Installatieeisenbij renovatie minimaleeisenvoordenieuw geplaatsteinstallatiesofde vernieuwdeinstallatiesbij i d i t ll ti bij renovatiesenfunctiewijzigingen 2015 PatrikDePaep
[email protected] pdepaep@depaep be
Achtergrond Revisie EPDB 2010/31/EU – art.8: • Eisen voor technische bouwsystemen • Voor bestaande gebouwen • Voor nieuwbouw heeft Vlaanderen de keuze gemaakt voor EPB-eisen • Voor het verplaatsen, verbeteren, uitbreiden vervangen of vernieuwen van installaties • Invoering van slimme meetsystemen stimuleren • Vlaanderen Vl d ki kiest voor deeleisen d l i , handhaving h dh i en meting i • http://www.energiesparen.be/epb/bijlagen Bijlage XII
Toepassing • Renovaties met vergunnings vergunnings- meldingsplicht • Aanvraag na 1 januari 2015 • Vlaanderen (Brussel eigen eisenpakket, Wallonië bekijkt) • Bestaande gebouwen bij renovatie of functiewijziging • Geen verplichting om ongewijzigde installaties te optimaliseren • Wél bij ook kleine aanpassingen: • nieuwe radiator • eisen van toepassing op gans de verwarmingsinstallatie • uitzonderingen via aangetekend schrijven binnen de 9 maand na aanvraag: http://www.energiesparen.be/epb/uitzonderingen
Toepassing • EPB verslaggever maakt in opdracht van de AANGIFTEPLICHTIGE een startverklaring en EPB-aangifte waarin de prestaties gerapporteerd zijn
• Controle na beëindiging werkzaamheden
• Boetes zoals in EPB wetgeving
Toepassing Nieuwbouw
Renovatie
Concept
K-peil
Gebouwschil
NEB verwarming oververhitting
U max R min
E-peil
I t ll ti Installaties
Ventilatie
U max R min
Installatie-eisen
Ventilatie-eisen
Ventilatie-eisen
NIET van Toepassing • Geen individuele eisen • Nieuwbouw • Ongewijzigde bestaande installaties • Werken zonder vergunning / melding • Dossiers met eenvoudige samenstelling http://www ruimtelijkeordening be/NL/Beleid/Vergunning/Werkenaanenronddewoning/ http://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Beleid/Vergunning/Werkenaanenronddewoning/ Uitbreiden • Niet voor afzonderlijke toestellen / producten (Ecodesign label)
Eisenpakket 1. Centrale verwarming gg gevoed met aardgas g of vloeibare brandstoffen 2. Centrale verwarming met een elektrische WP 3. Elektrische verwarming 4. SWW via elektrische boilers en elektrische doorstromers 5. SWW circulatieleidingen 6. Koeling: ijswatersystemen 7. Ventilatie: D systemen 8. Verlichting, niet residentieel 9 Energieverbruiksmeters: grote installaties 9. Aanraders: isolatie van leidingen en kanalen
1. CV ketel
1. CV ketel D installatie De i t ll ti h heeft ft een minimaal i i l iinstallatierendement t ll ti d t van 84% (HS) Vb. Cube One 24/35 met radiatoren • deellast rookgasrendement:
107 7% (HI) 107,7%
• keteltemperatuur bij meting
30°C
• ontwerp retourtemperatuur
65°C 65 C
• Strafpunten: 2%) 9 opgesteld binnen beschermd volume (anders -2%) ¾ met weersafhankelijke regeling (anders -5%) g en accessoires zijn j conform g geïsoleerd ((anders -5%)) 9 leidingen 9 met zoneregeling en thermostatische kranen (anders -5%)
inst = 0,9 x [107,7% + 0,003(30°C – (6,4°C + 0,63 x 65°C)] – 5% = 87%
1. CV ketel
1. CV ketel D installatie De i t ll ti h heeft ft een minimaal i i l iinstallatierendement t ll ti d t van 84% (HS) Vb. Vitodens 333F op vloerverwarming • deellast rookgasrendement:
109% (HI)
• keteltemperatuur bij meting
30°C
• ontwerp retourtemperatuur
25°C 25 C
• Strafpunten: 2%) 9 opgesteld binnen beschermd volume (anders -2%) 9 met weersafhankelijke regeling (anders -5%) g en accessoires zijn j conform g geïsoleerd ((anders -5%)) 9 leidingen 9 met zoneregeling en thermostatische kranen (anders -5%)
inst = 0,9 x [109% + 0,003(30°C – (6,4°C + 0,63 x 25°C)] = 100%
1. CV ketel
1. CV ketel D installatie De i t ll ti h heeft ft een minimaal i i l iinstallatierendement t ll ti d t van 84% (HS) Vb. Isotwin C25 met radiatoren • deellast rookgasrendement:
