Schoolgids Basisschool Lambertus Swalmen 2014 — 2015
Colofon Basisschool Lambertus Meestersweg 5 6071 BN Swalmen tel 0475-508144 fax 0475-508145 e-mail
[email protected] www.lambertusswalmen.nl Bestuur: Stichting Swalm en Roer, voor onderwijs en opvoeding Postbus 606 6040 AP Roermond tel 0475-345830 fax 0475-345831 e-mail:
[email protected] Voorzitter College van Bestuur: Dhr. Jos de Vriend Directie: Vera Mestrom tel 06 34989393 e-mail:
[email protected] Schooltijden Maandag, dinsdag en donderdag 08.30 uur – 12.00 uur 13.15 uur – 15.15 uur Woensdag en vrijdag 08.30 uur – 12.30 uur
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 4
Een woord vooraf
Geachte ouders, verzorgers, Voor u ligt de nieuwe schoolgids voor het schooljaar 2014-2015. Met deze gids willen we ouders, verzorgers en belangstellenden informeren over allerlei zaken betreffende basisschool Lambertus . In de gids vindt u informatie over het onderwijs en de specifieke leerlingenzorg. Over leerresultaten en sociaal emotionele ontwikkeling. In de bij deze schoolgids horende schoolkalender kunt U lezen over de groepsindeling, de lestijden en huishoudelijke zaken. Ook treft u informatie aan over het team en over de contacten met ouders/verzorgers. Een goed en regelmatig contact tussen ouders/verzorgers en school vinden wij zeer belangrijk. Een leer- en leefklimaat, gekenmerkt door wederzijds vertrouwen en een goede relatie, is voor ons de ideale basis voor een optimale ontwikkeling van het kind. Wij staan voor goed onderwijs in een veilige omgeving en in een rustige werksfeer. Plezier op school speelt daarbij een belangrijke rol. Onze missie: leven is leren, leren is leven! Mocht u suggesties of vragen hebben over de inhoud van deze schoolgids / schoolkalender, aarzel dan ook niet om met school contact op te nemen. Namens team en directie wens ik kinderen en ouders/verzorgers een heel leerzaam en plezierig schooljaar toe. Vera Mestrom Directeur
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 5
Stichting Swalm en Roer voor onderwijs en opvoeding Onze school valt onder het bestuur van stichting Swalm & Roer voor onderwijs en opvoeding. Deze stichting is verantwoordelijk voor de aansturing van 23 scholen voor primair onderwijs in de gemeenten Roermond en Roerdalen met in totaal 5.279 leerlingen en 520 medewerkers. Het betreft zowel openbare, katholieke, protestants-christelijke als algemeen bijzondere scholen. Hieronder valt ook een school voor speciaal basisonderwijs. De stichting wordt geleid door een professioneel bestuur bestaande uit 1 persoon die het college van bestuur (CvB) vormt. Het CvB bepaalt het beleid op strategisch niveau op lange termijn. De schooldirecteur is integraal en eindverantwoordelijk voor de aan zijn leiding toevertrouwde school. De directeuren zijn verenigd in het Directeuren Overleg, een adviesorgaan voor het college van bestuur. Het college van bestuur en de scholen worden ondersteund door een stafbureau op het gebied van onderwijs, financiën, personeel en beheer. De samenstelling van het CvB is: Dhr. J.L. (Jos) de Vriend MME, (waarnemend) voorzitter college van bestuur Het stafbureau van de stichting Swalm & Roer is gevestigd: Roerderweg 35, Roermond Postbus 606, 6040 AP Roermond. T: 0475-345830 I: www.swalmenroer.nl E:
[email protected] De raad van toezicht houdt toezicht op het beleid van het college van bestuur, gericht op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting en de algemene gang van zaken volgens de code Goed Bestuur. Zij treedt op als formele werkgever van de leden van het college van bestuur en heeft oog voor maatschappelijke ontwikkelingen en de belangen van iedereen die bij het primair onderwijs is betrokken. Haar werkzaamheden liggen vast in een reglement. De raad bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste zeven personen en legt publiekelijk verantwoording af over het door haar uitgevoerde toezicht. De volgende personen maken deel uit van de raad van toezicht: mevr. B.J.F.M. (Nardie) Berden - van Lier MMO, lid dhr. mr. J.B.Th. (Bart) van ’t Grunewold, lid (op voordracht van de gemeente Roermond) dhr. J.P.M. (Jan Pieter) Janssen, vicevoorzitter mevr. A.J.P. (Anja) Pijls, lid (op voordracht van de GMR) dhr. ir. M.G. (Marc) Schroten, lid dhr. C.P. (Tof) Thissen, voorzitter dhr. P.A. (Ton) Zentjens, lid Vanuit het motto ‘samen sterker in onderwijszorg, onderwijskwaliteit en onderwijsinnovatie is de afgelopen jaren ingezet op de ontwikkeling van een aantal resultaatgebieden zoals beschreven in de strategische koers van de stichting ‘bruisend onderwijs’ . De koers t.a.v. innovatief onderwijs, professionalisering van medewerkers, samenwerking met externe partners en interne kwaliteitszorg is universeel maar er wordt ruimte geboden om in verscheidenheid Bruisend Onderwijs te ontwikkelen en aan te bieden. In dit schooljaar wordt de strategische koers geëvalueerd en wordt een nieuw strategisch beleidsplan vastgesteld voor de komende jaren. Stichting Swalm & Roer maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 31-02 Midden-Limburg.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 6
Inhoudsopgave Colofon ............................................................................................................................................. 4 Een woord vooraf .............................................................................................................................. 5 Stichting Swalm en Roer voor onderwijs en opvoeding ...................................................................... 6 1.
De school...................................................................................................................................10 1.1
Voor welke kinderen is onze school bedoeld...........................................................................10
1.2
Grondslag ..............................................................................................................................10
1.3
Het gebouw ............................................................................................................................10
1.4
Schoolgrootte .........................................................................................................................10
2.
Waar onze school voor staat ....................................................................................................11 2.1
Onze missie/ Visie..................................................................................................................11
2.2
Schoolconcept .......................................................................................................................12
2.3
De veilige school en gezonde school ......................................................................................12
2.5
Identiteit en catechese ...........................................................................................................14
2.6
Schoolontwikkeling.................................................................................................................14
3.
De organisatie van het onderwijs .............................................................................................15 3.1
Opbouw van de school ...........................................................................................................15
3.2
Organisatie en werkwijze........................................................................................................15
3.3
Vak– en vormingsgebieden ....................................................................................................15 3.3.1
De activiteiten in groep 1 en 2 .........................................................................................15
3.3.2
Lezen/Taal/Schrijven ......................................................................................................16
3.3.3
Rekenen en wiskunde/denkontwikkeling .........................................................................16
3.3.4
De wereldoriënterende vakken........................................................................................17
3.3.5
Techniek.........................................................................................................................17
3.3.6
Computers op school ......................................................................................................17
3.3.7
De expressievakken........................................................................................................17
3.3.8
Bewegingsonderwijs .......................................................................................................17
3.3.9
Engelse taal ....................................................................................................................18
3.3.10 Catechese/Levensbeschouwing ......................................................................................18 3.3.11 Zelfstandig werken ..........................................................................................................18 3.3.12 Algemene vaardigheden .................................................................................................18 3.4
3.5
Contacten met andere instellingen..........................................................................................18 3.4.1
ZAT en CJG....................................................................................................................18
3.4.2
De GGD Midden-Limburg en de jeugdgezondheidszorg ..................................................19
3.4.3
Logopedie.......................................................................................................................19
3.4.4
Algemeen Maatschappelijk Werk ....................................................................................19
3.4.5
Inspectie .........................................................................................................................19
3.4.6
Parochie .........................................................................................................................20
3.4.7
Peuterspeelzaal ..............................................................................................................20
3.4.8
Kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang....................................................................20
3.4.9
Andere hulpverleningsinstanties......................................................................................20
Bijzondere activiteiten ............................................................................................................20
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 7
3.5.1
Crea/techniekmiddagen ..................................................................................................20
3.5.2
Cultuureducatie ..............................................................................................................20
3.5.3
Sinterklaas......................................................................................................................20
3.5.4
Kerstmis .........................................................................................................................21
3.5.5
Carnaval .........................................................................................................................21
3.5.6
Vastenactie.....................................................................................................................21
3.5.7
Pasen .............................................................................................................................21
3.5.8
Sportdag .........................................................................................................................21
3.5.9
Schoolreis.......................................................................................................................21
3.5.10 Schoolkamp....................................................................................................................21 3.5.11 Eindejaarsfeest ...............................................................................................................21 3.5.12 Excursies ........................................................................................................................21 4.
De zorg voor de kinderen .........................................................................................................22 4.1
4.2
4.3 5.
Leerlingenzorg op Bs. Lambertus ...........................................................................................22 4.1.1
Aanmelding van nieuwe leerlingen ..................................................................................22
4.1.2
Het volgen van de ontwikkeling van het kind ...................................................................23
4.1.3
De sociaal- en emotionele ontwikkeling ...........................................................................23
4.1.4
Omgaan met leerlinggegevens........................................................................................23
4.1.5
Interne Begeleider (I.B.’er) ..............................................................................................24
4.1.6
Leerlingvolgsysteem .......................................................................................................24
4.1.7
Begeleiding van meerbegaafde leerlingen .......................................................................24
4.1.8
Plaatsing in groepen .......................................................................................................24
4.1.9
Beleid t.a.v. verlengde/verkorte leertijd ............................................................................25
Passend Onderwijs ................................................................................................................25 4.2.1
Extra Ondersteuning .......................................................................................................26
4.2.2
Extra Informatie ..............................................................................................................26
Naar het voortgezet onderwijs ................................................................................................26 Zorg voor kwaliteit ....................................................................................................................28
5.1
Werken aan kwaliteitsverbetering ...........................................................................................28 5.1.1
Kwaliteitsverbetering door goede methoden ....................................................................28
5.1.2
Kwaliteitsverbetering dankzij aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling .............28
5.1.3
Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel ..................................................................28
5.1.4
Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem.........................................................28
5.1.5
Kwaliteitsverbetering dankzij een schoolplan / zorgplan ..................................................29
5.2
Kwaliteitsverbetering dankzij opbrengst gericht werken ..........................................................29
5.3
De resultaten van het onderwijs..............................................................................................30
5.4
De Informatie– en Communicatie Technologie (ICT)...............................................................30
6.
Personeel en Organisatie .........................................................................................................31 6.1
Wie werken er in de school.....................................................................................................31
6.2
Ontwikkeling/scholing .............................................................................................................31
6.3
Organisatie bij ziekte en verlof van leerkrachten .....................................................................31
6.4
Stagiaires ...............................................................................................................................31
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 8
7.
De ouders ..................................................................................................................................33 7.1
De betrokkenheid van ouders .................................................................................................33
7.2
Leerplicht ...............................................................................................................................33 7.2.1
7.3
Verlof ..............................................................................................................................33
Contacten met ouders ............................................................................................................34 7.3.1
Oudergesprekken ...........................................................................................................34
7.3.2
Rapportage .....................................................................................................................34
7.3.3
Informatiebijeenkomsten .................................................................................................34
7.3.4
Schriftelijke informatievoorziening ...................................................................................34
7.4
Medezeggenschap (MR en GMR) ..........................................................................................35
7.5
Ouderraad..............................................................................................................................35
7.6
Regeling schorsing en verwijdering ........................................................................................36
7.7
Klachten.................................................................................................................................37
7.8
Meldcode huiselijk geweld ......................................................................................................37
7.9
Overblijven op school .............................................................................................................38
7.10 Aansprakelijkheid en verzekeringen .......................................................................................38 8.
Contactadressen .......................................................................................................................40
9.
Lijst met afkortingen .................................................................................................................41
10. Bijlagen......................................................................................................................................42
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 9
1. De school 1.1
Voor welke kinderen is onze school bedoeld.
Bs. Lambertus is een van de 3 scholen in de deelgemeente Swalmen en wordt bezocht door overwegend Nederlandse kinderen. Het voedingsgebied ligt grotendeels ten zuiden van de Swalm aan de rechterkant van de Rijksweg. Bs. Lambertus staat in principe open voor alle kinderen.
1.2
Grondslag
Bs. Lambertus is een moderne, open katholieke school. Dit betekent dat we vanuit de katholieke levensovertuiging de leerlingen kennis, vaardigheden en inzichten bijbrengen. De kinderen van nu zijn de volwassenen van morgen, die zullen leven in een samenleving die gekenmerkt wordt door een grote diversiteit aan culturen en opvattingen. Wij leren onze kinderen begrip en respect te tonen voor iedereen. Naast de aandacht hiervoor in onze godsdienstlessen, vertellen wij de kinderen ook over de belangrijkste wereldgodsdiensten. De sfeer in de school is in eerste plaats veilig en vertrouwd. De meeste kinderen gaan met plezier naar school. Wij stimuleren het klaar staan voor elkaar en het samenwerken. Wij zijn alert op discriminatie en pesten en werken vooral aan het voorkomen ervan. En als het dan toch eens een keer de kop opsteekt, proberen we naar het kind of de groep gericht, handelend op te treden.
1.3
Het gebouw
Sinds 2003 is onze school gehuisvest in een prachtig deels nieuw, deels opgeknapt gebouw. Het gebouw bestaat uit 12 groepslokalen, 1 handenarbeidlokaal, een speelzaal voor de kleuters en een gymzaal. 1 lokaal is speciaal ingericht ten behoeve van de bibliotheek. De groepslokalen zijn gesitueerd in 3 afdelingen: de onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Centraal is de hal gelegen. Er is bewust gekozen voor verbrede gangen in de verschillende bouwen, waar leerlingen zelfstandig individueel of in groepjes kunnen werken. Ons gebouw is zodanig ingericht dat wij kinderen met een lichamelijke handicap zonder problemen kunnen ontvangen.
