Gericht op de (dalton)praktijk

Gericht op de (dalton)praktijk VESTIGINGSJAARPLAN RONERBORG 2014-2015

Datum: 28 mei 2014 Auteurs: Ivo Omlo en Siemon van der Wal Uitwerking en vormgeving: Jannie Wijnsma Versie: 4 Status: concept

Inhoudsopgave 1. VOORWOORD .................................................................................................................... 3 2. INLEIDING .......................................................................................................................... 4 3. EVALUATIEFORMATS 2013 – 2014 .................................................................................... 11 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6

Daltonontwikkeling ................................................................................................................. 11 Professionalisering en strategisch HRM .............................................................................. 12 Passend Onderwijs ................................................................................................................. 13 Kwaliteitszorg en Planning & Control ................................................................................... 14 Opbrengstgericht werken en Taal & Rekenen....................................................................... 15 Onderwijs en ICT ...................................................................................................................... 16

4. TOELICHTING PRIORITEITEN 2014 – 2015 .......................................................................... 17 5. ACTIVITEITENFORMATS 2014-2015 ................................................................................... 18 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

Daltontwikkeling ...................................................................................................................... 18 OGN Transitie ........................................................................................................................... 20 Pedagogisch klimaat en didactisch handelen ...................................................................... 21 Professionalisering en strategisch HRM ............................................................................... 23 Kwaliteitszorg en Planning & Control .................................................................................... 26

BIJLAGE 1: PLAN VAN AANPAK DALTONONTWIKKELINGEN................................................... 28 BIJLAGE 2: PROFESSIONALISERINGSPLAN ............................................................................. 35

VJP-format 2014-2015

2

1. Voorwoord In dit vestigingsjaarplan Ronerborg 2014-2015 is de missie en visie van de Ronerborg verwoord. De Nederlandse Daltonvereniging heeft een nieuwe daltonidentiteit vastgesteld. De 6 daarin genoemde kernwaarden moeten vertaald worden naar de daltonpraktijk op de Ronerborg. De eerste stap is gezet doordat de kernwaarden verantwoordelijkheid (vrijheid ingebondenheid), zelfstandigheid, samenwerken, reflectie, effectiviteit en borgen zijn uitgewerkt in indicatoren. De ingang gezette teamstructuur (BB/KB-team, TL/Havo-team en bovenbouw GL/TL-team) wordt voortgezet. De volgende stap is het zorgen voor verbinding en afstemming tussen de teams. Binnen de teamstructuur wordt aandacht besteed aan de leerlingbegeleiding. Afstemming en verbinding op vak- of leergebied vindt plaats in de vakgroep of in het leergebied-overleg. De Ronerborg zoekt naar een effectieve structuur voor afstemming en communicatie middels themabijeenkomsten. Naast de organisatiestructuur is er steeds meer aandacht voor de cultuuraspecten. De Ronerborg richt zich op de ontwikkeling van een feedbackcultuur passend bij een daltonschool. Uitgangspunt hierbij is: ‘Zeggen wat je doet, is doen wat je zegt’. De Ronerborg is in 2012/2013 gestart met een vergaande ontwikkelingen op het gebied van digitalisering. Dit heeft geresulteerd in een iPad-pilot. In 2013/2014 is de pilot geëvalueerd en besloten om de pilot voort te zetten. Ook in de eerste klas van de bb/kb wordt in 2014/2015 gestart met een iPad-klas. Hierover vindt afstemming plaats met de Nijeborg. Op dit moment wordt hard gewerkt aan de vertaling van de visie op ICT naar de daltonpraktijk, die past bij de ontwikkelingen van jongeren van nu en in de toekomst. Itslearning is in 2013-2014 verder geïmplementeerd. Tot slot willen we opmerken, dat het vestigingsjaarplan nog besproken zal worden in de teams en deelraad. Nadat we gesproken hebben met alle spelers in het veld zullen we een poging doen het vestigingsjaarplan daar waar nodig te concretiseren en beschrijven in meetbare doelen en resultaten. Daarbij willen we rekening houden met het spanningsveld tussen de hoeveelheid te verrichten activiteiten en de behapbaarheid van medewerkers in het kader van de werkdruk. Dit vestigingsjaarplan richt zich vooral op de (dalton)praktijk. Ivo Omlo en Siemon van der Wal


3

2. Inleiding Missie De Ronerborg onderschrijft de missie van Onderwijsgroep Noord en rsg de Borgen en is aangesloten bij de Nederlandse Daltonvereniging (NDV) en zal als zodanig vorm en inhoud geven aan de richtlijnen en ontwikkelingen van Onderwijsgroep Noord, rsg de Borgen en de NDV. Visie op daltononderwijs De Ronerborg werkt organisatorisch, didactisch en pedagogisch vanuit de daltonwerkwijze. In de vertrouwensdriehoek zijn de drie basisprincipes vrijheid in gebondenheid (verantwoordelijkheid), zelfstandigheid en samenwerking opgenomen. Het overkoepelende gegeven is dat zowel leerlingen als docenten op basis van wederzijds vertrouwen verantwoordelijkheid kunnen dragen en verantwoording kunnen afleggen. Dit is een ontwikkelingsproces dat constant in beweging is en waarin op elk moment in het onderwijsproces stappen gemaakt kunnen en dienen te worden.

Vrijheid in gebondenheid Zelfstandigheid Samenwerken. Effectiviteit en doelmatigheid Reflectie Borging

Als de oorspronkelijke onderwijspedagogiek van dalton ( gebaseerd op het theoretische en praktische werk van Helen Parkhurst ‘Dalton Laboratory Plan’,1922) vertaald wordt naar de hedendaagse onderwijspraktijk, kunnen in het huidige daltononderwijs antropologische principes, pedagogische doelen, didactische principes, didactische kenmerken en professionele kernmerken van elkaar onderscheiden worden. De 3 antropologische principes zijn: 1. Autonomie ( zelfverantwoordelijkheid) 2. Interdependentie ( socialiteit en wederzijdse afhankelijkheid) 3. Rationaliteit ( reflexiviteit, efficiëntie en utiliteit). Kortom: leerlingen krijgen de vrijheid om zelfstandig hun eigen werk te plannen en te leren in een sociale werkgemeenschap, waarin ze zich ervan bewust zijn dat ze verantwoordelijk zijn voor elkaars leren en afhankelijk zijn van elkaar. Het leren is hierbij gericht op efficiëntie en het idee dat zelfverbetering altijd mogelijk en wenselijk is. ( Van der Ploeg, 2007). De eerste twee inzichten worden erkend en toegepast. Leerlingen hebben de behoefte om zelfstandig een taak te kunnen uitvoeren ( autonomie) en de behoefte aan sociale relaties (socialiteit). Het derde inzicht is onderscheidend voor daltononderwijs. De pedagogische doelen worden onderverdeeld in één specifiek doel met daaromheen twee algemene doelen. Het specifieke persoonlijke doel focust zich op de ontwikkeling van het individuele kind. Namelijk het creëren van een mens die nergens bang voor is. Deze ‘fearless human being’ of ‘mens zonder vrees’ is volgens Parkhurst kundig en wereldwijs, ervaren en handig, zelfverzekerd en bijdehand en proactief en vooruitdenkend. De algemene doelen zijn cognitieve en culturele ontwikkeling en vorming ( kennis en vaardigheden) en morele en sociale ontwikkeling en vorming ( normen, waarden, houdingen). VJP-format 2014-2015

