GEMEENTEBLAD
Nr. 18997 7 april 2014
Officiële uitgave van gemeente Millingen aan de Rijn.
De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari 2014; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo); overwegende dat: aanpassing van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 gemeente Millingen aan de Rijn wenselijk is besluit: 1.
Vast te stellen de volgende wijzigingen in de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 gemeente Millingen aan de Rijn en de toelichting op de verordening: A. In artikel 1 sub g wordt het woordje “psychische” gewijzigd in “psychisch”. B. Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd luidende:
4. Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen, vervalt het gestelde in het eerste lid. C. Artikel 7 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden: Indien er een ondertekend verslag van het gesprek aanwezig is, wordt dit ondertekend verslag als aanvraagformulier beschouwd. D.Artikel 9 sub a wordt gewijzigd en komt te luiden: Deze langdurig noodzakelijk is om het resultaat te bereiken, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat; E.Na artikel 10 wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende: Artikel 10a Aanvullende weigeringsgronden Het college weigert een voorziening ten behoeve van het te bereiken resultaat “het normaal gebruik kunnen maken van een woning”, indien: a.de noodzaak tot het treffen van de voorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe, op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning, geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was; b.de voorziening samenhangt met/betrekking heeft op een verhuizing naar de niet voor de beperkingen van belanghebbende op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college; c.de voorziening samenhangt met/betrekking heeft op een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden; d.de voorziening samenhangt met/betrekking heeft op een verhuizing naar een AWBZ instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg; e.de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voorvloeien uit de
1
Gemeenteblad 2014 nr. 18997 7 april 2014
aard van de in de woning gebruikte materialen; f.indien belanghebbende voor het eerst zelfstandig gaat wonen, uitsluitend voor zover de voorziening een verhuiskostenvergoeding betreft; g. deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten, anders dan: - het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren; - het aanbrengen van automatische deuropeners; - het aanbrengen van extra trapleuning(en); - aanleg van een hellingbaan van de openbare weg naar de toegang van het woongebouw; -
aanbrengen van drempelhulpen of vlonders; een extra trapleuning aanbrengen bij portiekwoningen; een opstelplaats voor een rolstoel bij de toegangsdeur van het woongebouw; h. de voorziening slechts strekt ter renovatie of ter aanpassing aan de eisen van de tijd. F. In artikel 12 lid 3 wordt de zinsnede “binnen een redelijke termijn van zes maanden” gewijzigd in “binnen een door het college vast te stellen redelijke termijn”. G. In artikel 17 lid 3 wordt het woord “scootmobielpool”, gewijzigd in de woorden “rolstoel of
scootmobielpool”. H.In artikel 20 lid 3 wordt “eigen bijdragen” gewijzigd in “eigen bijdrage”. Wijziging toelichting verordening I. In artikel 1 sub e komen de woorden “bij Vraagwijzer” te vervallen. J. Aan artikel 1 sub o wordt toegevoegd: “omschreven is in dit lid wat een leefeenheid is”. K.In artikel 3 lid 3 wordt de zinsnede “het gesprek als voorlopige aanvraag” gewijzigd in “dan wel een aanvraag”. L. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: - Sub a wordt sub d; - Sub c wordt sub b; - Sub d wordt sub c; - Sub b wordt sub a en komt als volgt te luiden: Op grond van deze bepaling kan een voorziening slechts worden toegekend indien deze langdurig noodzakelijk is. Noodzakelijk wil zeggen dat belanghebbende uitsluitend met behulp van de voorziening in staat blijft zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren. De voorziening moet noodzakelijk zijn; niet gewenst of gemakkelijk. De noodzaak zal meestal een medische noodzaak zijn. Wat langdurig noodzakelijk is, is afhankelijk van de concrete situatie, maar ook van het te bereiken resultaat. Het kan, in tijd uitgedrukt, gaan om twee maanden, bijvoorbeeld bij mensen die in een terminaal ziektestadium verkeren. De voorziening zal immers iemand
