0
Integraal Huisvestings Plan onderwijs IHP 2010-2014
0
0
Inhoudsopgave 1. Inleiding. 3 2. Prognoses 3 3. Passend onderwijs 4 4 Wijziging verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 4 5. Onderhoudspiannen 8 6. Binnenmiieu 9 7. Basisonderwijs 9 8 Speciaal basisonderwijs, praktijkonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs 11 9. Voortgezet onderwijs 12 10. Programma en overzicht 2010 12 Bijlagen 13 2
0
0
1. Inleiding Het Integraal Huisvestingsplan (IHP) dient ertoe een meerjang inzicht te bieden in de ontwikkelingen, die van belang zijn voor de onderwijshuisvesting Dit IHP beschouwt de periode van 2010 tot en met 2014 Een periode van vijf jaar dus Verder vooruit kijken dan vijf jaar is nauwelijks mogelijk vanwege de dynamiek in onderwijsland Het IHP is een kaderstuk, er vloeien geen rechtstreekse rechten of plichten uit voort Het college stelt de jaarlijkse huisvestmgsprograrnma’s echter vast met machtneming van dit kader Het IHP dient dus regelmatig aangepast te worden, zodat het bij de tijd blijft Het concept-IHP 20 10-2014 wordt ter vaststelling voorgelegd aan de raad, nadat de portefeuillehouder onderwijs de inhoud ervan met de schoolbesturen heeft besproken. Mogelijke op- en aanmerkingen van de schoolbesturen brengt het college voorafgaand aan de besluitvorming ter kennis van de raad. 2. Prognoses Planning Verband Groningen heeft prognoses gemaakt voor alle basisscholen en het Vechtdal College. De prognoses voldoen aan de eisen, die de verordening voor de onderwijshuisvesting aan prognoses stelt Hoewel er ook sterk behoefte bestaat aan inzicht in de ontwikkeling van de leerlingenpopulatie in het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs, is het maken van prognoses voor deze scholen bewust achterwege gelaten. De reden hiervoor is dat de toekomst van deze scholen veel sterker wordt bepaald door het (rijks-)onderwijsbeleid en de regionale en lokale uitwerking daarvan, dan door in prognoses goed te vervatten demografische ontwikkelingen. Met name de beleidshjn Passend Onderwijs is debet aan de onzekere toekomstverwachtrngen (zie ook de volgende paragraaf, die aan Passend Onderwijs is gewijd). Een enigszins betrouwbare prognose kan onder deze omstandigheden, zo bevestigt ook de prognosemaker, eigenlijk niet samengesteld worden De gevolgen van dit gegeven voor het onderwijshuisvestingsbeleid komen aan de orde in paragraaf 8. Ondanks het bovenstaande vraagt de verordening bij diverse huisvestingsvoorzieningen wel degelijk om prognoses, die volgens de daarvoor geldende regels zijn opgesteld Mede daarom zal het bestuur van de scholen voor speciaal onderwijs periodiek prognoses laten opstellen. Voor het basisonderwijs als totaal laat de prognose aanvankelijk enige groei zien. Van 1.711 leerlingen op de officiele teldatum 1 oktober 2008 neemt het aantal leerlingen toe tot 1 786 in 2019. Daarna krimpt het aantal leerlingen licht tot 1.768 in 2026. Deze schommeling blijft binnen een bandbreedte van ruim 4% van het tegenwoordige aantal leerlingen Dit lijkt een vrij stabiele situatie, maar vergeet niet dat in de prognose onder andere de effecten van enkele honderden nieuwbouwwoningen verwerkt zijn. Deze nieuwbouw leidt dus naar verwachting niet tot een wezenlijke stijging van het totale aantal basisschoolleerlingen, maar voorkomt een daling. Op het niveau van de individuele scholen laat de prognose grote verschillen zien. Zoals uit het voorgaande al op te maken is, gaan de basisscholen in de directe omgeving van de Ommense nieuwbouwwijken groeien. Dit geldt vooral voor Het Palet en De Kardoen. De meeste andere basisscholen krimpen de komende jaren in mindere of meerdere mate of stabiliseren. De basisschool St.Bernardus laat daarentegen een duidelijke en langdurige groei zien vanuit een breed voedingsgebied. Het aantal leerlingen van het Vechtdal College neemt toe. In belangrijke mate wordt deze ontwikkeling veroorzaakt door de komst van de HAVO-top. Hierbij is er sprake van een direct effect, simpelweg omdat er een Havo-4 en een HAVO-5 klas bijkomen, stijgt het aantal leerlingen. Maar er is ook een indirect effect; de mogelijkheid de HAVO hier af te ronden heeft de aantrekkelijkheid van de Ommer vestiging vergroot, waardoor schoolkeuzepatronen veranderen. 3
0
0
Zie de bijlagen voor een overzicht van de prognoses op schoolniveau tot en met het schooijaar 2026/2027. 