1.4
Schoolgrootte
Bs. Lambertus heeft ongeveer 220 leerlingen, verdeeld over 9 groepen. Aan onze school zijn 14 personeelsleden verbonden, 2 medewerkers voor het schoonhouden van het gebouw, 2 deeltijd conciërges en een administratief medewerkster. Het aantal leerkrachten is afhankelijk van het aantal leerlingen. Bij de inschrijving op school wordt aan de nieuwe leerling een gewicht toegekend, vastgesteld door het ministerie. Het totaal van de leerlingen met hun gewichten bepaalt, na enige correcties, het totaal aantal leerkrachten.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 10
2. Waar onze school voor staat 2.1
Onze missie/ Visie
Bij de heropening van de school in 2003 is onze missie vastgesteld. Leven is leren, leren is leven, De kerngedachte hierbij is: het leren van elke leerling; het gaat om zijn of haar ontwikkeling; die ontwikkeling is ondenkbaar zonder een vergelijkbare ontwikkeling van de medewerkers: geen lerende leerling zonder lerende leraar; zo’n proces vergt een (mede door ICT) uitdagende leeromgeving, met open vensters naar de maatschappij; voorwaarde daarbij is een duidelijk gestructureerde schoolorganisatie waar elke persoon gekend, herkend en erkend wordt en zich veilig voelt; dat wordt bevorderd door positieve verwachtingen ten aanzien van elkaar te hebben; de school zorgt voor een duidelijke verantwoording aan en communicatie met de ouders. Op onze school werken we vanuit de volgende kernwaarden: Groei Kinderen doen basiskennis op die aansluit bij hun niveau en die hen in staat stelt goede keuzes te maken. Kinderen ontwikkelen hun talenten, medewerkers hun talenten en competenties om het professioneel handelen te ondersteunen. Kinderen verlaten de basisschool met een goed gevoel over zichzelf. Openheid Werken in professionele cultuur waar we mét elkaar praten en niet óver elkaar. Er is respect tussen kinderen, leerkrachten en ouders alsook voor de omgeving. School is een veilige, vertrouwde plek waar iedereen zich geaccepteerd en gewaardeerd voelt. Plezier Iedereen komt met plezier naar school en voelt zich er thuis. Kinderen, leerkrachten en ouders voelen zich betrokken bij school. De sfeer op school is prettig en uitdagend. Zelfverantwoordelijkheid Kinderen leren voor zichzelf op te komen en durven keuzes te maken. Kinderen, leerkrachten en ouders voelen zich verantwoordelijk voor het persoonlijke succes en welbevinden alsook voor het succes en welbevinden van de ander. Leren doe je met en van elkaar. Deze kernwaarden komen tot uiting in ons dagelijks handelen op school, waaraan een aantal basisgedachten ten grondslag liggen. Voor ons pedagogisch handelen is dit, dat: wij geloven dat respect voor elkaar een basis is, waardoor er een open, prettige en veilige sfeer ontstaat binnen de school. wij geloven dat iedereen op onze school van en met elkaar kan leren. wij geloven dat iedereen verschillend mag zijn. wij geloven dat een positieve benadering (o.a. motiveren en stimuleren) leidt tot betere resultaten. Voor ons didactisch handelen is dit, dat: wij geloven dat de persoonlijke behoefte van het kind uitgangspunt is. wij geloven dat leraren en leerlingen samen verantwoordelijk zijn voor het leerproces. wij geloven dat het goed is om na te denken over wat je doet en wat je daarvan leert. wij geloven dat iedereen talenten heeft. Voor onze zorg en begeleiding is dit, dat: wij geloven in zorg op maat binnen de mogelijkheden van de school. wij geloven dat je de ontwikkeling van kinderen moet meten om de onderwijsbehoefte te bepalen.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 11
wij geloven dat goede zorg en begeleiding leidt tot meetbare groei. wij geloven dat goede zorg en begeleiding motivatie en plezier op school bevorderen
Voor ons leerstofaanbod is dit, dat: wij geloven in leerstof die prikkelend en uitdagend is, en aansluit bij de behoeften en zorg van het kind. wij geloven dat methodes een middel zijn om tot leren te komen. wij geloven in het stellen van hoge eisen afgaand op het individuele kind. wij geloven in een goede balans tussen het leerkracht gestuurd leren en het samenwerkend en zelfstandig leren Voor onze contacten met ouders is dit, dat: wij geloven dat je ouders actief moet betrekken bij school. wij geloven dat een open en eerlijke benadering naar ouders fundamenteel is. wij geloven in ouders als partners. wij geloven dat ouders samen met de leerkrachten en leerlingen verantwoordelijk zijn voor het groeiproces van de kinderen Deze gedachten worden verder uitgezet in concrete gedragingen in de meerjarenplanning.
2.2
2.3
Schoolconcept Basisschool Lambertus werkt vanuit het gegeven een sturende inspirerende organisatie te willen zijn. Dit zie je terug in de keuze van de methodes, die moeten voldoen aan de kerndoelen. Maar ze moeten ook zoveel ruimte bieden aan de leerkrachten dat zij er inspirerend mee om kunnen gaan. Ze moeten uitnodigen tot vertellen, tot samenwerken, tot creatief omgaan met problemen. Ze moeten een uitdaging zijn voor de leerkracht om de rode lijn die in de methode zit om te zetten naar goed handelen in hun klas. Basisschool Lambertus werkt met het gegeven dat kinderen niet alleen dorpsbewoners zijn, maar ook burgers in deze samenleving. Daarbij willen we uitgaan bij wat het dichtste bij het kind staat en van daaruit het blikveld verruimen. Basisschool Lambertus werkt volgens de opzet van leeftijdsgroepen. Elke groep volgt een programma van leerlijnen dat voor een groot deel in moderne methodes is uitgewerkt. Binnen elke groep is er onderwijs op maat naar leerlingen voor wie het programma te zwaar of juist te licht is. Deze leerlingen worden in het bijzonder gevolgd in ons leerlingvolgsysteem. Basisschool Lambertus wil cultuur en techniek geïntegreerd binnen bestaande vakgebieden aanbieden. Hierop wordt bij de methodekeuze bewust geselecteerd. Basisschool Lambertus werkt met een leerlingvolgsysteem en de daarbij horende afspraken. Zie ook hoofdstuk 4. Basisschool Lambertus werkt ook sturend inspirerend op organisatieniveau. De leerkrachten in de onder- en bovenbouw kennen een bouwoverleg, waarin zij een mate van zelfstandigheid kennen en een mate van eigen verantwoordelijkheid. Iedere bouw heeft een coördinator, die samen met de directeur de schoolontwikkelingen volgen en richting geven. Wij zijn op weg naar een lerende organisatie, waarin vanuit een gezamenlijk gedragen visie leerkrachten kunnen groeien in hun professionaliteit. Door bijv. maatjeswerk, collegiaal overleg, paralleloverleg en werkgroepen. Basisschool Lambertus is een van de opleidingsscholen binnen de stichting. Dit houdt in dat studenten van de Nieuwste Pabo in Sittard, een heel jaar lang gedurende een aantal dagen per week leren en werken op onze school. Daarnaast zijn ook nog studenten van andere opleidingen welkom op onze school, voor zover de organisatie dit toelaat. Wij zijn van mening dat het werken met en door studenten bijdraagt aan vernieuwend en inspirerend onderwijs. Basisschool Lambertus wil allereerst een school zijn voor kinderen, ouders en daarna voor de externen. Kinderen moeten graag naar school komen, zich geborgen voelen, op hun competenties aangesproken worden en van daaruit willen leren. Leerkrachten moeten graag komen werken, zich geborgen voelen, op hun competenties aangesproken worden en zich van daaruit willen ontwikkelen.
De veilige school en gezonde school
Het doel van dit convenant is dat zowel leerlingen, personeel als bezoekers van de school veilig zijn en zich veilig voelen binnen de school- en leeromgeving. Veiligheid op scholen staat niet los van veiligheid in de wijk, op straat of in publieke gebouwen. Het heeft ook nauwe raakvlakken met veiligheid en geborgenheid in
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 12
de privésfeer en in het gezin. Veiligheid wordt steeds meer als een collectieve verantwoordelijkheid beschouwd; iedereen draagt er verantwoordelijkheid voor. Met dit convenant spreken de partners af zich gezamenlijk in te zetten voor de veiligheid in en om de basisschool. Hiertoe worden samenwerkingsafspraken gemaakt. Het voorliggende convenant beschrijft de intentie tot samenwerking en biedt handvatten om te komen tot een concrete en heldere invulling van verantwoordelijkheden, en heldere taakverdeling en afspraken tussen de school en de andere partners. In de kadernota Integrale Veiligheidheid Roermond 2012-2014 en het uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid Roermond 2012 is benadrukt dat het onderwijs partner is in de veiligheidsketen. Veiligheid is de basis voor goed functioneren. Wil een kind zich goed kunnen ontwikkelen, dan zal de omgeving veilig moeten zijn. Dit geldt natuurlijk ook voor het personeel en alle andere betrokkenen. Veiligheid heeft betrekking op een tweetal aspecten: De sociaal veilige school: welzijn en welbevinden. De fysiek veilige school. Wat doen we om die veiligheid te realiseren? T.a.v. de fysieke veiligheid: de school heeft een arbocoördinator die de risico-inventarisatie uitvoert en een plan van aanpak opstelt jaarlijks voert de arbocoördinator een veiligheidsinspectie uit de brandweer voert jaarlijks een controle uit en beoordeelt het ontruimingsplan de school registreert ongevallen de school houdt jaarlijks een ontruimingsoefening de school heeft een aantal bedrijfshulpverleners de school heeft een aantal protocollen voor binnen– en buitenschoolse activiteiten, waarin met name de veiligheid centraal staat. T.a.v. verkeersveiligheid en verkeerseducatie Vanaf 2008 is aan basisschool Lambertus een verkeerscoördinator aangesteld, die samen met de verkeersouders in een netwerk overlegt over te nemen maatregelen en deelname aan verkeersprojecten die de verkeersveiligheid moet verbeteren en kinderen bewust maakt over hun deelname in het verkeer. In dit netwerk participeren de gemeente Roermond, alle basisscholen van de stichting Swalm & Roer en het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg. Elk jaar wordt daartoe een actieplan ingediend bij de provincie Limburg. Hierin staat verwoord wat de school al heeft gedaan en nog wil gaan doen m.b.t. eerder genoemde verkeersveiligheid. Basisschool Lambertus heeft in november 2010 het verkeersveiligheidslabel behaald. Hierdoor mag de school zich een verkeersveilige school noemen. Dat wil overigens niet zeggen dat we er al zijn. We blijven constant letten op verbeterpunten. Aandacht blijft uitgaan naar bijvoorbeeld de voor- en achteringang, fietsenrekken, de toegangswegen naar school e.d. Hierover blijven we met de gemeente in gesprek; zeker wat betreft de situatie op de Meestersweg. Echter het knelpunt is dat dit een doorgaande weg is. Indien u als ouders mogelijke andere knelpunten ervaart, laat het ons dan weten. Om te voorkomen dat we problemen krijgen met een tekort aan fietsenrekken, is er een grens gesteld vanaf welk gebied de kinderen met de fiets mogen komen. Alle kinderen die binnen de cirkel Kroppestraat Slabberskamp wonen, komen te voet naar school. De kinderen die buiten deze cirkel wonen, mogen met de fiets naar school komen. De fietsen dienen netjes in de stalling te worden gezet en te worden afgesloten. Verder vragen wij dringend om de kinderen zo min mogelijk met de auto te brengen. Aan de achterzijde van de school kunnen problemen ontstaan, doordat de straat doodlopend is en alle kinderen die met de fiets komen door de achter in- en uitgang moeten. Het parkeerverbod, zoals aangebracht in de Van Schouenbergstraat, blijft gehandhaafd. Aan de voorzijde mag aan de overzijde van de Meestersweg niet geparkeerd worden. Dit is middels borden aangegeven. Toch constateren we dat ouders zich hier vaak niet aan houden. Tijdens het Vebo overleg met de gemeente is toegezegd dat komend schooljaar de agenten van Stadstoezicht hierop vaker gaan controleren. Een parkeerverbod betekent dat iemand alleen mag in– en uitstappen. Houd u zich s.v.p. strikt aan dit verbod. Verder vragen we u ook dit jaar weer om aan de achterzijde te wachten bij het uitgaan van de school tot het belsignaal klinkt. Belemmer vooral de uitgang niet, want hier moeten alle kinderen met de fietsen doorheen. Kleuters mogen ’s morgens en ’s middags tien minuten voor tijd het lokaal binnen en de kinderen van de groepen 3 t/m 8 vijf minuten voor aanvang van de lessen. Om kinderen bewust te maken van verkeer en veiligheid, hanteren we op school een verkeersmethode van Veilig Verkeer Nederland. Deze is toegespitst op de groepen 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8. Daarnaast wordt in de
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 13
groepen 1 en 2 met de verkeerskalender gewerkt. Verder bereidt groep 7 zich elk jaar voor op het theoretisch- en praktisch verkeersexamen. Het theoretisch gedeelte wordt in de loop van het jaar in de klas geoefend, terwijl de ouders de examenroute meekrijgen die ze zelf met hun kind kunnen oefenen. Elk jaar wordt er door een aantal groepen deelgenomen aan projecten. Zo hebben we o.a. de projecten ’Fietsverlichting’ en ’Fietsvaardig’ gedaan. De groepen 6 gaan tweejaarlijks naar de Verkeersfabriek in Maasbree en nemen we tweejaarlijks deel aan het project ’Streetwise’ van de ANWB. T.a.v. de sociale veiligheid: de school werkt volgens het protocol “effectieve conflicthantering” de school heeft het leerlingvolgsysteem VISEON waarin de sociaal emotioneel ontwikkeling is opgenomen Met de gemeente Roermond is de Convenant Veilige School afgesloten. De hierin opgenomen afspraken worden nageleefd. De school heeft verder een draaiboek voor een crisisteam, dat in werking treedt als er een calamiteit plaats vindt (veiligheidsplan Lambertus).
2.4 Gedragscode Stichting Swalm & Roer kent een gedragscode die in werking treed wanneer leerlingen, medewerkers en ouders zich bedreigd voelen, verbaal of non-verbaal. In de gedragscode zijn gedragsregels opgesteld op de terreinen: seksuele intimidatie en seksueel misbruik racisme en discriminatie lichamelijk en verbaal geweld pesten kleding gebruik internet en social media De gedragscode is te vinden op de website van Stichting Swalm & Roer.
2.5
Identiteit en catechese
Uw kind zit op een r.k. – school. Wat heeft r.k. nog te betekenen? Wordt dat nog wel waargemaakt? Doet men er genoeg aan? Een volstrekt afgerond antwoord komt hier niet. Ook wij zijn regelmatig bezig, middels de catechese projecten, om vorm te geven aan onze identiteit. In ieder geval is de r.k. basisschool Lambertus een plek waar een ieder zijn plaats kan vinden. Bij alles zal het katholiek zijn bij voorkeur moeten blijken uit het samen zoeken naar een beetje vertrouwen en niet uit elk meningsverschil tot veroordeling van andere standpunten komen als zou onze eigen mening de juiste zijn. Middels de catechese projecten en de ervaringen van de kinderen zelf komt het geloof ter sprake. We staan stil bij mensen en dingen uit de eigen wereld van kinderen. We zoeken naar de betekenis erachter om zo tenslotte in gesprek te komen met Jezus en zijn evangelie. De pastoor komt verder in groep 7 en/of 8 ter voorbereiding op het Heilig Vormsel en een bepaalde periode in groep 4 ter voorbereiding op de Eerste Heilige Communie.
2.6
Schoolontwikkeling
Scholen staan midden in de maatschappij. Deze maatschappij verandert voortdurend. Dat betekent ook dat scholen zich moeten blijven ontwikkelen op het gebied van o.a. leerinhouden, werkwijzen en omgang met kinderen. In het schoolplan 2011-2015 staat duidelijk aangegeven waar Bs. Lambertus de komende jaren aandacht aan gaat besteden. Dit document ligt op de school ter inzage. Verder maakt de school elk jaar een jaarplan. Hierin staan activiteiten beschreven waaraan de school het lopende schooljaar gaat werken. Ook dit document ligt ter inzage op school, en is ook via de website te bekijken.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 14
3. De organisatie van het onderwijs 3.1
Opbouw van de school
Swalmen kent 3 basisscholen. Twee in de kern Swalmen en een in de kern Boukoul. Er is één directeur per school die eerste aanspreekpunt binnen de school is voor al uw vragen, deze zelf beantwoordt of ervoor zorg draagt dat uw vraag bij de juiste persoon terecht komt. De directeur draagt de verantwoordelijkheid voor de onderwijsontwikkeling, de leerlingenzorg en de professionele ontwikkeling van het team. Er is regelmatig overleg tussen de directeur en het managementteam. Hierin staan centraal: de schoolontwikkeling de personeelsontwikkeling de kwaliteitsontwikkeling De directeur wordt bij de praktische uitvoering ondersteund door een breed middenkader, bestaande uit de bouwcoördinatoren, de interne begeleider, de ict-coördinator. Er vindt regelmatig overleg plaats over de dagelijkse gang van zaken, over het invoeren van vernieuwingen, over leerlingen met problemen, over de professionalisering van ons team en over de behaalde resultaten.
3.2
Organisatie en werkwijze
De school werkt met een jaarklassensysteem. In de jaargroepen worden opdrachten en werkjes aangeboden die aansluiten bij de individuele behoeften van elk kind. Wij werken volgens het model directe instructie. Zo wordt rekening gehouden met tempo- en niveauverschillen binnen de groep. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen elkaar leren en vertellen hoe ze een taak of een probleem hebben opgelost en dat ze leren samenwerken in de klas en in kleine groepjes. We maken hiervoor gebruik van “coöperatieve werkvormen”. Ook willen we dat onze leerlingen zelfstandig kunnen werken aan een dag- of weektaak. Het "zelfstandig werken" is een werkhouding die ontwikkeld moet worden. Alleen als groepen in staat zijn een periode zelfstandig te werken, is de leerkracht in staat om individueel of in groepjes extra hulp te bieden. De kinderen moeten ook leren op een goede manier met elkaar om te gaan. We willen ze leren hoe ze op een effectieve manier hun conflictjes kunnen oplossen. Het leren accepteren van "afwijkend" gedrag van schoolgenootjes is daarbij heel belangrijk. Immers onze tegenwoordige multiculturele samenleving is ook heel divers.
