Inspectierapport Stichting Kinderopvang Nut Geldrop (BSO Ganzebloem) Saruman 1 5663SK Geldrop Registratienummer 140896594
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Brabant-Zuidoost Geldrop-Mierlo 02-02-2016 Onderzoek na registratie Definitief 21-03-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 10 Accommodatie en inrichting ............................................................................................. 11 Ouderrecht .................................................................................................................... 12 Inspectie-items .................................................................................................................. 13 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 19 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 19 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 20
2 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd onderzoek na registratie. Beschouwing Stichting Kinderopvang Nut Geldrop is een onderdeel van Stichting Nut Geldrop en verbonden aan de drie Nutsscholen in Geldrop: Nutsschool Beneden Beekloop, Nutsschool De Ganzebloem en Nutsschool De Regenboog. Kinderopvang Nut Geldrop biedt alleen buitenschoolse opvang (bso) aan kinderen van deze basisscholen. De bso verzorgt opvang op flexibele basis. Stichting Kinderopvang Nut Geldrop is begin september 2015 gestart met buitenschoolse opvang bij basisschool De Ganzebloem. Ze maken gebruik van twee lokalen in de unit van de basisschool. Buiten spelen kunnen de kinderen op de omheinde buitenspeelplaats van de basisschool. De bso beschikt over twee basisgroepen van maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 4 -13 jaar. Op deze locatie vindt tevens buitenschoolse opvang van kinderopvang Potje Knor en peuterspeelzaalwerk van Stichting Peuterspeelzaalwerk Geldrop-Mierlo plaats. De buitenschoolse opvang is vijf dagen in de week geopend en biedt voor- en naschoolse opvang en opvang tijdens studiedagen en schoolvakanties. In de schoolvakanties 'bezoeken' de verschillende locaties elkaar. Elkaar 'bezoeken' houdt in dat de haal- en brengmomenten altijd op de eigen bso plaatsvindt, maar dat de groepen gedurende de dag samengevoegd kunnen worden. Tijdens schoolvakanties wordt gewerkt met een vakantieprogramma. Op andere dagen is geen vast activiteitenprogramma aanwezig. Het uitgangspunt (visie) van de bso is: ‘het kind voorop te stellen, kinderen kiezen zelf hoe én wat ze gaan spelen, de begeleiders sluiten hierop aan’. Inspectiegeschiedenis Op 12-06-2015 heeft een onderzoek voor registratie in het Landelijk register Kinderopvang en Peuterspeelzalen plaatsgevonden. Het onderzoek richtte zich op de items: pedagogisch beleid, personeel, veiligheid/gezondheid en accommodatie en inrichting. Tijdens het onderzoek was de groepsruimte nog niet ingericht. Geconstateerd was dat dat het centrum redelijkerwijs zou gaan voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko). De exploitatie kon op de beoogde datum (24-08-2015) van start gaan. Onderzoek na registratie (ONR) De huidige inspectie betreft een onderzoek na registratie (ONR) waarbij alle items van de Wet kinderopvang zijn getoetst. Op dinsdagmiddag 02-02-2016 heeft een onaangekondigd bezoek op locatie plaatsgevonden. Tijdens de inspectie hing een ontspannen sfeer op de groep. Gezien is dat de beroepskracht de kinderen zelf liet kiezen wat ze graag wilden doen. Kinderen die moeilijk een keuze konden maken, werden hierin begeleid. Op 23-02-2016 heeft een gesprek met de directeur en locatiemanager (beiden ook werkzaam op de groep) plaatsgevonden. Tijdens de inspectie en het gesprek maken de directeur en locatiemanager een gedreven en gemotiveerde indruk. Conclusie Tijdens de huidige inspectie is geconstateerd dat de getoetste items niet geheel voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Er zijn twee overtredingen geconstateerd bij het item: personeel en groepen. De VOG van één beroepskracht is na aanvang van de werkzaamheden overlegd en op sommige dagen werd niet voldaan aan de beroepskracht-kindratio. In het rapport staan enkele aandachtspunten beschreven waarop de houder een verbetertraject op uit kan zetten.
