Draaiboek
VOORLEESWEDSTRIJD PABO’S
‘De voorleeswedstrijd voor pabo-studenten is een speelse activiteit met als doel het leesplezier van studenten te vergroten. Door gebruik te maken van kwalitatief goede kinderboeken, maken studenten kennis met jeugdliteratuur die ook door de leerlingen op de basisschool gelezen wordt. Door zelf mee te doen aan de voorleeswedstrijd en medestudenten te horen voorlezen ervaren studenten wat goed voorlezen is’, aldus een pabo-docent die de wedstrijd al organiseerde.
COLOFON De Voorleeswedstrijd Pabo’s is een initiatief van Stichting Lezen en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken. Het project wordt uitgevoerd in het kader van Kunst van Lezen.
2
De schoolfinales en eventuele provinciale finales worden georganiseerd met steun van medewerkers van de openbare bibliotheken en de Provinciale Service Organisaties. Dit is een uitgave van Stichting Lezen. Secretariaat Voorleeswedstrijd Pabo’s Telefoon: 020 6230566 (Agnes van Montfoort)
[email protected] www.denationalevoorleeswedstrijd/voorleeswedstrijdpabo.nl © Stichting Lezen, Amsterdam, 2011 Ontwerp: Lidewij Spitshuis Fotografie binnenwerk: Kees-Jan Bakker Fotografie
WOORD VOORAF Beste lezer, Stichting Lezen organiseert in het schooljaar 2011 – 2012 voor de tweede keer de voorleeswedstrijd voor pabo’s. In navolging van de succesvolle wedstrijd voor kinderen, waaraan jaarlijks 3000 basisscholen en 80.000 leerlingen deelnemen, dagen wij pabo’s uit om de best voorlezende student af te vaardigen naar de landelijke voorleesfinale op dinsdag 22 mei 2012. Van een leerkracht in het basisonderwijs wordt verwacht dat hij/zij kennis heeft van kinder- en jeugdboeken en boeiend kan voorlezen. Kinderen die veel worden voorgelezen, hebben een grotere woordenschat en zijn in het algemeen taalvaardiger dan kinderen die nauwelijks worden voorgelezen. In de basisschooltijd ontwikkelen kinderen een liefde voor lezen waar ze hun leven lang profijt van hebben. Het enthousiasme en de inzet van hun juf of meester zijn daarbij doorslaggevend. Van aankomende leerkrachten wordt verwacht dat zij kennis opdoen van kinder- en jeugdliteratuur en leren voorlezen. Om die reden nodigen we u van harte uit uw studenten voor te bereiden op hun taak en deel te nemen aan de voorleeswedstrijd voor pabo’s. Afgelopen jaar kregen wij veel enthousiaste reacties van de deelnemende pabo’s. De finale in Utrecht was een spannend voorleesfeest met professionele finalisten en hun supporters: kinderen van praktijkscholen, medestudenten, docenten en familie. Alles wat u wilt weten over de organisatie van de voorleeswedstrijd vindt u in dit draaiboek. Wij wensen u en uw studenten een spannende en inspirerende voorleeswedstrijd toe. Met vriendelijke groet, Agnes van Montfoort projectleider basisonderwijs Stichting Lezen 3
de
An
gela Esa ja
winna
res van
s,
de Voorleeswedst rijd
Pabo s van 2011
INTRODUCTIE Als pabo heeft u de vrijheid de wedstrijd naar eigen goeddunken te organiseren. U kent uw studenten en weet welke aanpak het beste aansluit bij het curriculum. Dit draaiboek kan u houvast bieden voor het opstellen van een eigen plan van aanpak. Voor een drietal punten vragen wij alvast uw aandacht: 1.
2. 3.
4.
4
Voorlezen houdt niet op bij het vak Nederlands. Het valt goed te combineren met bijvoorbeeld geschiedenis. Wij stellen voor dat in de voorronde gekozen wordt voor boeken die passen bij twee thema’s uit de cultuurhistorische canon. Het gaat om de vensters ‘Anne Frank’ en ‘De Tweede Wereldoorlog’. Voor de finale in mei 2012 is dit thema verplicht. De schoolwedstrijd wordt georganiseerd vóór 1 maart 2012. Dit in verband met de organisatie van de landelijk finale die op dinsdag 22 mei 2012 zal plaatsvinden. Er kunnen maximaal 12 finalisten aan de landelijke finale deelnemen. Bij deelname van meer dan 12 pabo’s aan de voorleeswedstrijd zullen er per provincie tussenrondes worden georganiseerd door de PSO’s. Bij de jurering wordt het juryformulier gebruikt. Om te zorgen voor een vergelijkbare beoordeling van het voorlezen bij alle schoolwedstrijden en de landelijke finale is dit van belang.