4

De didactische principes normeren de vormgeving van de organisatie van het onderwijs. De didactische principes kunnen worden onderverdeeld in kernprincipes en algemene principes. ( Van der Ploeg, 2007). De oorspronkelijke kernprincipes zijn vrijheid en samenwerking. Leerlingen krijgen voldoende ruimte om zelfverantwoordelijk te zijn voor hun eigen werk. Daarnaast is de school een gemeenschap waarin sprake is van wederzijdse afhankelijkheid, interacties, sociale en werkrelaties en een klas als werkgemeenschap. Hierdoor zijn leerlingen gemotiveerd, geïnteresseerd en geconcentreerd en leren dat klasgenoten afhankelijk zijn van hen en dat zij afhankelijk zijn van klasgenoten (Van der Ploeg, 2007). Ook zullen ze door middel van samenwerken ervaren dat de grens van de individuele vrijheid wordt gevormd door de vrijheid van een ander ( Wenke en Röhner, 1999). De algemene didactische principes die gebaseerd zijn op de kernprincipes en omvatten individualiseren, activeren, interactiveren, differentiëren en contextualiseren. Deze principes zijn ontstaan als reactie op het klassieke en verbaalgerichte onderwijs en deze didactische principes komen dan ook in bijna alle onderwijsvernieuwingen naar voren ( Van der Ploeg, 2007). De didactische kenmerken zijn het werken met taken, zelf tijd in mogen delen en het werken met vaklokalen en vakleerkrachten. Het meest opvallende kenmerk van daltononderwijs is het werken met taken. De taken vermelden welke leerstof de leerling aan het einde van een periode gemaakt en/of geleerd moet hebben. De taak is in Nederland vormgegeven in dagtaken, weektaken en maandtaken (afhankelijk van de leeftijd van de leerlingen), maar ook in introductie-, kern-, herhalings-, verrijkings- of keuzetaken ( Alkema & Tjerkstra, 1995). Zo kunnen leerlingen hun eigen leerproces sturen en zelf bepalen wanneer ze in welke ruimte, met wie en aan welk vak en/of welke taak ze gaan werken. Een voordeel van het werken met taken is dat de leerling zelfstandig en/of met elkaar door kunnen werken, zonder dat de leerkracht daarbij aanwezig hoeft te zijn. Met andere woorden als de leerkracht met een groepje leerlingen apart een extra instructie geeft, kan de rest van de klas in zijn eigen tempo verder werken aan de door iedere leerling zelfstandig geplande taak. Dit werkt bevorderlijk voor de concentratie, motivatie, zelfstandigheid, wederzijdse afhankelijkheid en planvaardigheden van leerlingen (Wenke en Röhner, 2004). Tot slot worden er binnen het daltononderwijs de volgende professionele kenmerken onderscheiden: ‘vakkundig’, ‘kindkundig’ en ‘reflexief’. Leerkrachten worden in het daltononderwijs gezien als vakleerkrachten. Leerkrachten die op de hoogte zijn van de ontwikkelingen van kinderen ( de persoonlijke kenmerken en/of problemen van de kinderen uit de klas, de mogelijke leerstrategieën van kinderen en de sociale ontwikkeling) en het implementeren van de lesstof en leerdoelen. Hierbij is van belang dat een leerkracht reflexief is, zodat de professionele kenmerken wat betreft het vak en het kind continu ontwikkeld en verbeterd worden. Helen Parkhurst presenteerde daarom geen vaste leerstofkeuze en/of vaststaand plan (Piet van der Ploeg, 2007) De nieuwe daltonidentiteit met zes kernwaarden ziet er als volgt uit. Kernwaarden van het daltononderwijs: Vrijheid in gebondenheid / Verantwoordelijkheid en vertrouwen “Freedom and responsibility together perform the miracle” Vrijheid is noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen maken en eigen wegen te vinden. Vrijheid in het daltononderwijs is de gelegenheid krijgen om het taakwerk zelf te organiseren. De opgegeven leerstof en de eisen die daaraan worden gesteld, de tijdslimiet, de werkafspraken en de schoolregels vormen de grenzen waarbinnen de leerlingen hun vrijheid leren gebruiken. Een leerling leert verantwoordelijkheid voor zichzelf en zijn omgeving te dragen, als zijn omgeving hem daarvoor de ruimte en mogelijkheden biedt. Door leerlingen meer vrijheid te bieden kunnen zij eigen keuzes maken en een actieve leerhouding ontwikkelen. Maar vrijheid betekent niet dat alles zomaar kan en mag. Het is een taak van de leerkracht om iedere leerling een structuur te bieden om vrijheid binnen grenzen te leren hanteren. Leerlingen krijgen de ruimte om te ontdekken en te experimenteren, maar worden tegelijk ook geconfronteerd met de relatie tussen wat ze doen en wat dat oplevert. Dat is voor leerlingen een geleidelijk leerproces, waarin zelfkennis en zelfinschatting een grote rol spelen.


5

Zelfstandigheid “Experience is the best and indeed the only real teacher” Zelfstandig leren en werken op een daltonschool is actief leren en werken. Een leerling wil doelgericht een klus klaren en is in staat om tijdens dit leerproces hulp te zoeken indien noodzakelijk. Deze manier van werken stimuleert het probleemoplossend denken van een leerlingen. Om later als volwassene goed te kunnen functioneren moet een leerling leren beoordelen welke beslissingen hij/zij moet nemen en wat de gevolgen daarvan zijn. De keuzevrijheid dwingt een leerlingen tot het nemen van zelfstandige beslissingen die voor hem effectief en verantwoord zijn. Samenwerken “The school functions as a social community” Een daltonschool is een leefgemeenschap waar leerlingen, leerkrachten, ouders, schoolleiding en bestuur op een natuurlijke en gestructureerde wijze samen leven en werken. Een daltonschool is ook een leeromgeving waar leerlingen en leerkrachten iets van en met elkaar leren. Doordat leerlingen samen met leerkrachten en medeleerlingen aan hun leertaken werken, leren zij met elkaar om te gaan en leren zij dat zij elkaar kunnen helpen. Het verwerven van kennis en vaardigheden in samenwerking met anderen kan het leren vergemakkelijken. Leerlingen leren dat er verschillen bestaan tussen mensen. Ze leren naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor elkaar. Als leerlingen met elkaar samenwerken, ontwikkelen ze sociale vaardigheden en leren ze reflecteren op de manier waarop ze leren, zoals het beoordelen van een eigen inbreng en die van een medeleerlingen, het aangaan van de dialoog, het leren omgaan met teleurstellingen en het ervaren van een meeropbrengst uit de samenwerking. Het uiteindelijke doel is democratisch burgerschap. Een daltonschool is een oefenplek voor democratisering en socialisering. Effectiviteit/ doelmatigheid “Efficiency measure “ a simple and economic reorganization of the school” Het daltononderwijs is gericht op een effectieve inzet van tijd, menskracht en middelen. Een taak als drager van de te leren vaardigheden en kennis biedt optimaal gelegenheid om tot een doelmatige inrichting te komen. Een taak op maat houdt een leerling doelmatig en functioneel bezig. Reflectie “I would be the first to hear welcome criticism” Het kritisch benaderen van onderwijskundige ontwikkelingen en inzichten is op een daltonschool vanzelfsprekend. Iedere docent werkend op een daltonschool reflecteert op zijn/haar onderwijspraktijk en professioneel handelen. Ook op schoolniveau vindt reflectie over het onderwijs voortdurend plaats. Reflectie en evaluatie dragen in hoge mate bij tot een verkenning van de leerweg om het beoogde doel te bereiken. Borging “Door verschillen te delen, vermenigvuldigt de kwaliteit” Daltonscholen in Nederland werken samen aan kwalitatief goed daltononderwijs door allemaal deel te nemen aan planmatige zelfevaluatie en visitatie. Een daltonschool is een lerende organisatie, die haar leerkrachten ondersteunt bij het zich permanent scholen en bij het experimenteren in en reflecteren op hun praktijk. Teamleren heeft op een daltonschool hoge prioriteit. Verantwoordelijkheden voor dalton liggen in het team van docenten. Het daltononderwijs zet ook sterk in op het maatjesleren van scholen binnen en buiten een regio. Daltonscholen borgen hun kernwaarden door middel van een planmatige zelfevaluatie en visitatie. De Nederlandse Dalton Vereniging geeft licenties en certificaten af aan instituten, scholen en personen als zij er blijk van geven de kernwaarden op goede wijze in de praktijk vorm en inhoud te hebben gegeven.


6

Visie op leren Ons onderwijsconcept gaat uit van de volgende basisbehoeften (Stevens):

relatie

autono mie

compet entie

Wij vinden het van groot belang dat de leerling zich competent voelt. Dat wil zeggen dat de leerling ervaart dat hij iets kan en dat hij het succes aan zichzelf kan toeschrijven (in plaats van aan de hulp van anderen). De leerling ervaart plezier in het eigen kunnen en krijgt meer zelfvertrouwen. Het daltonbegrip verantwoordelijkheid is goed te koppelen met competentie: geloof en plezier hebben in eigen kunnen. Het ontwikkelen van zelfvertrouwen. Figuurlijk en letterlijk ruimte creëren. De leerling moet zich ook autonoom voelen. De leerling moet het gevoel hebben dat hij of zij iets kan zonder dat anderen hem of haar daarbij moeten helpen. Hier past het daltonbegrip zelfstandigheid goed bij: het gevoel dat je iets kunt ondernemen zonder dat anderen je daarbij moeten helpen; onafhankelijk kunnen zijn. Wij vinden het belangrijk dat de relatie tussen de leerlingen onderling en met de medewerkers goed is, we willen dat de leerlingen in een veilige omgeving leren, dat de leerlingen merken dat het anderen wat kan schelen wie en hoe ze zijn en wat ze doen. Samenwerking zou hier als daltonbegrip nauw bij aansluiten: merken dat het anderen wat kan schelen wie en hoe je bent en wat je doet, terwijl het omgekeerd jou een zorg is hoe het met die anderen gaat. Het basisprincipe bij de combinatie van de basisbehoeften en daltonkenmerken is dat je het onderwijs zo inricht, dat ieder kind dat op de school begint, die school op een verantwoorde wijze kan afmaken binnen de mogelijkheden en grenzen van het kind en de school. Het bovenstaande is te concretiseren door:  instructie (verschil in manier van uitleg, duur, in groepjes of individueel – in het negenveld genoemd als didactiek);  interactie (door persoonlijk contact laten merken dat je de leerling waardeert en serieus neemt – de pedagogische kant van het geheel);  klassenmanagement (klassenorganisatie is zodanig dat de leerlingen de kans krijgen om zelfstandig te leren werken). Hier speelt de organisatie een belangrijke rol. De school is een oefenplaats voor de samenleving. De leerling construeert zijn vaardigheden en al aanwezige kennis met nieuwe kennis. Hij is hierbij actief om zijn leerstof te verwerken, constructief om de kennis uit te diepen en opnieuw te verbinden en hij cumuleert de leerstof door gebruik te maken van zijn verworven voorkennis. Hierbij is van belang dat de leerling geconfronteerd wordt met echte leeropdrachten die betekenisvol en motiverend zijn. Het reflecteren op de betekenis van de inhoud van de les en de opdracht vinden wij van belang. De leerling leert hierin verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen ontwikkeling. De docent fungeert hier als leermeester, coach en als vangnet voor leerlingen die een extra steun in de rug nodig hebben.


