Inspraakreacties Structuurvisie Gemeente Millingen aan de Rijn Ontwerp
Inspraakreacties Structuurvisie Gemeente Millingen aan de Rijn Ontwerp
Rapportnummer:
213x00327.067519_1
Datum:
21 november 2012
Contactpersoon opdrachtgever: Marcel van den Berg Projectteam BRO:
Susanne de Geus
Trefwoorden:
-
Bron foto kaft:
BRO abstract 4
Beknopte inhoud:
-
BRO Hoofdvestiging Postbus 4 5280 AA Boxtel Bosscheweg 107 5282 WV Boxtel T +31 (0)411 850 400 F +31 (0)411 850 401
Inhoudsopgave
pagina
1. INLEIDING
3
2. BEHANDELING INSPRAAKREACTIES
5
1. Reactie Dienst Landelijk Gebied – regio oost 2. Reactie Gasthuis Sint Jan de Deo 3 Reactie Burgerplatform Millingen 4 Reactie ZLTO 5. Reactie Kamer van Koophandel Centraal Gelderland 6. Reactie Waterschap Rivierenland 7. Reactie Provincie Gelderland 8. Ambtelijke wijzingen en aanvullingen
5 6 7 16 17 18 20 21
23
BIJLAGEN – DE COMPLETE INSPRAAKREACTIES
25 27
Reactie DLG – regio oost per mail d.d. 16 oktober 2012 Reactie Burgerplatform Millingen
Hoofdstuk 0
1
1.
INLEIDING
De ontwerpstructuurvisie voor de gemeente Millingen aan de Rijn heeft van vrijdag 5 oktober tot en met donderdag 1 november ter inzage gelegen. Tijdens deze periode, heeft op dinsdag 23 oktober een informatieavond plaatsgevonden. Gedurende de inspraakperiode zijn 7 reacties door het College van Burgemeester en Wethouders ontvangen: Dienst Landelijk Gebied – regio Oost. Gasthuis Sint Jan de Deo Burgerplatform Millingen ZLTO Kamer van Koophandel Centraal Gelderland Waterschap Rivierenland Provincie Gelderland Tijdens of naar aanleiding van de informatieavond op 23 oktober 2012 zijn geen mondelinge of schriftelijke zienswijzen ontvangen. In deze rapportage zijn de reacties samengevat en door het College van Burgemeester en Wethouders behandeld en van een antwoord voorzien. De complete reacties zijn als bijlage opgenomen. Daarnaast zijn er enkele ambtelijke wijzigingen c.q. aanvullingen opgenomen, waaronder als gevolg van de behandeling van de ontwerpstructuurvisie in de raadscommissie.
Hoofdstuk 1
3
4
Hoofdstuk 1
2.
BEHANDELING INSPRAAKREACTIES
1.
Reactie Dienst Landelijk Gebied – regio oost
Kern reactie 1. Aangegeven wordt dat het project Millingerwaard geen initiatief is van Rijkswaterstaat, maar dat het een NURG-project is met de DLG (ministerie E&LI) als initiatiefnemer en financier van het project. Verzocht wordt om het zo te verwoorden in de structuurvisie 2. Ook wordt aangegeven dat Staatsbosbeheer ten onrechte als realisator wordt genoemd. Staatsbosbeheer is de beoogd eindbeheerder. De uitvoering van het project vindt plaats door een aannemerscombinatie. 3. Daarnaast wordt gevraagd of het beleid zoals verwoord in de ontwerpstructuurvisie gevolgen heeft voor het project Millingerwaard. Behandeling De gevraagde wijzigingen onder 1 en 2 worden doorgevoerd in de structuurvisie. Het beleid zoals verwoord in de ontwerp-structuurvisie heeft geen directe gevolgen voor het project Millingerwaard. Wel haakt de gemeente Millingen aan de Rijn aan op de kwaliteitsversterking van de Millingerwaard door de voorgenomen ontwikkelingen. Met het oog op versterking van de sector toerisme en recreatie wordt het versterken van de relaties tussen de Millingerwaard en de kern Millingen en specifiek tussen de Rijndijk en het centrumgebied nagestreefd. Met de structuurvisie geeft de gemeente Millingen aan de Rijn aan dat ze in principe open staat voor initiatieven op het gebied van toerisme en recreatie welke aan deze ambitie bijdragen. Gedacht wordt aan initiatieven gerelateerd aan routegerichte recreatievormen (zoals horeca). Maar bijvoorbeeld ook verblijfsrecreatieve voorzieningen. Besluit De structuurvisie wordt aangepast op de onderdelen 1 en 2.
Hoofdstuk 2
5
2. Reactie Gasthuis Sint Jan de Deo Kern reactie 1. Gevraagd wordt om het Gasthuis als enige ouderenvoorziening de plaats te geven van een multifunctioneel centrum voor ouderenzorg, van waaruit een groot deel van de ouderenproblematiek kan worden opgelost, in samenwerking met onder meer de gemeente. 2. Gevraagd wordt om in de structuurvisie de ambitie uit te spreken voor een woonzorgservicezone waarin partijen gezamenlijk de ouderenproblematiek ter hand nemen. 3. Gevraagd wordt om het opnemen van de wens om een autoveerpont te realiseren. Behandeling reactie Ad 1. Het bestuur van de gemeente Millingen aan de Rijn is groot voorstander van een multifunctioneel centrum voor ouderenzorg. Het toenemend aandeel ouderen in de samenleving maakt dit noodzakelijk. Dit is ook uitgesproken in de ontwerpstructuurvisie (onderdeel 3.2 ambitie voor het thema voorzieningen) en vloeit onder andere ook voort uit de gezamenlijk opgestelde Ouderennota. Als gemeente waarderen we het sterk dat een lokale zorgvoorziening hierin een prominente rol vervult / wilt vervullen. Voor de gemeente Millingen is echter niet zo zeer de partij (of combinatie) van belang welke het doel behartigt, maar dat het bereiken van de ambitie dichterbij gebracht wordt. Ad 2. In de structuurvisie (wederom onderdeel 3.2) is reeds de ambitie uitgesproken om samen met de betrokken partijen te werken aan het tot stand komen van een gemeentebrede woonzorgservicezone. Ook hierbij geldt dat het sterk gewaardeerd wordt, wanneer Gasthuis Sint Jan de Deo de samenwerking opzoekt met andere zorgaanbieders (corporaties, welzijnsinstellingen en eventueel andere zorgaanbieders), wanneer dat noodzakelijk is voor het bereiken van de gezamenlijk geformuleerde ambitie (onder andere ook in de Ouderennota). Ad 3. In het onderdeel 5.2 (ambitie ten aanzien van recreatie en toerisme) is opgenomen dat met betrokken partijen de mogelijkheden afgetast worden van het bereiken van een verbeterde oeververbinding richting Rijnwaarden. Aangegeven wordt dar daarbij gedacht wordt aan de opwaardering van de fiets- en voetveer naar een autoveer. Dit maakt Millingen aan de Rijn aantrekkelijker als woon-, werk- en recreatiegemeente. Zoals het Gashuis aangeeft, zijn in eerste instantie de provincie en de gemeente Rijnwaarden hiervan geen voorstander. Dit is met name ingegeven door praktische en financiële argumenten. Voor ons is het een ambitie, waarvoor we voor het bereiken daarvan in gesprek zullen blijven met betrokken partijen. Onder andere
6
Hoofdstuk 2
naar aanleiding van deze opmerking van het Gasthuis, zullen we in de definitieve structuurvisie deze ambitie ook verwoorden in het themaonderdeel verkeer en infrastructuur. Besluit De structuurvisie wordt aangepast op het onderdeel 3.
3
Reactie Burgerplatform Millingen
Introductie op wijze behandeling reactie Burgerplatform Millingen Het Burgerplatform Millingen (voortaan BPM) heeft op 27 september ten behoeve van haar reactie op de ontwerpstructuurvisie een speciale bespreking georganiseerd, waarvoor een vertegenwoordiging van de Millingse samenleving uitgenodigd was. Tijdens deze bespreking waren 10 personen aanwezig, waaronder enkele leden van het BPM. Op basis van deze bijeenkomst is een reactie geformuleerd, bestaande uit: Een aanbiedingsbrief d.d. 24 oktober, met een algemene reactie. Een document met de resultaten van de bespreking op 27 september. Een bijlage document met een opsomming van alle besproken elementen. Deze reactie behandelen we als volgt: 1. Eerst gaan we in op de reactie zoals verwoord in de aanbiedingsbrief. 2. Vervolgens behandelen we de reactie t.a.v. opzet en overkoepelende visie. 3. – 8. Daarna behandelen we de thematische reacties (geclusterd per thema), waarbij we telkens de opmerking kort weergeven en daarna cursief de reactie. 9 De suggesties in de bijlage hebben we algemeen behandeld. 10 Als afsluiting volgt een conclusie ten aanzien van de wijzigingen en aanvullingen naar aanleiding van de reactie van het BPM.
