie, warmteterugwinning uit douchewater en micro-warmtekrachtkoppeling (een HR-ketel die elektriciteit en warmte produceert). De focus lag vooral op isolatie. Het Energieservicepunt is voor inwoners een belangrijke informatiebron voor energiebesparing. Zij kunnen hier terecht voor besparingsmogelijkheden en bewonersgedrag in relatie tot energiegebruik. Bovendien biedt het praktische hulp bij het uitvoeren van energiebesparende maatregelen. De Omgevingsdienst zette de website www.energievoordetoekomst.nl op en hield deze actueel tot eind 2012. Ook houdt ze nauwgezet de kosten en besparingscijfers bij van isolerende en duurzame maatregelen.
bestaande woningen
Focus
11
Campagnes De Omgevingsdienst heeft woningeigenaren via diverse campagnes aangespoord om besparende en/of duurzame maatregelen te treffen. Er zijn acties opgezet voor onder andere isolatie, energiebesparing en groene stroom. Soortgelijke informatie is ook gecommuniceerd naar woningcorporaties. Ook is de Omgevingsdienst het gesprek aangegaan met woningcorporaties en gemeenten om hen te adviseren over de energie- en duurzaamheidsparagraaf in de prestatieafspraken.
12 bestaande woningen
Door de grootschalige aanpak hebben veel inwoners maatregelen genomen of geven aan nog maatregelen te willen nemen. Bovenal is er een duidelijke bewustwording ontstaan bij zowel woningcorporaties als woningeigenaren over mogelijkheden voor energiebesparing en het gebruik van duurzame energie. Nu de bewustwording is gegroeid, wordt het tijd om te oogsten. De focus kan daarbij liggen op het benaderen van specifieke doelgroepen. Over het algemeen is er in de afgelopen vier jaar een goede basis gelegd. Dit kan in de toekomst verder worden uitgebouwd. Duurzaamheid wordt daarnaast steeds meer een economische kans. Meer en meer marktpartijen bieden ontzorgmodellen aan en er ontstaat synergie tussen gemeenten en bedrijven. Wanneer kansen worden benut, wordt de werkgelegenheid gestimuleerd, het wooncomfort bevorderd en worden de woonlasten beperkt.
bestaande woningen
Aangevraagde offertes per maatregel bij het energieservicepunt in het jaar 2010
13 HR++-glas gevelisolatie dakisolatie vloer- en bodemisolatie zonneboiler hr-ketel met zonneboiler zonnepanelen 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450
14
bestaande woningen
bestaande woningen
15
project Hillegom Zonnepanelen op flats van woningcorporatie Stek aan de Mesdaglaan foto: Thomas van ‘t Wout
Thomas van ’t Wout voormalig projectmanager en René de Winter huidig projectleider woningcorporatie Stek
Zonnepanelen worden goedkoper
16 bestaande woningen
Woningcorporatie Stek, actief in de gemeenten Teylingen, Lisse en Hillegom, heeft de lat voor energiebeleid hoog gelegd. In 2018 moeten al hun woningen energielabel C of hoger hebben. Met het plaatsen van zonnepanelen op zeven flats aan de Mesdaglaan in Hillegom is een goede stap gezet, vinden Thomas van ’t Wout en René de Winter.
Jullie vinden duurzaamheid en energiebesparing belangrijk? ‘Stek wil een bijdrage leveren aan het verlagen van woonlasten voor huurders door woningen energiezuinig te maken en duurzame materialen toe te passen die het milieu minimaal belasten.’
Waarom hebben jullie voor deze flats gekozen? ‘Het zoeken naar de juiste woningen vergt het meeste werk. Je moet onderzoeken of de zonligging goed is en of de dakbedekking voldoet en niet op korte termijn vervangen moet worden. De flats aan de Mesdaglaan bleken uitermate geschikt. Zij zijn onlangs geheel gerenoveerd.’
‘Dat valt mee. We hebben een bedrijf in de arm genomen voor de techniek. Wij hebben zelf berekend of het plaatsen van zonnepanelen financieel haalbaar en op termijn kostendekkend is. Alles bij elkaar waren we in een half jaar klaar.’
Hoe reageren de inwoners? ‘Wij hebben goede afspraken gemaakt met de bewonerscommissie. De stroom die we opwekken wordt gebruikt voor de gemeenschappelijke voorzieningen, zoals de lift. Wij garanderen dat wij altijd vijftien procent goedkoper zijn dan de marktprijs. Daarbij zien velen ook het milieuvriendelijke aspect.’
Gaan jullie meer zonnepanelen plaatsen in de regio? ‘We blijven onderzoeken waar het rendabel is om zonnepanelen te plaatsen. Door dalende kosten voor zonnepanelen en de stijging van elektriciteitsprijzen wordt het steeds gunstiger.’
bestaande woningen
Is het een lang proces om zonnepanelen te plaatsen?
17
Rommie van Rossem projectleider thema bestaande woningen Omgevingstdienst
regionale aanpak woningeigenaren werkt
18 bestaande woningen
Bij woningeigenaren was en is nog veel winst te behalen op het gebied van duurzaamheid. De Omgevingsdienst heeft zich dan ook actief ingezet om deze groep te bereiken en tot actie te bewegen. Rommie van Rossem blikt terug.
Hoe zijn jullie te werk gegaan? ‘Met diverse campagnes zijn huiseigenaren benaderd om energiebesparende- of duurzaamheidsmaatregelen te nemen. Eerst is een selectie gemaakt van het koopwoningenbestand met een bouwjaar tussen 1945 en 1985, ongeveer de helft van het woningbestand. Via de regionale wijkgerichte benadering hebben wij deze inwoners benaderd met een verwijzing naar het Energieservicepunt. Daar konden zij offertes aanvragen bij bedrijven uit de regio. Door de gezamenlijke aanpak konden we bij die bedrijven vaak korting bedingen op bijvoorbeeld isolatiemateriaal.’
‘Er is een duidelijke bewustwording ontstaan bij huiseigenaren. Met minder projectkosten dan bij wijkgerichte aanpakken elders in het land, hebben we met onze grootschalige aanpak een beter resultaat behaald. Daar zijn we trots op. De acties werkten als een olievlek. Uit een enquête die we hebben gehouden, bleek dat veel mensen nog van plan waren energiebesparende maatregelen voor hun huis te nemen of dat ze hiervoor een opdracht aan een andere partij hadden verstrekt.
Welke kansen zijn er voor de toekomst? ‘We kunnen nog veel bereiken binnen de bestaande bouw. Een integrale wijkgerichte aanpak biedt daarbij kansen. Dit kan door alle mogelijke partijen in en rondom de wijk samen te brengen en vervolgens te inventariseren welke kansen er liggen. Een voorbeeld daarvan is het benutten van restwarmte. Ook kunnen wij per woningtype inzichtelijk maken wat de mogelijkheden zijn tot verduurzaming en wat de uitbreidingsmogelijkheden zijn. Dit kun je vastleggen in een keuzelijst met kosten en besparingscijfers. Om dit vervolgens met de inwoners te bespreken en tot een persoonlijk voorstel te komen. Iemand die op basis hiervan zijn huis compleet heeft aangepast, is een uitstekend ambassadeur voor de rest van de wijk.’
bestaande woningen
Welk resultaat hebben jullie geboekt?
19
Ruud van Vliet programmaleider
Klimaatprogramma Omgevingsdienst
CO2-monitor: Alle informatie binnen handbereik
20 bestaande woningen
Om de CO2-reductie in de regio in kaart te brengen is de Omgevingsdienst in 2010 gestart met de CO2-monitor. Hiermee kunnen gemeenten en inwoners informatie vinden over alle verschillende initiatieven die CO2-uitstoot verminderen.
Waarom zijn jullie gestart met de CO2-monitor? ‘Het bestuur van de Omgevingsdienst heeft gevraagd naar cijfers over CO2-reductie. Wij hebben toen aangegeven dat we daar goed inzicht in krijgen door deel te nemen aan de CO2monitor. Dit project is ooit in Noord-Holland gestart en breidt zich langzaam uit over het land.’
Hoe werkt de CO2-monitor? ‘Op www.co2-monitoring.nl zie je een kaart van Nederland waarop je kunt inzoomen tot op straatniveau. Balkjes markeren de hoeveelheid CO2-reductie die per gemeente in totaal is
Hoe doet deze regio het? ‘Dat is lastig te zeggen. Flevoland komt bijvoorbeeld goed uit de bus, omdat daar veel ruimte is voor windenergie. Ik kijk dan ook vooral naar de hoeveelheid icoontjes, want die geven ook aan hoeveel projecten in de regio zijn uitgevoerd. Wat dat betreft staan wij er goed op.’
Wat doen jullie met de gegevens nadat ze zijn ingevoerd? ‘De CO2-monitor bevat tal van rapportagemogelijkheden. Het is aan de gemeenten welke zij willen gebruiken. Wij kunnen per gemeente resultaten laten zien in overzichten en grafieken, maar we kunnen ook vergelijkingen maken tussen de gemeenten in de regio. Op die manier kun je als gemeente zien hoe je het doet ten opzichte van je buren. Hopelijk stimuleert het gemeenten om een extra stapje te zetten.’
bestaande woningen
gerealiseerd en de hoeveelheid duurzame energie die in de gemeente wordt geproduceerd. Je kunt vervolgens projecten filteren met icoontjes van de onderwerpen die jij interessant vindt. Door op een project te klikken, vind je meer informatie over de CO2-reductie. Gemeenten hebben hierdoor alle informatie binnen handbereik. Een wethouder kan zich hiermee bijvoorbeeld verantwoorden tegenover de raad en de inwoner.’
21
Giel Linthorst unit manager Ecofys
goede score voor Energieservicepunt Www.energieservicepunt.nl maakt energie besparen eenvoudig voor inwoners en bedrijven uit de regio. Deze website, onderdeel van energievoordetoekomst.nl en een initiatief van de Omgevingsdienst, biedt informatie over energiebesparende maatregelen. Daarnaast kan iedereen direct een offerte aanvragen bij betrouwbare en erkende installatie- en isolatiebedrijven. 22 bestaande woningen
Energieservicepunt een succes ‘Het was een project met een lange duur waardoor de herkenbaarheid bij inwoners enorm is gegroeid. De informatie was zo duidelijk dat websites van andere organisaties ernaar gingen verwijzen.’ Ook de regionale insteek van het project ziet hij als succesfactor: ‘Veel servicepunten zijn landelijk ingestoken. Doordat bij dit project werd samengewerkt met regionale bedrijven gaven inwoners eerder opdracht tot het uitvoeren van maatregelen.’
Kortingsacties
De Omgevingsdienst heeft het Energieservicepunt op verschillende manieren gepromoot, zowel in het algemeen als via kortingsacties. Met name de actie in het najaar van 2010 was
Bekendheid De Omgevingsdienst gaf bekendheid aan verschillende acties door het plaatsen van driehoeksborden op doorgaande wegen, advertenties in huis-aan-huis kranten en publiciteitsacties. Ook openden verschillende wethouders de acties door de eerste offerteaanvraag in ontvangst te nemen of een kijkje te nemen bij een woning die geïsoleerd werd. Verder reed er drie jaar lang een busje van Stadsparkeerplan door Leiden waarop het Energieservicepunt werd gepromoot.
Linthorst is onder de indruk ‘De Omgevingsdienst heeft slim gebruik gemaakt van verschillende communicatiemiddelen. Ingezette campagnes waren levendig en het gerichte aanbod maakte het mensen gemakkelijk om te beslissen.’
bestaande woningen
een enorm succes. Inwoners uit de regio kregen in die periode een flinke korting op isolerende maatregelen en er was rijkssubsidie beschikbaar voor het plaatsen van isolatieglas. In drie maanden tijd kwamen er ruim duizend offerteaanvragen binnen. Hier zijn bijna tweehonderd opdrachten uit voortgekomen voor de deelnemende bedrijven. Ecofys was verantwoordelijk voor de afhandeling van de offerteaanvragen. Linthorst: ‘Twintig procent is een uitzonderlijke score. Daarbij weten we niet hoeveel mensen zelf maatregelen hebben genomen of een ander bedrijf hebben ingeschakeld. Het effect van de campagnes is dus nog groter.’