3 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid op het onderstaande items:
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
4 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectiebezoek zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het pedagogisch beleidsplan beoordeeld op de inhoud. Tijdens het inspectiebezoek, dat op een dinsdagmiddag plaatsvond, heeft een observatie plaatsgevonden in de groep. Tijdens de observatie waren 17 kinderen aanwezig en 1 beroepskracht en een stagiaire. Pedagogisch beleid Het
pedagogisch beleidsplan bevat onder andere informatie over: De Visie De samenstelling van de basisgroep; De werkwijze; De achterwachtregeling in geval van calamiteiten; Het wenbeleid; het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
Aandachtspunt: Bij het item: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen, ontbreekt de beschrijving van de inzet van stagiaires. Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4- 12 jaar'. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Tijdens de observatie is gezien, dat wordt voldaan aan de vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, overdracht van normen en waarden. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen'. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de emotionele veiligheid gewaarborgd wordt doordat: De beroepskrachten aandacht hebben voor alle kinderen. Iedereen wordt gezien en gehoord. Er een ontspannen, open sfeer heerst in de groep. De kinderen tonen in hun gedrag dat dat ze zich op hun gemak voelen. De kinderen zijn met interesse bezig. Gezien is dat er veel gespeeld wordt in groepsverband. Aan tafel worden gezelschapsspelletjes gespeeld, een groepje kinderen is actief aan het tafelvoetballen en in de andere groepsruimte wordt geknutseld 5 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
(badschuim gemaakt). Kinderen die doelloos rondlopen worden meteen opgemerkt, de beroepskracht draagt ideeën aan: 'heb je zin om samen een spelletje te doen? of 'wil je gaan bouwen?'. Gezien is dat de kinderen daarna enthousiast aan de slag gaan. Gezien is dat kinderen de hulp inschakelen van de beroepskracht als ze hulp of steun nodig hebben.
Aandachtspunt: De start van de middag verliep rommelig. De kinderen kregen bij binnenkomst iets te drinken en een stuk fruit. Doordat er te weinig ruimte aan tafel was, konden niet alle kinderen zitten. Sommige kinderen moesten staand hun fruit op eten. Er was hierdoor bijvoorbeeld geen tijd voor een gesprekje aan tafel over hoe de schooldag was verlopen of voor een rustmoment. Doordat gezien is dat de rest van de middag de beroepskrachten aandacht hebben voor alle kinderen en er verschillende gesprekjes plaatsvonden tussen de beroepskrachten en kinderen, wordt dit gezien als aandachtspunt. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de persoonlijke competentie gewaarborgd wordt doordat: De kinderen de mogelijkheid hebben om zich te ontspannen. Kinderen krijgen de mogelijkheid om een activiteit te kiezen die past bij hun eigen interesse. De beroepskrachten de kinderen op een passende manier steun geven zodat het betreffende kind de situatie weer zelf aan kan. Voorbeeld: bij het tafelvoetbalspel is een kind hoorbaar aanwezig, de beroepskracht geeft aan: 'ík hoor dat je een beetje de baas speelt, zo te zien vindt X dat niet leuk'. De beroepskracht aansluit bij de wensen en ideeën van een kind. Gezien is dat een aantal kinderen graag badzout wilde gaan maken. De beroepskracht zorgde voor de materialen en begeleidde de kinderen tijdens de activiteit. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de sociale competentie gewaarborgd wordt doordat: De beroepskracht het initiatief voor samenspel over laat aan de kinderen. De beroepskracht stimuleert kinderen om voor zichzelf op te komen, maar grijpt in als kinderen niet mee mogen of het spel te wild wordt. De beroepskracht de interactie tussen groepsgenootjes aanmoedigt. Hij helpt de kinderen om contact met elkaar te maken. Voorbeeld: aan tafel wordt een gezelschapsspel gespeeld. Een kindje staat erbij te kijken, de beroepskracht vraagt: 'heb je zin om mee te spelen?' De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Overdracht van waarden en normen Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie.
