FOM – 12.1395
Inspiratie en informatie uit
de IUPAP International Conference on
Women in Physics
Stellenbosch, Zuid-Afrika 5 t/m 8 april 2011
Noortje Vis (FOM) Petra van der Werf (NNV)
Inhoudsopgave 1 Inleiding .................................................................................................................................................. 3 2 Doel van dit document ......................................................................................................................... 3 3 Initiatieven om vrouwen en meisjes aan te trekken ....................................................................... 3 3.1 Rolmodellen ................................................................................................................................... 3 3.1.1 Natuurkundigen in de klas ................................................................................................ 4 3.1.2 Carrièreperspectieven in de fysica .................................................................................... 4 3.2 Summer camps georganiseerd door bedrijven ......................................................................... 4 3.3 Bijscholingscursussen voor meisjes ............................................................................................ 5 4 Initiatieven om vrouwen te behouden voor de fysica .................................................................... 5 4.1 Rolmodellen ................................................................................................................................... 5 4.2 Vergemakkelijken van balans werk/privé ................................................................................ 5 4.2.1 Elterngeld .............................................................................................................................. 5 4.2.2 Career Break fondsen .......................................................................................................... 6 4.2.3 Zorgsubsidie bij bezoeken aan het buitenland ................................................................ 6 4.2.4 Onderwijsontheffing bij zwangerschaps- en ouderschapsverlof .................................. 6 5 Initiatieven om vrouwen door te laten stromen naar hogere functies......................................... 6 5.1 Voor vrouwen zelf......................................................................................................................... 6 5.2 Bewustwording bij leidinggevenden.......................................................................................... 7 5.3 Beleidsinstrumenten ..................................................................................................................... 7 5.3.1 Dual Career oplossingen..................................................................................................... 7 5.3.2 Overbruggingssubsidies ..................................................................................................... 8 5.3.3 Industriële posities voor vrouwen .................................................................................... 8 5.3.4 Aangepaste subsidievoorwaarden voor vrouwen .......................................................... 8 6 Contact ..................................................................................................................................................... 9
2
1
Inleiding
Van dinsdag 5 april tot zaterdag 9 april 2011 vond de vierde internationale conferentie over 'Women in Physics'1 plaats, georganiseerd door de International Union for Pure and Applied Physics. Op de conferentie zijn een groot aantal initiatieven uit verschillende landen besproken, die tot doel hebben het aandeel en de zichtbaarheid van vrouwen in de natuurkunde te vergroten. De Nederlandse delegatie bestond uit vier leden: 1. Prof.dr. Petra Rudolf (Universiteit van Groningen, FOM, teamleader) 2. Ir. Noortje Vis (FOM) 3. Mr. Renée-Andrée Koornstra (FOM) 4. Dr.ir. Petra van der Werf (NNV)
2
Doel van dit document
In dit document zullen die initiatieven worden besproken, die ons inziens ook goed toepasbaar zijn in de Nederlandse situatie. Het document bestaat uit drie onderdelen: initiatieven om vrouwen aan te trekken, om vrouwen te behouden en om vrouwen door te laten stromen naar hogere posities. Wij hopen dat deze voorbeelden ter inspiratie kunnen dienen voor een ieder die betrokken is bij (beleids)maatregelen en initiatieven om het aandeel vrouwen in de wetenschap in het algemeen en in de natuurkunde in het bijzonder te bevorderen. De beschrijvingen van de verschillende initiatieven zijn bewust kort gehouden om een eerste indruk te geven. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Stichting FOM en de NNV (bladzijde 9).
3
Initiatieven om vrouwen en meisjes aan te trekken
In de meeste landen, waaronder Nederland, worden geen speciale voorlichtingsactiviteiten georganiseerd voor meisjes. Wel worden in algemene activiteiten accenten gelegd die voor meisjes aantrekkelijk zijn en die zich richten op meer de mensgerichte of esthetische aspecten van de natuurkunde. De meeste activiteiten worden echter gericht op het verbreden van het typische beeld van 'de natuurkundige'.
3.1
Rolmodellen
In veel landen worden vrouwen gestimuleerd om zich op te stellen als rolmodel voor jongere vrouwen en meisjes. Over het algemeen wordt aangenomen dat rolmodellen werken. Op de conferentie werd hier echter weinig onderzoek naar gepresenteerd. Uitzondering was een onderzoek in Ierland, dat keek naar de invloed van vrouwelijke PhDsupervisors. Deze rolmodellen zorgden voor een hogere instroom van vrouwelijke PhDstudenten en deze studenten hadden vervolgens ook meer kans om hun PhD succesvol af te ronden.
