Instapniveau pabo
Quickscan geschiedenis
Voorbereiding op de bijzondere nadere vooropleidingseisen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek Matching van bronnen/aanbevolen literatuur in het kader van de entreetoets met het werkdocument SLO ‘Specificatie leerdoelen instapniveau pabo’, april 2014
2
Titel
:
Instapniveau pabo – quickscan geschiedenis
Project/Werkgroep
:
Instroom pabo
Auteur(s)
:
Jonne van Diggele
Illustraties
:
MBO Diensten
:
Houttuinlaan 6 Postbus 2051 3440 DB Woerden T: 0348 - 75 35 00 E:
[email protected] I: www.mbodiensten.nl
Woerden
:
Versienummer
:
Versie 0.3, concept, 24 april 2014
3
Inhoudsopgave 1
Inleiding
4
2
Onderzochte bronnen
5
3
Beknopte omschrijving onderzochte bronnen
6
4
5
3.1
Algemene typering
6
3.2
Typering naar inhoud
8
Conclusie over nog te ontwikkelen leermateriaal voor aansluiting op SLO-doelen
10
4.1
Algemeen
10
4.2
Aanvulling is gewenst
10
4.3
Internetbronnen voor aanvullende informatie/zelfstudie
10
Bijlage 1 SLO-leerdoelen in relatie tot onderzochte boeken
11
4
1 Inleiding Per 1 augustus 2015 gaan bijzondere nadere vooropleidingseisen gelden voor de pabo’s (pedagogische academie basisonderwijs). Dit betekent dat havoleerlingen en mbo-studenten landelijke kennistoelatingstoetsen moeten doen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. Voor leerlingen en studenten die zich niet goed op deze nieuwe eisen hebben kunnen voorbereiden, is vanaf september 2014 een tijdelijk ondersteuningsaanbod beschikbaar via het project Instroom pabo. Vanuit dit project is een matchingsonderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in hoeverre bestaande bronnen aansluiten op de bijzondere nadere vooropleidingseisen. In dit geval zijn de bronnen bekeken die aangewezen zijn als relevante bronnen voor de bestaande entreetoets Mens en Wereld voor de pabo 1. SLO heeft leerdoelen geformuleerd 2 voor de bijzondere, nadere vooropleidingseisen. In het onderzoek zijn de bronnen gerelateerd aan deze SLO-leerdoelen. Leeswijzer Na een inleiding over deze bronnen (algemene typering) volgt in dit rapport een samenvattend overzicht van de kenmerken van deze bronnen (content, verwerkingsopdrachten, toetsing en didactiek). In de bijlage is een gedetailleerd overzicht opgenomen van de quickscan, waarin de bronnen en de SLO-leerdoelen aan elkaar worden gerelateerd. Op basis van deze analyse is aangegeven welke onderwerpen de beschreven bronnen nog niet of onvoldoende afdekken. Hiermee legt deze analyse een basis om, in samenspraak met uitgevers, te komen tot afspraken over de ontwikkeling van aangepast leermateriaal voor de landelijke kennistoelatingstoetsen voor de pabo.
1
Uiteraard zijn er ook nog andere bronnen die aansluiten (zoals de bronnen voor de onderbouw havo en voor vmbo-t), maar we beperken ons hier tot de bronnen die zijn aanbevolen voor de entreetoets.
2
Specificatie leerdoelen instapniveau pabo; Specificering van de bijzondere nadere vooropleidingseisen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. Werkdocument 11 maart 2014. SLO, Enschede. Kenmerk: OB-VO/7155/E/14-077
5
2 Onderzochte bronnen (aanbevolen in verband met entreetoets, zie http://www.entreetoets-menw.nl/Informatie.htm) 1.
Bruin R. de e.a., (2009) Geschiedenis geven, praktische vakdidactiek voor het basisonderwijs, Van Gorcum, Assen
2.
Bas J. de (2011). De pabotoets geschiedenis haal je zo. Coutinho, Groningen
3.
Keissen H., (2011). Basiskennis geschiedenis - slaag voor de entreetoets!. Noordhoff Uitgevers, Groningen
4.
Kratsborn W.,( 2005). Onvoorspelbaar verleden, geschiedenis van prehistorie tot heden. Van Gorcum, Assen
5.
Kooij C. van der,(2006). Verleden, heden, toekomst. Didactiekboek. Noordhoff Uitgevers, Groningen
6.
Kooij C. van der, Groot-Reuvenkamp M., (2013). Geschiedenis & Samenleving. Noordhoff Uitgevers, Groningen
7.
Mulder L. e.a., (2005). Van huis uit, compacte geschiedenis voor de pabo. HB Uitgevers, Baarn. (nu Thieme Meulenhof).
8.
Wagenaar H.,9 2010). Geschiedenis voor de basisschool, een domeinbeschrijving. Cito, Arnhem
6
3 Beknopte omschrijving onderzochte bronnen De geschiedenisboeken typeren zich door de gelijksoortige opbouw van de hoofdstukken: die volgen de indeling van de tien tijdvakken. Daarbinnen zijn er verschillen in perspectief en diepgang. Een onderscheid in perspectief is, starten vanuit: •
de Nederlandse situatie in die periode;
•
een indeling naar politiek, sociaal, economisch en cultureel;
•
de situatie wereldwijd gezien.
Een didactisch aspect speelt wellicht een rol; starten vanuit Nederland sluit aan bij de belevingswereld van kinderen/studenten. Verder onderscheiden de boeken zich door hun gebruiksmogelijkheden: naast de vakinhoud, wel of geen aandacht voor verwerkingsopdrachten (ter verdieping van de studie), toetsopgaven (checken van de kennis) en aandacht voor didactische aspecten van geschiedenisonderwijs. Voor een aanstaande pabostudenten zal, afhankelijk van de vooropleiding, een voorkeur bestaan voor meer of minder uitgebreide inhoud, verwerkingsopdrachten en/of beschikbaarheid van toetsopgaven. Een ‘zelfstudieroute’ of een begeleide route hebben ook invloed op de keuzes uit het beschikbare materiaal. De tabel in paragraaf 3.2 geeft samenvattend weer wat de verschillen zijn tussen de onderzochte boeken. Hieronder volgt eerst een algemene typering van de verschillende boeken. 3.1 Algemene typering 1. Geschiedenis geven, praktische vakdidactiek voor het basisonderwijs Een boek met diverse componenten: vakdidactiek, beknopte achtergrondinformatie en lessuggesties. Indeling van de hoofdstukken is conform de tien tijdvakken, met een link naar de ‘traditionele’ indeling in periodes zoals de prehistorie en middeleeuwen. 2. De pabotoets geschiedenis haal je zo Oefenopgaven, geordend in de tien tijdvakken. Opgaven per tijdvak en toetsen over de tijdvakken heen. Verwijzing per hoofdstuk naar de Canonvensters. 3. Basiskennis geschiedenis - slaag voor de entreetoets! Compacte beschrijving van de tien tijdvakken. Ieder hoofdstuk geeft op een tijdbalk de betreffende periode weer en beschrijft kernachtig die periode. Hoofstukken sluiten af met tips voor musea en oefenopgaven. 4. Onvoorspelbaar verleden, geschiedenis van prehistorie tot heden. Dit boekwerk bevat veel verwijzingen voor verdieping (tips voor internet, boeken, film en muziek), met veel aansprekende foto’s. Ieder hoofdstuk begint met een algemene schets van de periode aan de hand van ‘De tijd’,’ De samenleving’ en ‘De ruimte’. Trefwoorden per hoofdstuk in de kantlijn
7 maken het zoeken makkelijk naar specifieke passages. De onderwerpen zijn soms verspreid in een hoofdstuk, veelheid aan details. De bijbehorende cd-rom maakt zelfstudie mogelijk door een stapsgewijze aanpak (van oriënteren tot reflecteren in zeven stappen). 5. Verleden, heden, toekomst. Didactiekboek. Een didactiekboek over Geschiedenis & Samenleving. Bevat informatie over competenties voor het geven van geschiedenisles. Van lesdoel tot evaluatie, gebruik van materialen en hulpmiddelen, samenwerken in een team. Ieder hoofdstuk bevat een samenvatting, kernbegrippen, literatuurverwijzingen en enkele opdrachten. De afbeeldingen in het boek doen soms verouderd aan. Deze uitgave is grotendeels herzien en opgenomen in het boek Geschiedenis & Samenleving (deel 2: didactiek). In de quickscan is deze uitgave niet verder beschreven, omdat deze geen vakinhoudelijke informatie bevat. De uitgave ‘Verleden, heden, toekomst. Bronnenboek’ is niet meer leverbaar. De inhoud is herzien en ook opgenomen in Geschiedenis & Samenleving. Daarom wordt in de bijlage van dit document deze uitgave verder niet besproken. 6. Geschiedenis & Samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek Een compleet overzicht, met uitgebreide informatie, van de tien tijdvakken. Centrale vragen per hoofdstuk, met tijdbalk en relevante jaartallen van die periode. Met trefwoorden in de kantlijn, kaartjes en foto’s. Via de website is er aanvullend materiaal, waaronder toetsvragen, te verkrijgen. Per hoofdstuk verwijzing naar de Canonvensters en hierop aansluitende literatuur. Het tweede deel van dit boek gaat over de didactiek van het geschiedenisonderwijs. Het is een nieuwe versie van het eerder verschenen boek ‘Verleden, heden, toekomst’. Het heeft grotendeels dezelfde inhoud, maar bevat ook nieuwe inzichten. 7. Van huis uit, compacte geschiedenis voor de pabo Geschiedenis vanuit Nederland, en van daaruit naar de wereld. Een heldere indeling per hoofdstuk met vragen, leerroutes en tijdtabellen. Veel verwijzingen naar internetbronnen in de paragrafen. Hoofdstuktitels komen niet overeen met de tien tijdvakken. Dat komt wel terug in de subtitel van het hoofdstuk. Kopjes van de paragrafen zijn soms ‘vaktermen’ en voor een lezer die hier niet mee bekend is, is het niet meteen duidelijk waar het over gaat. Kleine letter, veel informatie. Afsluiting per hoofdstuk met opdrachten op verschillende niveaus. 8. Geschiedenis voor de basisschool, een domeinbeschrijving Een domeinbeschrijving met als doel het vakgebied te beschrijven zodat het houvast geeft aan docenten, toetsmakers en studenten (pabo). Mooie kaarten en veel foto’s. Inleiding geeft de discussie weer die in het vakgebied heeft gespeeld over indelingen in periodes. Opbouw van het boek is als volgt: per hoofdstuk enkele basisinzichten (waar gaat het om), een beknopte uitwerking en in de kantlijnen voorbeelden en achtergrondinformatie. Soms is daardoor het zoeken naar de informatie die men wil vinden minder overzichtelijk. Zeker volledig en degelijk naslagwerk. Alle vijftig voorbeelden uit Canonvensters zijn opgenomen in de betreffende hoofdstukken. (!)
8
Geschiedenis Geven
3.2 Typering naar inhoud Content/vakinhoud
Verwerkingsopdrachten
Toetsopgaven
Didactiek
Ja. Per hoofdstuk is er
Zelfstudieopdrachten per
Nee.
Ja. Didactische
achtergrondinformatie.
hoofdstuk, verdiepend van
aspecten en
Aansluitend op de indeling
aard.
lessuggesties
van de tien tijdvakken.
zijn per
Inhoudelijke aansluiting bij
hoofdstuk
SLO-leerdoelen: redelijk tot
beschreven.
goed Nee.
Nee
Ja, per tijdvak en
Nee
geschiedenis geschiedenis
Inhoudelijke aansluiting bij
tijdvakken heen.
SLO-leerdoelen: matig (weinig
Meerkeuzevragen.
achtergrond) tot redelijk
Antwoorden achterin
(begrippenkader)
boek.
Ja. Compacte beschrijving per
Opgaven per hoofdstuk.
Nee, niet in boek.
tijdvak. Met kaarten, foto’s, et
(open vragen); Antwoorden
In de Pabowijzer
cetera.
via internetsite Pabowijzer.
(internet) zijn toetsen
Nee
opgenomen.
Inhoudelijke aansluiting bij SLO leerdoelen: goed
Inhoudelijke aansluiting bij
Per hoofdstuk opdrachten,
Open vragen per
SLO-leerdoelen: redelijk
ondersteund door cd-rom.
hoofdstuk.
Nee
Hulpmiddel om je eigen leerroute te ontwerpen,
verleden Samenleving
Geschiedenis &
Onvoorspelbaar
Basiskennis
Pabotoets
toetsen over de tien
verslagen op te slaan, et cetera Ja, heldere beschrijvingen per
Op website van Pabowijzer is
Samenvatting en
Ja, deel 2 is
tijdvak. Met kaarten, foto’s, et
een samenvatting
interactieve
gewijd aan
cetera.
beschikbaar.
toetsenbank via de
didactiek. Is de
Inhoudelijke aansluiting bij
website Pabowijzer
vernieuwde
SLO-leerdoelen: goed
(met inlogcode bij
uitgave van het
boek).
boek Verleden, heden, toekomst.