90 5% (HI) 90,5%
• keteltemperatuur bij meting
30°C
• ontwerp retourtemperatuur
65°C 65 C
• Strafpunten: 2%) 9 opgesteld binnen beschermd volume (anders -2%) 9 met weersafhankelijke regeling (anders -5%) g en accessoires zijn j conform g geïsoleerd ((anders -5%)) 9 leidingen 9 met zoneregeling en thermostatische kranen (anders -5%)
inst = 0,9 x [90,5% + 0,003(30°C – (6,4°C + 0,63 x 65°C)] = 77%
2. Elektrische warmtepompen Elektrische warmtepompen De installatie heeft een minimale seizoensprestatiefactor (SPF). De minimale SPF hangt af van het soort warmtepomp. De bepaling van de SPF gebeurt volgens de bestaande methodiek van de E-peilberekening voor nieuwbouw.. i b
3. Elektrische verwarming Directe elektrische verwarming Mag niet meer bedragen dan 15 W per m² bruikbare ruimte- of lokaaloppervlakte
4. Elektrisch SWW Elektrische boilers en doorstromers Het maximale vermogen Pel = max [ 2,5 ; 2,5 + 0,05 * (opp. – 150m²)] kW waarbij opp. = het bruto vloeroppervlakte van het gebouw
5. Circulatieleidingen Ci Circulatieleidingen l ti l idi leidingen vanaf ¾” staal, 22 Cu • leidingen en accessoires voor het transport van warm verwarmingswater; • leidingen die op temperatuur worden gehouden met een elektrische weerstandsverwarming; • leidingen en accessoires voor het transport van warm tapwater (SWW), voor elk leidingsegment met een geforceerde circulatie; • leidingen en accessoires voor het transport van koelwater met een p < 20°C;; temperatuur • luchtkanalen vanaf Ø 250.
6. Ijswatersystemen Ijswatersystemen De installatie heeft een minimaal installatierendement afhankelijk van gedrag bij deellast, isolatie van zijn leidingen en regeling. De fabrikant dient zijn rendement op te geven voor Vlaanderen !!
7. Balansventilatie Ventilatiesystemen Een ventilatie systeem D moet een warmteterugwinningsrendement van minimum 75% hebben. (Het rendement wordt berekend in functie van het testrendement van de warmteterugwinning en een aantal karakteristieken van de installatie zoals de luchtdichtheid en isolatie van de kanalen, regelingen ...) Andere ventilatiesystemen (A, ( B en C) moeten niet aan bepaalde eisen voldoen.
8. Verlichting NIET Residentiëel http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/epb/doc/bestemming en.pdf
Eis: Maximaal equivalent specifiek geïnstalleerd vermogen (W/m²) • Max vermogen is afhankelijk van het ruimtetype (tabel) • Correctiefactoren C f voor sturing • Enkel vaste verlichtingstoestellen • Inclusief I l i f vermogen van ballasten b ll t en transformatoren t f t
8. Verlichting Wat met !? • Visueel comfort • Ontwerper blijft belast met de eisen opgenomen in de“welzijnswet” (omgevingsfactoren en fysische agentia) http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=611 • Norm voor werkplekverlichting NBN EN 12464-1
Praktisch: een doordacht ontwerp voldoet aan de eisen (hotel: toegangskaart b d ijf bewegingsdetector) bedrijf: b i d t t )
9. Energieverbruiksmeters • Nominaal vermogen: Ketels > 70 kW
brandstofmeter
Ketels > 400 kW
calorimeter
• Elektrisch compressor vermogen: Warmtepompen > 10 kW
meter voor het elektrisch verbruik
Warmtepompen > 100 kW
meter voor de hoeveelheid nuttige energie
Ij Ijswaterinstallatie t i t ll ti > 10 kW
meter t voor het h t elektrisch l kt i h verbruik b ik
Ijswaterinstallatie > 100 kW
meter voor de hoeveelheid koelenergie
Aanbevelingen
Hoe Voldoen ? Rekeninstrument: in Microsoft Excel
Info http://www.energiesparen.be/epb/eiseninstallaties http://www2 vlaanderen be/economie/energiesparen/epb/doc/epbeiseninstallaties pdf http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/epb/doc/epbeiseninstallaties.pdf http://www.energiesparen.be/epb/bijlagen http://www.energiesparen.be/epb/wijzigingen
Vragen:
[email protected] g @
Wie
Architect
Installateur
Fabrikant
Energiezuinige Technieken