3. Passend onderwijs Centraal bij de invoering van Passend onderwijs staat de «zorgplicht” die scholen opgelegd krijgen Er was sprake van invoering van de zorgphcht per 1 januan 2011, maar er zijn tekenen die wijzen op mogelijk uitstel of zelfs heroverweging Door middel van regionale samenwerking tussen scholen krijgt elke leerling een passend onderwijsaanbod, zodat aan de zorgplicht wordt voldaan Het primair onderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs, het voortgezet onderwijs en ook het middelbaar beroepsonderwijs zijn bij deze samenwerking betrokken. Ook in onze regio, die scholen in de gemeenten Daifsen, Ommen, Hardenberg en Coevorden omvat, hebben de schoolbesturen de eerste stappen gezet om te komen tot samenwerking in het kader van Passend onderwijs Met financiele steun van het Rijk vindt onderzoek plaats naar de mogelijke samenwerkingsvormen Dit traject staat echter nog in de kinderschoenen De schoolbesturen, die betrokken zijn bij het Passend onderwijs in onze regio, zullen onderlinge afspraken moeten maken over het bieden van diverse vormen van leerimgenzorg Het is de bedoeling dat er enerzijds een totaalbeeld ontstaat van de onderwijskundige mogelijkheden van de gezamenlijke scholen in de regio, en anderzijds van de mogelijkheden van elk van de individuele scholen binnen de regio De afspraken zijn dynamisch van karakter, scholen kunnen zich immers gaan ontwikkelen in de nchting van een bepaald zorgaanbod Het bieden van speciaal onderwijs is daarmee niet langer voorbehouden aan de speciale scholen Deze ontwikkeling was al mgezet met de invoermg van de leerlinggebonden financiering (het zogeheten rugzakje), maar wordt nu versterkt doorgezet. Een aantal scholen zal er ongetwijfeld juist voor kiezen een regulier onderwijsaanbod te handhaven, Passend onderwijs zal er dus zeker niet toe leiden dat er een vorm van speciaal onderwijs op elke straathoek zit. Passend onderwijs is ook geen vervanging van of andere naam voor speciaal onderwijs. De wijze waarop binnen de Passend onderwijsregio het onderwijs gestalte krijgt, zal directe gevolgen hebben voor onder andere de onderwijshuisvesting. Elke leerlingen zal immers die school gaan bezoeken, waar voor hem of haar passend onderwijs geboden wordt. Voor verreweg de meeste leerlingen blijft dat gewoon de buurtschool, maar een gedeelte van de leerlingen is voor passend onderwijs aangewezen op één of enkele scholen, afhankelijk van de regionale afspraken. Leerlingenstromen zullen hiervan invloed ondervinden en scholen kunnen te maken krijgen met groei dan wel krimp. Ook kan verandering van het onderwijsaanbod leiden tot andere kwalitatieve eisen aan het gebouw. Het is aan de (gezamenlijke) schoolbesturen om de huisvestingsbehoefte in kaart te brengen en hierover tijdig overleg met de gemeente(n) te zoeken. Zodoende kunnen de mogelijkheden voor passende huisvesting voor passend onderwijs onderzocht worden. De huidige verordening voor de onderwij shuisvesting biedt geen ruimte voor de diversiteit, die onder andere in het kader van Passend onderwijs in de scholen en schoolgebouwen kan ontstaan Dat is een van de redenen dat de VNG voorstelt de verordening aan te passen Daarover gaat de volgende paragraaf. 4. Wijziging verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Zoals de meeste Nederlandse gemeenten volgt de gemeente Ommen in belangrijke mate de modelverordening van de VNG op het gebied van de onderwijshuisvesting. Wanneer daartoe aanleiding bestaat doet de VNG voorstellen de verordening aan te passen. Het ligt voor de hand om wijzigingsvoorstellen over te nemen, omdat anders de relatie met de modelverordening verloren gaat. Uiteraard is het nodig de consequenties op lokaal niveau eerst goed in kaart te brengen voordat besluitvorming plaatsvindt Hieronder wordt ingegaan op de meest recente wijzigingsvoorstellen, die betrekking hebben op het ruimtebehoeftemodel voor het (speciaal) basisonderwijs en speciaal onderwijs. Dit model wordt toegepast bij het bepalen van de noodzakelijke omvang van een school, gezien de leerlingenpopulatie. 4
0
0
Wijziging van het ruimtebehoeftemodel Of een schoolbestuur mogelijk recht heeft op bekostiging van een uitbreiding wordt logischerwijs bepaald door de beschikbare ruimte te vergelijken met de ruimtebehoefte De vigerende verordening drukt de ruimtebehoefte van het (speciaal) basisonderwijs en speciaal onderwijs uit in een aantal lokalen Dit betekent dat de ruimtebehoefte van een school zich stapsgewijs ontwikkelt, pas als er zoveel leerlingen zijn bijgekomen dat er recht bestaat op een extra groep, kan het schoolbestuur een extra lokaal aanvragen. Zo heeft een basisschool met 100 leerlingen recht op 5 lokalen, maar een school met 125 leerlingen eveneens De grens voor de zesde groep/lokaal ligt namelijk bij 128 (vanwege de groepsverkleirnng in de onderbouw klopt dit overigens alleen als we uitgaan van een gelijke verdeling van de leerlingen over de onder- en bovenbouw). De VNG stelt voor dit model te vervangen door een lineair model. Het nieuwe ruimtebehoeftemodel spreekt niet langer van lokalen maar van vierkante meters. Elke basisschool krijgt een vaste voet (200m2) en vervolgens een vast aantal vierkante meters (5,03m2) per leerling Het maakt daarbij niet uit of de leerling in de onderbouw of in de bovenbouw zit De ruimtebehoefte beweegt dus gelijkmatig mee met het aantal leerlingen Voor het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs gelden andere formules Daarover later meer. Vereenvoudigjg Er zijn drie redenen op grond waarvan de VNG voorstelt het ruimtebehoeftemodel aan te passen en te vereenvoudigen: De diversiteit in het onderwijs neemt toe Het klassikaal onderwijs, dat vroeger de norm was, krijgt steeds meer concurrentie van andere onderwijsvormen. Het klassieke klaslokaal is daarvoor niet altijd de meest geschikte ruimte Creatief en