6 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de overdacht van normen en waarden gewaarborgd wordt doordat: afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze worden toegepast en duidelijk zijn voor de kinderen. Tijdens de observatie zijn de volgende regels/afspraken waargenomen: De regels is eerst opruimen voordat je ergens anders mee gaat spelen, De kinderen moeten aan de beroepskracht vragen of ze op de WII, PS4 of Macbook mogen, de afspraak is dat kinderen 30 minuten per dag mogen gamen. De beroepskracht is er alert op dat kinderen elkaar laten uitpraten en dat er naar elkaar geluisterd wordt. Sociale oefenplaats Tijdens de observatie is gezien dat kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag. Ze leren bijvoorbeeld op je beurt te wachten, anderen laten uitpraten, elkaar te helpen en samen delen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Dhr. D. Lindelauf en mw. M. Quirijnen) Interview anderen (beroepskracht (tevens directeur) en stagiaire) Observaties (Dinsdagmiddag 02-02-2016.) Pedagogisch beleidsplan (Ongedateerd) Observatie Dinsdagmiddag 02-02-2016 Tijd: 14.00 - 16.15 uur. Aanwezig: 17 kinderen en 1 beroepskracht en 1 stagiaire
7 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio is gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de VOG's van 3 beroepskrachten en 1 stagiaire ingezien. De VOG van 1 beroepskracht is na aanvang van de werkzaamheden overlegd. De beroepskracht is op 01-01-2016 gestart met de werkzaamheden. De VOG is op 18-02-2016 afgegeven. Uit bovenstaande constatering / bevinding blijkt dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan.
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang. Alle (3) beroepskrachten zijn HBO geschoold, waarvan 2 als leerkracht, aangevuld met een diploma tot docent lichamelijke opvoeding. Het totale management heeft ervaring als basisschool directeur en de bijhorende opleiding voltooid. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang beschikt over 2 basisgroepen met maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 4 - 13 jaar. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van januari 2016 en tijdens de inspectie op 02-02-2016 blijkt dat er onvoldoende beroepskrachten ingezet worden gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen. De houder was in de veronderstelling dat de stagiaire een BBL (Beroeps begeleidende leerweg) traject volgt. Echter bij navraag bij de school bleek dat de stagiaire een BOL opleiding volgt en hierdoor alleen boventallig mag worden ingezet. In januari 2016 is de stagiaire op dinsdagen en donderdagen formatief ingezet. Op een aantal van deze dagen werd zodoende niet voldaan aan de beroepskracht-kindratio.
8 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Uit bovenstaande constatering/ bevinding blijkt dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan.