7

Het leerklimaat wordt ontworpen waarbij er in afwisseling zelfstandig dan wel in samenwerking geleerd wordt. Het ontwikkelen van verschillende leerroutes en door gebruik te maken van de kennis van verschillende leerstrategieën wordt er een stimulerend onderwijsleerklimaat gerealiseerd. In de ICT-route en het CGO wordt deze benadering van leren toegepast. De opleiding bestaat uit 6 à 8 projectopdrachten per jaar en er wordt gewerkt aan uitdagende opdrachten van (echte) opdrachtgevers. In ieder project verdiept de leerling zich in één van de 4 sectoren. Er wordt altijd samengewerkt met één of meerdere leerlingen. Samen zijn de leerlingen verantwoordelijk voor de producten die ze aan de opdrachtgever moeten leveren. Als de opdrachtgever tevreden is met het product krijgen de leerling en zijn partner(s) een positieve beoordeling. De leerling krijgt ook een individuele boordeling van zijn eigen bijdrage. Dan wordt gekeken naar zaken als werkhouding, inbreng, samenwerking en andere beroepsvaardigheden. Behalve projectopdrachten worden ook cursussen en trainingen aangeboden. Visie op begeleiden De Ronerborg heeft een zorgstructuur ontwikkeld, waarin de mentor, de vakdocent en de leerling en belangrijke plaats innemen. De leerling staat centraal en wordt naar behoefte alle mogelijke middelen aangeboden. Hierin vindt differentiatie plaats. Het geven van vertrouwen aan de leerling is van wezenlijk belang in zijn ontwikkeling. De docent zorgt voor meerdere evaluatie- en reflectiemomenten waardoor er stappen gemaakt kunnen worden in het afleggen en vragen van verantwoording en het nemen en geven van verantwoordelijkheid. Hierdoor moedigen wij de leerling aan keuzes te maken op basis van achterliggende processen. Er wordt gewerkt met de zogenaamde uitgestelde hulpvraag. De mentor heeft een coachende rol die gestoeld is op wederzijds vertrouwen, respect, samenwerking en betrokkenheid. De visie op daltononderwijs en op leren is vertaald in het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht, het onderwijsprogramma en de organisatie van de school. Deze kenmerkt zich als volgt: Het pedagogisch handelen van de leerkracht is erop gericht dat de voorwaarden om te komen tot leren optimaal zijn. Rekening wordt gehouden met de basisbehoeften (autonomie, relatie en competentie) en het creëren van een veilige leeromgeving. Het didactisch handelen is vaardigheidsgericht ( laten leren door ervaren, doen en zelfstandig werken, leren en reflecteren). In de praktijk, zal afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling, er sprake zijn van een glijdende schaal van leerkracht- naar leerlinggestuurd onderwijs. De leerkrachten volgen nauwgezet de ontwikkeling van de leerling. Van daaruit wordt zoveel mogelijk handelingsgericht gewerkt en wordt het onderwijsprogramma aangepast aan de mogelijkheden van de leerling. Dit betekent dat er een gedifferentieerd onderwijsaanbod dient te worden gegeven, waarbij voortdurend wordt gezocht naar het creëren van de juiste voorwaarden. Deze flexibiliteit zal zichtbaar worden in het aanpassen van het onderwijsprogramma, het gebruik van leer- en hulpmiddelen, de inrichting van het lokaal en de inrichting van het gehele schoolgebouw. Het onderwijsprogramma bestaat uit het aanleren van theoretische, praktische en sociale vaardigheden. Wat betreft de organisatie van de school kan opgemerkt worden dat deze in het kader dat de leerling centraal staat teamgericht (gericht op samenwerken) en transparant is, en dat ze medezeggenschap en (mede)verantwoordelijkheid kent.


8

Visie op de organisatie De school is een lerende organisatie, waarbij reflectie en evaluatie een belangrijke plaats inneemt. Er is aandacht voor de ontwikkelingen en ontplooiing van haar eigen medewerkers. De communicatie en organisatie verlopen zowel binnen de organisatie als naar buiten transparant. De ontwikkeling van kinderen/leerlingen is de basis voor de keuze van organisatie in de school. Er wordt ingegaan op de verschillende en uiteenlopende mogelijkheden en leerbehoeftes. Op de Ronerborg is mede daarom gekozen voor het werken in drie kleine teams. Deze teams hebben de verantwoordelijkheid voor de ontwikkelingen en uitvoeringen van de onderwijsvisie. Door het creëren van kleine eenheden voor leerlingen, personeel en ouders wordt er betrokkenheid gegenereerd. Er wordt gestuurd op resultaatgerichtheid. Door te werken in teams wordt de verantwoordelijkheid laag in de organisatie gelegd. Er wordt verantwoordelijkheid gegeven en verantwoording afgelegd.

De kenmerken van een team zijn:  Leerkrachten / begeleiders vormen een team, omdat zij in samenwerking de verantwoordelijkheid dragen voor het onderwijsleerproces en de resultaten van een groep leerlingen;  Een team blijft meerdere jaren bijeen;  Het team geeft een aantal jaren onderwijs en begeleiding aan dezelfde groep leerlingen;  Het team heeft een docent met coördinerende taken;  Het team neemt de verantwoordelijkheid voor onderwijs, begeleiding en aspecten van de opvoeding;  Het team heeft een gezamenlijke (resultaat)verantwoordelijkheid voor het primair proces en levert hiervoor verantwoording af.

Het team heeft de volgende taken: 1. Uitvoeringstaken: organiseren en stimuleren van leerprocessen bij leerlingen ( o.a. via onderwijs en begeleiding); 2. Ontwikkelingstaken: zorgen voor een krachtige leeromgeving, stimulerend en randvoorwaarden scheppend voor de ontwikkeling van een actieve en zelfstandige studiehouding; 3. Evaluatietaken: bespreken van de vorderingen: toetsing; resultaten, begeleiding, pedagogisch didactische aanpak en teamactiviteitenplan; 4. Beheerstaken: zorgdragen voor taakverdeling en formatietoedeling, budgetbeheer, uitvoering van IPB (integraal personeelsbeleid); overleg, gedragscodes en besluitvorming; 5. Adviestaken: geven (gevraagd en ongevraagd) advies aan de schoolleiding


9

Op de Ronerborg wordt gewerkt met vijf resultaatgebieden, te weten: 1. 2. 3. 4. 5.

Onderwijs & Ondersteuning Organisatie Medewerkers Middelen & Facilitair Omgeving & Communicatie

Onderwijs & zorg

Omgeving & communicatie

Missie rsg de Borgen

Middelen

Organsiatie

Medewerkers

Kritische succesfactoren

Prestatie indicatoren en doelstelingen

Visie op kwaliteit Leerprocessen en leeropbrengsten van leerlingen vormen de kern van het onderwijsbeleid. Goed kwaliteitsbeleid dient twee doelen: verantwoorden en informeren aan de ene kant, verbeteren en borgen aan de andere kant. Kwaliteitsbeleid moet cyclisch en systematisch zijn, gaat over alle beleidsterreinen en heeft betrekking op iedereen werkzaam bij rsg de Borgen. Deze visie is het uitgangspunt en wordt uitgewerkt in het kwaliteitshandboek van Onderwijsgroep Noord. Kwaliteitsbeleid kan gedefinieerd worden als het zicht houden op en verbeteren van kwaliteit, volgens het systematisch doorlopen van de PDCA-cirkel: Plan  Do  Check  Act. Dit gebeurt in algemene zin door het hanteren van de beleidscyclus en systematisch nagaan of de school waarmaakt, wat zij in plannen en beleidsvoornemens belooft. Een visitatie en audit zijn belangrijke middelen om de school door te lichten.


10

3. Evaluatieformats 2013 – 2014 3.1

Daltonontwikkeling

1 2

Titel van het vestigingsdoel Strategisch speerpunt

3

Evaluatie beoogd resultaat 20132014

4

Maatregelen


Daltonontwikkeling Profilering – de Ronerborg is de daltonvestiging van rsg de Borgen. Door middel van daltononderwijs geven we uitvoering aan de missie van rsg de Borgen.  Het beschrijven van de leerlingcompetenties wordt doorgeschoven naar 2014/2015.  Het functioneren van de daltonzones is een continu proces op de Ronerborg. De werkgroep daltonzones en taak hebben hierover gerapporteerd.  Met betrekking tot de ontwikkeling van de taken is een nieuwe taak in Itslearning geïmplementeerd.  De competenties van een daltonmedewerker worden verder uitgewerkt in 2014/2015.  De werkgroep Community heeft de gewenste daltoncultuur en het gewenste gedrag gerapporteerd in een rapport.  De werkplannen voor activiteiten zijn in 2013/2014 uitgewerkt en worden in 2014/2015 verder geconcretiseerd.  

Het plan van aanpak wordt voortgezet en uitgebreid. De digitaliseringspilot wordt als hefboom gebruikt om de e daltonontwikkeling van de 21 eeuw vorm te geven.

11

3.2

Professionalisering en strategisch HRM

1 2


Professionalisering en strategisch HRM Flexibilisering arbeidsmarkt, Profilering en Verantwoording.

3


Professionalisering docenten  Het verhoogd kwaliteitsbewustzijn en versterkt opbrengstgericht werken is besproken. Zie basisdocument opbrengstgericht werken (zie bijlage).  De verbreding van het didactisch repertoire door intercollegiale consultatie en het stimuleren van leervragen van docenten is ingezet.  Van alle nieuwe medewerkers is er een persoonlijk ontwikkelingsplan, dit staat centraal in de HRM-gesprekken.  De intensivering van digitalisering in het onderwijs is voortgezet op de Ronerborg en wordt verder uitgebouwd.  We zijn gestart met het vergroten van deskundigheid op de uitgesproken ambities m.b.t. ons ondersteuningsprofiel inzake passend onderwijs. Dit zal in het nieuwe schooljaar worden voortgezet.  Er zijn beleidsplannen voor taal en rekenen opgesteld. Professionalisering OOP-medewerkers Er is nog geen Borgenbreed scholingsaanbod op basis van ontwikkelvragen. Professionalisering (aankomend) schoolleiders Kwaliteitsverhoging en –borging van huidige schoolleiding, het bieden van ontwikkelmogelijkheden voor aankomende schoolleiders is een continu proces. Het gezamenlijk door ontwikkelen van de HRM-cyclus. Borgenbrede inzet van de Keiwijzer. Keimaat is nog niet ingezet, zie maatregelen. Ruimte bieden voor individuele ontwikkeltrajecten. Er wordt maatwerk geboden waar dat nodig is.