Van huis uit, Compacte geschiedenis
9 Content/vakinhoud
Verwerkingsopdrachten
Toetsopgaven
Didactiek
Ja, per tijdvak een beknopt
Ja, per hoofdstuk zijn er
Ja, per hoofdstuk
Ja/nee: niet
overzicht (kern, vragen,
opdrachten (reproductie
verschillende soorten
expliciet. Maar
leerroute, tijdtabel).
lesstof, inzichtvragen,
vragen
vanwege de
Taalgebruik is aan de
historische bronnen,
opbouw van de
moeilijke kant vanwege
algemene verdiepende
hoofdstukken,
(wetenschappelijke)
vragen)
zitten er
vaktermen. Bijvoorbeeld
didactische
Neolitische (=agrarische)
elementen in
revolutie.
verwerkt.
Inhoudelijke aansluiting bij SLO-leerdoelen: redelijk tot goed
de basisschool
Geschiedenis voor
Uitgebreide informatie,
Nee
Nee.
Nee. De
voorbeelden en achtergrond
basisinzichten
informatie. Foto’s, kaarten (!)
zijn te
en register.
gebruiken als
Aansluiting op SLO-
formulering
leerdoelen: redelijk tot goed
voor lesdoelen.
10
4 Conclusie over nog te ontwikkelen leermateriaal voor aansluiting op SLO-doelen 4.1 Algemeen Binnen het vakgebied geschiedenis is er (sinds enige tijd) eenduidigheid over de indeling in de tien tijdsvakken. Dat maakt het vergelijken en zoeken naar lesmateriaal in aansluiting op de SLOleerdoelen gemakkelijker dan bij aardrijkskunde of natuur en techniek. Toch doen zich vrij grote verschillen voor in de keuze voor thema’s, volgorde, diepgang of bondigheid van de beschrijvingen. Al met al is er een redelijk dekkend geheel voor de SLO-leerdoelen, met een aantal hiaten. 4.2 Aanvulling is gewenst De volgende thema’s/onderwerpen vragen aandacht voor verdere materiaalontwikkeling (of verwijzing naar andere methode boeken, dan wel internetsites). De nummering verwijst naar de indeling van de SLO-leerdoelen. B1.1
Toendra
B3.4
Terpen
B4.2
Schout, schepene
B4.3
Huurleger
B5.1
Da Gama, Diaz, Magelhães
B5.2
Kunst
B5.3
Antwerpen ,Schelde afsluiting, Amsterdam
B6.1
Beemster, turfwinning
B6.2
Schuilkerken
B6.4
Absolutisme
B7.2
Abolitionisme
B8.1
Continentaal stelsel
B8.2
Parlementair stelsel
B8.4
De Stijl
B8.5
Leerplichtwet
B10.1
Nationale bewegingen Ned. Koloniën, politionele acties, onafhankelijkheid Antillen
B10.2
Stalin, IJzeren gordijn, Cubacrisis, Chroestjov, Warschaupact, perestrojka, glasnost
4.3 Internetbronnen voor aanvullende informatie/zelfstudie •
Overzicht van de 50 ‘Canonvensters’ geordend in chronologische volgorde, zowel visueel aantrekkelijk, als informatief: http://entoen.nu/. Per venster foto’s, links, achtergrondinformatie beschikbaar. Aantrekkelijk leermiddel. Geschikt voor zelfstudie en als aanvulling/verrijking.
•
Studio VO: Stercollecties Opdrachten, kennisbank, et cetera http://maken.wikiwijs.nl/36175/Leerlijn_Geschiedenis_onderbouw_H_V_StudioVO http://www.studiogeschiedenis.nl/onderbouw/tijdvak1/aspect1/
•
Schoolbordportaal: informatie en links geordend naar de tien tijdvakken: http://www.schoolbordportaal.nl/geschiedenis-filmpjes-op-tijdsvak.html
11
5 Bijlage 1 SLO-leerdoelen in relatie tot onderzochte boeken In deze bijlage is het resultaat opgenomen van de quickscan matching SLO leerdoelen 3 met de zeven bronnen die in hoofdstuk 2 beschreven zijn (met uitzondering van bron 5). In kernwoorden wordt aangegeven welke onderwerpen deze boeken behandelen, met een aanduiding van hoofdstuk, paragraaf of bladzijde. Als onderwerpen ontbreken, staat dit aangeven met ‘niet’. •
Onder A staan leerdoelen gericht op ‘vakgebonden vaardigheden geschiedenis’
•
Onder B staan vakinhoudelijke leerdoelen, geordend naar tien tijdvakken
•
De kleuren in de balken geven een globale aanduiding aan van de ‘match’ tussen het boek en het leerdoel: Geen of nauwelijks aansluiting
1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
A. Vakgebonden vaardigheden geschiedenis
4
Aansluiting redelijk
3. Basiskennis geschiedenis
4.Onvoorspelbaar verleden
Aansluiting goed 5. Geschiedenis & Samenleving
Aansluiting uitstekend 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
A.1 De aspirant-student kan omgaan met historische bronnen, standplaatsgebondenheid herkennen en bronnen selecteren op bruikbaarheid. Voorbeeld: zelfstudieopdracht
Per hoofdstuk zijn
Hoofdstuk 0 is gewijd aan
Per hoofdstuk zijn
Ieder hoofdstuk
Sporen uit de middeleeuwen.
bronnen
‘Bronnen van het verleden’.
afsluitend enkele vragen
begint met een
Bijv. H4.4
genoemd die
Welke bronnen zijn er, hoe
opgenomen over
overzicht van
gerelateerd zijn
er mee om te gaan, et
bronnen.
bronnen die
aan het tijdvak.
cetera.
Zie Verwerking, deel C
beschikbaar zijn.
Incl. tips voor musea.
A.2 De aspirant-student kan de tijdbalk als middel gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen in de juiste tijd te plaatsen. • Aanduidingen van tijd en tijdsindeling hanteren: verleden, heden, jaartallen, decennium, eeuw, voor Christus, na Christus Ieder onderdeel Tijdbalk per Uitleg over Visualisering van tien Per hoofdstuk een ‘Achtergrondinformatie’ begint
hoofdstuk, met
tijdbalken (p.13)
tijdvakken in tijdbalk, per
tijdtabel opgenomen met
3
De auteur van de quickscan heeft onderstreping en vetgedrukte markering toegevoegd om accenten te verduidelijken.
4
De vakgebonden vaardigheden, hangen als het ware ‘boven’ de vakinhoudelijke thema’s, geordend in de tien tijdvakken. De aanstaande student moet de inhoudelijke materie
op verschillende wijzen, zoals in onderdeel A, kunnen beschrijven, hanteren en toepassen. Onderdeel A is met name bedoeld als aanwijzing voor het maken van de toetsen.
12 met een tijdbalk (als
aanduiding Chr.
hoofdstuk weergegeven
tekening/strip weergegeven).
jaartallen die relevant zijn voor die periode.
A.3 De aspirant-student kan historische gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen plaatsen in historische perioden. •
•
Ordening in de tien tijdvakken: jagers en boeren (- 3000 voor Christus), Grieken en Romeinen(3000 voor Chr. - 500 na Chr.), monniken en ridders (500-1000), steden en staten (1000-1500),ontdekkers en hervormers (1500-1600), regenten en vorsten (1600-1700), pruiken en revoluties (1700-1800), burgers en stoommachines (1800-1900), wereldoorlogen en Holocaust (1900-1950) televisie en computer (vanaf 1950). Ordening in de traditionele historische perioden: Prehistorie (tot 3000 voor Chr.), Oudheid (3000voor Chr. – 500 na Chr.), Middeleeuwen (500 – 1500), Nieuwe Tijd (1500 - 1800) en Nieuwste Tijd (1800 - heden).
De benaming van de
Geen relatie
Beide indelingen
Tien tijdvakken
Tien tijdvakken met
Tien tijdvakken worden
Beide indelingen zijn
traditionele, historische
zichtbaar tussen
zijn zichtbaar bij
met de jaartallen.
jaartallen.
genoemd als subtitel van
naast elkaar geplaatst
perioden staan genoemd boven
traditionele indeling
de hoofdstukken.
Inleidend
Het tijdvak wordt onder de
het hoofdstuk.
zodat zichtbaar is hoe
de tien tijdvakken. De tijdvakken
en tien tijdvakken.
hoofdstuk geeft
tijdbalk gekoppeld aan de
Hoofdstuktitels zijn iets
ze zich tot elkaar
geven de jaartallen aan.
Per hoofdstuk naam
de traditionele
traditionele indeling.
abstracter dan de
verhouden (p.24)
(inhoudsopgave en voorafgaand
van het tijdvak met
namen weer met
tientijdvakken, maar
aan de hoofdstukken/koptekst).
de jaartallen
de jaartallen
geven meer een
(p11).
‘beweging’ aan.
A.4 De aspirant-student kan oorzaken en gevolgen van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen in een bepaalde historische periode onderscheiden en beschrijven. •
Conclusies trekken ten aanzien van oorzaak-gevolgrelaties.
13 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B. Tien tijdvakken geschiedenis B.1 Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.C.)
B.1.1 De aspirant-student kan uitleggen waarom jagers-verzamelaars nomaden waren. Behorend bij kenmerkend aspect: Levenswijze van jagers-verzamelaars. Jagers leven van de natuur, nomadisch bestaan, afhankelijk van de natuur, werktuigen van vuursteen en botten, tenten en kleding van dierenhuiden, toendraklimaat, jacht op mammoeten en rendieren, kunst (beeldjes, grotschilderingen). • Nederland: rendierjagers Levenswijze gericht op Jagers Nomadisch bestaan, Jagers (1.1): IJstijd; nomadische levenswijze; Tijd van jagers en Prehistorie: •
verzamelen van (jagen)
Nomaden
rendierjagers,
Jagen en verzamelen
voedsel en verzamelen; cultuur
boeren:
samenlevingstypen
voedsel. Rol van de
Verzamelaars
(gereedschappen, tent,
Wandkunst
(grotschilderingen);
IJstijden, jagen en
eerst jagers/
seizoenen. (1.2.1).
Rendier
hutten). Vissers (1.1.2;
rendierjagers (kleding, tent,
verzamelen (afhankelijk
verzamelaars later
Nomaden en hun jaarritme.
Rendierjagers
1.1.3, 1.1.4)
Rendierjagers (1.2), tent
gereedschap van botten, fig.
van natuur,
landbouw.(1.1).
Werktuigen en woningen
Kelten
1.10) (H1.2)
verplaatsingen)
Economisch/techn.:
(1.2.2)
Kamp
Beeldjes, grotschildering,
Bosjager (1.3), kamp
grotschilderingen (1.1).
Jagers afhankelijk
Grotschildering (p. 13)
Rituelen
grafgiften (1.3)
(H1, toetsvragen) Niet: toendra, mammoet
NL tijdens prehistorie:
van natuurlijke
De Kelten (1.5) brons, ijzer,
vuurstenen, rendieren,
omgeving. Wonen =
sieraden
huiden, toendra,
grotten, hutten, tent.
mesolitische en
Seizoenen, jacht.
neolitische culturen
Vuursteen, bijlen,
(1.2)
messen. Sociale organisatie: groepen. (1.3)
B.1.2 De aspirant-student kan veranderingen toelichten die het gevolg waren van de agrarische revolutie. Behorend bij kenmerkend aspect: Ontstaan van landbouw, landbouwsamenlevingen. Behorend bij canonvenster: Hunebedden. Ontstaan landbouw in Midden-Oosten, verspreiding landbouw en veeteelt door Europa, boeren zetten de natuur naar hun hand, vaste woonplaatsen (boerderijen), meer persoonlijk bezit dan jagers en verzamelaars (aardewerk), geloof in een hiernamaals (grafgiften), ontstaan schrift(kleitabletten, einde prehistorie) • Nederland: eerste landbouw door komst Bandkeramiekers in Limburg, hunebedden in Drenthe (Trechterbekercultuur) De eerste landbouwers: de Hunebedbouwer (1.2)Verschillen jagers en De Boeren (1.4) veeteelt, Agrarische revolutie; jagers De mens wordt boer Prehistorische • • •
Bandkeramiekers in NL,
Aardewerk
landbouwsamenlevingen.
hunebedden,
Boeren
Eerste boeren in W.Europa
boerderijen, akkerbouw
worden boeren; voorwaarden
(1.3): de neolitische
landbouwers. (1.4)
graan en dieren aanwezig (1.3.1).
(=agrarische) revolutie.