Voor en door wie? De keuze is aan u. De mogelijkheid bestaat om de wedstrijd voor een grote groep studenten te organiseren, bijvoorbeeld alle studenten major, eerste- en tweedejaars. Het kan ook zijn dat u er de voorkeur aan geeft de kennis en vaardigheid van een kleinere groep te vergroten. In dat geval kunnen bijvoorbeeld de derde- en vierdejaars met een minor Nederlands tot de doelgroep behoren. Uiteraard vraagt een wedstrijd voor een grote groep studenten meer organisatie. Dit draaiboek gaat uit van de deelname van tenminste 100 studenten en van één speciale wedstrijddag. De organisatie van een wedstrijddag kan gecoördineerd worden door een docent Nederlands of de mediathecaris. Uiteraard is steun vanuit het team onontbeerlijk. Gezien het thema ligt betrokkenheid van een docent geschiedenis voor de hand. De Provinciale Service Organisatie (de provinciale bibliotheekdienst, PSO) ondersteunt u graag. Adressen vindt u in de bijlage. Wat leren studenten? De voorleeswedstrijd kent twee onderdelen: t voorbereidingscollege(s) over (historische) kinder- en jeugdboeken, het kiezen van een boek voor een groep kinderen, het kiezen van een voorleesfragment en voorleesvaardigheid; t wedstrijddag. Studenten leren: t koppelen van vakken: geschiedenis en taal (kinder- en jeugdliteratuur); t inzicht in recent verschenen kinder- en jeugdboeken; t boeiend voorlezen. Op welk moment de voorleeswedstrijd kan worden opgenomen in het jaarprogramma verschilt per pabo. Als uw school vrije ruimte heeft, kan de wedstrijd daarbinnen worden aangeboden. Thema 2011 – 2012 Ook voor het studiejaar 2011 – 2012 is gekozen voor een thema dat aansluit bij de cultuurhistorische canon1. Vanaf september 2010 is iedere basisschool verplicht aandacht te besteden aan dit overzicht van de cultuur en geschiedenis van Nederland. Deze canon bestaat uit vijftig vensters, waarvan er in 2011-2012 twee centraal staan bij de voorleeswedstrijd: ‘Anne Frank’ en ‘De Tweede Wereldoorlog’. Op www.entoen.nu en op www.leesplein.nl treft u een lijst aan met boeksuggesties. De PSO kan meehelpen deze lijst verder aan te vullen. Wat biedt Stichting Lezen u? Stichting Lezen kan u samen met de provinciale bibliotheekcentrale of een basisbibliotheek in uw regio adviseren over de opzet en voorbereiding van de wedstrijddag. Daarnaast biedt Stichting Lezen u gratis materialen, waaronder affiches en ballonnen en de brochure ‘Geschiedenis in een boekenkast’ (zolang de voorraad strekt). Stichting Lezen zorgt ook voor oorkondes voor de finalisten en kan u helpen auteursbezoeken te organiseren. De kosten van de auteursbezoeken worden vergoed door Stichting Lezen. U zorgt voor een prijs voor de winnaar (beker en/of boekenbon).
1 Dit onderwerp is een van de speerpunten van Kunst van Lezen, een leesbevorderingsprogramma gefinancierd door het ministerie van OCW.
5
Enthousiaste reacties van het publiek
VOORBEREIDING:
6
Informeren en motiveren van studenten Op initiatief van de docent Nederlands en/of de schoolmediathecaris wordt de voorleeswedstrijd georganiseerd. De initiatienemer zorgt voor voldoende support van collega’s en ondersteuning vanuit de provinciale bibliotheekorganisatie (PSO). In tenminste één college bereidt de docent Nederlands studenten voor op de voorleeswedstrijd. Studenten worden geïnformeerd over het doel en de opzet van de voorleeswedstrijd. Het thema van dit jaar (‘Anne Frank’ en ‘De Tweede Wereldoorlog’) wordt toegelicht. De docent geschiedenis en de website www.entoen.nu kunnen hierbij behulpzaam zijn. Aan de hand van de boekenlijst op www.leesplein.nl (kies: Ben je tussen 6-12 jaar? Vervolgens boeken zoeken en het onderwerp’ Tweede Wereldoorlog’) of via de vensters op www.entoen.nu kiezen studenten een of twee boeken. Diversiteit en originaliteit zijn hierbij belangrijk! De wedstrijd geeft aanleiding studenten te laten kennismaken met kinderboeken die ze nog niet gelezen hebben. Tot slot wordt aandacht besteed aan het voorlezen zelf. De voorleestips en het juryformulier uit de bijlage van dit draaiboek zijn een goede leidraad. Studenten krijgen de tips mee om zich verder voor te bereiden. En uiteraard kan geoefend worden op de stageschool.