flexibel ruimtegebruik wordt nagestreefd. De verordening is op onderdelen onnodig gedetailleerd. Dat kan wel wat minder. In het bouwbesluit zijn de nieuwbouweisen voor scholen beperkt en vereenvoudigd De aansluiting met de verordening is daardoor niet meer optimaal. Zo bepaalde het bouwbesluit vroeger dat een klaslokaal minimaal 42m2 moet zijn De verordening sloot hierop aan door een lokaal te definiëren als een voor het geven van onderwijs geschikte ruimte van minimaal 42m2 Zo’n definitie komt echter in het luchtiedige te hangen nu het bouwbesluit deze eis niet meer stelt. Het is dan ook aan te bevelen de aansluiting met het bouwbesluit zoveel mogelijk te herstellen Het oude en het nieuwe ruimtebehoeftemodel vergeleken (basisonderwijs) In zijn algemeenheid betekent de overgang van de oude naar de nieuwe systematiek voor het berekenen van de ruimtebehoefte niet, dat scholen minder of meer rechten krijgen op een huisvestingsvoorziening. De onderstaande grafiek “ruimtebehoefte oude en nieuwe stijl basisonderwijs” illustreert dit. Ten behoeve van de vergelijkbaarheid is in deze grafiek het oude ruimtebehoeftemodel, dat zoals gezegd de ruimtebehoefte in lokalen uitdrukt, omgezet naar vierkante meters. Conform de vigerende verordening is voor een klaslokaal 1 15m2 gerekend en voor een speellokaal 90m2. 5
0
0
ruimtebehoefte oude en nieuwe stijl basisonderwijs NB: Bij een leerlingenaantal van 96 ontstaat in het oude ruimtebehoeftemodel niet alleen recht op een vijfde groepslokaal, maar ook op een speellokaal Vandaar de “plotselinge” sprong van 580 naar 785m2. In een concrete situatie kan de omzetting van de oude naar de nieuwe systematiek voor een school in enige mate positief of negatief uitpakken. Zo kan een school die onder de oude systematiek net niet de stap naar een volgend lokaal kan maken (en dus geen uitbreiding krijgt), onder de nieuwe systematiek in aanmerking komen voor een uitbreiding Deze uitbreiding zal echter minder vierkante meters omvatten dan gebruikelijk is voor een uitbreiding met een lokaal Omgekeerd geldt voor een school die onder de oude systematiek net wel de stap naar een volgend lokaal kan maken, dat onder de nieuwe systematiek weliswaar ook aanspraak op een voorziening bestaat, maar dat ook in dit geval de uitbreiding minder vierkante meters zal omvatten dan gebruikelijk is voor een uitbreiding met een lokaal. Overigens dient het ruimtetekort onder de nieuwe systematiek wel minimaal 55m2 (permanente bouwaard) dan wel 40m2 (tijdelijke bouwaard) bedragen, wil een schoolbestuur in aanmerking komen voor bekostiging. Op deze manier wordt voorkomen dat aan de lopende band allerlei minimale voorzieningen moeten worden toegekend Dit is immers inefficiënt en onnodig. In de bijlagen is de ruimtebehoefte van de basisscholen afgezet tegen de beschikbare capaciteit, rekening houdend met de ontwikkeling van het aantal leerlingen volgens de prognose. U treft daar zowel berekeningen aan volgens de oude systematiek (in lokalen) als volgens de nieuwe (in vierkante meters). De gevolgen van de invoering van het nieuwe ruimtebehoeftemodel zijn voor het basisonderwijs alles overwegend relatief gering. 1400 1200 1000 800 1) 0 .0 E • 400 1 200 —ruimtebehoefte oud in m2 (stapsgewijs) ruimtebehoefte nieuw in m2 (rechte lijn) aantal leerlingen 250 6
0
0
Het oude en het nieuwe ruimtebehoeftemodel vergeleken (speciaal basisonderwijs) Voor het speciaal basisonderwijs geldt volgens het nieuwe ruimtebehoeftemodel een vaste voet van 250m2 en daar komt per leerling 7,35 m2 bij Toekenning vindt pas plaats bij een tekort van minimaal 50m2 (permanente bouwaard) dan wel 40m2 (tijdelijke bouwaard) In de onderstaande grafiek “ruimtebehoefte oude en nieuwe stijl speciaal basisonderwijs» is te zien dat de nieuwe systematiek m grote lijnen een neutrale vertaling is van de oude Echter aan relatief kleine scholen (tot 174 leerlingen) kent de nieuwe systematiek soms wat meer meters toe en aan relatief grote soms wat minder dan de oude Dit effect doet zich in een concrete situatie echter niet altijd voor, blijft beperkt in omvang (tussen 40m2 en 105m2) en heft zichzelf weer op als de school verder groeit. NB: Bij een leerlingenaantal van 174 ontstaat in het oude ruimtebehoeftemodel niet alleen recht op een twaalfde groepslokaal, maar ook op extra lokaal. Vandaar de “plotselinge» sprong van 1 .405m2 naar 1 .635m2. Het bovenstaande heeft in de gemeente Ommen alleen relevantie voor de school voor speciaal basisonderwijs Johan Seckel. Het oude en het nieuwe ruimtebehoeftemodel vergeleken (speciaal onderwijs) De uitwerking van de omzetting van de oude naar de nieuwe systematiek werkt in het speciaal onderwijs niet voor alle schooltypen hetzelfde uit Omdat in Ommen alleen Boslust met deze normering te maken krijgt, is in het onderstaande gefocust op scholen van dit type, te weten scholengemeenschappen met speciaal (so) en voortgezet speciaal (vso) onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk) en meervoudig gehandicapte kinderen (mg). Naast de vereenvoudiging van de normering is er voor leerlingen in het vso zmlk eveneens een aanpassing van de hoogte van de normering doorgevoerd. De genormeerde groepsgrootte in het vso zmlk is van 12 naar 7 gegaan Tegelijkertijd is het aantal m2 per groep naar beneden bijgesteld. Per saldo betekent de nieuwe systematiek echter een toename van het 2000 1800 1600 l400J 1200 10000 800600400 ruimtebehoefte oude en nieuwe stijl speciaal basisonderwijs —ruimtebehoefte oud in m2 (stapsgewijs) * ruimtebehoefte nieuw in m2 (rechte lijn) 250 200 0 0 50 100 150 200 aantal leerlingen 7