2
Gemeenteblad 2014 nr. 18997 7 april 2014
gehele verdere leven noodzakelijk zijn. Het kan ook gaan om veertig jaar, in situaties waarin de beperking bijvoorbeeld aangeboren is en stabiel van aard is. Kenmerk is in beide genoemde situaties dat de ondervonden beperking, naar de stand van de medische wetenschap, onomkeerbaar is. Er is dus redelijkerwijs geen verbetering te verwachten in de situatie van de belanghebbende. In dit kader zal de prognose van groot belang zijn. Zegt de prognose dat de betrokkene na enige tijd zonder de benodigde hulpmiddelen of aanpassingen zal kunnen functioneren, dan mag men van kortdurende noodzaak uitgaan. Bij een wisselend beeld, waarbij verbetering in de toestand periodes van terugval opvolgen, kan echter uitgegaan worden van een langdurige noodzaak. De medisch adviseur speelt bij het antwoord op de vraag of er al dan niet sprake is van een langdurige noodzaak voor de betreffende voorziening een belangrijke rol. Als er een beroep gedaan kan worden op bijvoorbeeld de tijdelijke uitleen van hulpmiddelen, bij een in de tijd beperkte noodzakelijke inzet van voorzieningen, is er sprake van een voorliggende voorziening waar belanghebbende een beroep op kan doen. Voor langere tijd betekent in ieder geval dat wie tijdelijke beperkingen heeft, bijvoorbeeld door een ongeluk, terwijl vast staat dat de handicap van voorbijgaande aard is, niet voor een voorziening in het kader van deze verordening in aanmerking komt. Een uitzondering op deze regel wordt gevormd door situaties waarin voor een afzienbare periode hulp bij het huishouden nodig is, bijvoorbeeld bij ontslag uit een ziekenhuis of bij een ontregeld huishouden. M. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd: - Sub g wordt sub h; - Sub h wordt sub i; - Sub i wordt sub j en het woord “Bouwbesluit 20063” wordt gewijzigd in “Bouwbesluit 2012”; -
Sub j wordt sub k; Sub k wordt sub l en komt te vervallen. N. Na artikel 10 wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
Artikel 10a Aanvullende weigeringsgronden Ad a. Als er in de verlaten woning geen problemen bij het normale gebruik van de woning werden ervaren, is de verhuizing naar de nieuwe woning kennelijk de oorzaak van de problemen en is men verhuisd naar een ongeschikte woning. Niet de ondervonden beperking, maar de verhuizing naar een niet geschikte woning is dan de voornaamste oorzaak van de ondervonden problemen. Deze bepaling heeft voornamelijk betrekking op situaties waarin men gaat verhuizen zonder specifieke reden, maar gewoon omdat men daar zin in heeft. Uitzondering in deze bepaling is de zogeheten “belangrijke reden”. Daarbij moet gedacht worden aan een verhuizing vanwege samenwoning, huwelijk of het aanvaarden van werk elders.
3
Gemeenteblad 2014 nr. 18997 7 april 2014
Ad b. Als een persoon met beperkingen verhuist, zal deze, in relatie tot die beperkingen, moeten zoeken naar een zo geschikt mogelijke woning. Het is niet de bedoeling dat men zo maar een ongeschikte woning kiest en vervolgens de rekening voor aanpassingen bij de gemeente indient. Met “verhuizen” wordt hier overigens niet alleen gedoeld op de feitelijke verhuizing, maar ook op alle onomkeerbare handelingen die normaal gesproken voorafgaan aan een verhuizing, zoals het tekenen van een koop-, huur- of erfpachtcontract. Er is sprake van een omkering van bewijslast indien belanghebbende verhuist vanuit een andere gemeente en zich niet vooraf tot het college heeft gewend om alternatieven te bespreken, danwel om toestemming te vragen. Onder deze omstandigheden ligt het op de weg van belanghebbende om aan de hand van controleerbare gegevens aannemelijk te maken dat er geen geschikte woning voor belanghebbende beschikbaar was. Kan belanghebbende dit niet aannemelijk maken dan kan het college er vanuit gaan dat niet is verhuisd naar de meest geschikte woning. Dit volgt uit CRvB 13-4-2011, nrs. 09/3047 Wmo e.a. en Rechtbank Arnhem 27-01-2011, nr. AWB 09/5167. Ad c. Woningen die niet geschikt zijn om het hele jaar door bewoond te