1 http://www.iupap.org/wg/wip/
3
Voor jongere leeftijdsgroepen (meisjes/jongens die moeten kiezen voor een profiel of HBO/WO-studie) kwamen de volgende rolmodel-initiatieven aan de orde: 3.1.1 Natuurkundigen in de klas In een aantal landen wordt actief natuurkunde gepromoot op basisscholen, zoals in Japan en Ierland. Redenen om op de basisschool te beginnen met natuurkunde zijn: 1. Op jonge leeftijd hebben kinderen nog geen seksevooroordelen voor bepaalde studierichtingen. Ze zijn algemeen nieuwsgierig. 2. Veel basisschoolleraren vinden natuurkunde moeilijk en brengen deze boodschap (ongemerkt) ook over op hun leerlingen. Meisjes zijn er gevoeliger voor om iets moeilijks ook als negatief te zien. In Japan is vanuit de overheid een project gestart van assistent-wetenschapdocenten op basisscholen. In Japan doen hier voornamelijk studentes en huisvrouwen aan mee. Een aantal individuele vrouwen die op de conferentie aanwezig waren, geven natuurkundelessen op hun lokale basisschool. Dit werd niet altijd even goed gesteund door hun instituut/universiteit. In de Verenigde Staten loopt het project Teach for America' waarin pas afgestudeerden een paar jaar voor de klas kunnen gaan staan. Dit is gerelateerd aan het Nederlandse project 'Eerst de klas'. Eén van de doelstellingen van dit programma is het imago van natuurkunde jonger en hipper te maken. 3.1.2 Carrièreperspectieven in de fysica Het is voor het algemene publiek niet altijd even duidelijk wat de carrièreperspectieven van fysici zijn. Op de conferentie heerste het gevoel (soms ook frustratie) dat een groot deel van de meisjes met natuurkundetalent, daardoor kiest voor studies met een duidelijker (maatschappelijk) profiel, zoals medische technologie en milieukunde. Naar de onderbouwing en oorzaak van deze keuze zal in de toekomst onderzoek worden gedaan door the American Institute of Physics. Op de conferentie waren een aantal voorbeelden van vrouwen en mannen die op individuele basis hun carrière als voorbeeld stelden bij presentaties voor het algemene publiek. Een voorbeeld hiervan is Mae Jemison (Amerikaans astronaute) die op scholen aan kinderen haar carrièreverhaal vertelde. In Nederland is Jan Terlouw een goed voorbeeld, die zich altijd als 'natuurkundige' profileert. 3.2 Summer camps georganiseerd door bedrijven Een initiatief voor voorlichting speciaal voor meisjes dat werd gepresenteerd op de conferentie, zijn de summer camps in Zuid Korea. Doelgroep hierbij zijn meisjes uit de onderbouw van de middelbare school. Het initiatief van deze summer camps ligt bij de universiteiten van Zuid Korea, maar het geheel wordt gesponsord door Koreaanse bedrijven. Er was veel enthousiasme over dit project, maar het rendement is onbekend. Helaas loopt de deelname van bedrijven door de huidige financiële crisis terug.
4
3.3 Bijscholingscursussen voor meisjes In Tanzania worden in de zomervakanties bijscholingscursussen in exacte vakken georganiseerd voor meisjes, die niet het juiste vakkenpakket hebben om toegelaten te worden tot een universitaire bèta-studierichting.
4
Initiatieven om vrouwen te behouden voor de fysica
In veel landen ligt het aantal vrouwelijke promovendi binnen de fysica weinig lager dan het aantal mannelijke promovendi. Het percentage vrouwelijke postdocs ligt vaak al wel wat lager, terwijl vanaf het niveau van UD en hoger het percentage vrouwelijke fysici snel afneemt. Een deel van de vrouwen verlaat dus na hun promotie of postdoc de onderzoekswereld voor een baan elders. In verschillende landen worden initiatieven genomen om meer vrouwen te behouden en te stimuleren om te kiezen voor een wetenschappelijke carrière in de fysica.
4.1
Rolmodellen
Ook bij het behouden van vrouwen voor de fysica werd tijdens de conferentie veel nadruk gelegd op het belang van rolmodellen. Ten eerste kwam het belang van vrouwen in hogere posities naar voren. Zij kunnen als inspiratiebron fungeren voor vrouwen die zelf ook een carrière in de fysica ambiëren. Daarnaast worden in een groot aantal landen prijzen en awards uitgereikt voor vrouwelijke fysici in alle stadia van hun carrière. Het doel hiervan is de zichtbaarheid van vrouwelijke fysici te vergroten en vrouwelijke fysici een doel te bieden om naar toe te werken. In Nederland wordt bijvoorbeeld tweejaarlijks de Minerva-Prijs uitgereikt voor de beste wetenschappelijke publicatie door een vrouw. Hier zouden dus nog andere prijzen aan toegevoegd kunnen worden, speciaal gericht op vrouwelijke fysici in verschillende stadia van hun carrière.