0
0
aantal vierkante meters bij een gelijkblijvend aantal leerlingen. De grafiek «ruimtebehoefte oude en nieuwe stijl (v)so zmlk/mg” laat dat ook zien. ruimtebehoefte oude en nieuwe stijl (v)so zmlklmg 5.000 / —ruimtebehoefte(sozmlk/mg o2 . —ruirntebehoeftesozmIk/mg £1500 4/// /V/ / ,» ïW / 1 000 4///; — ______ 500 ‘‘ / : 0 •.i$:$-’: 0 100 200 300 400 aantal leerlingen Aanpassing van de verordening kan dus theoretisch leiden tot de noodzaak enkele honderden m2 te realiseren. Het verschil tussen de oude en de nieuwe systematiek hoeft natuurlijk maar één keer overbrugd te worden. Het is dus niet zo dat met de toename van het aantal leerlingen het verschil steeds groter wordt. In de praktijk heeft Boslust echter ook volgens de nieuwe systematiek voldoende ruimte (met inbegrip van de ruimte in de voormalige Edith Laarakkersschool). Enkel in de situatie, waarbij nieuwbouw gepleegd zou worden, leidt de omzetting van de normering dus in de praktijk tot extra vierkante meters. Het oude en het nieuwe ruimtebehoeftemodel vergeleken (totaal) Aanpassing van de verordening leidt niet tot onmiddellijke investeringen. De omzetting is voor het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs een goeddeels neutrale operatie. Voor het speciaal onderwijs geldt dat niet. De ruimtebehoefte neemt bij deze vorm van onderwijs bij een gelijk aantal leerlingen toe. De huidige huisvesting van Boslust, de enige school onder dit regime in de gemeente, voldoet qua bruto vloeroppervlakte echter ook onder de nieuwe normen. Slechts in het geval van volledige nieuwbouw krijgt de aanpassing van de verordening derhalve consequenties; er zijn dan meer vierkante meters nodig en dus ook meer geld. Mits hiervan goed nota wordt genomen is aanpassing van de verordening aan te bevelen. De schoolbesturen dringen erop aan deze landelijke ontwikkeling te volgen. 5. Onderhoudsplannen Om inzicht te krijgen in de onderhoudslast voor de komende jaren hebben de gemeente Ommen en de schoolbesturen gezamenlijk meerjarenonderhoudsplannen (MOP’s) laten opstellen. In de MOP’s is zowel het onderhoud ten laste van de schoolbesturen als het onderhoud ten laste van de gemeente opgenomen. De verordening is als leidraad gehanteerd bij de verdeling over deze twee «posten”. 8
0
0
In de bijlagen is een samenvatting opgenomen van het onderhoud ten laste van de gemeente, zoals dit zich naar verwachting zal aandienen Per school per jaar is waar nodig een bedrag geraamd. De status van de MOP’s is als volgt te omschrijven Schoolbesturen kunnen aan in de MOP’s opgenomen voorzieningen/bedragen geen rechten ontlenen. Noch kan de gemeente een aangevraagde voorziening weigeren om het blote feit, dat deze niet in de MOP’s staat Met andere woorden, van elke aangevraagde onderhoudsvoorziening zal de noodzaak vastgesteld moeten worden aan de hand van de verordening alvorens deze op enig programma verschijnt. 6. Binnenmiieu De GGD regio IJssel-Vecht is van start gegaan met het project “Frisse lucht op scholen in Overijssel” In de provincie Overijssel komen 160 basisscholen in aanmerking voor een onderzoek naar het bmnenmilieu In Ommen zijn 4 scholen onderzocht Het onderzoek ncht zich op twee aspecten: - Zijn er voldoende ventilatiemogelijkheden? - Worden de bestaande ventilatiemogelijkheden wel optimaal benut’? (het ventilatie-gedrag) De deelnemende scholen krijgen een ventilatie-advies per klaslokaal. Dit advies wordt ondersteund met een aantal hulpmiddelen en ook een lespakket voor de oudere leerlingen. Daarnaast levert de GGD aan de gemeente een overzicht van de bevindingen en de adviezen van de deelnemende scholen. Mede op basis hiervan kunnen gemeente en schoolbesturen beoordelen of er bouwkundige maatregelen genomen moeten worden. Indien en voor zover scholen het binnenmilieu kunnen optimaliseren door anders om te gaan met de (bestaande en/of aanvullende) ventilatiemogelijkheden, is een gedragsverandering de aangewezen weg. Het rijk stelt naar verluidt €215 miljoen beschikbaar, verdeeld over 2009 en 2010, voor de verbetering van het binnenmiheu Het is echter nog niet duidelijk onder welke voorwaarden een schoolbestuur dan wel een gemeente aanspraak kan maken op een deel van deze middelen. De eis van cofinanciering door de aanvrager ligt echter in de rede. De GGD geeft aan naar verwachting in de komende jaren ook de overige scholen te kunnen onderzoeken. Langs deze weg ontstaat er een completer beeld van de mogelijke problematiek. Zodra er dan ook meer duidelijkheid ontstaat over de voorwaarden voor het verwerven van rijksgeld kan nadere besluitvorming plaatsvinden. 