Weynschenk, B. Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen:
Familie Borm [
[email protected]] donderdag 17 februari 2011 20:14 Familie Borm Integrale samenwerkingsverbanden aanpak waterproblematiek 110215brief aan waterschappen.pdf; Een inrichting van de Grevelingen.pdf; Ecologisch herstel van de Nederlandse delta.pdf
Geachte mijnheer, mevrouw,
Hierbij zend ik u een schrijven gericht aan de leden van het algemeen bestuur. Ik vraag u vriendelijk om deze brief met bijlagen in te boeken als een ingezonden brief.
Bij voorbaat dank voor de genomen moeite.
Met vriendelijke groet,
W. Borm
Adviesgroep Borm & Huijgens - integraal waterbeheer
1
Aan de leden van het algemeen bestuur van het Waterschap of Hoogheemraadschap
Onderwerp: Integrale samenwerkingsverbanden aanpak waterproblematiek Etten-Leur, 15 februari 2011 Geachte leden van het algemeen bestuur, De toekomstige inrichting van de Nederlandse waterhuishouding is sterk bepalend voor landbouw, recreatie, visserij, schelpdiercultures, natuur, veiligheid, industrie en zoetwatervoorziening. Het terugdraaien van het Kierbesluit eind 2010 zorgde voor veel ophef. Staatssecretaris J. Atsma van Infrastructuur en Milieu stelt echter “dat het terugdraaien van het Kierbesluit niets afdoet aan de internationale doelstellingen om Rijn en Maas weer geschikt te maken voor migrerende vissen. Het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen is geen doel op zich, maar een middel om het doel te bereiken.” Hij laat de komende tijd onderzoeken of de doelstellingen op een andere manier te bereiken zijn. Als adviesgroep integraal waterbeheer, zien wij mogelijkheden om de internationale doelen voor rivierherstel waar te maken. In onze artikelen `Ecologisch herstel van de Nederlandse delta´ en `Een inrichting voor de Grevelingen´ geven wij daarvoor suggesties. Zorgvuldige afweging voor het samengaan van belangen lijkt in deze vereist. We hebben begrepen dat nog dit jaar binnen alle waterschappen in Nederland samenwerkingsverbanden moeten worden opgericht. Onlangs is al besloten dat de Zeeuwse gemeenten, het Waterschap de Scheldestromen en de provincie Zeeland als eerste intensief gaan samenwerken bij de aanpak van waterproblemen. Dit geeft u als algemeen bestuur de mogelijkheid om in de komende tijd een beeld vormen welke invloeden diverse inrichtingen op uw eigen regio hebben en daar naar te handelen. Wij zenden u hierbij beide artikelen ter informatie en oriëntering. Met vriendelijke groet, W. Borm Adviesgroep Borm & Huijgens - integraal waterbeheer Secretariaat: Klaverweide 9 4874 MD Etten-Leur T. 076- 5037411 E.
[email protected] Bijlagen: Ecologisch herstel van de Nederlandse delta Een inrichting voor de Grevelingen
Een inrichting voor de Grevelingen Milieuproblemen Met de voltooiing van de Brouwersdam in 1971 ontstond het grootste zoutwatermeer van Europa. Het Grevelingenmeer bleek in de beginjaren een eldorado voor duikers, die in het heldere water het rijke zeeleven konden bewonderen. De afsluiting betekende echter ook het verlies van stroming en verversing. Hierdoor is nu nog slechts in de bovenste waterlaag leven aanwezig. Vanaf 8 meter diepte is het water zuurstofloos en stapelt dood materiaal zich op. Dikke schimmelpakketten bedekken de bodem en zwavelproducerende bacteriën veroorzaken er een geur van rotte eieren. De milieuproblemen nemen toe en lijken onoplosbaar. Het proces zet zich voort. Ook op ondiepere plaatsen komt alsmaar meer sterfte voor. “Het Grevelingenmeer vertoont door gelaagdheid in de zomer zuurstofloosheid in de diepere delen. Ondanks de aanleg van een doorlaat in de Brouwersdam in 1978, waarmee het contact met de Noordzee gedeeltelijk hersteld is, blijft dit proces optreden. Het Grevelingenmeer blijft een kwetsbaar systeem, met te weinig dynamiek en heeft daarom problemen door te weinig zuurstof in de diepere delen.” Aldus M. Schrijvers (SBB) en H. Haas (RWS) in `Herstel estuariene natuur en dynamiek in de zuidwestelijke delta´, Vakblad Natuur Bos Landschap, mei 2009. Herstel dynamiek Men denkt de milieuproblemen op te lossen met een grote afsluitbare doorlaat in de Brouwersdam