1a Kern algemene reactie dhr. P. van Dam verwoord in aanbiedingsbrief d.d. 24-10‘12 Het BPM is van mening dat er met de structuurvisie geen sprake is van een visie. Benoemd wordt dat de structuurvisie wensen en ideeën benoemd, waarvan de wenselijkheid en ook de haalbaarheid niet aangetoond is. Gevraagd wordt om na te denken over het toekomstig ruimtelijk beleid en over de wenselijke ontwikkelingsrichtingen op de lange termijn. Gevraagd wordt aan de raad om de structuurvisie niet vast te stellen. Gevraagd wordt om na te denken over bedreigingen voor het dorp die serieus genomen dienen te worden.
Hoofdstuk 2
7
1b Behandeling algemene reactie De gemeente waardeert de inzet van het BPM. Wanneer gekeken wordt naar de inhoudelijke opmerkingen en suggesties in het document zelf, dan staaft dit niet de negatieve conclusie zoals die verwoord is in de separaat opgestelde, algemene aanbiedingsbrief. De meerderheid van de suggesties en voorstellen uit het reactiedocument, zijn namelijk ook duidelijk verankerd in de structuurvisie zelf (of vormen een concretisering / een detaillering van keuzen en ambities zoals opgenomen in de structuurvisie). Het gemeentebestuur zou het zeer gewaardeerd hebben een dergelijke inbreng reeds bij aanvang van het structuurvisietraject ontvangen te hebben van het BPM. Bij aanvang van het structuurvisietraject is deze vraag (onder andere middels een overleg), ook voorgelegd aan het BPM. We zijn daarom zeer verheugd, dat ondanks dat het BPM op dat moment bij de start van de structuurvisie van die gelegenheid geen gebruik heeft gemaakt, te merken dat er zoveel overeenkomsten zijn tussen de inhoud van de boodschap van het BPM en de inhoud van de structuurvisie. We zijn het niet eens met de oproep van het BPM aan de gemeenteraad van Millingen aan de Rijn om de structuurvisie niet vast te stellen. De Structuurvisie laat op een zeer gestructureerde en integrale manier zien welke visie we hebben op de ruimtelijke ontwikkeling van onze gemeente, waarbij een voor iedereen duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de zaken die de gemeente moet doen, wil doen en wil voorkomen. De vele overeenkomsten tussen de inhoud van het reactiedocument en de inhoud van de structuurvisie, laten zien dat de structuurvisie aansluit bij de gedachten en opgaven voor Millingen zoals die bij het BPM en de mensen in de samenleving leven. Om de structuurvisie aan te laten sluiten bij hetgeen in de samenleving leeft en het gemeentebestuur het belangrijk acht, de (maatschappelijke) haalbaarheid af te tasten en ook al een stap te zetten richting van de ‘realisatie’ van de structuurvisie, heeft er meerdere malen overleg plaatsgevonden met partijen uit de samenleving (naast overleg met de gemeenteraadsleden): Een bijeenkomst met een klankbordgroep waarin partijen uit de samenleving vertegenwoordigd zijn (als corporatie, ondernemingsvereniging, LTO, Sint Jan de Deo). Tijdens deze bijeenkomst is gevraagd de belangrijkste opgaven en aandachtspunten aan te dragen en zijn ter reactie de eerste hoofdlijnen gepresenteerd. Ook is de conceptstructuurvisie ter reactie aan de klankbordgroep voorgelegd. Twee bijeenkomsten met een vertegenwoordiging van het BPM. Tijdens de eerste werd gevraagd om de opgaven en aandachtspunten voor de structuurvisie aan te dragen. Tijdens de tweede werd gevraagd om te reageren op en aanvulling te leveren op de eerste hoofdlijnen voor de structuurvisie zoals die op dat moment op tafel lagen. De notitie zoals nu gevoegd bij de algemene aanbiedingsbrief, met per thema suggesties, hadden we graag tijdens een van die beide eerdere momenten ontvangen. Aangezien de inhoudelijke elementen zoals
8
Hoofdstuk 2
opgenomen grotendeels in lijn zijn met de inhoudelijke elementen van de structuurvisie, zien we dat als een bevestiging dat we op de goede weg zijn. Het bestuur van de gemeente Millingen beoogt met de structuurvisie meerdere doelen te bereiken: 1. Verankeren toekomstige wenselijke ontwikkelingsrichting 2. Afwegingskader voor initiatieven uit de samenleving 3. Inspiratiekader en uitnodiging voor initiatieven uit de samenleving 4. Verankeren van kostenverhaal Ten aanzien van de wenselijke ontwikkelingsrichting beschrijft de structuurvisie in het algemeen en per thema de richting op hoofdlijnen. De structuurvisie is opgesteld vanuit het besef dat er sprake is van een nieuwe werkelijkheid, waarin de motor van de ruimtelijke ordening (vastgoed ontwikkelen t.b.v. winstbejag door ontwikkelende partijen) stil ligt. Dynamiek in een gebied wordt hoofdzakelijk geïnitieerd door bewoners en ondernemers in dat gebied, gericht op het verbeteren van de eigen situatie. Ook de overheidsmiddelen zijn drastisch geslonken en nog maar heel beperkt aanwezig. Dit betekent dus dat er een einde gekomen is aan de ruimtelijke ordening, waarbij gewerkt werd naar een maakbaar eindbeeld en de overheid investeerde in de kwaliteit van het gebied en hoge ambities kon verwezenlijken ten aanzien van de inrichting van de openbare ruimte. RO is gegaan van ruimtelijk ordening naar met name ruimtelijk organiseren. Bij het regie voeren op initiatieven van derden ligt het accent. Eigen ontwikkelingen zijn beperkt tot enkele accupunctuur-investeringen, daar waar dat echt prioriteit heeft en financieel haalbaar is. De gemeente is grotendeels afhankelijk van andere partijen voor het realiseren van de door haar beoogde doelen. Met de structuurvisie geeft de gemeente Millingen aan de Rijn de door haar gewenste ontwikkelingsrichting weer, waarbij ze beoogt aan te sluiten bij hetgeen door de samenleving als wenselijk wordt gezien. Met de structuurvisie nodigt de gemeente andere partijen in de samenleving en de bewoners en ondernemers in de gemeente uit, om samen te werken aan het bereiken daarvan door het ontplooien van initiatieven en het realiseren van investeren die passen binnen de bandbreedte van de ontwikkelingsrichting. Juist door de structuurvisie te structureren naar de verschillende regievormen (gemeentelijke basisverantwoordelijkheid, gemeentelijke ambitie waaraan de gemeente samen met andere partijen beoogt te werken, kansen die de gemeente mogelijk wil maken waarvoor derden initiatieven dienen te ontplooien en dingen die de gemeente wenst te voorkomen), geeft de gemeente blijk van haar besef van de noodzaak van samenwerking / afhankelijkheid en nodigt ze andere partijen expliciet uit.
Hoofdstuk 2
9
2a. Kern reactie t.a.v. opzet en overkoepelende visie 1. De gehanteerde opzet wordt als een te sterk keurslijf opgevat, waardoor tevens ook de samenhang tussen de thema’s onvoldoende duidelijk wordt. 2. Een duidelijke integrale visie wordt gemist op de gewenste toekomstige ontwikkeling van het dorp Millingen aan de Rijn. Deze visie zou als opdracht voor de toekomst kunnen dienen, in de situatie van het gebied Millingen in de geherindeelde situatie van een MUG-gemeente. Aangegeven wordt dat in die toekomstvisie benoemd dient te worden, welke eisen er liggen ten aanzien van de (aanpassing van de) ruimtelijke structuur als gevolg van trends en veranderende behoeften (waarbij gedacht kan worden aan toenemende recreatie en het feit dat Millingen meer een forensendorp geworden is. In de reactie wordt een aantal kernbegrippen benoemd voor die integrale visie: vriendelijk, boeiend en mooi om in te wonen; woningaanbod dient te passen bij draagkracht en levensfasen; dorp aantrekkelijk voor bewoners en aantrekkelijk voor toeristen; ruimte bieden aan bedrijvigheid die de karakteristiek van het dorp versterkt. De structuurvisie zou in de mening van het BPM moeten beschrijven hoe de transformatie vormt dient te krijgen, waardoor Millingen aan de genoemde kernbegrippen voldoet. 3. In de reactie wordt aangegeven dat het jammer is dat de structuurvisie met name intern gericht is. Gevraagd wordt om de structuurvisie grensoverschrijdend uit te werken. 4. Er worden te weinig keuzes gemaakt, te veel begrippen als ‘ eventueel’ .