7. Basisonderwijs In een plattelandsgemeente als Ommen met een gemiddelde bevolkingsdichtheid van ca. 1 inwoner per hectare zijn kleine basisscholen een normaal verschijnsel Volgens de Wet op het primair onderwijs hoeft een basisschool in onze gemeente dan ook maar 33 leerlingen te hebben om voor rjksbekostiging in aanmerking te kunnen blijven komen (de zogeheten opheffingsnorm). Voordat stichting van een nieuwe basisschool aan de orde is, moet er ovengens uitzicht zijn op mimimaal 200 leerlmgen (de zogeheten stichtmgsnorm), hetgeen in het buitengebied natuurlijk volstrekt onhaalbaar is. Uit de prognoses blijkt dat in de komende 15 jaar de leerlingenaantallen van diverse kleinere scholen verder onder druk komen te staan. Vanwege de lage opheffingsnorm is het voortbestaan van de meeste scholen weliswaar niet meteen in het geding, maar hele kleine scholen zijn in veel opzichten kwetsbaar En enkele scholen in het buitengebied komen over een jaar of tien wel degelijk in de gevarenzone. Het leerlingenaantal in het basisonderwijs vertoont de komende jaren in totaal een licht stijgende tendens (zie ook de paragraaf over de prognoses). De stijging komt echter voor rekening van een beperkt aantal scholen, terwijl de overige basisscholen stabiliseren of krimpen. Vandaar dat het nodig is een aantal basisscholen nader onder de loep te nemen. 9
0
0
De Kardoen en Het Palet Vanwege de woningbouw in Ommen-oost groeit het aantal kinderen in deze wijk en daarmee het aantal leerlingen op De Kardoen en Het Palet. Beide scholen hebben momenteel nog wat overcapaciteit, zodat pas op enige termijn de noodzaak tot uitbreiding zich zal voordoen (Bij de capaciteit van De Kardoen is de ruimte van de dislocatie Fluitekruid overigens meegerekend. De huidige medegebruiker van Fluitekruid, Landstede Kinderopvang, zal te zijner tijd zijn BSO-activiteiten naar elders moeten overbrengen om ruimte te maken voor de school Dit was overigens voorzien en het is ook bij de medegebruiker bekend Het huurcontract met Landstede Kinderopvang duurt dan ook tot 1juli 2011 en zal niet of hoogstens voor een korte periode verlengd worden.) In de bijlagen bevindt zich een overzicht «ruimteoverschot basisonderwijs”, waaruit af te lezen valt wanneer ruimtetekorten gaan ontstaan. Dit is zowel berekend volgens de vigerende verordening als volgens de modelverordening van de VNG, waarin een aangepaste ruimtenormering is opgenomen (In paragraaf 4 is voorgesteld deze nieuwe ruimtenormering te hanteren). Het Palet krijgt op basis van de leerlingentelling per 1-10-2017 voor het eerst een ruimtetekort Binnen de horizon van dit IHP 2014 — zijn er dus naar verwachting geen maatregelen nodig. De Kardoen krijgt eerder een ruimtetekort (o.b.v. teldatum 1-10-2013). Dit tekort loopt op tot boven de driehonderd vierkante meter en neemt daarna weer af Het ligt in de rede te veronderstellen dat er te zijner tijd minimaal 15 jaar een capaciteitstekort zal zijn en daarmee recht op een uitbreiding van de school in permanente zin. Actualisatie van de prognose over enkele jaren zal echter uitsluitsel moeten geven over de duur en de omvang van het tekort. Per 1-10-2014 zal het capaciteitstekort voor het eerst voldoende groot zijn om een eventuele voorziening te kunnen rechtvaardigen (de minimale voorziening omvat nl. SOm2), die op zijn vroegst in het programma 2015 geëffectueerd kan worden. Wederom (net) buiten de horizon van dit IHP. Voor Het Palet noch voor De Kardoen zijn in het financiële overzicht middelen opgenomen ten behoeve van uitbreiding Op wat langere termijn zijn deze op basis van de prognose wel te verwachten. Sint Bernardus De basisschool St Bernardus mag zich verheugen in een stijgende belangstelling Deze leidt naar verwachting binnen de vijf jaar, waarop dit IHP betrekking heeft, tot een noodzakelijke uitbreiding. Gegeven de programmasystematiek kan op zijn vroegst in het programma 2011 een uitbreiding worden opgenomen Met het oog hierop is in de meerjarenplanning voor de St. Bernardus een raming opgenomen voor uitbreiding in 2011. De raming is enerzijds gebaseerd op de financiele normenng van de VNG en anderzijds op een uitbreiding van 265m2 De werkelijke kosten, binnen de verordening maatgevend voor de subsidie, kunnen van deze raming afwijken, mede omdat het schoolbestuur zijn aanvraag één of enkele jaren kan uitstellen met het oog op een eventuele grotere uitbreiding. Ook het jaar van bekostiging/uitvoering schuift dan natuurlijk op De raming bedraagt €345 000,- (prijspeil 2009 en excl. grondkosten). Voor de bijbehorende eerste inrichting met onderwijsleerpakket en meubilair is de raming €14.400. Nieuwebrug De basisschool Nieuwebrug heeft op basis van de laatste teldatum een flink ruimtetekort (100m2) Op grond van de prognose blijkt dit tekort binnen enkele jaren “vanzelf’ te verdwijnen als gevolg van terugloop van het aantal leerlingen. Het Kompas en De Dennenkamp Deze beide scholen hebben momenteel een fors ruimteoverschot van gezamenlijk rond de 900m2 Een gedeelte van deze ruimte wordt nuttig gebruikt door Landstede Kinderopvang ten behoeve van buitenschoolse opvang. Het gros van de overmaat aan ruimte kost echter alleen maar geld. Zowel het schoolbestuur als de gemeente plukken hiervan de wrange vruchten Op grond van de prognoses ligt een natuurlijk herstel van deze situatie niet in het verschiet. De verordening dicteert tot op zekere hoogte wanneer een uitbreiding dient plaats te vinden Een schoolbestuur kan hiervoor een aanvraag indienen. Maar de verordening zwijgt over het 10
