Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen Afwijkingsbesluit artikel 2.12 lid 1, sub a onder 3 van de Wabo t.b.v. de sloop van een bestaande loods en de bouw van een nieuwe loods
Opdrachtgever: Maatschap van den Berg Blankwater 12 6071 NV Swalmen Status: Ontwerp 1 augustus 2012
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
INLEIDING Inleiding Aanleiding Ligging projectgebied Vigerend bestemmingsplan en afwijking Opdrachtverlening en opzet rapportage
1 1 1 2 2 3
2. 2.1. 2.2.
PROJECT- EN GEBIEDSPROFIEL Inleiding Projectbeschrijving
4 4 4
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6.
KADERS RUIMTELIJK BELEID Inleiding Rijksbeleid Provinciaal beleid Het regionaal beleid Het gemeentelijk beleid Afwijkingen t.o.v. het vastgestelde bestemmingsplan
7 7 7 8 9 10 12
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9.
PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN Inleiding Milieuwetgeving Externe veiligheid Leidingen en overige infrastructuur Archeologie en cultuurhistorie Natuur en landschap Watertoets Flora- en faunatoets Economische uitvoerbaarheid
13 13 13 14 16 17 17 17 18 19
5. 5.1. 5.2. 5.3.
PROCEDURE EN OVERLEG Procedure Resultaten vooroverleg Zienswijzenprocedure
21 21 21 21
6. 6.1. 6.2. 6.3.
CONCLUSIES Inleiding Ruimtelijke gevolgen en afweging Conclusie
22 22 22 22
7.
BIJLAGEN
23
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
INLEIDING
1.
INLEIDING
1.1.
Inleiding
In opdracht van Maatschap Van den Berg te Swalmen is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld t.b.v. het oprichten van een nieuwe bedrijfsloods op de bedrijfslocatie van de Blauwe bessen plantage Blankwater 12 te Swalmen. Het betreft een Wabo-projectbesluit (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Met de voorliggende ruimtelijke onderbouwing worden de planologische stedenbouwkundige gevolgen van het plan op de omgeving onderzocht en afgewogen.
en
Het plan zal met een afwijkingsbesluit (buitenplanse ontheffing van het bestemmingsplan) als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, sub a onder 3 van de Wabo afgewikkeld worden. Het wettelijk kader kan als volgt toegelicht worden. Artikel 2.1. eerste lid sub c. van de Wabo geeft aan dat het verboden is zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. Vervolgens bepaalt artikel 2.10 van de Wabo dat de omgevingsvergunning slechts wordt geweigerd, wanneer vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12 van de Wabo niet mogelijk is. In artikel 2.12 van de Wabo staat een opsomming aan mogelijkheden om te mogen afwijken van het bestemmingsplan. Als het gaat om een activiteit (als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub c) in strijd met het bestemmingsplan, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend “indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat”. Voor deze omgevingsvergunning geldt de uitgebreide procedure van de Wabo (artikelen 3.10 t/m 3.14 Wabo). Die houdt in dat met toepassing daarvan gelegenheid wordt geboden bezwaar in te dienen tegen het ontwerpbesluit van het college, met vervolgens beroep bij de rechtbank en daarna hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak. 1.2.
Aanleiding
Het agrarisch bedrijf van de Maatschap is gericht op de productie van blauwe bessen, met een totale bedrijfsomvang van 14 hectare. Voor de opslag en de verwerking van de bessen beschikt het bedrijf over twee bedrijfsloodsen op enige afstand van de bedrijfswoning aan een eigen weg in het buitengebied. De kleinste loods van ca. 150 m² is aan vervanging toe, vanwege de bouwkundige slechte staat. Na sloop van deze loods zal ter plaatse een nieuwe loods opgericht worden van 360 m² op het perceel kadastraal bekend als Maasniel, sectie D nr. 826. De nieuwe loods zal gebruikt worden voor opslag en nieuw te plaatsen koelinstallaties. Wegens overschrijding van de toegestane hoeveelheid m² aan bijgebouwen is het plan in strijd met het vigerende bestemmingsplan “Buitengebied Asenray” en het nieuw vastgestelde bestemmingsplan “Buitengebied Asenray”,
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
1
INLEIDING
1.3.
Ligging projectgebied
De locatie is gelegen in het buitengebied van de gemeente Roermond, tussen de landsgrens met Duitsland, de N280 en de kern Boukoul. De directe omgeving is rijk aan natuurgebieden. Deze sluiten aan op een uitgestrekt stelsel van droge bossen op de oude hoogterassen van de Maas aan de Duitse zijde van de grens en Nationaal Park De Meinweg. Verder maakt de omgeving deel uit van de Robuuste Ecologische Verbindingszone Mook-Schinveld.
Figuur 1: Ligging projectgebied
1.4.
Vigerend bestemmingsplan en afwijking
Het project is gericht op het slopen van een bestaande loods van ca. 150 m² en het oprichten van een nieuwe bedrijfsloods van 360 m². Voor het project en het perceel geldt het vigerende bestemmingsplan “Buitengebied Asenray”, vastgesteld door de gemeenteraad van Roermond op 20 oktober 2011. Dit plan betreft een actualisering en is een zogenaamd beheersplan, waarbij geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen worden voorzien. Het project wijkt af door de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen. De gemeente Roermond heeft per brief van 20 oktober 2011 (kenmerk:2011/UIT/32701) zich in principe bereid verklaard om medewerking te verlenen aan het project op basis van artikel 2.12. Wabo. Met de ruimtelijke onderbouwing wordt de planologisch-juridische haalbaarheid van het project gemotiveerd. Een goede ruimtelijke onderbouwing omvat de ruimtelijke, planologische, alsmede milieutechnische argumenten voor een project, met de motivatie waarom het project past binnen de toekomstige kaders van het betreffende gebied.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
2
INLEIDING
1.5.