2b. Behandeling reactie t.a.v. opzet en overkoepelende visie Ad 1: De structuurvisie is zo opgesteld, dat mensen met interesse voor een bepaald beleidsveld, daar snel op in kunnen zoomen. Bij het beschrijven en toelichten van de beleidskeuzen zijn koppelingen gelegd met relevante andere beleidsterreinen. Als introductie en in onderdeel 1 is op hoofdlijnen de integrale overkoepelende visie en rode draad benoemd, daar is ook de kaart opgenomen. De sectorale onderdelen vloeien hieruit voort en dragen bij aan het bereiken van de overkoepelende visie. Voor de duidelijkheid en om in te kunnen zoomen op een bepaald beleidsveld, is het noodzakelijk om een indeling in thema’s op te nemen. Ad 2: In de inleiding en onderdeel 1 is de overkoepelende rode draad opgenomen, ook gevisualiseerd in de structuurvisiekaart. De kernbegrippen die als suggestie opgenomen worden voor de integrale visie, zijn allen opgenomen in de structuurvisie. Deels in de overkoepelende rode draad en verder uitgewerkt bij de specifieke thema’s (zie ook de behandeling van de themareacties hierna). De structuurvisie houdt duidelijk rekening met trends (worden ook telkens beschreven in de introductie per thema) en tracht waar mogelijk daarop voor te sorteren, danwel erop voort te borduren. In de reactie wordt gesproken over
10
Hoofdstuk 2
-
-
het transformeren van Millingen richting de kernbegrippen zoals aangehaald in de reactie waarmee de integrale visie geduid kan worden. Zoals in de reactie op de aanbiedingsbrief onderbouwd, is de stuur- en maakbaarheid van de samenleving door de overheid heel beperkt. Vanuit dat besef is de structuurvisie opgesteld. Kansen worden benoemd, hoofdkeuzen beschreven, benoemd wat de overheid ambieert te doen en mensen worden uitgenodigd om initiatieven in de wenselijke richting te ontplooien. Ad 3. We beseffen ons terdege dat Millingen geen eiland is, we maken onderdeel uit van de samenleving en het gebied is onlosmakelijk onderdeel van het grotere geheel. In de introductie van de structuurvisie hebben we ook aangegeven dat we ieder vraagstuk op een bovengemeentelijk schaalniveau benaderen. Het oprekken van de structuurvisie naar een regionaal niveau geschiedt in het kader van de strategische visie die opgesteld gaat worden in 2013 ten behoeve van de nieuwe gemeente Millingen – Ubbergen – Groesbeek. De gemeentelijke structuurvisie brengt de gemeente Millingen daarvoor als basis is, inderdaad als een ‘opdracht’ voor de toekomst vanuit de Millingse samenleving. Om grip te krijgen op welke elementen de Millingse gemeenschap nu van het grootste belang acht voor de toekomst van Millingen, ook voor haar kinderen, heeft het gemeentebestuur van Millingen een enquête uitgeschreven. Er is sprake van een grote respons. Ad 4. Het gemeentebestuur van Millingen wil zeker keuzes maken in de structuurvisie, waar dat haalbaar is vanuit verschillende opzichten: technisch, maatschappelijk, ruimtelijk, financieel. Gezien eerdere toelichting bij ad. 2, is er sprake van een grote mate van onzekerheid en afhankelijkheid, dat verklaart de wijze van formulering. Bij het aanpassen van de structuurvisie zullen we kritisch zijn ten aanzien van formuleringen waar het BPM aandacht voor vraagt.
3. Behandeling reacties thema wonen Levensloopbestendig woningbezit stimuleren. Woningvoorraad voldoende divers is, zodat mensen hun hele leven in Millingen kunnen blijven wonen. Bij nieuwbouw vooral starters- en seniorenwoningen. Deze hoofdlijn maakt onderdeel uit van de structuurvisie, zie bijvoorbeeld onderdeel 2.1 keuze 1 ‘ het bieden van voldoende passende woonruimte met een specifiek accent op ouderen, starters en jonge gezinnen’ + keuze 2 ‘ het bieden van condities voor levensloopbestendige wijken’ + onderdeel 2.2. keuze 1 ‘ het behouden van de jeugd, startende gezinnen en senioren in de gemeente’. Meer speelterreinen op veilige plekken voor jeugdigen. Dit element is een uitwerking van de hiervoor benoemde keuze 1 bij onderdeel 2.2.. Opgenomen is daar bijvoorbeeld dat van belang is ‘ behoud van een aantrekkelijke (basis)voorzieningenpakket, goede bereikbaarheid en een leefomgeving met voldoende groen-, speel- en parkeervoorzieningen.
Hoofdstuk 2
11
4. -
Behandeling reacties thema voorzieningen Het Kulturhus. Bibliotheek handhaven in Kulturhus, activiteiten, als voorleeszittingen, film, exposities, ateliers, ballet, muzieklessen voor kinderen in het Kulturhus entameren. Mogelijkheid om ZZP-ers in het Kulturhus werkruimte aanbieden. De vraag wordt gesteld of de ambitie van concentratie en een multifunctioneel gebouw aansluit bij de behoeften van de verenigingen (eigen gebouw en identiteit). De vraag is of ketensamenwerking mogelijk is. Deze reactie betreft de invulling van het Kulturhus, welke we meenemen bij de realisatie daarvan. In de structuurvisie nemen we enkele punten mee. We zijn ons bewust van de wensen van verenigingen. Echter door concentratie en samenwerking kan (de kwaliteit van) de voorziening beter behouden blijven voor het dorp. Het in stand houden van alle accommodaties is te kostbaar.
5.Behandeling reacties thema werken Thema bedrijvigheid in samenwerking met de buurgemeenten; de gemeente onderschrijft dit geheel, in regionaal verband zijn hiervoor afspraken gemaakt. De aanwezigheid- en de activiteiten van de autosloopbedrijven op het bedrijventerrein zijn strijdig met het gewenste groene karakter. Actief streven naar beëindigen vergunningen. Deze situatie is in het verleden ontstaan op basis van mogelijkheden in het bestemmingsplan. Door de werkzaamheden in het kader van het revitaliseren van het bedrijventerrein Molenveld worden deze activiteiten op termijn aan het zicht onttrokken door te planten beplanting in een groene zone tussen de dijk en het bedrijventerrein (zie structuurvisie, onderdeel 4.1, toelichting hoofdkeuze Up to date openbare ruimte en bereikbaarheid en revitalisering bedrijventerrein. Bij het aanpassen van het bestemmingsplan worden de mogelijkheden voor nieuw vestiging van dergelijke bedrijfsactiviteiten ingeperkt. Het actief beëindigen van de bestaande vergunningen is financieel niet haalbaar. Wanneer zich er een gelegenheid aandient, bijvoorbeeld omdat het betreffende bedrijf aangeeft een uitbreidingswens te hebben, dan zal de gemeente dit aangrijpen om tot een verplaatsing te komen van het bedrijf naar mogelijk een regionaal bedrijventerrein. Hierdoor wordt een win-winsituatie bereikt. De deelnemers menen dat een uitbreiding van het bedrijventerrein ongewenst is. Uitbreiding van het bedrijventerrein is ook niet mogelijk conform de regionale afspraken.
12
Hoofdstuk 2
6. Behandeling reacties thema recreatie en toerisme De dijk dient veel meer benut te worden. Betrek hierbij plaatselijke kunstenaars. Het benutten van de kwaliteiten van de dijk, vooral in toeristischrecreatief oogpunt en het versterken van de relatie tussen de dijk en het centrumgebied is ook een van de hoofdkeuzen uit de structuurvisie. Zie ook de structuurvisie, onderdeel 5.2, hoofdkeuze 1 ‘ het nadrukkelijker benutten van de kernkwaliteiten als de ligging aan de rivier’ + hoofdkeuze 2 ‘ het versterken van de relatie tussen de Millingerwaard en het centrumgebied’ . Hierdoor kunnen recreanten verleid worden voorzieningen in het centrumgebied te bezoeken. De suggestie om hierbij ook kunstenaars te betrekken nemen we mee bij de uitwerking van de doelstellingen uit de structuurvisie. Op het parkeerterrein bij de ingang van de Millingerwaard (‘lange paol’) dient toeristische informatie verstrekt te worden. Dit is een uitwerking van hoofdkeuzen zoals opgenomen in de structuurvisie. Duitsers ook ontvangen bij het begin van het dorp aan de Duitse kant door informatie- en Herzlich Willkommen-borden. Dit is een uitwerking van de hoofdkeuzen zoals opgenomen in de structuurvisie. In onderdeel 5.2, bij de toelichting op hoofdkeuze 4 ‘ versterken en aanvullen routestructuren’ is specifiek opgenomen dat de relatie met Duitsland, de oostelijke entree niet aantrekkelijk is en dat we daarvoor als gemeente de samenwerking op zullen zoeken met onze Duitse buurgemeente. Daarnaast vragen we in onderdeel 6.2 in het algemeen aandacht voor de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de entrees van de kernen, zowel oost, west als vanuit zuidelijke en noordelijke richting.