Bezitvorming en
14 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
4. Onvoorspelbaar verleden Hunebedden,
5. Geschiedenis & Samenleving
Akkerbouw
3. Basiskennis geschiedenis (Bandkeramiek en
trechterbekervolk (1.2.3)
Bandkeramiekers (1.3.2).Potten
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis Bandkeramische
7. Geschiedenis voor de basisschool ruilhandel.
Bandkeramiekers
Trechterbekercultuur);
Bandkeramiekers,
uit grafveld (fig. 1.19) Gebruiks-
cultuur,
Verbouwen
Niet: ontstaan van
Wandschilderingen
Steen, brons, ijzer.
trechterbekercultuur (p.
voorwerpen (vuurstenen, sikkel,
Trechterbekercultuur
gewassen.
landbouw,
Dorp
31)
messen (fig. 1.18).
landbouwsamenlevingen,
Boerderij
agrarische revolutie,
(H1 toetsvragen)
hiernamaals, schrift,
Hunebedden (figuur 1.4)
Domesticeren
Trechterbekercultuur (fig. 1.21)
De bronstijd:
dieren. Mijnen,
Hunebedden: nederzettingen,
beschrijving van de
steengroeven.
bouw hunebed. (1.3.3) en
‘uitvinding’ van de
Hunebedden.
figuren.
landbouw en de
Grafkelders,
gevolgen daarvan.
grafgiften.
Niet: hunebedden
Niet: bandkeramiek, trechter bekercultuur
15 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.2 Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.C. - 500) B.2.1 De aspirant-student kan Grieks-Romeinse cultuur herkennen en beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Verspreiding van Grieks-Romeinse cultuur en confrontatie met Germaanse cultuur. Steden (stedelijke cultuur), bouwkunst (aquaduct, villa, badhuis [heteluchtverwarming], amfitheater [gladiatoren], triomfboog, theater, tempel), kunst (beeldhouwwerken, mozaïekvloeren), geloof (polytheïsme, tempels), slavernij Griekse stadstaten (2.2.1): Democratie, De eerste beschavingen: 2.1: De Grieken Het verschijnsel stad: De Romeinen in Nederland: Naar een samenleving •
Sparta, Athene, cultuur.
Griekse filosofen,
het ontstaan van steden:
(democratie, filosofie,
de oudste steden, de
romanisering (2.2).
met steden. (2.2)
De Grieken en hun goden
Olympische Spelen,
stadstaten in het Midden
Olympische Spelen).
verspreiding van de steden.
Egyptenaren en Grieken:
Economische
(2.2.2.): orakels, tempels, het
architectuur,
Oosten, Griekse stadstaten
(2.1)
Parthenon.
Romeinse rijk, macht,
(2.1).
Olympische Spelen en sport
geschiedenis van het
ontwikkeling en
2.3 De Romeinen (Rome,
schrift, stadstaten,
kolonialisatie; (2.3)
Romeinse villa,
bouwen, steden, tempels,
kolonialisatie, democratie,
(2.2.3)
bouwwerken,
aquaduct).
oorlogen.
De stad als
Grieken en wedstrijden (2.2.4):
Germanen, Romeinse
Griekse godsdienst. Griekse
woonplaats; (2.3)
theater. Literatuur (2.2.5)
soldaat,
bouwkunst (bouwstijlen
Kunst, godsdienst en
Niet: kunst:
tempels (p. 28). Verbreiding
wetenschap (2.3)
Niet: kunst;
beeldhouwwerken, mozaïek
Griekse cultuur (kaart p.
beeldhouwwerken,
vloeren; geloof, slavernij
29). Grieks denken,
nederzettingen Vrije tijd (2.2.14): de thermen,
(H2; toetsvragen)
amfitheater, circus
mozaïek vloeren
Niet: bouwkunst
filosofen.
Niet: kunst: beeldhouwwerken, mozaïek vloeren
Niet: kunst; beeldhouwwerken, mozaïek vloeren. Slavernij
B.2.2 De aspirant-student kan voorbeelden herkennen en beschrijven van de beïnvloeding van de Grieks-Romeinse cultuur op de Germaanse cultuur. Behorend bij kenmerkend aspect: Verspreiding van Grieks-Romeinse cultuur en confrontatie met Germaanse cultuur . Behorend bij canonvenster: De Romeinse Limes Het Romeinse wereldrijk, veroveringen (Julius Caesar), belang van de infrastructuur van het rijk (wegen [grenspalen], geld, veiligheid) voor leger, ambacht en handel, versterkte nederzettingen langs de Limes (wachttorens), ontmoeting tussen Germanen (agrarische samenleving) en Romeinen (agrarisch-stedelijke samenleving), romanisatie (kennismaking met Romeinse cultuur zoals geloof, geld, schrift, glaswerk). • Nederland: de Limes langs de Rijn, Bataven, eerste schriftelijke bron over Nederland (einde prehistorie). Romeinen en Grieken (2.2.10) Limes Het Romeinse rijk: 2.2. De Germanen Van stadstaat tot De Romeinen: Etrusken en Romeinen en • • •
Julius Caesar (2.2.12).
Romanisering
Rome, de organisatie
wereldmacht: Rome, Caesar,
Romeinen, de Romeinse
Germanen (2.4);
16 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis van het Romeinse Rijk
4. Onvoorspelbaar verleden 2.3 De Romeinen (de
5. Geschiedenis & Samenleving Romeinse steden,
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis republiek, senaat,
7. Geschiedenis voor de basisschool Macht, geweld. Julius
Rome wereldstad (2.2.12):
(bestuur, slaven,
Limes, Romeinse stad,
stadsaanleg, Pompeï, letters
volkstribunen, Romeinse
Ceasar. Infrastructuur.
indeling in stad, bogen en
bouwmeesters, vrijetijd
beeldhouwkunst
en cijfers. (2.2).
Keizertijd.
Bataven.
pilaren.
(2.2.2).
Romanisering (p52).
Romeinse Limes, Bataafse
Agrarisch stedelijke
Tempels, zuilen,
De Romeinen en de lage
opstand, Romeinse villa,
samenleving. Techniek,
burgerrecht, Latijn,
landen.
steden, vervoer
wegen en handel,
handel, religie.
(infrastructuur) (2.3.2)
godsdienst (2.3)
Romanisering (2.3.3)
Bataafse opstand,
Romeinse Limes
Nijmegen, villae, einde
(voorbeeld
Romeinse tijd (2.4)
Canonvenster, p. 48)
Julius Caesar
De late Keizertijd, verovering
Bataafse hulpsoldaten
Noord-Europa, De Limes,
(2.2.4)
Bataafse opstand (2.2.14 vanaf p. 48)
B.2.3 De aspirant-student kan de ontwikkeling van het christendom in het Romeinse Rijk beschrijven. • •
Behorend bij kenmerkend aspect: Christendom in het Romeinse Rijk: van verboden tot enig toegestane godsdienst. Jezus (prediking van nieuw geloof in Palestina, kruisiging onder de Romeinen), Bijbel, verspreiding van christendom door het Rijk (vervolgingen, christendom toegestaan onder Constantijn) Christendom.
Religie bij Grieken,
(2.4 ) Het Christendom
Christendom: 313 na Chr.
Het Christendom,
Prediking van Jezus.
Jaartallen:
Romeinen en
(vervolging christenen,
(erkenning)
Romeinen en het
Verbreiding van het
313: godsdienstvrijheid
Germanen. (2.3)
Jezus, Constantijn)
380 na Chr.
christendom (2.3) (p. 33-35)
christendom in Zuid-
voor christenen in Romeinse Rijk 391: Christendom enige toegestane godsdienst (H2; toetsvragen)
(staatsgodsdienst) (H2)
en West-Europa (bijlage 2)
17 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.3 Tijd van monniken en ridders (500-1000) B.3.1 De aspirant-student kan beschrijven hoe het christendom zich in Europa verspreidde. • Behorend bij kenmerkend aspect: Verspreiding van het christendom in Europa • Behorend bij canonvenster: Willibrord. • Verspreiding christendom onder Friezen en Germanen (missionarissen uit Engeland, rol frankische koningen), belang van kloosters en monniken voor schriftelijke cultuur • Nederland: Willibrord, Bonifatius Heidendom en Monnik, kloosteroorden, Het Christendom 3.1: Monniken: de verspreiding Strijd om de ziel: Kerstening van onze Religieuze ontwikkeling: Christendom (3.2.3). De
bijbel, kerk, kerstening,
(3.3.1)
van het Christendom,
Germaanse goden,
streken (3.2 p. 46.)
het Christendom.
eerste christenen in onze
Bonifatius, Willibrord,
Willibrord, Bonifatius,
Willibrord,
Christendom,
De positie van de
Schriftelijke cultuur (3.2).
streken (p. 76). Kloosters
Romaanse kunst, Heilige
monniken
Kerstening, monniken, bijbel,
kerstening, Willibrord,
Christelijke kerk (3.3, p.
Bijbel (3.3)
(p. 77, 78).
oorlog,
kloosters.
Bonifatius. Friezen.
49).
Willibrord, Bonifatius (p.
H3; toets 1 t/m 6
Kloosters.
77)
Kaart 1, 3
(3.2)
B.3.2 De aspirant-student kan het ontstaan van de islam beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: ontstaan en verspreiding van de islam. • Mohammed sticht vanuit Mekka de Islam in 622 (Koran) Opkomst nieuwe religie: Islam, Mohammed Islam, Mohammed
3.2: de Islam: Mohammed,
Ontstaan nieuwe
Ontstaan en verspreiding
Religieuze ontwikkeling
de Islam (3.2.6)
Mekka, Koran.
godsdienst , Mohammed,
Islam (kaart, p. 50)
(3.3): verbreiding
(3.3.2) (H3; toets 1 t/m 6)
Mekka
christendom en islam:
(p. 76)
Mohammed, Mekka, Koran Kaart 3
B.3.3 De aspirant-student kan beschrijven hoe de islam zich verspreidde. • Behorend bij kenmerkend aspect: Ontstaan en verspreiding van de islam. • Verspreiding van de islam over Midden-Oosten, Afrika en Zuid-Europa Invloed uit het oosten en Toetsvragen: Islam, Verspreiding islamitisch
3.2: De Islam: heilige
Moorse Spanje (3.2.6, p.
oorlog, Midden-Oosten,
Mohammed (H3; toets 1
geloof. Islam, Arabisch rijk
Arabisch Rijk (p. 76)
Veroveringen van de
Uitdragen van het geloof;
Islam, de islamitische
Arabisch rijk (p. 64) (3.3)
18 1. Geschiedenis geven 84); Bagdad (p. 85)
2. Pabotoets t/m 6)
3. Basiskennis geschiedenis (3.3.2)
4. Onvoorspelbaar verleden Spanje, Europa.
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis wereld (3.4)
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.3.4 De aspirant-student kan hofstelsel, leenstelsel en horigheid uitleggen. Behorend bij kenmerkend aspect: Hofstelsel en horigheid. Behorend bij canonvenster: Karel de Grote Gevolgen van verdwijnen van het Romeinse Rijk (voor veiligheid, geld, handel), volksverhuizingen, hofstelsel (horigheid [afhankelijkheid van heren], zelfvoorzienende landgoederen), leenstelsel (heren en vazallen), Franken, rijk van Karel de Grote (geen hoofdstad [koning reist rond]), bisschoppen als leenmannen), Noormannen, drie standen (adel, geestelijkheid, boeren). • Nederland: terpen Karel de Grote (3.2.2); Toetsvragen: hofstelsel, Periode van 3.3 Karel de Grote, Strijd om de macht: Volksverhuizingen (3.1); Economische en politieke • • •
leenstelsel, leenheer,
volksverhuizingen.
De wereld buiten het
horige, vazal, Karel de
Landheren en horigen
Karolingische Rijk(3.2.5):
Grote, Frankisch Rijk,
(3.1.1); Leenstelsel
3.4 De ridders: heer,
Vikingen
tweezwaardenleer,
(3.1.2).
Vikingen, drakenschip
Frankische Rijk (3.2);
H3; toets 1 t/m 6
Karel de Grote (3.2.1)
Niet: hofstelsel, volksverhuizingen; Nederland: terpen
Noormannen (3.2.2)
Frankisch Rijk
volksverhuizingen, Franken,
De vroeg middeleeuwse
ontwikkelingen:
Karel de Grote, Vikingen
samenleving (3.2): rangen
Landbouw:
(3.1);
en standen, het
grootgrondbezitters,
horigen en hofstelsel,
Strijd om bestaan: slavernij,
leenstelsel.
horige boeren. Frankische
herendiensten
hofstelsel, horigen, cultuur (3.3)
3.5 De Vikingen
koningen, leenstelsel, Karel Rijk van Karel de Grote
de Grote.(3.3)
(3.3).