23
Rommie van Rossem projectleider thema bestaande woningen Omgevingsdienst
kansen enorm voor woningcorporaties
24
Om de reductiedoelstelling van 29 procent voor bestaande woningen te halen, is het van groot belang de woningcorporaties bij het klimaatbeleid te betrekken. De Omgevingsdienst heeft zich daar de afgelopen jaren voor ingezet. Inmiddels zijn de corporaties goed op weg met het verduurzamen van hun woningbestand.
bestaande woningen
Wat hebben jullie de afgelopen jaren gedaan? ‘Verschillende gemeenten hebben de afgelopen jaren prestatie-afspraken gemaakt met de woningcorporaties. Als Omgevingsdienst hebben wij daarbij geadviseerd over de duurzaamheids- en energieparagraaf. Voor elke gemeente verliep dit proces anders.’
Kunt u een voorbeeld geven van dit proces? ’Meestal werd vanuit de gemeente gevraagd aan te geven welke ambities en doelstellingen zijn vastgesteld op het gebied van klimaat en energie. Ook wilde men weten welke aanpak helpt om deze doelen te bereiken. Wij maakten bij dit soort verzoeken teksten op maat. Op basis hiervan
Wat hebben jullie nog meer gedaan? ‘Wij hebben een informatieblad uitgegeven over de nieuwe A-labels voor apparatuur en tips om energie te besparen. We hebben de woningcorporaties gevraagd dit op te nemen in publicaties naar huurders. De woningcorporaties waren enthousiast, omdat zij zo vanuit een onafhankelijke positie energiebesparende maatregelen konden promoten.’
Waar liggen kansen voor de toekomst? ‘De woningcorporaties zijn belangrijke partners om de kansen in de bestaande bouw te benutten. Samen hebben wij veel know-how en kunnen we veel betekenen. Door de samenwerking te intensiveren, kunnen we complete wijken aanpakken.’
bestaande woningen
konden de gemeenten verder in gesprek met de corporaties over de prestatieafspraken. Soms werden we gevraagd deel te nemen aan een overleg met de corporaties. In vrijwel alle gevallen belandde de inbreng in de vastgestelde prestatieafspraken.’
25
Kees den Ouden wethouder milieu gemeente Zoeterwoude
voorlichting is essentieel
26 bestaande woningen
Zoeterwoude heeft de afgelopen jaren hard gewerkt om het energiegebruik binnen de gemeente terug te dringen. De start van het duurzaamheidsfonds in oktober 2012 is het meest in het oog springende resultaat. Hiermee krijgen inwoners hulp bij het isoleren en energiezuinig maken van hun huis. Dit varieert van subsidies en leningen tot gratis advies van deskundigen.
Wat is er de afgelopen jaren gebeurd? ‘Het Klimaatprogramma heeft binnen de gemeente voor veel bewustwording gezorgd op het gebied van duurzaamheid. We hebben diverse zaken aangepakt zoals de verlichting van het gemeentehuis, het dak geïsoleerd, energiescans bij de agrariërs uitgevoerd, laadpalen voor elektrische auto’s gerealiseerd en er komen windmolens bij Heineken. Het meest trots zijn wij op het duurzaamheidsfonds. Dit konden wij realiseren na de verkoop van Nuon-aandelen. Wij vonden het belangrijk dat een deel van dit geld naar de inwoners zou gaan. Zij komen hiervoor in aanmerking wanneer ze energiebesparende maatregelen treffen in huis.’
‘Het idee is tijdens de vorige raadsperiode opgekomen en staat sinds 2010 in het coalitieakkoord. We hebben eerst de Duurzaamheidsagenda opgesteld en hebben vervolgens het duurzaamheidsfonds opgepakt. Bij beide projecten heeft de Omgevingsdienst de uitvoering verricht in samenspraak met onze ambtelijke milieuregisseur.’
Zijn er al resultaten bekend? ‘Nee, het duurzaamheidsfonds is pas gestart in oktober 2012. Ik weet wel dat veel inwoners enthousiast hebben gereageerd. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst.’
Heeft u tips voor andere gemeenten? ‘We horen dat verschillende gemeenten ook een project als het duurzaamheidsfonds willen opstarten. Ik adviseer ze om dit goed voor te bereiden en een breed draagvlak te creëren binnen de gemeenteraad. Ook is voorlichting naar de inwoners essentieel. Beide zaken zijn van grote waarde voor het opstarten en een succesvol verloop van een duurzaamheidsfonds.’
bestaande woningen
Hoe is het duurzaamheidsfonds opgestart?
27
Resultaten campagne groene stroom 15.000 adressen aangeschreven. Aantal inwoners met groene stroom is gestegen. 28 bestaande woningen
Pilot projecten wijkgerichte aanpak met Ecofys en Nuon 2.200 adressen aangeschreven. Veel inwoners hebben energiebesparende en/of duurzame maatregelen genomen.
In totaal 60.000 huishoudens aangeschreven.
a-label actie Alle corporaties hebben informatie ontvangen over de nieuwe A-label apparatuur en tips voor bewoners.
isolatiecampagne 2011
Algemene campagne naamsbekendheid Energieservicepunt 16.000 adressen aangeschreven.
10.000 adressen aangeschreven. 500 offerteverzoeken. 125 opdrachten met spin-off.
12.000 adressen aangeschreven. 8.000 bezoekers Energieservicepunt. Meer dan 1.000 offerteverzoeken.
Meer dan 200 opdrachten Energieservicepunt. Meerdere inwoners gaven via een enquête aan maatregelen buiten het Energieservicepunt om te hebben uitgevoerd of nog maatregelen te gaan nemen.
Gemeenten en woningcorporaties hebben prestatieafspraken gemaakt waarbij de Omgevingsdienst heeft geadviseerd.
Zeven van de 22 woningcorporaties hebben gegevens aangeleverd voor de CO2-monitor.
bestaande woningen
Alle campagnes zijn terug te vinden in de CO2-monitor.
isolatiecampagne 2010
29
bedrijven
Branchegerichte aanpak werkt het beste 30 BEDRIJVEN
controles uitvoeren
van niet duurzaam
informeren
BEDRIJVEN
31
20 10
bewust maken
kosten besparen
naar duurzaam
bedrijven, branchegerichte aanpak werkt het beste
32 bedrijven
Het stimuleren en toetsen van energie efficiënt ondernemen. Dat was de belangrijkste taak van de Omgevingsdienst de afgelopen vier jaar voor het thema bedrijven. Een essentiële opdracht, omdat dit thema verantwoordelijk is voor 36 procent van de reductiedoelstelling van Energie voor de toekomst. In vier jaar heeft de Omgevingsdienst grote stappen gezet. Het bedrijfsleven is een belangrijke doelgroep als het gaat om energiegebruik binnen de regio. Slecht presterende bedrijven moeten worden aangesproken op de wettelijke verplichting om zuinig om te gaan met energie. Het treffen van energiemaatregelen is vaak een kwestie van een lange adem hebben. Juist op natuurlijke momenten zoals bij vervanging, verbouwing of complete nieuwbouw zijn energiemaatregelen van belang. Inzicht in de energiekosten en het bieden van een handelingsperspectief vormen belangrijke aandachtspunten bij de contacten met bedrijven. Het is belangrijk dat ondernemers zich bewust
zijn van de mogelijkheden om kosten terug te dringen, maar ook inzicht verkrijgen in de jaarlijkse besparingen van duurzame maatregelen. De Omgevingsdienst heeft de taak dit onderwerp voortdurend onder de aandacht te brengen.
Voor de start van het project berekende de Omgevingsdienst een maximale CO2-reductie van 16,7 procent van de totale uitstoot bij bedrijven. Dit kan gerealiseerd worden door energiezuinige maatregelen, inclusief energiezuinige verlichting. Als de terugverdientijd van een energiebesparende maatregel vijf jaar of minder is, worden ondernemers (die vallen onder de Wet Milieubeheer) verplicht deze binnen afzienbare tijd uit te voeren. Tijdens bedrijfsbezoeken controleert zij welke maatregelen zijn genomen en welke zaken aangepakt moeten worden. Om de toezichthouders over voldoende kennis te laten beschikken om de situatie in een bedrijf te beoordelen, zijn opleiding en kennisuitwisseling belangrijk. Hiervoor ontwikkelde de Omgevingsdienst het beleidsdocument Uitvoeringsbeleid Energie.
Branchegerichte aanpak Om bedrijven en organisaties bij het project te betrekken, bleek de branchegerichte aanpak het meest succesvol. Deze methode voor midden- en grootverbruikers van energie is bijvoorbeeld toegepast in de zorg, bij middelbare scholen, bij supermarkten en in de bloembollenbranche. Grootverbruikers kwamen hierbij als eerste aan de beurt.
bedrijven
Maximale CO2-reductie
33
34
BEDRIJVEN
BEDRIJVEN
35
convenant dagafdekkinG
Cees van Vliet en Marijke Vos openen de nieuwe dagafdekking
Patrick Teunissen milieuadviseur gemeente Amsterdam
dagafdekking koelmeubelen, Samen een geweldige prestatie geleverd
36
Een koelkast houd je zoveel mogelijk dicht. Toch stonden de gekoelde producten in supermarkten vele jaren in open koelmeubelen. De gemeente Amsterdam, Milieudienst IJmond en de Omgevingsdienst hebben zich ingezet om daar verandering in te brengen.
BEDRIJVEN
Hoe is het idee ontstaan? ‘We verbaasden ons er al langer over dat producten in de supermarkten in open koelmeubelen stonden. Dat vreet energie. Afdekken kon in eerste instantie alleen met plastic flappen. Dat vonden de ondernemers niet aantrekkelijk. Toen er een koelsysteem met glazen deur op de markt kwam, was er ineens een alternatief. We zijn een pilot gestart met drie supermarkten. Ondanks de goede resultaten kreeg dit geen vervolg. Daarna hebben we besloten om het via wet- en regelgeving te verplichten. Dat heeft ons meerdere rechtszaken opgeleverd. De ene keer wonnen we, de andere keer verloren we. Mede dankzij de steun van de Milieudienst IJmond en de Omgevingsdienst hebben we een convenant met de supermarkten opgesteld.
Waarom steunen supermarktketens nu wel het plan? ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) was tien jaar geleden nog een nieuwe term. Tegenwoordig praten bedrijven niet alleen over MVO, maar voeren ze het ook echt uit. De openingstijden worden steeds ruimer, waardoor koelmeubelen zonder dagafdekking ook nauwelijks meer afgesloten worden in de avond of op zondag. Bovendien houden ze hun producten met de dagafdekking langer goed. Financieel levert dat grote voordelen op.’
Bent u tevreden met het resultaat? ‘Samen hebben wij een geweldige prestatie geleverd. Elf supermarktketens hebben het convenant getekend. Zij hebben hiermee de toezegging gedaan voor 2015 hun koelmeubelen af te dekken. Toch moeten nog twee supermarktketens overstag. Wij doen er alles aan om dat voor elkaar te krijgen. Dat is slechts een kwestie van tijd, want ook zij zullen uiteindelijk mee moeten.’
BEDRIJVEN
Omdat wij nu met zijn drieën waren, werden we plotseling een interessante gesprekspartner. In 2010 heeft Albert Heijn als eerste supermarktketen het convenant ondertekend. Geleidelijk volgden er meer.’
37
Robert van der Voort projectleider thema bedrijven Omgevingsdienst
met achterblijvers aan de slag
38 BEDRIJVEN
De Omgevingsdienst heeft de afgelopen jaren veel bedrijven aangezet tot het doorvoeren van energiezuinige maatregelen. De branchegerichte aanpak is volgens projectleider Robert van der Voort de sleutel tot succes.
Wat houdt deze branchegerichte aanpak in? ‘Tijdens onze standaardcontroles delen we de bedrijven in op basis van hun energiegebruik: klein, midden en groot. Voor de bedrijven in de categorie klein gelden geen wettelijke verplichtingen. Bij bedrijven in de categorie midden stellen we vijf specifieke vragen over het energiegebruik, bijvoorbeeld over de verwarming, verlichting en het bewustzijn van duurzaam ondernemen. Op basis van de antwoorden bepalen wij of een extra toets nodig is. Bij bedrijven in de categorie groot is deze complete toets sowieso nodig. Aan de hand van de informatie wordt er jaarlijks een keuze gemaakt om een branche te controleren op energiebesparing.