7. Behandeling reacties ruimtelijke kwaliteit Een eventueel centrumplan moet niet ten koste gaan van de kleinschaligheid in het dorp. Centreren is alleen nuttig indien hierdoor de toeristische omzet sterk verhoogt. Onderdeel van de visie voor het centrumgebied is het geven van een ‘ hart’ aan Millingen, zowel in de buitenruimte als binnen (kulturhus). Wat betreft concentratie van voorzieningen, is het doel dat de voorzieningen elkaar kunnen stimuleren: klanten van de ene winkel kunnen eenvoudig bij de andere winkel naar binnen gaan. Concentratie leidt daarmee tot versterking. Op het bereiken van deze concentratiegedachten is de gemeentelijke invloed beperkt. Particuliere ontwikkelende partijen, ondernemers en grondeigenaren dienen hiertoe initiatieven te ontplooien. Als gemeente kunnen we partijen uitnodigen en als gesprekspartner optreden om tot een gezamenlijk gedragen richting te komen. Werk de structuurvisie uit naar drie deelvisies, een deelvisie voor het dorp, een deelvisie voor het buitengebied en een deelvisie voor de Millingerwaard. In onderdeel 6.2 van de structuurvisie hebben we een dergelijke zonering reeds opgenomen, met ook een beschrijving op hoofdlijnen van de ontwikkelingsrichting. In die beschrijving komen een groot deel elementen naar voren die ook
Hoofdstuk 2
13
-
door het BPM aangedragen zijn voor de betreffende deelgebieden. Graag verwijzen we naar onderdeel 6.2 van de structuurvisie. Fleur(!) het dorp op (meer groen, hanging baskets, goed onderhoud bloembakken, meer (beeldende) kunst in de straat, versterk relatie water door water zichtbaar te maken in de openbare ruimte van het dorp). Deze suggesties zijn een uitwerking van de hoofdkeuzen zoals opgenomen in de structuurvisie, zie bijvoorbeeld onderdeel 6.2 onder het kopje ‘ aandachtspunten ruimtelijke kwaliteit’, daar staat elementen als ‘ versterking groen in de kern’ , ‘ aangrijpen van water in ontwikkelingen ter versterking van identiteit en kwaliteit’, ‘ waar mogelijk gekoppeld aan projecten terugbrengen van water en versterking van cultuurhistorische elementen’.
8. Behandeling reacties thema verkeer en infrastructuur Benader het thema en vraagstukken op het gebied van verkeer en infrastructuur regionaal, niet alleen in MUG-verband maar ook met de Duitse buurgemeenten. Lokale discussies over rondweg etc. dienen ondergebracht te worden in een Polderbreed verkeersplan. Hiervan is de gemeente Millingen zich terdege bewust. Het onderzoek naar aanleiding/ noodzaak en haalbaarheid van wijzigingen in de hoofdinfrastructuur zal de gemeente dan ook in samenwerking met de buurgemeenten (inclusief Duitsland) oppakken (zie ook structuurvisie, onderdeel 7.2, toelichting hoofdkeuze 1). De verkeersmaatregel van de 30k-snelheidsbeperking, moet in het dorp actief gehandhaafd worden. Hiervan zijn we ons bewust. Het vraagt echter een mentaliteitsomslag bij de automobilisten. De suggestie om de mogelijkheid tot een autoveer te onderzoeken, stuit op onbegrip en weerstand. De toeristen die we willen trekken komen juist via het bestaande voet-/fietsveer. Wij delen deze mening niet. Door een autoveer wordt Millingen een aantrekkelijkere woonplaats voor mensen die in het knooppunt Arnhem-Nijmegen werken.
9.Behandeling thematische suggesties in bijlage bij de reactie BPM In de bijlage bij het reactiedocument van het BPM zijn allerlei aspecten, elementen en suggesties opgesomd welke naar voren zijn gebracht door de aanwezigen op de avond op 27 september 2012. Aangegeven wordt door de opstellers dat niet alle suggesties door eenieder gedragen worden die opgenomen zijn in dit bijlagendocument. Wanneer we naar de suggesties kijken die thematisch gerubriceerd opgenomen zijn, dat geldt voor een groot deel dat deze gekoppeld zijn aan reacties die ook opgenomen zijn in het hoofddocument en waarop wij in bovenstaande onderdelen al gereageerd hebben. Daarnaast is er ook een groot aantal elementen benoemd,
14
Hoofdstuk 2
waarop wij als gemeente geen sturing hebben om dit daadwerkelijk op die wijze te realiseren, of het betreft elementen die thuis horen in een met name ruimtelijkfunctionele structuurvisie. Ook worden er in de thematische lijsten een (groot) aantal toepasbare en waardevolle suggesties gedaan, die we als gemeente trachten mee te nemen bij de verdere uitwerking van beleid en in de concretisering van projecten en ontwerpen, danwel in gesprek te zetten met betrokken partijen. Voorbeelden hiervan zijn (waarbij de elementen die overeenkomen met de hiervoor behandelde elementen niet meegenomen zijn, het betreft nieuwe genoemde elementen in de bijlage ten opzichte van de elementen die in het hoofddocument genoemd zijn en welke ook niet in de structuurvisie benoemd zijn): Het mengen van woningen voor ouderen ook in de meer reguliere woonwijken, gemengde wijken hebben een toegevoegde waarde; Het regelen van hulpdiensten samen met Kleve, zodat deze sneller op de plaats des onheils zijn; Wanneer de RK kerk in de toekomst mogelijk vrijkomt, dan onderzoeken of deze te gebruiken is voor functies als een theater, of bijzonder wonen. Het organiseren van maatschappelijke bedrijvigheid: voor werklozen en uitkeringsgerechtigden; Het onderzoeken van de mogelijkheden om een aanlegstijger / haven aan te leggen bij de werf; Splitsing woningen faciliteren; Het aanbrengen van domoticavoorzieningen; Ten aanzien van voorlichting Millingerwaard meer samenwerking met Kekerdom, ligt er dichterbij; Ruimte geven aan een functies als bijvoorbeeld lunchroom, sportschool, meditatiecentrum, sauna/wellness, kunstatelier, educatieve voorzieningen al dan niet gerelateerd aan de universiteit; Het aanleggen van open zwemwater; Stimuleer het rondje-pondje het hele jaar; Realiseer een rosarium met een muziekkiosk, intieme pleintjes; Meer trapjes op de dijk; De relatie dorp-rivier versterken via het Pieterpad en realiseren van een aanlegsteiger voor de Duitse rondvaartboten.
10.Besluit naar aanleiding van behandeling reactie BPM Naar aanleiding van de brief, het reactiedocument en de behandeling daarvan wordt de structuurvisie op de volgende delen aangevuld: Naar aanleiding van BPM-reactie 2b, a4: we zullen bij de aanpassing van de ontwerpstructuurvisie tot definitieve structuurvisie kritisch zijn op de hantering van voorzichtige begrippen als ‘ eventueel’ , ‘ mogelijk’ e.d..
Hoofdstuk 2
15
-
-
Naar aanleiding van BPM-reactie 4: de suggesties ten aanvulling van de invulling van / het programma van het kulturhus zullen we verwoorden in de structuurvisie als inspiratie en uitnodiging aan betrokken partijen. Naar aanleiding van BPM-reactie 6: wordt in de structuurvisie aangegeven dat gerenommeerde lokale kunstenaars betrokken zullen worden bij de gedachtenvorming (en het bepalen van activiteiten) rondom het versterken van de kernkwaliteiten van de dijk en de relatie tussen de dijk en het centrumgebied.
Daarnaast is bij de behandeling van veel elementen aangegeven dat de opmerking een nadere concretisering betreft van keuzen die reeds in de structuurvisie verankerd zijn. Bij de behandeling van die reacties is aangegeven dat die elementen waar mogelijk meegenomen worden bij de verdere uitwerking van de hoofdkeuzen uit de structuurvisie, danwel het in gesprekken met betrokken partijen ingebracht zal worden.