om dynamiek terug te krijgen. Vooralsnog bedraagt de maximaal haalbare opening slechts een fractie van de oorspronkelijke monding van het zeegat. Het is dan ook niet mogelijk dat door deze maatregel de gehele Grevelingen zich ecologisch herstelt. Het westelijk deel zal redelijk van een opening in de Brouwersdam profiteren. Voor het overige areaal van de Grevelingen dient naar een andere oplossing gezocht te worden. Doorstroming met rivierwater in combinatie met getij geeft een goede invulling aan de inrichting van de oostelijke Grevelingen. Dit is mogelijk middels een doorsteek onder Goeree en een forse opening in de Grevelingendam. Haringvliet, Grevelingen en Oosterschelde worden dan met elkaar
verbonden. Het resultaat is een permanente open verbinding tussen rivieren en zee. Hiermee wordt het ecologisch hoofddoel van het Nationaal Waterplan, namelijk estuariene dynamiek, gerealiseerd. Bovendien voldoen we zo tevens aan de internationale afspraken om Rijn en Maas weer geschikt te maken voor migrerende vissen. Tweedeling Bij alléén zeegatdynamiek krijgt het oostelijk deel van de Grevelingen te weinig beweging. Bij alléén estuariene dynamiek is er kans op stagnatie in de diepere delen van de westelijke Grevelingen. Daarom is bij het afgebeelde inrichtingsvoorstel voor een combinatie van beide gekozen. Om stagnant water te voorkomen is hierbij gezocht naar een evenwichtige verdeling van de oppervlakten.
Een inrichting voor de Grevelingen - Schets: W. Borm
Voor de ontwikkeling van zowel zeegatdynamiek in het westelijk deel als van estuariene dynamiek in het overige areaal van de Grevelingen is een scheidingsdam noodzakelijk. Westelijk van de dam kunnen schorren en slikken ontstaan en aan de andere zijde ontluikt een zoetwatergetijdengebied. In het oostelijk deel mengen zich zout en zoet water. De tweedeling is voorwaarde voor gecontroleerde ontwikkeling van duurzame ecologische systemen en waterveiligheid. De huidige regelfunctie van de doorlaatmiddelen in de Brouwersdam is te verwaarlozen in relatie met die van de Haringvlietsluizen en de Stormvloedkering. Deling van de Grevelingen is op dit punt geen bezwaar. De inrichting komt overeen met onze integrale landelijke visie.
Landbouw en zoetwatervoorziening Ter compensatie van het verlies aan landbouwgronden voor de doorsteek, kan inpoldering plaatsvinden onder Goeree (groen). Met de door ons in oktober 2008 gepresenteerde inrichting voor de Zuidwestelijke Delta blijven het Haringvliet en het Volkerak-Zoommeer als zoetwatervoorraden behouden, evenals de bestaande inlaatpunten. Ook bij deze deelinrichting gaan we hiervan uit. Om verzilting op Goeree-Overflakkee tegen te gaan stellen we infiltreren in haarvaten voor. Dit in de vorm van een fijnmazige doorstroming met zoet water van noord naar zuid, van het Haringvliet naar de Grevelingen. De zoetwatervoorziening voor Schouwen-Duiveland is te garanderen met de aanleg van een spaarbekken (lichtblauw). Hier wordt via een pijpleiding in de nieuwe dam water vanuit het Haringvliet ingelaten.
De grote zilverreiger, een markante deltabewoner
Foto: C. Huijgens
De mate waarin bij het IJsselmeer straks nog zoutindringing plaatsvindt is geheel afhankelijk van de komende infrastructuur, waarbij vooral de lengte van de afstroomroute een bepalende rol speelt bij het behoud van een zoet IJsselmeer. Recreatie en visserij Een doorsteek onder Goeree, de zogenaamde Scharrezee, is een lang gekoesterd wensbeeld van de recreatievaart. Rondvaren tussen de Zeeuwse eilanden, zonder de zee op te hoeven, is een groot voordeel. Ten oosten van Brouwershaven kunnen hiervoor schutsluizen (oranje) worden aangelegd. Daarnaast maakt de estuariene dynamiek, met een langzame overgang van zout naar zoet, van getijden naar getijloos, dat de belevingswaarde van het gebied aanzienlijk toeneemt. Verbetering van waterkwaliteit heeft meteen invloed op de kwaliteit van recreëren en sportvissen. Dit geldt ook voor de zeegatdynamiek in het westen. Met doorstroming van rivierwater keert de aanvoer van voedingsstoffen, waaraan de schelpdiercultures momenteel zo´n behoefte hebben, in de deltawateren terug.