Opdrachtverlening en opzet rapportage
Voor het opstellen van de ruimtelijke onderbouwing zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: Overleg met de opdrachtgever en de gemeente Roermond. Het toetsen van de verschillende relevante aspecten van het project. Het opstellen van een schriftelijke rapportage in de vorm van deze ruimtelijke onderbouwing. De ruimtelijke onderbouwing is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1. Inleiding. Hoofdstuk 2. Project- en gebiedsprofiel. Hoofdstuk 3. Kaders ruimtelijk beleid. Hoofdstuk 4. Planologische relevante aspecten. Hoofdstuk 5. Procedure en overleg. Hoofdstuk 6. Conclusies. Hoofdstuk 7. Bijlagen.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
3
PROJECT- EN GEBIEDSPROFIEL
2.
PROJECT- EN GEBIEDSPROFIEL
2.1.
Inleiding
In dit hoofdstuk zal het project en het gebied waarin het initiatief is gesitueerd beschreven worden. 2.2.
Projectbeschrijving
Omschrijving object Blankwater 12 Het perceel Maasniel sectie D nr. 826 is onderdeel van het blauwe bossenbedrijf op het adres Blankwater 12 te Swalmen. Het bedrijf bestaat uit 14 hectare grondgebonden landbouw in de vorm van blauwe bessen teelt. Op het adres Blankwater 12 bestaat de bebouwing uit een bedrijfswoning met loodsen voor de stalling van de landbouwmachines en een vakantieappartement.
Figuur 2: Ligging perceel nr. 826 met nieuwe situatie
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
4
PROJECT- EN GEBIEDSPROFIEL
Via een eigen weg wordt vanaf het adres Blankwater 12 het perceel sectie D nr. 826 bereikt. Dit perceel is in gebruik als productieperceel. De bebouwing bestaat uit drie gebouwen met de volgende kenmerken: bestaande loods ca. 240 m² en in gebruik als opslag t.b.v. het bedrijf, met in het zomerseizoen een terras/verkooppunt voor gebruik/verkoop van de eigen produkten, daarnaast worden er in het gebouw hobbymatig keramiekcursussen gegeven; groene loods haaks op de bestaande loods van ca. 150 m² voor de opslag van hulpmaterialen, zoals verpakkingsmaterialen, etc.; blokhut/tuinhuis van ca. 15 m² voor opslag klein materiaal.
Figuur 3: Te slopen groene loods
Figuur 4: Bestaande grote loods
Toekomstige situatie De toekomstige situatie kan als volgend beschreven worden. De groene loods wordt gesloopt en vervangen door een nieuwe loods van 360 m² (30 m -12 m) met een goothoogte van 4,50 m. en een nokhoogte van 6,76 m. De nieuwe loods is noodzakelijk voor de bedrijfsvoering, omdat de groene loods bouwkundig slecht is en er behoefte is aan extra opslagruimte en plaatsing van nieuwe koelcellen. De nieuwe loods is gesitueerd binnen het huidige bouwblok en kent een overschrijding van het aantal toegestane m2 aan bijgebouwen.
Figuur 5: Nieuwe loods binnen bouwblok
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
5
PROJECT- EN GEBIEDSPROFIEL
Het bouwplan is op 14 februari 2012 aan de Commissie Beeldkwaliteit voorgelegd met een positief advies. Op de onderstaande tekening is de nieuwe situatie weergegeven. Het bouwplan d.d. 22 december 2011 van BOMABO VOF, Achter de Steenen Trappen 56, 6041 LZ Roermond is als separate bijlage 1 ingesloten.
Figuur 6: Nieuwe loods
2.3.
Gebiedsprofiel
Begrenzing De locatie is gelegen in het buitengebied van de gemeente Roermond, tussen de landsgrens met Duitsland, de N280 en de kern Boukoul. Het lagere zandgrondengebied tussen AsenrayBoukoul en de Rijksgrens is pas rond de eeuwwisseling ontgonnen uit een nat heide- en vengebied, dat kwelwater krijgt van het Duitse hoogterras. Het gebied is grootschalig en recht verkaveld. De grond is door de lage zuurtegraad en het hoge humusgehalte uitermate geschikt voor de teelt van de blauwe bes. Huidig grondgebruik in omgeving van project De gronden in de omgeving van het project zijn in gebruik ten behoeve van de blauwe bessen teelt van de Maatschap. Verspreid buiten het projectgebied liggen nog een aantal andere, niet bij het buitengebied passende functies, zoals een aantal bedrijven, twee autosloopterreinen (Maalbroek) en een voormalig woonwagenkamp.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
6
KADERS RUIMTELIJK BELEID
3.
KADERS RUIMTELIJK BELEID
3.1.
Inleiding
Voor een beoordeling van het project is het noodzakelijk in te gaan op het vigerend ruimtelijk beleid in het algemeen. Hierbij zal aansluiting worden gezocht bij het Rijksbeleid, het provinciale beleid (Provinciaal Omgevingsplan Limburg), het regionaal beleid en de beleidsplannen van de gemeente Roermond. 3.2.
Rijksbeleid
Voor het projectplan is vanuit de nationale beleidskaders alleen de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) relevant. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de Nota Ruimte vervangen door de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). De definitieve Structuurvisie is op 13 maart 2012 vastgesteld. Onder het motto “Nederland, concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig” heeft het Rijk het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid geactualiseerd met een selectieve inzet van het rijksbeleid op 13 nationale belangen, vertaald in een visie hoe Nederland er in 2040 voor moet staan. Buiten deze 13 belangen hebben de decentrale overheden beleidsvrijheid. Vertrouwen in medeoverheden is de basis voor het bepalen van verantwoordelijkheden, regelgeving en rijksbetrokkenheid. Voor het juridisch borgen van de nationale belangen uit de SVIR beschikt het Rijk, op basis van de Wro, over instrumentarium in de vorm van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Voor het projectplan is vanuit de nationale beleidskaders alleen de Nota Ruimte relevant. Op achtereenvolgens 17 mei 2005 en 17 januari 2006 hebben de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal ingestemd met de Nota Ruimte. In de Nota Ruimte is een robuuste ecologische verbindingszone geprojecteerd over het oostelijk deel waarin het project is gelegen. Het gaat om de Robuuste ecologische verbindingszone Schinveld-Mook. Onder het kopje provinciaal beleid zal hier nader op ingegaan worden. Het realiseren van het project is passend in de Structuurvisie. Bij het project zijn geen rijksbelangen in het geding. Het initiatief wordt gerealiseerd aansluitend op een bestaand bouwblok van een agrarisch bedrijf, waarbij de planologische afwijking gering is.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
7
KADERS RUIMTELIJK BELEID
3.4.