4

Maatregelen


De inzet van Keimaat gaan we heroverwegen. In 2014/2015 wordt er met een reeds beoordeelde docent een test uitgevoerd. Ditzelfde geldt voor de adjunct-directeur van de Ronerborg.

12

3.3

Passend Onderwijs

1

Titel van het vestigingsdoel

Passend Onderwijs

2

Strategisch speerpunt

Passend Onderwijs

3


Op verschillende manieren is er aandacht besteed aan passend onderwijs.   



4

Maatregelen


Er is materiaal verstrekt aan medewerkers. Er zijn bijeenkomsten georganiseerd met het CJG en Yorneo. Het ondersteuningsplan van het SWV is uitgewerkt. Er wordt gewerkt aan het ondersteuningsplan van rsg de Borgen en de vertaalslag daarvan naar de praktijk. We zijn gestart met opbrengst- en handelingsgericht werken, zie bijlage.

Het ondersteuningsprofiel van de Ronerborg moet worden geactualiseerd en verder geconcretiseerd. De vertaling naar de praktijk wordt op dit moment verder uitgewerkt.

13

3.4

Kwaliteitszorg en Planning & Control

1 Titel van het vestigingsdoel

Kwaliteitszorg en Planning & Control

2


Verantwoording

3






   4

Maatregelen


Het bewaken van eigen doelstellingen en de realisatie ervan met behulp van de PDCA-cyclus en het meten en monitoren van de resultaten is gedaan middels zelfevaluatie en de visitaties van de Nederlandse Dalton Vereniging. Er is verantwoording afgelegd naar onze eigen belanghebbenden en er zijn tevredenheidsonderzoeken gehouden via portal en website. Door middel van de jaarrekening is er verantwoording op inhoudelijke en financieel gebied. De Vensters voor Verantwoording en Schookompas zijn actueel. Magna View is ingevoerd.

Kwaliteitszorg en verantwoording is een continu proces op de Ronerborg.  Jaarlijkse tevredenheidsonderzoeken  De financiële rapportages zijn een vast (maandelijks) agendapunt.  Het jaarlijks afleggen van lesbezoeken en het bespreken van de lesbezoeken.  Wekelijkse flitsbezoeken.

14

3.5

Opbrengstgericht werken en Taal & Rekenen

1 2


Opbrengstgericht werken en Taal & Rekenen Thema taal en rekenen, opbrengstgericht werken.

3


  

 4

Maatregelen






Er is een basisdocument opbrengstgericht werken (zie bijlage), dit is besproken met de medewerkers. Er is een taalbeleidsplan en een rekenbeleidsplan opgesteld. Voor opbrengstgericht werken is er een basisdocument. Dit is besproken met alle medewerkers tijdens thema- en scholingsbijeenkomsten. Het toetsbeleidsplan is bijna klaar. Het taal- en rekenbeleidsplan wordt geïmplementeerd en de medewerkers met een lc-functie zullen de wijzigingen doorvoeren naar de praktijk. Er worden toets analyses gedaan op basis van OBIT en RTTI, waar nodig zullen de toetsen worden verbeterd.

15

3.6

Onderwijs en ICT

1 Titel van het vestigingsdoel

Onderwijs en ICT

2


Digitalisering

3


  



4

Maatregelen


Voor alle medewerkers en leerlingen is duidelijk waar geschikte content te vinden is. Zowel leerlingen als medewerkers zijn op weg naar media-wijs en multimedia wordt effectief en efficiënt ingezet. Het gebruik van de portal en elektronische leeromgeving (ELO) is gemeen goed op de Ronerborg. Ook zijn duidelijke spelregels voor het gebruik van de sociale media. De studiedagen voor iPad-gebruik hebben plaatsgevonden.

Digitalisering is een proces waar continu aandacht voor is. Komend jaar wordt er ook gestart met een iPad-klas bb/kb. Daarnaast wordt er extra aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering van de medewerkers.

16

4. Toelichting prioriteiten 2014 – 2015 Naar aanleiding van de Kaderbrief 2014 – 2015 worden in dit vestigingsjaarplan de volgende thema’s in activiteitenformats uitgewerkt: 1. 2. 3. 4.

Positioneringstraject OGN transitie Professionalisering (als bijlage bij het VJP is een scholingsplan toegevoegd) Kwaliteitszorg en Planning & Control;

In hoofdstuk 5 wordt voor elk van deze onderwerpen een activiteitenformat ingevuld. Daarnaast worden in dit vestigingsjaarplan een aantal vestigingsspecifieke speerpunten uitgewerkt die niet in de Kaderbrief staan. Voor de Ronerborg wordt net als andere jaren de daltonontwikkeling toegevoegd, ook deze speerpunten worden verder uitgewerkt in een activiteitenformat in hoofdstuk 5.


17

5. Activiteitenformats 2014-2015 5.1

Daltontwikkeling

1

Titel van het vestigingsdoel

Daltonontwikkeling (zie bijlage Plan van aanpak)

2


3

Huidige situatie

Profilering – de Ronerborg is de daltonvestiging van rsg de Borgen. Door middel van daltononderwijs geven we uitvoering aan de missie van rsg de Borgen.  De Ronerborg participeert actief in de Nederlandse Daltonvereniging. De visie op daltononderwijs is beschreven en zal verder moeten worden uitgewerkt en getoetst aan de vernieuwde daltonidentiteit.  Er wordt actief samengewerkt met de 5 daltonscholen voor VO in Noord-Nederland.  Vanuit de Ronerborg volgen 3 visiteurs de jaarlijkse scholing van de NDV en bezoeken ander scholen in het land als lid van het visitatieteam.  Het plan van aanpak en de werkzaamheden worden uitgevoerd en geconcretiseerd naar de praktijk in de vorm van gezamenlijke daltonwerkwijze.

4

Doelstelling + beoogd resultaat

a.

Wat wil je bereiken?:

b. Waarom wil je dat bereiken?:

c.

d.

e.

5

Te ondernemen activiteiten


Er zullen voor leerlingen competenties worden beschreven in de vorm van ontwikkelingslijnen van de daltonkernwaarden zelfstandigheid, vrijheid in gebondenheid (verantwoordelijkheid), samenwerken, reflectie en doelmatigheid. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de (nieuwe) literatuur, die door het lectoraat van de NDV is geschreven. De competenties van een daltonmedewerker worden beschreven vanuit de 5 rollen van een docent, het ICALTmodel en het gewenst pedagogisch klimaat en de didactische vaardigheden van een medewerker. Het beschrijven van de gewenste daltoncultuur, waarbij uitgegaan wordt van de vertrouwensdriehoek waarbij vertrouwen, verantwoordelijkheid en verantwoording centraal staan. Naast de bestaande leefregels moet gewenst gedrag worden beschreven en worden nageleefd. Niet zozeer de leefregels zullen ter discussie staan maar de consequente hantering en ten uitvoering brengen van de leefregels staan centraal. De schoolleiding vraagt van teams, leergebieden en vakgroepen, werkplannen voor hun activiteiten. Op basis van een begroting wordt een budget vastgesteld en dient achteraf verantwoording De samenwerking met daltonscholen PO en VO zullen worden geïntensiveerd. Dit zal gebeuren d.m.v. schoolbezoek en samenwerking op het gebied van scholing.

Daltonontwikkeling is een continue proces. In het Plan van Aanpak daltonontwikkeling ( zie bijlage 1) is dit meerjarenbeleidsplan uitgewerkt voor de volgende werkgroepen:  Daltontaak (gestart in 2012-2013)  Community (gestart in 2012-2013)  Competenties leerlingen en medewerkers (2014-2015)  Reflectie en kwaliteitszorg (2014-2015) 18

 Informatie en communicatie over dalton(werkwijze)(20142016) De aanbevelingen van de NDV naar aanleiding van de visitatie worden uitgewerkt: 1. Neem als daltondocent je verantwoordelijkheid voor de verbetering van het daltononderwerp 2. Maak een gevarieerd aanbod in daltontijd 3. Daltontaken 4. Reflectie 5. Hoe leer je zelfstandig werken? 6. Samenwerken 7. Intervisie en supervisie/ reflectie 8. Het maken van een daltonboek.  

6

Gewenste ondersteuning

De verbinding met gepersonaliseerd leren wordt in 2014/2015 gelegd. Schoolstandaarden op het gebied van dalton worden in beeld gebracht en geconcretiseerd.

De werkgroepen worden gestart onder leiding van lcmedewerkers. Daarnaast gaan collega’s de training ‘omgaan met verschillen’ volgen. Hiervoor worden zes bijeenkomsten op de dinsdagmiddag georganiseerd. In de regio VO van de NDV halen en brengen we informatie over dalton(ontwikkelingen) en andere relevante zaken.

7

Inzet middelen


Het verbetertraject en het (mogelijke) innovatietraject zal worden bekostigd vanuit de post onderwijskundige projecten en professionalisering.

19

5.2 OGN Transitie 1 Titel van het vestigingsdoel

OGN Transitie

2


Positionering, strategisch beleidsplan, ID-bewijs

3

Huidige situatie

  

4


1. 2.