4.2
Vergemakkelijken van balans werk/privé
Het grootste deel van de initiatieven, die erop gericht zijn om vrouwen te stimuleren om voor een carrière in fysica te kiezen, bevatten beleid om de balans tussen werk en privé te verbeteren en daardoor meer mogelijkheden te scheppen om een wetenschappelijke carrière te combineren met een gezin of andere zorgtaken. Hierbij moet worden benadrukt dat de genoemde voorzieningen vrijwel altijd ook voor mannen toegankelijk zijn. Hierdoor verdwijnt het stigma van een 'vrouwenregeling', waardoor meer vrouwen participeren. Daarbij wordt impliciet ook aangegeven dat het normaal is dat mannen (een deel van) de zorgtaken op zich nemen. 4.2.1 Elterngeld Sinds eind 2006 geldt in Duitsland de 'Elterngeld'-regeling. Onder deze regeling kunnen ouders tijdens het eerste levensjaar van hun kind tegen 65% van hun salaris verlof opnemen om voor het kind te zorgen. Hierbij blijft de persoon dan nog wel maximaal 19 uur per week werken, om zo de band met het werk niet helemaal te verliezen. Voor beide ouders samen geldt een maximale duur van 12 maanden, die naar behoeven over beide
5
ouders verdeeld kunnen worden. Overigens bestaat ook in Zweden een dergelijke regeling. 4.2.2 Career Break fondsen In verschillende landen, waaronder de Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Japan en India, worden beurzen aangeboden aan vrouwen (en soms ook mannen) die om persoonlijke redenen (bijvoorbeeld ziekte of zorg voor anderen) hun carrière hebben moeten onderbreken. Deze beurzen zijn bedoeld om deze mensen de kans te geven de verloren tijd in te halen, en binnen één of twee jaar weer terug te komen op hun niveau en positie van vóór de onderbreking zodat zij hun carrière kunnen voortzetten. In Nederland denkt FOM momenteel na over een dergelijke regeling. 4.2.3 Zorgsubsidie bij bezoeken aan het buitenland In het Verenigd Koninkrijk bestaan zogenaamde 'Care Funds' voor wetenschappers die naar het buitenland moeten voor een congres of voor het doen van metingen en onderzoek. Hierbij krijgt men de mogelijkheid om de extra kosten, die gemaakt worden voor de zorg voor kinderen, ouders of partners, vergoed te krijgen. In Nederland heeft de Rijksuniversiteit Groningen ook een soortgelijke regeling. 4.2.4 Onderwijsontheffing bij zwangerschaps- en ouderschapsverlof In Hong Kong bestaat op universiteiten de mogelijkheid om na het opnemen van zwangerschaps- of ouderschapsverlof een semester of trimester vrijgesteld te worden van het geven van onderwijs. Op die manier kan de persoon in kwestie al zijn of haar tijd besteden aan onderzoek en zo weer snel 'verloren' tijd inhalen. Voorwaarde hierbij is wel dat er een planning wordt ingediend, vóórdat het verlof wordt opgenomen. Op die manier kan de universiteit voor de onderwijsverplichtingen voor de gehele periode tijdens het verlof en tijdens de daaropvolgende vrijstelling tijdelijk personeel of een gastonderzoeker aanstellen. In Nederland wordt op twee universiteiten een dergelijke regeling onder de naam 'Onderwijs-sabbatical' aangeboden, echter in deze gevallen wel alleen voor vrouwen.
5
Initiatieven om vrouwen door te laten stromen naar hogere functies
Zoals gezegd, neemt het percentage vrouwelijke fysici snel af, wanneer gekeken wordt naar de bezetting van UD-posities en hoger. Behalve initiatieven om vrouwen te behouden voor de fysica worden daarom ook veel initiatieven ontplooid om vrouwen beter door te laten stromen naar hogere posities. Deze initiatieven zijn er aan de ene kant op gericht om vrouwen zelf en hun leidinggevenden meer bewust te maken van de situatie, en aan de andere kant om beleidsinstrumenten te ontwikkelen om de doorstroom van vrouwen te versnellen.
5.1
Voor vrouwen zelf
In veel landen worden workshops en mentoringprogramma's aangeboden aan vrouwen om hen tips en handvatten aan te reiken waarmee zij hun kansen op succes kunnen vergroten. Veel gebruikte thema's zijn aan de ene kant zaken van persoonlijke ontwik-
6
keling, zoals het beter profileren van eigen onderzoek, het loslaten van schuldgevoelens over het combineren van werk en zorgtaken, assertiviteitstrainingen en sollicitatietrainingen. Aan de andere kant bevatten deze programma's vaak ook meer praktische tips over het schrijven van subsidieaanvragen en bijvoorbeeld het noemen van kinderen op het cv. In Nederland worden ook al in veel verbanden dit soort programma's en workshops aangeboden.