BEDRIJVEN
39
We gaan daar vervolgens langs met een lijst met energiemaatregelen en kijken of deze toegepast worden of ingepland zijn. Na de bedrijfsbezoeken volgt vaak een informatiebijeenkomst waarin we de bevindingen presenteren en informatie geven over de minst toegepaste maatregelen. Ook delen we de bedrijven opnieuw in in drie categorieën: koplopers, middenmoters en achterblijvers. Het is logisch dat we vooral met die laatste categorie aan de slag willen. Wanneer er nog maatregelen mogelijk zijn, dan moet de ondernemer daarvoor een plan van aanpak indienen bij de Omgevingsdienst. We geven deze bedrijven in eerste instantie de kans om in het plan van aanpak hun eigen tempo te bepalen voor het treffen van energiemaatregelen.’
Is dit een standaard werkwijze?
40 BEDRIJVEN
‘We hebben een beleidsdocument opgesteld waarin onze werkwijze voor energiebesparing bij bedrijven is vastgelegd. Dit geldt voor zowel het verlenen van vergunningen als voor de manier waarop toezicht moet worden gehouden. Onze toezichthouders werken dankzij dit beleidsdocument allemaal op dezelfde manier en hanteren dezelfde richtlijnen. Hierdoor hebben wij inzicht gekregen in de branches en gelden er voor bedrijven eenduidige regels.
Wat staat er nog meer in het beleidsdocument? ‘Vooral praktische zaken als hoe om te gaan met het onderwerp energie in vergunningen en met het controleren van de landelijke regels. Ook staat vermeld wat het juiste moment is om bij bedrijven aan te kloppen. Wanneer een bedrijf gaat verbouwen of nieuwbouw gaat realiseren, moeten wij duidelijk maken dat dit hét moment is om duurzame maatregelen te treffen. Door naar verbouwplannen te vragen tijdens milieucontroles kunnen we er op tijd bij zijn. Wij houden ook goed contact met gemeenten zodat we weten wanneer een bedrijf een omgevingsvergunning aanvraagt.’
BEDRIJVEN
41
Welke resultaten zijn geboekt? ‘Op basis van onderzoek hebben wij bijvoorbeeld in beeld gebracht wat het energiegebruik is per school in de regio. De resultaten konden met elkaar worden vergeleken waardoor iedereen zich bewust werd van de verschillen. Gezamenlijk is er gekeken naar de mogelijkheden om energie te besparen. Ook ziekenhuizen in de regio zijn, door de ervaringen die elders zijn opgedaan, gestimuleerd initiatieven te ontwikkelen voor energiebesparing. Van de bedrijven die we hebben bezocht via de branchegerichte werkwijze hebben we altijd een plan van aanpak voor energiebesparing ontvangen. We hebben veel ondernemers bewust gemaakt van energiebesparing. En dat is een grote winst voor het milieu.’
Arjan Kuijstermans beleidsmedewerker duurzaamheid (KAVB) en Arend Krikke teamleider bloembollen (PPO)
bloembollensector en Duurzame energie
42 BEDRIJVEN
Energiebesparing in de bloembollensector verder stimuleren. Dat is het doel van de pilot die de Omgevingsdienst in 2013 van plan is te starten samen met de KAVB (Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur) en de PPO (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving). Arjan Kuijstermans en Arend Krikke zijn enthousiast over de samenwerking. Energiebesparing in de bloembollensector is niet nieuw. De KAVB en de PPO werken hiervoor al jaren samen. ‘Wij zetten ons sinds 1995 in voor energiebesparing en behalen landelijk goede resultaten’, zegt Kuijstermans.
Om deze resultaten te beoordelen, wordt gekeken naar de hoeveelheid energie per eenheid product. Krikke: ‘Het maakt een groot verschil of je hyacinten kweekt of narcissen. Daarom moeten we acht of negen typen bedrijven onderscheiden en vervolgens bepalen hoe een bedrijf zich in zijn categorie verhoudt tot het gemiddelde.’ De KAVB boekt in samenwerking met de PPO (mede dankzij onderzoekers Jeroen Wildschut en Henk Gude van de Wageningen Universiteit) vooral succes door bollenbedrijven zo efficiënt mogelijk met energie om te laten gaan. De toepassing van duurzame energie stagneert echter enigszins. Daar ligt een rol voor de Omgevingsdienst. Kuijstermans: ‘Ondernemers moeten het geld terugverdienen en dat is niet eenvoudig in een branche waarvan de bedrijfsresultaten onder druk staan. Subsidies voor bijvoorbeeld zonnepanelen kunnen deze drempel verlagen. Maar uiteraard staan wij ook open voor andere suggesties. Wij hopen dat we in gesprek met de Omgevingsdienst oplossingen kunnen vinden.’
BEDRIJVEN
Eenheden energie
43
Checklist 44 BEDRIJVEN
De kern van de nieuwe samenwerking bestaat uit een gezamenlijke checklist met maatregelen. Kuijstermans: ‘Wij werken al jaren met een checklist met maatregelen voor telers. De overheid wil er echter ook een voor handhavers. Samen kunnen wij een dergelijke lijst maken. In de pilot kunnen wij met handhavers van de Omgevingsdienst en telers bekijken of de checklist goed werkt.’ Volgens Krikke vragen duurzame maatregelen om maatwerk. ‘Alles hangt af van de huidige situatie van het bedrijf en de mogelijkheden voor de toekomst. Voor optimaal succes is het belangrijk dat ondernemers elkaar overtuigen in het nemen van duurzame maatregelen. De KAVB, PPO en Omgevingsdienst kunnen hen hierin ondersteunen door het aanreiken van kennis en het toelichten van mogelijke maatregelen. Hiervoor zou ik graag een praktijknetwerk zien van ondernemers en installateurs.’
45
BEDRIJVEN
Simke de Jong
manager vastgoed en techniek van de Rijnland Zorggroep
Duurzaamheid is altijd onze uitgangspositie
46
De Rijnland Zorggroep probeert op alle fronten voorop te lopen in duurzaamheid. Simke de Jong beschouwt dit als een enorme uitdaging, maar ziet hier vooral de voordelen van in.
BEDRIJVEN
Welke duurzame maatregelen hebben jullie genomen? ‘Je kunt ervan uitgaan dat wij alle duurzame elementen hebben toegepast die voor zorginstellingen interessant zijn. Van simpele ledverlichting tot volledige warmte-koudeopslag. Zo hebben we een uitgebreid systeem waarmee we het energiegebruik kunnen meten en in staat zijn in te grijpen wanneer er onnodig verbruik is. Ik ben hier in het jaar 2000 gestart en heb toen meegewerkt aan de plannen voor de verbouwing van ons ziekenhuis in Leiderdorp. Duurzaamheid was toen nog geen groot thema, maar ik zag duidelijk de voordelen. Ik heb een plan ingediend met grote duurzame ambities en hierop akkoord gekregen. Inmiddels ben ik actief als manager en heb ik zelf de kans gekregen om deze plannen voor beide ziekenhuizen uit te voeren.’
‘Allereerst is het mijn grote passie en zie ik er veel uitdaging in. Daarbij past het binnen de visie van de organisatie en zien we dat het op termijn geld oplevert. We krijgen door de maatregelen en het voorkomen van verspilling een lagere energierekening. Ik wil niet voor de -in eerste instantie- meest goedkope oplossing gaan. Duurzaamheid is altijd het uitgangspunt.’
Hoe verloopt de samenwerking met de Omgevingsdienst? ‘Ik overleg graag met hen over energiebesparing bij nieuwbouwplannen. Bovendien hebben ze onlangs een informatiebijeenkomst georganiseerd met als thema energiebesparing in ziekenhuizen. Diverse afgevaardigden van andere ziekenhuizen waren hierbij aanwezig. Erg leerzaam.’
Welke ambities heeft u voor de toekomst? ‘Ik wil voorop blijven lopen, uiteraard binnen de grenzen van de zorg. Na de renovatie van ons verpleeghuis in Alphen aan den Rijn gaan we aan de slag met het verpleeghuis in Leiderdorp. Ik hoop dit gebouw volledig passief te krijgen, dus verwarming en koeling zelf produceren met duurzame energietechnieken. Het is niet eenvoudig, want ouderen hebben veel warmte nodig. Het is echter een prachtig ideaal om naar te streven.’
BEDRIJVEN
Waarom deze gedrevenheid voor duurzaamheid?
47
Liesbeth van Greuningen
communicatieadviseur Omgevingsdienst
Nacht van de Nacht Bedrijven en inwoners bewust maken van slimme en zuinige verlichting. Dat was het doel van de eenmalige fotowedstrijd rondom de Nacht van de Nacht op zaterdag 29 oktober 2011. Liesbeth van Greuningen kijkt terug. 48 BEDRIJVEN
Wat hield het project in? ‘De Nacht van de Nacht is een initiatief van onder andere de provinciale milieufederaties om aandacht te vragen voor de schoonheid en het belang van donkere nachten. Immers, één vijfde van het elektriciteitsgebruik van bedrijven bestaat uit verlichting. Hier kan gemiddeld zo’n veertig procent op bespaard worden. Wij als Omgevingsdienst hebben de Nacht van de Nacht aandacht gegeven door een fotowedstrijd te organiseren. We vroegen inwoners uit de regio foto’s op te sturen van gebouwen, bedrijven en winkels die ’s nachts onnodig doorlopend verlicht zijn. Dit leverde 22 foto’s op van diverse panden. De beheerders van deze panden hebben wij geïnformeerd en tips gegeven om de situatie aan te passen. Vaak is de oplossing heel simpel, bijvoorbeeld door een tijds- of schemerschakelaar aan te schaffen.’
‘Met een brief hebben wij aandacht gevraagd voor de Nacht van de Nacht. Naast de oproep om actief deel te nemen, ontvingen 550 bedrijven tips en trucs om energieverspilling tegen te gaan en daarmee ook kosten te besparen.’
Welk bedrijf heeft de fotowedstrijd ‘gewonnen’? ‘Een foto van het nieuwe ROC-gebouw aan de Lammenschans in Leiden bleek de mooiste. Dit was overigens een toevalstreffer. Het gebouw is juist behoorlijk energiezuinig. Het maakt gebruik van warmte-koude opslag in de bodem, het heeft lage temperatuur verwarming en energiezuinige liften. Juist op het fotomoment zorgde een lekkage voor een falend gebouwbeheersysteem. Bij een goed functionerend systeem gaat de verlichting aan door middel van bewegingsdetectie. Hiermee wordt voorkomen dat in de avond en nacht ruimtes onnodig verlicht worden. Eind oktober werkte het gebouwbeheersysteem weer naar behoren.’
BEDRIJVEN
Zijn bedrijven ook op een andere manier benaderd?
49
Tien tips voor energiezuinige verlichting en voorkomen lichthinder
50
Laat binnenverlichting niet onnodig branden als het pand verlaten is.
BEDRIJVEN
Schakel de buitenverlichting na middernacht uit. Moet er toch licht branden na middernacht, stel dan het verlichtingsniveau lager in met behulp van een dimmer of beperk het aantal brandende lampen. Plaats een tijdklok op de verlichting, zodat het licht automatisch uitschakelt. Houd hierbij rekening met het langer en korter worden van de dagen. Plaats bewegings- of lichtgevoelige sensoren, zodat de lichten alleen bij aanwezigheid branden of aangaan als er onvoldoende daglicht is.
Verlicht buiten zo veel mogelijk van boven naar beneden. Zo wordt verstrooiing van licht in de atmosfeer en daarmee lichthinder voorkomen. Vervang gloei- of halogeenlampen door spaar- of ledlampen met een moderne armatuur. Plaats reflectoren achter de lampen of maak gebruik van spiegeloptiek armaturen. Zorg (zeker bij grote te verlichten objecten) voor een lichtplan en installatie door een lichttechnicus of lichtarchitect. Zij hebben kennis van doelgerichte en zuinige verlichting. Let bij keuze niet alleen op de aanschafprijs, maar neem ook de energiekosten van de komende periode mee in uw afweging. Denk na over uw verlichting en verlicht bewust!
BEDRIJVEN
Verdeel de verlichting over meerdere groepen, zodat uitschakelen per groep mogelijk is.
