Inspectierapport Stichting Peuterspeelzalen Swalmen (PSZ) Gevaren BP Swalmen

Inspectierapport

Stichting Peuterspeelzalen Swalmen (PSZ) Gevaren 3 6071BP Swalmen

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Limburg-Noord Roermond 18-06-2015 Onderzoek voor registratie Definitief 15-09-2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.....4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................7 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................8 Ruimte en inrichting......................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 13 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 13 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 14

Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek voor registratie 18-06-2015

Stichting Peuterspeelzalen Swalmen te Swalmen

2 van 14

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. Beschouwing Dit rapport betreft een onderzoek voor registratie en opname in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen van een nieuwe peuteropvanglocatie van Stichting Peuterspeelzalen Swalmen. Stichting Peuterspeelzalen Swalmen is onderdeel van Stichting Kinderopvang Swalmen. De houder van deze organisatie exploiteert reeds een peuterspeelzaal, twee BSO’s en twee kinderdagverblijven in de gemeente Swalmen. Er is een aanvraag ingediend voor de exploitatie van een peuterspeelzaal (PSZ) aan de Gevaren 3 in Swalmen. De PSZ gaat een bestaande ruimte in het kinderdagverblijf in gebruik nemen. De houder voldoet, wanneer een nieuwe VOG van de rechtspersoon is afgegeven, aan de voorwaarden om geregistreerd te kunnen worden in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). Zie de toelichting bij de diverse onderwerpen in dit rapport. Voortgang: Op 18 augustus 2015 is een VOG RP ontvangen (afgiftedatum 30 juli 2015); hiermee wordt aan alle voorwaarden voor registriatie in het LRKP voldaan.

Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. De exploitatie kan echter pas starten zodra een geldig VOG Rechtspersoon is afgegeven*: Bij de aanvraag is alleen een VOG van de houder als natuurlijk persoon meegestuurd. Er dient eveneens een geldig VOG Rechtspersoon (Stichting Peuterspeelzalen Swalmen) aanwezig zijn. Deze is wel al aangevraagd, maar nog niet in het bezit van de houder. Tijdens het locatiebezoek is een bewijs van aanvraag overhandigd met als invuldatum 18-06-2015. *Op 18 augustus 2015 is een VOG RP ontvangen, die aan de gestelde eisen voldoet.



3 van 14

Observaties en bevindingen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen In dit hoofdstuk wordt het wettelijk kader beschreven voor toezicht en handhaving bij kindercentra. Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het starten van een kindcentrum dat bedrijfsmatig of anders dan om niet, gedurende de opvang verzorging en opvoeding biedt aan kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Op de peuterspeelzaal zullen kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar worden opgevangen. De kinderen worden gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal verzorgd en er wordt opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. Conclusie: De opvang op deze locatie voldoet aan de definitie uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving Er zijn ten aanzien van de houder in het verleden meerdere malen handhavingstrajecten ingezet. De houder heeft telkens weer de tekortkomingen opgeheven, zo bleek uit nader onderzoek. Op dit moment loopt er geen handhavingsactie. Conclusie: De wet- en regelgeving zal door de houder naar verwachting worden nageleefd.

Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke)  gegevens LRKP  aanvraag tot exploitatie gemeente Roermond, d.d. 07-05-2015  inspectierapporten locaties Gevaren 3 en Robijnstraat 6 te Swalmen gemeente Roermond



4 van 14

Pedagogisch klimaat Kinderopvang Swalmen heeft een algemeen geldend beleidsplan, met daarin afzonderlijke delen uitgewerkt voor de aangeboden opvangvormen, waaronder een deel voor de peuterspeelzalen. Ook is er een afzonderlijk beleidsplan opgesteld voor voorschoolse educatie. In dit VVE-beleidsplan staat beschreven op welke wijze kinderopvang Swalmen binnen de kinderopvang en peuterspeelzaal uitvoering wil geven aan de voor- en vroegschoolse educatie. Het VVE-beleidsplan is de basis voor het werkplan op locatie. De pedagogische beleidsplannen zijn inzichtelijk op de website van de houder. Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. Conclusie: Tijdens het eerstvolgende onderzoek na exploitatie wordt het plan inhoudelijk beoordeeld en getoetst aan de praktijk.