worden kunnen ook niet – als hoofdverblijf – compenserend gemaakt worden. Daarvoor zal dus per definitie geen woonvoorziening worden verstrekt; aanpassen leidt niet tot een compenserende situatie en verhuizen vanuit een dergelijke woning naar een woning die wel geschikt is om het gehele jaar te bewonen kan als algemeen gebruikelijk worden beschouwd. Ook zonder beperking zal men immers moeten verhuizen naar een woning die wel het gehele jaar bewoonbaar is. Ad d. Verhuizen naar een AWBZ- en andere zorginstellingen leidt ertoe dat met betrekking tot de problematiek een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling bestaat. Een verhuiskostenvergoeding wordt in deze situatie eveneens niet verstrekt. De verhuizing naar een AWBZ- of andere zorginstelling vindt immers niet zijn basis in compensatie op grond van de Wmo, maar op basis van een CIZ indicatie en een noodzaak tot (intensieve) zorg. Ad e. Deze afwijzingsgrond is bedoeld voor situaties waarin gebruikte materialen voor problemen zorgen. Het is daarbij zaak onderscheid te maken tussen de constructie, waarbij een bepaald materiaal is toegepast, en de aard van het gebruikte materiaal zelf. Vocht en tocht komen in iedere woning voor. Het wegnemen hiervan valt niet onder de compensatieplicht zoals genoemd in de Wmo. Het opheffen van allergene factoren of andere problemen die hun oorzaak vinden in de aard van de in of aan de woonruimte gebruikte materialen valt niet onder de werking van de verordening. Ad f. In feite gaat het bij verhuizing vanuit het ouderlijk huis of vanuit een vergelijkbare situatie naar een zelfstandige woonruimte om een algemeen gebruikelijke verhuizing. Een dergelijke verhuizing staat dus op zichzelf los van de beperkingen die men heeft. Voorzieningen aan de woning waarheen vanuit het ouderlijk huis wordt verhuisd zijn wel mogelijk, mits verhuisd is naar de op dat moment beschikbare meest geschikte woning.
4
Gemeenteblad 2014 nr. 18997 7 april 2014
Ad g. Op basis van het feit dat voorzieningen op grond van de wet in hoofdzaak zijn gericht op het individu, worden in beginsel geen voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten van wooncomplexen verstrekt. Evenals onder de Wet voorzieningen gehandicapten gold, zijn er uitzonderingen gemaakt voor de in de verordening genoemde voorzieningen in gemeenschappelijk ruimten. De opsomming is limitatief, dat wil zeggen dat er niet meer hoeft te worden verstrekt dan er in de verordening is genoemd. Ad h. Op grond van deze bepaling kan een aanvraag voor een woonvoorziening worden afgewezen, indien deze slechts strekt ter renovatie of ter aanpassing aan de eisen van de tijd. De genoemde afwijzingsgrond geldt in ieder geval ten aanzien van: • • • •
De keuken: indien deze ouder is dan 15 jaar; Het sanitair: indien deze ouder is dan 20 jaar; De natte cel: indien deze ouder is dan 25 jaar. De tegels: indien deze ouder zijn dan 25 jaar; O. In artikel 11 lid 2 en 3 wordt “artikel 9” gewijzigd in “artikel 11”. P. In artikel 12 lid 1 komt de zin “De ruimten die voor aanpassing in aanmerking komen zijn
dan ook weer de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten”, te vervallen. Q. In artikel 16, lid 1, derde alinea wordt in de 2e zin, het woordje “wordt” toegevoegd. R. In artikel 17 lid 2 wordt een alinea ingevoegd, luidende: De zogenaamde rolstoel voor incidenteel gebruik valt niet onder dit resultaatgebied: deze rolstoel wordt vooral gebruikt als men zich elders moet verplaatsen en dat zonder een rolstoel niet kan, zoals tijdens een uitstapje. Voor dit soort rolstoelen kan gebruik gemaakt worden van speciaal hiervoor beschikbare uitleendepots, of van rolstoelen die op de plaats van bestemming beschikbaar zijn, zoals in pretparken, dierentuinen en dergelijke. S.In artikel 17 lid 3 en 4 worden de woorden “de vervoersvoorzieningen” gewijzigd in “dit resultaatgebied” en wordt het woord “scootmobielpool”, gewijzigd in “rolstoel- of scootmobielpool”. 2.Deze wijziging in werking laten treden op de dag na bekendmaking Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Millingen aan de Rijn op 25 maart 2014. De raadsgriffier, De voorzitter, J.A.M. van Workum
5
Gemeenteblad 2014 nr. 18997 7 april 2014
H.W.C.G. Keereweer