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal Alle documenten zijn in de Nederlandse taal geschreven en in het kindercentrum zal Nederlands gesproken worden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Dhr. D. Lindelauf en mw. M. Quirijnen) Interview anderen (beroepskracht (tevens directeur) en stagiaire) Observaties (Dinsdagmiddag 02-02-2016.) Verklaringen omtrent het gedrag (3 beroepskrachten en 1 stagiaire) Diploma's beroepskrachten (3 beroepskrachten) Presentielijsten (Januari 2016) Personeelsrooster (Januari 2016)
9 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is uitgevoerd in november 2015 door twee beroepskrachten en de preventie medewerker. Stichting Kinderopvang Nut Geldrop maakt gebruik van de methode Veiligheidsmanagement en Gezondheidsmanagement ontwikkeld door Stichting Consument en Veiligheid. Naar aanleiding van de risico-inventarisatie zijn er actieplannen gemaakt en huisregels opgesteld. De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is een vast agendapunt bij de werkbesprekingen. Aandachtspunten risico-inventarisatie veiligheid De gymzaal wordt in de vakanties gebruikt en dient nog meegenomen te worden in de risico-inventarisatie; In het actieplan veiligheid staat niet bij alle acties concreet beschreven wie verantwoordelijk is voor het uitzetten en implementeren van de acties/maatregelen. Enkele voorbeelden: Buitenruimte (speeltoestel): kind valt door defect materiaal. Te nemen maatregel: speeltoestellen worden 2 maal per jaar gecontroleerd. (Door wie?) Entree/deur: kind krijgt vinger tussen deur. Te nemen maatregel: per 3 maanden deurdranger controleren. (Door wie?) Tevens dient de houder er alert op te zijn dat alleen risico's kunnen worden uitgesloten die fysiek niet aanwezig zijn. Omdat in de praktijk is gezien dat er wel maatregelen zijn getroffen, wordt dit nu gezien als aandachtspunt. Meldcode kindermishandeling Stichting Kinderopvang Nut Geldrop hanteert de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de branche kinderopvang, versie juli 2013, die is gebaseerd op de basis meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (ontwikkeld in opdracht van Brancheorganisatie Kinderopvang). De houder geeft aan in april 2016 een trainingsdag te organiseren voor alle beroepskrachten waar o.a. de kennis en het gebruik van de meldcode op het programma staat. Aandachtspunt Aan de sociale kaart dient nog het correcte telefoonnummer van vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs toegevoegd worden Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Dhr. D. Lindelauf en mw. M. Quirijnen) Interview anderen (beroepskracht (tevens directeur) en stagiaire) Observaties (Dinsdagmiddag 02-02-2016.) Risico-inventarisatie veiligheid (November 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (November 2015) Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Meldcode kindermishandeling (juli 2013) 10 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld op de wettelijke eis met betrekking tot de vierkante meters per kind en of deze ruimtes passend zijn ingericht. (binnenruimte betreft 3,5 m² en buitenruimte betreft 3 m² per kind). Binnenruimte De Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen schrijft voor dat er voor ieder kind minimaal 3,5 vierkante meter binnenspeelruimte beschikbaar is. Ruimte: Groepsruimte 1 Groepsruimte 2 Totaal:
Oppervlakte in m²: 55 m² 54 m² 109 m²
Totaal beschikbaar oppervlakte per kind in m²:
: 30 kindplaatsen = 3,6 m²
De bso maakt gebruik van twee groepsruimtes. Er is voldoende spelmateriaal aanwezig voor alle leeftijdsgroepen. De inrichting van de ruimte is nog minimaal bevonden. In de ruimte is één afgescheiden (speel)hoek, hier bevindt zich de televisie en spelcomputer. Gezien is dat de kinderen tijdens vrij spel, door elkaar in de ruimte aan het spelen zijn. Midden in de ruimte, op de grond, zijn kinderen in groepjes aan het spelen. Doordat er weinig 'hoeken' aanwezig zijn, kunnen kinderen tijdens het spel hinder van elkaars activiteiten hebben. Dit kan de spelconcentratie verstoren. Buitenspeelruimte De Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen schrijft voor dat per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar is en deze passend is ingericht. De buitenschoolse opvang mag gebruik maken van de buitenruimte (schoolplein) van de basisschool. Er is voldoende m² aanwezig. De buitenschoolse opvang heeft de beschikking over verschillende soorten buitenspelmaterialen. Er zijn o.a. verschillende soorten fietsen, zandbakspullen en ballen aanwezig. Gebruikte bronnen: Observaties (Dinsdagmiddag 02-02-2016.)