3.3
Vak– en vormingsgebieden
3.3.1 De activiteiten in groep 1 en 2 Het onderwijs in groep 1 en 2 is vooral gericht op het creëren van situaties waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen. We bieden kortdurende projecten aan die breed van opzet zijn en schenken veel aandacht aan de taalontwikkeling. Deze projecten worden opgezet aan de hand van de methode Kleuterplein. Er wordt gewerkt in hoeken. Deze hoeken zijn wisselend van karakter, afhankelijk van het project. De kleuters leren al doende, tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er voldoende materiaal is, waarvan kleuters kunnen leren. In kringgesprekken wordt er regelmatig met de kleuters gesproken over allerlei onderwerpen, zodat zij veel woorden leren en goed leren spreken. Dit is belangrijk voor het latere lees- en taalonderwijs. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in hoeken, in de speelzaal en op de speelplaats. Omdat kleuters volop in lichamelijke ontwikkeling zijn neemt het bewegingsonderwijs een belangrijke plaats in, zowel binnen in de speel- en gymzaal als buiten tijdens het vrije spel. Ook wordt bij de oudste kleuters aandacht besteed aan allerlei voorwaarden voor het schrijf- taal- en rekenonderwijs. Wat komt er zoal aan bod gedurende een dag? Kringactiviteiten, werken in hoeken, buiten spelen, een werkles, gymles, muziekles, zangspelen en bewegingsactiviteiten. Hoe ziet een werkles uit? De kinderen gaan dan zelfstandig aan het werk met de werkjes die op het takenbord staan aangegeven. Hiertoe behoren ook opdrachten die op de computer uitgevoerd moeten worden.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 15
De leerkracht geeft tijdens de werkles instructie aan een groepje leerlingen. Deze instructie kan variëren van uitleg van een bepaald materiaal tot oefenen van een bepaalde vaardigheid of techniek. Ook zijn er activiteiten waar veelal ouderhulp bij wordt ingezet, bijvoorbeeld bij de computer, bij het werken met textiel, techniekopdrachten enzovoort. Alle leerlingen geboren vóór 1 oktober worden geplaatst in groep 1. Deze leerlingen stromen het daarop volgende schooljaar bij evenwichtige leer- en ontwikkelingsresultaten door naar groep 2, vervolgens naar 3, enzovoort. We voeren regelmatig observaties uit om vroegtijdig eventuele problemen met leren te signaleren. We vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in de kleutergroep zit. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind daaraan toe is. 3.3.2 Lezen/Taal/Schrijven In groep 3 starten we met het leesonderwijs. In het schooljaar 2012-2013 zijn we gestart met een nieuwe methode: Veilig Leren Lezen. Middels observatie en toetsen worden de vorderingen bijgehouden. Een computerprogramma dient ter ondersteuning van het leren lezen. Rond Kerstmis moet de basis erin zitten. In de loop van het jaar krijgen de kinderen boekjes mee om thuis te lezen. Regelmatige oefening kan er voor zorgen dat leerlingen goed en graag leren lezen. Kinderen uit groep 3 leren ook al aan de hand van leesteksten vragen te beantwoorden. De taal-denkontwikkeling wordt hierdoor goed ontwikkeld. In de volgende groepen gaat het lezen natuurlijk verder. Steeds moeilijker woorden en lettercombinaties worden ingeoefend en aangeleerd. Ook voor het voortgezet technisch lezen zijn we gestart in het schooljaar 2012-2013 met een nieuwe methode: Estafette Het begrijpend lezen start al in de groepen 1 en 2. Daar is het echter voornamelijk begrijpend luisteren. Het interactief voorlezen van prentenboeken en verhalen vormen het uitgangspunt In groep 3 is het begrijpend lezen verwerkt in de leesmethode. Vanaf groep 4 t/m groep 8 maken we gebruik van de methode “Nieuwsbegrip”. Deze methode sluit aan op actuele nieuwsberichten en verhoogt daardoor de betrokkenheid van de leerlingen bij het lezen van de teksten. Daarnaast gebruiken we ook het CITO hulpboek begrijpend lezen om de leesstrategieën goed in te oefenen. Al vroeg beginnen de kinderen te “schrijven”. In de groepen 1 en 2 zijn het vooral voorbereidende schrijfoefeningen. De kinderen beginnen te werken met grove materialen. Langzamerhand gaat dit over naar fijner werk en patronen schrijven. Vanaf groep 3 wordt begonnen met het aanleren van schrijfletters. Dit gaat vervolgens door met het leren van hoofdletters en uiteindelijk zal het schrijfonderwijs moeten leiden tot een goed lopend schrijfhandschrift aan het einde van de basisschool. De methode Novoscript hanteren we als leidraad bij ons schrijfonderwijs. Lezen en schrijven zijn onderdeel van het taalonderwijs. Evenals luisteren en spreken. We bieden de kinderen vele situaties aan waarin ze met allerlei facetten bezig kunnen zijn. In het kringgesprek in de onderbouw krijgen de leerlingen de gelegenheid om zich te uiten. De kinderen luisteren naar een verhaal, bekijken en praten over prentenboeken. Zo wordt veel gedaan aan de woordenschatvorming van een kind. Ook tijdens de werklessen zijn er vele momenten die met taal te maken hebben. Ook taaloefeningen op de computer en in de luisterhoek. In groep 1 en2 zijn de activiteiten meer gericht op de lees-, reken- en schrijfvoorwaarden. Naast alle prentenboeken e.d. wordt ook gebruik gemaakt van methodes, o.a. Kleuterplein. In groep 3 is de scheiding tussen taal en lezen nog niet duidelijk te maken. De leesmethode biedt zowel op het gebied van technisch lezen als de taalontwikkeling voldoende oefenmateriaal. Vanaf groep 4 gebruiken we de methode "Taal in Beeld". Met deze methode wordt voldaan aan de kerndoelen van goed taalonderwijs. 3.3.3 Rekenen en wiskunde/denkontwikkeling Bij rekenen/wiskunde denken we aan: praktisch denken, logisch denken, abstract denken, leren zoeken naar oplossingen van problemen, relaties leren hanteren en deze ook leren verwoorden. In de groepen 1 en 2 starten we met concrete materialen waarin rekenbegrippen aan bod komen, b.v. veel, weinig, links, rechts enz. Als kinderen er aan toe zijn, worden meer abstractere materialen en werkjes aangeboden. In deze groepen gebruiken we de methode Kleuterplein. Vanaf groep 3 werken we met de methode "De Wereld in Getallen". Dit is een moderne methode die ervan uitgaat dat rekenen en wiskunde in de wereld om ons heen plaatsvindt. De verschillende onderdelen zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen worden van of uit de praktijk benaderd. Om tegemoet te
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 16
komen aan de behoefte van alle verschillende kinderen werken we met een bijwerkboek en een plusboek naast het rekenboek. Voor de goede rekenaars het belangrijk is om een breed scala aan verrijkings materialen ter beschikking te hebben, waar de leerlingen een keuze uit kunnen maken, wanneer ze klaar zijn met het verplichte programma. Voor de rekenaars die wat meer instructie en begeleiding nodig hebben is het van belang dat ze deze ook krijgen van de leerkracht en gebruik kunnen maken van extra oefenstof. 3.3.4 De wereldoriënterende vakken Wereldoriëntatie is de verzamelnaam voor een groot aantal vak- en vormingsgebieden. Hiertoe behoren aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs, maatschappelijke verhoudingen, geestelijke stromingen, gezond gedrag, verkeer en sociale redzaamheid. Tot en met groep 4 werken we met projecten of enkele lessen rondom een thema. Hiervoor hebben we diverse bronnenboeken en maken gebruik van school – t.v. programma’s. We proberen de onderwerpen van zoveel mogelijk kanten te benaderen. Vanaf groep 5 hebben we voor de vakken geschiedenis de methode "Bij de Tijd" aardrijkskunde de methode "Argus Clou" natuuronderwijs en techniek de methode "Natuniek". Maatschappelijke verhoudingen, gezond gedrag en sociale zelfredzaamheid komen als onderwerpen voor in de diverse hierboven genoemde methoden. 3.3.5 Techniek We vinden techniek een dermate belangrijk onderdeel binnen ons leerstofaanbod, dat we bewust gekozen hebben voor een natuurkundemethode waarin het onderdeel techniek geïntegreerd is opgenomen. Techniek past in onze onderwijsvisie naar zelfstandig leren en samenwerkend leren. Ons voornaamste doel is: tegemoet komen aan uitdagende leervormen tegemoet komen aan meervoudige intelligentie tegemoet komen aan zelfstandige werkvormen bevorderen van samenwerkend leren Naast de technieklessen in de methode worden ook techniekopdrachten opgenomen in de dag- of weektaken. Ook worden een drietal groepsdoorbrekende techniekmiddagen georganiseerd. Het streven is om in de komende jaren techniek een duidelijke plaats binnen ons onderwijsaanbod te laten innemen. 3.3.6 Computers op school Kinderen leven nu en in de toekomst in toenemende mate in een wereld die functioneert door het gebruik van computers en multimedia. Kennismaken met en gebruiken van deze communicatiemiddelen zijn daarom van belang. Op onze school maken de kinderen in alle groepen gebruik van computers. Wij streven ernaar het computergebruik uit te breiden d.m.v. aanschaf van nieuwe hard- en software. Voor het ICT is een beleidsdocument opgesteld. Digibordsoftware is niet meer weg te denken bij instructies. 3.3.7 De expressievakken Voor creatieve vak- en vormingsgebieden gebruiken we de methodes "Handvaardig", “Beeldvaardig” en "Tekenvaardig". Verder wordt er gebruik gemaakt van lessuggesties die gevonden worden op het internet. Muzikale vorming behelst de wijze waarop kinderen muziek ervaren en waarop ze bezig zijn met muziek: beluisteren maken (met behulp van muziekinstrumenten en door te zingen) spreken ritmische bewegingsvormen Voor dit vakgebied gebruiken we de methode "Muziek Moet je Doen". In de maatschappij komen de kinderen in aanraking met audio - visuele media. Ook op school maken we gebruik van middelen zoals: t.v., cd-speler, digitaal bord, mp3-speler en computer. Kinderen leren we hiermee om te gaan. Bewegingsonderwijs De 4 - 6 jarigen krijgen elke dag bewegingsonderwijs. Dit kan buiten zijn, in de speelzaal of in de gymzaal. Buitenspel is vooral uitproberen en ontdekken. In het speellokaal komen meer gerichte activiteiten aan de orde. 3.3.8
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 17
In de grote gymzaal wordt er gewerkt met toestellen. We werken met de methode “Basislessen Bewegingsonderwijs", versie 2009. 3.3.9 Engelse taal Vanaf het schooljaar 2009-2010 maken we gebruik van de methode Take it Easy in groepen 7 en 8. 3.3.10 Catechese/Levensbeschouwing Hiervoor gebruiken wij de methode "trefwoord" voor de groepen 1 t/m 8. Op onze school wordt les gegeven met methoden en materialen, die zo modern mogelijk en aangepast zijn aan de eisen en wensen van de kinderen die onze school bezoeken. Voor de vervanging van methodes en materialen wordt jaarlijks een behoorlijk bedrag uitgetrokken. Wij stellen een tienjarenplan op om zicht te krijgen op zaken en methoden die vervangen dienen te worden. Het werken met goede, moderne methodes is één manier om kwaliteit na te streven. 3.3.11 Zelfstandig werken Zowel opvoeding als onderwijs is erop gericht kinderen zelfstandiger te maken. De school heeft een belangrijke taak in het stap voor stap begeleiden van kinderen naar zelfstandigheid; we leren de kinderen hoe ze zoveel mogelijk zelfstandig kunnen werken. Hiervoor worden duidelijke regels en afspraken gehanteerd. Tijdens de informatieavonden wordt u hiervan op de hoogte gesteld. 3.3.12 Algemene vaardigheden In onze snel veranderende samenleving zijn behalve kennis ook een aantal vaardigheden heel belangrijk. We schenken o.a. aandacht aan: doorzettingsvermogen goed communiceren samenwerken en overleggen; coöperatief leren omgaan met elkaar
3.4
Contacten met andere instellingen
3.4.1 ZAT en CJG Met ingang van 1 januari 2015 treedt de nieuwe Jeugdwet in werking. Gemeenten worden verantwoordelijk voor het leveren van alle jeugdhulp. Door intensivering van preventie en ambulante jeugdhulp wordt complexere (en duurdere hulp) voorkomen. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 komen de zorg- en advies teams (ZATs) in alle basisscholen te vervallen en gaan 2 stedelijke ZATs 0 tot 13 jaar van start. Wekelijks is er een bijeenkomst van het stedelijk ZAT waar ook de jeugd- en gezinswerkers aan deelnemen. Dit betekent in principe geen wachtlijsten; ouders worden (altijd) betrokken bij het bespreken van de casus van hun zoon of dochter en er wordt gewerkt met de methodiek 1 gezin 1 plan. De jeugd- en gezinswerker is een generalist en opereert als dé begeleider van een gezin. Hij of zij biedt pedagogische ondersteuning aan het gezin en coördineert ook alle activiteiten en interventies in een ondersteuningstraject. Ook heeft de jeugd- en gezinswerker als taak problemen te signaleren en haalt hij of zij, waar nodig, specialisten erbij. Vertrekpunt in de ondersteuning door jeugd- en gezinswerkers is de behoefte en mogelijkheden van ouders en jeugdigen, niet het beschikbare aanbod. Dat betekent dat jeugd- en gezinswerkers per schoollocatie ook worden ingezet voor advisering, ondersteuning en counseling. Hierover worden pas na zomervakantie van 2014 concrete afspraken gemaakt. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een laagdrempelige voorziening voor ouders met opvoedvragen en voor jeugdigen met opgroeivragen. Het CJG is er voor alledaagse twijfels en praktische vragen over onderwerpen als schoolkeuze, voeding, huiswerk, zakgeld en gezondheid. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is gratis en werkt anoniem. Ze geven kortdurende ondersteuning in de vorm van informatie, advies en licht pedagogische hulp. Ouders kunnen bellen, e-mailen, de website (www.onscjg.nl) bezoeken en binnenlopen op inloopuren. Voor de jeugd 12+ is er een eigen website (www.area0475.nl) ontwikkeld. Deze site bevat veel betrouwbare informatie over onderwerpen die met opgroeien te maken hebben. Tel. 088-4388300
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 18
E-mail:
[email protected] Bezoekadres: Donderbergweg 47-49, Roermond 3.4.2 De GGD Midden-Limburg en de jeugdgezondheidszorg De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Noord- en Midden Limburg heeft als doel het bevorderen, bewaken en beschermen van de gezondheid van jongeren. Elke school heeft een vast JGZteam. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige, een jeugdartsassistente en een logopedist. Indien nodig kan het JGZ-team een beroep doen op de gedragswetenschapper van de GGD. In het basistakenpakket van de Jeugdgezondheidszorg staat welke zorg er op welke momenten aan kinderen in Nederland moet worden geboden. U vindt dit terug op de website van de GGD: www.ggdlimburgnoord.nl Adresgegevens hoofdkantoor; GGD Limburg-Noord Drie Decembersingel 50 5921 AC Venlo Telefoon: 077 8504848 3.4.3 Logopedie De logopedist van de GGD Midden-Limburg bezoekt de school. Zij kan leerlingen onderzoeken op afwijkingen aan stem, spraak, taal, mondgedrag en gehoor. Op verzoek van ouders/verzorgers, leerkrachten kunnen leerlingen aangemeld worden voor een nader logopedisch onderzoek, ook als jongste kleuter. Het resultaat van een logopedisch onderzoek kan leiden tot: Advisering ouders en/of leraar omtrent begeleiding van het kind Periodieke controle Kortdurende begeleiding Verwijzing naar huisarts voor gespecialiseerd logopedisch onderzoek en/of behandeling. Voor meer informatie kunt u terecht bij onze schoollogopedist: Mevr. P. Maessen 077-8504861. 3.4.4 Algemeen Maatschappelijk Werk De Stichting Algemeen Maatschappelijk Werk Midden-Limburg biedt haar diensten aan en werkt voor alle inwoners in de regio Roermond en omstreken. Iedereen kan een beroep doen op de stichting. Advies en hulp is gratis. U kunt terecht met vragen en problemen waar u zelf geen raad mee weet. Een aantal voorbeelden: problemen in de omgang met anderen: partner, kinderen, huisgenoten, collega’s, klasgenoten; problemen op school: pesten, wennen in de nieuwe klas, onzekerheid over prestaties; problemen met het verwerken van ingrijpende gebeurtenissen: overlijden, scheiding, verlies van werk; problemen als gevolg van seksueel misbruik, verkrachting, aanranding, incest; problemen met eenzaamheid; onzekerheid over het eigen functioneren; vragen over regelingen, uitkeringen, wetgeving, financiën; problemen met instanties. Vragen of problemen kunnen worden besproken in een of meer gesprekken met een maatschappelijk werker. Ook als u twijfelt of het Algemeen Maatschappelijk Werk wel de juiste plaats is om uw vragen of problemen voor te leggen, kunt u er terecht. Tel. 0475-501250. 3.4.5 Inspectie Ieder jaar kijkt de inspectie of er aanwijzingen zijn dat een school onvoldoende kwaliteit levert. Op basis van een risicoanalyse en eventueel nader onderzoek wordt bepaald hoeveel toezicht een school nodig heeft. Naast de jaarlijkse risicoanalyse doet de inspectie onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag, themaonderzoek, een vierjaarlijks bezoek en/of een onderzoek naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). De bevindingen van het vierjaarlijks onderzoek zoals vastgelegd in het „Rapport Periodiek Kwaliteitsonderzoek‟ worden gepubliceerd op de website van de inspectie www.onderwijsinspectie.nl (zoek scholen). Verder controleert de inspectie of voor elke school de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie aanwezig zijn. Momenteel hebben alle scholen van Swalm & Roer een basisarrangement, dat wil zeggen dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. In het