Niet: terpen
Kaarten 2 (p. 67), 4 (p. 69) Niet: volksverhuizingen,
Terpen (700vC-1000nC)
Vikingen
Nederland, terpen
(H1.3.4 en fig. 1.26)
Niet: terpen
19 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.4 Tijd van steden en staten (1000-1500) B.4.1 De aspirant-student kan de opkomst van handel en het ontstaan van steden uitleggen. Behorend bij kenmerkend aspect: Opkomst van handel en ontstaan van steden. Behorend bij canonvenster: Hanze. Betere productiemethoden landbouw (overschotten), bevolkingsgroei, opkomst steden (handelscentra, lokale markt, ambachten, gilden (gildenregels en gildensysteem [leerling, gezel, meester]), ontstaan handel op Europese schaal (Hanze), geldeconomie, toename welvaart adel, bouwkunst (kastelen, kathedralen), kruistochten. • Nederland: Hanzesteden (Zutphen, Deventer, Zwolle, Kampen) 4.2.1: de middeleeuwse Onderwerpen en Nederzettingen groeien uit 4.2 De stad: handel, groei Stedelingen (4.3.1): Staatjes van Nederland (4.2): Economische • • •
maatschappij:
begrippen:
tot steden (4.1):
van de voedselproductie,
standenmaatschappij,
handelscontacten
Hanzesteden, ook in NL
groei van de steden.
trek naar de steden, adel.
markt
(4.1.1),
Markt (p. 90).
4.2.4 Het kasteel
gilden
Gebruik van de grond
4.2.6 De rol van de kerk,
Hanzesteden
(meer productie) (4.1.2)
pelgrimstocht,
steden
Het stadsleven: gilden
kruistochten.
kruistochten
(4.1.4).
Kathedraal en kerk
meester en leerling (gilden)
4.2.9: de stad: van dorp
Gotiek
De Kruistochten (4.3.2 en
tot stad, de stedeling,
Kathedralen
fig. 4.7)
(schout en schepene)
(kaart p. 57).
en opkomst van de
Cultuur (4.4): onderwijs,
steden (4.2): adel, kastelen;
De macht, vrijheid en
beeldhouwkunst, taal,
van steden (4.3):
Productieverbetering
welvaart: zichtbaar in
architectuur.
Italiaanse steden, kruistochten,
/overschotten;
hallen, stadshuizen en
Pelgrims, kruistochten
stadsrechten, burgerij, gilden,
handelsroutes,
De Hanze, Hanzesteden NL,
Hanzesteden,
handelstechnieken, banken.
geldhandel, burgerij. Kloosterscholen en
4.3: De gilden, regels samenwerking, meester.
Kunst in de middeleeuwen
universiteiten.
(4.5): bouwkunst, schilderkunst,
(H4 toetsvragen) Niet: bevolkingsgroei,
4.4 De Hanze:
Hanze, gilden,
geldeconomie
Hanzesteden Deventer, Kampen
opleiding in het gilde.
boekdrukkunst
4.3: staatsvorming en stadsbestuur:
Niet: bevolkingsgroei
geldeconomie, belastinggeld.
4.1 De kruistochten Stadhouders, hoofdstad
ontwikkeling: handel
De kruistochten en de opkomst
verstedelijkt gebied, de gildebepalingen,
graafschappen en bisdommen
schilder- en
kathedralen (p88).
stadsrecht, stadsbestuur
handel, Hanze, gilde.
Kaart 2 (p. 83) en 3 (p. 84)
en belastingen (4.2.8 p. 116)
Niet: gilden
20 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.4.2 De aspirant-student kan uitleggen waarom de steden zelfstandiger werden ten opzichte van de adel. • Behorend bij kenmerkend aspect: Opkomst van stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van steden. • Behorend bij canonvenster: Floris V • Vrije steden (stadsrechten [geld, veiligheid, regels voor handel], stadsmuren), opkomst burgerij (kooplieden), stadsbesturen (burgemeesters, vroedschap), schout en schepene. • Nederland: Floris V Floris V (p114-115) Onderwerpen en Het bestuur van de stad Stadsrecht (4.2, p. 89), Stedelingen (4.3.1): Foris V (4.2) Politieke begrippen:
(4.1.3).
onafhankelijker van de
stadsrecht, stadsbestuur,
4.2.9: de stad: van dorp tot
standen
Het stadsleven, stadsmuren
vorst.
schepenen en schout
stad, de stedeling,
Floris V
(4.1.4).
stadsrecht, stadsbestuur,
stadsrecht
Floris V, stadsrecht (4.2.1)
Het stadsbestuur (4.2, p.
Floris V (4.1)
verstedelijkt gebied
gewesten
Stadsrechten (4.3)
staatsvorming en (stads)bestuur (4.3): Niet: schout en schepene
belastingheffing, rijke kooplieden,
90), schout, schepene.
stadsbesturen,
(H4 ; toetsvragen)
schepenen.
Stadhouders, hoofdstad en belastingen (4.2.8 p 116)
ontwikkeling:
Niet: schout en schepene Floris V (Canonvenster) p. 77
B.4.3 De aspirant-student kan aan de hand van het Bourgondische Rijk het ontstaan van staten binnen Europa beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: Begin van staatsvorming en centralisatie. • Vorsten zoals die in Bourgondië versterken centraal gezag met belastinggelden, spanning tussen vorst en steden om privileges, vorsten minder afhankelijk van adel door huurlegers 4.2.8 De Lage Landen en de Bourgondische Rijk Bourgondisch Rijk (4.2.2) 4.5 De staten: Spanje, 4.1 Lage landen onder Europese staten in wording 4.3: staatsvorming en Bourgondiërs
(H4 ; toetsvragen) Huurlegers (5.2.1) Niet: huurlegers
Frankrijk, het Duitse Rijk.
Bourgondiërs en
(4.3): Duitse Rijk, Engeland,
stadsbestuur:
Floris V
Habsburgers.
Frankrijk, Spanje.
geldeconomie,
Bourgondisch Rijk
Verbinding Bourgondisch Rijk met Spanje.
(Niet: huurlegers) Oorlog voeren, huurlegers (4.2)
belastinggeld. Staatsvorming en centralisatie in Nederland (4.7)
Niet: Bourgondisch
Niet: huurlegers
Rijk
21 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.5 De tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) B.5.1 De aspirant-student kan redenen voor de ontdekkingsreizen uitleggen. Behorend bij kenmerkend aspect: Begin van Europese overzeese expansie. Behorend bij canonvenster: Karel V. Uitvindingen (techniek, schepen, kompas) maken zeereizen buiten de kust mogelijk, Portugese en Spaanse ontdekkingsreizigers (Columbus, Diaz, Da Gama, Magalhães), ontdekkingsreizen langs Afrika naar Azië en naar Amerika, gevolgen voor handel (nieuwe producten [zoals tomaten, aardappelen, maïs, tabak]), kolonisatie van Amerika (stichting van plantages, wrede behandeling indianen). • Nederland: op zoek naar routes naar Indië (Willem Barentsz). Portugezen als voorlopers Ontdekkingsreizen Ontdekking van Indië/Zuid De ontdekkers (5.3): Ontdekkingsreizen (5.1): Europese expansie, (5.5): Economie (5.2): • • •
(5.2.2).
Wereldhandel
Azië , Da Gama, (5.1.1).
Portugezen en
Columbus, Da Gama.
ontdekkers en ontdekkingen,
ontdekkingsreizen
koloniën.
Portugezen,
Spanjaarden. Betere
Barentz. Magelhães.
Columbus, Spanje,
Kolonialisatie
De ontdekking van Amerika
schepen, Columbus,
Kolonialisme. Langs Afrika
Spanjaarden, naar
Amerika.
Willem Barentz
(5.1.2): Columbus, nieuwe
indianen
naar Azië. Specerijen
Afrika, Azië en
Columbus
Route naar Azië, langs Afrika (5.2.3).
producten. (H5 toetsvragen)
Willem Barentz (6.1.3)
Amerika. Slavernij. Ontdekkingsreizen.
Karel V (5.3).
Kolonialisme.
Kaart 1: het rijk van
Nederlandse kolonialisatie,
Niet: wrede behandeling
Wereldhandel (tomaten,
Karel V
Ned. Indië, Suriname
indianen
tabak, mais, aardappel,
(5.2.3)
etc.).
Niet Da Gama, Willem
Nieuwe producten (mais,
Afrikanen als slaven.
Barentz
pinda, tomaat, etc.) (p. 143)
Karel V (p. 108).
Niet Karel V
Niet Dias, Da Gama, Magalhães, Willem Barentz
B.5.2 De aspirant-student kan denkbeelden en gevolgen van de Reformatie herkennen en beschrijven. • • •
Behorend bij kenmerkend aspect: Reformatie en splitsing in de christelijke kerk. Behorend bij canonvenster: Beeldenstorm en Willem van Oranje. Erasmus Nieuw wereldbeeld (wetenschap [nieuwe wetenschappelijke belangstelling, eigen waarnemingen zelfstandig denken, heroriëntatie op de klassieke oudheid, heliocentrisch wereldbeeld. Copernicus,
22 1. Geschiedenis geven
•
2. Pabotoets
3. Basiskennis 4. Onvoorspelbaar 5. Geschiedenis & 6. Van huis uit. Compacte 7. Geschiedenis voor geschiedenis verleden Samenleving geschiedenis de basisschool Galilei], kunst [niet alleen godsdienstige, maar ook wereldse voorstellingen]).Boekdrukkunst, kritiek op de katholieke kerk (Erasmus), Bijbelvertalingen, Hervorming/Reformatie (Luther, Calvijn, afsplitsingen van de katholieke kerk, verschil tussen katholicisme en protestantisme. Nederland: hagenpreken, Beeldenstorm (1566), Willem van Oranje.
De hervorming (5.2.6).
Hervormers
Nederlanden en Spanje
Luther, Calvijn.
Reformatie
onder één koning (5.2.2):
Michelangelo
Filips II, katholieken versus
Luther, Calvijn.
wetenschap, kritiek op
(5.2):
Niet: wetenschap, kunst,
Leonardo da Vinci
protestanten,
Reformatie, hervormers,
kerk, Luther, Calvijn,
Erasmus
boekdrukkunst, bijbel
Wetenschap
beeldenstorm.
protestanten, scheuring in
hagenpreken,
(canonvenster);
vertalingen, hagenpreken
Maarten Luther
de katholieke kerk.
beeldenstorm,
Luther, Calvijn.
Calvijn
De Hervormers (5.4)
Willem van Oranje (5.2.3)
Reformatie Hervormers. (5.3).
Beeldenstorm
Humanisme (5.3.1) Boekdrukkunst (5.3.2)
Karel V, Filips II, de Hervormers,
Levensbeschouwing,
hervorming, Erasmus:
Luther, Calvijn (5.1)
kunst en wetenschap
hervormde kerk, Hagenpreken (p. 113),
Protestanten
Geloof als inzet (5.2):
protestanten.
beeldenstorm. Willem van Oranje
Kerkhervorming, Luther, Calvijn (5.3.3).
Niet: kunst, wetenschap.
Niet: kunst, wetenschap. hagenpreken
B.5.3 De aspirant-student kan uitleggen hoe de Opstand in een onafhankelijke Nederlandse staat resulteerde. Behorend bij kenmerkend aspect: De Opstand en het ontstaan van een onafhankelijke Nederlandse staat Behorend bij canonvenster: Beeldenstorm, Willem van Oranje en De Republiek. Verzet van edelen tegen centralisatie van Karel V en Filips II, kettervervolgingen, Beeldenstorm (1566), komst van Spaanse troepen (Alva)Willem van Oranje leider van de opstand tegen Spanje, Willems huurleger valt Nederland binnen, inname Den Briel door Watergeuzen (1572). Uiteenvallen van Noordelijke en Zuidelijke gewesten (Unie van Utrecht 1579), afzweren van Filips II (1581), moord op Willem van Oranje op last van Filips II (1584), Maurits stadhouder, ontstaan Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588). Afsluiting Schelde, Amsterdam wordt wereldhaven, impuls door immigranten (joden en Hugenoten). Oplopende spanningen Republiek der Zeven Nederlandse Opstand, Alva (5.5) De Opstand: Centralisatie (5.3.1), rijk van Opstand in de Nederlanden Spanningen en • • •
(5.2.9)
Verenigde Nederlanden
(5.2.4).
Karel V, Willem van
Karel V. Filips II, verzet van
(5.2): centralisatie en het verzet
opstand (5.3):
Het opkomend verzet
Beeldenstorm
Willem van Oranje,
Oranje beeldenstorm.
edelen.
van de adel, de Beeldenstorm.
Karel V, Filips II.