Geschikte boeken vinden: www.leesplein.nl: kinderboekenplein boeken zoeken Tweede Wereldoorlog www.entoen.nu: venster Anne Frank of venster Tweede Wereldoorlog boeken en films
Selectie van finalisten Op de wedstrijddag hebben studenten hun voorleesboek bij zich en een fragment gekozen. De klas wordt verdeeld in groepen. Iedereen leest zijn/haar fragment voor. De groep kiest de beste voorlezer. De geselecteerden lezen vervolgens voor aan de hele klas. De klas bepaalt wie hen zal vertegenwoordigen tijdens de schoolwedstrijd. Een klas kan meerdere kandidaten afvaardigen. Dit hangt af van het totaal aantal deelnemers op een school en van de opzet (nog een tweede selectieronde of niet, eventueel na een masterclass). Het juryformulier wordt gebruikt als maatstaf bij de beoordeling van het voorlezen.
DRAAIBOEK WEDSTRIJDDAG Samen met betrokkenen bepaalt de initiatiefnemer het plan van aanpak. Bij het uitwerken van het plan van aanpak zijn o.a. de volgende vragen van belang: 1. Voor welke groep studenten willen wij de wedstrijd organiseren? 2. Willen wij de wedstrijd op één dag laten plaatsvinden of op meerdere dagen? 3. Op welke dag(en) plannen we de voorleeswedstrijd (vóór 1 maart 2012)? 4. Bij welk onderdeel van het curriculum past de voorleeswedstrijd? 5. Stellen we aanwezigheid verplicht (studiepunten)? 6. Hoe bereiden we studenten voor op de voorleeswedstrijd? 7. Welke activiteiten bieden we aan op de wedstrijddag? t Centraal: opening en toelichting (door: directeur, organisator of de bibliotheek) t Kleine groep: instructie (voorleesworkshop door mentor/docent) t Kleine groep: voorlezen en voorselectie beste lezer(s) uit eigen groep t Centraal: lezing kinderboekenauteur t Voor geselecteerden: masterclass voorlezen door auteur/expert t Centraal: optreden tweede kinderboekenauteur (met muziek, cabaret of iets dergelijks) t Centraal: voorleeswedstrijd tussen studenten t Centraal: prijsuitreiking Uiteindelijk zal er op de wedstrijddag een kandidaat gekozen worden door een deskundige jury die de school zal vertegenwoordigen bij de landelijke finale. Bij een groot aantal deelnemers is er een voorselectie in kleinere groepen, bijvoorbeeld in de eigen klas (zie:voorbereiding). Vijf of zes kandidaten in de finale is doorgaans het maximum en drie kandidaten het minimum. Suggestie De kandidaten die in de eigen klas gekozen zijn, krijgen een masterclass van een auteur of andere voorleesexpert. De overige studenten volgen het centrale programma (auteursoptreden). Aan het einde van de masterclass is er de definitieve selectie van kandidaten die op het centrale podium optreden.
7
Taken Afhankelijk van uw opzet van de voorleeswedstrijd zijn de volgende taken relevant:
TAAK
DOOR WIE?
WANNEER?
TOELICHTING
1.
Sponsor zoeken
De lokale boekhandel of een ander winkelbedrijf is wellicht bereid de voorleeswedstrijd met een materiële bijdrage te steunen.
2.
Auteurs uitnodigen
Via Stichting SSS (www.sss.nl) kunt u een auteur uitnodigen. Kies bijvoorbeeld een auteur van de canonlijst. De PSO adviseert.
3.
Juryleden uitnodigen
U kunt 3 –4 deskundigen zitting laten nemen in de jury (zie verder: jurering)
4.
Muziekoptreden regelen
Een muzikaal intermezzo breekt de spanning. Via SSS kunt u ook een auteur regelen die zorgt voor muziek of cabaret.