11 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Ouderrecht Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert inzake het beleid. Tevens is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum. Informatie Ouders worden geïnformeerd via de website, nieuwsbrieven en tijdens het intakegesprek. Op de website: www.nutgeldrop.nl staat het inspectierapport geplaatst. De houder geeft aan dat de interne en externe klachtenregeling besproken wordt tijdens het plaatsingsgesprek. De houder geeft aan dat de klachtenregeling op de website geplaatst zal worden. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgelegd Het reglement omvat: - regels omtrent het aantal leden - regels omtrent de wijze van kiezen van de leden - regels omtrent de zittingsduur van de leden - geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie - wijzigingen in het reglement na instemming van de oudercommissie. Aandachtspunt: In het reglement dient nog opgenomen te worden dat de oudercommissie adviesrecht heeft over het pedagogische beleid dat wordt gevoerd en het algemene beleid op het gebied van opvoeding. De houder heeft aantoonbaar voldoende inspanningen verricht om ouders te werven voor de oudercommissie. Tijdens het intakegesprek en de persoonlijke gesprekken zijn de ouders benaderd om lid te worden van de oudercommissie. De houder geeft aan dat 2 ouders zich hebben aangemeld om lid te worden van de oudercommissie. De eerste vergadering moet nog plaatsvinden. Klachten en geschillen 2016 Interne klachtenregeling Stichting Kinderopvang Nut heeft een interne klachtenregeling getroffen voor de afhandeling van klachten over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder. De inhoud van de interne klachtenregeling voldoet aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Artikel 1,57b lid 2). Externe klachtenregeling Stichting Kinderopvang Nut is aangesloten bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, waaraan tevens het Klachtenloket Kinderopvang verbonden is. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Dhr. D. Lindelauf en mw. M. Quirijnen) Interview anderen (beroepskracht (tevens directeur) en stagiaire) Reglement oudercommissie (ongedateerd) Website (www.kinderopvangnutgeldrop.nl) Nieuwsbrieven (17-12-2015) Klachtenregeling (interne klachtenregeling) 12 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling, alsmede wijzigingen daarvan, op passende wijze onder de aandacht van ouders. (art 1.57b lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen op passende wijze onder de aandacht van ouders. (art 1.57c lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft voor de oudercommissie, tenzij er op grond van artikel 1.58, tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, zes maanden na registratie een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.46 lid 2, 1.58 lid 2 en 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen, de zittingsduur en het aantal leden. (art 1.59 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt binnen zes maanden na registratie een oudercommissie in. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF In een kindercentrum waar maximaal 50 kinderen worden opgevangen is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen én de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid. (art 1.58 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
17 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Als er conform artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, betrekt de houder de ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze bij: - de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.50, eerste lid; - het pedagogische beleid dat wordt gevoerd; - voedingsaangelegenheden van algemene aard; - het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid; - openingstijden; - het beleid met betrekking tot het aanbieden van voorschoolse educatie; - de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten; - wijziging van de prijs van kinderopvang. (art 1.58 lid 2 en 3, 1.60 lid 1, 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten en geschillen 2016 De houder treft een regeling voor de afhandeling van klachten over: - een gedraging van de houder of een bij de houder werkzaam persoon jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder. (art 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De regeling is schriftelijk vastgelegd, voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt; - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling; - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld; - de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld; - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt; - in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. (art 1.57b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder; b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht. (art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