(5.2.10): beeldenstorm,
Willem van Oranje
(moord), Den Briel,
Hertog van Alva,
23 1. Geschiedenis geven Alva, Watergeuzen, Den
2. Pabotoets Nederlandse Opstand
Briel. Oplaaiend verzet (5.2.11):
3. Basiskennis geschiedenis noordelijke en zuidelijke gewesten, (5.2.3)
(H5 toetsvragen)
breuk, katholiek en
Watergeuzen (5.2.2).
4. Onvoorspelbaar verleden Republiek der Zeven
5. Geschiedenis & Samenleving Zeven Nederlanden (5.3.2). De Republiek (fig. 5.16).
nieuwe staat (5.3): Hertog van
Onvrede:
Vrede van Munster
Dood Willem van Oranje.
Alva, een breuk in de
Beeldenstorm.
Watergeuzen.
Nederlanden, het ontstaan van Grenzen zuidelijke en
Republiek der Zeven
Maurits, en de Republiek (5.2.12).
7. Geschiedenis voor de basisschool Willem van Oranje.
Verenigde Nederlanden.
protestant. Moord op Willem van Oranje.
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis Onderdrukking, oorlog en een
de Republiek.
Opstand 1568-1600:
noordelijke Nederlanden
uiteenvallen
Verenigde Nederlanden
(Parma versus Maurits, p.
noordelijke en
(6.2)
118)
zuidelijke
Niet: afsluiting Schelde,
Afsluiting Schelde,
Afsluiting toegang
Republiek der Zeven
Niet: afsluiting Schelde,
Amsterdam wereldhaven,
Amsterdam wereldhaven,
Niet: afsluiting Schelde,
Antwerpen, voordeel voor
Verenigde
Amsterdam wereldhaven,
immigranten
immigranten ( 6.1.1
Amsterdam wereldhaven,
Amsterdam (p. 118)
Nederlanden.
economische bloei)
immigranten
Filips II (5.2.7)
immigranten
Nederlanden. De
(kaart 2, p. 98) Immigranten: komt aan de orde bij Joden die naar de
Economische
Lage Landen komen (p.
gevolgen opstand:
136; H6 Tijd van regenten
Antwerpen niet
en vorsten).
meer bereikbaar, Amsterdam profiteert. Protestanten en katholieken verdeeld.
24 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.6 Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) B.6.1 De aspirant-student kan verbanden leggen tussen de overzeese expansie, het handelskapitalisme en het ontstaan van een wereldeconomie. Behorend bij kenmerkend aspect: Ontstaan van handelskapitalisme en begin van een wereldeconomie Behorend bij canonvenster: VOC, De Atlas Major Blaeu, Michiel de Ruyter en Slavernij (Handel over zee: Europa, Azië, Afrika, Amerika (lange reizen: veel risico, veel geld nodig). Nederland: de Republiek wordt een economische wereldmacht, oprichting van de VOC en WIC, monopolie, VOC-schepen, handel met Azië (specerijen, porselein, koffie, tabak, zijde), vloot, handelsoorlogen met Engeland, inpolderingen (Beemster), aanleggen van dijken, turfwinning, grote stedendichtheid, Michiel de Ruyter De Handel (6.2.1), VOC, VOC De Gouden Eeuw, 6.1 De regenten: VOC (p. Amsterdam centrum Compagnieën en koloniën Gouden Eeuw (6.2): de • • • •
WIC, slavenhandel, Afrika, Amerika.
WIC
economische bloei, (6.1.1)
125), handel met Indië,
wereldhandel,
Indië
VOC, handel Azië (6.1.3),
specerijen.(p. 126).
stapelmarkt, handel met
groei steden
specerijen
WIC, slavernij (6.1.4),
Engeland, Frankrijk,
Handel over zee:
Droogmaken Hollandse
zeeoorlogen
6.3 Het Handelskapitalisme,
Meren: de Wormer, de
handelskapitalisme
Handelsoorlog Engeland,
WIC, west Afrika, Amerika,
Beemster, de Purmer, de
Michiel de Ruyter
Michiel de Ruyter (6.2.3)
slaven. Wereldeconomie.
Schermer. (6.2.1
(H6 onderwerpen en
Niet turfwinning
Landbouw en veeteelt)
toetsvragen; jaartallen)
Spanje, Portugal; Bevolkingsgroei,
(6.1): VOC, WIC
Niet: slavernij
VOC, WIC.
Beemster, dijken,
Atlas Major van Blaeu.
turfwinning
Voorbeelden (3.4):
droogmakerijen, de
Heerhugowaard, de
Beemster, turf, nijverheid,
Michiel de Ruijter.
Beemster(6.2.1) Niet: Beemster, dijken turfwinning,
Niet: inpolderingen,
Kaarten 1 en 2: Handel met de Oost, VOC,
Handelsroutes en
WIC, slavenhandel.(6.2.2)
producten
Beemster, dijken turfwinning
B.6.2 De aspirant-student kan burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur in het Nederland van de 17e eeuw herkennen en beschrijven. • • •
Behorend bij kenmerkend aspect: Burgerlijk bestuur, stedelijke cultuur in Nederland. Behorend bij canonvenster: Statenbijbel, De grachtengordel, Hugo de Groot, Rembrandt, De Republiek, Gouden Eeuw, grachtengordel, Atlassen van Blaeu, Statenbijbel. tolerantie, protestants geloof dominant, katholieken gedoogd (schuilkerken), bloei van kunst en wetenschap, uitvindingen (telescoop, microscoop), Rembrandt, Christiaans Huygens, Spinoza, Hugo de Groot
De Heren (6.2.4).
Herenhuis, Amsterdam,
Bloei van architectuur,
Aan de Amsterdamse
Grachtengordel
Gouden Eeuw (6.5)
Gouden Eeuw (6.2): groei
De burgerij (6.2.5).
Gouden Eeuw, uitvindingen,
kunst en wetenschap.
grachten, rijke Heren,
(Straatvaart, 6.2.1).
Cultuur en burgerij:
en verdeling welvaart:
slingeruurwerk, Rembrandt.
Amsterdamse
adel. (6.1)
schilderkunst,
welvaart, grachtengordel.
25 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
Schilderkunst (6.2.9):
(H6 onderwerpen en
3. Basiskennis geschiedenis grachtengordel,
Rembrandt.
toetsvragen)
Rembrandt,
6.2: De Gouden Eeuw:
culturele bloei, Rembrandt,
Huygens, microscoop,
en wetenschap:
droogmakerijen waaronder
handel, schilderkunst
Atlas van Major Blaeu,
Spinoza.
Schilderkunst, Rembrandt,
De Statenbijbel (p. 186)
4. Onvoorspelbaar verleden
de Beemster, Atlas van
5. Geschiedenis & Samenleving Gouden Eeuw,( 6.3):
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis Rembrandt, wetenschap
Statenbijbel, onderwijs,
7. Geschiedenis voor de basisschool Levensbeschouwing, kunst
(voorbeeld 4), wetenschap:
Blaeu, Christiaan Huygens,
6.4: De vorsten:
wetenschap (Hugo de
Schema gelaagdheid
Hugo de Groot (voorbeeld
microscopen.
zeeoorlogen (Michiel de
Groot, Spinoza, Huygens).
bevolking (p. 97):
5), Huygens (voorbeeld 6).
regenten, burgerij en het
Spinoza (voorbeeld 10)
volk.
Geloof: Statenbijbel
Ruyter) Dominante, tolerante Kerk, Statenbijbel (6.3)
(voorbeeld 9)
6.5: Uitvindingen (kompas, telescoop,
De wetenschappelijke
slingeruurwerk). Constant
revolutie (6.8):
Huygens
Copernicus, Descartes,
Niet: schuilkerken
Huygens Niet: Statenbijbel, geloof, schuilkerken, etc.
B.6.3 De aspirant-student kan uitleggen waarin de staatsinrichting van de Republiek zich onderscheidde van die in andere landen. • • •
Behorend bij kenmerkend aspect: Burgerlijk bestuur, stedelijke cultuur in Nederland. Behorend bij canonvenster: De Republiek en Hugo de Groot. Staatkundig: Republiek der Verenigde Nederlanden, Vrede van Münster (1648), stadhouder, raadpensionaris en Staten-Generaal, regenten, gewest Holland dominant
Landsbestuur (6.2.8):
Regenten, Vrede van
Bestuur van de Republiek,
Vrede van Munster (6.1-
Gewestelijke
Westfaalse vrede (6.4):
Het landsbestuur (6.2):
stadhouder,
Munster, burgers.
Staten-Generaal,
p124, 133)
zelfstandigheid, Unie van
Vrede van Munster.
Staten-Generaal,
raadspensionaris.
stadhouder, burgerij,
Utrecht, Gewestelijke
Vrede van Munster, Hugo
(H6 onderwerpen en
raadspensionaris Holland,
staten, stadhouder,
De Gouden Eeuw (6.5):
stadhouder, regenten, gewest Holland, Vrede van
de Groot.
toetsvragen)
(6.2.1).
raadspensionaris, Staten-
De Republiek.
Munster.
Hugo de Groot (6.2.2)
Generaal (6.1)
De Republiek en internationale politiek:
Hugo de Groot (zie
stadhouder
hierboven bij 6.2)
26 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
Niet: Hugo de Groot
B.6.4 De aspirant-student kan aspecten van het absolutisme beschrijven. •
Behorend bij kenmerkend aspect: Het streven van vorsten naar absolute macht. Absolute vorsten in Europa, Lodewijk XIV
Vorsten, Lodewijk XIV
Lodewijk XIV
Niet: absolutisme,
6.4 Vorsten:
Niet: absolutisme,
Lodewijk XIV de
Niet: absolutisme,
(6.2.8) (p185)
(H6 toetsvragen)
Lodewijk XIV
Lodewijk XIV (p134),
Lodewijk XIV
Zonnekoning (6.6 p100).
Lodewijk XIV
absoluut vorst
Absolutisme.
27 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.7 Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) B.7.1 De aspirant-student kan de ontwikkeling van slavenhandel en slavernij beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: Slavenarbeid op plantages; opkomst abolitionisme • Behorend bij canonvenster: Slavernij • Driehoekshandel, uitwisselen van producten tussen werelddelen, economische rol van de plantages in de wereldhandel, verschepen van Afrikaanse slaven naar Amerika • Nederland: slavenhandel door de WIC De economische Slavernij WIC, Slavenhandel; 7.4:Slavernij, VOC, WIC, Slavernij (7.3.1) Slavernij, Afrikaanse
Economische
ontwikkeling (7.2.1):
Driehoekshandel
driehoekshandel:
slaven naar Amerika
ontwikkelingen:
slavernij, Driekhoekshandel,
Plantage
ruilgoederen voor slaven;
(5.5, p. 84,85)
plantages, slaven
slavenhandel WIC,
(H7 toetsvragen)
Afrikaanse slaven naar
Zie ook: 6.3 Slavenhandel en
Amerika (6.1.4)
WIC
Surinaamse plantages.
driehoekshandel, plantages
(7.1)
B.7.2 De aspirant-student kan motieven voor afschaffing van slavenhandel en slavernij toelichten. • Behorend bij kenmerkend aspect: Slavenarbeid op plantages; opkomst abolitionisme. • Behorend bij canonvenster: Slavernij. • Abolitionisme Slavernij: zie hierboven Slavernij: zie hierboven Slavernij: zie hierboven Slavernij: zie hierboven Afkeer van slavernij (7.2.1)
Niet: (opkomst)
Afschaffing slavernij
abolitionisme
Suriname (8.1)
Niet: (opkomst) abolitionisme
Abolitionisme, strijd voor
Afschaffing slavernij in
(opkomst)
afschaffing slavernij (7.3.1) p.
Nederlands Indië (8.9)
abolitionisme: zie
146. Figuur 7.10
8.2: Kolonialisme en slavernij (p. 124)
B.7.3 De aspirant-student kan denkbeelden van de Verlichting op het gebied van politiek, godsdienst en sociale verhoudingen beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Streven naar grondrechten en politieke invloed van burgerij in Franse en Bataafse revolutie. Behorend bij canonvenster: De patriotten en Napoleon Bonaparte Pruikentijd, Verlichting (rationeel denken), democratische bewegingen, ideeën over vrijheid en gelijkheid, streven van burgers naar politieke invloed, Franse Revolutie (1789), veroveringen van Napoleon. • Nederland: economische achteruitgang, Franse levensstijl voor de elite, buitenhuizen, Eise Eisinga Pruikentijd (7.2.4) Pruiken Buitenhuizen, Franse 7.1:De pruiken, elite, Franse Buitenhuizen, Franse tuinen, De Verlichting (7.5): Franse inval. • • •
De Verlichting (7.2.2)
Eise Eisinga
tuinen (7.1)
tuinen, buitenhuizen.