51
Resultaten De Omgevingsdienst heeft een folder uitgegeven over energiezuinig ondernemen. Deze is verzonden naar alle bedrijven (vallend onder de milieuregels) in de regio. 52 BEDRIJVEN
Het beleidsdocument Uitvoeringsbeleid Energie is ontwikkeld. Jaarlijks zijn er 2.000 milieucontroles uitgevoerd bij bedrijven. Bij elke controle is de ondernemer geïnformeerd over energiebesparende maatregelen die mogelijk zijn.
De website www.energieservicepunt.nl bood praktische hulp bij energieonderzoeken en het uitvoeren van energiebesparende maatregelen.
Landelijk zijn elf supermarktconcerns en 143 gemeenten toegetreden tot het convenant energiebesparing bij supermarkten.
Samen met de gemeente Amsterdam en de Milieudienst IJmond is een onderzoek gestart naar het functioneren van installaties voor warmte-koude opslag.
De Omgevingsdienst heeft een start gemaakt met het invoeren van energiegegevens van bedrijven in een registratiesysteem. Inmiddels zijn ongeveer 2.500 bedrijven ingedeeld als klein-, midden- of grootverbruiker.
BEDRIJVEN
De Omgevingsdienst organiseerde een bijeenkomst voor de branchevereniging van bloemenbollenkwekers (KAVB) over energiebesparing. Ook is onderzoek verricht naar wat de bloembollensector heeft gedaan op het gebied van energiebesparing en zijn er afspraken gemaakt over een gezamenlijke aanpak.
53
Zorginstellingen en middelbare scholen hebben een plan van aanpak gemaakt, waarin zij schetsen welke energiebesparende maatregelen zij zullen uitvoeren. Op de uitvoering wordt nu toegezien.
duurzame energieproductie
Grootschalige initiatieven sorteren effect
54 duurzame ENERGIEPRODUCTIE
holland rijnland
6% duurzame energieproductie
7.000 ton CO2-reductie
duurzame ENERGIEPRODUCTIE
75.000 ton GFT-afval
55
duurzame energieproductie, grootschalige initiatieven sorteren effect
56
Duurzame energiebronnen vormen de basis van onze toekomstige energievoorziening. De regio Holland Rijnland wil hiermee veertien procent van de reductiedoelstellingen van de klimaatambities realiseren in 2020. Voor duurzame energieproductie zet de Omgevingsdienst in op een mix van windenergie, biomassa en geothermie.
duurzame ENERGIEPRODUCTIE
Energie voor de toekomst zoekt naar kansen om binnen de regio grootschalig duurzame energie op te wekken. Daarvoor is onderzoek gedaan naar de beschikbaarheid en toepasbaarheid van duurzame energiebronnen en zijn initiatieven op dit gebied ondersteund. Daarnaast is de Omgevingsdienst actief op zoek gegaan naar initiatiefnemers vanuit de markt.
Windenergie Windenergie is een kosteneffectieve manier van duurzame energieopwekking. De regio Holland Rijnland heeft in potentie veel mogelijkheden om energie op te wekken uit wind. Er staan al windturbines langs de N11 bij Rijnwoude en langs de A4 bij Zoeterwoude.
Biomassa Biomassa is één van de belangrijkste duurzame energiebronnen. Ongeveer de helft van alle duurzaam geproduceerde energie in Nederland is afkomstig uit biomassa. Samen met de provincie Zuid-Holland heeft de Omgevingsdienst opdracht gegeven tot een onderzoek naar
duurzame ENERGIEPRODUCTIE
De provinciale nota Wervelender (2010) noemt de locaties waar nog windturbines gerealiseerd mogen worden. Met deze nota als uitgangspunt wordt in enkele gemeenten gewerkt aan plannen voor het plaatsen van windturbines. De Omgevingsdienst ondersteunt en adviseert gemeenten hierbij. Zoeterwoude kreeg advies over de besluitvorming voor het plaatsen van windturbines bij de Heineken brouwerij. De Omgevingsdienst adviseerde daarnaast de gemeente Teylingen over een windturbineplan van AkzoNobel in Sassenheim. Ze maakte onder andere een berekening van het aantal zonnepanelen om dezelfde hoeveelheid energie op te wekken als windturbines. Daaruit bleek dat voor dezelfde energieproductie zonnepanelen veel meer ruimte innemen en ook duurder zijn dan windturbines.
57
58 duurzame ENERGIEPRODUCTIE
de mogelijkheden van energieproductie uit biomassa in Holland Rijnland. Met zogeheten biomassascans is technisch en financieel inzichtelijk gemaakt welke potentie bio-energie heeft. De doelstelling is om in 2020 zestien procent van het energiegebruik in Holland Rijnland duurzaam op te wekken. Om dit doel te bereiken, heeft de Omgevingsdienst een expertmeeting georganiseerd voor partijen die initiatieven willen ontplooien voor energieproductie uit biomassa. Eén van die bedrijven is Delta Milieu. Zij gaat in 2014 een gft-vergister realiseren waarmee ze biogas kan produceren. Daarvoor wordt de bestaande gft-installatie in Alphen aan den Rijn aangepast. De gft-vergister kan 75.000 ton aan groente-, fruit- en tuinafval verwerken. Dat scheelt jaarlijks zo’n zevenduizend ton aan CO2-uitstoot. De gemeenten Hillegom, Lisse en Noorwijkerhout hebben de afvalinzameling uitbesteed aan De Meerlanden uit Rijsenhout. Dit bedrijf zet het gft-afval om in biogas, waar bijna alle gemeentelijke wagens in Hillegom en Lisse op rijden. Noordwijkerhout heeft een start gemaakt met een veegmachine die op groengas rijdt.
In de regio wordt nog geen geothermie voor duurzame energieproductie toegepast. Toch is geothermie potentieel interessant, omdat uit een eenmaal gevonden warmtebron vaak tientallen jaren duurzame energie kan worden gewonnen. Op het gebied van geothermie leverde de Omgevingsdienst expertise voor de Duurzaamheidsagenda van de gemeente Leiden. Deze gemeente ziet een kans om de bestaande stadswarmte door gebruik van geothermie te verduurzamen. De Omgevingsdienst organiseerde een bezoek aan de geothermiecentrale van Den Haag, zodat kennis binnen Holland Rijnland wordt gedeeld. Daarnaast onderzoeken de Omgevingsdienst en de gemeente Leiden samen verder de mogelijkheden van geothermie. Bodes de Vries, projectleider thema duurzame energieproductie Omgevingsdienst: ‘We hebben het energiepotentieel van biomassa in de regio onderzocht. Een kansrijke ontwikkeling is mestvergisting, omdat in het Groene Hart veel rundveehouders zitten.’
duurzame ENERGIEPRODUCTIE
Geothermie en stadswarmte
59
60 duurzame ENERGIEPRODUCTIE
De Meerlanden zet gft-afval om in groengas foto: Sjoukje Eringa
61
duurzame ENERGIEPRODUCTIE
Sjoukje Eringa
milieuregisseur/-coördinator gemeente Hillegom
We laten zien dat afvalscheiding loont De Meerlanden zorgt voor afvalinzameling binnen de gemeente Hillegom. Het afvalinzamelings- en verwerkingsbedrijf uit Rijsenhout maakt uit dit gft-afval onder meer groengas. Groengas is de brandstof voor bijna heel het gemeentelijke wagenpark in Hillegom, dat in eigendom is van De Meerlanden. Sjoukje Eringa vertelt over deze samenwerking die al meerdere vruchten heeft afgeworpen. 62 duurzame ENERGIEPRODUCTIE
Waarom wilde Hillegom samenwerken met De Meerlanden? ‘De gemeente had al de ambitie om meer met duurzaamheid doen. Toen De Meerlanden aanbood om de afvalinzameling en het onderhoud van openbaar gebied over te nemen. Dit zagen we als een mooie kans. Sinds 2011 zamelt De Meerlanden het afval in Hillegom in en onderhoudt ze de openbare ruimte.’
Wat heeft de samenwerking tot nu toe opgeleverd? ‘Bijna alle vuilniswagens, veegwagens en zoutstrooiwagens rijden al op groengas. De Meerlanden produceert deze brandstof uit gft-afval. Het streven is om het hele gemeentelijke wagenpark op groengas te laten rijden. Bovendien wil De Meerlanden groengas via tankstations gaan verkopen.
Wat beschouw je als de belangrijkste meerwaarde? ‘Dat we laten zien dat afvalscheiding loont. Uit gescheiden afval wordt groengas, compost, warmte en water gewonnen. Hillegom ontvangt naast groengas en compost ook proceswater voor de veegmachines. Dat is allemaal mogelijk dankzij het gescheiden inzamelen van afval.’
Wat is je eigen betrokkenheid bij het thema duurzaamheid? ‘Ik ben al bijna twintig jaar met duurzaamheid bezig in dienst van gemeenten. De laatste jaren onderkennen zowel bedrijven als inwoners het belang van duurzaamheid. En ze willen er ook echt mee aan de slag.’ De Meerlanden bereikte op 10 oktober 2012 een mijlpaal. Sinds de ingebruikname van de vergistingsintallatie voor gft-afval in september 2011 heeft het bedrijf een miljoen kuub groengas geproduceerd.
duurzame ENERGIEPRODUCTIE
Daarnaast nemen we compost af. Elk voorjaar houden we in Hillegom een compostactie, waar De Meerlanden gratis zakken compost uitdeelt aan inwoners. Wat de inwoners als gft-afval hebben ingeleverd, krijgen ze dus als compost weer terug voor hun tuin.’
63
Jacob Vermeulen
directeur Marketing Delta Milieu
Biomassa geschikt voor allerlei toepassingen
64 duurzame ENERGIEPRODUCTIE
Delta Milieu zet gft-afval om in biomassa als brandstof voor duurzame energie. Het bedrijf gaat een gft-vergister realiseren in Alphen aan den Rijn, naast de bestaande gft-composteerinstallatie. Ook bezit het bedrijf groencomposteringslocaties in Voorschoten en Rijpwetering. Jacob Vermeulen ziet veel mogelijkheden voor deze groene brandstof.
Aan welk project werkt Delta Milieu in deze regio? ‘We zijn de realisatie van een gft-vergister aan het voorbereiden. Eén van onze drie gftinstallaties in Nederland staat in Alphen aan den Rijn. Door de schaalgrootte en infrastructuur is Alphen de meest geschikte locatie voor zo’n gft-vergister. De laatste drie jaar hebben we hiervoor proeven en studies uitgevoerd en subsidies en vergunningen aangevraagd. Alles is nu rond. We kunnen de vergister medio 2014 in gebruik nemen en dan maximaal 75.000 ton groente-, fruit- en tuinafval verwerken. Dat scheelt jaarlijks zo’n 7.000 ton CO2- uitstoot.’
‘Uit een gft-vergister verkrijgen we biogas dat we opwerken tot aardgaskwaliteit. Bij de verbranding komt ook CO2 vrij in geconcentreerde en vloeibare vorm. Dat is interessant voor de glastuinbouw. In hun kassen proberen tuinders altijd een hoger CO2-gehalte te realiseren. Daarvoor stoken ze aardgas, maar nu kunnen ze duurzaam CO2 bij ons inkopen en hoeven ze geen gas te verstoken.’
Wat doen jullie nog meer in deze regio? ‘In Voorschoten en Rijpwetering hebben we twee groencomposteringslocaties. Hier verwerken we groenafval van gemeenten, maar ook van Rijkswaterstaat en hoveniers. Daarvan maken we compost, waarbij ook een houtachtig materiaal wordt afgescheiden. Uiteindelijk wordt dit biomassa en door energiecentrales gebruikt om energie op te wekken. Het houtige deel van het gft is na het composteren ook bruikbaar als biobrandstof.’
Wat is een kansrijke ontwikkeling? ‘Op langere termijn verwacht ik veel van biomassa als grondstof voor allerlei toepassingen. Het biogas uit de vergister dat we nu opwerken tot aardgas is, met het methaan dat daarin zit, bijvoorbeeld goed te gebruiken in de chemische industrie.’
duurzame ENERGIEPRODUCTIE
Welke groene brandstof levert een gft-vergister?
65
Resultaten
66 duurzame ENERGIEPRODUCTIE
De Omgevingsdienst heeft een duidelijk beeld van de mogelijkheden die biomassa biedt als duurzame energiebron in de regio.
Groei van duurzame energieproductie in de regio.
Gemeente Leiden onderzoekt de mogelijkheden van geothermie voor wamtelevering aan stadswarmte.