5.
Aankondiging naar studenten en docenten
Drie maanden voor de wedstrijddag informeert u docenten en studenten over de wedstrijddag
6.
Docenten voorbereiden
Docenten ontvangen dit draaiboek en daarmee de doelen van een voorbereidend college.
7.
Studenten voorbereiden
Studenten krijgen ten minste een week voor de wedstrijd een voorbereidend college
8.
Beker en boekenbon regelen
Een prijs voor de winnaar mag niet ontbreken. Een beker oogt bovendien goed op foto’s.
9.
Fotograaf en/of filmer regelen
U kunt binnen uw school of via via navragen of er iemand bereid is foto’s te maken of te filmen.
8
TAAK
DOOR WIE?
WANNEER?
TOELICHTING
10. Voorleesstoel lenen/maken/ kopen
Een mooie voorleesstoel geeft status en sfeer aan de wedstrijd. Wellicht kan de bibliotheek helpen.
11. Catering regelen
Wie zorgt voor de lunch van studenten en gasten?
12. Boekwinkel en bibliotheek vragen stand in te richten
Vraag de lokale (kinder)boekwinkel en bibliotheek een stand in te richten met canonboeken van de auteurs die uitgenodigd zijn. De boekwinkel kan ook verkopen (wel goed om docenten en studenten vooraf te informeren).
13. Goodybag (info voorlezen, projecten, kinderboeken) regelen
Na afloop van de voorleeswedstrijd krijgen studenten een tas mee met informatie over voorleesprojecten voor het basisonderwijs. Ook goedkopere boekuitgaves (zoals Leesleeuwboeken) kunnen in de tas.
14. Pers uitnodigen
De lokale of regionale media kunt u uitnodigen en een persbericht sturen over de wedstrijd.
15. Gasten uitnodigen (sponsors, PSO, wethouder)
De finale van de voorleeswedstrijd is een prima promotiedag voor uw school. Nodig bijvoorbeeld invloedrijke lokale politici (wethouder) en sponsoren uit.
16. Draaiboek voor de dag opstellen
Wie zorgt op welk tijdstip voor de aankleding van de ruimte, de begeleiding van genodigden, de techniek , opruimen etc?
17. Draaiboek met uitvoerders bespreken
Vlak voor de voorleedag wordt het draaiboek doorgelopen met iedereen die een taak heeft tijdens de dag.
9
JURERING Samenstelling van een jury Een jury bestaat uit personen die verstand hebben van voorlezen aan kinderen. Een bibliothecaris, een boekhandelaar, een auteur, een leerkracht of docent kunnen deel uitmaken van de jury. De jury kan worden aangevuld met een erelid, bijvoorbeeld uit het bestuur van een school. Voor alle leden geldt dat het jureringformulier leidraad is voor het beoordelen van de voorlezers. Het feit dat het heel prettig is om naar iemand te luisteren, is daarbij heel belangrijk. Waar let de jury op? Was het duidelijk? En spannend? Werden de luisteraars aangekeken en was de intonatie goed? Op het juryformulier staan alle aandachtspunten die zowel bij de schoolwedstrijd als de landelijke finale worden gebruikt. Stemmetjes Het gebruik van stemmetjes kan veel discussie oproepen. Iemand die stemmetjes gebruikt, kan winnen. Voor veel voorlezers is het echter een valkuil. Ze overdrijven te veel en keren niet steeds terug naar hun eigen stem. Om die reden kan een beginnend voorlezer beter niet proberen alle personages een eigen stem te geven. Werken met toonverschil is vaak genoeg. Werkwijze van de jury Lees éérst de voorleestips. De hieronder gegeven aandachtspunten zijn daarvan afgeleid. Digitaal stemmen mag niet in plaats komen van de jurering ter plaatse. Hoe een voorlezer overkomt bij het publiek kan alleen beoordeeld worden door een jury die bij het voorlezen aanwezig is.