3.

Er is een identiteitsbewijs van rsg de Borgen Er is een daltonidentiteit van de Nationale Dalton Vereniging. Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuw strategisch beleidsplan. Het betrekken van medewerkers bij het positioneringstraject van rsg de Borgen als netwerk van sterke scholen. Verbinding tussen de locaties verbeteren op het gebied van:  Onderbouw-bovenbouw bb-kb, doorstroom naar de Nijeborg.  3h naar 4h, doorstroom naar Lindenborg.  Digitalisering: leren van en met elkaar.  Examenprogramma’s. ID-bewijs: hoe vertaal je dat naar een merkcommunicatie en strategie?

Waarom wil je dat bereiken?:

De betekenis van het besturings- en organisatiemodel voor leiderschap op rsg de Borgen en de Ronerborg in beeld brengen. Dit doen we om een slagvaardige en passende organisatie te krijgen.


rsg de Borgen wil in de regio afstemming met partners (gemeenten en bedrijfsleven) bereiken op het gebeid van jeugdzorg. We willen een netwerk van sterke scholen zijn waarbij afstemming en aansluiting optimaal dient te zijn.  ‘Netwerk van sterke scholen’ moet Borgenbreed worden uitgewerkt. Er moet gekeken worden wat dit betekent voor de gehele Borgen en voor de Ronerborg.  De positie van de coördinatoren steviger neerzetten in de onderwijspraktijk.  Bijeenkomsten van Marketing & Communicatie.  Organisatiemodel voor de Ronerborg ontwikkelen.

5


6


7

Inzet middelen


Niet van toepassing.

20

5.3 Pedagogisch klimaat en didactisch handelen 1 2

4


Pedagogisch klimaat en didactisch handelen Pedagogisch didactisch klimaat.

Huidige situatie

De Ronerborg staat bekend om zijn sterk pedagogisch klimaat. Het pedagogisch klimaat staat beschreven in de Reader pedagogisch klimaat en het uitgangspunt is onze visie op leren (zie inleiding). De Ronerborg wil het maximale uit medewerkers en leerlingen halen. Daarvoor moet het pedagogisch klimaat optimaal zijn. We willen op alle niveaus in de school, dus schoolleiding, docenten en leerlingen, de uitkomsten van verschillende prestatiemetingen continu bijhouden en analyseren en vervolgens gebruiken om gericht actie te ondernemen in het primaire proces. We willen een betekenisvol, toekomstgericht positief werken leerklimaat creëren.






Pedagogisch klimaat:  Schoolstandaarden: resultaten, persoonsontwikkelingen, ondersteuningsprofiel zijn uitgewerkt en vertaald naar de praktijk.  We gaan uit van Positief Opvoeden, dit is terug te zien in de Daltonwerkwijze.



Didactisch handelen moet van hoog niveau zijn.  Omgaan met verschillen: ‘ convergente’ differentiatie is de basis.  Toetsanalyse per vak en leerjaar en aanpassingen/ verbetering van toetsen.  Ontwikkelingsperspectiefplan(OPP) in de praktijk brengen. Daarbij moet handelingsgericht werken een gemeengoed zijn.  ICT repertoire van medewerkers uitbreiden.  Er wordt georiënteerd op gepersonaliseerd leren en meta van methodes en leerstof.  Het werken met groepsplannen.

Uit het geactualiseerde ondersteuningsprofiel blijkt hoe op de Ronerborg de basisondersteuning ( verdiepende- en intensieve ondersteuning) is vormgegeven en wordt gerealiseerd. Voor de Ronerborg gaat het bij OGW heel duidelijk om de leerlingen. De Ronerborg wil een visie en cultuur gericht op opbrengstgericht werken bereiken: we streven naar het maximaliseren van leerresultaten van leerlingen, naar het beste uit alle leerlingen halen, naar professionele nieuwsgierigheid van leraren naar de ontwikkelingen van leerlingen en naar doorgaande verbetering van zowel de leerprestaties van leerlingen als de kwaliteit van het onderwijs. Handelingsgericht werken en opbrengstgericht werken moeten een integraal onderdeel zijn van passend onderwijs. Er wordt gewerkt vanuit een actueel ondersteuningsplan, ondersteuningsprofiel en groepsplannen.

5



-

Zie plan van aanpak Dalton Zie taakprofiel opbrengstgericht werken (zie bijlage). Training ‘Omgaan met verschillen’. Actualiseren van het ondersteuningsprofiel. 21

6


7

Inzet middelen


-

Format groepsplan voor de Ronerborg Het toetsbeleid wordt toegepast. Ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en van rsg de Borgen vertalen naar de praktijk op de Ronerborg.

-

Op afroep beschikbaar afdeling O&K OGN. Scholing samenwerkingsverband. Scholing (inzet Geke Schuurman) Literatuur Scholingsbudget.

22

5.4 Professionalisering en strategisch HRM 1 Titel van het vestigingsdoel

Professionalisering en strategisch HRM

2


Flexibilisering arbeidsmarkt, Profilering en Verantwoording.

Huidige situatie

Rsg de Borgen maakt deel uit van een erkende opleidingsschool de ‘School of Education’. Vanuit dat samenwerkingsverband wordt door vier vo-scholen ingezet op het actief participeren in het opleiden van aankomende docenten. Daarnaast wordt in rsg de Borgen zowel met inzet van de eigen opleiders in de school als met inzet van externe ondersteuning gewerkt aan het vergroten van de professionaliteit van de docenten. De professionalisering van (aankomend) schoolleiders krijgt dit schooljaar in de borgen al op verschillende manieren gericht vorm. De Ronerborg zet het 360-graden feedback-instrument ‘Keiwijzer’ in voor de HRM-cyclus. Onderwijzen en leren op een daltonschool is voortdurend in ontwikkeling. Dat vergt van alle medewerkers een kritische blik naar zich zelf. Reflectie vindt voortdurend plaats. Ons motto is: je hoeft niet ziek zijn om beter te worden. Elke medewerker heeft een persoonlijk ontwikkelings plan (POP). Daarnaast neemt elke medewerker deel aan een werkgroep ten behoeve van daltononderwijs.

4


1.



2.

3.

4.


Professionalisering docenten Beoogd resultaat: A. Verhoogd kwaliteitsbewustzijn en versterkt opbrengstgericht werken in de scholen B. Verbreding didactisch repertoire door intercollegiale consultatie en stimuleren van leervragen van docenten C. Van alle nieuwe medewerkers wordt een persoonlijk daltonontwikkelingsplan gevraagd. Ondersteuning kan worden geboden door de daltonontwikkelaar en -coach. Daarnaast wordt er net als afgelopen jaar een begeleider aangesteld. D. Intensivering van digitalisering in het onderwijs in de scholen E. Vergroting van deskundigheid op de uitgesproken ambities m.b.t. ons ondersteuningsprofiel inzake passend onderwijs F. Operationalisering van nieuwe beleidskaders taalvaardigheid en rekenvaardigheid. Professionalisering OOP-medewerkers Beoogd resultaat: Borgenbreed scholingsaanbod op basis van ontwikkelvragen Professionalisering (aankomend) schoolleiders Kwaliteitsverhoging en –borging van huidige schoolleiding, het bieden van ontwikkelmogelijkheden voor aankomende schoolleiders Het gezamenlijk door ontwikkelen van de HRM-cyclus. Borgenbrede inzet van de Keiwijzer, voorbereiding op beoordelingstrajecten met inzet van de Keimaat of een ander instrument bij de beoordelingsgesprekken zoals ICALT 23

5.

lesobservatieformulieren. Ruimte bieden voor individuele ontwikkeltrajecten. Beoogd resultaat: maatwerk bieden waar nodig.

Verder vinden de volgende (vervolg)acties plaats:  In het kader van deskundigheidsbevordering (scholing) geven alle medewerkers aan op welke wijze zij de scholingstijd invullen, zowel voor individuele scholing als voor teamscholing.  Schoolstandaarden worden opgesteld.  Groepsplannen gericht op de klas (koppeling omgaan met verschillen) worden opgesteld samen met ontwikkelingsperspectiefplannen (OOP) voor leerlingen die extra ondersteuning krijgen. 5




 



  





6


7

Inzet middelen


Aanbieden van scholing gericht op opbrengstgericht werken, met een accent op 1) feedback naar secties en teams van beschikbare relevante toetsen doorstroomdata. Inzet intervisie Het implementeren van de visie op ICT, ELO en de iPad-pilot. Scholingsaanbod ICT met aandacht voor: a) basisvaardigheden ICT, b) werken met digitaal lesmateriaal en Onderwijsleermiddelen, c) werken met een ELO Scholingsaanbod passend onderwijs op de uitgesproken ambities m.b.t. ons ondersteuningsprofiel inzake omgaan met verschillen en gedragskaarten. Scholingsaanbod gekoppeld aan taal- en rekenvaardigheidsonderwijs Scholingsaanbod per functiegroep vaststellen na inventarisatie van behoefte bij het OOP. Deelname aan leiderschapsacademie, coaching en externe scholingstrajecten op maat. Oriëntatie op vervolg Keiwijzer traject. Het inzetten in alle scholen van rsg de Borgen van het afgesproken instrumentarium van de Keiwijzer en Keimaat t.b.v. ontwikkelen beoordelingsgesprekken in de hrm-cyclus. Vijf rollen van de docent en ICALT integreren in een nieuw kader voor lesbezoeken.