Provinciaal beleid
Voor de provinciale beleidskaders zal ingegaan worden op het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006 (actualisatie 2009, 2010 en 2011) en de relevante aanvullingen hierop. Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006 Het POL is vastgesteld in september 2006. Het POL omvat een visie op de ontwikkeling van Limburg en de provinciale rolopvatting daarbij. Het POL is een Plan op hoofdlijnen en vormt het referentiekader voor de provincie voor een groot aantal onderwerpen waar het de ambities en/of wettelijke taken betreft van de provincie. Direct samenhangend met POL 2006 bestaan er ook de diverse POL-aanvullingen, Beleidsregels, Beleidsnota’s, Programma’s en Verordeningen. Tezamen vormen deze het zogenaamde POL-stelsel. Wanneer nodig of wenselijk worden de modules van het POLstelsel vervangen, geactualiseerd, ingetrokken of toegevoegd. Het POL is daardoor een dynamisch plan. Voor het projectgebied en de omgeving geldt conform het POL het kwaliteitsprofiel P2 “Provinciale ontwikkelingszone groen”. Het project is gelegen buiten de aanduiding P1 “Ecologische hoofdstructuur”. De ecologische hoofdstructuur (EHS), omvat bestaande bosen natuurgebieden, te ontwikkelen nieuwe natuur- en beheersgebieden. Erbinnen liggen onder meer de gebieden die zijn aangewezen als Vogel- en Habitatrichtlijngebied. Het provinciaal beleid voor de EHS is gericht op het beschermen en realiseren van deze samenhangende robuuste structuur van grotere natuur- en bosgebieden en verbindingen daartussen. De provinciale ontwikkelingszone groen (POG) vormt samen met de EHS de ecologische structuur in Limburg. Anders dan de EHS omvat de POG vooral landbouwgebieden. Binnen de POG geldt een ontwikkelingsgerichte basisbescherming. Behoud en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden zijn richtinggevend voor ontwikkelingen in het POG.
Figuur 7: Uitsnede Pol-aanvulling en actualisatie januari 2010 met locatie in de P2
POL aanvulling Robuuste verbindingszone Schinveld-Mook 2007 Deze POL-aanvulling geeft invulling aan de gedetailleerde begrenzing van de Robuuste verbinding Schinveld-Mook uit de Nota Ruimte. De Robuuste verbinding leidt uiteindelijk tot de realisatie van circa 2.275 ha extra natuur. Het grootste deel van deze oppervlakte zal worden ingevuld door particulier natuurbeheer en aankoop door terreinbeherende instanties. Een kleiner deel zal ingevuld gaan worden met agrarisch natuurbeheer. Hiermee wordt de ruimtelijke samenhang van de EHS aanzienlijk versterkt, mede om de verwachte klimaatsverandering op te kunnen vangen.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
8
KADERS RUIMTELIJK BELEID
De Robuuste verbinding heeft vanwege de ligging en aaneenschakeling van natuurcomplexen aan zowel de Nederlandse als Duitse zijde van de grens een grensoverschrijdend karakter en leidt tot een versterking van deze grensoverschrijdende ecologische structuur op de oostoever van de Maas. Pol-aanvulling Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) Als gevolg van de krimpende bevolking in de provincie, met effecten voor de woningvoorraad in de komende decennia, is het POL 2006 partieel gewijzigd door het vaststellen van de POL-aanvulling “Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering” op 18 december 2009 door Provinciale Staten van Limburg. Alle provinciale regelingen terzake ontwikkelingen in het buitengebied zijn nu vastgelegd in een provinciaal instrument, het LKM dat op 12 januari 2010 is vastgesteld. Doel van het LKM is om met een instrumentarium noodzakelijke of wenselijke ontwikkelingen in het buitengebied te kunnen combineren met een gewenste kwaliteitsverbetering van datzelfde buitengebied. Het LKM is van toepassing op niet onaanvaardbare ontwikkelingen buiten de, rond de plattelandskernen, getrokken contouren die middels een bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. De vraag of het kwaliteitsmenu van toepassing is, is van twee factoren afhankelijk. Namelijk of de ontwikkeling ligt in een gebied waarvoor het kwaliteitsmenu geldt en of het een ontwikkeling betreft waarvoor het kwaliteitsmenu van toepassing is: Het LKM is van toepassing in het gehele buitengebied van Limburg. Dat zijn de gebieden buiten de contouren (verbale en gewone contouren) en buiten de grenzen stedelijke dynamiek, de locatie voldoet hieraan; De module voor agrarische bedrijven geldt o.a. voor het perspectief P2 waarin de locatie is gesitueerd; De module voor agrarische nieuwvestiging en uitbreiding van agrarische bedrijven is van toepassing op agrarische bedrijven, agrarische hulp- en nevenbedrijven, boomkwekerijen, paardenhouderijen en hoveniersbedrijven e.d., het betreft een agrarisch bedrijf; Uit de provinciale normeringstabel van het LKM blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling passend is in het kader van het LKM zonder financiële bijdrage omdat de kwaliteitsverbeterende maatregel bestaat uit sloop van de oude bebouwing, een goede ruimtelijke inpassing van de nieuwe bebouwing en een volledige infiltratie van het hemelwater ter plaatse. In paragraaf 3.6 (gemeentelijk beleid) zal nader gemotiveerd worden op welke wijze het plan aan de voorwaarden van het LKM voldoet. Geconcludeerd kan worden dat het project passend is in Pol-aanvulling Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) voor agrarische bedrijven. 3.5.