LANDELIJKE FINALE 10
Op dinsdag 22 mei 2012 strijden de kampioenen van de deelnemende pabo’s tegen elkaar tijdens een feestelijke landelijke finale. Deze zal plaatsvinden op een centrale plek in Nederland. Iedere schoolkampioen mag een aantal klasgenoten meenemen en - indien gewenst - een groep kinderen van zijn/haar stageschool. Deze kinderen moeten ten minste in groep 5 zitten. Vervoer wordt geregeld. Alle informatie over de landelijke finale wordt aan u en aan uw schoolkampioen toegestuurd zodra we zijn/haar gegevens binnen hebben. We nemen graag contact op met de stageschool om te zorgen dat de groep wordt uitgenodigd. NB: De nationale finale gaat alleen door als er ten minste 5 schoolkampioenen zijn aangemeld. Opgeven schoolkampioen Geef uw schoolkampioen bij voorkeur op via de website: www.denationalevoorleeswedstrijd.nl/ voorleeswedstrijdpabo. U kunt ook gebruik maken van onderstaand formulier. Er geen kosten verbonden aan deelname.
ta Presen
tor
Fil
n emo
Wes
s
esp in g k n i el
rek
BIJLAGEN 1. 2. 3.
fragmentkeuze en voorleestips (kopieerblad) juryformulier (kopieerblad) adressen Provinciale Bibliotheekorganisaties
ry e ju d t me
11
AANMELDKAART SCHOOLKAMPIOEN VOORLEESWEDSTRIJD PABO’S Alle velden invullen a.u.b. (maak een kopie voor eigen gebruik) SCHOOL: Contactpersoon:
M/V
Postadres school: Postcode:
Plaats:
Telefoon:
Provincie: E-mail:
VOORLEESKAMPIOEN: Voornaam (roepnaam):
Achternaam:
Privé telefoonnummer schoolkampioen:
M/V
Las voor uit (boektitel):
Auteur van het boek:
Aan de voorleeswedstrijd op onze school hebben
studenten deelgenomen (aantal lezers en luisteraars)
Verstuur deze aanmeldkaart vóór 1 maart 2012 in een dichte, gefrankeerde envelop naar: Stichting Lezen, t.a.v. A. van Montfoort, Postbus 16518, 1001 RA Amsterdam 12
BIJLAGE 1 - FRAGMENTKEUZE EN VOORLEESTIPS
KOPIEERBLAD
voor studenten
Kiezen van een boek en fragment t Het fragment moet een verhaal of een stuk van een verhaal uit een Nederlands kinder- of jeugdboek zijn (Nederlandse vertaling van een anderstalig boek mag natuurlijk ook). Een gedicht, schoolboek, of zelf geschreven boek, stripboek, tijdschrift of fotokopie mag dus niet. Het moet ook een boek zijn passend bij de basisschoolleeftijd dus niet een te makkelijk boek. Een prentenboek leest lastig voor voor een grote groep. Dit wordt afgeraden. t In 2011–2012 is het thema van de voorleeswedstrijd gebaseerd op twee vensters uit de canon van de geschiedenis: ‘Anne Frank’ en ‘De Tweede Wereldoorlog’. Finalisten zijn verplicht voor te lezen uit een boek binnen dit thema. Op www.entoen.nu en op www.leesplein.nl vind je veel boeksuggesties. t Kies een boek dat je zelf mooi vindt en probeer je voor te stellen dat je het aan kinderen (op je stageschool) voorleest. t Probeer een mooi afgerond stuk te vinden (een kort verhaal mag ook). t Probeer eerst eens hardop of het boek ook lekker voorleest. Je weet dan meteen hoe lang je ongeveer over een bladzijde doet. t Zorg dat er niet te veel personen in voorkomen, anders moet je zo veel uitleggen van tevoren. Te veel verschillende personen is ook lastig voor je publiek, het wordt dan misschien te ingewikkeld. t Het voorlezen van de inleiding plus het fragment mogen maximaal vijf minuten in beslag nemen. Het minimum is drie minuten. t Voor de schoolwedstrijd en de landelijke finale mag hetzelfde fragment worden gelezen. Het hoeft niet. Voorleestips t In een korte inleiding vertel je de titel van het boek, de auteur en wat er voorafging aan het fragment dat je gaat voorlezen. Een minuut is genoeg. t Oefen het voorlezen heel goed. Vraag of iemand wil luisteren en commentaar wil geven. Laat die persoon eventueel eerst de voorleestips lezen en het juryformulier bekijken. t Zorg dat je het fragment heel goed begrijpt. Lees nog eens wat eraan voorafging. t Lees niet te snel voor. Neem de tijd of zoek een korter fragment. t Spreek duidelijk. Gebruik je eigen stem. Let op de juiste klemtonen. t Probeer contact te houden met je publiek. Probeer zo nu en dan de luisteraars aan te kijken. t Probeer niet toneel te spelen. Gebruik geen overdreven stemmetjes. Als je verschillende personages een ander stemgeluid wil geven, doe dat dan met een heel klein verschil in je eigen stem. Als je altijd dicht bij je eigen stem blijft dan is dat ook prettig voor de luisteraar. Het gaat om boeiend voorlezen! t Je kan wel je stem gebruiken om de sfeer van het verhaal duidelijk te maken. Je kunt hard en zacht afwisselen. Je kunt in tempo variëren. Je stem kan bedroefd klinken of blij, of boos, dreigend of geheimzinnig, als het maar past bij het verhaal. t Schreeuw nooit. Dat is ook beter als je met een microfoon moet voorlezen. t Verspreken is niet erg. Even goed ademhalen en rustig opnieuw beginnen.