0
0
terugbrengen van capaciteit in situaties als de bovengenoemde. Een juridisch toetsingskader hiervoor ontbreekt dus Desalniettemin kunnen gemeente en schoolbesturen gezamenlijk nastreven een toekomstbestendige oplossing te realiseren voor dit probleem. Mede gelet op het feit dat in de meerjarenraming voor 2011 al ramingen opgenomen zijn voor het Vechtdal College en basisschool St Bernardus, is in relatie tot de problematiek Kompas-Dennenkamp eerst voor 2012 een (PM-)raming vermeld. 8. Speciaal basisonderwijs, praktijkonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs In Ommen zijn drie onderwijsvoorzieningen voor leerlingen die in aanmerking komen voor speciaal basisonderwijs, praktijkonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs Met betrekking tot de huisvesting van deze voorzieningen is het momenteel moeilijk prognoses te ontwikkelen om de ruimtebehoefte op lange teermijn in beeld te brengen. Het speciaal onderwijs is landelijk sinds 2000 met bijna 40% gegroeid en het voortgezet speciaal onderwijs met 50% Het aantal wachtlijstleerlingen is eveneens gegroeid Deze groeicijfers hebben vooral betrekking op het cluster 4 onderwijs (in Ommen afwezig), maar er zijn ook groei-effecten waarneembaar in de andere vormen van speciaal onderwijs. Mede door deze groei is er wetgeving ontstaan om “Passend Onderwijs” vorm te geven. Een van de peilers hierbij is dat er voor alle leerlingen een passend onderwijszorgaanbod kan worden gerealiseerd. Dit betekent dat de bevoegde gezagsorganen in het netwerk gezamenlijk een voorzieningenaanbod inrichten dat mogelijkheden biedt om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben onderwijs te bieden. Het gaat dan zowel om mogelijkheden binnen het reguliere onderwijs (met leerlinggebonden financiering oftewel een “rugzakje”), als om plaatsing in het speciaal basisonderwijs, het leerwegondersteunend onderwijs, het praktijkonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs Daarnaast kunnen speciale klassen worden ingencht (bijvoorbeeld de zogenaamde ‘auti-klassen’ voor leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum) en kan ingezet worden op symbiose (zodat leerlingen een deel van het programma volgen in het speciaal- en een deel in het regulier onderwijs). Welke vormen van passend onderwijs in Ommen en de bijbehorende regio worden ontwikkeld is op dit moment niet bekend met daarbij in acht genomen de onzekerheid over de invoeringsdatum 2011 van “Passend Onderwijs”. De evaluatie en adviescommissie Passend onderwijs (ECPO) en de onderwijsinspectie hebben de staatssecretaris geadviseerd de invoering van “Passend Onderwijs”te heroverwegen (juni 2009). Voor een deel van de leerlingen in Ommen en omgeving zal speciaal onderwijs de meest passende vorm zijn om ze die kansen te geven om zich optimaal met behulp van deskundige begeleiding te ontwikkelen Daarmee krijgen ze een betere kans zich toe te rusten op een positie in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Aan de huisvesting van deze leerlingen worden specifieke eisen gesteld zoals het werken in praktijksimulatie lokalen voor leerlingen in de leeftijd van het voortgezet onderwijs. De komende jaren worden er inhoudelijk stevige eisen gesteld aan de kwaliteit van het speciaal onderwijs. Modern onderwijs vraagt om moderne huisvesting en moderne voorzieningen Prognoses met betrekking tot leerlingaantallen zijn moeilijk vast te stellen, kwaliteitseisen aan de gebouwen echter wel. Goed onderwijs kan niet zonder een goed schoolgebouw Het zijn juist de leerlingen met een beperking die een rustige en veilige (leer)omgeving nodig hebben. De onzekerheid rond de ontwikkeling van de leerlingenpopulatie in de speciale onderwijsvoorzieningen, zowel qua grootte als qua samenstelling, maakt het voeren van een (middel)lange termijnbeleid de komende jaren goeddeels onmogelijk Het alternatief bestaat uit het nauwlettend volgen van de ontwikkelingen en ad hoc maatregelen nemen wanneer dat nodig is. 11
0
0
Het voorlopig afzien van lange termijnbeleid betekent voor Boslust dat de huidige situatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een hoofd- en dislocatie (Edith Laarakkers), niet binnen afzienbare tijd zal wijzigen Dit is niet optimaal voor de school in organisatorisch en financieel opzicht en uiteindelijk ook niet voor het onderwijs Het bestuur pleit dan ook voor heroverweging van de huisvesting van Boslust zodra er weer wat meer inzicht ontstaat m de toekomst van het onderwijs. 