Heineken wil vier windturbines plaatsen op hun bedrijfsterrein. De Omgevingsdienst heeft de gemeente ondersteund bij de besluitvorming over dit verzoek. Na een positief besluit is een en ander in voorbereiding.
Groenafval van de gemeenten Hillegom, Lisse en Noorwijkerhout wordt door ‘De Meerlanden’ omgezet in biogas.
AkzoNobel overweegt windturbines te plaatsen in Sassenheim. De gemeente Teylingen ondersteunt het proces en onderzoekt of het planologisch kan.
duurzame ENERGIEPRODUCTIE
Delta Milieu ontwikkelt een gft-vergister in de bestaande installatie in Alphen aan den Rijn.
In Hillegom en Lisse rijden bijna alle wagens van de gemeente op biogas.
67
duurzame overheid
Samenwerking van regionale gemeentenetwerken 68 DUURZAME OVERHEID
inspiratie en instrumenten
DUURZAME OVERHEID
energiezuinige openbare verlichting
energiebesparing ict
Gem
een
tehu
is energiemonitoring
duurzame inkoop
CO2reductie
69
duurzame overheid, samenwerking van regionale gemeentenetwerken
70 DUURZAME OVERHEID
Gemeenten hebben met de Rijksoverheid afgesproken dat hun gemeentelijke organisatie in 2015 klimaatneutraal is. De gemeenten in Holland Rijnland zijn al goed op weg dankzij onder meer duurzame gemeentelijke gebouwen, een duurzaam inkoopproces en energiebesparing in de openbare verlichting. De Omgevingsdienst had een faciliterende taak en stond aan de wieg van enkele vruchtbare regionale gemeentenetwerken. Het thema duurzame overheid is verantwoordelijk voor één procent van de reductiedoelstelling van Energie voor de toekomst. Gemeenten willen hun organisatie klimaatneutraal maken en zijn daarmee enthousiast aan de slag gegaan. De voorbeeldrol van gemeenten zal een veel groter effect hebben dan die een procent. Om dit doel te bereiken, hebben de regiogemeenten samen met de Omgevingsdienst verschillende projecten uitgevoerd.
Een klimaatneutrale organisatie heeft geen CO2-uitstoot voor wat betreft huisvesting, openbare verlichting, gemalen en mobiliteit door zelf energie op te wekken of door te zorgen voor compensatie. Voor bestaande gebouwen zijn het nemen van energiebesparende maatregelen en energieproductie belangrijke middelen om dit doel te bereiken. Op initiatief van de Omgevingsdienst kwamen de gebouwbeheerders van de regiogemeenten in de afgelopen jaren vier keer bij elkaar om duurzame maatregelen te bespreken. Datzelfde deden de inkopers van de gemeenten die elkaar ook ieder kwartaal spraken tijdens bijeenkomsten. Deze medewerkers zijn geïnformeerd over alle aspecten van duurzaam inkopen en hebben nu een eigen netwerk.
DUURZAME OVERHEID
Gemeentelijke gebouwen en duurzaam inkopen
71
Onderhoudsplanning De Omgevingsdienst hielp gemeenten ook bij het verduurzamen van de meerjarenonderhoudsplanning voor een gemeentelijk gebouw. Zij kunnen nu aan de slag met het verduurzamen van de planningen voor alle andere gebouwen. Ook ontwikkelde de Omgevingsdienst een instrument voor een financiële analyse. Dit geeft gemeenten inzicht in de kosten en opbrengsten bij het automatiseren van energiemeters (slimme meters) en -monitoringsystemen. Met de uitkomsten van die analyse kunnen gemeenten beslissen of het loont deze meters en systemen aan te schaffen. 72 DUURZAME OVERHEID
Nieuwe gemeentelijke gebouwen moeten klimaatneutraal zijn. Het pasgebouwde gemeentehuis van Leiderdorp is een goed voorbeeld. Het voldoet aan de laatste eisen op het gebied van duurzaamheid. De CO2-uitstoot die er is, wordt voor honderd procent gecompenseerd.
ICT ICT-toepassingen kosten gemeenten veel energie. De Omgevingsdienst organiseerde vier bijeenkomsten voor de ICT-verantwoordelijken van de regiogemeenten om kennis en ervaringen over energiebesparende maatregelen uit te wisselen. Ze zette ook een stappenplan op voor het vergroenen van de ICT. De gemeente Katwijk heeft hierin grote vooruitgang geboekt en bespaarde veertig procent op haar ICT-energiegebruik.
De Omgevingsdienst vervulde een bindende rol bij het project Licht in ‘t zicht, die leidde tot een uitgangspuntennotitie voor efficiëntere openbare verlichting in de regiogemeenten. Het plan voor deze notitie was afkomstig van de gemeente Leiden. De Omgevingsdienst bracht de informatie van verschillende gemeenten samen in de uitgangspuntennotitie. Licht in ‘t zicht is een basis om gemeentelijk beleid te maken voor duurzame openbare verlichting. Het leidt ook tot concrete resultaten. Zo hebben verschillende gemeenten ledarmaturen in gebruik genomen. De Omgevingsdienst organiseerde bovendien vier bijeenkomsten voor beheerders van openbare verlichting van gemeenten. Tijdens de besprekingen stond niet alleen energiebesparing op de agenda. De installatieverantwoordelijkheid was ook een belangrijk thema. Sinds 2011 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle installaties op hun grondgebied, maar veel gemeenten hadden dit begin 2012 nog niet geregeld.
DUURZAME OVERHEID
Openbare verlichting
73
74
DUURZAME OVERHEID
DUURZAME OVERHEID
75
Proefmodellen van energiezuinige armaturen Foto: gemeente Leiden
Gert van Tol
projectcoördinator openbare verlichting gemeente Leiden
Licht in ‘t zicht gaat over wat kan, niet over wat moet
76 DUURZAME OVERHEID
Gert van Tol is de geestelijk vader van de regionale uitgangspuntennotitie Licht in ‘t zicht. Deze notitie over gemeentelijk verlichtingsbeleid laat zien dat samenwerking tussen gemeenten succesvol is.
Hoe is Licht in ‘t zicht tot stand gekomen? ‘Op verzoek van de taskforce Verlichting van toenmalig milieuminister Cramer was Leiden één van de koploper gemeenten. We wilden bedrijven verplichten zuinig om te gaan met hun verlichting. Ik voorzag dat bedrijven in Leiden dan zouden verhuizen naar omliggende gemeenten om onder die verplichting uit te komen. Daarop heb ik de gemeenten in de regio bij elkaar geroepen met als doel tot een gezamenlijk lichtbeleid te komen. Leiden, Lisse, Noordwijk, Katwijk, Rijnwoude en Voorschoten hebben samen een plan gemaakt en andere gemeenten in de regio gevraagd of ze zich hierbij wilden aansluiten.’
‘De Omgevingsdienst was de bindende factor. De gemeenten droegen de bouwstenen aan voor de notitie. De Omgevingsdienst heeft deze bouwstenen omgezet in een coherente uitgangspuntennotitie. Zonder de Omgevingsdienst was Licht in ‘t zicht er wel gekomen, maar zou het meer moeite hebben gekost.’
Waar gaat de notitie over? ‘Het bevat uitgangspunten waarmee gemeenten beleid kunnen maken. Er staat bijvoorbeeld in dat lichtmasten het milieu zo min mogelijk mogen belasten. Licht in ‘t zicht zegt niet wat gemeenten moeten doen, maar wat ze kunnen doen.’
Zijn er resultaten uit voortgekomen? ‘Leiden paste al enkele innovaties toe die in de notitie staan, zoals hoog rendementarmaturen. Daarnaast gebruikt Leiden standaard dimbare verlichting. En volgend jaar zetten we massaal in op ledverlichting. Andere gemeenten zijn daar ook mee bezig.’
Bent u tevreden over Licht in ‘t zicht? ‘Zeer tevreden. Omdat we in de regio samen een mooi project hebben opgezet. Maar ook omdat we nu vragen van raadsleden over duurzaamheid kunnen beantwoorden.’
DUURZAME OVERHEID
Welke rol vervulde de Omgevingsdienst hierbij?
77
Willy Hoekman
projectleider thema duurzame overheid Omgevingsdienst
Gemeentelijke gebouwen op weg naar klimaatneutraal
78
Gebouwbeheerders samenbrengen en gemeenten laten zien welke mogelijkheden er zijn voor duurzame gebouwen. Met deze inzet steunde de Omgevingsdienst gemeenten om te komen tot klimaatneutrale gemeentelijke gebouwen in 2015. Willy Hoekman leidde dit project vanuit de Omgevingsdienst.
DUURZAME OVERHEID
Wat is er de afgelopen jaren gebeurd? ‘Op ons initiatief zijn gebouwbeheerders van regiogemeenten meerdere keren bij elkaar gekomen. Zo is een netwerk ontstaan dat kennis met elkaar deelt. Daarnaast hebben we hen geholpen bij het verduurzamen van de meerjarenonderhoudsplanning voor een gebouw. Na energieonderzoek in het pand zijn alle investeringskosten van besparende maatregelen genoteerd. Ook de bedragen die deze maatregelen opleveren, tijdens de levensduur in de meerjarenonderhoudsplanning, zijn meegenomen. Dat helpt gemeenten om te beslissen of ze bijvoorbeeld dubbel glas of een warmtepomp kunnen aanschaffen. De gemeenten zijn nu aan zet met het verduurzamen van hun planningen voor de overige gebouwen.’
‘Daarvoor hebben wij een kosten-batenanalyse ontwikkeld. Met dit instrument kunnen gemeenten bepalen of het loont om hun energiegebruik te automatiseren en te monitoren. Ze kunnen hun energiemeters volgen en zo zien wanneer er bijvoorbeeld pieken zijn in hun gasgebruik. Met energiemonitoringssystemen traceren gemeenten energieverspilling snel, waardoor ze geld besparen.’
Wat ziet u als een kansrijke ontwikkeling? ‘Energiemonitoringssystemen hebben gemeenten in potentie veel te bieden. Het is een voorbeeld van de snelle technologische ontwikkelingen op energiegebied waardoor iedereen meer duurzaamheid kan realiseren.’
Bent u tevreden over het bereikte resultaat? ‘Ja, want gemeenten hebben de instrumenten in handen om duurzame keuzes te maken. Eind 2012 stopt onze ondersteuning aan gemeenten en kunnen ze met deze handvatten aan de slag om te komen tot een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in 2015. Wij hebben ze op weg geholpen door te laten zien welke mogelijkheden er zijn. Het was mooi om te ervaren dat gemeenten elkaar wisten te inspireren.’
DUURZAME OVERHEID
Loont investeren in energiemaatregelen?
79
Gert-Jan van der Togt
ICT-verantwoordelijke gemeente Katwijk
ICT-project bij gemeente katwijk, leerzaam en leuk
80 DUURZAME OVERHEID
De gemeente Katwijk heeft met enkele maatregelen het energiegebruik van ICT fors teruggedrongen. Gert-Jan van der Togt legt uit hoe hij dit met zijn team voor elkaar heeft gekregen.
Waarom zijn jullie begonnen met dit project? ‘Begin 2010 benaderde de Omgevingsdienst ons met de vraag of wij inzicht hadden in ons energiegebruik en of wij op energie konden besparen. We hebben hiervoor een vragenlijst van een gespecialiseerd bedrijf ingevuld over onze meetgegevens, onze systemen en ons energiegebruik. Vervolgens zijn deze gegevens besproken met andere gemeenten en is gekeken of Katwijk een hoog of laag energiegebruik had. Daaruit bleek dat we fors op energie konden besparen.’
‘Alle zeshonderd computers zijn vervangen door energiezuinige apparaten. Daarin zitten bijvoorbeeld geen harde schijven meer, maar Solid State Disk-schijven. Die genereren minder warmteontwikkeling en verbruiken minder stroom. We zijn teruggegaan van zo’n vijftig fysieke servers naar vier. Bovendien zijn de lampen in het gebouw vernieuwd en gekoppeld aan aanwezigheidssensoren. De lampen springen automatisch aan of uit als er mensen binnenkomen of weggaan. Ook het klimaatsysteem in de serverruimte is aangepast waardoor we de warmteen koudestromen beter kunnen regelen.’