Het regionaal beleid
Voor het regionaal beleid is het Inrichtingsplan Roermond Oost - Asenray relevant. Het plangebied Roermond Oost - Asenray is een belangrijk uitloopgebied van Roermond. De realisatie van de A73, N280 en N293 heeft een grote impact gehad op het gebied. Het gebied is versnipperd geraakt en routestructuren zijn niet geactualiseerd. De oppervlakte landbouwgrond is afgenomen door de aanleg van de wegen en de bijbehorende natuurcompensatie. Aan de basis van het inrichtingsplan hebben onder andere gestaan de Natuurvisie Roermond Oost 2000) en het Groenstructuurplan (2006). Het Inrichtingsplan Integraal project Roermond Oost - Asenray (februari 2010) heeft als doel de knelpunten in het gebied integraal op te pakken en zo het gebied Roermond Oost Asenray in ecologisch, toeristisch en landbouwkundig opzicht te versterken. De uitvoering van het Inrichtingsplan Roermond Oost - Asenray is in het voorjaar van 2010 gestart. Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
9
KADERS RUIMTELIJK BELEID
De belangrijkste te realiseren doelen die in het Inrichtingsplan worden beoogd zijn: Structuurverbetering landbouw; Realisatie natuur (EHS, robuuste ecologische verbindingszone, mensgerichte natuur, natuurcompensatie); Beekherstel met waterberging en sanering overstorten; Diverse wandel- en fietsverbindingen; Diverse landschappelijke en cultuurhistorische maatregelen. Het plan voor de realisering van de bedrijfsloods levert geen beperking op voor de uitvoering van het Inrichtingsplan. 3.6.
Het gemeentelijk beleid
Voor de gemeentelijke beleidskaders zal achtereenvolgens ingegaan worden op: Structuurvisie Roermond Oost 2000; Groenstructuurplan 2006; Bestemmingsplan “Buitengebied Asenray”, gemeente Roermond 2011; Structuurvisie kwaliteitsbijdrage gemeente Roermond. Structuurvisie Roermond Oost 2000 De natuurvisies Roermond West en Roermond Oost betreffen een uitwerking van de ecologische aspecten van de ruimtelijke structuurvisie van Roermond. Hierbij is gestreefd naar een integratie van de stedelijke ontwikkeling en de te behouden en ontwikkelen natuurwaarden. De natuurvisies dienen als afwegingskader voor de effecten van huidige en toekomstige plannen in relatie tot de ecologische structuur en de natuurwaarden. Voor het project is alleen de Natuurvisie Roermond Oost van belang. Het landschap ten oosten van Roermond is bijzonder gevarieerd. Door de aanwezigheid van verschillende Maasterrassen en bodemsoorten en het optreden van kwel zijn de omstandigheden zeer geschikt voor een groot aantal bijzondere dier- en plantensoorten. Het gebied ligt besloten tussen de stadsrand van Roermond en de Duitse grens. Het onderhavige project maakt hiervan onderdeel uit. Groenstructuurplan 2006 In juni 2006 heeft de gemeenteraad het groenstructuurplan vastgesteld. Het groenstructuurplan beschrijft het beleid op hoofdlijnen om bestaande Groene Waarden te beschermen en door ontwikkeling te versterken. Het groenstructuurplan is een plan dat op samenhangende wijze, voor de langere termijn van 15 à 20 jaar visies aandraagt voor de wijze waarop Groene Waarden, op samenhangende wijze en in functie tot het omringende stedelijke en landelijke gebied, worden vormgegeven. Bestemmingsplan “Buitengebied Asenray”, gemeente Roermond 2011 Het project is gelegen in het bestemmingsplan “Buitengebied Asenray”, zoals dat vastgesteld is door de gemeenteraad van Roermond op 20 oktober 2011 met de bestemming “Agrarisch met waarden - Agrarische functie met natuur- en landschapswaarden”. De aangewezen gronden zijn bestemd voor agrarische bedrijfsuitoefening.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
10
KADERS RUIMTELIJK BELEID
a. agrarische bedrijfsuitoefening in de vorm van grondgebonden agrarische bedrijven en productiegerichte paardenhouderijen; b. bedrijfsgebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; c. ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' ten hoogste 1 agrarische bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen; d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen' het op de verbeelding weergegeven aantal vakantiewoningen met per recreatiewoning een oppervlak van ten hoogste 100 m2; e. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' voor recreatieve doeleinden, uitsluitend in de vorm van de functies eetcafé, boerderijterras en boerderijwinkel; f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; g. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden. Met daarbij behorende: h. verkeersvoorzieningen; i. parkeervoorzieningen; j. groenvoorzieningen; k. openbare nutsvoorzieningen; l.ondergeschikte detailhandel in ter plaatse geproduceerde of bewerkte agrarische producten ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' met een oppervlak van ten hoogste 100 m2; m. extensief recreatief medegebruik.