4
Reactie ZLTO
Kern reactie 1 Agrarische bedrijven vormen een belangrijke pijler onder de leefbaarheid en vitaliteit van het landelijk gebied. In de ontwerpstructuurvisie wordt vooral ingezet op recreatie en toerisme, in het decor van het landschap. Er is onvoldoende aandacht voor de rol van de agrarische sector en de ontwikkelruimte die ze zouden moeten krijgen om duurzame ontwikkeling rendabel te kunnen maken. Recreatie-initiatieven mogen hiervoor niet belemmerend werken. 2 De ZLTO doet een oproep aan de gemeente om samen met de ZLTO een betere uitwerking te maken van de ontwikkelruimte die past bij een op de toekomst gerichte agrarische sector. 3 De ZLTO verzoekt de gemeente om de ontwikkeling voor groenontwikkeling goed aan te laten sluiten bij de specifieke landschapswaarden van het gebied. Met name wordt gevraagd om zorgvuldig om te gaan met haagstructuren in het open landschap. Behandeling reactie Ad 1 Het is ook het uitgangspunt van de gemeente om bij het beoordelen van nieuwe initiatieven en bij de herziening van het bestemmingsplan buitengebied ervoor zorg te dragen dat nieuwe initiatieven op het gebied van recreatie niet belemmerend mogen werken voor de duurzame ontwikkeling van aangrenzende agrarische bedrijven. Ad 2. Wat betreft de oproep aan de gemeente om samen met ZLTO een betere uitwerking te maken van de ontwikkelruimte die past bij een op de toekomst gerichte agrarische sector, geven we aan, dat het belang van een gezonde agrarische sector zeker wordt erkend in de structuurvisie. De structuurvisie is echter niet een juridisch bindend plan. Bij de herziening van het bestemmingsplan bui-
16
Hoofdstuk 2
-
tengebied zal de gemeente samen met de ZLTO en andere belanghebbende partijen kijken hoe de verschillende belangen kunnen worden afgewogen. Ad 3 Het is zeer zeker het uitgangspunt van de gemeente om de groenstructuren goed aan te laten sluiten bij de specifieke landschapswaarden van het gebied. De gemeente volgt de uitgangspunten van het Landschapsontwikkelingsplan en het Gemeentelijke Uitvoeringsplan en zorgt voor gevarieerde plannen, waarmee eenzijdigheid in de landschapsontwikkeling wordt voorkomen.
Besluit Naar aanleiding van deze reactie is aanpassing niet aan de orde.
5.
Reactie Kamer van Koophandel Centraal Gelderland
Kern reactie 1. De kamer van koophandel onderschrijft de noodzaak om horeca en detailhandel te versterken in het centrumgebied. Maar vraagt om dit niet te laten plaatsvinden in de vorm van uitbreiding van m2 detailhandelsvoorzieningen. Ze verwijzen hiervoor ook graag naar de detailhandelsstructuurvisie van de gemeente. 2. De kamer onderschrijft de ambitie om de sector toerisme en recreatie te versterken, hiervoor zijn zeker kansen. Ze benadrukt dat het hiervoor noodzakelijk is de samenwerking in de regio op te zoeken en ook grensoverschrijdend, met Duitsland. Behandeling reactie De gemeente Millingen aan de Rijn is blij met de reactie van de Kamer van Koophandel. Zeker ook omdat duidelijk blijkt dat de Kamer de gemeentelijke visie en aanpak deelt. Ten aanzien van uw reactie over de detailhandelsontwikkeling in Millingen en het verstevigen van de relatie en samenwerking met Duitsland, merken we het volgende op. Ad 1. De versterking van detailhandel. De gemeente Millingen heeft via de detailhandelsstructuurvisie, waar de Kamer van Koophandel intensief bij de totstandkoming betrokken is geweest, het Millingse kernwinkelgebied vastgelegd. Dat is ook het gebied waarin wij nadrukkelijk streven naar de concentratie van winkel- en centrumvoorzieningen. Het is daarom niet zonder reden dat in dit kernwinkelgebied wordt gewerkt aan de opwaardering van de openbare ruimte, als ook aan de realisatie en invulling van een tweetal projecten, zijnde ’t Stupke en de zogenaamde Rabobank-locatie. Op deze plekken is ruimte gecreëerd voor o.a. een verhuizing van de Rabobank en de inpassing van een kantoor voor de woningbouwvereniging. Tevens zijn in de
Hoofdstuk 2
17
Ad 2.
beide projecten m² winkelruimte opgenomen. Op de Rabobank-locatie is de komst van een tweede supermarkt in Millingen voorzien. De argumentatie en onderbouwing voor dit laatste plan is gelegen in de eerder genoemde detailhandelsstructuurvisie met de wens om de sociaal-economische dynamiek en structuur van Millingen in stand te houden, of liefst nog wat te laten groeien. Kijkend naar de bovenstaande plannen onderkennen we dat in Millingen aan de Rijn het aantal m² detailhandel in dit stadium in beperkte mate toeneemt. Het moet hier echter om een tijdelijke situatie gaan. Bij de geplande herziening van het bestemmingsplan ‘Kom Millingen’ zullen we bezien of we voor permanent leegstaande, voormalige, winkelpanden – gelegen buiten het kernwinkelgebied – tot een heroverweging van de vigerende detailhandelsbestemming moeten komen. De herziening van het bestemmingsplan is voorzien in 2015. Versterking sector toerisme en relatie, regionale (grensoverschrijdende) samenwerking belangrijk Een goede relatie en samenwerking met onze Duitse buren en partners zien wij als een vanzelfsprekendheid. Als grensgemeente heeft de gemeente Millingen al diverse projecten die in gezamenlijkheid met bijv. het Kreis of de Duitse buurgemeenten worden gerealiseerd. Zoals in uw brief terecht wordt gesteld kunnen deze relaties nóg verder worden versterkt en uitgewerkt. Op economisch en sociaal vlak liggen hiervoor kansen. Waar mogelijke en logische samenwerkingsverbanden gelegd kunnen worden, zal de gemeente Millingen daar zeker op inspelen.
Besluit Naar aanleiding van deze reactie is aanpassing niet aan de orde. We zien de reactie als een ondersteuning van onze beleidskeuzen zoals in de structuurvisie verwoord en nemen de aanbevelingen ter harte.
6.
Reactie Waterschap Rivierenland
Kern reactie 1. Ten aanzien van het totstandkomingsproces merkt het waterschap op, dat de gemeente eerder afstemming met het waterschap had moeten zoeken vanuit het oogpunt van goed doorlopen van de watertoetsprocedure. 2. Het waterschap merkt op dat het aspect water een centralere rol dient te spelen in de structuurvisie dan nu het geval is, gezien de ligging aan het water. 3. Het waterschap merkt op dat in de structuurvisie verwezen wordt naar het Waterplan uit 2007, waarin ook een visie ten aanzien van het aspect water (veiligheid en kwaliteit en kwantiteit) voor 2030 opgenomen is, echter dat in de structuurvisie zelf niet duidelijk opgenomen is welke aspecten uit die visie overgenomen zijn in de structuurvisie.
18
Hoofdstuk 2
4.
Het waterschap merkt op dat zij de beheerder van de dijk is en de op/afritten in plaats van Rijkswaterstaat (zoals opgenomen in onderdeel 3.2 van de structuurvisie). De gemeente Millingen aan de Rijn dient voor de aanpassing van die open afritten met het waterschap contact op te nemen. Het waterschap vraagt om de structuurvisie op bovenstaande punten aan te passen. Behandeling reactie Ad 1, 2, 3. De Structuurvisie gaat zoveel mogelijk uit van bestaand, actueel beleid. Dat is zeker zo op het gebied van water. Op 25 maart 2008 heeft de gemeenteraad het zogeheten ‘Waterplan Millingen aan de Rijn, Visie en uitvoeringsprogramma’ vastgesteld. Dit beleidsdocument is opgesteld in samenwerking met Waterschap Rivierenland. In verband met deze gezamenlijke opstelling en het feit dat hiervan niet afgeweken wordt, is tijdens het opstellingsproces van de structuurvisie geen nauw contact gezocht met het waterschap. In het waterplan zijn de volgende doelstellingen opgenomen: Water als ordenend principe en ambitie rondom water en veiligheid Ontwikkelen van een visie voor het waterbeleid en –beheer; Het bepalen van een strategie voor de maatregelen in zowel de riolering als in het watersysteem; Het opstellen van een uitvoeringsprogramma met een financieel overzicht; Het verbeteren van de samenwerking zowel binnen de gemeente als tussen gemeente en waterschap; Het beter betrekken van het aspect water in diverse gemeentelijke plannen. Het waterplan dient er dus voor te zorgen dat water beter op de ambtelijke en bestuurlijke agenda komt te staan. Dit Waterplan geeft uitgebreid aan hoe zowel de gemeente als het waterschap aankijken tegen onze gezamenlijke taken. In het Waterplan is een integrale visie opgenomen die het volgende zegt over ruimtelijke ordening: “In 2030 heeft Millingen a/d Rijn een duurzaam en robuust watersysteem. Vuile en schone waterstromen zijn grotendeels gescheiden. Er is voldoende ruimte voor water om hevige buien te kunnen opvangen. Het zelfreinigende vermogen van het stedelijke watersysteem is zodanig dat de ecologische kwaliteit in het landelijke gebied niet negatief beïnvloed wordt.” Het watersysteem is zo ingericht dat kwel tijdens hoogwater in de Rijn niet meer tot overlast leidt. De zichtbare watergangen zien er verzorgd uit. Over het beheer en onderhoud zijn heldere afspraken gemaakt. Het beleid op het gebied van water en ruimtelijke ordening is gericht op het benutten van kansen bij ontwikkelingen in bebouwd gebied en op
Hoofdstuk 2
19
het reserveren van ruimte voor water aan de randen van het bebouwde gebied. Er wordt rekening gehouden met waterbeheer bij locatiekeuze. Ad 2, 3 Bovenstaand beleid, zoals vastgelegd in het Waterplan, geldt nog altijd en wordt nogmaals bevestigd in de Structuurvisie. Ook de uitspraken die in de Structuurvisie over andere beleidsterreinen worden gedaan zijn in lijn met het Waterplan. Met name in de onderdelen 6.1 en 6.2 'Onze basisverantwoordelijkheid en ambities rond ruimtelijke kwaliteit’ wordt door ons aangegeven in hoeverre water integraal wordt meegenomen bij ruimtelijke projecten. Om bovengenoemde redenen zagen we geen noodzaak het waterschap vooraf te betrekken bij de totstandkoming van de Structuurvisie. Achteraf gezien was het echter beter geweest Waterschap Rivierenland wel te betrekken bij de totstandkoming van de visie middels deelname aan de Klankbordgroep. Verder blijven we het Waterschap actief betrekken bij concrete plannen welke voortvloeien ui t de Structuurvisie. Ad 4. Tenslotte zullen wij in $ 3.2 ‘Onze ambities voor het thema voorzieningen’ als dijkbeheerder Rijkswaterstaat corrigeren door het Waterschap Rivierenland . Besluit Naar aanleiding van de reactie van het waterschap passen we de structuurvisie aan. In onderdeel 6 zijn de doelstellingen en uitgangspunten uit het waterplan verwerkt. Daarnaast zullen we onderdeel 3.2 aanpassen.