9. Voortgezet onderwijs In de zomer van 2008 gaf de staatssecretaris van OCenW na een periode van onzekerheid het lang verwachte groene licht voor een volledige HAVO voor het Vechtdal College in Ommen. Daarmee werd een wens gehonoreerd, die het schoolbestuur en het gemeentebestuur gezamenlijk koesterden Het Raadsprogramma 2007-20 10 «Vertrouwen en Ambitie” gaat echter nog een stap verder en mikt ook op een volledige VWO-opleiding Het schoolbestuur onderzoekt momenteel de haalbaarheid hiervan in overleg met VO-scholen in de regio. Als huisvesting voor de HAVO dient momenteel een huurpand aan de Strangeweg 25, dat gelukkig beschikbaar was toen kort voor het schooljaar 2008-2009 bleek dat de leerlingen, die zojuist HAVO-3 hadden afgerond, anders dan voorheen in Ommen konden blijven Het pand is echter geen schoolgebouw, al is het als tijdelijk onderkomen met wat inventiviteit goed te gebruiken Daarbij komt dat de vestiging van een VO-dislocatie op deze plek in strijd is met het gemeentelijke «Masterplan de Strangen» en de geldende bestemmingsplanvoorschriften. De gemeente heeft hiervoor een tijdelijke ontheffing verleend, waardoor het schoolbestuur zijn huurcontract tot het schooljaar 2013-2014 kan uitdienen. Binnen een termijn van enkele jaren dient, gezien het bovenstaande, op een andere wijze in de huisvesting van het Vechtdal College te worden voorzien. Het aantal leerlingen, waarvoor huisvesting nodig is, groeit de komende jaren naar verwachting aanzienlijk (zie de prognoses); van 724 per 1-10-2008 tot ruim 1.000 per 1-10-20 13. Deze groei is enerzijds een direct gevolg van de uitbreiding van het onderwijsaanbod; Er komen daardoor simpelweg meer klassen Anderzijds blijkt nu al dat als gevolg van de mogelijkheid om het HAVO-onderwijs in Ommen af te ronden de aantrekkelijkheid van het Ommer Vechtdal College, en daarmee het aantal aanmeldingen van nieuwe leerlingen, groeit. Er is sprake van een aantoonbare verrijking van het onderwijsaanbod De uitstraling hiervan naar het vestigingsklimaat ligt voor de hand. Het heeft grote voordelen als alle leerlingen in de toekomst op dezelfde locatie een plek kunnen krijgen De schoolorganisatie en de efficientie varen daar wel bij, maar ook het aantal verkeersbewegingen wordt hierdoor beperkt. Leerlingen en leerkrachten hoeven niet heen en weer te pendelen tussen locaties (met als enige uitzondering de lessen lichamelijke opvoeding) Of huisvesting van de totale school op of nabij de huidige vestiging aan de Van Reeuwijkstraat praktisch, ruimtelijk en financieel haalbaar is, moet nader onderzocht worden. In de meerjarenraming is voor de huisvesting van het Vechtdal College een PM-post opgenomen voor 2011. In 2010 vindt onderzoek plaats naar de wijze, waarop het best aan de huisvestingsbehoefte voldaan kan worden. In de jaarschijf 2010 is in dit verband een raming van de onderzoekskosten opgenomen. Als (mede) op grond van het onderzoek besloten wordt tot het verstrekken van een subsidie in de huisvesting van het Vechtdal College, kunnen de onderzoekskosten overigens op deze subsidie in mindering gebracht worden. 10. Programma en overzicht 2010 Diverse schoolbesturen hebben aanvragen ingediend voor het programma onderwijshuisvesting 2010 Sinds de duahsenng van het gemeentebestuur stelt het college jaarlijks het bekostigingsplafond, het programma en het overzicht (van niet te honoreren aanvragen) 12
0
0
vast. Dit gebeurt na de vaststelling van de gemeentebegroting. Bij de beoordeling van de aanvragen hanteert het college de diverse onderwij swetten en de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. In de bijlage zijn het concept-programma en —overzicht 2010 opgenomen. BIJLAGEN 13
0
0
aantal leerlingen basisonderwijs per jaar volgens prognose PVG school schooljaar 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24 24/25 25/26 26/27 teldatum 1-10-08 1-10-09 1-10-10 1-10-11 1-10-12 1-10-13 1-10-14 1-10-15 1-10-16 1-10-17 1-10-18 1-10-19 1-10-20 1-10-21 1-10-22 1-10-23 1-10-24 1-10-25 schooljaar 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24 24/25 25/26 26/27 teldatum 1-10-08 1-10-09 1-10-10 1-10-11 1-10-12 1-10-13 1-10-14 1-10-15 1-10-16 1-10-17 1-10-18 1-10-19 1-10-20 1-10-21 1-10-22 1-10-23 1-10-24 1-10-25 school Vinkenbuurt waarvan onderbouw Nieuwebrug waarvan onderbouw De Dennenkamp 56 57 59 57 56 44 43 42 41 42 41 39 37 34 34 33 32 32 32 32 32 33 33 24 21 20 18 16 17 17 15 15 15 15 15 16 16 16 16 16 16 68 66 60 50 51 51 49 42 37 37 37 37 38 38 38 39 40 41 29 29 25 17 15 17 17 18 17 17 17 18 19 19 19 19 19 20 55 54 53 53 52 52 51 51 50 50 50 48 48 waarvan onderbouw Het Palet waarvan onderbouw GuidodeBres waarvan onderbouw Julianaschool 28 26 26 26 26 26 25 24 24 24 24 24 24 24 24 23 22 22 163 164 163 163 174 178 185 193 196 200 206 212 212 211 210 208 206 203 79 74 83 85 83 86 90 94 97 101 103 106 105 104 103 102 100 97 260 258 256 255 252 250 249 249 248 249 251 251 251 251 252 251 251 251 121 115 114 115 113 116 117 117 117 118 118 117 117 117 117 116 116 116 96 92 87 83 79 77 75 74 72 72
0
0