Figuur 8: Fragment plankaart bestemmingsplan “Buitengebied Asenray”
In de bouwregels van de bestemming “Agrarisch met waarden - Agrarische functie met natuur- en landschapswaarden” is onder 4.2.2. voor bijgebouwen bepaald dat het totale grondoppervlak van de bijgebouwen per bouwvlak ten hoogste 100 m² mag bedragen. In het bouwvlak is momenteel ca. 400 m² aan bijgebouwen aanwezig, die voor een deel onder het overgangsrecht vallen. In de toekomstige situatie bedraagt de totale oppervlakte aan bijgebouwen 615 m²: nieuwe loods 360 m² bestaande loods 240 m² tuinhuis 15 m² Structuurvisie kwaliteitsbijdrage gemeente Roermond. De uitwerking van het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) is door de gemeente Roermond vastgelegd in de “Structuurvisie kwaliteitsbijdrage gemeente Roermond”, vastgesteld door de gemeenteraad van Roermond op 16 februari 2012. In hoofdstuk 4.4. van de thematische Structuurvisie is de module uitgewerkt voor uitbreiding van agrarische bedrijven. Deze module komt overeen met het LKM, zoals verwoord onder het provinciale beleid in paragraaf 3.3.. Uitbreiding van agrarische bedrijven is alleen toegestaan na een ruimtelijke afweging en onder de voorwaarde dat een bijdrage geleverd wordt aan de kwaliteit van de omgeving. De kwaliteitsbijdrage van het project wordt als volgt gerealiseerd: de verouderde en matig bouwkundige staat van de bestaande loods is door de inmiddels uitgevoerde sloop verwijderd; het dak van de bestaande loods was voorzien van asbesthoudend plaatmateriaal dat op een verantwoorde wijze gesloopt en afgevoerd is;
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
11
KADERS RUIMTELIJK BELEID
ter plaatse van de locatie is uit aanvullend bodemonderzoek gebleken dat er géén sprake is van een verontreiniging met asbest in de bodem; voor de nieuwe loods is een volledige infiltratie van het hemelwater ter plaatse voorzien; de kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn uitgewerkt in het landschappelijk inpassingsplan ‘Landschappelijke inpassing en kwaliteitsbijdrage “Bouwplan Mts van den Berg” Blankwater 12, 6071 NV Swalmen – PNR6071NV-280612’ dat als separate bijlage 2 ingesloten is. De planbehandeling in het kader van de Structuurvisie kwaliteitsverbetering door de Commissie Beeldkwaliteit heeft plaatsgevonden op 19 juni 2012 en 17 juli 2012 met het volgende resultaat: bij de behandeling op 19 juni 2012 werd geconcludeerd dat de aard en omvang van de voorgestelde herbouw en terreininrichting onvoldoende bijdrage leverde aan de kwaliteit van de omgeving; daarnaast zou de nieuwe loods met een aangepast ontwerp meer de uitstraling van een schuur dienen te hebben, die qua materiaal en kleur relatie vertoont met de omgeving; bij de behandeling op 17 juli 2012 is het landschapsinrichtingsplan en de aangepaste bouwtekening ingebracht en kon de Commissie Beeldkwaliteit een positief advies afgeven met een tweetal aanvullende suggesties voor het nieuwe gebouw betreffende materiaalgebruik van de kop- en zijgevels en de detaillering van de toegangsdeur/rolpoort. Geconcludeerd kan worden dat het project voldoet aan de gestelde voorwaarden in de Structuurvisie kwaliteitsbijdrage gemeente Roermond voor uitbreiding van agrarische bedrijven. 3.7.
Afwijkingen t.o.v. het vastgestelde bestemmingsplan
Resumerend kan gesteld worden dat het project afwijkt van bestemmingsplan door: een overschrijding van de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen.
het
vastgestelde
Om de beoogde planologische situatie mogelijk te maken zal met een artikel 2.12 lid sub onder 3 van de Wabo medewerking worden verleend aan de realisering van het project.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
12
PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN
4.
PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN
4.1.
Inleiding
Voor het bepalen van de effecten van het project is het van belang om na te gaan of realisatie zal leiden tot een onevenredige aantasting van de ruimtelijke structuur en de aanwezige functies ter plaatse. De ruimtelijke gevolgen in de directe omgeving van het project staan hierbij centraal. Voor de bestaande en toekomstige situatie zal achtereenvolgens ingegaan worden op de volgende aspecten: milieuwetgeving (bodem, geluid, geur en luchtkwaliteit); externe veiligheid; leidingen en infrastructuur; waterhuishouding en watertoets; archeologie en cultuurhistorie; natuur en landschap; watertoets; flora- en faunatoets; economische uitvoerbaarheid. 4.2.
Milieuwetgeving
Bodem Voor het plan is het noodzakelijk een bodemtoets uit te voeren met een beoordeling van de bodemkwaliteit. Op de projectlocatie is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door Econsultancy BV, met als rapportdatum 12 december 2011, kenmerk 11110855. Op basis van het onderzoek is geconcludeerd dat de onderzoekslocatie onverdacht is. Er zijn geen verontreinigingen waargenomen in de bovengrond. Het grondwater is licht verontreinigd met barium. Er zijn geen belemmeringen vanuit het aspect bodem voor de nieuwbouw van de loods op de locatie. Het verkennend bodemonderzoek is als separate bijlage 3 ingesloten. Na sloop van de oude loods is een verkennend asbestonderzoek conform de NEN 5707 uitgevoerd door Econsultancy BV met als rapportdatum 7 maart 2012, kenmerk 12021096, dat ingesloten is als separate bijlage 4. Het verkennend onderzoek asbest in de bodem heeft als doel vast te stellen of in en op de bodem van de onderzoekslocatie asbest aanwezig is. De onderzoekslocatie wordt als “verdacht” beschouwd i.v.m. de aanwezigheid van asbestverdachte materialen op het maaiveld. Geadviseerd wordt een nader onderzoek naar asbest in de bodem te laten uitvoeren naar de mogelijke verontreiniging met asbest in de bodem. Uit dit nader onderzoek, bekend onder Econsultancy rapportnummer 12031196 d.d. 13 april 2012, dat ingesloten is als separate bijlage 5, kan het volgende geconcludeerd worden: Op het maaiveld is op 1 plaats zintuigelijk asbestverdacht materiaal (fractie > 16 mm) aangetroffen; In het opgeboorde materiaal zijn zintuigelijk geen verontreinigingen waargenomen; De totale concentratie aan asbest overschrijdt de interventiewaarde/restconcentratienorm voor (niet)-hecht-gebonden asbest niet, waardoor er ter plaatse van de onderzoekslocatie géén sprake is van een verontreiniging met asbest in de bodem.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
13
PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN
Geluid en milieuzonering Het bouwplan betreft geen geluidgevoelige bestemming in het kader van de Wet geluidhinder (wgh), derhalve hoeft geen rekening te worden gehouden met geluid uit de omgeving zoals wegverkeer, railverkeer en industrielawaai. Er zijn geen burgerwoningen in de directe nabijheid van het project aanwezig. De nieuwe loods zal met een melding onderdeel uitmaken van de vigerende Wabovergunning, onderdeel milieu. Het betreft een zgn. type C-inrichting. De vigerende melding van de Maatschap dateert van maart 2002. Geconcludeerd kan worden dat de gebruikswijziging akoestisch en qua milieuzonering niet belemmerd wordt. Geurwetgeving Voor het oprichten van de nieuwe loods is de geurwetgeving niet relevant. Het project wordt niet belemmerd door de zonering als gevolg van bepaalde bedrijvigheid in de directe omgeving. Wet luchtkwaliteit Voor het aspect luchtkwaliteit is het van belang na te gaan of het plan gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit ter plaatse. Hoofdstuk vijf van de Wet milieubeheer vormt het kader voor de beoordeling van de luchtkwaliteit in de buitenlucht. De Wet milieubeheer spreekt van grenswaarden en plandrempels. Grenswaarden zijn normen waaraan in een bepaald jaar voldaan dient te worden. Plandrempels zijn normen die jaarlijks strenger worden en langzaam groeien naar het nivo van de uiteindelijk te bereiken grenswaarde. De luchtkwaliteit wordt bepaald door de aanwezige stoffen in de achtergrondconcentratie, de bijdrage vanwege industriële en agrarische activiteiten en de bijdrage vanwege emissies van het verkeer. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe ‘Wet luchtkwaliteit’ geen belemmering voor een ruimtelijke ontwikkeling als: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; een project ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt aan de luchtverontreiniging een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend. Er worden met het bouwplan geen nieuwe grootschalige ontwikkeling mogelijk gemaakt welke van invloed is op de luchtkwaliteit in de omgeving. Geconcludeerd kan worden dat de nieuwe Wet luchtkwaliteit geen belemmering oplevert om het project te realiseren. 4.3.