7. Reactie Provincie Gelderland Kern reactie 1. De provincie kan zich in grote lijnen vinden in de structuurvisie. 2. De provincie geeft aan dat het niet reëel is te verwachten om het voorzieningenpakket met nieuwvestigers in stand te houden. 3. Gevraagd wordt onderdeel 2.3 van de structuurvisie zodanig aan te passen dat er komt te staan dat ontwikkelingen in het buitengebied uitsluitend (in plaats van bij voorkeur) op bestaande locaties mogen worden gebouwd. 4. Gevraagd wordt om het accent te leggen op de kwaliteit van de bestaande voorraad in plaats van op nieuwbouw. Behandeling reactie Ad 2. De gemeente is zich hiervan bewust. De structuurvisie geeft juist ook aan dat behoud van kwaliteit voorzieningen juist ook van belang is voor het behoud van de gezinnen. Ad 3. Verrommeling en verstening van het buitengebied is een ontwikkeling die de gemeente Millingen aan de Rijn wenst te voorkomen. In eerste instantie
20
Hoofdstuk 2
heeft bebouwing op bestaande locaties daarom ook zeker de voorkeur. Het is echter niet geheel uit te sluiten dat er een initiatief met een zodanige meerwaarde voor de samenleving ontstaat, welke niet (geheel) op een bestaande locatie is gesitueerd. Ad 4. De gemeente heeft een beperkt woningbouwprogramma, gericht op die doelgroepen waar behoefte is. Daarnaast richt de gemeente inderdaad de aandacht op de bestaande voorraad. In bepaalde onderdelen is diversificering en een kwaliteitsimpuls noodzakelijk. De gemeente is hierover in overleg met de corporatie.
Besluit Naar aanleiding van de opmerking onder punt 3. wordt de structuurvisie aangepast. 8. Ambtelijke wijzingen en aanvullingen Als gevolg van recent gereed gekomen beleidsdocumenten, gesignaleerde omissies en de behandeling van de structuurvisie in de raadscommissie, worden in de structuurvisie de volgende wijzigingen doorgevoerd: 1. Het Milieubeleidsplan is momenteel in concept gereed en zal in december door de raad worden vastgesteld. Dit Milieubeleidsplan zal aan de digitale structuurvisie gekoppeld worden; 2. De Centrumvisie is reeds verwerkt in de structuurvisie, echter niet digitaal hieraan gekoppeld en inzichtelijk gemaakt. Dit wordt alsnog gedaan in onderdeel 6; 3. De raadscommissie vraagt aandacht voor monumentale bomen in de gemeente. Het voornemen tot het opstellen van een bomenplan wordt in de structuurvisie opgenomen; 4. De raadscommissie vraagt aandacht voor externe veiligheid in de vorm van transport gevaarlijke stoffen. Het betreft voornamelijk aandacht voor de bunkerboten en het transport van gevaarlijke stoffen door vrachtwagens die (soms) door het centrum rijden. De gemeente heeft momenteel geen route gevaarlijk transport. Als actie opgenomen in het uitvoeringsprogramma van het ad 1 genoemde Milieubeleidsplan zal hiernaar onderzoek ingesteld worden.
Hoofdstuk 2
21
22
Hoofdstuk 2
BIJLAGEN – DE COMPLETE INSPRAAKREACTIES
Bijlagen
23
24
Bijlagen
Reactie DLG – regio oost per mail d.d. 16 oktober 2012
Beste Ineke, We vernamen dat de gemeente Millingen een ontwerp-Structuurvisie heeft gepubliceerd. We hebben daar doorheen gelezen, met name de passages die gaan over de Millingerwaard in het algemeen en het project Millingerwaard in het bijzonder. Ons viel op dat het project wordt gepresenteerd als een initiatief van Rijkswaterstaat. Dat is niet correct, het project is een NURG-project met dienst landelijk gebied (van het ministerie van E&LI) als initiatiefnemer en financier van het project. Kan dat in de definitieve versie van de Structuurvisie zo worden verwoord? Staatsbosbeheer wordt als realisator genoemd. Echter: Staatsbosbeheer is de beoogd eindbeheerder. De uitvoering van het project vindt plaats door een aannemerscombinatie (Boskalis/Van de Wetering). Verder vragen we ons af of het beleid zoals verwoord in deze ontwerp-Strucuurvisie nog gevolgen heeft voor het project Millingerwaard. Zou je dat kunnen aangeven? Met vriendelijke groet, Pauline van Veen Pauline van Veen Omgevingsmanager Millingerwaard ad interim
Dienst Landelijk Gebied - regio Oost 'Dienst Landelijk Gebied werkt vandaag aan het landschap van morgen’
Bijlagen
25
Reactie Gasthuis Sint Jan de Deo
26
Bijlagen
Reactie Burgerplatform Millingen
Bijlagen
27
Resultaten bespreking op 27 september 2012 betreffende de concept structuurvisie op initiatief van Burger Platform Millingen aan de Rijn. 1. Inleiding. In haar vergadering van 4 juli 2012 heeft het BPM besloten een thematische bespreking te organiseren over de concept structuurvisie. Op de avond van 27 september j.l. heeft die thematische bespreking plaats gevonden. Die avond is er gastvrijheid en de koffie&thee van de gemeente genoten. Naast een uitnodiging aan de leden van het BPM zijn er ook uitnodigingen gericht aan andere Millingse burgers ten einde een meer representatieve deelname te verkrijgen. Denk hierbij aan het gericht uitnodigen van vrouwen/ 50-minners/spreiding over Millingen. De bespreking heeft plaatsgevonden met een compacte groep van tien personen bestaande uit leden van het BPM en niet leden van het BPM. Daarnaast zijn er vier uitvoerige schriftelijke reacties ontvangen van genodigden die wel over het concept structuurvisie beschikten maar geen gelegenheid hadden aan de bespreking deel te nemen. De deelnemers en schriftelijk reagerenden zijn – globaal en wat ongenuanceerd – onder te verdelen in een groep die regelmatig te maken heeft (gehad) met ambtelijke notities en een groep die daar geen ervaring mee heeft. Voor de thematische bespreking is een specifieke werkvorm gekozen waarbij de inhoud van de structuurvisie in vier rondes aan de orde is gesteld: - In twee rondes zijn de in de structuurvisie behandelde zes thema’s in kleine groepen aan de orde gesteld; - In een derde ronde hebben de deelnemers algemene opmerkingen kunnen maken; - In de vierde en laatste ronde hebben de deelnemers de gelegenheid gekregen om de eerder gemaakte opmerkingen/suggesties nader te waarderen. Iedere deelnemer heeft per thema drie stikkers gekregen en aan onderwerpen toebedeeld. Het was toegestaan om aan ’n bepaald onderwerp meerdere stikkers toe te kennen. In deze notitie worden eerst de algemene opmerkingen behandeld. Daarna worden per thema de drie vaakst genoemde onderwerpen aangegeven. Tot slot worden in een bijlage – per thema - alle overige suggesties/opmerkingen opgenomen. Het BPM is de deelnemers aan de bespreking zeer erkentelijk voor hun intensieve voorbereiding en inbreng. Millingen aan de Rijn, 8 oktober 2012, Alphons Klomberg en Co van Caulil. (belast met de organisatie van de thematische bespreking)
28
Bijlagen