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 19
najaar stelt de inspectie het nieuwe arrangement vast. De contactgegevens van de inspectie zijn opgenomen in de bijlage. 3.4.6 Parochie Bs. Lambertus is een katholieke school. Alhoewel de godsdienstlessen door de leerkrachten zelf worden verzorgd, is er toch regelmatig contact met de pastoor. Hij heeft een actieve rol bij de voorbereiding op de H. Communie in groep 4 en het H. Vormsel in groep 8 (en/of 7). 3.4.7 Peuterspeelzaal Swalmen heeft de beschikking over een peuterspeelzaal. Als uw kind tussen de 2 en 4 jaar is, kan hij/zij op de peuterspeelzaal geplaatst worden. Daar kan uw kind op jonge leeftijd al veel plezier beleven aan het contact met andere kinderen. Ook het leren samenwerken en omgaan met nieuwe materialen komt in de peuterspeelzalen aan de orde. Bij de overgang van peuterspeelzaal naar groep 1 van de basisschool wordt, na goedkeuring van de ouders, informatie verstrekt aan de leerkracht van groep 1 via het overdrachtsformulier. Verder is er regelmatig contact tussen basisschool en peuterspeelzaal door wederzijds bezoek en het deelnemen aan informatiebijeenkomsten in het kader van VVE (voor- en vroegschoolse educatie). 3.4.8 Kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang Het kinderdagverblijf is gevestigd tegenover Bs. Lambertus. U kunt hier ook terecht voor eventuele buitenschoolse opvang. Dit kan voor u interessant zijn als u werkt of studeert en verzekerd wilt zijn van een sfeervolle en verantwoorde opvang. De kinderen worden naar school gebracht en weer opgehaald. Voor meer informatie kunt u bellen met 0475-505050. 3.4.9 Andere hulpverleningsinstanties Onze school heeft verder vooral contacten met de volgende hulpverleningsinstanties: Privé gevestigde psychotherapeuten; Bureau Jeugdzorg (BJZ); Raad voor de kinderbescherming; Ambtenaar leerplichtwet; Huisartsen; Algemeen Meldpunt Kindermishandeling Noord- en Midden Limburg (AMK); Logopedisten; Fysiotherapeuten
3.5
Bijzondere activiteiten
De school organiseert diverse bijzondere activiteiten. Sommige activiteiten bevorderen sportiviteit, sfeer en onderlinge samenwerking (vieringen, schoolverlatersdagen, sportdag); andere activiteiten zijn gewoon leuk (carnaval). De activiteiten worden georganiseerd door werkgroepen. De kosten worden voor een deel betaald uit de ouderbijdrage en voor een klein deel door de school. Voor de organisatie doen we veelal een beroep op de hulp van ouders. 3.5.1 Crea/techniekmiddagen Vier keer per jaar heeft elke bouw een gezamenlijke crea/techniekmiddag. Hierin staan activiteiten van en door de kinderen centraal. De samenkomsten per bouw of bouw doorbrekend stimuleren de sociaal-emotionele ontwikkeling. De kinderen leren bovendien samenwerken, naar elkaar luisteren, initiatief nemen, elkaar waarderen, leiding door anderen accepteren en voor een groep iets presenteren. Het zijn waarden die wij van wezenlijk belang achten in de ontwikkeling van het kind. 3.5.2 Cultuureducatie Cultuureducatie maakt structureel onderdeel uit van ons lesprogramma. In ons cultuureducatieplan staat verwoord hoe we een en ander vorm willen geven. Dit plan ligt ter inzage op school. Op onze school is een ICC ‘er (Interne Cultuur Coördinator) aangesteld. 3.5.3 Sinterklaas Op 5 december bezoekt de Sint onze school. Alle leerlingen van groep 1 t/m 5 verwelkomen de Sint met
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 20
gezang in de speelzaal van de benedenbouw. Sint heeft een verrassing bij zich voor de kinderen (bekostigd door de Oudervereniging). De kinderen zingen en dansen voor hem, zeggen versjes op en/of voeren een toneelstukje op. Voor de oudere leerlingen organiseren we een surprisemiddag. De surprises worden van te voren enkele dagen tentoongesteld in de school. 3.5.4 Kerstmis In de kersttijd staan we op onze school nog eens extra stil bij de vredesgedachte. Alle groepen zijn in de week voor kerst bezig met het versieren van hun lokaal, o.a. door het plaatsen en versieren van een kerstboom. O.l.v. de werkgroep, bestaande uit ouderraadsleden en leerkrachten wordt een Kerstviering voor alle leerlingen georganiseerd. Gezamenlijk wordt stilgestaan bij de ‘kerstgedachte’. Alle groepen worden betrokken bij deze viering. Ook wordt er medio december een musical opgevoerd. 3.5.5 Carnaval De vrijdag voor carnaval is er op school een carnavalsviering. Er wordt een optocht gehouden en er is dan gelegenheid om te dansen en te springen. O.a. de prins van de Hopsjlokkers, met zijn Raad van Elf bezoekt dan onze school. Ook worden de prins en prinses van Bs. Lambertus op een ludieke wijze gepresenteerd. Er worden optredens verzorgd door de verschillende groepen. Kinderen die even in een rustiger omgeving willen vertoeven, kunnen zich terugtrekken in het “tekenlokaal”. De oudercommissie zorgt voor diverse versnaperingen. Dankzij de hulp van veel ouders is dit altijd een geslaagd feest. 3.5.6 Vastenactie Tijdens de vastenactie proberen we zoveel mogelijk geld in te zamelen voor een goed doel. Twee jaarlijks organiseren we een activiteit hiervoor. 3.5.7 Pasen De werkgroep Pasen organiseert activiteiten rondom het feest van Pasen. De bijbel verhalen staan hierbij centraal en het paasontbijt draagt bij aan het saamhorigheidsgevoel van onze schooljeugd. 3.5.8 Sportdag Voor alle kinderen van de school wordt jaarlijks een schoolsportdag georganiseerd. Winnen is leuk, maar samenwerking en sportiviteit worden ook zeer zeker beloond. Een jaar organiseren we dit op school. Het volgende jaar organiseren we voor de schooljeugd van alle groepen 5 t/m 8 in Swalmen een gemeenschappelijke sportdag, waarbij leerlingen van de verschillende scholen op een sportieve manier elkaar beter leren kennen. 3.5.9 Schoolreis Alle leerlingen, behalve de schoolverlaters, gaan één keer per jaar op schoolreis (in de periode na de paasvakantie). Waar de reis naar toe gaat is iedere keer weer een verrassing. Het reisdoel wordt in elk geval zoveel mogelijk afgestemd op de leeftijdsgroep 3.5.10 Schoolkamp Aan het einde van de basisschool gaan de kinderen van groep 8 op schoolverlaterskamp. We gaan 3 dagen, inclusief 2 overnachtingen. 3.5.11 Eindejaarsfeest Elk jaar organiseert de ouderraad van Bs. Lambertus het eindejaarsfeest. De speelplaats wordt sfeervol ingericht. Er worden play-back optredens verzorgd door leerlingen. En er wordt gezorgd voor een hapje en een drankje. De opbrengst komt ten goede aan de ouderraad, die hier weer iets extra’s mee kan doen voor de leerlingen. 3.5.12 Excursies Tijdens het gehele schooljaar kunnen groepen excursies regelen. De leerlingen van de bovenbouwgroepen bezoeken in het kader van de schoolverlatersactiviteiten bedrijven en instellingen. (bv. een papierfabriek, een drukkerij). Meestal zijn er aan zo’n bezoek een aantal lessen gekoppeld. Ook worden er wel eens mensen uitgenodigd op school om iets over een bepaald onderwerp te komen vertellen: o.a. krant in de klas, een schrijver in de klas.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 21
4. De zorg voor de kinderen 4.1
Leerlingenzorg op Bs. Lambertus
4.1.1 Aanmelding van nieuwe leerlingen In de maand januari wordt een dag vastgesteld waarop de kinderen, geboren tussen 1 augustus van het huidige jaar en 31 juli van het volgende jaar, aangemeld kunnen worden. De aanmelding gebeurt op de algemene inschrijfdag zonder afspraak. Op andere momenten in het schooljaar kunnen de ouders een afspraak maken met de intern begeleider of de directeur. De kinderen zijn aangemeld als de ouders het inschrijfformulier, volledig ingevuld, op school hebben afgegeven. De intern begeleider van de school neemt 11 weken voordat de leerling vier jaar wordt, telefonisch contact op met de zorgcoördinator van de voorschoolse instelling waar het kind zich bevindt. De voorschoolse instelling geeft aan of het kind zich leeftijdsadequaat ontwikkelt of niet. De directeur deelt de ouders 10 weken van tevoren mede of het kind definitief ingeschreven wordt op de school. Zijn er hiervoor nog te veel onduidelijkheden dan volgt een intakegesprek. Wanneer het kind (nog) niet geplaatst kan worden en / of er nog vragen zijn omtrent de ontwikkeling van het kind wordt tenminste 10 weken voordat het kind 4 jaar wordt een intakegesprek met de ouders gevoerd. Bij dit gesprek is de zorgcoördinator van de voorschoolse instelling, de IB’er en / of de directeur en/of leerkracht aanwezig. Tijdens dit gesprek worden de aandachtspunten besproken die genoemd staan in de bijlage ‘vragen bij een intakegesprek’. Wanneer de toekomstige leerling niet naar een voorschoolse instelling is geweest, volgt er altijd een intakegesprek met ouders. Kinderen kunnen officieel op school starten de dag nadat ze 4 jaar zijn geworden. Een kind dat in de laatste maand van het schooljaar jarig is start na overleg met de ouders na de zomervakantie. Zowel voor de nieuwe leerling als de leerlingen in de groep biedt dit meer rust, duidelijkheid en structuur. De verjaardag van de vierjarige wordt op school niet gevierd, dit gebeurt altijd thuis, op de psz of het kdv. Onze ervaring is dat kinderen liever in alle rust en zonder meteen centraal te staan op school wennen. Ongeveer een maand voordat uw kind 4 jaar wordt ontvangt u thuis een uitgebreidere vragenlijst ter invulling. Het is belangrijk dat u de school goed informeert over bijzonderheden die van belang kunnen zijn voor het onderwijs aan en de omgang met uw kind. Indien nodig wordt u uitgenodigd voor een mondelinge toelichting op deze vragenlijst. Ouders kunnen leerlingen vanzelfsprekend ook tussentijds aanmelden, dit geldt meestal voor gezinnen die recent in Swalmen zijn komen wonen. Voor overplaatsingen van leerlingen die al onderwijs krijgen binnen een school van Swalm en Roer maar die niet verhuisd zijn is binnen de stichting onderstaand protocol opgesteld dat duidelijkheid geeft voor zowel de scholen als de ouders. 1. Ouders/verzorgers nemen contact op met de school en vragen om informatie betreffende de school. Hierbij gaat het om plaatsing van een leerling. 2. De directeur vraagt naar reden. Dit kan verhuizing zijn of tussentijdse overplaatsing. 3. Als het gaat om overplaatsing van een andere school vraagt de directeur of de directeur van de huidige school op de hoogte is van de zoekactie van de ouders/verzorgers. 4. Zo niet dan deelt de directeur mede dat er binnen Swalm & Roer de afspraak is om eerst melding te maken bij de huidige school. Er bestaat een ‘gentleman agreement’, dat wil zeggen dat er onderling informatie wordt uitgewisseld. 5. De ouders/verzorgers krijgen de tijd om dit te melden en nemen vervolgens contact op met de ‘nieuwe school’. 6. De directeur neemt daarna contact op met de directeur waar het kind staat ingeschreven. 7. Willen de ouders/verzorgers niet dat de huidige directeur op de hoogte gesteld wordt dan vindt er geen verder gesprek plaats. 8. De informatieverstrekking aan de ouders/verzorgers kan plaatsvinden na afspraak. Hierbij is het belangrijk te luisteren naar het verhaal van de ouders/verzorgers, maar ook duidelijk te maken dat er een collegiale samenwerking bestaat tussen de scholen onderling. 9. Ouders/verzorgers geven bij de directeur waar het kind staat ingeschreven aan welke keuze ze gemaakt hebben. 10. De nieuwe school vraagt gegevens op van de leerling bij de oude school (zie aanname beleid). 11. Directeuren overleggen met elkaar en maken afspraken over de verdere afwikkeling waarbij het belang van het kind altijd voorop staat.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 22
12. Plaatsing kan alleen gedurende het schooljaar als dit in het belang is van het kind. 13. De nieuwe school schrijft de leerling in en stuurt de gegevens door. 14. De oude school schrijft uit. Het onderwijskundig rapport wordt meegestuurd en indien nodig volgt er een warme overdracht. 4.1.2 Het volgen van de ontwikkeling van het kind De ontwikkeling van ieder kind wordt nauwkeurig gevolgd. In de groepen 1 - 2 gebeurt dit onder meer door het heel goed observeren van kinderen. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 maken we gebruik van het registratiesysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling ‘Viseon’. Verder worden in de groepen 1 en 2 leerlingen twee keer per jaar getoetst volgens het CITO leerlingvolgsysteem. Op onze school gebruiken we hiervoor Cito Rekenen voor Kleuters en Cito Taal voor Kleuters. Ook in de groepen 3 tot en met 8 gebruiken we dit leerlingvolgsysteem. Hier toetsen we periodiek: het technisch lezen het begrijpend lezen de spellingvaardigheid rekenen en wiskunde woordenschat In groep 7 wordt de Cito Entree Toets afgenomen en in groep 8 de Cito Eindtoets. We vergelijken de scores van uw kind met het gemiddelde in ons land. Ook kunnen we zien of het kind zich goed blijft ontwikkelen. Met behulp van een computerprogramma kunnen we allerlei overzichten maken. Deze toetsuitslagen worden periodiek met de ouders besproken. In het Cito Leerlingvolgsysteem worden alle toetsresultaten van de leerlingen opgeslagen. De leerkracht houdt verder de vorderingen bij van de leerling in de groep. Vaak zijn er methodegebonden toetsen. Deze worden over het algemeen allemaal gemaakt. Er zijn beurten en proefwerken, gemaakte werkstukken e.a.. Dit geheel resulteert samen met de gemaakte CITO - toetsen in een rapportcijfer. De resultaten van de toetsen zijn voor ons altijd aanleiding tot een gesprek tussen de groepsleerkracht en de interne leerlingenbegeleider (IB’er). Soms zijn de prestaties in de klas en de uitslagen op de toetsen aanleiding om maatregelen te nemen. Een kind krijgt dan bijvoorbeeld extra hulp. Op onze school hebben we hiervoor een stappenplan opgesteld. Dit komt later nog aan de orde. Wanneer resultaten in meerdere groepen tegenvallen, kan er een teamgesprek volgen. Het is voor ons belangrijk om erachter te komen waarom toetsen wel of niet goed gemaakt zijn. Een belangrijke vraag die wij ons stellen is: op welke punten kunnen wij ons onderwijssysteem optimaliseren om een zo hoog mogelijk rendement te behalen? De ene leerling gaat sneller vooruit dan de ander; dat is een gegeven. Niet alle kinderen gaan naar dezelfde vorm van voortgezet onderwijs. Wij vinden het van groot belang te weten of wij goede adviezen hebben gegeven en of kinderen dus na een aantal jaren nog op die school zitten. Dit wordt systematisch bijgehouden door overleg met de scholen voortgezet onderwijs. 4.1.3 De sociaal- en emotionele ontwikkeling Niet alleen schoolprestaties zijn van belang. De school heeft naar onze mening ook een belangrijke taak in de totale ontwikkeling van het kind als persoon. Aan deze ontwikkeling van het kind als mens dragen we op Bs. Lambertus bij door: de dagelijkse positieve omgang met de kinderen het hanteren van regels en afspraken het bieden van structuur en veiligheid gesprekken met ouders over het kind. Wij proberen tijdig kinderen met sociale en /of emotionele problemen te signaleren. Wij maken hiertoe gebruik van ’Viseon’. In overleg met de interne begeleider, het team en de ouders proberen we vervolgens een aanpak uit te stippelen om eventuele gedragsproblemen te voorkomen of te verminderen. 4.1.4 Omgaan met leerlinggegevens De gegevens van de leerlingen die de school verzamelt, maar ook de informatie die de school krijgt van de ouders, of de meer algemene informatie over de leerling (zoals de naam en het adres, het verzuim, de toetsresultaten, enz.) komen allemaal in het leerlingendossier van de leerling te staan. Al deze informatie is nodig om de leerling goed onderwijs en goede zorg te kunnen geven. We gaan heel zorgvuldig om met deze gegevens. Dat moeten we ook, omdat dat valt onder de Wet