Wat is het resultaat? ‘We hebben veertig procent bespaard op het energiegebruik van de serverruimte. Het lagere stroomverbruik van de pc’s, de monitoren en de verlichting is nog eens goed voor een besparing van tien procent op het totale verbruik van het gemeentehuis.’
DUURZAME OVERHEID
Welke acties hebben jullie ondernomen?
81
Wat was de rol van de Omgevingsdienst? 82
‘De Omgevingsdienst heeft ons prima begeleid. Daarnaast heeft ze gemeenten bij elkaar gebracht in het project Energiebesparing in de ICT, waardoor we nu met acht andere gemeenten ervaringen kunnen uitwisselen.’
DUURZAME OVERHEID
Hoe kijkt u terug op het project? ‘Ik vond het een leuke en vooral leerzame periode. We hebben veel geleerd over hoe je metingen verricht. Door te monitoren word je je niet alleen bewust van je energiegebruik, je maakt ook inzichtelijk welk effect een maatregel heeft op dat verbruik.’
Dit ICT-project was een landelijk voorbeeldproject. De resultaten zijn gepresenteerd tijdens het Klimaatcongres 2010. De te nemen maatregelen zijn opgenomen in de controlelijsten die alle handhavers in Nederland hanteren bij hun bezoeken aan bedrijven.
83
DUURZAME OVERHEID
Resultaten Een instrument voor kosten- batenanalyse voor het automatiseren van meet- en monitoringsdiensten is gemaakt. 84 DUURZAME OVERHEID
Alle gemeenten werken aan het verduurzamen van de meerjarenonderhoudsplanning.
De regionale uitgangspuntennotitie Licht in ’t zicht is gerealiseerd.
Stappenplan opgesteld voor de vergroening van ICT. De datacenters en/of serverruimtes van gemeenten zijn geïnventariseerd. Gemeenten hebben advies gekregen over energiebesparende maatregelen voor ICT.
Uit de verschillende bijeenkomsten zijn regionale netwerken voortgekomen voor gebouwbeheerders, openbare verlichting beheerders, inkopers en ICT’ers.
DUURZAME OVERHEID
Gemeenten hebben inzicht in maatregelen en kosten om gebouwen energiezuinig te maken.
Regiogemeenten passen duurzaam inkopen standaard toe.
85
Alle gemeenten gebruiken ledverlichting.
nieuwbouw Gemeenten en woonwijken aan de slag met duurzame gebiedsontwikkeling 86 NIEUWBOUW
regionale energievisie
holland rijnland
87
NIEUWBOUW
nieuwbouw, aan de slag met duurzame gebiedsontwikkeling
88 NIEUWBOUW
Het thema nieuwbouw neemt zeventien procent van de reductiedoelstelling van het Klimaatprogramma voor zijn rekening. Een voorwaarde om die reductie te halen, is duurzame gemeentelijke ruimtelijke ontwikkeling. De gemeenten streven hiernaar met duurzaam ruimtelijk beleid en door duurzame gebiedsontwikkeling bij ruimtelijke projecten. Voor het beleid is het borgen van duurzaamheid in de gemeentelijke structuurvisie van belang. Dit is vastgelegd in de Duurzaamheidsagenda, het duurzaamheidsbeleid dat de gemeenten samen met de Omgevingsdienst hebben opgesteld.
Duurzame gebiedsontwikkeling vindt plaats op wijk- of buurtniveau, maar het is voor gemeenten ook belangrijk om over die grenzen heen te kijken. Bijvoorbeeld naar de hele gemeente of naar de regio. De verplichting van gemeenten om een structuurvisie te maken, sluit hierop aan. Hierin leggen gemeenten beleidsdoelen vast voor duurzame gebiedsontwikkeling. Borging van duurzaamheid in deze visie zorgt ervoor dat kansen voor CO2-reductie bij gebiedsontwikkeling worden benut. De Omgevingsdienst streeft - ook in overeenstemming met de Duurzaamheidsagenda - naar structuurvisies voor alle gemeenten in de regio met duurzaamheid als centraal thema. Hieraan werkt zij sinds 2009 onder meer via de themawerkgroep Duurzaamheid & Structuurvisie. Het onderzoeksthema van de werkgroep is het borgen van duurzaamheid in gemeentelijke structuurvisies.
NIEUWBOUW
Duurzaamheid; over grenzen heen kijken
89
Regionale Energievisie De Omgevingsdienst gaf de TU Delft opdracht tot het ontwikkelen van een Regionale Energievisie. De studie Verkenningen energiekansen Holland Rijnland concludeert dat er volop mogelijkheden zijn om duurzame energiekansen te benutten. Samenwerking tussen gemeenten op dit gebied is een voorwaarde om die kansen optimaal te benutten. 90 NIEUWBOUW
De Regionale Energievisie biedt gemeenten ook een unieke mogelijkheid de thema’s duurzame gebiedsontwikkeling en duurzame energie te borgen in de structuurvisie. Daarnaast kan het een handvat zijn voor gemeenten om de transitie te maken naar een economie die is gebaseerd op een duurzame energievoorziening en -productie. De Regionale Energievisie gaat uit van het aanwezige duurzame energieopwekkingspotentieel in de regio. Ze kan daarmee dienen als bouwsteen voor gemeenten met ambities om dit potentieel zo goed mogelijk te benutten. De Omgevingsdienst doet in 2013 drie gemeenten een aanbod om de potentiële duurzame energiekansen uit de Regionale Energievisie te verbinden met de eigen projecten, dus met de ruimtelijke uitvoering. Daarbij wordt de Omgevingsdienst ondersteund door de TU Delft.
NIEUWBOUW
91
Duurzame woningbouw De gemeente Teylingen werkt samen met de Omgevingsdienst en inwoners aan het realiseren van duurzame nieuw- en bestaande bouw. Teylingen organiseerde voor toekomstige bewoners van de nieuwbouwwijk Langeveld in Sassenheim een inspiratiemarkt met duurzaamheid als hoofdthema. In Hooghkamer, een andere nieuwbouwwijk, werd in de eerste fase van de bouw een aantal energieneutrale woningen gerealiseerd. Inwoners van de Kagerbuurt in Sassenheim stapten in 2011 zelf naar de wethouder met de wens om hun woonomgeving te verduurzamen. De gemeente heeft de ambitie om hier zo’n twee- tot driehonderd woningen energieneutraal te maken.
92
NIEUWBOUW
NIEUWBOUW
93
duurzame bouw in roomburg Leiden
Mark Smeets
projectleider thema nieuwbouw Omgevingsdienst en
Arjan van Timmeren
hoogleraar Environmental Technology and Design TU Delft
regionale energievisie,Werk samen om duurzame energiekansen optimaal te benutten! 94 NIEUWBOUW
Een parel voor gemeenten. Zo omschrijft Mark Smeets de Regionale Energievisie. Deze studie concludeert dat er voldoende potentieel is voor duurzame energieopwekking in de regio. De Regionale Energievisie biedt gemeenten ook de kans hun beleid voor ruimtelijke ontwikkeling en energie op elkaar af te stemmen in hun structuurvisie. Smeets: ‘We presenteren het energievraagstuk niet als een probleem maar als een kans. Het is een opbouwend verhaal waar gemeenten hun voordeel mee kunnen doen. Dat geldt des te meer als ze voor duurzame energieopwekking samenwerken met andere gemeenten.’
In de Regionale Energievisie is het potentieel voor duurzame energieopwekking op het niveau van gemeenten, clusters van gemeenten en de regio in kaart gebracht. Van Timmeren: ‘De kern van de Regionale Energievisie is dat gemeenten op het schaalniveau van de gemeentelijke structuurvisie en hoger, voor ruimte en voor energie niet zelf steeds het wiel hoeven uit te vinden. Door samen te werken kunnen ze kansen benutten op een hoger schaalniveau. Dat is het schaalniveau van een gemeente tot en met de regio. Vanwege deze bovengemeentelijke invalshoek, is bij dit project ook samengewerkt met de provincie Zuid-Holland.’
NIEUWBOUW
De Regionale Energievisie is voortgekomen uit het Klimaatprogramma. De TU Delft voerde de studie uit in opdracht van de Omgevingsdienst. Arjan van Timmeren, die het onderzoek leidde, benadrukt het belang van integraliteit. ‘Dit speelt duidelijk bij het onderwerp energie, omdat integraal werken meer oplevert dan de som der delen. Bij duurzame energieopwekking gaat het er telkens om het juiste pakket van opwekkingsmogelijkheden te verbinden met de ruimtelijke opgave. Het zoeken van die juiste combinatie sluit goed aan bij de praktijk van duurzame gebiedsontwikkeling in het werkgebied van de Omgevingsdienst. Het beleid daarvoor is vastgelegd in de Duurzaamheidsagenda. Daaruit volgt dat er gekeken wordt naar de specifieke duurzame kansen bij een gebiedsontwikkeling. Afhankelijk van het schaalniveau (regionale -, gemeentelijke beleids-, of gebiedsontwikkeling) veranderen ook de kansen en de keuze voor energievoorziening.’
95
Inzicht
96 NIEUWBOUW
In het onderzoek koppelde de TU Delft de beleidsterreinen ruimtelijke ordening en duurzame energie aan elkaar. Hiervoor is de zogeheten REAP (Rotterdam Energy Approach and Planning) -methodiek gebruikt. Van Timmeren: ‘In REAP onderscheiden we de schaalniveaus: wijk, gemeente, meerdere gemeenten samen en alle gemeenten in de regio. Vervolgens hebben we voor het schaalniveau van gemeente en regio bekeken in hoeverre zij aan de energievraag kunnen voldoen. Dit deden we aan de hand van drie energiestappen: het verminderen van de vraag naar energie, het benutten van restwarmte en het gebruik van hernieuwbare energie.’ Smeets: ‘In de structuurvisie leggen gemeenten hun beleid ruimtelijke ontwikkeling voor langere tijd vast. Gemeenten die een transitie naar een duurzame energieopwekking willen maken, hebben daar ook jaren voor nodig.’ Van Timmeren: ‘Met behulp van de Regionale Energievisie kunnen gemeenten die transitie in gang zetten. Dit geeft ze inzicht in zowel de energievraag als het potentieel voor duurzame energieopwekking.’
Benutten van een duurzaam energiepotentieel De uitkomsten van de studie bieden gemeenten, die in de structuurvisie de overgang naar duurzame energieopwekking willen inzetten, perspectief. Van Timmeren: ‘We concluderen dat die duurzame kansen er zeker zijn. Het is mooi als gemeenten hierop anticiperen door duurzame energieopwekking in hun structuurvisie vast te leggen. Een tweede conclusie is dat die kansen zich vrijwel nooit beperken tot gemeenten afzonderlijk. Energiekansen zijn
Economisch voordeel Smeets benadrukt dat de studie zich niet beperkt tot nieuwbouw. ‘Van oudsher denken gemeenten bij duurzame energiemaatregelen meestal aan nieuwbouw. Maar we hebben in Nederland nauwelijks nog nieuwbouwprojecten. Ook in de toekomst zullen we voor 95 procent wonen, werken en recreëren in wat er nu al staat. Deze energievisie maakt geen onderscheid tussen nieuw of bestaand stedelijk gebied.’ Bovendien kan de Regionale Energievisie gemeenten ook economisch voordeel opleveren. Van Timmeren: ‘De praktijk wijst al uit dat bedrijven naar locaties trekken waar ze energiezekerheid en energietoepassingen vinden. Gemeenten die de omschakeling naar een duurzame economie en veerkracht niet maken, verliezen binnen deze context uiteindelijk hun economische slagkracht.’
NIEUWBOUW
gemakkelijker te benutten door samen te werken met buurgemeenten.’ Smeets: ‘In het land formuleren gemeenten vaak de wens om in een bepaald jaartal energieneutraal te zijn. Dit blijft dikwijls hangen op de verdere invulling. De Regionale Energievisie gaat niet uit van een algemene ambitie maar van het daadwerkelijke potentieel voor duurzame energieopwekking. Daardoor biedt dit gemeenten een basis om ruimtelijk beleid te koppelen aan het realiseren van het ruimtelijke energiepotentieel in de gemeente en de regio. Deze studie is voor gemeenten een handvat om met dit beleid te beginnen in hun structuurvisie.’ Van Timmeren: ‘Deze bouwsteen biedt gemeenten een handelingsperspectief. Dat perspectief ontbrak tot nu toe vaak bij de duurzame ambities die gemeenten uitspraken.’