18 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: Stichting Kinderopvang Nut Geldrop : 30
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : :
Stichting Kinderopvang Nut Geldrop Postbus 24 5660AA Geldrop 63773562 Ja
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Marleen Verachtert
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Geldrop-Mierlo : Postbus 10101 : 5660GA GELDROP
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
02-02-2016 04-03-2016 18-03-2016 21-03-2016 21-03-2016 21-03-2016
: 11-04-2016
19 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De toezichthouder heeft op 20-03-3016 de zienswijze digitaal ontvangen. Zienswijze BSO Ganzebloem: pedagogisch beleid Wij zijn erg blij met de wijze waarop de GGD ons pedagogisch beleid beoordeelt. We streven ernaar kinderen centraal te stellen in ons denken en doen. We lezen dit ook als zodanig terug in onze rapporten. Ons team Om onze visie tot uiting te brengen zorgen we voor een sterk en hecht team, iets wat wij een onderscheidende factor vinden van onze organisatie. Alle teamleden zijn goed opgeleid en genieten ook een incompanytraining. Wij leidden daarnaast als erkend leerbedrijf een aantal nieuwe medewerkers op, die allemaal ook een baangarantie binnen onze organisatie krijgen. Ons team bestaat uit twee pedagogisch medewerkers niveau 4, een persoon met de HBO opleiding social studies en twee personen met ruime ervaring in het basisonderwijs als leerkracht en directeur. Twee personen binnen ons team zijn bevoegd om gymonderwijs te geven. Ons team kent drie vrouwelijke en twee mannelijke collega’s. Vanaf 17 maart is de derde mannelijke collega ons team komen versterken. Onze kwaliteit Middels ons pedagogische beleid en unieke team zorgen we voor een juiste balans tussen nieuwe kennis en ervaring, garanderen wij een gedifferentieerd en gespecialiseerd team en bieden wij ouders en kinderen de beste zorg naar onze eigen maatstaven. Aandachtpunten We hebben de aandachtspunten zoals deze geformuleerd zijn door de GGD overgenomen en omgezet in concrete actiepunten. We zien dit als leerpunten voor onze startende organisatie en stellen ons denken en handelen hierop bij. In de komende alinea’s wordt kort omschreven op welke wijze wij dit zullen doen. BKR Naar aanleiding van het bezoek van de GGD is de planning aangepast om te voorkomen dat een dergelijk voorval zich opnieuw zou voordoen. Stichting Kinderopvang Nut Geldrop is een jonge organisatie en neemt het inwerken van nieuwe teamleden bijzonder serieus. We werken daarom altijd met een inwerkperiode van minimaal een maand waarin nieuwe medewerkers altijd ingeroosterd worden naast een ervaren beroepskracht. Op basis van de bevindingen van het management en de nieuwe medeweker wordt daarna een plan van aanpak opgesteld en een gesprekkencyclus gestart. ‘Coaching on the job’ is een belangrijk middel waarmee wij streven naar een ideale afstemming tussen de groep en de medewerkers. We werken vanuit het kind wat zich ook bij de inzet en roostering van teamleden uit. VOG Naar aanleiding van het bezoek van de GGD hebben wij deze procedure verscherpt. Alle nieuwe medewerkers hebben een geldige VOG overhandigd voor hun eerste werkdag. Inrichting lokalen De lokalen zijn conform onze visie en zienswijze ingericht. Middels de inrichting proberen wij kinderen aan te moedigen om te komen tot spelen. Het aantal zitplaatsen is aangepast aan het aantal kinderen dat wij opvangen in de groep. De individuele aandacht die ons kenmerkt, wordt gegeven gedurende de dag. Gesprekjes in kleine setting die zorgt voor vertrouwen worden door ons als bijzonder waardevol geacht. Dit omdat het voor kinderen vaak lastiger is zich te uiten in een grote groep dan in een kleine setting. Daar komt bij dat in een grote groep altijd ook het begeleiden van het groepsproces aandacht vraagt, waar in een kleine setting meer aandacht aan de inhoud van het gesprek gegeven kan worden. Op deze manier heeft het kind meer inbreng en invloed op het verloop van het gesprek. Wij omschrijven dit als persoonlijke aandacht voor het 20 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop
individuele kind. Wij ervaren tot op heden geen overlast of hinder bij de kinderen door onze inrichting. Wij passen de ruimtes cyclisch aan op de kinderen die wij opvangen. De spellen worden tussen de locaties gewisseld en er komen geregeld nieuwe spullen bij. We proberen bij de vernieuwingen kinderen zoveel mogelijk te betrekken en hen invloed te geven op dit proces. Risico-inventarisaties De RIE’s worden aangepast door onze locatiemanager en preventiemedewerker, om ook een verantwoordelijk persoon te benoemen. Zij zorgen ook voor de handhaving van de actiepunten, in samenwerking met de directie.
21 van 21 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 02-02-2016 Stichting Kinderopvang Nut Geldrop te Geldrop