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 23
Bescherming Persoonsgegevens. Wilt u meer weten over deze wet kijk dan op www.cbpweb.nl. Deze wet is er om ervoor te zorgen dat gegevens over personen zorgvuldig gebruikt worden, en dat er geen misbruik van deze gegevens gemaakt wordt. Daarom mogen de gegevens van het leerlingendossier alleen binnen de school gebruikt worden. De ouders moeten dan ook altijd eerst toestemming geven als de school informatie over de leerling wil bespreken met anderen, of als anderen informatie over een leerling willen vragen bij de school. Als u vragen heeft over het leerlingendossier of over het zorgoverleg in de school, neem dan contact op met de interne begeleider: Jan Hendrikx. 4.1.5 Interne Begeleider (I.B.’er) De interne begeleider van onze school is belast met de organisatie van de leerlingenzorg. Het begeleiden en coördineren van de leerlingenzorg en adviseren van leerkrachten bij problemen met leerlingen. Hij treedt als voorzitter op bij de leerlingenbesprekingen en organiseren het overleg met ouders en zo nodig met een Onderwijsadviesdienst, samen met de betreffende leerkracht van de groep waarin de leerling met ondersteuningsbehoefte zit. Een aantal keer per schooljaar bestaat er voor elke leerkracht de mogelijkheid om door middel van een consultatiegesprek met de begeleider van de onderwijsbegeleidingsdienst ondersteuning te vragen bij de aanpak van eventuele problemen in een groep. De interne begeleider is bij deze gesprekken altijd aanwezig om de voortgang van de leerlingenzorg te bewaken. 4.1.6 Leerlingvolgsysteem In het kader van de zorgverbreding is het van belang dat we op school weet hebben van de specifieke behoeften van elk kind. Daartoe hebben we op Bs. Lambertus een leerlingvolgsysteem opgebouwd, dat we u hier stapsgewijs schetsen. Uitgangspunt voor de zorg in de groep is het groepsplan. In dit plan staan alle nodige acties t.a.v extra zorg in de groep opgenomen. Vier keer per jaar (na elke toetsperiode) wordt het groepsplan bijgesteld. Aan het eind van elk schooljaar wordt dit document bij de overdracht besproken. 1. Elke leerkracht evalueert regelmatig de vorderingen van alle leerlingen en signaleert op deze manier snel de tekortkomingen bij leerlingen. Voor deze signalering gebruikt hij/zij toetsen die bij de verschillende methoden horen en daarnaast nog een aantal Cito-toetsen. Ook wordt de sociaal emotionele ontwikkeling gevolgd middels observatielijsten, sociogrammen en schoolvragenlijsten. 2. Wanneer een kind op een bepaald moment afwijkt van de gemiddelde verwachtingen, verzamelt de leerkracht extra informatie over het kind (alledaagse indrukken + toetsgegevens + werkresultaten). De leerkracht zal daar spontaan en vanuit eigen ervaringen op reageren en heel vaak wordt zo al een deel van de problematiek opgelost. 3. Wanneer dat niet gebeurt, dan wordt de leerling ingebracht in de leerlingenbespreking waarin de interne begeleider en eventueel collega’s handelingssuggesties aandragen. Vanaf dit moment worden de ouders over alle stappen geïnformeerd. 4. De leerkracht maakt in overleg met de interne begeleider afspraken over de vervolgstappen. 5. Na een afgesproken periode zal opnieuw bekeken worden of de leerling in kwestie vooruitgang heeft geboekt. Is er sprake van vooruitgang dan zal de extra begeleiding niet meer noodzakelijk zijn, echter indien er sprake blijft van achterstand dan zal de begeleiding voortgezet worden. 4.1.7 Begeleiding van meerbegaafde leerlingen Ook leerlingen die extra goed kunnen leren, krijgen speciale aandacht op onze school. Binnen de methodes is extra oefenstof aangegeven die deze leerlingen kunnen maken. Bovendien gebruiken we voor deze leerlingen speciale leerstof waaraan ze zelfstandig mogen werken. In uitzonderlijke gevallen stromen leerlingen versneld door. Op alle scholen zijn aandachtfunctionarissen Hoogbegaafdheid aanwezig. Zij hebben o.a. als taak om kennis over te dragen naar de rest van het team. Om een goed beeld te krijgen van kinderen die meer- en hoogbegaafd zijn en hoe je zo maximaal mogelijk kunt aansluiten bij hun behoeften, is het van wezenlijk belang om ruimte en tijd te hebben om met deze kinderen te werken. 4.1.8 Plaatsing in groepen De leerlingen worden elk jaar ingedeeld in een groep. Op onze school hebben we vaker te maken met parallelgroepen of combinatiegroepen, waardoor het dus mogelijk is dat de groepen van jaar tot jaar kunnen wisselen van samenstelling. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de leerlingen. Deze
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 24
groepssamenstelling zal, na bekendmaking aan ouders, niet meer gewijzigd worden. 4.1.9 Beleid t.a.v. verlengde/verkorte leertijd In de regel doubleren er geen leerlingen. Bij een doublure (verlengde leertijd) is er geen sprake meer van een ononderbroken ontwikkelingslijn. Doubleren gebeurt pas op grond van de door de school gehanteerde criteria die richtinggevend zijn voor de verdere ontwikkeling van het kind. De afweging tot verlengde leertijd wordt genomen in het perspectief van wat mag worden verwacht als het kind overgaat of blijft zitten. Er wordt rekening gehouden met de totale ontwikkeling van het kind. Mogelijkheden en onmogelijkheden van de ontvangende groep worden in kaart gebracht. Groepsgrootte, aantal zorgleerlingen en samenstelling van de groep spelen ook een rol in de afweging. Leerproblemen alleen hoeven geen reden te zijn om een kind te laten doubleren; kinderen die moeite hebben met de reguliere leerstof, krijgen in principe speciale leerstofinstructie. Voorkomen moet worden dat een verlengde leertijd uitstel biedt voor het geven van onderwijs op maat en de leerling nog een jaar “meegetrokken” wordt in het reguliere onderwijs van zijn/haar klas. Verlengde leertijd hoeft niet te betekenen dat het kind alle leerstof van het voorgaande jaar op eenzelfde manier en in eenzelfde tempo herhaalt. Een leerling met een verlengde leertijd heeft per definitie een aangepast programma dat gepresenteerd wordt door de groepsleerkracht, eventueel in samenspraak met IB’er. Het besluit tot verlengde leertijd wordt zeer zorgvuldig genomen; de argumenten die hierbij een rol spelen zijn op schrift gesteld en liggen op school ter inzage (protocol verlengde leertijd). Ook bij kinderen waarbij in eerste instantie gedacht wordt aan een verlengde leertijd, maar die bij nadere overweging toch doorgaan naar de volgende groep, blijft deze checklist in het dossier bewaard. Verkorten van de leertijd d.m.v. het overslaan van (een gedeelte) een klas is in principe mogelijk, maar deze beslissing zal aan de hand van bovengenoemde criteria weloverwogen genomen dienen te worden, met speciale aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Er kan alleen sprake zijn van deze versnelling als de resultaten van een kind over een langere periode opvallend veel beter zijn dan die van de rest van de groep en de sociaal-emotionele ontwikkeling in de pas loopt. In alle gevallen zal -na overleg met de ouders– de groepsleerkracht aan de hand van het protocol een advies uitbrengen, waarna het betreffende cluster in samenspraak met de Interne Begeleider de uiteindelijke beslissing neemt. Deze beslissing is bindend.
4.2
Passend Onderwijs
Vanaf 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht. In een nieuw gevormd Samenwerkingsverband (SWV) Passend Onderwijs Midden-Limburg hebben alle schoolbesturen nu de taak voor alle leerlingen die wonen binnen de regio van dit SWV een zo passend mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Dit noemen we de zorgplicht van het samenwerkingsverband. Passend onderwijs is in principe voor alle leerlingen op de basisscholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs bedoeld, maar zoomt in op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Belangrijkste doelstellingen van passend onderwijs zijn: Zo passend mogelijk onderwijs aanbieden en daarbij kijken naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen en minder naar de beperkingen. Leraren beter toerusten: passend onderwijs en extra ondersteuning van een leerling in de klas valt of staat met de mogelijkheden en competenties van de leerkracht(en). Minder bureaucratie: het complexe systeem van toekenning van extra zorg verdwijnt. Geen onnodige administratieve last, geen wachtlijsten, geen lange indicatieprocedures. Het financiële systeem dat bij de nieuwe regeling passend onderwijs hoort moet beheersbaar en transparant zijn. Geen thuiszitters: alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs. Er moet afstemming zijn tussen onderwijs en jeugdhulp. Gemeenten worden verantwoordelijk voor jeugdhulp. Daarmee moet er afstemming plaatsvinden tussen het ondersteuningsplan van het SWV en het jeugdbeleid van gemeenten. Het SWV Midden-Limburg bestaat uit de schoolbesturen voor regulier en speciaal onderwijs in de gemeenten Roermond, Roerdalen, Echt-Susteren, Maasgouw en Leudal. Het bestuur van het SWV heeft een ondersteuningsplan vastgesteld. In dit plan beschrijft men het ‘wat’ en het ‘hoe’ van het SWV voor de periode 2014-2018. Dit plan is na instemming van de ondersteuningsplanraad, samengesteld uit een afvaardiging van ouders en personeel, en met instemming van de betrokken gemeenten vastgesteld.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 25
De schoolbesturen en hun scholen werken samen aan de uitvoering van dit plan. Daarin staan zij niet alleen. Ze worden daarbij ondersteund door de bovengenoemde gemeenten en door organisaties als bijv. het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de Jeugd GezondheidsZorg (JGZ) enz . Voor alle scholen is een ambitieus niveau van de basisondersteuning vastgesteld. Alle scholen beschrijven in hun schoolondersteuningsprofiel het niveau van de basisondersteuning op dit moment. Om het ambitieuze niveau van basisondersteuning te bereiken krijgen scholen begeleiding van ondersteuningsteams. Aan elke school of cluster van scholen wordt een klein ondersteuningsteam gekoppeld, dat de school adviseert, begeleidt en ondersteunt in het versterken van de kwaliteit van onderwijs en de leerlingondersteuning in het bijzonder. Een ondersteuningsteam bestaat uit een psycholoog of orthopedagoog, een specialist uit het speciaal (basis)onderwijs en een jeugd- en gezinswerker. Gesprekspartner vanuit de school is in elk geval de intern begeleider. Door het inzetten van ondersteuningsteams op alle scholen hopen we de vastgestelde kwaliteiten van basisondersteuning te realiseren. 4.2.1 Extra Ondersteuning Voor leerlingen met intensieve en/of specifieke ondersteuningsbehoeften geldt een nieuwe regeling. De leerlinggebonden financiering (rugzak) verdwijnt en de wijze waarop leerlingen worden verwezen en toegelaten tot het speciaal (basis)onderwijs is anders geregeld. Indien de ondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van de school waar de leerling wordt aangemeld overstijgt, kan de school samen met ouders en het ondersteuningsteam een deskundigenadvies formuleren. Wanneer het deskundigenadvies een aanvraag voor plaatsing in het speciaal(basis)onderwijs inhoudt, wordt dit deskundigenadvies aan een bovenschools toetsingsorgaan (BTO) aangeboden. Het BTO geeft dan een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af, op basis waarvan de leerling kan worden geplaatst in het SBO of het SO. In principe geeft het BTO altijd een tijdelijke TLV af, behalve voor die leerlingen waarvan door de complexiteit van de problematiek en intensiteit van ondersteuningsbehoeften duidelijk is dat opvang in een specialistische setting voor langere duur noodzakelijk is. 4.2.2 Extra Informatie Voor verdere informatie over het ondersteuningsteam of het BTO kunt u contact opnemen met de IB-er van de school. Het ondersteuningsplan van het SWV Midden-Limburg staat, evenals het bestuursondersteuningsplan van het schoolbestuur “op weg naar passend onderwijs” , op de website van stichting Swalm & Roer: www.swalmenroer.nl in de rubriek ‘passend onderwijs’ Op dit moment wordt gewerkt aan een website voor het nieuwe SWV Midden-Limburg. Zodra deze “ in de lucht is”, krijgt u hiervan bericht. Algemene informatie over passend onderwijs kunt u vinden op de site: www.passendonderwijs.nl. Het adres van het SWV Passend Onderwijs Midden-Limburg is: SWV PO 31-02 Midden-Limburg Vlasstraat 1 6093 EE Heythuysen Tel. 0475-550449 E-mail:
[email protected]
4.3
Naar het voortgezet onderwijs
De voorbereiding voor de overgang naar het voortgezet onderwijs bestaat uit de volgende activiteiten: Pre-adviesgesprek De resultaten van de Cito-entreetoets in groep 7 worden door het Cito-bureau verwerkt in een voorlopige advieskeuze voor VO. Dit pre-advies wordt tijdens gesprekken in juni/juli met de ouders besproken. Bij dit gesprek mogen de leerlingen ook aanwezig zijn. Algemene informatieavond In november worden alle ouders van de leerlingen uit groep 8 uitgenodigd voor een algemene informatieavond. Deze vindt plaats op een van de 3 Swalmer basisscholen.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 26
Bezoek “open dagen” De leerlingen van groep 8 en hun ouders ontvangen tijdig de data van de “open dagen” binnen het voortgezet onderwijs. Deelname aan deze infodagen dienen de ouders zelf te regelen. Plaatsingsprocedure De plaatsingsprocedure bestaat uit de volgende onderdelen: Cito-eindtoets Schooladviesgesprek Aanmelding school voor VO Schooladviesgesprek In het schooladviesgesprek worden de schoolprestaties en de Cito-toetsresultaten besproken in het licht van een verantwoorde schoolkeuze. De leerlingen zijn ook bij dit gesprek aanwezig. Aanmelding school voor Voortgezet Onderwijs Nadat overeenstemming is bereikt wat betreft de scholingsmogelijkheid van een leerling bepalen de ouders en leerling de schoolkeuze. De ouders vullen dan het aanmeldingsformulier in en bieden dit aan de groepsleerkracht aan. De groepsleerkrachten, IBer en directeur stellen samen een schooladvies vast. In dit advies zijn zowel leerresultaten als persoonskenmerken opgenomen. Dit schooladvies en het aanmeldingsformulier worden door de groepsleerkracht naar de school voor VO gestuurd. Dit gebeurt zowel schriftelijk (aanmeldingsformulier) als digitaal (LDOS). CITO gegevens van de eindtoets worden pas na aanname van een leerling naar de school gestuurd. Dit kan namelijk niet meegenomen om aanname op een school te bepalen daar de Cito-eindtoets gegevens sinds schooljaar 2014-2015 pas voorhanden zijn na de aanmelding op het voortgezet onderwijs.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 27
5. Zorg voor kwaliteit 5.1
Werken aan kwaliteitsverbetering
Er bestaan veel meningen over wat kwaliteit van een school nu eigenlijk inhoudt. Wij vinden daar in elk geval bij horen: het gebruik van goede methoden de sociaal-emotionele ontwikkeling de wijze van werken door leerkrachten in de klas de leerprestaties de sfeer op school 5.1.1 Kwaliteitsverbetering door goede methoden Op onze school wordt les gegeven met methoden en materialen, die zo modern mogelijk zijn en passen bij onze onderwijsvisie. Bij