Pruiken
Patriotten (7.2.2)
Revoluties
De Verlichting (7.3):
Bestorming Bastille Bataafse
(7.1) en figuur (7.2, 7.3).
emancipatie
Buitenhuizen, Franse tuinen, pruiken.
28 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
Napoleon Bonaparte
Eise Eisinga (7.3.1)
Republiek
Franse Revolutie
Trias Politica (7.3.2)
Patriotten, Napoleon
Patriotten
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool Eise Eisinga. (7.1)
Verlichting: Filosofen (Descartes), Eise Eisinga,
Verlichting
7.2:de Verlichting
(H7 toetsvragen) 7.3: Franse Revolutie. Napoleon (p153)
B.7.4 De aspirant-student kan grondrechten en toenemende politieke invloed van de burgerij in de Franse en Bataafse revolutie beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: Streven naar grondrechten en politieke invloed van burgerij in Franse en Bataafse revolutie • Behorend bij canonvenster: De patriotten en Napoleon Bonaparte • Willem V, Patriottenbeweging, Franse inval en Bataafse Revolutie (1795) De laatste stadhouder Bataafse Republiek Republiek der Zeven Bataafse Republiek, Patriotten, revoluties, Willem
Oproeren,
Patriottenbeweging,
Willem V (7.2.2)
Willem V (7.2).
Franse Revolutie
Patriottenbeweging, het
(7.1);
Bataafse Republiek,
begin van de
Napoleon Bonaparte
Grondwet (7.2).
Nederlandse Revolutie.,
(8.2)
(H7 toetsvragen)
Franse Revolutie (7.2.3) Niet: Willem V
Verenigde Nederlanden
patriotten en Napoleon (7.1,
wordt Bataafse Republiek
p147)
(7.2): de Patriottenbeweging (7.2.1)
Franse Revolutie (7.3).
Franse Revolutie (7.2.2) basis van de democratie (7.3.2)
V, Franse inval (7.1)
Bataafse Revolutie (7.4) Niet: Willem V Franse Revolutie en Napoleon. (7.7)
Napoleon Bonaparte (8.2.1) Bataven en Fransen, Niet: Willem V
Bataafse Republiek (7.8).
Niet: Willem V
29 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.8 Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) B.8.1 De aspirant-student kan uitleggen waardoor de burgerij (bourgeoisie) steeds meer politieke invloed kreeg. Behorend bij kenmerkend aspect: Ontstaan van parlementair stelsel, toename van volksinvloed. Behorend bij canonvenster: Koning Willem I en De Grondwet. Ontstaan van politieke partijen en ideologieën (liberalisme, confessionalisme, socialisme, communisme). Nederland: Franse Tijd, Lodewijk Napoleon, Napoleon Bonaparte, maatregelen van Napoleon (burgerlijke stand, decimale stelsel, rechtsgelijkheid), Continentaal Stelsel, 1813 invoering monarchie, Willem I soeverein vorst, democratisering van de samenleving, uitbreiding kiesrecht, parlementaire democratie Grondwet 1848, Thorbecke. Napoleon Bonaparte Napoleon Bonaparte Franse tijd en economische Koning Willem I Franse tijd, continentaal Binnenlandse Politieke • • • •
(8.2.1)
Burgers, burgerij
crisis (8.1.1).
(8.1 p. 165)
Koninkrijk Holland (8.2.1):
Socialisme
continentale stelsel, Franse
Koning Willem I
Napoleon Bonaparte (8.2.1)
De Grondwet van 1848 ,
provincie, familienamen,
Thorbecke
en maatregelen (wetboek,
Thorbecke (8.1, p166)
decimale stelsel, Burgerlijk
(H8; toetsvragen)
burgerlijke stand, metrieke
Wetboek, dienstplicht.
stelsel).
Koninkrijk der Nederlanden
Het Koninkrijk der
(8.2.3): Koning Willem I
Nederlanden, Willem I
socialisme. (8.2; p. 171)
Een liberale grondwet
parlementaire democratie::
1848, Thorbecke (8.2.3). Nieuwe idealen: socialisme
confessionalisme.
(8.3.2)
Napoleon (8.1.1.);
Nederland (8.4):
Franse tijd,
Willem I (8.1.2)
- Koning Willem I
Napoleon Bonaparte
Grondwet 1848 (8.1.4)
- Thorbecke
(voorbeeld 2)
- continentaal stelsel
Willem I,
van Napoleon.
Grondwet 1848
verzuiling, vakverenigingen.
naar politieke partijen
Liberalisme, conservatisme,
(8.3.1).-liberalen et cetera
Verzuiling (8.3.1)
B.8.2 De aspirant-student kan uitleggen wat een parlementair stelsel is. • • •
ontwikkelingen (8.2):
Van politieke stromingen
Kiesrecht (8.2.4), liberalisme, socialisme,
ontwikkelingen in
Ontstaan politieke stromingen,
(8.2.2.) De groei van de
stelsel,
Behorend bij kenmerkend aspect: Ontstaan van parlementair stelsel, toename van volksinvloed. Behorend bij canonvenster: De Grondwet Ministeriële verantwoordelijkheid. Grondrechten (vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst)
Democratisch Strijd om gelijke rechten
bestuur
(8.5): liberalisme, socialisme.
Niet: continentaal stelsel
30 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
Het Koninkrijk der
Politieke partijen
Een liberale grondwet:
Parlement (7.5, p155)
Grondwet , Staten-
Grondwet,
Nederlanden (8.2.3): Staten
Burgerlijk Wetboek
meer invloed burgers.
Volksinvloed.
Generaal, Eerste en Tweede Kamer, stemrecht. De groei van de
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
Generaal (p. 155 8.1.2);
democratie, invloed
Tweede Kamer,
Grondwet 1848, Provinciale
burgers
Ministeriële
Staten, Tweede Kamer :
verantwoordelijkheid
invloed burgerij op regering
Niet: parlementair
(p 159 8.1.4)
stelsel (als begrip)
(8.2.3)
parlementaire democratie
Partijvorming.
(8.2.4): kiesrecht.
Kiesrecht (8.3.2) Niet: parlementair stelsel
Politieke partijen
Niet: parlementair stelsel
(als begrip)
(als begrip)
Niet: parlementair stelsel (als begrip)
B.8.3 De aspirant-student kan kenmerken van de industriële revolutie beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Industriële revolutie en opkomst van emancipatiebewegingen Behorend bij canonvenster: De eerste spoorlijn. Oorzaken van de industrialisatie, uitvindingen voor spinnen en weven, begin industrialisatie in Groot-Brittannië, ontwikkeling stoommachine, goedkope arbeidskrachten, massaproductie in Fabrieken • Nederland: eerste spoorlijn 1839, late industrialisatie, spoorwegen vervangen trekschuit en postkoets 8.2.5: De stad, het vervoer, Industrialisatie Verbetering van de De stoommachine (8.2): Industriële revolutie (8.2): De industriële revolutie Economische • • •
de trein, trekschuit.
Industriële revolutie
infrastructuur (8.1.2):
fabrieken, arbeiders,
Fabriek
spoorlijnen, bruggen.
kinderarbeid.
stoommachine
in Engeland: spinnerij,
ontwikkelingen:
stoommachines (8.2).
industrie, handel en
8.2.6: Industriële revolutie.
Arbeid
Kinderarbeid
Kinderarbeid
Industriële revolutie
De Industriële revolutie,
Stoommachine)
Stoommachines
(8.1.3): stoommachines,
stoomtrein, infrastructuur,
(achtergrond-
Stoomtrein
Engeland industrialisatie,
spoorwegen
informatie b (p. 128),
verkeer.
Spoorwegen
massaproductie in
(H8; toetsvragen)
fabrieken, de eerste spoorlijn (voorbeeld 6. p. 129
31 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool (8.3)
B.8.4 De aspirant-student kan de gevolgen van de industriële revolutie voor de werk- en leefomstandigheden van arbeiders toelichten. Behorend bij kenmerkend aspect: Industriële revolutie en opkomst van emancipatiebewegingen. Behorend bij canonvenster: Verzet tegen kinderarbeid. Sociaaleconomische gevolgen van de industrialisatie: industriële samenleving, einde huisnijverheid, werken in fabrieken, bevolkingsgroei, verstedelijking, trek naar de stad, sociale kwestie (slechte woon- en werkomstandigheden), milieuvervuiling, steenkoolwinning, verbetering in voedselproductie (kunstmest) en medische kennis (hygiëne), aanleg waterleidingen en rioleringen, afbreken stadswallen, technologische ontwikkelingen (elektromotor, gloeilamp, telegraaf, verbrandingsmotor, fotografie), massapers, ontwikkeling moderne kunst). • Nederland: Vincent van Gogh, De Stijl (vanaf 1917) Industriële revolutie, grote Vakvereniging De groei van de steden De industriële revolutie: sociale Technologische De sociale gevolgen van Landbouw: • • •
veranderingen:
Urbanisatie
(8.1.4): industrie, slechte
arbeiderswijken (8.2.6).
Stoommachines
woonomstandigheden,
vraagstuk (8.3, p. 173). 8.5: Moderne kunst
ontwikkelingen
de industriële revolutie:
verbeterde productie
(stoomlocomotief,
arbeidsomstandigheden
(8.3).
fotografie, etc.) (tabel 8.1).
massafabricage, Factory
Bevolking en
Act (tegen
migratie:
Arbeider
ziektes.
Uitvindingen en
Fabriek
Openbaar vervoer, trams,
ontdekkingen (8.2.8).
Kinderarbeid
gloeilamp, elektriciteit,
Sociale kwesties (8.3.3):
kinderarbeid),
trek naar de stad
Expressionisme
straatlantaarns.
kinderarbeid, sociale
vakbonden. (8.2).
(8.4).
Bevolkingsgroei (p244). De stijl (9.2.2) Niet: Vincent van Gogh
wetten,
Impressionisme Vincent van Gogh
Vincent van Gogh (8.4)
(H8; toetsvragen)
De Stijl (9.4, p. 119)
Arbeid en gezin: Een late industriële
kinderarbeid,
revolutie (8.3):
emancipatie, werken
Culturele ontwikkelingen
infrastructuur, spoor en
in fabrieken (8.4).
(8.4): onderwijs,
tramlijnen. Verkeer.
Stadsbeeld:
arbeidersorganisaties.
schilderkunst (Vincent van
verlichting, reclame,
Gogh), literatuur,
Culturele
auto, verkeerswegen
bouwkunst
ontwikkelingen in NL
(8.3).
(8.7): literatuur, schilderkunst (Vincent
Onderwijs en
van Vogh), architectuur.
vrijetijd: ontwikkeling moderne kunst, Vincent van Gogh,
32 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool De Stijl (8.3 p141)
B.8.5 De aspirant-student kan verbanden leggen tussen de industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen. • Behorend bij kenmerkend aspect: Industriële revolutie en opkomst van emancipatiebewegingen. • Behorend bij canonvenster: Verzet tegen kinderarbeid en Aletta Jacobs. • Ontstaan arbeidersbeweging (vakverenigingen), vrije tijd: (sport)verenigingen, verzet tegen kinderarbeid, vrouwenemancipatie. • Nederland: sociale wetten: arbeidstijden, Kinderwetje van Van Houten (1874), Leerplichtwet (1901), Aletta Jacobs Aletta Jacobs en de Kinderarbeid Positie van vrouwen en Verzet tegen kinderarbeid: Vrouwenkiesrecht (Aletta
Strijd om gelijke rechten
Arbeid en gezin:
vrouwenemancipatie
kinderen (8.2.4): Aletta
Kinderwetje van Van Houten (8.2,
(8.5): liberalisme,
verzet tegen
(8.2.4).
Jacobs, kinderarbeid, wet
p. 170)
socialisme, feminisme,
kinderarbeid
nationalisme
(voorbeeld 3 p. 139)
Sociale kwesties (8.3.3):
van Van Houten 1874. Onderwijs: leerplichtwet.
De Kritiek
Jacobs) (8.3.2, figuur 8.11).
Vakvereniging (8.2, p. 171)
De Kinderwet van Van Houten (8.2.6, p. 245). Niet: leerplichtwet Niet: leerplichtwet
kinderarbeid, sociale
aandacht voor
wetten,
Nederlandse
vrouwenrechten.
arbeidersorganisaties.
ontwikkelingen (8.6):
Aletta Jacobs
Culturele ontwikkelingen
democratie,
(voorbeeld 12). (8.4)
(8.4): onderwijs,
infrastructuur en
schilderkunst
onderwijs, schoolstrijd,
Onderwijs en
Verwijzing naar
socialisme, liberalisme,
vrijetijd: leerplicht,
leerplichtwet (p. 180,
verzuiling.
verenigingen (8.4).
Industriële revolutie:
Modern Imperialisme
Max Havelaar,
behoefte aan grondstoffen
(8.8).