Via Keiwijzer en Keimaat wordt informatie gekregen voor het maken van een POP en het houden van een beoordelingsgesprek.  In NDV-verband worden competenties beschreven en worden licenties verstrekt als een leerling of medewerker voldoet aan deze competenties.  Ondersteuning van Geke Schuurman (schoolopleider)  Vier bijeenkomsten voor medewerkers via het samenwerkingsverband Groningen Ommelanden en School aan Zet. Het beschikbaar budget voor professionalisering is opgebouwd uit de volgende delen; 1. De aan elke borg toegekende middelen voor professionalisering uit de prestatiebox. 2. De 15% van de prestatieboxmiddelen die door het college van bestuur geoormerkt zijn voor professionalisering. 3. De budgeten van elke borg voor scholing die deel uitmaken van de jaarlijkse exploitatiebegroting. 24

4. 5.


Vanuit de cao is € 600.- beschikbaar voor deskundigheidsbevordering. Aanbod samenwerkingsverband Groningen Ommeland om te medewerkers te scholen.

25

5.5 Kwaliteitszorg en Planning & Control 1 2

4


Kwaliteitszorg en planning & control Verantwoording

Huidige situatie





De directeur van de Ronerborg is lid van de netwerkgroep Kwaliteitszorg OGN en is op de hoogte van het handboek kwaliteitszorg.  Er is een kwaliteitszorgcoördinator aanwezig, die de kwaliteit vorm en inhoud geeft volgens de PDCA cyclus.  Reflectie op een daltonschool is een onmisbare kernwaarde die bijdraagt aan kwaliteitsverbetering.  Op de Ronerborg is inmiddels een veiligheidsplan. Het streven naar voortdurende kwaliteitsverbetering en de wil om verantwoording af te leggen aan de overheid en anderen zijn de drijfveren voor het werken aan kwaliteitsbeleid. Kwaliteitsbeleid is van en voor iedereen binnen de Ronerborg en is cyclisch en systematisch. In onze visie vraagt kwaliteitsontwikkeling enerzijds om een systeemgerichte aanpak en anderzijds om een lerende benadering. De systeemgerichte aanpak krijgt gestalte door te werken aan de voortdurende kwaliteitsverbetering van alle personen. Het werken aan kwaliteitsverbetering is een collectief leerproces. De definitie van kwaliteit en de doelstelling zijn als volgt in het Handboek Kwaliteitszorg vastgelegd. Kwaliteit is “de goede dingen doen en die dingen goed doen”. Kwaliteitsbeleid moet ervoor zorgen dat we de goede dingen kiezen, goed uitvoeren en ook borgen; kwaliteitsbeleid leidt dus tot het vaststellen van de aandachtspunten, het kwaliteitsniveau, borging en verbetering van kwaliteit. Goed kwaliteitsbeleid is nodig om drie redenen:  Bewaken van eigen doelstellingen en de realisatie ervan met behulp van de PDCA-cyclus en het meten en monitoren van de resultaten.  Verantwoording naar onze eigen belanghebbenden en tevredenheidsonderzoeken houden via portal en website. Verantwoording op inhoudelijke en financieel gebied afleggen. Verantwoording naar de overheid en andere externe instanties via Venster voor Verantwoording en gebruik te maken van een managementinformatiesysteem (MIS).

Wat wil je bereiken?: 

  

5


 


De aanbevelingen van de visitatiecommissie Nederlandse Daltonvereniging worden uitgewerkt. (zie plan van aanpak in de bijlage) Het traject opbrengstgericht werken resulteert in nog betere resultaten. Het verbeteren van differentiatie (zie didactisch handelen) in de lessen. Het monitoren van de onderwijsprocessen en het systematisch analyseren van data waardoor er aanpassingen gedaan kunnen worden op het gebied van didactische handelen. Mee ontwikkelen van indicatoren voor het visitatiekader van de NDV. Actualiseren van het veiligheidsplan 26

   



Invoeren van zoveel mogelijk data in SOM. Lesbezoeken worden systematisch afgelegd en besproken. Er vinden flitsbezoeken plaats, waaruit een reflectieve vraag en/of gesprek ontstaat/ plaatsvindt. Systematisch analyse van: - Citovolgsysteem/toetsen - Toetsen - Examenresultaten - Rendementen Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas actueel houden.

6




7

Inzet middelen

Faciliteiten kwaliteitszorg coördinator in jaartaak.


Heldere (maand)rapportages op alle facetten van O&K, P&C en P&O.

27

Bijlage 1: Plan van aanpak daltonontwikkelingen. 1.

Inleiding

Dit document geeft een overzicht van de plannen omtrent de daltonontwikkelingen op de Ronerborg, die zullen worden uitgewerkt in de periode 2012-2014. Het Plan van Aanpak komt voort uit het verbetertraject daltonzone dat is afgelegd in de schooljaren 2010-2011 en 2011-2012.

De Ronerborg is een daltonschool met daltonkenmerken. Het plan is gericht op het verder ontwikkelen van de daltonwerkwijze en het (mede daardoor) verbeteren van de daltonzone. Uit analyse blijkt dat er aandacht besteed dient te worden aan een aantal aspecten van het pedagogisch klimaat en het didactisch handelen op de school. Als het gaat om ervaring met de daltonwerkwijze zijn de medewerkers van de Ronerborg in vier groepen op te delen: medewerkers die vanaf het begin van de daltontraject op de Ronerborg werkzaam zijn, medewerkers die tussen de 10 en 5 jaar werkzaam zijn, tussen de 5 en 3 jaar, en medewerkers die 2 jaar of korter op de school zijn. Hierdoor zijn er verschillen ontstaan in het pedagogisch klimaat en het didactisch handelen.

De opdrachten die uit het plan naar voren komen, zullen worden uitgezet in verschillende werkgroepen. Alle werkgroepen hebben een eigen onderzoeksterrein, maar alle opdrachten hebben een drietal overeenkomstige punten van aanpak. Bij alle uitwerkingen moet er gekeken worden naar de verbinding tussen theorie en praktijk, de ideeën van Helen Parkhurst en Piet van der Ploeg, de daltonidentiteit en de visie van de Ronerborg. Aan de hand van de uitkomsten zullen de werkgroepen kaders stellen voor de te hanteren werkwijze. Verschillen in het onderwijs zal je altijd houden, maar op deze manier wordt er gezorgd voor een gezamenlijk vertrekpunt. Dit vertrekpunt biedt mogelijkheid tot verschillen tussen teams, wat ook wenselijk is gezien de verschillen tussen leerlingen. Maatwerk wordt hiermee gewaarborgd, waardoor we kunnen waarborgen dat dalton voor iedereen is.

Het Plan van Aanpak is over meer jaren uitgerold. Op die manier willen we zorgen voor een gefaseerde, evenwichtige aanpak. Er wordt gestreefd naar een beperkte belasting van de medewerkers, door het stellen van reële doelen en een haalbare tijdsplanning. Het plan heeft een logische volgorde. Het ene onderzoek sluit op het andere aan, of heeft daar overlap mee.

Een aantal werkgroepen zullen een scholingsvraagstuk uitwerken. Op basis daarvan zal er een scholingsplan worden opgesteld. De taak zal in de teams worden voortgezet, waarbij er uiteindelijk een vertaling moet komen vanuit teams naar de werkgroepen. Zo ontstaat er een gezamenlijk vertrekpunt voor de locatie. De opbrengst van Train de Trainer (dus op Marzano, de vijf rollen van de docent en het onderzoek van Piet van der Ploeg) zal gebruikt/ingezet worden in het gehele traject.


28

2. Procedure bemensing werkgroepen We gaan er vanuit dat elke collega in minimaal 1 werkgroep zitting neemt. We zullen hier rekening mee houden in de jaartaak. Collega’s kunnen zichzelf aanmelden, ook als het gaat om een werkgroep die later opstart. De indeling van de werkgroepen wordt in samenwerking met de daltonontwikkelaars (Ada en Virgil) samengesteld. 3. Informatie en dialoog In het locatieoverleg vindt regelmatig een voortgangsrapportage plaats. Verslaglegging vindt plaats via de portal en mail. Indien de opbrengst verwoord wordt in de vorm van een advies zal dit gebeuren in de vorm van een eindrapportage en -gesprek met de schoolleiding en daltonontwikkelaars. In de rapportage wordt ingegaan op het resultaat en het proces. 4.

Plan van Aanpak daltonontwikkelingen: werkgroepen

Daltontaken

Onderwerp

Werkgroep daltontaken

Waarom

De daltontaken staan niet altijd centraal, voldoen niet aan de uitgangspunten van dalton en zijn niet kloppend. In de daltonzone zijn leerlingen vaak bezig met het aftikken van opdrachten (advies 1). Er is een te eenzijdig aanbod. Er wordt veel gewerkt vanuit de vakken. Andersoortige activiteiten ontbreken (advies 14).

Wat/acties

Er wordt een werkgroep daltontaken ingesteld die zich vanuit theorie en praktijk gaat bezighouden met het vorm en inhoud geven van de taak binnen de Ronerborg. Er wordt op de taak gereflecteerd.  Analyse literatuur (uitgangspunten Helen Parkhurst, Marzano en identiteit en kernwaarden NDV) en onderzoeken.  Formuleren van criteria waaraan de taak moet voldoen (kaders).  Inventarisatie en analyse format (product) en gebruik (pedagogisch en didactisch proces) taken Ronerborg.  Advies aan schoolleiding met betrekking tot vorm, inhoud en gebruik taken.  Verbinding taak en daltonzone, waardoor de daltonzone ook een gevarieerder aanbod en andersoortige activiteiten heeft.

Wie

Werkgroep daltontaken (maximaal 5 personen) Elk team is vertegenwoordigd.