het kiezen van lesboeken en ander materiaal stellen we ons de vraag: Voldoen de methoden aan de kerndoelen die de overheid ons stelt? Kunnen kinderen goed leren met behulp van deze methoden en ziet het materiaal er aantrekkelijk uit? Beantwoorden deze methoden aan de nieuwste opvattingen over het leerproces? Is er voldoende leerstof voor kinderen die extra oefenstof nodig hebben of extra moeilijk werk aankunnen? Zijn er voldoende mogelijkheden om zelfstandig werken te bevorderen? Allemaal vragen waarop we goed letten bij de aanschaf van nieuwe middelen. 5.1.2 Kwaliteitsverbetering dankzij aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling Niet alleen leerprestaties zijn van belang. De school heeft ook een belangrijke taak in de totale ontwikkeling van het kind als persoon. Het is van groot belang dat kinderen zich binnen de school veilig en geborgen voelen. Vanuit een veilige geborgenheid kunnen kinderen zich het beste ontwikkelen. De sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind is een heel belangrijk aspect binnen de leerlingenzorg. Een kind dat 'lekker in zijn vel zit', kan optimaal functioneren. Bij de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn o.a. de volgende aspecten van belang: speelt het kind samen met andere kinderen, neemt het initiatieven tot spelen, hoe is het contact met andere kinderen en/of leerkracht, heeft het voldoende zelfvertrouwen, is het voldoende betrokken bij de gebeurtenissen in de klas, kan het gericht werken en aan het werk blijven? Kortom: hoe zit het kind in zijn vel? Aan de ontwikkeling op sociaal-emotioneel vlak van het kind dragen we op Lambertus bij door: de dagelijkse positieve omgang met de kinderen; het hanteren van regels en afspraken; het bieden van structuur en veiligheid; gesprekken met ouders over het kind; het houden van de sociaal-emotionele kring Om de sociaal-emotionele ontwikkeling goed te kunnen volgen wordt een sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem gehanteerd. Opvallende signalen worden besproken met de interne begeleider in de leerlingenbespreking. Naar aanleiding van deze besprekingen stellen we groepshandelingsplannen of individuele handelingsplannen op om de ontwikkeling van de leerling bij te sturen. 5.1.3 Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken. Aan hen heeft u uw kind toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat de materialen en lesboeken zinvol gebruikt worden. De leden van ons team werken niet op eigen houtje, maar besteden veel tijd aan samenwerking, overleg en na- of bijscholing. Daarom zijn er bijna wekelijks team– of bouwvergaderingen en worden nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs op de voet gevolgd door teamcursussen en individuele cursussen. Het kost veel energie, maar het is de moeite meer dan waard! 5.1.4 Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem Een vierde manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en te verhogen is het werken met verschillende soorten toetsen. Toetsen geven ons inzicht in de prestaties van de kinderen. Ze leren ons hoe we klassikaal en individueel met de kinderen verder moeten. Bovendien geven ze een totaalbeeld van een klas of van de hele school. Bij sommige toetsen wordt bij de verwerking van de gegevens gebruik gemaakt van de computer.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 28
De basis van ons toetssysteem wordt geleverd door CITO, maar er wordt ook gebruik gemaakt van andere, voor ons waardevolle, toetsen. Bijvoorbeeld de toetsen die bij de methoden horen. De CITO – toetsen die wij gebruiken, worden afgenomen bij een grote groep leerlingen verspreid over het hele land. Daardoor is het mogelijk de vorderingen van uw kind te vergelijken met leeftijdsgenoten in ons land. Als het resultaat van de toetsen niet zo is als wij verwachten, betekent dat misschien wel dat we consequenties moeten trekken uit onze manier van lesgeven of dat we onderdelen van het onderwijsprogramma moeten verbeteren. In groep 6 nemen we een test af die de “niet schoolse” capaciteiten van leerlingen meet. Deze toets, de Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test (NSCCT) geeft een beeld van de intelligentie van kinderen. De score op de test kan de leerkracht helpen bij de inschatting van de leermogelijkheden van de leerlingen. De test is ontwikkeld door de Rijks Universiteit Groningen en levert een intelligentiemeting op. Dit is niet hetzelfde als een officieel intelligentieonderzoek. De test kan klassikaal en individueel worden afgenomen en dit gebeurt in het najaar (oktober/november). In incidentele gevallen kan de test ook gebruikt worden in groep 8. Afname van methodeonafhankelijke toetsen en de NSCCT gaat volgens vaste procedures en is gebonden aan voorschriften. De stichting Swalm en Roer werkt daarvoor met een toetsprotocol. Het leerlingvolgsysteem biedt ons een overzicht van leerlingen die extra hulp nodig hebben. Niet alleen op leergebied maar ook in hun sociaal – emotionele ontwikkeling. 5.1.5 Kwaliteitsverbetering dankzij een schoolplan / zorgplan Het beleid en de plannen staan opgesomd in het jaarplan dat steeds voorafgaand aan een nieuw schooljaar wordt besproken in het team en de medezeggenschapsraad. Het jaarplan kunt u bij de directie inzien en is ook terug te vinden op onze website. Een samenvatting vindt u in de volgende paragraaf.
5.2
Kwaliteitsverbetering dankzij opbrengst gericht werken
De school heeft een plan ontwikkeld, waarin de voornemens voor de jaren 2011-2015 staan beschreven, zowel op het niveau van stichting Swalm en Roer, als op het niveau van de school. Dit is het schoolplan. Daarvan afgeleid wordt het jaarplan. Hierin worden jaarlijks de school specifieke ontwikkelpunten beschreven. Deze zijn geordend rond de vier pijlers van de strategische koers van de stichting S&R: bruisend onderwijs, ontwerpers van bruisend onderwijs (personeel) school en omgeving zichtbare kwaliteit en ontwikkeling Ontwikkelonderwerpen voor het schooljaar 2014-2015 zijn te lezen in het schooljaarverslag. Dit verslag is ter informatie voorgelegd aan de OR en ter advies aan de MR. Het ligt voor iedereen ter inzage op school en is op te vragen bij de directie. De onderwerpen zijn gericht op: Handelingsgericht werken Direct instructie model School ondersteuningsprofiel Bieden van voldoende uitdaging Verhogen van opbrengsten van het taal- en rekenonderwijs Voor- en vroegschoolse educatie Leerstofaanbod Integraal Personeelsbeleid ARBObeleid Rapportage Samenwerking met Voortgezet Onderwijs, Peuterspeelzaal, kinderdagopvang en Bibliorura Kwaliteitshandboek
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 29
5.3
De resultaten van het onderwijs
De prestaties van onze leerlingen kunnen objectief weergegeven worden aan de hand van het leerlingvolgsysteem van CITO en vergeleken worden met de andere kinderen van Nederland.
Voor de kernvakken wordt er op vaste momenten in het jaar een methode-ona ankelijke Cito-toets afgenomen. Het resultaat hiervan, dat alleen iets zegt over de cogni eve ontwikkeling van het kind op een bepaald moment, wordt uitgedrukt in een cijfer. De betekenis is als volgt: 1 de leerling behoort tot de 20% hoogst scorende leerlingen 2 de leerling scoort boven het landelijk gemiddelde (20%) 3 de leerling scoort op het landelijk gemiddelde (20%) 4 de leerling scoort onder het landelijk gemiddelde (20%) 5 de leerling behoort tot de 20% laagst scorende leerlingen Het leerlingvolgsysteem loopt over de groepen of leerjaren heen. De ontwikkeling van een kind trekt zich immers ook niks aan van een groep of leerjaar. Het systeem begint bij de kleuterjaren en eindigt in groep 8. Met het leerlingvolgsysteem kun je zien of de vorderingen van een kind, met zijn of haar mogelijkheden, in de afgelopen periode bevredigend zijn geweest. De schoolopbrengsten zijn weergegeven in de schoolkalender die ouders jaarlijks op papier ontvangen.
5.4
De Informatie– en Communicatie Technologie (ICT)
Kinderen leven nu en in de toekomst in toenemende mate in een wereld die functioneert door het gebruik van computers en multimedia. Kennismaken met en gebruiken van deze nieuwe communicatiemiddelen zijn daarom van belang. Op onze school maken de kinderen in alle groepen gebruik van computers. Wij streven ernaar het computergebruik uit te breiden d.m.v. aanschaf van nieuwe hard- en software. Zo beschikken we al over een verrijdbare laptopkast en in alle lokalen over een digitaal schoolbord. Ook het up to date houden van software en webbased ondersteunende leerprogramma’s vinden we erg belangrijk. In het ICT-plan wordt jaarlijks beschreven welke activiteiten we ons ten doel stellen.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 30
6. Personeel en Organisatie 6.1
Wie werken er in de school
In de eerste plaats is dat natuurlijk het onderwijzend personeel. Groepsleraren zijn belast met de dagelijkse gang van zaken in een groep en hebben hierover de verantwoordelijkheid. Zij plegen wekelijks overleg met elkaar in de bouw, in de algemene vergadering of specifiek in een bouwvergadering. Zie voor een actuele lijst de schoolkalender. Verder is er ook nog ondersteunend personeel werkzaam, zoals een conciërge, een administratief medewerkster, een klusjesman en interieurverzorgsters. Daarnaast zijn er ook hulpouders te vinden in school.
6.2
Ontwikkeling/scholing
Mensen die op school werken zijn nog veel belangrijker dan de methoden en materialen. Zij moeten er immers voor zorgen dat al die mooie lesboeken ook goed gebruikt worden. De teamleden werken veel samen. Nieuwe ontwikkelingen worden op de voet gevolgd. Scholing is een belangrijk gegeven in het huidige onderwijs. Het onderwijs en het eigen functioneren, in het belang van leerlingen, steeds verbeteren is hierbij het uitgangspunt. Jaarlijks wordt in overleg een scholingsprogramma opgesteld voor individuele leerkrachten of het gehele schoolteam. Het belangrijkste onderdeel vormt daarbij altijd de scholing die voor en door het voltallige team wordt gekozen. De scholing vindt meestal plaats buiten de schooltijden. Het kan ook voorkomen dat leerkrachten bepaalde studie/ themadagen of congressen volgen tijdens schooltijden. Deze dagen worden opgenomen in de jaarplanning.
6.3
Organisatie bij ziekte en verlof van leerkrachten
Bij ziekte of verlof van een leerkracht wordt hij/zij vervangen door een invalkracht (indien mogelijk). Het is niet altijd mogelijk hierin de door u en de door ons gewenste continuïteit te garanderen. Dit heeft alles te maken met de krapte op de (onderwijs)-arbeidsmarkt. We realiseren ons dat het voor veel kinderen heel vervelend is als er regelmatig wisselingen plaats vinden. Wij vragen begrip voor deze situatie. Alle belangrijke gegevens heeft de groepsleerkracht opgeschreven in een zogenaamde klassenmap. In elke groep is zo’n map aanwezig. De betreffende bouwleider neemt met de vervanger het programma door. Hierdoor kunnen de lessen normaal doorgaan. Voor het geval dat alle mogelijkheden zijn ingezet en er toch een groep onbemand moet blijven is een noodplan opgesteld. Dit houdt in: 1. Na ziekmelding van een leraar wordt alles in het werk gesteld om vervanging te krijgen. 2. Indien dit niet lukt, zal de school intern de zaak proberen op te lossen: a. door inzet van bijvoorbeeld niet-groepsleraren; b. door verdeling van leerlingen over meerdere groepen. 3. Aangezien deze maatregel niet onbeperkt kan en mag duren, zal na twee dagen een groep naar huis worden gestuurd. Mocht er na twee dagen nog geen oplossing zijn, dan zal een andere groep naar huis worden gestuurd. Onmiddellijk op de dag van de ziekmelding krijgen de kinderen een vooraankondiging mee naar huis waarin wordt vermeld dat de leraar ziek is, er geen vervanging is gevonden en dat er op school intern een oplossing wordt gezocht. 4. Bij iedere nieuwe situatie zullen de ouders van betrokken leerlingen tijdig worden geïnformeerd, zodat de ouders in hun thuissituatie niet in de problemen komen. 5. Wanneer er uiteindelijk (toch) een oplossing wordt gevonden, zullen de (betrokken) ouders op de hoogte worden gesteld. 6. De inspectie en het bestuur worden op de hoogte gebracht.
6.4
Stagiaires
De scholen van Stichting Swalm en Roer participeren in het project ‘Opleiden in de school’. Dat betekent dat studenten van opleidingsinstituten in toenemende mate een deel van hun opleiding volgen op de werkplek. De studenten worden daarbij beschouwd als een volwaardig teamlid en dragen samen met de teamleden de verantwoordelijkheid voor het geven van goed onderwijs. Ook het doen van onderzoek maakt deel uit van de scholingsactiviteiten. Studenten worden uiteraard goed begeleid door mentoren en schoolopleiders. Binnen het team van Lambertus hebben inmiddels alle leerkrachten hiertoe de mentorencursus gevolgd.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 31
Jaarlijks vinden er intervisiebijeenkomsten plaats voor de mentoren, waarin knelpunten en andere vraagstukken met elkaar besproken worden. Het laten participeren van studenten in de schoolontwikkeling heeft veel voordelen: studenten en leraren leren van en met elkaar en er zijn natuurlijk ook meer handen in de klas. In het laatste jaar van hun opleiding functioneren studenten als Leraar in Opleiding (LIO) en dragen zij een deel van de groepsverantwoordelijkheid. Op deze wijze verwerven studenten een goede startbekwaamheid als leraar of onderwijsassistent. Stichting Swalm en Roer werkt op projectbasis samen met De Nieuwste Pabo Sittard en ROC Gilde. Om de samenwerking tussen de scholen en opleidingsinstituten in goede banen te leiden, heeft Stichting Swalm en Roer een opleidingscoördinator aangesteld: mevrouw Maaike Vos.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 32
7. De ouders 7.1
De betrokkenheid van ouders
Bij het leer- en vormingsproces van onze leerlingen streven wij een zo goed mogelijke samenwerking na tussen ouders en leerkrachten. Een goed contact en een goede samenwerking tussen school en thuis is erg belangrijk en bevordert een goede ontwikkeling van het kind. Wij nemen ouders dan ook zeer serieus; ze zijn welkom op school, we staan open voor kritiek, ideeën en meningen. Het is onze taak om op een uiteenlopend gebied zo goed mogelijk voor uw kind te zorgen. De (mede)opvoeding van kinderen is een zware verantwoordelijkheid. U bent en blijft vanzelfsprekend te allen tijden eindverantwoordelijk. Enkele richtlijnen t.a.v. de oudercontacten met school: Indien u vragen heeft, of als er problemen zijn, bent u altijd welkom op school. In eerste instantie bij de groepsleerkracht of bouwleider. Maar ook de directie staat u te woord. Bedenk wel dat de leerkracht les moet geven. Dus voor een uitvoeriger gesprek kunt u beter een afspraak maken. Liever een afspraak te veel dan te weinig. Voor korte boodschappen of informatie kunt u voor of na schooltijd terecht. Als de groep waarin uw kind zit meerdere leerkrachten heeft, en u vindt het belangrijk dat beide leerkrachten aan het gesprek deelnemen, geef dit dan aan. Als u, bij het gesprek, iemand erbij wilt hebben met een speciale taak of bevoegdheid dan kunt u dit aangeven als u een afspraak maakt. Denk aan teamleider, interne begeleider, logopedist, bouwleider, e.d. U krijgt, indien de ontwikkeling van uw kind niet verloopt zoals dat verwacht mag worden, in een vroeg stadium informatie. Samen met u wordt dan naar de beste oplossing gezocht. Het is heel belangrijk dat u weet dat u altijd kunt bellen wanneer er zaken zijn waarover u wilt praten. De gemeente Roermond voert de leerplichtwet uit voor de gemeenten Roermond, Roerdalen, Echt-Susteren en vanaf 16 jaar voor de gemeente Maasgouw. Vanaf het moment dat een kind 4 jaar wordt mag het naar de basisschool. Het kind moet echter naar school op de eerste dag van de maand nadat een kind 5 jaar wordt, vanaf dat moment is hij/zij ook leerplichtig. De leerplicht eindigt na het schooljaar waarin uw kind 16 jaar is geworden. Daarna is uw kind kwalificatieplichtig totdat hij/zij 18 jaar wordt of een startkwalificatie heeft behaald ( diploma havo/vwo of mbo niveau 2 ). Bij ziekte dienen ouder(s) / verzorger(s) de leerling ziek te melden voor aanvang van de lestijd.