Plan van aanpak Een inrichting zoals voorgesteld is sterk bepalend voor landbouw, recreatie, visserij, natuur, veiligheid en zoetwatervoorziening. Zorgvuldige afweging is dan ook gewenst voor een goed samengaan van al deze belangen. Als eerste maatregel kan een permanent open verbinding tussen Oosterschelde en Grevelingen gerealiseerd worden. Dit betekent de bouw van een brug parallel aan de Grevelingendam. Na aanleg wordt de dam op het betreffende traject verwijderd. Intussen kunnen de werkzaamheden voor een doorsteek onder Goeree starten en kan een dam aangelegd worden om de westelijke Grevelingen van het overige deel te scheiden. Vervolgens mag rivierwater vanuit het Haringvliet de Grevelingen instromen. Dit dient te gaan via een geleidelijke toename van doorvoer. Wanneer er eenmaal sprake is van een afgesloten Nieuwe Waterweg, kan de doorvoer van zoet water hier nog aanzienlijk toenemen.
Bevers zwerven via Deltanatuurgebieden van het Haringvliet naar de zoetwatergetijdengebieden in de Grevelingen Foto: C. Huijgens
Met de scheidingdam neemt in de westelijke Grevelingen de invloed veroorzaakt door het huidige doorlaatmiddel in de Brouwersdam aanzienlijk toe. De aanleg van een ruimer doorlaatmiddel in de noordelijke helft van de Brouwersdam kan er leiden tot volwaardige zeegatdynamiek. Geleidelijke invoeringsprocessen, bij het toenemend doorlaten van zeewater voor zeegatdynamiek, voorkomen ecologische rampen. Ecosystemen krijgen de tijd om zich aan te passen.
De mens als toeschouwer, de natuur als bouwer Hoe vormt zich in het midden van de Grevelingen een zoetwatergetijdengebied? Waar komen platen boven en waar schuren geulen uit? Hoe snel zal de trekvispopulatie zich herstellen? Waar en hoe ontstaan nieuwe schorren? Vragen te over. Zoals in elke delta, zullen er zich in tijd en ruime continue veranderingen voltrekken. Het is dan ook onmogelijk om specifieke natuurdoelstellingen te omschrijven. De mens schept de randvoorwaarden en probeert met slim sluisbeheer de gevolgen van excessen in rivierwaterafvoer te reduceren en de waterveiligheid te garanderen. Voor de rest zijn we toeschouwer en kijken we met bewondering naar hoe in een dynamische en gezonde delta de natuur zelf evolueert. Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer – februari 2011 Website: www.adviesgroepbormenhuijgens.nl
Bronnen: Deltaraad (2003). Delta in Zicht, Provincie Zeeland. Ontwikkelingsvisie Zicht op de Grevelingen (2006), Groenservice Zuid-Holland. Turlings L. en R. Nieuwkamer (2009). Verkenning Grevelingen water en getij, Witteveen + Bos. Bestuurscommissie Grevelingen (2010), MIRT Verkenning Grevelingen. Berichtgeving Toekomst Grevelingen (2010), Natuur- en Recreatieschap de Grevelingen.