13
BIJLAGE 2 - JURYFORMULIER
KOPIEERBLAD
Naam voorlezer Titel boek/naam auteur
matig 6
voldoende 7
goed 8
uitstekend 9
perfect 10
Opmerkingen:
14
1.
De nadruk wordt steeds op de goede plaats gelegd.
2.
De kandidaat leest in een prettig tempo voor. (niet te snel, niet te langzaam)
3.
Er zijn tempowisselingen waar dat nodig is.
4.
Het stemgebruik past bij het verhaal.
5.
De emotie wordt juist overgebracht.
6.
De kandidaat kijkt het publiek zo nu en dan eens aan.
7.
Het publiek wordt helemaal meegevoerd in het verhaal.
8.
De kandidaat is verstaanbaar.
9.
De fragmentkeuze is: (denk aan: originaliteit, mooi geheel of spannend open einde)
10. Landelijke finale: Het voorlezen van de onvoorbereide tekst:
TOTAAL AANTAL PUNTEN:
Deze kandidaat maakt kans te winnen.
nee
ja, misschien op plaats
(1, 2 of 3)
BIJLAGE 3 - PROVINCIALE SERVICE ORGANISATIES contactpersonen, adressen en telefoonnummers
t
Biblionet Groningen De Mudden 18 - 9747 AW, Postbus 2503 - 9704 CM, Groningen Mw. M. de Groot (Margreet),
[email protected], 050 365 01 30
t
Biblioservice Gelderland Zeelandsingel 40 - 6845 BH, Postbus 9052 - 6800 GR, Arnhem Mw. I. Bon (Ingrid),
[email protected], 026 386 02 33 Mw. C. Melissen (Constance),
[email protected], 026-3860266
t
Bibliotheekhuis Limburg Mercator 1 - 6135 KW, Postbus 5125 - 6130 PC, Sittard Mw. E. Cuijpers (Elly),
[email protected], 046 420 80 09
t
Bibliotheekservice Fryslân Zuiderkruisweg 4 - 8938 AP, Postbus 7507 - 8903 JM, Leeuwarden Mw. J. Straatsma (Janneke),
[email protected], 058 284 77 21
t
BISC - Bibliotheek Service Centrum Onderdoor 160 - 3995 DX, Postbus 650 - 3990 DR, Houten Mw. M. van der Meij (Mieke),
[email protected], 030 635 46 35
t
Cubiss Statenlaan 4 - 5042 RX, Postbus 90114 - 5000 LA, Tilburg Mw. M. Bolte (Marion),
[email protected], 013 465 67 00
t
Overijsselse Bibliotheek Dienst Van Alphenstraat 11 - 7442 TW, Postbus 228 - 7440 AE, Nijverdal Mw. C. Bruggink (Carry),
[email protected], 0548 63 44 44
t
Biblionet Drenthe/afdeling Leespromotie en Communicatie Postbus 78 - 9400 AB, Assen Mw. E.A. Huizenga (Evelien),
[email protected], 0592 38 11 57
t
ProBiblio, Noord- en Zuid Holland Opaallaan 1180 - 2132 LN, Postbus 485 - 2130 AL, Hoofddorp Mw. Gertruud Beemster,
[email protected], 023 55 46 186
t
SFB - Servicecentrum Flevolandse Bibliotheken Oostvaardersdijk 01-13 8242 PA Lelystad Mw. S. Timmerman (Susan),
[email protected], 0320 26 95 51
t
Zeeuwse Bibliotheek Kousteensedijk 7 - 4331 JE, Postbus 8004 - 4330 EA, Middelburg Mw. S. Mes-Meijs (Sjannie),
[email protected], 0118 65 42 53
15
Draaiboek
VOORLEESWEDSTRIJD PABO’S