Externe veiligheid
Beleid Bij externe veiligheid gaat het om de risico’s die samenhangen met het produceren, verwerken, opslaan en vervoeren van gevaarlijke stoffen. Deze risico’s doen zich voor rondom risicovolle inrichtingen zoals transportassen, waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Hierbij dienen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) beoordeeld te worden op een eventuele toename als gevolg van een ruimtelijk plan.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
14
PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN
Bij het plaatsgebonden risico gaat het om de kans dat een persoon overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen als deze persoon zich voortdurend en onbeschermd in de nabijheid van een risicovolle activiteit bevindt. Het groepsrisico is de kans dat een groep personen overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor veranderingen van het groepsrisico in een invloedsgebied dient een verantwoording afgelegd te worden over de wijze waarop de toelaatbaarheid van de verandering in de besluitvorming is betrokken. Het beleid voor inrichtingen (bedrijven) is vastgelegd in het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” (Bevi) dat op 29 oktober 2004 van kracht is geworden. Het externe veiligheidsbeleid voor transport van gevaarlijke stoffen is vastgelegd in de“Circulaire Risiconormering gevaarlijke stoffen” uit augustus 2004. In de circulaire is bepaald dat er in principe geen beperkingen gesteld hoeven te worden in het geval dat er ontwikkelingen plaatsvinden op meer dan 200 meter afstand van een transportroute. In het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) is het externe veiligheidsbeleid met betrekking tot buisleidingen weergegeven. Het Bevb is op 1 januari 2011 van kracht geworden. Visie externe veiligheid Roermond In de Visie externe veiligheid Roermond (kortweg Visie), die op 10 juni 2010 door de gemeenteraad van Roermond is vastgesteld, zijn de ambities en de visie van de gemeente geformuleerd, die gebruikt worden bij de uitvoering van het externe veiligheidsbeleid binnen de gemeente. Bovendien zijn in de Visie planologische kaders opgesteld voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Omgeving plangebied Het bouwplan betreft het slopen van een bestaande loods en het bouwen van een grotere nieuwe loods. In het kader van de externe veiligheidsregelgeving wordt een loods aangemerkt als een beperkt kwetsbaar object. Ten behoeve van het bouwplan heeft er een inventarisatie plaatsgevonden van de risicovolle activiteiten, zoals Bevi-bedrijven, transportroutes voor gevaarlijke stoffen en buisleidingen, in of nabij het projectgebied. De aanwezige buisleidingen (Gasunie) en de N280 als transportroutes bevinden zich op een minimale afstand van ca. 350 meter. In en nabij het plangebied zijn geen Bevi-inrichtingen of andere risicovolle inrichtingen gelegen. Het plangebied ligt ook niet binnen het invloedsgebied van verder weg gelegen risicovolle inrichtingen. Op circa 850 meter van het plangebied is de N280 gelegen, waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied en de plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6-contour) van deze weg. Verder zijn in en nabij het plangebied geen wegen gelegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Spoorwegen en waterwegen waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd liggen op grote afstand van het plangebied en zijn hierdoor niet relevant. Het plangebied is gelegen op circa 450 meter van een buisleidingenstrook. In deze strook liggen momenteel twee hogedruk aardgastransportleidingen (A578-KR en A520-KR) en een DPO-leiding (P25). Gelet op de afstand tussen het plangebied en de leidingenstrook kan gesteld worden dat de plaatsgebonden risicocontour van de leidingenstrook zich niet zal uitstrekken tot over het plangebied.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
15
PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN
Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de aardgastransportleiding A578-KR. Deze leiding heeft een invloedsgebied van 485 meter aan weerszijde van de leiding. Door de sloop van de bestaande loods en de realisatie van de nieuwe loods zal er geen toename plaatsvinden van het aantal personen binnen het invloedsgebied van voornoemde aardgastransportleiding. Hierdoor zal er ook geen verandering optreden in de omvang van het groepsrisico.
Figuur 9: Uitsnede Risicokaart Limburg met locatie
Conclusie Geconcludeerd kan worden dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de uitvoering van het project. 4.4.
Leidingen en overige infrastructuur
Leidingen In de omgeving van het project bevinden zich geen leidingen en/of kabels welke planologische bescherming hebben. Infrastructuur Zowel de bestaande als nieuwe loods zijn gelegen aan een eigen (land)weg, welke afgesloten is voor gemotoriseerd verkeer. De bezoekers (fietsers en wandelaars) van het verkooppunt/terras bij de bestaande loods maken hiervan ook gebruik. Door de openstelling in 2011 van het viaduct bij “Cox aan de grens Maalbroek” over de N280 is er een geïntegreerde fiets-,voetgangers- en ruiterverbinding gerealiseerd op de Witteweg. Het aspect infrastructuur vormt op grond van het bovenstaande geen belemmering voor realisering van het project.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
16
PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN
4.5.