97
Gerrit van der Meer
duurzaamheidscoördinator gemeente Teylingen
Hoge duurzaamheidsambities en participatie gaan bij ons samen
98 NIEUWBOUW
De Omgevingsdienst en de gemeente Teylingen willen in tweespraak met inwoners en bedrijven zoveel mogelijk duurzaamheidskansen benutten. Duurzaamheid en participatie zijn twee belangrijke speerpunten in het beleid van de gemeente Teylingen. Deze komen samen in drie wijkprojecten. Gerrit van der Meer, oud-wethouder en nu duurzaamheidscoördinator in Teylingen, is enthousiast. In de Duurzaamheidsagenda 2010-2014 staat beschreven hoe de gemeente Teylingen en de Omgevingsdienst samenwerken aan het uitvoeren van ambities en doelstellingen voor een duurzame gemeente. Met elkaar werken ze ook aan het thema nieuwbouw en bestaande bouw.
Hoe belangrijk is duurzaamheid voor Teylingen? ‘We hebben hoge duurzaamheidsambities. Duurzaamheid is één van de vier speerpunten in ons collegeprogramma. Participatie is een ander speerpunt.’
‘Duurzaamheid en participatie komen bij ons samen in een aantal bijzondere wijkprojecten. Een daarvan is de nieuwbouwwijk Langeveld waarvan de bouw begin 2014 start. Voor toekomstige inwoners en anderen hebben we een inspiratiemarkt georganiseerd met als hoofdthema duurzaamheid. Er waren architecten die vertelden over duurzaam bouwen. Ook organiseerden we een informatieavond voor toekomstige inwoners van Langeveld. Zij deden daar zelf suggesties voor duurzame energieopwekking in de wijk. Denk aan decentrale energieopslag. De uitvoerbare ideeën pakken we op als we het ruimtelijk plan voor de wijk maken.’
Welke andere duurzame projecten staan er op stapel? ‘Voor de wijk Hooghkamer in Voorhout is de eerste bouwfase gestart. We willen in die fase minimaal enkele energieneutrale woningen bouwen. Een derde project is het verduurzamen van twee- tot driehonderd woningen in de Kagerbuurt in Sassenheim. We voeren als gemeente eerst een grondige energieanalyse uit, waarna het doel is om alle woningen energieneutraal te maken. Dit is uniek, omdat het gaat om woningen uit begin jaren zeventig. Ook hier spelen de inwoners een belangrijke rol. Zij stapten begin 2011 naar de wethouder met de wens hun woningen te verduurzamen. Daar is uiteindelijk dit plan uit voortgekomen.’
NIEUWBOUW
Kunt u voorbeelden noemen van praktische toepassingen?
99
Resultaten
100
In opdracht van de Omgevingsdienst heeft de TU Delft de Regionale Energievisie opgesteld. De studie concludeert dat er volop kansen zijn.
Uit de Duurzaamheidsagenda blijkt dat de gemeenten het belang onderkennen om energie integraal en gebiedsgericht op te pakken als onderdeel van duurzame ruimtelijke ordening. Dit kan beleidsmatig worden vastgelegd in de structuurvisie. In de uitvoering gebeurt dit via duurzame gebiedsontwikkeling.
NIEUWBOUW
Start van de themawerkgroep Duurzaamheid & Structuurvisie. De werkgroep streeft naar de borging van duurzaamheid in de structuurvisies van gemeenten.
Teylingen levert in de nieuwbouwwijk Hooghkamer in Voorhout een aantal energieneutrale woningen op.
Toekomstige inwoners van de wijk Langeveld in Sassenheim hebben zelf suggesties gedaan voor duurzame energietoepassingen in hun woonomgeving.
Teylingen voert een energie-analyse uit voor twee- tot driehonderd woningen in de Kagerbuurt in Sassenheim. Het uiteindelijke doel is om deze woningen uit begin jaren zeventig energieneutraal te maken.
NIEUWBOUW
De Omgevingsdienst doet drie gemeenten in 2013 een aanbod om de duurzame energiekansen uit de Regionale Energievisie te verbinden met de eigen projecten voor ruimtelijke ordening.
De gemeente Katwijk werkt samen met veertien bedrijven en organisaties aan de planvorming voor de grootste energieneutrale wijk in Nederland.
101
Duurzame mobiliteit Schone en duurzame vervoermiddelen in opmars 102 duurzame mobiliteit
fossiele bronnen schaars en vervuilend
diverse alternatieve brandstoffen
realisatie, communicatie, beleving
aardgas / groengas hillegom
in holland rijnland vulpunten verwachte vulpunten
noordwijkerhout lisse
fluisterrally 118 deelnemers
teylingen katwijk kaag en braassem
oegstgeest
nieuwkoop leiden
electric heroes 60 jongeren
leiderdorp leiderdorp voorschoten zoeterwoude rijnwoude
training het nieuwe rijden 535 mensen
alphen a/d rijn
duurzame mobiliteit
noordwijk
103
Duurzame mobiliteit, Schone en duurzame vervoermiddelen in opmars
104 duurzame mobiliteit
Conventionele, fossiele brandstoffen raken langzaam op en worden duurder. Maar mensen willen toch een auto, motor of scooter kunnen blijven rijden. Hiervoor komen meer en steeds betere alternatieve brandstoffen beschikbaar. Deze vullen de fossiele brandstoffen aan of kunnen ze zelfs helemaal vervangen. De Omgevingsdienst haakt aan bij deze ontwikkelingen en organiseert activiteiten die gemeenten, inwoners en bedrijven bewust maken van de voordelen van schoon vervoer. De schone vervoermiddelen moeten zorgen voor twaalf procent van de reductiedoelstelling van Energie voor de toekomst. Aan activiteiten was de laatste vier jaar geen gebrek. Bijna alle gemeenten in de regio plaatsten elektrische oplaadpunten, het mobiliteitsplatform -Schoon op Weg- is zeer ambitieus en er zijn in het oog springende campagnes gevoerd.
De Stichting e-laad, waarin de beheerders van de elektriciteitsnetten in Nederland samenwerken, deed de regiogemeenten in 2010 een aanbod voor een gratis elektrisch oplaadpunt. Vrijwel alle gemeenten zijn hier op ingegaan. In Noordwijkerhout verscheen in 2010 het eerste elektrische oplaadpunt. Al snel volgden andere gemeenten in de regio. De Omgevingsdienst organiseerde voor hen een bijeenkomst over het initiatief van e-laad. Met Noordwijkerhout maakte de Omgevingsdienst een infoblad over de ervaringen van deze gemeente met het elektrische oplaadpunt. Om te laten zien hoe stil elektrische voertuigen in de praktijk zijn, organiseerde de Omgevingsdienst samen met het mobiliteitsplatform Schoon op Weg in 2012 de eerste FluisterRally. Vanaf Leiden en Alphen aan den Rijn maakten belangstellenden proefritten met onder andere elektrische auto’s en scooters. De elektrische scooter stond ook centraal in de campagne Electric Heroes. Jongeren konden bij deze campagne een paar dagen gratis een elektrische scooter uitproberen. Op de filmpjes die ze hiervan maakten, mochten andere jongeren stemmen. De makers van de twee leukste filmpjes kregen een elektrische scooter thuis bezorgd, evenals twee jongeren die op de filmpjes hadden gestemd.
duurzame mobiliteit
Elektrisch vervoer
105
Schoon op Weg
106 duurzame mobiliteit
In het mobiliteitsplatform Schoon op Weg werken ondernemers en andere betrokkenen aan slimme en schone mobiliteitsoplossingen in de regio Holland Rijnland. De laatste vier jaar was het mobiliteitsplatform zeer actief. De eerder genoemde FluisterRally is een mooi voorbeeld van een activiteit die het platform organiseert. Een speerpunt van het platform is het parkeerterrein Haagweg in Leiden. Schoon op Weg wil dit terrein omvormen tot een centrumlocatie voor groen vervoer in de stad. Het platform plaatste hier twee elektrische oplaadpunten en een groengasvulpunt en heeft plannen om er een informatiecentrum te openen over schoon vervoer. Het mobiliteitsplatform heeft bovendien de ambitie om de naam Haagweg te vervangen door de naam Duurzaam Mobiliteitscentrum.
Groengas Naast elektriciteit is groengas een schoon, stil en voordelig alternatief voor benzine. Het aantal groengasvulpunten in de regio groeit. Ook het aantal voertuigen dat op groengas rijdt, neemt toe. Samen met het Hoogheemraadschap van Rijnland ontwikkelt het bedrijf Groen Vervoer van ondernemer Key Poll een biogas tankstation.
107
duurzame mobiliteit
108 duurzame mobiliteit
greengraffiti electric heroes Foto: dönüs demirci
109
duurzame mobiliteit
Lisette Loonen
projectleider thema duurzame mobiliteit Omgevingsdienst
We zijn op een rijdende trein gesprongen
110 duurzame mobiliteit
De Omgevingsdienst stimuleert het gebruik van elektrisch vervoer als alternatief voor het vervoer op fossiele brandstoffen. Het meest zichtbare resultaat hiervan zijn de elektrische oplaadpunten die gemeenten in de regio plaatsen. Lisette Loonen vertelt.
Welke resultaten zijn er geboekt voor elektrisch vervoer? ‘Van de vijftien gemeenten in de regio hebben de meeste elektrische oplaadpunten geplaatst, of ze treffen hier voorbereidingen voor. Noordwijkerhout was in 2010 de eerste gemeente met een elektrisch oplaadpunt. In 2011 volgden er meer. In 2012 zijn er oplaadpunten gerealiseerd in onder meer Katwijk, Oegstgeest en Teylingen. Leiden volgt begin 2013.’
‘We zijn als Omgevingsdienst op een rijdende trein gesprongen. De Stichting e-laad bood gratis oplaadpunten aan. De gemeenten regelen daarbij de infrastructuur. Bijna alle gemeenten in de regio maakten gebruik van het initiatief van e-laad. Ik organiseerde een bijeenkomst over dit initiatief, waar tien gemeenten aanwezig waren. De deelnemers waren hier enthousiast over omdat ze het prettig vonden om te horen wat ze konden verwachten. Samen met Noordwijkerhout maakten we een infoblad over hun ervaringen met de elektrische oplaadpunten. Zo hebben we kennis overgedragen aan andere gemeenten.’
Waar was de Omgevingsdienst nog meer bij betrokken? ‘We hebben het mobiliteitsplatform Schoon op Weg ondersteund en begeleid bij de organisatie van de FluisterRally op 16 september 2012. Schoon op Weg bestaat uit regionale ondernemers die samenwerken aan duurzame mobiliteit. Mensen konden proefritten maken met aardgasauto’s en elektrische scooters, boten, fietsen en auto’s. Ook de communicatie rondom dit evenement hebben wij verzorgd.’
Hoe ziet u de toekomst van elektrisch vervoer? ‘Ik verwacht een toename van het aantal elektrische voertuigen, omdat elektrisch rijden interessant is voor binnenstedelijk verkeer en voor woon-werkverkeer. Daarvoor zijn meer elektrische oplaadpalen nodig. Er komen dan ook waarschijnlijk meer oplaadpunten in de openbare ruimte.’
duurzame mobiliteit
Wat was de rol van de Omgevingsdienst hierbij?