Wanneer

Eind schooljaar 2011-2012 Oplevering eindproduct 1 november 2012

Kosten

Inzet deelnemer werkgroep 20 klokuren. Eventuele reiskosten naar een andere daltonschool Vergaderfaciliteiten 1x buiten de school

Opbrengst

   


Advies aan schoolleiding met betrekking tot vorm, inhoud en gebruik taken. Op papier en mondeling toelichten. Het moet leiden tot het centraal stellen van de taak in het onderwijsleeren begeleidingsproces. De taak voldoet aan de geformuleerde uitgangspunten. Taken die interactiever zijn en een proactieve houding van de leerlingen mogelijk maakt.

29

Community

Onderwerp

Werkgroep community

Waarom

De schoolregels worden niet consequent gehanteerd door docenten, dus ook niet nagekomen door leerlingen. De vrijheid kan daardoor niet optimaal benut worden. Voorbeeld: stilteplekken worden gebruikt voor leerlingen die zich ‘misdragen’. Daarnaast worden de leerlingen collectief aangesproken of aangepakt ondanks dat het gaat om misdragingen door individuen (advies 2) De docenten maken onvoldoende gebruik van de mogelijkheden van het gebouw en de faciliteiten in de omgeving (zoals bibliotheek, Esborg, de natuur ect), schuifdeuren, stiltezones, muren. Oranje is fluisteren, zwart is stil. (advies 5) In de daltonzone kan worden samengewerkt, maar de docenten beschikken niet altijd over de vaardigheden om dit samenwerken te coachen. (advies 6)

Wat/acties

Er wordt een werkgroep Community ingesteld die zich vanuit theorie en praktijk gaat bezighouden met het vormgeven en uitvoeren van de ‘gemeenschap’ binnen de Ronerborg. Analyse literatuur (uitgangspunten Helen Parkhurst & kernwaarden NDV) en onderzoeken naar socialisatie en burgerschapsvorming.

    

Motiveer de docenten om regels en afspraken te handhaven, niet alleen voor jezelf, maar voor de school als geheel. Nodig een spreker uit. Dit zal moeten bijdragen aan het opnieuw aangaan van een dialoog over een veilig pedagogisch klimaat. Organiseer een studiedag waar gesproken wordt over de vijf rollen van de docent, Marzano en de kernwaarden van dalton (studiedag). Organiseer scholing in coachingsvaardigheden. Beschrijf de functies van het gebouw. Neem dit op in de brochure en handreiking.

Wie

Werkgroep community (maximaal 5 personen) Elk team is vertegenwoordigd. Een daltonontwikkelaar heeft zitting in deze werkgroep, en zit de werkgroep voor. Gezien de omvang van de activiteiten kan de werkgroep worden gesplitst met deelopdrachten.

Wanneer

Eerste helft schooljaar 2012-2013 met uitloop in 2013.

Kosten

Inzet deelnemer werkgroep 20 klokuren. Eventuele reiskosten naar een andere daltonschool. Vergaderfaciliteiten 1x buiten de school. Voor iedereen is het boek lessen in orde van Peter Teitler aangeschaft. Train de trainer opleiding.

Opbrengst

 


Een beschrijving van een veilige en plezierige werken leeromgeving (schoolklimaat, pedagogisch klimaat). Een advies over hoe we samen met de leerling deze omgeving 30

 

kunnen bereiken en welke afspraken en regels van toepassing moeten zijn. Bevorder het teamgevoel en versterk het gevoel een gezamenlijk vertrekpunt te hebben. Uitwerkingsvoorstellen voor het scholingsplan, waarin ook scholing is opgenomen voor passend onderwijs en digitalisering (tabletklas).

Informatie & communicatie dalton(werkwijze)

Onderwerp

Werkgroep informatie en communicatie over dalton(werkwijze)

Waarom

Nieuwe docenten en instromende leerlingen worden onvoldoende voorlicht over de daltonzone/dalton werkwijze. (advies 3)

Wat/acties

  

Ontwikkel een brochure, lesbrief (eventueel module) en handreiking over dalton en daltonwerkwijze op de Ronerborg. Inventariseer de aanwezige documenten en actualiseer voor zover mogelijk. Ontwikkel een duidelijke voorlichting over de daltonwerkwijze voor toekomstige leerlingen en hun ouders.

Wie

Werkgroep communicatie Drie belangstellenden vanuit de teams Siemon, Ivo en Marketing & Communicatie

Wanneer

Aanzet vanaf 1 juni 2012 en doorontwikkeling in het schooljaar 20122013.

Kosten

Inzet deelnemer werkgroep 40 klokuren. Ontwerp en drukkosten

Opbrengst

    

Een informatieve brochure over wat is dalton en hoe werkt dalton? (voor leerlingen ouders en medewerkers). Lesbrief (eventueel module) voor leerlingen over dalton en daltonwerkwijze. Handreiking (aangepaste)voor medewerkers over dalton en daltonwerkwijze. Presentatie daltonwerkwijze Ronerborg. Voorlichtingsmateriaal in de vorm van een film.

Personele inzet en aanbod daltonuren

Onderwerp

Werkgroep personele inzet en aanbod daltonuren

Waarom

Het aanbod van lokalen komt niet overeen met de vraag per dag (algemeen lokaal/vaklokaal). Er is discussie over de inzet van vakdocenten en coaches tijdens uren, dit in relatie tot de jaartaak.


31

Wat/acties

   

Wie

Deelraad en schoolleiding

Wanneer

Mei 2012

Kosten Opbrengst



Voorstel lessentabel inclusief daltonzone.



Leerlingen moeten voor beide uren plannen (mag ook twee keer op dezelfde plek). De planningsmodule is hierop aangepast.



Voorstel formatieplanning.

Inventarisatie lessentabel Ronerborg. Inventarisatie inzet en bemensing andere daltonscholen. Inventarisatie lessentabel rsg de Borgen. Verandervoorstel voor het aanbod: 60% algemene lokalen, 40% vaklokaal en zorg voor een evenwichtige verdeling over de week.

Competenties

Onderwerp

Werkgroep competenties leerlingen en medewerkers

Waarom

De docenten maken weinig gebruik/ slecht gebruik van andere leerlingen bij het uitleggen en begeleiden. (advies 7) Er is een grote groep leerlingen die worstelen met plannen van werk en toetsen. (advies 8) De mentor heeft geen zicht op het daltonproces van zijn mentorleerlingen. (advies 9) De daltonzone stelt bepaalde eisen aan de docent als coach: observeren, zien, reflecteren etc. Niet alle docenten hebben in dezelfde mate de competenties die hiervoor nodig zijn. (Advies 10) Het werken op een daltonschool vereist bepaalde competenties van een docent. Deze competenties zijn voor de Ronerborg nog niet specifiek beschreven. (advies 11)

Wat/acties



    

Wie VJP-format 2014-2015

Ontwikkel een doorlopende leerlijn daltoncompetenties. Betrek hierbij de ontwikkeling op dit gebied in de NDV regio VO. Zorg voor toepassingsmogelijkheden in de daltonpraktijk inclusief reflectie en rapportage. Hoe krijg de uitgestelde hulpvraag vorm en inhoud? Maak een plan van aanpak op het gebied van tutorleren. Bekijk het onderzoekverslag van Henrieke uit 2010. Beschrijf het gewenste klassenklimaat. Ontwikkel en organiseer scholing op het gebied van daltoncompetenties.

Werkgroep competenties 32

Werkgroep daltontaak (maximaal 5 personen) Elk team is vertegenwoordigd. Wanneer

Start juni 2013 Oplevering juni 2014

Kosten

Inzet deelnemer werkgroep 30 klokuren. Eventuele reiskosten naar een andere daltonschool Vergaderfaciliteiten 1x buiten de school

Opbrengst

   

Omschrijving en ontwikkellijn daltoncompetenties voor leerlingen en medewerkers. Plan van aanpak omgang met uitgestelde hulpvraag. Plan van aanpak tutorleren. Het resultaat moet verbonden zijn met de uitkomsten van de taak over het pedagogisch klimaat en didactisch handelen van de verschillende teams.

Reflectie en kwaliteitszorg

Onderwerp Waarom

Werkgroep reflectie en kwaliteitszorg Besteed aandacht aan de daltonzone als het gaat om intervisie, lesbezoeken en ontwikkelen m.b.t. daltonzone. (verbetering 20) Maak een vertaalslag van de theorie naar de praktijk in de rol van de daltondocent. Stimuleer bewustwording van theorie en de daarbij horende vertaling in de pedagogiek en didactiek. (verbetering 21) Van slechte vrijheid naar goede vrijheid: leerlingen die de vrijheid niet aankunnen, zou je de keuzevrijheid moeten afnemen of beperken. Voorbeeld: vooruit plannen met de mentor. Leer de leerlingen met vrijheid omgaan, altijd met het doel om weer vrijheid te krijgen. (verbetering 1)

Wat/acties

    

Wie

Werkgroep reflectie Werkgroep daltontaak (maximaal 5 personen) Elk team vertegenwoordigd.

Wanneer Kosten

Continu proces Werkgroep start eind 2013 Inzet deelnemer werkgroep 20 klokuren. Eventuele reiskosten naar een andere daltonschool Vergaderfaciliteiten 1x buiten de school

Opbrengst

Model voor intervisie en reflectie voor leerlingen en medewerkers.


Ontwikkel een model voor intervisie en reflectie. Ontwikkel een keuzeprogramma. Inventariseer de scholingswensen. Geef reflectie een gestructureerde plek in het onderwijs. Dit traject wordt verder vormgegeven na de werkgroep competenties & taak & community.

33

5.