ruimtebehoefte basisonderwijs per jaar uitgedrukt in lokalen volgens de vigerende verordening school Vinkenbuurt Nieuwebrug De Dennenkamp schooljaar 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24 24/25 25/26 26/27 teldatum 110-08 1-10-09 1-10-10 1-10-11 1-10-12 1-10-13 1-10-14 1-10-15 1-10-16 1-10-17 1-10-18 1-10-19 1-10-20 140-21 1-10-22 1-10-23 1-10-24 140-25 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3____3 3 4 4 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3_3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 HetPalet GuidodeBres Julianaschool 7 7 7 7 7 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 99 9 11 11 11 11 10 10 10 10 10 10 11 11 11 11 11 111 11 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 43 3 HetKompas DeKardoen DeTriangel 5 5 S 5 5 5 5 5 10 10 11 11 12 12 13 13 14 14 14 15 15 15 14 14 14 14 3 3 3 3 3 3 3 3 Hoogengraven Ommerkanaal DeHoekstee 3 3 3 4 3 4 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 3 3 2 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4
0
0
ruimteoverschot basisonderwijs per jaar uitgedrukt in lokalen volgens de vigerende verordening schooljaar 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24 24/25 25/26 26/27 teldatum 1-10-08 1-10-09 1-10-10 1-10-11 1-10-12 1-10-13 1-10-14 1-10-15 1-10-16 1-10-17 1-10-18 1-10-19 1-10-20 1-10-21 1-10-22 1-10-23 1-10-24 1-10-25 school Vinkenbuurt Nieuwebrug De Dennenkamp cap. in lok. 3 4 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 5 5 5 55 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 Het Palet 8 GuidodeBrés 13 Julianaschool 6 1 1 1 1 1 0 0 0 0 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 HetKompas 9 DeKardoen* 13 DeTriangel 4 4 4 4 4 4 4 3 3 2 2 1 1 0 0 -1 -1 -1 -2 -2 -2 -1 -1 -1 -1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Hoogengraven 3 Ommerkanaal 3 DeHoekstee 4 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0
0
1 Concept-programma onderwijshuisvesting 2010 school aangevraagde voorziening 1 Boslust 2 Johan Seckel 3 De Maat 4 Ichthus 5 Hoogengraven 6 Julianaschool 7 Guido de Bres 8 St. Bernardus 9 Vechtdal College 10 Vechtdal College mcl. onvoorzien afger. 1 Concept-overzicht onderwijshuisvesting 2010 Boslust Kompas Kompas Kompas Hoekstee vervanging stalen kozijnen, isoleren buitengevels, dubbel glas vervanging kozijnen vervanging vloer speellokaal vervanging draaimechanismen ramen uitbreiding personeelsruimte deels geen noodzaak, deels geen voorziening in de zin van de wet geen noodzaak geen voorziening in de zin van de wet geen voorziening in de zin van de wet geen voorziening in de zin van de wet vervanging metselwerk, lichtkoepels, boeien, daktrimmen herstel bestrating en kozijnen aanpassing vluchtroute bij brand gedeeltelijke vervanging dakpannen vervanging kozijnen vervanging ramen vervanging kozijnen vervanging randstroken dakbedekking huur dislocatie leer- en hulpmiddelen en meubilair 100 leerlingen HAVO-top totaal afschr. termijn 20 20 20 20 20 20 20 20 nvt 20 € 34.784 € 6.984 € 23.053 € 16.203 € 4.367 € 1.264 € 9.034 € 4.772 € 83.395 € 88.702 € 272.558 (kapitaal-) last 2010 € 3.478 € 698 € 2.305 € 1.620 € 437 € 126 € 903 € 477 € 83.395 € 8.870 € 102.309
0
0
Onderhoudskosten ten laste van de gemeente cf. mop BTC Prijspeil 2009 schooL 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 totaal o 0 0 0 30.189 7.933 0 0 0 0 0 0 0 0 49.847 113.993 0 0 0 0 0 297 146.426 0 0 0 0 0 0 0 0 146.723 0 128 285 0 0 0 0 59 874 0 0 0 0 446 637 0 0 0 634 796 0 0 0 0 0 131.690 0 0 0 0 0 12.838 0 0 50.116 194.644 0 89.001 0 0 1.205 0 0 128.632 0 0 0 0 0 0 716.643 937.105 0 0 0 0 0 0 27 557 0 199 473 0 0 0 0 0 0 227 030 0 406 0 0 0 0 0 83.085 0 0 0 406 0 0 0 85.314 0 23 235.380 0 0 0 87 0 77.837 0 0 0 0 0 0 313.327 0 _____ 0 0 0 0 0 _____ 0 _____ 0 0 0 0 0 0 0 39 080 39 080 0 0 21.597 0 961 0 0 0 0 0 0 79.110 5.515 0 27.417 140.103 0 0 0 0 0 255 23.902 0 686.427 0 0 35.323 0 0 0 775.284 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 283 52 .529 601 0 0 0 0 71.665 0 0 0 0 0 0 0 363.574 52 601 0 0 0 0 0 0 30.715 0 0 0 0 30.338 0 0 827 63.475 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 660.164 0 0 0 692.970 0 0 0 0 0 155 756 0 0 0 0 0 0 33 715 0 0 189471 0 217 715 256 977 0 32355 295 931 288 561 211 717 1 299 867 0 0 1 336 481 39 230 0 8839305037611 Vinkenbüurt Het Palet Dennenkamp 0 0 0 0 0 0 26.024 0 0 Nieuwebrug 0 0 0 Het Kompas 1.624 0 0 Kon. Julianaschool 0 0 0 Hoogengraven 0 1.417 0 De Kardoen 0 0 0 De Triangel 0 0 0 Ichthus 3.493 0 2.010 Guido de Bres 4.137 25.240 0 St. Bernardus 33.258 13.810 7.167 St. WiLtibrordus 13.886 0 Hoekstee 0 0 8.380 De Schakel 0 0 56.398 0 0 0 42.062 0 0 32.806 0 76.387 Ommerkanaat 0 1.595 Johan Seckel 0 BosLust totaaL 0 54.235 00 13.886
0
0
Te verwachten investeringen (m.u.v. onderhoud en programma 2010) 2010 toelichting 2011 toelichting 2012 toelichting 2013 2014 Vinkenbuurt Het Palet DennenkamD PM reductie overcaoaciteit Nieuwebrug Het Kompas Kon. Julianaschool PM reductie overcapaciteit Hoogengraven De Kardoen De Triangel lchthus Guido de Bres St Bernardus € 359 400 uitbreiding St. Willibrordus Hoekstee De Schakel Ommerkanaal Johan Seckel Boslust . De Maat Vechtdal College € 20.000 onderzoekskosten PM* uitbreiding i.v.m. HAVO * Wijkt af van de Kadernota 201 0:ln de indicatieve investeringsplanning 2010-2014 was deze investering opgenomen voor 2013 ** Wijkt af van de Kadernota 201 0:ln de indicatieve investeringsplanning 2010-2014 was deze investering opgenomen voor 2014
0