111
Key Poll
ondernemer en eigenaar Groen Vervoer
Wij geloven in groengas
112
Groen Vervoer heeft ruim vijfhonderd bomen gecompenseerd door inzet van duurzaam vervoer, vermeldt Key Poll op de homepage van zijn website. Het stimuleren van duurzame mobiliteit is zijn business. ‘Dat kan op dit moment vooral met groengas. Daar geloven we in.’
duurzame mobiliteit
Groengas Poll begon in 2004 met elektrische auto’s, drie jaar later schakelde hij over naar groengasvoertuigen en -vulpunten. Nu is het tanken van groengas dankzij Groen Vervoer mogelijk op vier locaties in de regio. In Leiden, Katwijk, Alphen aan den Rijn en Leiderdorp staat een groengasvulpunt dat is gerealiseerd door Groen Vervoer. ‘We zijn deels eigenaar en mede-exploitant van deze tankstations’, vertelt Poll. ‘Daarnaast verhuren we auto’s aan bedrijven die rijden op groengas willen proberen, zoals taxi- en koeriersbedrijven.’ Groengas is ook het sleutelwoord in een ander project van de Leidse ondernemer. ‘Met het Hoogheemraadschap van Rijnland ontwikkelden we een biogas tankstation. Biogas, mengen we met aardgas. Biogas is altijd
Idealen Poll heeft naast zijn werk voor Groen Vervoer ook een reguliere baan. ‘Groen Vervoer is goed voor de helft van mijn inkomen. Ja, ik ben een idealistische ondernemer, maar daarin verschil ik niet veel van andere ondernemers. Ik ben niet alleen uit idealisme met duurzaamheid bezig, ik wil er straks ook meer geld mee verdienen. Dat kan, want ik ben ervan overtuigd dat duurzaamheid geld oplevert.’ Voor de toekomst voorziet hij dat duurzame mobiliteit een economische factor van belang wordt. ‘Olie en andere fossiele brandstoffen worden steeds duurder. Ik ben ook benieuwd hoe de consument straks reageert op groengasvervoer. Hopelijk gaat ook de consument de voordelen van rijden op groengas inzien.’
duurzame mobiliteit
beschikbaar en is een onuitputtelijke bron van energie. Deze mengvorm is daarom een goedkope manier om biogas te benutten. We rijden nu met twee testauto’s waarmee we tanken bij een biogas tankstation. Dit project willen we uitbreiden.’
113
Clemens van Soest voorzitter van het mobiliteitsplatform Schoon op Weg
We staan op de drempel van enorme veranderingen
114 duurzame mobiliteit
Het mobiliteitsplatform Schoon op Weg zet zich in voor duurzame mobiliteitsoplossingen in de regio. Clemens van Soest roept mensen met ideeën over duurzame mobiliteit op zich aan te sluiten bij het platform. ‘In ons onafhankelijke platform zijn alle betrokkenen welkom.’
Hoe omschrijft u het mobiliteitsplatform ? ‘Als een open gremium voor mensen uit het maatschappelijk middenveld die willen meedenken over mobiliteitsoplossingen. We adviseren op verzoek partijen die iets willen met vervoer. Schoon op Weg beschikt over veel expertise. Er zit onder andere een ondernemer in groengas bij en een expert in elektrische voertuigen. Maar bijvoorbeeld ook een medewerker van Milieudefensie.’
‘We steunen de plannen van Stadsparkeerplan om parkeerterrein Haagweg in Leiden om te vormen tot een duurzaam mobiliteitscentrum. De firma Groen Vervoer, die vertegenwoordigd is in ons platform, heeft hier een groengasaansluiting en twee elektrische laadpalen geplaatst. Je kunt er bijvoorbeeld ook een OV-fiets of elektrische scooter lenen. Het idee is dat mensen daar hun auto neerzetten en met het meest passende vervoermiddel verder gaan. De busjes van Stadsparkeerplan rijden alweer een tijd op groengas. Wij willen dat iemand in het gebouw op het parkeerterrein mensen gaat informeren over hoe zij ook zelf kunnen kiezen voor duurzaam vervoer. Dan wordt het parkeerterrein Haagweg een echt duurzaam mobiliteitscentrum. Verder hebben we voor het eerst de FluisterRally georganiseerd. Mensen konden met duurzame vervoermiddelen van Leiden naar Alphen aan den Rijn en terug rijden, of omgekeerd.’
Hoe ziet u de toekomst van duurzame mobiliteit? ‘We staan op de drempel van enorme veranderingen. De wereldvoorraad aan olie is eindig. Vooral het rijden op groengas gaat een hoge vlucht nemen. Veel biogas komt nu nog in de atmosfeer terecht. We hoeven het alleen maar op te vangen, te zuiveren en te gaan gebruiken. We hebben in de regio zes groengasvulpunten. Binnenkort gaat de zevende locatie open in Leiderdorp. En actieradius is, in tegenstelling tot elektrische auto’s, geen probleem. Ik rijd zelf een groengasauto, waarmee ik probleemloos naar Zwitserland en terug ben gereden.’
duurzame mobiliteit
Welke activiteiten ontplooien jullie?
115
Conny Keultjes communicatieadviseur Omgevingsdienst
Elektrische scooter is een zuinig, stil en schoon alternatief
116
In de regio Holland Rijnland liep in 2012 de campagne Electric Heroes. Het doel: elektrisch rijden onder jongeren stimuleren. In tientallen zelfgemaakte filmpjes lieten jongeren zien waarom een elektrische scooter een ‘cool’ alternatief is voor de benzinescooter.
duurzame mobiliteit
Wat hield de campagne in? ‘Tijdens de campagneperiode konden jongeren een paar dagen een elektrische scooter testen. Hun ervaringen legden ze vast in een filmpje waarop andere jongeren via de website van de campagne konden stemmen. De makers van de twee leukste filmpjes werden beloond met een elektrische scooter. Ook onder de stemmers gaven we twee scooters weg.’
Hoe konden jongeren zich aanmelden? ‘De campagne werd gelanceerd met een filmpje van de zogenoemde local hero. Boegbeeld van het project was de Sassenheimse zwemmer Jonathan Cassuto. Hij riep jongeren tussen de 16 en
Hoe ging het verder? ‘46 Testrijders maakten een filmpje waarin ze elektrische scooters promootten. Doordat de jury alleen de tien filmpjes met de meeste stemmen beoordeelde, waren de jongeren erop gebrand aandacht te krijgen voor hun filmpje. De olievlekwerking zorgde voor ruim 3.700 stemmen. Daarnaast is de actie bij nog veel meer mensen onder de aandacht gebracht via de regionale kranten, radiostations en televisie. De jury bestond uit vertegenwoordigers van de Omgevingsdienst, de Nederlandse Stichting Geluidshinder, het communicatiebureau dat de actie ondersteunde, de local hero en een professionele filmmaker. De filmpjes van Bart Broeders uit Leiden en Jasper de Laet uit Alphen aan den Rijn lieten het beste zien dat de elektrische scooter een zuinig, stil en schoon alternatief is voor de benzinescooter. Zij ontvingen hun prijs uit handen van de wethouder van hun gemeente. Ook twee stemmers werden blij gemaakt met een scooter. Voor de feestelijke uitreikingen trok een karavaan met wethouders, een promotieteam en een afvaardiging van de organisatie door de regio.’
duurzame mobiliteit
25 jaar op zich aan te melden als testrijder. Ook offline was er veel aandacht voor de campagne. Promotieteams lieten scholieren op verschillende locaties kennismaken met de elektrische scooters. Uit de 241 aanmeldingen werden 60 testrijders geselecteerd. Zij mochten een paar dagen proefrijden op een elektrische scooter. Sommige testrijders ontvingen de scootersleutels van de wethouder van hun gemeente en soms werd er zelfs een gezamenlijke testrit gemaakt.’
117
Resultaten
118
Gemeenten, inwoners en bedrijven zijn zich meer bewust van het belang van duurzame en schone mobiliteit.
Gemeenten hebben elektrische oplaadpunten geplaatst of gaan ze nog plaatsen.
duurzame mobiliteit
Bij verschillende horecagelegenheden en bedrijven zijn elektrische oplaadvoorzieningen gerealiseerd voor fietsen.
Er zijn zes groengasvulpunten geplaatst, meer vulpunten zijn gepland.
De training Het Nieuwe Rijden is gegeven aan 535 deelnemers in de regio.
Meer voertuigen in de regio rijden volledig of deels op alternatieve brandstoffen. Het aantal voertuigen op aardgas nam toe van 17 (2008) naar 107 (2012). Het aantal elektrische voertuigen steeg van 11 (2008) naar 31 (2012). Het aantal hybride voertuigen klom van 409 (2008) naar 2.568 (2012).
duurzame mobiliteit
Zestig jongeren deden mee aan de campagne Electric Heroes.
Aan de FluisterRally deden 118 mensen mee. Zij kregen daar informatie over duurzame vervoermiddelen.
119
slotBijeenkomst: Samenwerken is het sleutelwoord
120 slotbijeenkomst 2012
Het Klimaatprogramma Energie voor de Toekomst is afgerond. De Omgevingsdienst organiseerde daarom op 15 november 2012 een bijeenkomst in het duurzame gemeentehuis van Leiderdorp waarin zowel terug als vooruit werd gekeken. Projectleiders van de Omgevingsdienst en de gemeenten uit de regio Holland Rijnland wisselden ervaringen uit over het Klimaatprogramma.
Eén woord keerde tijdens de bijeenkomst veelvuldig terug: samenwerking. Samenwerkingsvormen tussen gemeenten onderling, tussen gemeenten en bedrijven of tussen gemeenten en andere overheden zijn nodig om het Klimaatprogramma tot een succes te maken. Dat bleek onder meer uit de bestuurlijke workshop van Het Klimaatverbond, een vereniging voor gemeenten, provincies en waterschappen dat zich sterk maakt voor een effectief lokaal klimaatbeleid. Gemeentebestuurders bogen zich tijdens de workshop over de vraag met welke lokale en regionale partijen samenwerking wenselijk is en voor welke onderwerpen dit meerwaarde biedt. Om de regionale samenwerking rond klimaatinitiatieven te stimuleren, heeft het Klimaatverbond een Green Deal afgesloten met de Rijksoverheid. Voor drie pilot regio’s
bewuste manier van omgaan met samenwerkingspartners in de lokale omgeving. In een ambtelijke workshop nam Diepenmaat vervolgens ook de rol van gemeenten onder de loep bij regionale klimaatinitiatieven. Hij presenteerde een methode om potentiële samenwerkingspartners voor gemeenten in Burgers en bedrijven nemen tegenwoordig beeld te brengen. Ook liet hij zien hoe de het voortouw bij duurzame projecten. DaarOmgevingsdienst en gemeenten elkaars door is de rol van de overheid bij duurzaamheidsinitiatieven veranderd. Die is niet zozeer expertise kunnen gebruiken om duurzame meer sturend, maar faciliterend en verbindend. initiatieven vanuit de samenleving tot bloei te brengen. Deze nieuwe rol biedt gemeenten ook nieuwe Deze inspirerende middag vormde de mogelijkheden, zo liet Robbert Jan Piet, officieuze afsluiting van een programmaex-wethouder van Heerhugowaard en periode van vier jaar waarin veel resultaten Beverwijk , zien. zijn behaald. De komende jaren zullen alle partijen in de regio nieuwe stappen zetten Henk Diepenmaat, onder andere verbonden aan de Nyenrode Business Universiteit, legde om samen duurzame ambities in de regio Holland Rijnland te realiseren. in zijn presentatie uit wat het effect is van een
Overheid
slotbijeenkomst 2012
organiseert het Klimaatverbond een traject dat hen helpt de samenwerking te versterken. De regio Holland Rijnland is één van de geselecteerde regio’s.
121
122
colofon
colofon regionale Klimaatprogramma 2008 -2012 en uit samenwerking met de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude,Teylingen, Voorschoten, Zoeterwoude en de Omgevingsdienst.
Samenstelling en redactie
Projectleiders Klimaatprogramma en medewerkers cluster Communicatie Omgevingsdienst West-Holland
Ontwerp Ankie Stoutjesdijk
Tekst
Mathieu Hilgersom en René Schellingerhout
Illustraties
Deze publicatie geeft de meeste resultaten van het Klimaatprogramma weer. Bovendien worden initiatiefnemers op het gebied van duurzaamheid aan het woord gelaten. Het is bestemd voor bestuurders, ambtenaren en geïnteresseerden die geïnspireerd willen worden en duurzaam willen handelen.
Loek Weijts
Speciale dank gaat uit naar alle mensen die hebben meegewerkt aan deze uitgave.
Omgevingsdienst West-Holland
Drukwerk Puntgaaf drukwerk, Leiden Deze uitgave is gedrukt op Cyclus Offset, 100% gerecycled papier.
Postadres Postbus 159 2300 AD Leiden Bezoekadres Schipholweg 128 2316 XD Leiden Telefoon 071- 4083100 Fax 071- 4083101 Email
[email protected]
colofon thematitel
De uitgave Energie voor de toekomst, samenwerking loont is ontstaan vanuit het
123
www.odwh.nl/energievoordetoekomst
127
thematitel
Energie voor de toekomst is een initiatief van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude en de Omgevingsdienst West-Holland.
www.odwh.nl/energievoordetoekomst
Scan de QR-Code voor de digitale versie