Ecologisch herstel van de Nederlandse delta Met het terugdraaien van het Kierbesluit lijkt het herstel van de delta in een impasse geraakt. Allerlei plannen staan plots op de tocht. Men vraagt zich af, wat nu? Wat blijft er over van ons gezamenlijke streven naar een delta in permanent open verbinding met zee? In dit artikel wordt beschreven dat er wel degelijk betere mogelijkheden zijn voor het ecologisch herstel dan het experiment de Kier. Het ontstaan van Nederland Ooit was Nederland een moerassige delta, een kraamkamer voor de zee en een poort naar de stroomgebieden van de rivieren. Kustvorming, estuariene dynamiek en rivierdynamiek, met als belangrijkste processen erosie en sedimentatie, evenals de aangroei van veen, gaven vorm aan de Lage Landen. Het omdijken van grote oppervlakten maakte een eind aan de landschapsvormende processen en bodemdaling deed zijn intrede. Het behoud van ons land, dat intussen grotendeels beneden de zeespiegel ligt, vereist drastische maatregelen. De teloorgang van de trekvissen De eens zo talrijke trekvissen werden sterk gedecimeerd door watervervuiling en kunstwerken in de rivieren. Met de afsluiting van de Zuiderzee verdween de noordelijke toegang tot de rivieren en de Deltawerken sloten de zuidelijke route. Alleen de Nieuwe Waterweg, een gegraven geul naar zee met een continue wisselend zoutgehalte, bleef over. Deze ingrepen zijn debet aan de desastreuze afname van de trekvispopulaties. Het ziet er naar uit dat ten behoeve van waterveiligheid en zoetwatervoorziening er zeesluizen in de Nieuwe Waterweg komen. Dan lijkt het doek definitief te vallen voor de trekvissen.
1
Het sprookje van de Kier Het experiment de Kier, oorspronkelijk bedoeld als een eerste stap naar de terugkeer van eb en vloed, werd compromis op compromis. Men heeft een tiental jaren gezocht naar kansen om enige ecologische winst te behalen door enkele sluisdeuren van de Haringvlietsluizen open te zetten. Hierbij werd uitgegaan van de na de Deltawerken ontstane situatie. Zolang de Nieuwe Waterweg een open verbinding naar zee is, zullen de Haringvlietsluizen nooit het gehele jaar open blijven, ook niet op een kier. `Zalm weer in de Rijn!´ bleek bij de Kier een sprookje (voor meer info: zie op onze website de artikelen `Is de Kier achterhaald?´ en `Falend natuurbeheer´). Het terugdraaien van het Kierbesluit lijkt in eerste instantie strijdig met de natuurbelangen, maar het ziet ernaar uit dat we niet rouwig hoeven te zijn over het afblazen van dit doekje voor het bloeden. Staatssecretaris J. Atsma van Infrastructuur en Milieu stelt “dat het terugdraaien van het Kierbesluit niets afdoet aan de internationale doelstellingen om Rijn en Maas weer geschikt te maken voor migrerende vissen. Het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen is geen doel op zich, maar een middel om het doel te bereiken.” Hij laat onderzoeken of de doelstellingen op een andere manier te bereiken zijn. Bezuinigingsmaatregelen dwingen tot toetsing op noodzaak en effectiviteit. De tijd van subsidiegestuurde planvorming is voorbij. Het jaar 2011 is cruciaal voor het vaststellen van het waterbeleid van de komende tijd. Lopende natuurprojecten blijken door bezuinigingsmaatregelen stopgezet te kunnen worden. Het lijkt verstandig om als natuurbescherming daar waar mogelijk mee te liften met noodzakelijk geachte maatregelen voor economie en waterveiligheid. Met waterveiligheid valt nu eenmaal niet te marchanderen.
Adviesgroep Borm & Huijgens: v.l.n.r. Domien van den Berg, Wil Borm, Martien Boelaars, Cor Huijgens en Clemens de Witte 2
De starheid doorbreken De bij de delta betrokken natuurbeschermingsinstanties richten hun aandacht op relatief zeer jonge natuurgebieden. Deze gebieden genieten vaak nu al een meervoudig beschermende status vanuit een voortvarende nationale en Europese regelgeving. Er is veel geïnvesteerd en bereikt. De behaalde resultaten worden gekoesterd. Een aanhoudende stroom van immer positieve propaganda vanuit de nieuwe natuurprojecten wekt de indruk dat we op de goede weg zijn. Dit verklaart waarom er van een ommezwaai naar integraal waterbeleid binnen natuurminnend Nederland nauwelijks sprake is. De starheid van de Deltawerken zit dan ook verankerd tussen de oren van sommige beheerders en beleidsmakers, die uitgaan van de huidige gefixeerde situatie.
Grijze zeehonden zoeken de visrijke mondingen op.