Voorschoolse educatie Programma voorschoolse educatie Op de peuterspeelzaal gaat gewerkt worden met de voorschoolse methode Puk en Ko. Het programma heeft een ontwikkelingsgerichte aanpak. In het kader van het VVE-programma werkt men met thema's. Vanuit die thema's worden ontwikkelingsgerichte activiteiten georganiseerd en krijgen kinderen de mogelijkheid om eigen ervaringen met elkaar te delen. Een thema heeft een duur van gemiddeld 6 weken. Omvang voorschoolse educatie De groep is 4 dagdelen per week geopend van 08.45 uur tot 11.45 uur. Groepsgrootte Er kunnen maximaal 16 kinderen op de groep geplaatst worden. Getuigschrift voorschoolse educatie De drie beroepskrachten die op de groep gaan werken zijn in het bezit van een getuigschrift conform de CAO Kinderopvang (Uk&Puk, VVE Sterk en Puk&Ko) De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. De houder heeft een opleidingsplan voor 2014 - 2015 opgesteld. Voor de voorschoolse educatie wordt de VVE-methode Puk en Ko gebruikt. In 2014/2015 neemt het hele team deel aan de training ‘Coachen Puk en Ko’. Conclusie: Het programma voor de voorschoolse educatie voldoet aan de gestelde voorwaarden. De beroepskrachten beschikken over de juiste getuigschriften voor het verzorgen voorschoolse educatie. Tijdens het eerstvolgende onderzoek na exploitatie wordt het voorschoolse programma getoetst aan de praktijk.

Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke)  Website (www.kinderopvangswalmen.nl)  Pedagogisch beleidsplan (Algemeen beleidsplan juni 2015)



5 van 14

  

Pedagogisch werkplan (Deel 3 Peuterspeelzalen juni 2015) VVE-certificaten (3x beroepskrachten) Opleidingsplan voorschoolse educatie (VVE beleidsplan kinderopvang Swalmen dec. 2014)



6 van 14

Personeel en groepen Bij dit onderwerp wordt de verklaring omtrent het gedrag van de houder beoordeeld. Aangezien al bekend is welke beroepskrachten op de groep gaan werken zijn eveneens de VOG`s van de beroepskarchten beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag De drie beroepskrachten die op de groep geplaatst gaan worden beschikken over een geldig VOG, vallend onder het continue toezicht en gescreend op de juiste functie-aspecten. Zij zijn reeds werkzaam op andere locaties van de houder. De houder heeft bij de aanvraag tot exploitatie een verklaring omtrent het gedrag (VOG)van de directeur van de stichting bijgevoegd. Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat niet de directeur de bestuurder is, maar Stichting Kinderopvang Swalmen. Deze stichting is als rechtspersoon de bestuurder. Er zal dan ook een VOG Rechtspersonen (RP) van Stichting Kinderopvang Swalmen aangevraagd en overlegd moeten worden. Er is overleg en overreding toegepast voor het onderdeel verklaring omtrent gedrag houder: Tijdens het onderzoek op locatie heeft de houder een bewijs van aanvraag overhandigd: dit is een kopie van het 'Aanvraagformulier Verklaring Omtrent Gedrag RP' van Dienst Justis, met als invuldatum 18-06-2015. Zolang er geen geldig VOG RP is afgegeven, wordt de voorwaarde als niet ok beoordeeld. De screening procedure kan een aantal weken in beslag nemen. De gemeente Roermond is daarom verzocht om het beslissingstermijn op te schorten. Zolang er geen geldig VOG rechtspersoon is afgegeven adviseert de inspecteur de gemeente Roermond de exploitatie uit te stellen. Voortgang: Op 18 augustus 2015 heeft de inspecteur per mail een VOG RP van de houder ontvangen. De VOG RP is op 30 juli 2015 afgegeven en voldoet aan de gestelde eisen.