7.2
Leerplicht
7.2.1 Verlof De gemeente Roermond voert de leerplichtwet uit voor de gemeenten Roermond, Roerdalen, Echt-Susteren en vanaf 16 jaar voor de gemeente Maasgouw. Vanaf het moment dat een kind 4 jaar wordt mag het naar de basisschool. Het kind moet echter naar school op de eerste dag van de maand nadat een kind 5 jaar wordt, vanaf dat moment is hij/zij ook leerplichtig. De leerplicht eindigt na het schooljaar waarin uw kind 16 jaar is geworden. Daarna is uw kind kwalificatieplichtig totdat hij/zij 18 jaar wordt of een startkwalificatie heeft behaald ( diploma havo/vwo of mbo niveau 2 ). Bij ziekte of bezoek aan arts dienen ouder(s) / verzorger(s) de leerling ziek/afwezig te melden voor aanvang van de lestijd. Er is sprake van ongeoorloofd schoolverzuim, als de leerling zonder toestemming van de directeur afwezig is. De directeur is dan verplicht ongeoorloofd schoolverzuim aan de leerplichtambtenaar door te geven. Deze zal dan onderzoek doen naar de reden van het ongeoorloofd schoolverzuim. Welk schoolverzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar? Relatief verzuim (spijbelen) Luxeverzuim (vakantieverlof) Absoluut verzuim (een kind staat op geen enkele school ingeschreven) Veelvuldig te laat komen (preventief) Twijfelachtig ziekteverzuim (preventief) Extra verlof: Bij bepaalde bijzondere omstandigheden kunnen kinderen extra vrij krijgen van school. Hiervoor dient u een officiële aanvraag te doen bij de directeur. Aanvraagformulieren zijn hiervoor verkrijgbaar op de school. De
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 33
directeur beslist over een verlofaanvraag van maximaal 10 schooldagen. Als de verlofaanvraag meer dan 10 schooldagen betreft, beslist de leerplichtambtenaar. Een overzicht van omstandigheden waarin extra verlof is toegestaan is opgenomen in de bijlage.
7.3
Contacten met ouders
7.3.1 Oudergesprekken De basisschool krijgt steeds meer een pedagogische taak in de samenleving. Wij vinden het een noodzakelijk voorwaarde om in goede samenwerking met ouders te zorgen voor het individuele kind. Drie keer per jaar zijn er op school oudergesprekken. Deze vinden plaats in de periode oktober/november, februari en juni. Alle ouders worden dan uitgenodigd op school om met de leerkracht over hun kind te komen praten. In het eerste gesprek wordt het sociaal emotioneel functioneren van uw kind besproken. In het tweede en derde gesprek worden ook de leerresultaten meegenomen. Naast de drie officiële gesprekken bent u op school altijd welkom voor een gesprek. Indien u vragen, klachten of opmerkingen heeft, neem dan even contact op met de leerkracht en maak een afspraak. We kunnen pas iets aan de problemen doen, als we weten wat er aan de hand is. De leerkracht zal ook vaak zelf het initiatief nemen om met u te praten (zie ook 7.1). 7.3.2 Rapportage De kinderen van groep 1 t/m 8 krijgen twee maal per jaar een rapport. In de periode februari en op het einde van het schooljaar in juni/juli. Het rapport geeft u informatie over de leervorderingen en de sociaal emotionele ontwikkeling. 7.3.3 Informatiebijeenkomsten Voor de herfstvakantie wordt er in elke groep een informatieavond gehouden voor de ouders. De leerkracht zal u onder andere informeren over: de dagelijkse gang van zaken in de groep het werkrooster de wijze van lesgeven straf en beloning methodes wat er allemaal van uw kind wordt verwacht het leerlingvolgsysteem hoe u uw kind kunt begeleiden en helpen afspraken en regels in de groep Tevens heeft u de gelegenheid om kennis te maken met de leef- en werkruimte van uw kind en de materialen waarmee het werkt. Informatieavonden hebben niet de bedoeling om persoonlijke problemen van uw kind te bespreken. Een persoonlijk gesprek met de leerkracht is hiervoor veel geschikter. Hiervoor kunt u altijd na schooltijd terecht. Eventueel maakt u een afspraak. U hoeft echt niet te wachten op een ouderavond of het rapport. Regelmatig contact van de ouders met de school bevordert de motivatie van uw kind. 7.3.4 Schriftelijke informatievoorziening We streven ernaar dat alle ouders aan het einde van het schooljaar de schoolgidskalender ontvangen voor het nieuwe schooljaar. Hierop staan alle vrije dagen en schoolactiviteiten vermeld. In de kalender van de school staan gegevens die elk jaar veranderen, bv. vakanties en vrije dagen; groepsindeling; gymnastiekrooster. De actuele schoolgids is digitaal te vinden op de website van de school. Via Isy (ons digitaal informatiesysteem) ontvangen ouders alle mededelingen en actuele informatie over de school, bv. informatie over personele zaken; informatie over projecten in de klas; informatie over excursies; oproepen aan ouders; nieuws van de oudercommissie en medezeggenschapsraad.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 34
7.4
Medezeggenschap (MR en GMR)
Een inspraakmogelijkheid voor ouders (én leerkrachten) is geregeld via de Wet Medezeggenschap Scholen. Aan elke school moet een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden zijn, die opereert volgens een medezeggenschapsreglement. In de wet is ook geregeld, dat ouders en leerkrachten over een groot aantal zaken betreffende het beleid van de school mogen meepraten. Bij heel veel zaken heeft de raad adviesrecht en vaak mag het beleid zelfs niet worden uitgevoerd zonder instemming van de medezeggenschapsraad. De raad probeert bij haar adviezen/instemming altijd het belang van zowel de ouders en personeelsleden als de schoolorganisatie in het oog te houden. Wanneer u meer wilt weten over het functioneren van de MR van basisschool Lambertus, dan kunt u hiervoor terecht bij een der leden van de MR. De medezeggenschapsraad bestaat in 2014-2015 uit de volgende ouders: Mw. Y. Marsman tel: 0475-504997 Mw. A. Stevens tel. 0475-505222 Mw. C. v/d Beek tel. 0475-850506 Namens het personeel hebben in 2014-2015 zitting in de medezeggenschapsraad: Dhr. J. Hodselmans tel. 0475-501193 Dhr. T. Kahlert tel. 0475-772799 Mw. W. op den Camp tel. 0475-501830 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is een advies- en instemmingorgaan. Enerzijds adviseert zij het college van bestuur gevraagd en ongevraagd, anderzijds geeft of weigert zij instemming aan stichtingsbeleid. De GMR bestaat uit een personeelsgeleding en een oudergeleding. De GMR functioneert op basis van het door het college van bestuur voor een bepaalde periode vastgestelde “reglement gemeenschappelijke medezeggenschapsraad” In de GMR worden onderwerpen besproken die voor alle medezeggenschapsraden van de afzonderlijke scholen van het bestuur van belang zijn. Het spreekt vanzelf dat ook de bevoegdheden van de GMR nauwkeurig in een reglement zijn vastgelegd. Zowel medezeggenschapsraad als GMR zijn bevoegd om voorstellen te doen, standpunten kenbaar te maken, adviezen te geven, instemming te verlenen of zich te onthouden van voorstellen van het bestuur.
7.5
Ouderraad
Doel ouderraad B.S. Lambertus Behartigen van de belangen en zorg dragen als klankbordgroep van ouders, voogden of verzorgers van de ingeschreven leerlingen van basisschool Lambertus. Ondersteunen van binnen-/buitenschoolse activiteiten. Voedingsbodem voor de medezeggenschap raad. Overblijven waarborgen van de leerlingen Overleg & structuur ouderraad: De ouderraad is een zelfstandige vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door o Voorzitter Pascal Perriëns o Secretaris, Maaike Hovers o Penningmeester Eric Balster Een van de leerkrachten neemt deel aan de ORvergaderingen. De OR vergadert ongeveer 1 keer per 6-8 weken maximaal 2 uur. 1 x per jaar gemeenschappelijk overleg met de 3 ouderraden van Swalmen Overleg en evaluatie door de werkgroepen, bestaande uit OR en teamleden, bij elke gezamenlijke activiteit Overleg met de medezeggenschapsraad Activiteiten Ouderraad: Sinterklaasfeest Rapportavonden Kerstfeest Carnaval
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 35
Pasen Sportdag Lambertus Sportdag gezamenlijke Swalmense scholen Schoolverlaterkamp Spokentocht Eindejaarsfeest Luizencontrole Deelname aan overleg gemeenschappelijke ouderraden Swalmen over gezamenlijk te organiseren activiteiten Overleg structuur tussen teamleider en dagelijks bestuur ouderraad.
Financieel: De ouderraad bekostigt de activiteiten zelfstandig. De enige inkomsten hiervoor zijn de vrijwillige ouderbijdrage en de inkomsten door overige activiteiten. De vrijwillige bijdrage is vastgesteld op € 10,— per kind. Om een sluitende budgettering te bewerkstelligen is de vrijwillige bijdrage bittere noodzaak. Ouders kunnen de bijdrage zelf overmaken of gebruik maken van een éénmalige machtiging. Indien het voor u niet mogelijk is om deze bijdrage te bekostigen verwijzen wij u graag door naar de schoolleiding. Deze kan u meer vertellen over financiële ondersteuning. Naast de bijdrage aan activiteiten spaart de OR ook om grotere uitgaven te kunnen bekostigen, zoals een bijdrage aan de herinrichting van het schoolplein. Bereikbaarheid ouderraad: De ouderraad is bereikbaar middels mail op :
[email protected] of via voorzitter Pascal Perriëns (0475-504950) Op de website van school is apart ruimte gereserveerd voor de ouderraad. U wordt hier geïnformeerd over de lopende zaken en treft hier ook een overzicht aan van de overige OR leden. U kunt hen altijd aanspreken en ideeën aan de hand doen. Ouderbijdrage: Het Nederlandse basisonderwijs, voor zover bekostigd door de overheid, is gratis. Scholen bieden onderwijs aan dat moet voldoen aan bepaalde wet- en regelgeving, maar deze laten de richting en de inrichting vrij. Dat is onze vrijheid van onderwijs: ouders kiezen zelf de school voor hun kinderen, zodat zij onderwijs krijgen dat tegemoet komt aan de wensen en overtuigingen van hun ouders. Dat neemt niet weg dat scholen een – vrijwillige – ouderbijdrage mogen vragen voor aanvullende activiteiten. Het moet daarbij altijd gaan om dingen die ofwel niet essentieel zijn voor het onderwijs, zoals schoolreisjes, ofwel openstaan voor alle leerlingen, ongeacht of de ouders de bijdrage betalen of niet. De vrijwillige ouderbijdrage is dus een bijdrage van, voor en door de ouders zelf. Activiteiten van de ouderraad/oudervereniging, betaald uit de bijdrage van ouders, kunnen ook onder schooltijd vallen. Denk aan schoolreisjes, Sinterklaas, Kerst en dergelijke. Het innen van deze bijdrage gebeurt door de Ouderraad. Betaling verloopt via Stichting Swalm & Roer IBAN NL96 RABO 0135 7256 74 onder vermelding van BS Lambertus en de naam van uw kind(eren).
7.6
Regeling schorsing en verwijdering
Op bestuursniveau is een regeling "toelating en verwijdering van leerlingen". In de wet op het basisonderwijs is dit geregeld. Schorsing is aan de orde wanneer het schoolbestuur of de directie bij ernstig wangedrag van een leerling onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Ernstig wangedrag van een leerling kan bijvoorbeeld zijn mishandeling, diefstal of het herhaald negeren van een schoolregel. Verwijdering is een maatregel bij zodanig ernstig wangedrag, dat het bestuur concludeert dat de relatie tussen school en leerling (ouders/verzorgers) onherstelbaar verstoord is. Een beslissing tot schorsing en verwijdering moet met de uiterste zorgvuldigheid genomen worden. Hierbij dienen de belangen van het kind, de ouders/verzorgers, de overige leerlingen, de leerkrachten en de school zorgvuldig te worden afgewogen. Ouders /verzorgers die er belang in stellen kunnen bovenstaande regeling op school inzien. Voor ouders en verzorgers wiens kind geschorst/verwijderd wordt, zal de regeling in een gesprek worden overhandigd en besproken.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 36
7.7
Klachten
De school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Botsingen en meningsverschillen zijn dan ook niet bijzonder en worden vaak in onderling overleg bijgelegd. Soms is een meningsverschil van dien aard, dat iemand een klacht hierover wil indienen. Die mogelijkheid is er. Voor de school is een klachtenprocedure vastgesteld. Deze is voor iedereen die bij de school betrokken is in te zien op de website (www. swalmenroer.nl) en het intranet van Stichting Swalm & Roer. Wanneer u niet tot een oplossing van het probleem kunt komen in overleg met de groepsleraar en/of de directie van de school, is het mogelijk gebruik te maken van de contactpersoon van de school. Mogelijk kan de klacht eenvoudig opgelost worden. De contactpersoon op onze school is: Aleid Timmer Oranjehof 9 6071 GZ Swalmen 0475-597272 Zij zal bekijken of de eerste stappen voor het oplossen van het probleem zorgvuldig zijn uitgevoerd. Het is niet de bedoeling dat de contactpersoon zelf oplossingen gaat zoeken. Wel wordt bekeken wie verder ingeschakeld moet worden om tot een oplossing te komen. Stichting Swalm & Roer heeft twee vertrouwenspersonen aangesteld, één voor ouders/verzorgers en één voor medewerkers. De taken van de vertrouwenspersoon zijn onder meer het bijstaan van de klager en advisering van het bevoegd gezag. De vertrouwenspersoon voor ouders is Karin van der Steen. Zij is bereikbaar op telefoonnummer 06-23873888 of per e-mail:
[email protected] De vertrouwenspersoon voor medewerkers is Nicole Claessens. Zij is bereikbaar op telefoonnummer 06-22809402 of per e-mail:
[email protected] De school is voor de behandeling van klachten tevens aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie: “de Landelijke Klachtencommissie onderwijs (LKC)”. De LKC onderzoekt de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting en/of via ‘hoor en wederhoor’ ) of deze gegrond is. De LKC brengt advies uit aan het bevoegd gezag en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. Het bevoegd gezag neemt over de afhandeling van de klacht en het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke beslissing. Een klacht kan bij het bevoegd gezag (het college van bestuur van de Stichting Swalm & Roer) of rechtstreeks schriftelijk bij de LKC worden ingediend. De externe vertrouwenspersoon kan u daarbij behulpzaam zijn als u dat wenst: Bevoegd gezag Stichting Swalm & Roer – Postbus 606, 6040 AP te Roermond; De LKC is te bereiken bij Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD UTRECHT, telefoon 030-2809590. U kunt ook de website raadplegen www.onderwijsgeschillen.nl of een e-mail sturen naar
[email protected] .