Foto: C. Huijgens
De compartimentering van de Deltawateren toont echter steeds meer haar ecologische schaduwkanten, zoals zuurstofloosheid, gebrek aan doorstroming, tekort aan voedingsstoffen, zandhonger, vervuiling en afname van biodiversiteit. We moeten dan ook de doelen van de betreffende gebieden van onder meer Deltanatuur en Natura 2000, die altijd al aan onzekerheden onderhevig waren, durven los te laten. Specifieke natuurdoelen zijn niet te formuleren voor een nog nader te wijzigen en zichzelf evoluerende delta. De landelijke zoetwaterverdeling bepaalt straks de toekomstige inrichting- en ontwikkelingsmogelijkheden. Wijzigingen in de compartimentering, verbinding van gebieden en veranderingen in stroming kunnen veel teweegbrengen. De huidige verbrokkelde regionale planvorming met aparte gebiedsprogramma´s is dan ook niet in overeenstemming met een integrale visie. Een heroriëntatie op de delta is noodzakelijk om als natuurbescherming straks niet met lege handen te staan.
3
Integrale aanpak Formeel is er nog geen samenhangende oplossing voor de natuur in de delta. Bij de ontwikkeling van een integrale visie worden zee, delta en rivieren als één samenhangend geheel beschouwd. Naast waterveiligheid en zoetwatervoorziening worden hierbij de overige functies die het water voor de mens vervult zo goed als mogelijk meegenomen. Nu er gewerkt wordt aan de herijking van de landelijke zoetwaterverdeling met estuariene dynamiek als belangrijkste ecologische wateropgave, is het tijd om door te pakken en bij het kabinet aan te sturen op integraal waterbeheer. Van compartimentering naar samenhangende dynamiek Als adviesgroep raden we aan, om onder normale omstandigheden het zoete water op de eindtrajecten via verlengde en open routes naar zee te laten stromen. Dit onder vrij verval, met een lagere stroomsnelheid en een iets hoger rivierpeil dan nu. Zowel voor de Zuidwestelijke Delta als bij de Afsluitdijk, komt de zee dan relatief verder weg te liggen. Hierdoor wordt de rivieropwaartse invloed van de zee teruggedrongen, verzilting tegengegaan en blijven de zoetwatervoorraden behouden. Dit alles met waterveiligheid als hoogste prioriteit. Enkele hierop gebaseerde inrichtingssuggesties kunt u vinden op onze website. Bij afsluiting van de Nieuwe Waterweg komt er voldoende zoet water beschikbaar om ruimte te geven aan een landelijke herinrichting van de deltawateren.
Een Nieuwe Waterweg met schutsluizen (oranje) en spuisluizen (geel) – W. Borm
4
Voldoen aan internationale afspraken Voor het hele programma rond de vismigratie, in combinatie met waterkwaliteitsverbetering in de rivieren, is Europees gezien een budget van 500 miljoen euro uitgetrokken. Het rendement hiervan is grotendeels afhankelijk van een efficiënte inrichting van de delta. Door het creëren van permanent open verbindingen met zee kan Nederland zich alsnog aan de internationale afspraken houden om Rijn en Maas weer geschikt te maken voor migrerende vissen. Het herstel van estuariene dynamiek geeft hierbij een enorme impuls aan de West-Europese natuur en doorstroming maakt de deltawateren weer gezond. Hiermee voldoen we, in tegenstelling tot het Kierbesluit, ruimschoots aan onze Europese verplichtingen. Eenmaal gesteund door een nationaal plan op hoofdlijnen kan estuariene dynamiek verder gestalte geven aan het grootste herstelproces van de West-Europese natuur. Daarmee wordt het herstel van de ecologische relaties tussen de zee en de stroomgebieden van Rijn, Maas en Schelde een feit. Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer januari 2011 Website: www.adviesgroepbormenhuijgens.nl
Bronnen: Meijerink S. (2005). Het denken over de delta verandert. Radbout Universiteit Nijmegen, Geografie mei 2005. Baptist M. c.s. (2007). Herstel van estuariene dynamiek in de zuidwestelijke Delta. Wageningen IMARES. Alphen van J. (2009). De Rijnmond in de toekomst: open, dicht of afsluitbaar? RWS-Waterdienst Borm W. en C. Huijgens (2009). De herijking van de landelijke zoetwaterverdeling, H2O nr. 25/26 2009. Borm W. en C. Huijgens (2009). Planvorming voor estuariene dynamiek. Adviesgroep B & H Schrijvers M. en H. Haas (2009). Herstel estuariene natuur en dynamiek in de zuidwestelijke delta. Vakblad Natuur Bos Landschap. Näring M. (2009). Het herstel van zoet-zout overgangen rondom het Waddenzeegebied. Universiteit Groningen IVEM.
5