Archeologie en cultuurhistorie
Archeologie Het Roermondse beleid inzake archeologie is geactualiseerd volgens de Monumenten- en archeologieverordening 2011, zoals vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad d.d. 7 juli 2011. In het vastgestelde bestemmingsplan “Buitengebied Asenray” heeft de projectlocatie geen dubbelbestemming “Waarde-Archeologie” ter bescherming van archeologische belangen. Archeologisch onderzoek is enkel noodzakelijk in zones met een hoge archeologische verwachtingswaarde en in de als zodanig aangeduide historische kernen. Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de uitvoering van het project. Cultuurhistorie In de directe omgeving van het project zijn geen cultuurhistorische elementen aanwezig. 4.6.
Natuur en landschap
In en in de omgeving van de noordelijke en oostelijke stadsrandzone zijn in het kader van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen reeds verschillende onderzoeken verricht en plannen opgesteld ten behoeve van de instandhouding en verbetering van de natuur. Het natuurbeleid van de gemeente Roermond is verwoord in de Structuurvisie Roermond en de Natuurvisie Roermond Oost en de Natuurvisie Roermond West. De Structuurvisie Roermond vormt een integraal kader voor (sectorale) ontwikkelingen en visies. Landschappelijk kan de omgeving van het project aangeduid worden als een jong cultuurlandschap door de heideontginningen. Vanuit het oud bouwland werden later oostelijker de woeste gronden ontgonnen, eerst de drogere delen (droge heideontginning) en later de nattere delen (jonge heideontginning), zoals het Blankwater. De realisering van het project heeft geen nadelige gevolgen voor het bestaande landschap. De beplanting langs de (land)weg welke leidt naar de bedrijfsloodsen wordt gehandhaafd. Het aspect natuur zal in paragraaf 5.8. uitgewerkt worden. 4.7.
Watertoets
In het plangebied is het Waterschap Roer en Overmaas verantwoordelijk voor het waterbeheer. Daarnaast is de gemeente Roermond verantwoordelijk voor de riolering. Het waterbeheerplan Waterschap Roer en Overmaas 2010 - 2015 is het centrale beleidsplan van het waterschap. Het bevat de beleidsvoornemens voor de periode 2010 - 2015. Daarnaast wordt er een globale doorkijk geboden naar de verdere toekomst. Het Waterschap Roer en Overmaas streeft naar 100% afkoppelen van het verharde oppervlak bij nieuwbouw. De locatie is niet gesitueerd in een waterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied. In de huidige situatie van de twee bestaande loodsen op het perceel wordt het hemelwater volledig afgekoppeld door infiltratie in de bodem ter plaatse.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
17
PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN
Het vuilwater in de bestaande loodsen wordt opgevangen in een speciale voorziening, omdat er geen riolering aanwezig is. De hemelwaterafvoer en het vuilwater van de nieuwe loods blijven onveranderd na realisering. Geconcludeerd kan worden dat realisering van het bouwplan niet belemmerd wordt vanuit het aspect water. 4.8.
Flora- en faunatoets
Voor de projectprocedure is het noodzakelijk na te gaan welke natuurwaarden (flora en fauna) aanwezig zijn in het plangebied. Voor bedreigde en beschermde planten- en diersoorten geldt via de Flora en Faunawet d.d. 2002 dat ruimtelijke ingrepen en handelingen verboden zijn, indien er nadelige gevolgen te verwachten zijn voor de wettelijk beschermde en bedreigde soorten. Om een project tot uitvoering te kunnen brengen is dan een ontheffing nodig van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Met de ontheffing moet aangetoond worden dat de ruimtelijke ingreep geen afbreuk zal doen aan de instandhouding van de beschermde soorten in het gebied. De soorten moeten de mogelijkheid hebben te blijven voortbestaan in de directe omgeving. Beschrijving plangebied en gebiedsbescherming De locatie is gelegen in het buitengebied van de gemeente Roermond, tussen de landsgrens met Duitsland, de N280 en de kern Boukoul. Het lagere zandgrondengebied tussen AsenrayBoukoul en de Rijksgrens, is pas rond de eeuwwisseling ontgonnen uit een nat heide- en vengebied dat kwelwater krijgt van het Duitse hoogterras. Het plangebied maakt geen deel uit van een Vogel- en/of Habitatrichtlijngebied. De Meinweg (Natura 2000) is gelegen op een afstand van 0,5 kilometer ten oosten van de N280. De Meinweg is een grensoverschrijdend gevarieerd bos- en heidegebied aan de oostkant van de Maas in Midden-Limburg. De heide omvat zowel droge als natte heidevelden, met daarin goed ontwikkelde zure vennen. De trapsgewijze ligging op de Maasterrassen gaat gepaard met flinke hoogteverschillen. Het plangebied ligt buiten de P1 Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en binnen de P2 Provinciale Ontwikkelingszone Groene Waarden (POG), zoals die in het POL 2006 onderscheiden worden. De provinciale ontwikkelingszone groen (POG) vormt samen met de EHS de ecologische structuur in Limburg. Anders dan de EHS omvat de POG vooral landbouwgebieden. Binnen de POG geldt een ontwikkelingsgerichte basisbescherming. Behoud en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden zijn richtinggevend voor ontwikkelingen in het POG. Voor het project is een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet niet aan de orde.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
18
PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN
Soortenbescherming De locatie is in december 2011 bezocht. De bestaande groene loods wordt actief en dagelijks gebruikt voor de opslag van bedrijfsmaterialen. De te slopen loods bevat geen nesten van broedvogels en/of vleermuizen, omdat deze soorten door de bedrijfsactiviteiten in hun bestaan verstoord zouden worden. Voor overige beschermde soorten zoals reptielen, insecten en vissen is de projectlocatie ongeschikt als leefgebied. Vanuit de soortenbescherming is er geen belemmering om het project te realiseren. Een ontheffingsaanvraag zoals hierboven omschreven is niet aan de orde.
Figuur 10: Pol-kaart Groene waarden met locatie
Gezien de aard van de projectlocatie is het zeer onwaarschijnlijk dat de beschermde soorten enkel hun leefgebied in het kleinere projectgebied hebben. Een ontheffingsaanvraag in het kader van de flora- en faunawetgeving is niet aan de orde. 4.9.
Economische uitvoerbaarheid
Voor de economische haalbaarheid van het project is het volgende van belang: 1. Totale investering in het project. 2. Risico planschade.