7.8
Meldcode huiselijk geweld
Het werken met een meldcode is een wettelijke verplichting voor iedereen die werkt met kinderen. Landelijk gezien is een groot aantal kinderen jaarlijks slachtoffer van kinder-mishandeling. Beroepskrachten die met kinderen werken kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verminderen en doen stoppen van kindermishandeling bij deze kinderen. Door alert te zijn op signalen die kunnen wijzen op inadequate zorg aan deze kinderen door hun opvoeders kunnen beroepskrachten tijdig actie ondernemen. Stichting Swalm en Roer heeft een meldcode opgesteld in samenwerking met diverse instanties uit de regio op basis van landelijke criteria. Deze meldcode is een stappenplan waarin staat hoe een professional moet omgaan met het signaleren en melden van vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Als de school een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld heeft, dan worden volgens deze meldcode de volgende stappen gezet: Stap 1: Het in kaart brengen van de verschillende signalen. Stap 2: Overleg met de Intern Begeleider /directeur en zo nodig raadplegen van het ZAT van de school. Stap 3: Gesprek met de ouders. Stap 4: Wegen van de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Stap 5: De school neemt een besluit: Hulp organiseren in overleg met de ouders of melden bij de geëigende instantie. Stap 6 Nazorg en evaluatie. Voor een volledige beschrijving van de meldcode verwijzen we u naar de website van de school.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 37
7.9
Overblijven op school
Stichting kinderopvang Swalmen heeft met het schoolbestuur een overeenkomst afgesloten voor het verzorgen van de tussenschoolse opvang op de basisscholen in Swalmen. Het is van grootste belang te realiseren dat deze tussenschoolse opvang (TSO) deel uit maakt van de schooldag en dat er dus rekening wordt gehouden met het beleid van de school. Wij vinden het belangrijk dat kinderen tijdens de TSO met dezelfde waarden en normen om moeten gaan als ze gewend zijn tijdens schooltijd. Ze blijven immers in hetzelfde gebouw en dan zijn duidelijke afspraken en samenwerking tussen school en TSO essentieel. De tussen schoolse opvang van kinderen door Kinderopvang Swalmen voldoet vanzelfsprekend aan de volgende vier basisvoorwaarden. De kinderen gaan op tijd drinken en eten ( eten en drinken nemen de kinderen zelf mee). De kinderen worden opgevangen in een veilige omgeving. De overblijfkracht beseft dat haar of hem gedurende de tijd van opvang een kostbaar bezit is toevertrouwd. De overblijfkracht heeft oog voor de verschillende leeftijdsfasen die kinderen doormaken. Daarnaast hanteert Kinderopvang Swalmen de volgende uitgangspunten voor de uitvoering van de tussenschoolse opvang (TSO): De TSO biedt het kind veiligheid en geborgenheid. De TSO stimuleert het gevoel van zelfvertrouwen. De TSO stimuleert de zelfstandigheid van het kind. De TSO stimuleert het kind tot sociaal gedrag en om te gaan met anderen. De TSO geeft het kind de ruimte om emoties te laten zien. De volgende regels worden gehanteerd: Wij hebben respect voor elkaar We storen elkaar niet Wat we zelf kunnen doen we zelfstandig We zijn zuinig op onze materialen Kostprijs tussenschoolse opvang Ouders wordt de mogelijkheid geboden met een abonnement of een strippenkaart te werken. Voor de TSO op vaste dagen geldt per kind een abonnement, voor TSO incidenteel geldt per kind een strippenkaart, voor extra overblijven bij een abonnement geldt eveneens een strippenkaart (digitaal). De strippenkaart bevat 10 strippen. De strippenkaart blijft geldig tot het kind de basisschool verlaat, zijn er dan nog strippen over dan vindt een verrekening plaats. De kosten van het overblijven voor alle scholen is vastgesteld op een bedrag van € 2,00 per keer, de jaarlijkse opslag vindt plaats op basis van landelijke richtlijnen. Voor beide keuzes ontvangt u een factuur. Uit de ouderbijdrage wordt bekostigd; het spelmateriaal financiële vergoeding voor de leidsters coördinatie-uren administratiekosten Wanneer een kind langer dan 2 weken ziek is worden de abonnementskosten in mindering gebracht. De opvang tijdens de middagpauze duurt van 12.00 uur tot 13.00 uur.
7.10 Aansprakelijkheid en verzekeringen Het schoolbestuur heeft voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten onder de volgende voorwaarden: Tijdens officiële schooltijden, ouderavonden/gesprekken en schoolfeestjes, het verblijf op de speelplaats, in het schoolgebouw, sportveld, gymnastieklokaal, zwembad, excursieplaatsen, schoolverlaterkamp onder verantwoordelijkheid en onder toezicht van bevoegde leraren. Gedurende de directe route op weg van huis naar school en van school naar huis. Er is geen vergoeding mogelijk voor materiële schade zoals aan brillen, kleding, fietsen, etc.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 38
Tevens heeft het schoolbestuur een schadeverzekering afgesloten voor in- en opzittenden van motorrijtuigen en niet gemotoriseerde vervoersmiddelen. Deze verzekering dekt ook de schade als ouders of andere vrijwilligers hun vervoersmiddel gebruiken voor schoolactiviteiten. Binnen de door stichting Swalm & Roer afgesloten verzekeringen zijn er geen persoonlijke eigendommen van uw kind verzekerd. Het staat u natuurlijk vrij om daarvoor zelf een eigendommenverzekering voor leerlingen af te sluiten. Meer informatie is te verkrijgen bij de administratie óf de schoolleiding
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 39
8. Contactadressen
Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht T 088-669 60 00 E
[email protected] I www.onderwijsinpectie.nl De vertrouwensinspecteur is tijdens kantooruren bereikbaar op 0900-1113111
Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 31-02 Midden-Limburg Vlasstraat 1 6093 EE Heythuysen T 0475-550449 E
[email protected] I www.onderwijsinspectie.nl
Leerplichtambtenaar T 0475 - 359 999 of e-mail
[email protected]
GGD Limburg-Noord, afdeling Midden Postbus 11 5900 AA Venlo Oranjelaan 21 6042 BA Roermond tel. 088- 119 12 00 e-mail:
[email protected]
Centrum voor Jeugd en Gezin Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen en Roermond. Postbus 1312 6040 KH Roermond Locatie Roermond: Donderbergweg 47-49, Roermond T 088-4388300 E
[email protected] I www.onscjg.nl
Advies- en meldpunt kindermishandeling Bureau Jeugdzorg Limburg T 088-0072975 E
[email protected] I www.bjzlimburg.nl/algemeen/taken/advies-en-meldpunt-kindermishandeling I www.amk-nederland.nl
Bureau Jeugdzorg Midden-Limburg Mariagardestraat 64, 6041 HM, Roermond T 088-0072950 E
[email protected] I www.bjzlimburg.nl
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 40
9. Lijst met afkortingen AMK BJZ CJG DO GGD IB ICC ICT JGZ KDV LVS MR OR PSZ SBO VISEON ZAT
Algemeen meldpunt Kindermishandeling Bureau jeugdzorg Centrum voor Jeugd en Gezin Directie Overleg Gemeentelijke gezondheidsdienst Interne Begeleiding Interne Cultuur Coördinator Informatie en Communicatie technologie Jeugd Gezondheidszorg Kinderdagverblijf Leerling Volgsysteem Medezeggenschapsraad Ouderraad Peuterspeelzaal Speciaal Basisonderwijs Volgsysteem voor Sociaal emotionele Ontwikkeling Zorg en Advies Team
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 41
10. Bijlagen Bijlage: regelgeving omtrent de leerplicht Onder welke omstandigheden is extra verlof mogelijk? bij een wettelijke verplichting, voor zover dat niet buiten de lesuren kan geschieden; bij verhuizing (1 schooldag); bij het huwelijk in Nederland van een bloed- of aanverwant t/m 3e graad (1-2 schooldagen); bij het huwelijk in het buitenland van een bloed- of aanverwant t/m 3e graad (max. 5 schooldagen); bij een ernstige ziekte van een bloed- of aanverwant t/m de 3e graad (duur in overleg met de directeur); bij het overlijden van bloed- en aanverwant in de 1e graad (max. 5 schooldagen); bij het overlijden van bloed- en aanverwant in de 2e graad (max. 2 schooldagen); bij het overlijden van bloed- en aanverwant in de 3e en 4e graad (max. 1 schooldag); bij het overlijden van bloed- en aanverwant t/m de 4de graad in het buitenland (max. 5 schooldagen); bij 12,5-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van (groot)ouder(s)/verzorger(s) (max. 1 schooldag); bij 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum van (groot)ouder(s)/verzorger(s) (max. 1 schooldag); bij andere naar het oordeel van de directeur gewichtige omstandigheden. Vakantie is nooit een gewichtige omstandigheid! Wanneer wordt zeker géén toestemming gegeven voor extra verlof? familiebezoek in het buitenland; vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding; uitnodiging van familie of vrienden om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan; eerder vertrekken of later terugkomen in verband met verkeersdrukte; verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn; bij een voor de ouder ongunstige verdeling van vakantieweken door de werkgever die buiten de reguliere schoolvakantie vallen . Vakantie onder schooltijd vanwege specifieke aard van het beroep van ouders (art. 11f) De Leerplichtwet stelt heel duidelijk dat vakantie onder schooltijd vrijwel onmogelijk is. Alleen als voldaan wordt aan àlle drie de volgende voorwaarden kan een schooldirecteur op verzoek extra vakantie toestaan: 1. Als tenminste één van de ouders een beroep heeft met seizoensgebonden werkzaamheden. (Sommige beroepen in de horeca en aanverwante bedrijven en sommige agrariërs.) Hiervan dient bewijs overlegd te worden, namelijk een accountantsverklaring waarin wordt aangegeven dat het merendeel van de jaarlijkse inkomsten in de vakantieperiode(s) wordt omgezet. 2. Als het gezin in geen van de schoolvakanties (dus zowel niet in de zomer-, herfst-, kerstvakantie als tijdens een van de andere vakantieperiodes) in één schooljaar 2 weken aansluitend met vakantie kan. 3. De extra vakantie valt niet in de eerste twee weken van het schooljaar. N.B. Alle verlofaanvragen dienen, indien mogelijk, minimaal 8 weken van te voren schriftelijk te worden aangevraagd. De verlofaanvragen dienen voor zover redelijkerwijze mogelijk te worden vergezeld van bewijsmiddelen. Religieuze feestdagen Er zijn een aantal religieuze feestdagen waarop verlof mogelijk is. Deze dagen zijn bekend bij de directeur van de school. Verlof is enkel mogelijk op de religieuze feestdagen behorende bij de eigen religie / geloofsovertuiging. Vragen? Voor verdere informatie of ondersteuning bij leerplichtzaken kunt u terecht bij het team Leerplicht van de gemeente Roermond op het nummer 0475- 359 999. Notitie onderwijs en toptalenten met betrekking tot het verlenen van verlof 1. Rol leerplichtambtenaar De leerplichtambtenaar kan op grond van de leerplichtwet geen vrijstelling verlenen voor toptalenten.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 42
2. Sporttalenten Wanneer is er sprake van een sporttalent? Aan de hand van een status kan bepaald worden of Iemand een bijzonder sporttalent heeft. Er moet sprake zijn van: een landelijke status A (beste 8 van de wereld), B (beste 16 van de wereld) of HP (High Potential, jonge sporter die doorstroomt naar wereldtop); een internationaal talent, nationaal talent of belofte; bij te jonge leeftijd voor een belofte: een erkenning door de sportbond als talent en ondersteuning door het Olympisch Netwerk. De sportbonden en/of NOC*NSF bepalen of de sporter voor de onder 1 en 2 genoemde statussen in aanmerking komt. Voor voetballers stelt de betaald voetbalorganisatie (SVO) vast of een sporter een status heeft. Procedure en voorwaarden bij vrijstelling toptalent op het gebied van sport De ouder/verzorger van de leerling dient een schriftelijk verzoek in bij de directie van de school waar de leerling staat ingeschreven, De ouder/verzorger levert bewijsstukken van NOC*NSF/Olympisch Netwerk of de sportbond waaruit status 1, 2 of 3 blijkt alsmede een overzicht van wedstrijden, toernooien of trainingen. De data van afwezigheid dienen in principe aan het begin van het schooljaar c.q. kalenderjaar door de ouders aan de school te worden doorgegeven. De school maakt een plan van aanpak voor het aangepaste onderwijsprogramma. De school sluit een overeenkomst met de ouders/leerling en de trainer van de leerling over de gemaakte afspraken. Indien de leerling zich niet aan de afspraken houdt of onvoldoende presteert op school kan de overeenkomst door ouders, school of trainer worden opgezegd. School informeert de leerplichtambtenaar. School stemt af met de inspectie hoe zij hier over geïnformeerd wil worden. 3. Kunst/cultuur talenten Wanneer is er sprake van een kunst/cultuur talent? Een landelijke normering voor cultuurtalenten is er niet. Dat betekent niet dat er geen initiatieven zijn. In Den Haag is er bijvoorbeeld een school voor jong talent die samenwerkt met het Koninklijk Conservatorium, jongeren van groep 7/8 BAO, het VMBO TL, de HAVO of het VWO, met een bijzonder talent voor muziek, kunnen daar terecht. Procedure en voorwaarden bij vrijstelling toptalent op het gebied van kunst/cultuur De ouder/verzorger van de leerling dient een schriftelijk verzoek in bij de directie van de school waar de leerling staat ingeschreven. De data van afwezigheid dienen in principe aan het begin van het schooljaar c.q. kalenderjaar door de ouders aan de school te worden doorgegeven. De school maakt een plan van aanpak voor het aangepaste onderwijsprogramma. De school sluit een overeenkomst met de ouders/leerling en de begeleider van de leerling over de gemaakte afspraken. De ouders leveren een bewijs waaruit blijkt dat er toestemming is van de arbeidsinspectie (indien van toepassing). Indien de leerling zich niet aan de afspraken houdt of onvoldoende presteert op school kan de overeenkomst door ouders, school of begeleider worden opgezegd. School informeert de leerplichtambtenaar. School stemt af met de inspectie hoe zij hier over geïnformeerd wil worden. De volgende evenementen komen in aanmerking voor een vrijstelling aan het vastgestelde onderwijsprogramma: deelname aan muziekconcoursen met een nationaal of internationaal karakter; deelname aan film gemaakt voor de Nederlandse bioscoop; deelname aan televisiedrama, televisieseries, eindrondes talentenjachten of daarmee vergelijkbare programma's die op riet landelijk net worden uitgezonden;
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 43
optreden in musicals en theaterproducties met een nationaal karakter.
Niet in aanmerking komen: deelname aan reclamespotjes; deelname voorrondes talentenjachten, zoals The Voice of Holland en Idols. Nadere regeling kinderarbeid Indien er sprake is van meedoen aan televisieprogramma's, theatershows en dergelijke waarbij een financieel voordeel is te behalen voor het kind of de ouders, zijn er regels betreffende kunstkinderen opgenomen in de “Nadere regeling Kinderarbeid". Kinderen tot 7 jaar kunnen per schooljaar een vergunning voor één optreden krijgen van de Arbeidsinspectie. Kinderen tussen 7 tot 12 jaar mogen met een vergunning van de Arbeidsinspectie 12 keer per jaar optreden. De rol van het kind moet wel beperkt zijn. Jongeren vanaf 12 jaar krijgen in de "Nadere regeling Kinderarbeid" meer ruimte om werkzaamheden te verrichten.
Schoolgids Basisschool Lambertus 2014-2015
Pagina 44