Multatuli (8.2),
H9.1.3 binnenlandse politiek tijdens Eerste Wereldoorlog)
B.8.6 De aspirant-student kan de relatie beschrijven tussen modern imperialisme en nationalisme. • Behorend bij kenmerkend aspect: Modern imperialisme. • Behorend bij canonvenster: Max Havelaar. • Toename van nationalisme, uitbreiding koloniën, afschaffing slavernij. • Nederland: afschaffing slavernij (1863), Multatuli Afschaffing slavenhandel en Imperialisme Afschaffing slavernij slavernij (p. 247).
Nationalisme
Suriname
8.4: Imperialisme, kolonialisme.
33 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
Kolonialisme
Multatuli, Max Havelaar
Max Havelaar (p.175)
leidt tot Modern
(8.1.5, p. 91, 92)
Imperialisme (p. 162). Afschaffing slavernij (8.3.4,
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool voorbeeld 4.
Nederlands Indië (8.9): Max Havelaar,
Afschaffing slavernij
Multatuli.
p. 127, voorbeeld 7.
p. 168). Koloniën: kaart 2 (p. Multatuli, Max Havelaar
144)
(8.3.4, p. 167)
B.8.7 De aspirant-student kan uitleggen waarom grondstoffen en afzetmarkten belangrijke aspecten van het modern imperialisme waren. • • • •
Behorend bij kenmerkend aspect: Modern imperialisme. Behorend bij canonvenster: Max Havelaar. Veroveringen in Nederlands-Indië, exploitatie van grondstoffen. Nederland: Cultuurstelsel in Nederlands-Indië
Indië (8.2.7):
Indië
Nederlands Indië en
Modern imperialisme (8.2,
Modern imperialisme
Max Havelaar,
Cultuurstelsel.
Kolonialisme
Suriname, Max Havelaar
p. 162)
(8.8)
Multatuli (8.2 p. 126)
Imperialisme
(8.1.5); Cultuurstelsel
Multatuli, Max Havelaar
Max Havelaar,
Einde cultuurstelsel (8.3.4)
Multatuli.
Niet: modern
Cultuurstelsel (8.9)
imperialisme als
Niet: modern imperialisme als begrip
Niet: modern imperialisme als begrip
begrip
34 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.9 Tijd van wereldoorlogen (1900-1950) B.9.1 De aspirant-student kan sociale, economische en politieke gevolgen van de wereldcrisis van de jaren 30 van de vorige eeuw beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Economische wereldcrisis. Behorend bij canonvenster: De Eerste Wereldoorlog en De crisisjaren. De Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Militarisme, nationalisme, kolonialisme, industrialisatie, moderne (wapen)technieken, wapenwedloop, vijandbeelden, moord op kroonprins Frans Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije in Sarajevo (1914.)Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Turkse Rijk. Geallieerden: Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland (tot 1917, uitbreken Russische communistische Revolutie) en de Verenigde Staten (vanaf 1917, duikbotenoorlog), aanvalsplan Duitsland, loopgravenoorlog in Noord-Frankrijk en België, ‘moderne’ wapens, veel slachtoffers (vooral soldaten), totale oorlog, gevolgen voor het dagelijks leven, wapenstilstand (1918) • Nederland: neutraliteit, mobilisatie, handelsbelemmeringen, schaarste aan goederen, distributiesysteem met bonkaarten, opvang Belgische vluchtelingen, invoering voor algemeen kiesrecht mannen (1917) en vrouwen (1919) • Het Interbellum (1918-1939) Vrede van Versailles (1919) (strafbepalingen voor Duitsland, herstelbetalingen, gebiedsafstand, demilitarisatie), ontstaan van nieuwe staten, Volkenbond, beurskrach op Wall Street (1929), wereldwijde economische crisis. Technologische ontwikkelingen (waterleiding, riolering, gas en elektriciteit, kolenkachels, auto, opende band, vliegtuigen, radiouitzendingen) • Nederland: Colijn, werkloosheid, stempelen, werkverschaffingsprojecten De eerste wereldoorlog Eerste Wereldoorlog Crisistijd (9.1.3) 9.1 Eerste Wereldoorlog, 9.1 Eerste Wereldoorlog: Eerste Wereldoorlog Politieke • • •
(9.2.1): Nederland
Loopgraven
9.1.2 Het verloop van de
loopgraven, Verdrag van
(9.1). Nederland
ontwikkelingen (9.2)-
onpartijdig, problematische
Russische revolutie
Eerste Wereldoorlog,
oorlog: loopgraven, Russische
Versailles (9.1.1), neutraal,
neutraal, waarom
De Eerste
economie, toevallige
Economische crisis
nieuwe militaire
revolutie.
Belgische vluchtelingen,
oorlog,
Wereldoorlog.
emancipatie, de vrede en
Neutraliteit
uitvindingen, Verdrag
gevolgen voor de handel,
loopgravenoorlog.
Loopgraven.
de gevolgen.
Verdrag van Versailles
Versailles (9.2.1).
9.1.3 Na de oorlog: algemeen
distributie (9.1.2), algemeen
(H9 toetsvragen)
Nederland neutraal,
kiesrecht, Verdrag van
kiesrecht, sociale wetgeving
Het Interbellum:
De crisisjaren (p149).
Bruisende jaren 20,
Belgische vluchtelingen
Versailles
(9.1.3).
Duitsland na de Eerste
economische ontwikkeling
(9.2.2) 9.2 De Crisis van 1929
9.2 Het interbellum:
Oorzaken (9.2.1)
Zuiderzeewerken, vervoer,
en de economische wereldcrisis (9.2.2): de
Films, radio, foto’s, nieuwe
beurskrach. De crisisjaren in
materialen, elektrische
Nederland, werkloos.
apparaten (9.4)
Niet: technologische
Wereldoorlog (9.3);
Economische
Vrede van Versailles.
culturele ontwikkelingen (9.3):
luchtvaart, socialisten, Colijn,
Economische
welvaart techniek en
9.2.3 Nederland en de crisis;
economische crisis,
wereldcrisis en het
milieu, autoverkeer,
werkloosheid.
werkloosheid, stempelen,
nationaal socialisme
luchtvaart, radio.
Colijn.
opkomst fascisme, mobilisatie
(9.4): ontstaan van de
Niet: technologische
Niet: technologische
ontwikkelingen
ontwikkelingen
ontwikkelingen
crisis. Wallstreet, Beurskrach
35 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis Nederland tussen twee
7. Geschiedenis voor de basisschool
wereldoorlogen (9.5): Verzuiling, Colijn Niet: technologische ontwikkelingen
B.9.2 De aspirant-student kan kenmerken van het nationaalsocialisme beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Racistisch en totalitair karakter van het nationaalsocialisme. Behorend bij canonvenster: De Tweede Wereldoorlog en Anne Frank. In Duitsland onvrede over armoede, werkloosheid en de bepalingen van het Verdrag van Versailles (wens tot revanche, meer grondgebied, herbewapening), opkomst nationaalsocialisme, Hitler, NSDAP, kenmerken van nationaalsocialisme in relatie tot het fascisme in Italië, (Führerprincipe, Lebensraum, antisemitisme, rassenleer), machtsovername van Hitler (1933), afschaffing parlementaire democratie, dictatuur, terreur, totalitaire staat (gelijkschakeling, censuur, propaganda, indoctrinatie), rassenwetten, discriminerende maatregelen, concentratiekampen herbewapening, • Nederland: opkomst NSB, Mussert Ontevredenheid, totalitaire Hitler 9.3: Totalitaire systemen, (9.3.3)opkomst fascisme, Opkomst fascisme, NSB (9.2) Economische De Tweede • • •
staat, nationaalsocialisme,
NSB
het geloof in een leider,
Hitler, Führerprinzip
Ariërmaatregelen,
wereldcrisis en het nat.
Wereldoorlog;
Mussolini, NSB, Mussert
Lebensraum
Hitler en het nationaal
concentratiekamp, NSDAP
concentratiekampen, (9.3.5)
socialisme (9.4): Hitler
nationaalsocialisme,
(9.2.3)
Antisemitisme
socialisme, afschaffing
en NSDAP; opvattingen
NSDAP (p149)
(H9; toetsvragen)
parlementaire democratie,
nat. socialisme,
afschaffing
NSDAP, Führer,
fascisme, totalitaire
democratie ,
rassenleer(9.3.2)
staat.
concentratiekampen (9.2)
B.9.3 De aspirant-student kan de Jodenvervolging beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: Duitse bezetting en Jodenvervolging. • Behorend bij canonvenster: De Tweede Wereldoorlog en Anne Frank. • Holocaust (vernietigingskampen, massamoorden). • Nederland: Jodenvervolging, Februaristaking, deportaties (via doorgangskamp Westerbork. naar vernietigingskampen zoals Auschwitz), Anne Frank (9.2.3) De Jodenvervolging Concentratiekampen Tweede Wereldoorlog Nederland in de Tweede Ariërmaatregelen: isolering van Rassentheorie (p. 158)
(9.2) Bezetting in
(p.275), Mauthausen,
Nederland:
Anne Frank
(9.2.3); in Nederland
Wereldoorlog:
Joden, Anne Frank, kamp
Jodenvervolging (p.
36 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
Februaristaking (p. 276)
Antisemitisme
(9.2.5):
Onderduiken, Jodenster,
Westerbork, Holocaust (9.3.5).
Westerbork (p. 276, 283)
Jodenvervolging
- Duitse bezetting
doorgangskamp, deportaties,
Holocaust
- Jodenvervolging
Anne Frank (9.3.4)
Anne Frank (p. 154,
Holocaust (9.4)
155)
(H9; toetsvragen)
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 159)
7. Geschiedenis voor de basisschool discriminerende
(9.4)
maatregelen Joden ,
B.9.4 De aspirant-student kan Europa en Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog beschrijven en voorbeelden van collaboratie, verzet en aanpassing van de Nederlandse bevolking noemen. Behorend bij kenmerkend aspect: Duitse bezetting en Jodenvervolging. Behorend bij canonvenster: De Tweede Wereldoorlog en Anne Frank. Tweede Wereldoorlog (1939-1945). Inval van Duitsland in Polen, Blitzkrieg, Duitsland verovert grotendeels West-Europa, Groot-Brittannië houdt stand, Duitse aanval op de Sovjetunie, oorlog in Azië: Japanse aanval op Pearl Harbor, Slag bij Stalingrad, D-Day, tweefronten oorlog, ‘moderne’ wapens, totale oorlog, veel slachtoffers (veel meer burgerslachtoffers dan in Eerste Wereldoorlog), bombardementen op steden, Duitse overgave (mei 1945), Japanse overgave na atoombommen op Hiroshima en Nagasaki (aug.1945). • Nederland: Duitse inval (10 mei 1940), bombardement op Rotterdam, capitulatie, bezetting, Nederlandse regering en koningshuis in ballingschap, collaboratie, aanpassing en verzet, propaganda, censuur, gedwongen tewerkstelling, razzia’s, koningin Wilhelmina, radio Oranje, radio’s inleveren, verduisteren, onderduiken, persoonsbewijzen, distributiesysteem met bonkaarten, zuiden bevrijd, slag bij Arnhem, hongerwinter, voedseldropping, bevrijding (5 mei 1945), jaarlijkse herdenkingen (4 mei dodenherdenking, 5 mei Dag van de vrijheid) De Tweede Wereldoorlog Hongerwinter Tweede Wereldoorlog 9.3.4. Nederland in de 9.3 De Tweede Wereldoorlog: De Tweede 9.2: Tweede • • •
(9.2.3).
Bezetter
(9.2.3); in Nederland
Tweede Wereldoorlog:
aanval Polen, inval Duitsland,
Wereldoorlog (9.6):
Wereldoorlog.
Nederland: Duitse inval 10
Verzet
(9.2.5):
De inval, de bezetter, het
D-Day, atoombommen
aanloop, eerste fase,
Bezetting in
mei. 5 dagen oorlog,
Bevrijding
- Duitse bezetting
verzet
Nagasaki (9.3.1.).
uitbreiding,
Nederland.
Jodenvervolging,
Razzia’s
wereldoorlog.
Bezetting in Ned.
- Jodenvervolging
Nederland neutraal,
deportatie, Mauthausen
- NSB
bombardement Rotterdam
(kamp), onderduikers, hulp
- verzet
(9.3.2).
Nederland tijdens
aan Joden, het verzet,
- dagelijks leven
Collaboratie, verzet (9.3.4).
Tweede Wereldoorlog
Kaart 1 Tweede WO
isolement.
- hongerwinter
Regering in Londen, radiorede
(9.7): verzet (razzia’s.
Europa (p. 160).
Verloop van de oorlog:
- slag bij Arnhem
Wilhelmina (9.3.6).