2. Algemene opmerkingen over de concept structuurvisie. 2.1. Gehanteerde opzet en uitwerking. In het bijzonder door de groep deelnemers die regelmatig met ambtelijke notities te maken heeft, wordt de gehanteerde opzet sterk bekritiseerd. Het strikte keurslijf van de zes thema’s (Wonen en Woonomgeving, Voorzieningen, Bedrijvigheid en Werken, Recreatie en Toerisme, Ruimtelijke kwaliteit en Verkeer en Infrastructuur) en de vier rubrieken (Basisverantwoordelijkheden, Ambities, Kansen en Bedreigingen) maakt het concept ingewikkeld, moeilijk en stug leesbaar en geeft geen ruimte aan het besef van de onderlinge samenhang tussen de zes thema’s. 2.2. Visie op de toekomst. In de concept structuurvisie wordt door velen een duidelijke integrale visie gemist op de gewenste toekomstige ontwikkeling van ons dorp Millingen aan de Rijn. Juist nu besloten is om te komen tot herindeling is een goede structuurvisie een belangrijk instrument voor de nieuw te vormen gemeente. Niet zozeer als testament maar veeleer als ‘opdracht voor de toekomst’ voor de nieuwe gemeente. Een document dat inspireert tot de toekomstige ontwikkeling en tevens een toetsingskader vormt voor ontwikkelingen en initiatieven die zich voordoen en aanbieden. Een document waarin het besef doorklinkt dat het Millingen van nu, een dorp was waar de inwoners leefden én werkten: op de rivier en op het land, op de werf en op de steenfabrieken. Het dorp voorzag in bijna alle behoeften van de inwoners. De mobiliteit was gering. De laatste pakweg 40 jaar is het dorp geleidelijk veranderd in een forensendorp en is de mobiliteit enorm toegenomen. Ook is de laatste decennia recreatie en toerisme als bron van inkomsten ontdekt. Deze ontwikkeling heeft grote gevolgen voor de structuurvisie. De ruimtelijke structuur was in hoge mate bepaald door de noodzaak de inwoners, die vooral werkzaam waren op de werf, te huisvesten. Dat het dorp aantrekkelijk moest zijn om mensen die elders werkzaam waren, te verleiden zich in Millingen te vestigen was nog niet aan de orde. Ook dacht nog niemand na over de gevolgen voor de ruimtelijke structuur van recreatie en toerisme. De nieuwe structuurvisie moet laten zien welke transformatie er plaats dient te vinden om de ruimtelijke structuur aan te passen aan de nieuwe eisen. Een bijzonder element in dit verband is de ligging aan de Rijn. De blik vanaf de dijk is het mooiste dat Millingen te bieden heeft. Kennelijk heeft men zich dit eerder niet zo gerealiseerd. De vuilstortplaats situeerde men achter de dijk evenals het industrieterrein met autosloperijen en bergen puin. Ook is de wegenstructuur dusdanig dat er geen vanzelfsprekende verbinding is tussen dijk en centrum en die verbinding is ook niet eenvoudig te maken. De structuurvisie, zoals die voor ons ligt, is geen structuurvisie. Het is een opsomming van ideeën en suggesties, geen visie.
Bijlagen
29
De aan de thematische bespreking deelnemende burgers willen uitspraken over de visie op de toekomst. In kernbegrippen gesproken willen zij: een dorp dat vriendelijk boeiend en mooi is om in te wonen; een dorp dat vooral een groen woondorp is, aantrekkelijk om in te wonen; een dorp met een woningaanbod dat past bij de draagkracht van de bewoners en tegemoet komt aan de wooneisen in iedere levensfase; een dorp dat naast aantrekkelijk voor de bewoners ook aantrekkelijk is voor de toeristen die er actief willen zijn en van de rust en schoonheid van de aanwezige en omringende natuur willen genieten; een dorp dat (actief) ruimte biedt aan die vormen van bedrijvigheid die de karakteristieken van het dorp juist versterken. Er is dus een transformatie nodig om vanuit de huidige situatie naar de gewenste toekomstige situatie te komen. Hoe die transformatie eruit ziet? Dat maakt de structuurvisie niet duidelijk terwijl hij daarover wel zou moeten gaan. Als gevolg van het gemis van een dergelijke integrale visie menen de aanwezigen dat het BPM de gemeenteraad zou moeten adviseren om de structuurvisie in de voorgestelde vorm af te wijzen! 2.3. Intern gericht of extern gericht. Veel deelnemers aan de bespreking ervaren het als zeer beperkend dat de concept structuurvisie zo intern op Millingen gericht is. De wet op de Ruimtelijke Ordening laat het volgens art. 2.1. toe om ook grensoverschrijdend de structuurvisie uit te werken. Voor nagenoeg alle thema’s zou dit mogelijk geweest zijn. In een aantal suggesties bij de behandelde thematiek wordt daar op terug gekomen en in een specifiek aantal gevallen wordt gesteld dat een visie/dan wel de uitwerking daarvan beslist in samenhang met de omringende gemeenten dient te gebeuren, soms ook over de landsgrens. 2.4. Je kunt in de structuurvisie wel degelijk keuzes maken. De deelnemende burgers ervaren dat de concept structuurvisie vol staat met goede voornemens. Te vaak worden de volgende begrippen tegengekomen; - eventueel; - zo mogelijk; - door anderen op te pakken en uit te werken. De deelnemers zijn van mening dat er wel bepaalde keuzes gemaakt moeten worden en vooral gebaseerd op de hoofdpunten van de visie, bepaalde uitspraken gedaan moeten worden.
30
Bijlagen
3. De behandelde thema’s. Onderstaand worden per thema de meest voorkomende en hoogst gewaardeerde opmerkingen/suggesties behandeld. In een beperkt aantal gevallen worden ontwikkelingen ook afgewezen. In de bijlage worden alle overige gemaakte opmerkingen en gedane suggesties opgenomen. 3.1. Wonen en woonomgeving. Levensloopbestendig woningbezit stimuleren. Levensloopbestendig betekent hier, dat de totale woningvoorraad voldoende divers is, zodat mensen hun hele leven in Millingen kunnen blijven wonen. Concreet betekent dit ook, dat bij nieuwbouw vooral starters- en seniorenwoningen bijgebouwd moeten worden. Meer speelterreinen op veilige plekken voor jeugdigen; heeft ook een duidelijke relatie met het thema voorzieningen. 3.2. Voorzieningen. Het Kulturhus. Bibliotheek handhaven in Kulturhus, vooral andere activiteiten, zoals voorleeszittingen, film, exposities, ateliers, ballet, muzieklessen voor kinderen in het Kulturhus gaan entameren. Besteed ook aandacht aan de mogelijkheid om ZZPers in het Kulturhus werkruimte aan te bieden. De aanwezigen zijn stellig van mening dat de ambities rond het Kulturhus niet overeenkomen met de heersende cultuur van bestaande verenigingen; niet alleen ‘wil iedereen zijn eigen gebouw’ deze wens is ook inherent aan de identiteit van deze vereniging. Ketensamenwerking tussen bijv. de fietsclub en Vivace wordt niet direct als mogelijk gezien. (Co: deze laatste opmerking heb ik gemist op de avond; ik zou me daar nog best iets bij kunnen voorstellen: een gezamenlijke voorstelling rond het thema fiets/vervoer bv. ). 3.3. Bedrijvigheid en werken. Nagenoeg alle deelnemers aan de bespreking zijn van mening dat alles wat er gedaan moet worden op het terrein van bedrijvigheid, in samenhang en in samenwerking met de buurgemeenten moet plaatsvinden. Alle deelnemers aan de bespreking zijn van mening dat de aanwezigheid- en de activiteiten van de autosloopbedrijven op het bedrijventerrein volstrekt strijdig zijn met het gewenste groene karakter van ons dorp. Actief moet gestreefd worden naar het beëindigen van afgegeven vergunningen. De deelnemers menen dat een uitbreiding van het bedrijventerrein ongewenst is.