Passende beroepskwalificatie Van de drie beroepskrachten die op deze groep gaan werken zijn de diploma`s ingezien(MDGOAgogisch Werk, MBO-Dienstverlening en Gezondheidszorg, MBOKinderverzorging/Jeugdverzorging). Conclusie De beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke) Verklaringen omtrent het gedrag (1x houder, 1x locatieverantwoordelijke, 3x beroepskrachten,  VOG RP 30-07-2015)  Diploma's beroepskrachten (3x)



7 van 14

Veiligheid en gezondheid In dit hoofdstuk is de bij de aanvraag meegestuurde risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid alsmede het plan van aanpak beoordeeld op volledigheid. Eveneens is gekeken of de houder een Meldcode kindermishandeling heeft opgesteld. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is in januari 2015 door de coördinator van het kindcentrum uitgevoerd. Bij het in kaart brengen van de risico's is de format gebruikt van de door het LCHV en Stichting Consument en Veiligheid ontwikkelde methodes. De houder heeft een aantal documenten opgesteld waarin per scenario is uitgewerkt, welke preventieve maatregelen er getroffen worden. Deze documenten worden als actieplan aangeduid. Ook is er een gezondheidsverslag opgesteld. Conclusie: De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid betreffende de actuele situatie.

Meldcode kindermishandeling Kinderopvang Swalmen hateert de landelijk vastgestelde meldcode van de brancheorganistaie kinderopvang, versie juli 2013. Conclusie: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke)  Observaties (binnen-en buitenruimte)  Risico-inventarisatie veiligheid  Risico-inventarisatie gezondheid  Actieplan veiligheid  Actieplan gezondheid  Ongevallenregistratie  Meldcode kindermishandeling



8 van 14

Ruimte en inrichting De locatie bestaat uit twee bouwlagen en een grote, aangrenzende buitenruimte. De PSZ heeft binnen het kindcentrum een eigen, vaste groepsruimte. Tijdens activiteiten kan er ook gebruik worden gemaakt van andere ruimten binnen het kindercentrum.

Binnenruimte Er is geschikt spelmateriaal aanwezig voor de leeftijdsgroep 2-4 jaar. Er zijn rustige en actieve groepen in de ruimte met minimaal drie speelhoeken. De ruimte is overzichtelijk en heeft een sfeervolle uitstraling. Aangezien de gemeente Roermond geen verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen heeft is de voorwaarde 'er is ten minste 3,5 vierkante meter bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind' niet beoordeeld. Conclusie: De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Indien de eis van ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte wel gaat gelden dan zijn er voldoende vierkante meters binnenruimte beschikbaar om 16 kinderen gelijktijdig op te vangen.

Buitenspeelruimte Aangezien de gemeente Roermond geen verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen heeft is de voorwaarde 'er is ten minste 3 vierkante meter bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind' niet beoordeeld. Men maakt gebruik van de buitenruimte van het kindcentrum, welke aangrenzend is aan de peuterspeelzaal en veilig bereikbaar voor de kinderen. Conclusie: Er is voldoende buitenspeelruimte, de buitenruimte voldoet aan de geldende voorwaarden. Of er voldoende spelmateriaal aanwezig is, geschikt voor de leeftijdsgroep van 2-4 jaar, wordt tijdens het eerstvolgende onderzoek na exploitatie getoetst aan de praktijk.

Gebruikte bronnen:  Observaties (binnen-en buitenruimte)



9 van 14

Inspectie-items Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 2.5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 2.5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)



10 van 14

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



11 van 14

Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ruimte en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal.



12 van 14

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: Stichting Peuterspeelzalen Swalmen : 32 : Ja

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer

: : : :

Stichting Peuterspeelzalen Swalmen Gevaren 3 6071BP Swalmen 41066272

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900BD VENLO 088-1191200 A. de Graaf

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Roermond : Postbus 900 : 6040AX ROERMOND

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : : :

18-06-2015 02-09-2015 Niet van toepassing 15-09-2015 15-09-2015 15-09-2015

: 22-09-2015



13 van 14

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.



14 van 14

Inspectierapport Stichting Peuterspeelzalen Swalmen (PSZ) Gevaren BP Swalmen

Recommend Documents