5.2
Bewustwording bij leidinggevenden
In veel landen worden ook workshops georganiseerd om leidinggevenden bewust te maken van de situatie en van bewuste of onbewuste processen die een rol spelen bij werving en selectie van wetenschappelijk (natuurkundig) personeel. In Ierland bestaat zelfs een subsidieprogramma voor universiteiten die onderzoek willen laten uitvoeren naar onbewuste gendergerelateerde associaties en vooroordelen in hun organisatie. In de Verenigde Staten worden op universiteiten komische theatervoorstellingen voor wetenschappelijke staf en beleidsmedewerkers georganiseerd, waarin allerlei situaties die een vrouw in de natuurkunde tegenkomt, worden uitgebeeld. Hierbij werd benadrukt dat het van belang is dat het publiek niet alleen uit natuurkundigen bestaat, maar ook uit mensen van andere (niet-bèta) disciplines. Hiermee wordt voorkomen dat het publiek als één groep gaat denken, dat het bij hen niet zo gaat en zich daardoor niet aangesproken voelt.
5.3
Beleidsinstrumenten
Een aantal landen presenteerden op de conferentie beleidsinstrumenten om het aantal vrouwen op hogere posities binnen de natuurkunde te vergroten. 5.3.1 Dual Career oplossingen Het zogenoemde 'Dual Career' probleem (om vrouwelijke fysici voor hogere posities aan te trekken, moet er in veel gevallen ook een passende baan voor een hoogopgeleide partner gezocht worden, dit geldt in mindere mate ook andersom) is uitgebreid aan de orde geweest. Met name in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben al veel universiteiten hier beleid voor ontwikkeld. Dit beleid bestaat over het algemeen uit de volgende elementen: De universiteit maakt zowel op de algemene website als bij de vacature al bekend dat oplossingen voor het Dual Career probleem bespreekbaar zijn. De universiteit heeft een integraal programma waardoor faculteiten onderling samenwerken om een positie voor de partner te vinden. De universiteit heeft een budget om de afdeling die de partner aanneemt een overbruggingssubsidie te bieden, vaak voor drie jaar. Soms wordt een deel van het salaris al wel door die afdeling betaald. De partner wordt door de aannemende afdeling gescreend op kwaliteiten en geschiktheid, voordat tot een dienstverband wordt over gegaan, of de partner doet mee in interne sollicitatieprocedures. Deze screening loopt als het goed is tegelijk met de screening van de eigenlijke kandidaat. In geval de partner geen academische baan zoekt, is er een netwerk beschikbaar van bedrijven en instellingen, waarin naar een passende baan gezocht kan worden.
7
In Nederland wordt momenteel op steeds meer plekken beleid ontwikkeld om het Dual Career probleem op te lossen. 5.3.2 Overbruggingssubsidies In Duitsland bestaan overbruggingssubsidies om een vrouw alvast aan te stellen, wanneer een mannelijke hoogleraar binnen afzienbare tijd met pensioen gaat. In Nederland heeft FOM een soortgelijke, algemenere overbruggingssubsidieregeling. 5.3.3 Industriële posities voor vrouwen In Canada bestaan aan meewerkende universiteiten zogenoemde 'Industrial Chairs for Women', leerstoelen die deels door de industrie betaald worden en die alleen door vrouwen bezet mogen worden voor een periode van vijf jaar. Hierbij is wel sprake van een competitie om de kwaliteit van de uiteindelijk aangestelde hoogleraren op deze leerstoelen te waarborgen. 5.3.4 Aangepaste subsidievoorwaarden voor vrouwen In sommige gevallen worden de regels, om voor subsidies in aanmerking te komen, aangepast voor vrouwen. Zo ligt in China de leeftijdsgrens voor persoonsgebonden subsidies voor vrouwen die kinderen hebben vijf jaar hoger dan voor mannen of vrouwen die geen kinderen hebben. Hierdoor kunnen zij meer effectieve onderzoekstijd opbouwen om hetzelfde resultaatniveau te halen als mensen die geen zwangerschapsverlof hebben hoeven opnemen. Ook in Nederland komt meer aandacht voor de effectieve onderzoekstijd.
8
6
Contact
Mocht u meer informatie willen, dan kunt u contact opnemen met: Paula van Tijn Stichting FOM 030 - 600 12 22
[email protected]
Noortje de Graaf Nederlandse Natuurkundige Vereniging 020 - 592 22 11
[email protected]
9