Bijlagen
31
3.4. Recreatie en toerisme. We dienen de dijk veel meer te benutten; Creëer een fantasievol beschilderde muur bij de werf aan de dijk, ontworpen door (een) gerenommeerd(e) plaatselijke kunstenaar(s) De “muur van Millingen” moet een begrip worden! Op het parkeerterrein bij de ingang van de Millingerwaard (‘lange paol’) dient toeristische informatie verstrekt te worden. Denk aan een beeldende plattegrond van Millingerwaard en Kekerdom&Millingen, diverse toeristische arrangementen etc.; Duitsers ook ontvangen bij het begin van het dorp aan de Duitse kant door informatie- en Herzlich Willkommen-borden. 3.5. Ruimtelijke kwaliteit. Een eventueel centrumplan moet niet ten koste gaan van de kleinschaligheid in het dorp. De wens tot centreren is slechts dan nuttig indien een groot deel van de omzet uit toerisme behaald kan worden. Werk de structuurvisie uit naar drie deelvisies, een deelvisie voor het dorp, een deelvisie voor het buitengebied en een deelvisie voor de Millingerwaard: * dorp: openheid, groene lobben, (ver)binding met de dijk, geen Rijnboulevard, letten op gevaar vervoer gevaarlijke stoffen over de Rijn en op bunkerschepen; * buitengebied: versterken plattelandskarakter, heggen, fiets- en wandelpaden, kleinschalige recreatie en bedrijvigheid. Benadrukken historisch waardevolle plekken; * Millingerwaard: meer gebieden teruggeven aan de natuur, goede wandelen fietspaden. Geen campings in de waard zelf. Fleur(!) het dorp op; * meer groen en losse struiken, meer hanging baskets, meer goed bij gehouden bloembakken; * meer straat’beelden’, bij voorkeur gemaakt door plaatselijke kunstenaars; * maak de relatie met het water ook in het dorp beter zichtbaar, fontein, oude waterlopen zichtbaar maken, bedriegertjes.
32
Bijlagen
3.6. Verkeer en Infrastructuur Er leeft een nadrukkelijke mening om het geheel van verkeer en infrastructuur niet lokaal maar regionaal aan te pakken. Niet alleen in het MUG-verband maar ook met de Duitse buurgemeenten. Dit alles bij voorkeur onder de regie van de Provincie Gelderland en de Kreis Kleve. Lokale discussies over rondweg etc. dienen ondergebracht te worden in een Polderbreed verkeersplan. De verkeersmaatregel van de 30k-snelheidsbeperking, moet in het dorp actief gehandhaafd worden. De suggestie om de mogelijkheid tot een autoveer te onderzoeken, stuit op onbegrip en weerstand. De toeristen die we willen trekken komen juist via het bestaande voet-/fietsveer. Een autoveer lijkt volgens de aanwezigen weinig toe te voegen.
Bijlagen
33
Bijlage bij notitie bespreking d.d. 27 september 2012 betreffende concept structuurvisie gemeente Millingen aan de Rijn. In deze bijlage treft u een opsomming aan van alle ideeën en suggesties die in de schriftelijke reacties en tijdens de thematische behandeling naar voren zijn gekomen. In sommige gevallen gold, dat wat de een, een prachtig idee vond, de ander als verwerpelijk beschouwde. Desondanks willen we alle ideeën en suggesties in deze bijlage benoemen. A.
Wonen en woonomgeving (inclusief veiligheid):
1.
We moeten zuinig zijn op de open plekken in het dorp/ er met gezond verstand mee omgaan. Verdere inbreiding: nee, tenzij… (behoud van het groen in het dorp). 2. De balans verbeteren tussen rood en groen. 3. Ouderenwoningen in de (oude) bibliotheek, of in de plaats daarvan. 4. Meer bouwen voor lagere inkomens (overeenkomstig de samenstelling van de Millingse bevolking. 5. Deconcentratie van ouderenwoningen: niet alles rondom het Gasthuis. Dit vanuit het idee, dat gemengde wijken (qua leeftijd) een toegevoegde waarde kunnen hebben. 6. Splitsing woningen faciliteren. 7. Domotica-voorzieningen aanbrengen. Dit zijn voorzieningen, die ouderen in staat stellen om zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen (alarmsystemen enz.) 8. Het Centrum moet behouden blijven. 9. Veiligheid: hulpdiensten regelen in samenwerking met Kleve, zodat deze sneller op de plaats des onheils zijn. 10. Eigen, vrijwillige brandweer handhaven.
B.
Voorzieningen
1. 2.
Voorzieningenaanbod voor ouderen moet ín het dorp blijven. Indien de RK kerk vrijkomt: deze dan gebruiken voor theater, bioscoop of excentriek wonen (nee-stemmen hiertegen: 1). Er is behoefte aan een discotheek. Stimuleer de vestiging van een moderne lunchroom met gezellige inrichting. Stimuleer de vestiging van een sportschool.
3. 4. 5.
34
Bijlagen
C.
Bedrijvigheid en werken:
1. 2. 3. 4.
Selectief zijn met de vestiging van bedrijven. Het huidige industriegebied niet uitbreiden. De gele loods op het industrieterrein moet worden gesloopt. Nodig ondernemers uit voor toeristische groei. Organiseer maatschappelijke bedrijvigheid: bedrijfsmatige activiteiten voor werklozen en uitkeringsgerechtigden, waardoor zij in het arbeidsproces blijven, sociaal actief zijn en van nut voor de samenleving.
D.
Recreatie en toerisme:
1.
Natuurlijk, wandel- en fietspaden moeten er volop zijn. Echter: de bestaande routes herwaarderen en op elkaar afstemmen, in plaats van nieuwe routes aanleggen/ontwikkelen. De Duitse toeristen ook ontvangen bij het begin van het dorp (aan Duitse kant) door informatie- en Herzlich Willkommen-borden. Laat de lijnbus over de dijk rijden. Leg een haven/aanlegsteiger aan bij de werf. Millingerwaard ligt dichter bij Kekerdom dan bij Millingen, dus samenwerking als het gaat om voorlichting, rondleidingen. Open zwemwater aanleggen. De hele regio moet aantrekkelijk zijn om toeristen voor meer dan een dag aan te trekken, dus: samenwerking met regio, ook aan de Duitse kant. Organiseer het MUG- en Duffeltbreed. Stimulering van het toerisme/recreatie niet overdrijven: met name dat stimuleren, wat er al gebeurt. Benadruk de kleinschaligheid, dicht bij de natuur. Versterken cultuurhistorie, fiets- en wandelpaden. Kleinschalige Doe-bedrijvigheid, streekproducten. Geef ruimte aan Meditatiecentrum, sauna/wellness, informatiepost KUNBiologie, kunstatelier/werkplaats. Kabelbaan Millingen naar fort Pannerden: een idee, dat ter plekke van verschillende zijden weerstand ontmoette. De dijk verfraaien met Romeinse muurschilderingen. De Molenkolk benutten (toelichting geven over het ontstaan; bestaat al, compleet met foutje) en de visfunctie uitbreiden. Bouw op de huidige plek van de Bieb een rosarium met muziekkiosk. Of: een paviljoen op het plein voor de natte tent. Stimuleer het “rondje pontje” het hele jaar, inclusief consumptie (het rondje Pannerden-Doornenburg-Millingen, ofwel: de drie-pontentocht). Stimuleer de vestiging Oudhollandse bakkerij.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Bijlagen
35
E.
Ruimtelijke kwaliteit:
1.
Ontgrondingen Millingerwaard snel beëindigen, zodat de natuur eindelijk rust krijgt en interessanter wordt voor de toeristen. Open gebleven vraag: ligt er een nieuwe ontginningsconcessie tot 2020? Stel stringente eisen aan vestiging in het industriegebied. Kernvorming Millingen: rond het St. Antoniusplein Behoud karakteristieke boerderijen; ook door er nieuwe bestemmingen in toe te staan, zodat het behoud ook kan worden betaald. 5. Relatie dorp-rivier: versterken via het Pieterpad en aanlegsteiger voor Duitse passagiersschepen, met elektrotreintje naar dorp. Integratie van ruimtelijke ordening buitengebied met die van Ubbergen en Kranenburg. Het plein tussen de Natte, café Verkerk(de Kastanje) en het parkeerterrein voor het gemeentehuis kan een mooie brink worden. 8. Ontwikkel (door)/breidt uit maar vooral, onderhoudt de bomenlanen in bijv.Burg. Eijckelhofstraat, Heerbaan. Ooievaarsnest, bijvoorbeeld bij de Kerk. Voor het kunnen maken van ommetjes: meer trapjes de dijk op. Creëer meer Intieme pleintjes
2. 3. 4. 4 5. 6. 5
7. 8. 9.
36
Bijlagen
Reactie ZLTO
Bijlagen
37
38
Bijlagen
Reactie Kamer van Koophandel Centraal Gelderland
Bijlagen
39
40
Bijlagen
Reactie Waterschap Rivierenland
Bijlagen
41
42
Bijlagen
Reactie Provincie Gelderland
Bijlagen
43
BRO heeft vestigingen in Boxtel | Amsterdam | Tegelen | Genk www.BRO.nl