Anne Frank,), laatste
Kaart 2 Tweede WO
Blitzkrieg. NL: hongerwinter
- dodenherdenking
Japan en Nederlands Indië
oorlogsmaanden (Slag
ZO Azië (p. 161).
en bevrijding.
- bevrijdingsfeest
(9.3.6, 9.3.7).
om Arnhem, brug bij
Zuiden, hongerwinter,
Nijmegen)
Indonesië, koloniën,
Kaart: figuur 9.5 (p. 108)
onafhankelijkheid (9.2.4).
veroverde gebieden.
capitulatie (9.3.8).
Indië.
37 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis Kaart. Figuur 9.6 (p. 109) Tweede Wereldoorlog
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
38 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool
B.10 Tijd van tv en computer (1950-heden) B.10.1 De aspirant-student kan uitleggen welke rol nationale bewegingen in de Nederlandse koloniën speelden bij het verkrijgen van onafhankelijkheid. • • •
Behorend bij kenmerkend aspect: Nationalistische bewegingen in koloniën, streven naar onafhankelijkheid Behorend bij canonvenster: Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen. Japanse bezetting, kampen, onafhankelijkheidsbeweging, politionele acties, onafhankelijkheid Indonesië (1945-1949), onafhankelijkheid Suriname (1975)
Koloniale erfenis:
Indonesië onafhankelijk:
Indië, dekolonisatie,
10.1: Suriname
10.2: Nederland politiek:
10.1 Politieke
Nederland in de Caraïben
Geen toetsvragen
(Japanse bezetting,
Japanse bezetting (9.5)
onafhankelijk ,
Indonesische
ontwikkelingen:
(10.2.5):
politionele acties,
Nederlandse Antillen,
onafhankelijkheid, West
dekolonisatie van
Onafhankelijkheid
onafhankelijkheid)
Aruba (10.1.2)
Indië
Nederlands Indië naar
Suriname (p.311).
(10.1.2). Japanse bezetting, kampen
Niet: Japanse bezetting,
(NL militairen naar Ned.
Niet: Japanse bezetting,
Suriname onafhankelijk: (p
(zie H9), politionele acties
kampen, politionele acties
Indië 1947, politionele
kampen, politionele acties
130, 10.1.8).
zie Tijd van
Nederlandse Antillen,
acties: (achtergrondinfo
wereldoorlogen en
Suriname
(p. 167))
Indonesië.
Niet: Nederlandse Antillen
Holocaust: H9.3.7 (p. 192) en H9.4 (p.
10.3: Suriname en de
195-196 Indië)
Nederlandse Antillen, onafhankelijkheid Suriname.
B.10.2 De aspirant-student kan de spanningen tussen de Sovjetunie en de VS ten tijde van de Koude Oorlog beschrijven. • •
Behorend bij kenmerkend aspect: Blokvorming tussen Oost en West, Koude Oorlog. Koude Oorlog, invloedssferen, satellietstaten, IJzeren Gordijn, containment, blokkade Berlijn, stichting BRD en DDR, oprichting NAVO en Warschaupact, ideologische tegenstelling (enerzijds kapitalisme en democratie, anderzijds communisme en dictatuur), Stalin, kernwapens als afschrikking, Kennedy en Chroesjtsjov, bouw Berlijnse Muur (1961), Cubacrisis, wapenwedloop, glasnost en perestrojka, val van de Berlijnse Muur, ineenstorting Oostblok, Reagan en Gorbatsjov, Verenigde Naties, Veiligheidsraad (samenstelling, vetorecht
Het begin van de Koude
Koude Oorlog
De Koude Oorlog: (NAVO,
10.1 Koude Oorlog, BRD,
10.1: Koude Oorlog,
10.3: De Koude Oorlog:
10.1 Politieke
Oorlog Marshallplan,
Berlijnse Muur
DDR, Berlijnse muur,
DDR, Rusland en Amerika,
NAVO, Korea Oorlog,
NAVO, Verenigde Naties,
ontwikkelingen: de Koude
Berlijnse blokkade,
Oostblok
Gorbatsjov, Reagan)
Berlijnse Muur, Vietnam
einde Koude oorlog,
Marshallplan, Koude
Oorlog (Cubacrisis), West-
39 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
4. Onvoorspelbaar verleden
IJzeren Gordijn
3. Basiskennis geschiedenis (10.2.1).
5. Geschiedenis & Samenleving vredesoperaties, IJzeren
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis Oorlog, Berlijn (muur,
7. Geschiedenis voor de basisschool en Oost-Duitsland (bouw
Cubacrisis, Amerikaanse interventie in
Kernwapens
Verenigde Naties (10.2.2).
10.3 Het wonderjaar 1989
gordijn, Warschaupact,
bouw en val).
muur Berlijn), uiteenvallen
Vietnam (10.2.4).
Verenigde naties
(p. 239): val van de
(10.1.3).
Wapenwedloop
Sovjetunie (val van de
NAVO Ontspanning en afloop:
(H 10 toetsvragen)
Gorbatsjov, perestrojka,
(Cubacrisis, Reagan,
muur), Verenigde Naties
Niet: IJzeren gordijn,
Berlijnse Muur, Gorbatjsov, perestrojka,
Veiligheidsraad, vetorecht
Gorbatsjov), einde Koude
(vetorecht), samenwerking
Kennedy, Stalin, Cubacrisis,
Glasnost,
(Zie H9.4 Wederopbouw
Oorlog (uiteenvallen
in de Europese Unie (de
en dekolonisatie (p. 194)
Sovjetunie, perestrojka,
euro)
glasnost, val Berlijnse
Niet: Kennedy, Stalin,
Warschaupact,
muur, uiteenvallen
Kennedy, Cubacrisis,
perestrojka, glasnost,
Sovjetunie. (p.307)
Warschaupact, vetorecht,
vetorecht
glasnost). Niet: Stalin, Kennedy, Warschaupact,
Chroestjsov,
Niet: Kennedy, Stalin,
veiligheidsraad, Reagan,
Cubacrisis, Chroestjsov,
Niet: Warschaupact,
Gorbatsjov, perestrojka,
Gorbatsjov, perestrojka,
Reagan, Gorbatsjov,
Kennedy, Stalin, vetorecht,
glasnost
glasnost
perestrojka, glasnost
B.10.3 De aspirant-student kan de economische en sociaal-culturele veranderingen en de toenemende pluriformiteit vanaf de jaren ’60 in Nederland beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Sociaal-culturele veranderingen en toenemende pluriformiteit vanaf jaren '60 Behorend bij canonvenster: De televisie, Annie M.G. Schmidt en Veelkleurig Nederland Economische veranderingen: Marshallplan, Wederopbouw, EGKS, (E)EG, economische groei en welvaartsstijging, consumptiemaatschappij, opbouw verzorgingsstaat (AOW), oliecrisis, veranderingen in het gezin, werkloosheid in jaren tachtig, EU, invoering Euro • Sociaal-culturele veranderingen en toenemende pluriformiteit vanaf de jaren zestig: amerikanisering, gastarbeid(ers), migranten (uit voormalige Nederlandse koloniën: Molukkers, Surinamers), jongerencultuur, ontkerkelijking, ontzuiling, feminisme, kritiek op gezagsdragers, meer vrije tijd (sport, recreatie, vrijwilligerswerk), Annie M.G. Schmidt. • Technologische ontwikkelingen (autoverkeer, straalvliegtuigen, scheepvaart, ruimtevaart, televisie, computers, kernenergie, aardgas) Slochteren, overstroming 1953, Deltawerken, milieuvervuiling, milieuwetten 10.2.1: Industrialisatie, Marshallhulp 10.1: Van wederopbouw 10.2: De televisie, jaren 10.1 Politieke 10.1 Wederopbouw 10.2: • • •
verstedelijking,
Watersnoodramp
tot welvaartstaat:
‘50, welvaart,
ontwikkelingen:
Nederland; watersnood,
(vrijwilligers)organisaties,
ontkerkelijking en
Welvaart
Wederopbouw
jeugdcultuur,
verzorgingsstaat, Willem
welvaart, sociale
vakbonden,
jeugdcultuur:
Ontzuiling
(Marshallplan) (10.1.1).
amerikanisering,
Drees, maatschappelijke
wetgeving, televisie,
sportverenigingen (p. 170)
Groei economie,
Willem Drees
Watersnoodramp (10.1.3).
discussiepunten (milieu,
gastarbeiders, de
woningnood, Willem
Verzorgingsstaat Europese
Welvaartsstaat (groei
10.2.2: jaren ‘60,
kernenergie, politieke
protestgeneratie,
10.3: Economische en
Drees, AOW, luxe,
Gemeenschap
economie, autobezit,
individualisme,
klimaat (werkloosheid,
cultuuromslag.
culturele ontwikkelingen:
welvaart.
Europese Unie
wegen, toerisme,
globalisering, derde
migranten/asielbeleid)
Auto, verkeer, scheepvaart
40 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets Euro
3. Basiskennis geschiedenis uitkeringen, Slochteren
4. Onvoorspelbaar verleden wereld.
5. Geschiedenis & Samenleving (10.1.1)
10.3 Computer, jaren ‘70,
Europese samenwerking: EGKS, EEG, EU.
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 10.2 Nederland politiek:
7. Geschiedenis voor de basisschool en luchtvaart.
10.2.2 Culturele
Emancipatie
gasbel) (10.1.4).
ontworteling (ontzuiling,
Milieuvervuiling
Ontzuiling en polarisatie
Ruimtevaart,
protest, jeugdcultuur.
Kernenergie
Televisie (10.1.6).
’80, ’90.
10.2.3: Immigranten en
Milieubeweging
Andere tijden:
Computer, internet,
geloofsvluchtelingen:
Televisie
jongerencultuur, Amerika,
ruimtevaart, economische
10.2: sociaaleconomische
Gastarbeiders.
Amerikanisering
kritiek op gezag,
groei.
ontwikkelingen:
10.4: Nederland sociaal-
Gasbel, boringen
Multiculturele
vrouwenbeweging, Dolle
Milieuvervuiling,
Opkomst welvaartsstaat,
economisch en politiek na
Strijd tegen het water:
telecommunicatie 10.3: EGKS, NAVO,
(computer en internet) ,
Marshallplan
en kernenergie zijn opgekomen.
Nederland en Europa
samenleving
mina, Annie M.G. Schmidt
milieubeweging.
Marshallhulp,
1973:
watersnoodramp 1953,
(EGKS, EEG, EU, euro)
Jeugdcultuur
(10.1.7).
Emancipatie, kernenergie.
watersnoodramp 1953,
Consumptiemaatschappij,
dijkverzwaringen.
(10.2.4, p. 308,309)
Computer
Veelkleurige samenleving:
Deltawerken. (10.2.1)
verzorgingsstaat zinkend.
Toename productie en
Internet
emigranten en
10.4 Europa, EGKS, EU,
Paarse kabinetten:
consumptie. Protest tegen
immigranten, komst
euro
Industrie (technologische
Economische groei,
milieuvervuiling.
ontwikkelingen: auto,
opkomst ICT, internet.
(H10 toetsvragen)
Surinamers, asielzoekers (10.1.8).
10.5 Democratie:
vliegtuigen, radio’s
Verzorgingsstaat,
kunstzijde, chemische
10.3: Gezin en wonen 10. 5 Europese Unie
Sociale voorzieningen,
Europa (EGKS, EEG, EU,
producten), oliecrisis.
Willem Drees, AOW.
euro) (10.2.3).
(10.2.1)
Intrede van de televisie, computer, meer auto’s.
Ander religieus landschap:
Verzorgingsstaat, Willem
Meer vrouwen werken.
ontkerkelijking, ontzuiling,
Drees (10.2.2.)
Kinderopvang.
Veranderende
(niet de term:
samenleving: provo,
verzorgingsstaat)
nieuwe stromingen (10.3).
anticonceptie, immigranten,
Levensstijl en vrije tijd:
multiculturele
Amerikaanse levensstijl,
samenleving,
jeugdculturen, toename
vrouwenemancipatie/femi
sport en recreatie,
nisme/Dolle mina (10.2.3)
vakantie, vrijwilligerswerk.
41 1. Geschiedenis geven
2. Pabotoets
3. Basiskennis geschiedenis
4. Onvoorspelbaar verleden
5. Geschiedenis & Samenleving
6. Van huis uit. Compacte geschiedenis
7. Geschiedenis voor de basisschool Ontkerkelijking, reclame.
Grenzen aan de groei: Gasbel Slochteren, milieu
Migratie en multi-
(10.2.4).
culturaliteit: veelkleurig Nederland, Antillianen,
10.3: Culturele
Surinamers.
ontwikkelingen:
Geestelijke stromingen
De televisie, Annie MG
(christelijk, joods, islam,
Schmidt (10.3.1)
hindoe.
Multiculturele samenleving, moslims (10.3.4) Niet: invoering Euro, alleen afbeelding fig 10.10