Ad. 1 De totale investering in het project is geheel voor rekening van de initiatiefnemer. Het betreft een bedrijfsmatig initiatief. Er zijn geen financiële gevolgen of risico’s van het project voor de gemeente Roermond.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
19
PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN
Ad. 2 De economische uitvoerbaarheid van de planontwikkeling dient in relatie tot de gemeentelijke financiën te zijn gewaarborgd. Daarbij dient ook te worden onderzocht of en in hoeverre de voorgenomen afwijkingen ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan aanleiding kunnen geven tot aanspraken om planschade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Onderhavig voornemen heeft betrekking op de realisatie van een bedrijfsloods met een oppervlak van 360 m² aan Blankwater 12 te Swalmen. Dit betreft geen bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Daarom is het opstellen van een exploitatieplan niet aan de orde. Uit de gevraagde planologische wijziging door middel van een omgevingsvergunning kan planschade voortvloeien. Tussen partijen (gemeente Roermond en verzoeker) is een realiseringsovereenkomst gesloten op basis waarvan de kosten voor planschade voor rekening en risico van de verzoeker komen. In deze overeenkomst is tevens de landschappelijke inpassing opgenomen met bindende afspraken over de uitvoering en instandhouding van de kwaliteitsverbetering.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
20
PROCEDURE EN OVERLEG
5. PROCEDURE EN OVERLEG 5.1.
Procedure
De voorliggende ruimtelijke onderbouwing is noodzakelijk voor het volgen van een artikel 2.12, lid 1 sub a van de Wabo. De Wabo onderscheidt twee voorbereidingsprocedures: de reguliere en de uitgebreide. Regel bij het bepalen van de te volgen procedure (regulier of uitgebreid) is dat de reguliere voorbereidingsprocedure wordt gevolgd, tenzij anders is bepaald. In artikel 3.10 staat expliciet aangegeven wanneer de uitgebreide voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd. Uit artikel 3.10 van de Wabo kan worden opgemaakt dat een activiteit (als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, sub c) die in strijd is met het bestemmingsplan, en waarbij slechts vergunning kan worden verleend met toepassing van art. 2.12, eerste lid sub a, onder 3, de uitgebreide voorbereidingsprocedure moet volgen. Op de voorbereiding van het afwijkingsbesluit is de uitgebreide voorbereidingsprocedure van de Wabo van toepassing, met de daarbij behorende rechtsbescherming volgens hoofdstuk 4 van de Algemene Wet bestuursrecht (Awb). 5.2.
Resultaten vooroverleg
Het project is voorgelegd aan de volgende instanties met het volgende resultaat: -Provincie Limburg PM 5.3.
Zienswijzenprocedure
De zienswijzenprocedure voor de gebruikswijziging verloopt via de procedure, zoals neergelegd in de Awb (afdeling 3.4). Het ontwerpbesluit met bijbehorende stukken heeft vanaf Q..2012 gedurende zes weken ter inzage gelegen, na voorafgaande publicatie op de gemeentepagina van de Trompetter en op www.roermond.nl en in de Staatscourant. Gedurende de termijn van de ter inzage legging zijn wel/geen zienswijzen ingediend PM
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
21
CONCLUSIES
6.
CONCLUSIES
6.1.
Inleiding
In de voorliggende ruimtelijke onderbouwing zijn de specifieke omstandigheden beschreven en de mogelijke belemmeringen onderzocht van de realisering van een nieuwe bedrijfsloods op de bedrijfslocatie Blankwater 12 in Swalmen. Afsluitend worden de effecten van het project beschreven met: ruimtelijke gevolgen en afweging; conclusie. 6.2.
Ruimtelijke gevolgen en afweging
De gewenste ontwikkeling, met toevoeging van een nieuwe bedrijfsloods van 360 m² na sloop van de bestaande loods van 150 m², resulteert in een extra oppervlakte van bijgebouwen van ca. 210 m2. De motivering van het bouwplan wordt gevormd door de dringende behoefte aan een grotere loods als gevolg van de groei van agrarische bedrijvigheid (blauwe bessen teelt). De ruimtelijk en functionele aspecten van het project leveren geen strijdigheid op met de beleidskaders van het gestelde in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006 (POL) en de gemeentelijke kaders, waaronder het nieuwe bestemmingsplan “Buitengebied Asenray”. Het plan is conform het beleid van de gemeente Roermond voorzien van een landschapsinrichtingsplan waaruit de gewenste kwaliteitsverbetering op de landelijke omgeving blijkt. De Commissie Beeldkwaliteit van de gemeente Roermond heeft op 17 juli 2012 een positief advies afgegeven over de kwaliteitsverbetering. Het beoogde project is stedenbouwkundig in voldoende mate onderbouwd. Het geldende bestemmingsplan biedt geen basis om medewerking te verlenen. Vanuit de beschreven aspecten zijn geen belemmeringen aanwezig voor realisering van het project en andersom worden de bestaande waarden en/of structuur niet onevenredig aangetast. 6.3.
Conclusie
Alles overwegende dient geconcludeerd te worden dat aan het project medewerking verleend kan worden vanwege het feit dat er geen negatieve consequenties voor de directe natuurlijke omgeving optreden.
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
22
BIJLAGEN
7.
BIJLAGEN
Bijlage 1: Tekeningen nieuwe situatie bouwplan d.d. 22 december 2011 van BOMABO VOF, Achter de Steenen Trappen 56, 6041 LZ Roermond Bijlage 2: Landschappelijk inpassingsplan PNR 6071NV12-280612 van Guido Paumen, Tuin- & landschapsarchitect Bnt, Roermond Bijlage 3: Verkennend bodemonderzoek Blankwater 12, Econsultancy BV rapportnummer 11110855 d.d. 12 december 2011 Bijlage 4: Verkennend onderzoek asbest in bodem, Blankwater 12, Econsultancy BV rapportnummer 12021096 d.d. 7 maart 2012 Bijlage 5: Nader onderzoek asbest Blankwater 12, Econsultancy BV rapportnummer 12031196 d.d. 13 april 2012
Adviesbureau Theelen Ruimtelijke onderbouwing Blankwater 12 Swalmen
23