Daltonontwikkelingen

Jan

Feb

2011 2012 Afronden 2012 2012 2012 2012 2013 Afronden 2013 2013 2013 2014 2014


Mrt

Apr

Mei

Jun

Jul

Aug Sep Okt Nov Verbetertraject Daltonzone

Personele inzet en aanbod Taak Communicatie Community

Afronden Opdracht afronden wel voortgang Competenties Afronden Reflectie formaliseren

Dec 2012 2013 2013 2013 2013 2013 2014 2014 2014 2014 2015 2015

34

Bijlage 2: Professionaliseringsplan

Professionaliseringsplan 2014 - 2015 Thema

Algemeen

Daltonontwikkelingen

Passend Onderwijs

Kwaliteit Onderwijs & ICT

Cursusnaam Intervisie

Tijd Op dinsdagmiddag

Video- interactie begeleiding

op aanvraag

Doelstelling De deskundigheid van de betrokkenen bevorderen, de kwaliteit van het netwerk verbeteren didactisch repertoire uitbreiden

- Didactisch repertoire inzichtelijk maken - Spiegelen klassenmanagement - Individuele hulpvragen van docenten Tweedaagse Nunspeet Twee dagen Theoretische verdieping, maar vooral ook praktische (Dalton Deventer) in november uitwisseling op het gebied van Daltononderwijs. Deelnemers van Cursusleiders: Hans Wolthuis, Luuk 2014 verschillende scholen brengen hun expertise in vanuit hun Sanders school en worden geïnspireerd door enerzijds nieuwe theoretische concepten en ontwikkelingen en anderzijds ideeën en uitwerkingen van andere scholen. Handelingsgericht werken in het Twee dagen Planmatig leren werken met leerlingen op het gebied van leren voortgezet onderwijs en gedrag. Omgaan met verschillen/ Zes dagdelen Recht doen aan verschillen op groeps- en individueel niveau en differentiatie hier doelmatig op leren inspelen. De vertaalslag naar de praktijk staat hier centraal. De volgende onderdelen komen aan bod: "Hoe maak je verschil in je les?" • Werken met groepsplannen: • Werken met stamgroepen; • Wat en hoe toets je en wat doe je met de toetsresultaten; • Samen onderwijs ontwikkelen • Feedback aan leerlingen; • Daltonbewust handelen in relatie tot dit onderwerp; • Individuele input van de deelnemers. - De vijf rollen van de docent Docent ICT vaardigheden


Doelgroep allen

Iedereen Naar behoefte Maximaal 2 docenten

Iedereen Iedereen

Tijdens de lesbezoeken wordt gebruik gemaakt van de 5 rollen Docenten van de docent. - De docenten kunnen leerlingen ondersteunen in het Docenten aanmaken en onderhouden van de mappenstructuur voor documenten. - De docenten kunnen op didactisch gebied vorm en inhoud geven aan digitalisering in het onderwijs. - De docenten hebben zicht op de wijziging in klassenmanagement die de digitalisering tot gevolg heeft en doen daar aanpassingen op. - De docenten kunnen mail lezen en verzenden. - De docenten kunnen apps downloaden. - De docenten kunnen lessen voorbereiden en aanbieden via de iPad. - De docenten kunnen absentie registreren door middel van de absentie app. - De docenten kunnen zelf digitaal leermateriaal ontwikkelen.

35

Bijlage 3: Taakprofiel opbrengstgerichtwerken

Taakprofiel OGW Waarom? De Ronerborg wil systematisch het maximale uit leerlingen en medewerkers halen door middel van passend (dalton)onderwijs. (Zie basisdocument OGW Ronerborg.) Resultaatgebieden:  Onderwijs & ondersteuning  Organisatie

Wat

Wanneer?

1. Vakmanschap versterken Taal- en rekenbeleid formuleren, incl. mvt. Toetsbeleid formuleren.1 Omgaan met verschillen. 2 Handelingsgericht werken: Het verbeteren van het systematisch bespreken en handelen naar wat de leerling nodig heeft.

1 dec. 2013 15 jan. 2014 1 jan. 2015

Organiseren van deskundigheidsbevordering voor verzamelen, analyseren en uitwerken in een handelingsgerichte aanpak.

Schooljaar 2013/2014

2. Samenwerken OGW uitdragen in team(s). Bevorderen van afstemming op het gebied van taal en rekenen en toetsbeleid.

Direct beginnen, continue Direct beginnen, gehele schooljaar

3. Cultuur van aanspreken en feedback Bevorderen van een open aanspreek- en feedbackcultuur Bevorderen van inzicht dat hoge verwachtingen en prestaties van belang zijn voor betere leerprestaties.

Continue Continue

4. Systematische aanpak Verzamelen van data Analyseren van data en uitkomsten Handelingsgericht verbeterplan opstellen Verdere ontwikkeling en toepassing van cito-volgsysteem en LVS

1 2

In samenwerking met Virgil. In samenwerking met Auktje.


Nu – jan. 2014 Jan. – jun. 2014 Jan. Jun. 2014 Sept. 2013

36

Hoe? Vakmanschap versterken

1.

2.

Rekenbeleid - Sietze • Bekijken rekenbeleid andere scholen. • Bestuderen protocol ERWD2. • Ervaringen rekenonderwijs afgelopen jaren verwerken. • Feedback wiskundedocenten gebruiken. • Gebruiken van data van de citotoetsen, 0, 1, 2. • Gebruik data rekenblokken. • Dyscalculie beleid vormt een onderdeel. Dit wordt in samenwerking met andere locaties opgesteld via Auktje. Dyscalculiebeleid wordt een Borgenbreed document. Taalbeleid - Martin

• Overleg met Henrieke over invulling taallessen. • Overleg met Auktje en Henrieke over omgang met dyslexie. (Protocol?) • Gebruik gaan maken van ERK-toetsen voor het meten van het niveau van de verschillende vaardigheden bij de MVT.

• -docenten. • Bestuderen taalbeleid van andere scholen. • Schrijven van taalbeleidsplan a.d.h.v. format CPS. (Pre-conceptversie is begin november af.) Op laten schieten door alle talendocenten en vervolgens concept inleveren bij schoolleiding. Deadline is 1 december 2013.

3.

4.

Toetsbeleid - Virgil • Theorie Cito bestuderen. • Toetsbeleid andere locaties bekijken. • Toetsbeleid van andere scholen bekijken. • Aantal toetsen per vak per schooljaar in kaart brengen. • Collega's voorlopig PLT laten invullen. • Overgangsnormen worden hierin meegenomen. Omgaan met verschillen en handelingsgericht werken - Auktje in samenspraak met Martin en Sietze

• Bestaan: omgaan met .. van CJG wordt hierbij gebruikt. • Resultaten Citovolgsysteem worden hierin meegenomen. 5.

Deskundigheidsbevordering - Martin en Sietze • In de eerste instantie eigen bekwaamheid ontwikkelen m.b.t. programma’s als MagnaView Cum Laude en Score. • In kaart brengen welke data verzameld moet worden. • Hoe deze data verzameld moet worden. • Op welke wijze en met welke software de data geanalyseerd moet worden. • Hoe de analysegegevens geïnterpreteerd kunnen worden. • Hoe de resultaten in een handelingsgerichte aanpak verwerkt kunnen worden. • Een tweetal publicaties is aangeschaft: Een kwestie van beginnen. Beleid maken op taal. Met de referentieniveaus naar schoolsucces.


37

• Middels bijeenkomsten met kleine groepjes docenten of individueel bespreken/presenteren/aanleren welke stappen docenten kunnen maken om tot bovenstaande te komen. Samenwerken

6.

OGW uitdragen in teams  Tijdens een bijeenkomst uitleg geven over OGW en ons taakprofiel zodat het voor docenten duidelijk is dat het een positieve ontwikkeling is waar iedereen beter van wordt en waar voor docenten uiteindelijk niet meer werkzaamheden uit voortkomen.  Presenteren in de verschillende teams zal in ieder geval door het trio Virgil, Martin en Sietze gedaan worden.

7.

Afstemming taal, rekenen en toetsen Onderzoeken hoe er bij de officiële Citotoetsen taal en rekenen getoetst en beoordeeld wordt. Deze informatie meenemen in het ontwikkelen van toetsbeleid. Eventueel, waar mogelijk, zelfde werkwijze met betrekking tot zwakkere leerlingen binnen taal- en rekenonderwijs.(methodes nader onderzoeken op mogelijkheden, kwaliteit en resultaten)

• •

Cultuur van aanspreken en feedback

8.

Bevorderen van een open aanspreek- en feedbackcultuur. • Dit geldt natuurlijk Ronerborg-breed.

9.

Bevorderen van inzicht dat hoge verwachtingen en prestaties van belang zijn voor betere leerprestaties. • Hierbij willen we door middel van het stellen van doelen, toetsen, analyseren en bespreken sturen op leerling resultaten.

Systematische aanpak

10. Verzamelen van data

• Zie punt 1e. • Data op een vaste plaats bewaren, P-schijf (eventueel afgeschermd om verlies te voorkomen - denk aan het verdwijnen van het leerlingenstatuut.)

11. Handelingsgericht verbeterplan opstellen

 28 oktober: overleg Auktje, Sietze & Martin over Handelingsgericht Werken (zie punt 4 van Vakmanschap Versterken hierboven)

12. Verdere ontwikkeling en toepassing van cito-volgsysteem en LVS - Sietze en Auktje

• Bespreking cito volgsysteem en interpretatie met mentoren en belangstellenden op 15 oktober. Tevens bespreken LVS - meer verplicht karakter.


38


39

Gericht op de (dalton)praktijk

Recommend Documents